Noctamid® SmPC 1. 1 van 13 NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Noctamid-1 1,0 mg, tabletten Noctamid-2 2,0 mg, tabletten 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Noctamid-1 bevat per tablet 1 mg lormetazepam. Noctamid-2 bevat per tablet 2 mg lormetazepam. Hulpstof(fen) met bekend effect: Noctamid-1 bevat 70,3 mg lactose per tablet. Noctamid-2 bevat 69,3 mg lactose per tablet. Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1. 3. FARMACEUTISCHE VORM Tabletten Noctamid-1: witte tabletten, met een breukgleuf aan één zijde en ‘CF’ aan de andere zijde in een regelmatige zeshoek. Noctamid-2: witte tabletten, met een breukgleuf aan één zijde en ‘CH’ aan de andere zijde in een regelmatige zeshoek. De tablet kan worden verdeeld in gelijke doses. 4. KLINISCHE GEGEVENS 4.1 Therapeutische indicaties Kortdurende behandeling van slapeloosheid. Noctamid is alleen geïndiceerd bij ernstige slaapstoornissen, waardoor de patiënt niet normaal kan functioneren, of er zwaar onder lijdt. 4.2 Dosering en wijze van toediening Dosering De gemiddelde aanbevolen dosering voor volwassenen bedraagt 1 tot 2 mg per dag. De maximale dosis is 2 mg. Voor het bereiken van een maximaal effect dient de dosis individueel te worden aangepast. Bij bejaarden of verzwakte patiënten, patiënten met een milde tot matig gestoorde leverfunctie en patiënten met milde tot matige chronische respiratoire insufficiëntie moet een dosisreductie worden overwogen. Dit geldt ook voor patiënten met een nierfunctiestoornis. Voor bovengenoemde patiënten dient met 0,5 mg (½ tablet Noctamid-1) te worden begonnen. De maximale dosering voor deze patiënten bedraagt 1 mg. Zie voor de duur van de behandeling rubriek 4.4: ‘Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik/Duur van de behandeling’. Noctamid SmPC – versie 12-2015 – v0.7 Versie implementatie PSUSA uitkomst (var. #9065) Noctamid® SPC 2 van 13 De behandeling dient altijd met de laagste dosis gestart te worden. Pediatrische patiënten Noctamid is gecontra-indiceerd voor gebruik bij kinderen in de leeftijd tot 18 jaar (zie rubriek 4.3). Wijze van toediening Noctamid dient een half uur voor het slapen gaan te worden ingenomen. 4.3 Contra-indicaties Myasthenia gravis Ernstige respiratoire insufficiëntie (bijv. ernstige chronische obstructieve longziekte) Slaap-apnoesyndroom Acute intoxicatie met alcohol, hypnotica, analgetica of psychofarmaca (neuroleptica, antidepressiva, lithium) Overgevoeligheid voor benzodiazepinen en/of voor (één van) de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen Ernstige leverinsufficiëntie Personen jonger dan 18 jaar 4.4 Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik Duur van de behandeling De duur van de behandeling moet zo kort mogelijk worden gehouden. In het algemeen varieert deze van een aantal dagen tot twee weken met een maximum van vier weken, inclusief de afbouwfase. Men dient de patiënt bij aanvang van de behandeling te informeren dat de behandeling van korte duur is en precies uit te leggen hoe de dosering geleidelijk zal worden verminderd. In sommige gevallen kan verlenging voorbij de maximale behandelingsperiode nodig zijn, maar dit mag nooit gebeuren zonder de toestand van de patiënt te herevalueren. Voor meer informatie met betrekking tot patiënten jonger dan 18 jaar zie rubriek ‘Dosering en wijze van toediening’. Tolerantie Na herhaald gebruik gedurende enkele weken kan het hypnotische effect van Noctamid verminderen. Afhankelijkheid Gebruik van Noctamid en andere benzodiazepinen kan aanleiding geven tot het ontstaan van fysieke en psychische afhankelijkheid van deze producten. Het risico