NIEUWE BELGISCHE WET OVERHEIDSOPDRACHTEN VERWACHT Op 4 januari 2016 werd door de Belgische federale regering het wetsontwerp inzake overheidsopdrachten ingediend bij de Kamer van Volksvertegenwoordigers (Parl.St. Kamer, nr. 54/1541). Dit wetsontwerp heeft tot doel om uiterlijk tegen de deadline van 18 april 2016 de Europese richtlijnen overheidsopdrachten inzake klassieke sectoren (Richtlijn 2014/24/EU) en inzake nutssectoren (Richtlijn 2014/25/EU) om te zetten in nationaal recht. De Belgische wetgever heeft er voor gekozen om de bestaande wet van 15 juni 2006 (hierna: Wet Overheidsopdrachten) niet aan te passen, maar om deze in zijn geheel te vervangen door het nu ingediende wetsontwerp. Deze werkwijze sluit aan bij de keuze van de federale wetgever om bepalingen die nu deel uitmaken van het huidige Koninklijk Besluit Plaatsing voortaan in de wet overheidsopdrachten op te nemen. Dit om zo kort mogelijk bij de tekst van de Richtlijnen aan te leunen. In deze nieuwsbrief geven wij u reeds kort de belangrijkste wijzigingen die het wetsontwerp in zich draagt: 1 Nieuwe terminologie In het wetsontwerp wordt niet langer een onderscheid gemaakt tussen de “open/beperkte offerteaanvraag” en de “open/beperkte aanbestedingsprocedure”. Er zal in de nieuwe wet overheidsopdrachten die uit het wetsontwerp voortvloeit (hierna: de Nieuwe Overheidsopdrachtenwet) enkel worden gesproken over “openbare of niet-openbare procedures”. Binnen de openbare of niet-openbare procedure blijft het uiteraard wel mogelijk voor de aanbestedende overheid om de opdracht te gunnen uitsluitend op basis van het prijscriterium (nu de aanbesteding), of op basis van meerdere (kwalitatieve) gunningscriteria (nu de offerteaanvraag). De “openbare procedure” zal toegankelijk zijn voor iedere gegadigde en zal nog steeds in één fase verlopen. Bij de “niet-openbare procedure” zal het net als bij de huidige “beperkte procedure” enkel mogelijk zijn voor de geselecteerde kandidaten om een offerte in te dienen. De procedure zal dan ook nog steeds in twee fases verlopen. De huidige “onderhandelingsprocedure met bekendmaking” zal voortaan gekend zijn als de “mededingingsprocedure met onderhandeling”, terwijl de huidige “onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking” de naam “onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking” zal dragen. 2 Wijzigingen aan de gunningsprocedures Onder de huidige Wet Overheidsopdrachten van 2006 kan er enkel in limitatief opgesomde gevallen gebruik gemaakt worden van een onderhandelingsprocedure (met of zonder bekendmaking). Het wetsontwerp breidt de mogelijkheid om gebruik te maken van de mededingingsprocedure met onderhandelingen sterk uit, zodat deze gunningsprocedure quasi op hetzelfde niveau zal komen te staan als de openbare en de niet-openbare procedure. Enkel voor standaarddiensten of -leveringen mag geen gebruik worden gemaakt van de mededingingsprocedure met onderhandeling. Verder voert het wetsontwerp, in navolging van de Europese richtlijnen, een nieuwe gunningsprocedure in, zijnde “het innovatiepartnerschap”. Deze gunningsprocedure is erop gericht om de overheid een samenwerking op lange termijn te laten aangaan voor de ontwikkeling en aankoop van innovatieve producten, werken of diensten (O&O opdrachten in de brede zin dus). 3 Wijzigingen aan het toepassingsgebied 3.1 Uitsluiting van bepaalde overheidsopdrachten Voornamelijk op het vak van juridische dienstverlening zullen vele opdrachten niet meer verplicht moeten worden gegund volgens de regels van de Nieuwe Overheidsopdrachtenwet. Het gaat hier met name over: 1. de opdrachten voor de vertegenwoordiging in rechte, en; 2. de opdracht voor het verlenen van juridisch advies dat wordt gegeven n.a.v. de voorbereiding van een juridische procedure, of indien er concrete aanwijzingen zijn en er een grote kans bestaat dat er een procedure gevoerd zal worden over de kwestie waarover advies gegeven moet worden. Voor andere vormen van juridische dienstverlening moeten de nieuwe Europese richtlijnen, en dus ook het wetsontwerp, slechts toegepast worden wanneer de geraamde waarde van deze