Het Christendom Het jodendom • • • • -Palestina Geloofden in een god 10 geboden in Oude testament (Tanach) Geloofden dat God ze een grote staat zou geven • De Joden werden vaak overheerst door andere volken • Er kwam het geloof in een verlosser • 63 v.Ch Palestina bij Romeinen • 66 v.ch opstand, neergeslagen. • Diaspora, meeste Joden buiten Palestina. Jezus van Nazareth • Geboren in Bethlehem Palestina • Begin op 30 jarige leeftijd te prediken • Zei dat iedereen gelijk was en gaf ze hoop op een beter leven na de dood • Sommige Joden zagen hem als de verlosser • Joodse leiders klaagden hem aan • Pontius Pilatus veroordeelde hem ter dood En dan begint het pas….. • Volgelingen gaven hem de naam Christus • Belangrijkste volgelingen= apostelen – Schrijvers evangeliën • Volgens zijn aanhangers stond Jezus uit de dood op • 40 dagen later naar de hemel opgerezen • Christenen geloven dat Jezus door God als verlosser is gestuurd. • Mensen moeten zo goed mogelijk leven tot het tijd is voor het koninkrijk van God Christendom vastgelegd in de Bijbel • • • • Opvattingen Christenen staan in de Bijbel Ongeveer 200 n.C samengesteld Oude Testament = boek van de Joden Nieuwe Testament= 4 verhalen over leven van Jezus • Evangeliën genoemd, geschreven door apostelen. Leer van het Christendom • Geloofsbelijdenis – Zoon van God, na de dood opgestaan, steeg op naar hemel, verloste de mensheid van zonde en kwaad. Laatste oordeel. • Sacramenten – Doop, eucharistie en biecht. – Vormsel De verbreiding van het Christendom • Kon zich goed verspreiden tijdens Pax Romana • Armen en onderdrukten voelden zich tot Christendom aangetrokken Vervolgingen van het Christendom • Romeinse keizers waren bang dat Christenen niet zouden gehoorzamen. • Gedroegen zich anders. • Petrus en Paulus veroordeel door Nero. De triomf van het christendom • Christendom werd populairder • Constantijn liet in 313 het Christendom toe • Eind 4de eeuw besloot keizer Theodosius dat Christendom enige toegestane godsdienst was. • Christenen gingen nu andere geloven vervolgen • Problemen tussen keizers en kerkelijke leiders De Kerk • • • • • Paus Aartsbischoppen Bisschoppen Pastoors/Priesters Later kloosterorden Vragen • 20,21