van afhankelijkheid neemt toe met de dosering en duur van de behandeling; het is tevens hoger bij patiënten met een verleden van alcohol- of drugsmisbruik. Daarom mag Noctamid alleen met de uiterste zorg worden gebruikt bij patiënten met een voorgeschiedenis van alcohol- of geneesmiddelenmisbruik. Na het ontstaan van fysieke afhankelijkheid zal abrupte beëindiging van de behandeling gepaard gaan met onthoudingsverschijnselen. Deze kunnen bestaan uit extreme angst, spanning, rusteloosheid, verwardheid, prikkelbaarheid, hoofdpijn en spierpijn. In ernstige gevallen kunnen de volgende symptomen voorkomen: derealisatie, depersonalisatie, hallucinaties, doof gevoel en tintelingen in de ledematen, overgevoeligheid voor licht, geluid en aanraking, hyperacusis en epileptische aanvallen. Noctamid® SPC 3 van 13 Er zijn aanwijzingen dat bij benzodiazepinen met een korte werkingsduur onthoudingsverschijnselen zich kunnen manifesteren binnen het doseringsinterval, in het bijzonder wanneer de dosering hoog is. Het is onwaarschijnlijk dat dit gebeurt met Noctamid, omdat de eliminatiehalfwaardetijd van Noctamid ongeveer 10 uur is. Overstappen op Noctamid kan na langdurig en/of hooggedoseerd gebruik van een benzodiazepine met een significant langere werkingsduur mogelijk resulteren in de ontwikkeling van onthoudingsverschijnselen. Rebound-slapeloosheid, een voorbijgaand syndroom, waarbij de symptomen die aanleiding hebben gegeven tot de behandeling met benzodiazepinen, in versterkte mate terugkeren, kan optreden na het beëindigen van de behandeling. Het syndroom kan gepaard gaan met andere reacties zoals stemmingsveranderingen, angst of slaapstoornissen en rusteloosheid. Aangezien het risico van onthoudingsverschijnselen en/of ‘rebound-slapeloosheid’ groter is na een abrupte staking van de behandeling, wordt aanbevolen de dosering geleidelijk te verminderen. Bovendien is het belangrijk dat de patiënt zich bewust is van het mogelijk optreden van ‘rebound’ verschijnselen, om ongerustheid over zulke symptomen, mochten ze optreden na het staken van de behandeling met Noctamid, tot een minimum te beperken. Misbruik van benzodiazepinen is gemeld. Geheugenverlies Noctamid kan leiden tot anterograde amnesie. Dit treedt het vaakst op gedurende de eerste uren na inname van het product. Om het risico hierop te verkleinen moeten patiënten ervoor zorgen dat ze ongestoord kunnen slapen gedurende een periode van 7-8 uur. Psychiatrische en paradoxale reacties Reacties zoals rusteloosheid, geagiteerdheid, prikkelbaarheid, agressiviteit, waanvoorstellingen, woedeaanvallen, nachtmerries, hallucinaties, psychosen, ongepast gedrag en andere gedragsstoornissen kunnen optreden als gevolg van het gebruik van benzodiazepinen. Wanneer dit het geval is, moet het gebruik van het product worden gestaakt. Deze reacties treden waarschijnlijk eerder op bij kinderen, bejaarden en bij patiënten met organisch hersensyndroom. Noctamid wordt niet aanbevolen als primaire behandeling van psychosen. Noctamid mag niet als enig medicijn worden gebruikt bij de behandeling van slaapstoornis geassocieerd met depressie (wegens de verhoogde kans op zelfmoord bij zulke patiënten). Een reeds bestaande depressie kan zich manifesteren tijdens gebruik van benzodiazepinen, waaronder Noctamid. Suïcide kan worden versneld bij deze patiënten. Noctamid moet met voorzichtigheid worden gebruikt bij patiënten met een depressie. Specifieke patiëntengroepen Bejaarden Het gebruik van benzodiazepinen, waaronder Noctamid, is in verband gebracht met een verhoogd risico op vallen bij ouderen. Mogelijk wordt het vallen veroorzaakt door bijwerkingen van