diensten het drempelbedrag van EUR 750.000,00 overschrijdt (zie o.m. overweging 116 Richtlijn 2014/24/EU Klassieke sectoren). De Europese wetgever is immers van oordeel dat juridische diensten met een lagere geraamde waarde geen grensoverschrijdend karakter hebben en niet van interesse zouden kunnen zijn voor juridische dienstverstrekkers van andere lidstaten. Aangezien de nationale wetgever steeds een regeling mag opleggen die een hoger beschermingsniveau biedt, en dus strenger is dan een Europese richtlijn, bestaat de mogelijkheid dat de Belgische wetgever ervoor zal kiezen om een lager drempelbedrag te hanteren. Zo zou er kunnen worden geopteerd voor de Europese bekendmakingsdrempel (EUR 209.000,00) aangezien deze nu reeds het plafond is voor het plaatsen van juridische dienstenopdrachten middels een onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking. 3.2 Opdrachten met een beperkte waarde (op factuur) Het huidige KB Plaatsing voorziet dat opdrachten met een waarde die lager is dan EUR 8.500,00 (EUR 17.000,00 in de nutssectoren) niet onder het toepassingsgebied van de Wet Overheidsopdrachten van 2006 vallen. Het wetsontwerp trekt deze drempel fors op tot EUR 30.000,00. 3.3 Niet langer onderscheid tussen A en B diensten In de huidige Wet Overheidsopdrachten van 2006 wordt een onderscheid gemaakt tussen de prioritaire diensten (bijlage IIA) en de niet-prioritaire diensten (bijlage IIB), waarbij deze laatste aan een “lichter” regime zijn onderworpen. Het wetsontwerp verlaat dit onderscheid: alle diensten worden aan dezelfde aanbestedingsvoorschriften onderworpen. Als tegengewicht voert het wetsontwerp een soepeler plaatsingsregime in voor bepaalde diensten aan natuurlijke personen (bv. sociale diensten, diensten in kader van gezondheidszorg, onderwijsdiensten, etc.). 4 Incorporatie van de rechtspraak van het Hof van Justitie Het wetsontwerp incorporeert een aantal leerstukken uit de rechtspraak van het Europese Hof van Justitie, bv. de rechtspraak over “quasi in-house” opdrachten (Teckel-doctrine). De Europese rechtspraak over het aanbrengen van wezenlijke wijzigingen aan de opdracht in de loop van de uitvoering ervan (het Pressetext Nachrichtenagentur-arrest) zal niet an sich in het wetsontwerp worden opgenomen. De Nieuwe Overheidsopdrachtenwet zal naar alle waarschijnlijkheid wel een delegatie aan de Koning bevatten om deze rechtspraak in het nieuwe Koninklijk Besluit Uitvoering te integreren. Hierbij rijst de vraag of de verschillende gevallen van wijziging zoals opgelijst in de Richtlijnen coherent (d.w.z. binnen één artikel of geheel van artikelen), dan wel verspreid doorheen het KB Uitvoering ingelast zullen worden. 5 Enkele meer praktische nieuwigheden Het wetsontwerp voorziet dat alle communicatie en informatieverstrekking tussen de aanbestedende overheid en de inschrijver of kandidaat moet plaatsvinden met behulp van elektronische communicatiemiddelen, incl. de elektronische indiening en ontvangst van de offertes. Verder is er ook de invoering van het Uniform Europees Aanbestedingsdocument (UEA), dat ervoor moet zorgen dat de administratieve lasten voor inschrijvers en kandidaten in de selectiefase deels verlicht worden. Het UEA zal de kandidaten en inschrijvers met name toelaten om het voorlopige bewijs te leveren dat zij zich niet in één van de uitsluitingsgevallen bevinden en dat zij voldoen aan de kwalitatieve selectiecriteria zoals opgenomen in de opdrachtdocumenten. Voordat de gunning van de opdracht plaatsvindt, dient de inschrijver wel de actuele ondersteunende documenten onderliggend aan het UEA aan de aanbestedende overheid voor te leggen. 6 Toekomstige aanpassingen van Belgische regelgeving overheidsopdrachten Met de indiening van het wetsontwerp in de Kamer, is de eerste stap gezet in de omzetting van de Europese overheidsopdrachtenrichtlijnen 2014 in nationaal recht. Het blijft echter afwachten hoe de federale regelgever de uitvoeringsbesluiten (KB’s Plaatsing en Uitvoering) alsook de Wet Rechtsbescherming Overheidsopdrachten van 17 juni 2013 zal vormgeven/aanpassen. The story continues… Jens Debièvre Evi Degroodt