Toerisme

Paasvakantie
gamen
Zon, zee en strand
vakantie
jeugdbeweging
Tijd voor familie en vrienden
zonnen
Muziek spelen
Hobby’s
Surfen en zeilen
avontuur
shoppen
citytrip
skiën
sporten
reizen
fietsen
Vrije tijd


Recreatie: vrijetijdsbesteding binnen je eigen
leefruimte (binnen een straal van 40 km)
Toerisme: vrijetijdsbesteding buiten je eigen
leefomgeving (buiten een straal van 40 km)
Recreatie
Toerisme
toerisme
Een Toeristisch landschap wordt gekenmerkt door
volgende landschapselementen:
historische gebouwen, mooie natuur, kunst,
wandelpaden, fietspaden, musea, kust, zee,
hotels, skigebied, pretpark, bergen, …
Natuurlijke
aantrekkingsfactoren
Vb.: natuur, bossen, kust, bergen,
weiland, …
Menselijke
aantrekkingsfactoren
Vb.: hotels, gebouwen,
zwembaden , musea, skiliften,
…
klimaat
Lekker eten
godsdienst
Vormen van toerisme


a. Kies 3 kaartjes met aantrekkingsfactoren
die het best bij je foto’s passen en zoek de
bijpassende foto in het werkboek p. 93
b. Denk na of deze 3 aantrekkingsfactoren
menselijke of natuurlijke
aantrekkingsfactoren zijn.
 De menselijke onderstrepen we straks in het blauw
en de natuurlijke in het groen.

c. Kies uit de vormen van toerisme welke
vorm bij jou foto’s hoort.
-reliëf
-Bos en ven
-bergen
-Wandel- en fietspaden
 groentoerisme of
natuurtoerisme
-achtbanen
-park
-horeca
 pretparktoerisme
-Skiliften
-Bergen
-Sneeuw
 wintersporttoerisme
-Horeca
-Zee
-zandstrand
 kusttoerisme
-musea
-pittoreske straatjes
-historische gebouwen
 cultuurtoerisme
kusttoerisme
groentoerisme
wintersporttoerisme
cultuurtoerisme
pretparktoerisme
Disneyland
Parijs






1:
2:
3:
4:
5:
6:
Eiffeltoren
windmolen
Parthenon
scheve toren van Pisa
Big Ben
Atomium
Kust, volgebouwde kustlijn, veel hoogbouw,
hotels, overvol strand, veel toeristen
Toerisme waarbij veel toeristen op
eenzelfde plaats en eenzelfde tijdstip
verblijven heet massatoerisme

Benidorm
1960
Veel meer strand, lage
bebouwing
nu
Deel van strand verdwenen,
overvol bebouwd,
veel hoogbouw,
oorspronkelijk landschap is
verdwenen