benzodiazepinen zoals ataxie, spierzwakte, duizeligheid, somnolentie en vermoeidheid. Het wordt daarom aangeraden om in het bijzonder oudere patiënten met de nodige voorzichtigheid te behandelen. Noctamid® SPC 4 van 13 Ouderen moeten een lagere dosis krijgen (zie rubriek ’Dosering en wijze van toediening’) en waar mogelijk moet men maatregelen nemen om het risico op vallen te beperken. Patiënten met spinale en cerebellaire ataxie Noctamid moet met voorzichtigheid worden toegediend aan patiënten met spinale en cerebellaire ataxie (zie rubriek 4.8). Patiënten met chronische, respiratoire insufficiëntie Een lagere dosis wordt ook aanbevolen voor patiënten met chronische respiratoire insufficiëntie wegens het risico van ademhalingsdepressie(zie ook rubrieken 4.2 en 4.3). Patiënten met leverinsufficiëntie Er zijn weinig farmacokinetische gegevens beschikbaar over een enkelvoudige dosis Noctamid bij patiënten met milde tot matige leverinsufficiëntie. De verminderde plasmaklaring bij deze patiënten leidt gemiddeld tot een tweevoudige toename van de maximale concentratie en de systemische blootstelling (AUC). Er zijn echter geen farmacokinetische gegevens uit klinische onderzoeken beschikbaar met betrekking tot herhaalde toediening van Noctamid bij deze patiëntenpopulatie. Benzodiazepinen zijn niet geïndiceerd voor behandeling van patiënten met ernstige leverinsufficiëntie, omdat benzodiazepinen het ontstaan van encefalopathie kunnen bevorderen. Patiënten met ernstige nierinsufficiëntie Bij patiënten met ernstige nierinsufficiëntie moet bij het gebruik van Noctamid de nodige voorzichtigheid worden betracht. Hulpstoffen Dit geneesmiddel bevat lactose monohydraat. Patiënten met zeldzame erfelijke aandoeningen als galactose-intolerantie, Lapp lactasedeficiëntie of glucose-galactose malabsorptie, dienen dit geneesmiddel niet te gebruiken. 4.5 Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie Benzodiazepinen veroorzaken een additief effect bij gelijktijdige toediening met alcohol of andere op het centraal zenuwstelsel aangrijpende sedatieve middelen. Gelijktijdige inname met alcohol wordt niet aanbevolen. Speciale aandacht moet worden geschonken aan geneesmiddelen met een remmende werking op de ademhalingsfunctie zoals opioïden (analgetica, antitussiva, substitutiebehandelingen) met name bij ouderen. Lormetazepam moet met voorzichtigheid worden gebruikt wanneer het wordt gecombineerd met andere op het centraal zenuwstelsel aangrijpende sedatieve middelen. Versterking van het centraal dempende effect kan plaatsvinden bij gelijktijdig gebruik met anaesthetica, antipsychotica (neuroleptica), hypnotica, anxiolytica/sedativa, antidepressiva, opioïden, antiepileptica en sedatieve H1-antihistaminica. Bij opioïden kan echter ook een potentiering van de euforie optreden, die kan leiden tot een versterking van de psychische afhankelijkheid. De volgende geneesmiddelinteracties zijn waargenomen voor lormetazepam: hartglycosiden: gelijktijdig gebruik kan de plasmaspiegels van hartglycosiden verhogen, β-blokkers: gelijktijdig gebruik kan het klinisch effect van lormetazepam versterken. De volgende geneesmiddelinteracties zijn beschreven voor benzodiazepinen, die op een zelfde manier als lormetazepam worden gemetaboliseerd: methylxanthines: gelijktijdig gebruik kan het sedatieve effect verminderen, Noctamid® SPC 5 van 13 estrogeen bevattende medicijnen: gelijktijdig gebruik kan de plasmaspiegels van benzodiazepinen verlagen, rifampicine: gelijktijdig gebruik kan het sedatieve effect verminderen. Patiënten die gelijktijdig hartglycosiden, β-blokkers, methylxanthines, estrogeen bevattende medicijnen en rifampicine gebruiken, moeten met voorzichtigheid worden behandeld, vooral aan het begin van de behandeling met lormetazepam. Aangezien lormetazepam voornamelijk wordt geconjugeerd en de metabolisering dus niet afhankelijk is van bepaalde leverenzymen (met name cytochroom P-450), zoals bij diazepam en chloordiazepoxide, wordt de werking niet versterkt door farmaca die deze enzymen remmen, zoals cimetidine en hormonale contraceptiva. 4.6 Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding Uit voorzorg moet Noctamid niet worden gebruikt tijdens de zwangerschap, bevalling en het geven van borstvoeding. Vrouwen in de vruchtbare leeftijd Als Noctamid wordt voorgeschreven aan een vrouw in de vruchtbare leeftijd dan moet zij worden gewaarschuwd om contact op te nemen met haar arts met betrekking tot het stoppen van Noctamid als zij zwanger wil worden of vermoedt dat zij zwanger is. Zwangerschap Er zijn onvoldoende gegevens over het gebruik van lormetazepam tijdens zwangerschap. Als om dringende medische redenen Noctamid laat in de zwangerschap of tijdens de weeën en bevalling wordt toegediend, kan ten gevolge van de farmacologische werking van de stof bij het pasgeboren kind hypothermie, hypotonie, gematigde ademhalingsdepressie en problemen bij het zogen optreden (‘Floppy Infant Syndrome’). Bovendien kunnen kinderen van moeders die chronisch Noctamid of andere benzodiazepinen gebruikten tijdens de late fase van de zwangerschap een fysieke afhankelijkheid hebben ontwikkeld en kunnen enig risico lopen dat er onthoudingsverschijnselen optreden in de postnatale periode. Noctamid dient tijdens zwangerschap alleen te worden gebruikt indien dit strikt noodzakelijk is, gedurende een zo kort mogelijke periode en in een zo laag mogelijke dosering. Borstvoeding Lormetazepam gaat in kleine hoeveelheden over in de moedermelk. Tijdens het gebruik van Noctamid wordt het geven van borstvoeding ontraden. Vruchtbaarheid Geen specifieke gegevens betreffende invloed op vruchtbaarheid bij de mens beschikbaar. 4.7 Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen Noctamid heeft een grote invloed op de rijvaardigheid en op het vermogen om machines te bedienen, omdat het sedatie, geheugenverlies, gestoorde concentratie en gestoorde spierfunctie veroorzaakt. Als de slaapduur te kort is geweest, kan de waakzaamheid zijn verminderd. 4.8 Bijwerkingen Samenvatting van het veiligheidsprofiel In het begin van de behandeling kunnen slaperigheid overdag, emotionele aandoeningen, verminderd bewustzijn, verwardheid, vermoeidheid, hoofdpijn, duizeligheid, spierzwakte, ataxie of dubbel zien voorkomen: deze reacties verdwijnen doorgaans na herhaalde toediening. Noctamid® SPC 6 van 13 De meest frequent waargenomen bijwerkingen bij patiënten die Noctamid kregen, zijn hoofdpijn, sedatie en angst. De ernstigste bijwerkingen bij patiënten die Noctamid kregen, zijn angioneurotisch oedeem, geslaagde suïcide of een poging tot suïcide geassocieerd met de manifestatie van een bestaande depressie. Bijwerkingen in tabelvorm De bijwerkingen die zijn gemeld tijdens gebruik van Noctamid zijn weergegeven in de onderstaande tabel. De bijwerkingen zijn geclassificeerd volgens systeem/orgaanklasse. De meest geschikte MedDRA term is gekozen om een bepaalde bijwerking en zijn synoniemen en verwante aandoeningen te omschrijven. Bijwerkingen uit klinische onderzoeken (bij 852 patiënten; toegediende doses van 0,5 mg tot 3 mg lormetazepam) zijn ingedeeld volgens hun frequenties. De bijwerkingen die alleen zijn waargenomen tijdens post marketing surveillance en waarvoor geen frequentie kan worden geschat, zijn weergegeven onder ‘niet bekend’. Binnen elke frequentiegroep zijn de bijwerkingen weergegeven op volgorde van afnemende ernst. Noctamid® SPC 7 van 13 Tabel 1: Bijwerkingen gemeld in klinische onderzoeken en gedurende post marketing surveillance bij patiënten die werden behandeld met Noctamid Systeem / orgaanklassen (MedDRA) Zeer vaak (1/10) Immuunsysteemaandoeningen Psychische stoornissen Zenuwstelselaandoeningen Hartaandoeningen Maagdarmstelselaandoeningen Huid- en onderhuidaandoeningen Nier- en urinewegaandoeningen Vaak (1/100, 1/10) Angioneurotisch oedeem* Angst Verlaagd libido Hoofdpijn Duizeligheid** Sedatie Somnolentie** Aandachtsstoornis Amnesie** Visusstoornis Spraakstoornis Dysgeusie Bradyfrenie Tachycardie Braken Misselijkheid Pijn in de bovenbuik Obstipatie Droge mond Pruritus Mictiestoornis Niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald) Geslaagde suïcide (manifestatie van een bestaande depressie)* Poging tot suïcide (manifestatie van een bestaande depressie)* Acute psychose** Hallucinatie** Afhankelijkheid** Depressie (manifestatie van een bestaande depressie)** Waanvoorstellingen** Onttrekkingsverschijnselen (reboundslapeloosheid)** Agitatie** Agressie** Prikkelbaarheid** Rusteloosheid** Boosheid** Nachtmerries** Abnormaal gedrag** Emotionele aandoeningen Verwardheid Verlaagd bewustzijnsniveau Ataxie** Spierzwakte** Afvlakking van het gevoel Urticaria Uitslag Noctamid® SPC Systeem / orgaanklassen (MedDRA) 8 van 13 Zeer vaak (1/10) Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen Vaak (1/100, 1/10) Asthenie Hyperhidrosis Letsels, intoxicaties en verrichtingscomplicaties Niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald) Vermoeidheid** Vallen * Levensbedreigende en/of fatale gevallen zijn gemeld. ** Zie rubriek ‘Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik' De volgende bijwerkingen zijn gemeld bij gebruik van benzodiazepinen in het algemeen en houden een klasse-effect in. Zie voor meer informatie betreffende de volgende punten rubriek 4.4. Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen Afhankelijkheid Het gebruik, zelfs in therapeutische doseringen, van Noctamid en andere benzodiazepinen kan leiden tot de ontwikkeling van fysieke en psychische afhankelijkheid van deze producten. Na het ontstaan van fysieke afhankelijkheid zal abrupte beëindiging van de behandeling gepaard gaan met ontwenningsverschijnselen. Deze kunnen bestaan uit extreme angst, spanning, rusteloosheid, verwardheid, prikkelbaarheid, hoofdpijn en spierpijn. In ernstige gevallen kunnen de volgende symptomen voorkomen: derealisatie, depersonalisatie, hallucinaties, doof gevoel en tintelingen in de ledematen, overgevoeligheid voor licht, geluid en aanraking, hyperacusis of epileptische aanvallen. Misbruik van benzodiazepinen is gemeld. Voor meer informatie met betrekking tot afhankelijkheid / onthoudingsverschijnselen zie rubriek 4.4. Psychiatrische stoornissen Rebound-slapeloosheid kan optreden na beëindiging van de behandeling. Psychiatrische en paradoxale reacties: Reacties zoals rusteloosheid, agitatie, prikkelbaarheid, agressie, wanen, woede, nachtmerries, hallucinaties, psychosen, slaapwandelen, onaangepast gedrag en andere gedragsstoornissen kunnen voorkomen bij het gebruik van benzodiazepinen en benzodiazepine-achtige middelen. Deze kunnen vrij ernstig zijn met dit product, maar langdurige ervaring ontbreekt. Deze reacties treden waarschijnlijk eerder op bij kinderen, ouderen en bij patiënten met organisch hersensyndroom. Een pre-existente depressie kan gedurende het gebruik van benzodiazepinen of benzodiazepineachtige stoffen, waaronder Noctamid, zich manifesteren. Suïcide kan worden versneld bij deze patiënten. Noctamid moet met voorzichtigheid worden gebruikt bij patiënten met een depressie. Zenuwstelselaandoeningen Anterograde amnesie kan optreden bij therapeutische doseringen van Noctamid. Het risico hierop neemt toe bij hogere doseringen. Effecten op het geheugen kunnen gepaard gaan met onaangepast gedrag (zie rubriek 4.4). Noctamid® SPC 9 van 13 Melding van vermoedelijke bijwerkingen Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen te melden via het Nederlands Bijwerkingen Centrum Lareb, website www.lareb.nl. 4.9 Overdosering Zoals ook bij andere benzodiazepinen, vormt een overdosering Noctamid geen levensbedreiging, tenzij het gecombineerd is gebruikt met andere op het centraal zenuwstelsel aangrijpende kalmerende middelen (inclusief alcohol). Bij de behandeling van een overdosering met een geneesmiddel, moet aan de mogelijkheid van het gebruik van meerdere middelen worden gedacht en dat ademhalingsdepressie, zelden coma en zeer zelden de dood kunnen optreden. Bijzondere aandacht moet worden besteed aan ademhalings- en cardiovasculaire functies op de intensive care. Symptomen Overdosering met benzodiazepinen is doorgaans merkbaar door een depressie in verschillende gradaties van het centraal zenuwstelsel, variërend van slaperigheid tot coma. In minder ernstige gevallen van lormetazepam intoxicatie zijn de symptomen onder meer: slaperigheid, vermoeidheid, ataxische symptomen, visusstoornis, mentale verwardheid en lethargie. Orale inname van hogere doses kan resulteren in diepe slaap variërend tot bewusteloosheid, ademhalingsdepressie, hypotensie, hypotonie, zelden coma en zeer zelden de dood. Therapie Patiënten met mildere symptomen van intoxicatie zouden deze symptomen onder observatie mogen uitslapen. Bij een overdosering met orale benzodiazepinen, moet na inname van een grote hoeveelheid en indien de patiënt goed bij bewustzijn is, absorptievermindering plaats vinden door de patiënt binnen een uur te laten braken. Als de patiënt bewusteloos is, moet een maagspoeling worden uitgevoerd waarbij de luchtwegen worden beschermd. Als maaglediging geen voordeel biedt, moet geactiveerde kool en laxans worden toegediend om absorptie te verminderen. Flumazenil kan nuttig zijn als antidotum, echter vooral als diagnosticum. Gezien de korte halfwaardetijd van flumazenil in verhouding tot de benzodiazepine, blijft observatie noodzakelijk. Raadpleeg voor meer informatie over het veilige gebruik van flumazenil de SmPC voor producten die flumazenil bevatten. 5. FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN 5.1 Farmacodynamische eigenschappen Farmacotherapeutische categorie: hypnotica en sedativa / benzodiazepinederivaten ATC-code: N05CD06 Lormetazepam heeft anxiolytische, sedatieve en anticonvulsieve werking. Het exacte werkingsmechanisme van benzodiazepines is niet volledig opgehelderd. De benzodiazepinen oefenen hun effecten waarschijnlijk uit door binding aan specifieke receptoren op verschillende plaatsen in het centraal zenuwstelsel. Hierbij versterken ze de synaptische- of presynaptische remming die door tussenkomst van gamma-aminoboter -zuur tot stand wordt gebracht, of oefenen ze een rechtstreekse invloed uit op de mechanismen die verantwoordelijk zijn voor het opwekken van actiepotentialen. Noctamid® SPC 5.2 10 van 13 Farmacokinetische eigenschappen Absorptie Lormetazepam wordt na orale toediening bijna volledig geabsorbeerd. Maximale plasmaspiegels worden waargenomen ca. 2 uur na inname, waarna plasmaspiegels bifasisch afnemen met halfwaardetijden van ca. 2,5 en 10 uur, respectievelijk. De absolute biobeschikbaarheid is ongeveer 80%. De farmacokinetiek is dosis-lineair binnen de range van 1 – 3 mg. Na herhaalde ééndaagse doseringen wordt de ‘steady state’ bereikt binnen 3 dagen, en er treedt geen onverwachte accumulatie op (accumulatiefactor 1,3). Distributie Lormetazepam wordt voor ongeveer 91% gebonden aan plasma-eiwitten, voornamelijk aan albumine, en is onafhankelijk van de plasmaconcentratie binnen het doseringsgebied. Lormetazepam is bijna niet aantoonbaar in moedermelk. Geschat wordt dat maximaal 0,35% van de dagelijkse dosis via de moedermelk de pasgeborene bereikt. Biotransformatie Lormetazepam wordt bijna volledig gemetaboliseerd via glucuronidering. De metabole klaring is ca. 3,6 ml/min/kg. De glucuronidemetaboliet is de enige metaboliet in plasma, en is niet farmacologisch actief. Eliminatie Circa 86% van de orale dosis wordt in de urine uitgescheiden, voornamelijk als de glucuronidemetaboliet. Minder dan 6% van de dosis wordt uitgescheiden als N-gedemethyleerd lormetazepamglucuronide. De renale klaring bedraagt ongeveer 0,65 ml/min/kg. Er is geen indicatie van uitscheiding via de gal. De eliminatiehalfwaardetijd van de glucuronidemetaboliet is ca. 12 uur. Farmacokinetiek in speciale patiëntengroepen De farmacokinetiek van lormetazepam is niet verschillend in mannen en vrouwen. Ouderen Ouderen hebben een iets langere lormetazepam eliminatiehalfwaardetijd en iets hogere ‘steady state’ plasmaconcentraties (accumulatiefactor 1,6), vergeleken met jongeren. De eliminatiehalfwaardetijd van de glucuronidemetaboliet is ca. 20 uur en statistisch significant langer. Patiënten met een verminderde nierfunctie Terminale renale nierinsufficiëntie heeft geen invloed op de eliminatiehalfwaardetijd van lormetazepam, maar de AUC kan sterk afnemen (factor 2) door een veranderde eiwitbinding. De eliminatiehalfwaardetijd van de glucuronide metaboliet neemt toe tot ca. 80 uur, en wordt tijdens hemodialyse geklaard met een snelheid van 20 ml/min. Vermoedelijk wordt de glucuronide metaboliet door geforceerde eliminatie via de gal geklaard. Patiënten met een verminderde leverfunctie Bij patiënten met levercirrose leidde de verminderde plasmaklaring tot een gemiddeld tweevoudige toename van de maximale concentratie en de systemische blootstelling (AUC) na eenmalige toediening van lormetazepam. 5.3 Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek Geen bijzonderheden. Noctamid® SPC 11 van 13 Noctamid® SPC 6. FARMACEUTISCHE GEGEVENS 6.1 Lijst van hulpstoffen 12 van 13 Lactose monohydraat Magnesiumstearaat Maïszetmeel Polyvidon 25000 6.2 Gevallen van onverenigbaarheid Niet van toepassing. 6.3 Houdbaarheid 5 jaar 6.4 Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren Noctamid-1: Bewaren beneden 30°C. Noctamid-2: Bewaren beneden 25°C. 6.5 Aard en inhoud van de verpakking Primair verpakkingsmateriaal PVC/Al doordrukstrip. Handelsvorm Verpakkingen met 3 strips à 10 tabletten. De tabletten hebben een breukgleuf. 6.6 Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen Geen bijzondere vereisten. 7. HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN Bayer B.V. Energieweg 1 3641 RT MIJDRECHT Tel.: 0297 280 666 8. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN Noctamid-1 is in het register van geneesmiddelen ingeschreven onder RVG 08606 Noctamid-2 is in het register van geneesmiddelen ingeschreven onder RVG 15284 9. DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN DE VERGUNNING Datum van eerste verlening van de vergunning: 13 november 1981 Noctamid® SPC 10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST Laatste gedeeltelijke wijziging betreft de rubriek 4.2: 12 januari 2016 13 van 13