Diagnose, medicijnen, herstellen LSH-FES: ONDERZOEK OM WETENSCHAP DICHTER BIJ DE PATIËNT TE BRENGEN Amsterdam 2016 LSH - FES LSH - FES Inhoud LSH-FES Introductie NEUROBASIC – De volgende generatie medicijnen voor hersenziekten 7 Medicijnen ontwikkelen voor hersenziekten Life Sciences & Health: kennisontwikkeling voor vitale burgers 8 NeuroBasic in vogelvlucht 44 46 Schizofrenie behandelen begint bij begrip TEPIS – Digitale infrastructuur voor pathologisch onderzoek Pathologen gaan in de cloud Muizen met epilepsie 48 53 Ingenieuze apparatuur maakt hersenonderzoek makkelijker 14 ‘Het is geen automatisme; soms word je teleurgesteld’ Zestienduizend foto’s vergelijken 56 62 De uitdaging zit in het juiste berekening tEPIS in vogelvlucht VIRGO – Virusinfecties: beter begrepen, beter bestreden 18 Volg de immuunrespons in stapjes CYTTRON II – Bioimagingtechnologie voor een betere diagnostiek Google Earth tot in de cel: ‘Zo ziet het er bij jou ook uit’ Cyttron II in vogelvlucht 22 66 Model immuunsysteem beter door slim combineren data Viruskillers ook economisch succesvol 70 Snotterende dromedarissen verspreiden dodelijk virus 26 68 72 Maximaal inzoomen zonder risico 28 Oppepper voor een uitgeput afweersysteem Microscoopglaasjes gaan digitaal 30 Gluren door het sleutelgat: Een kakofonie van genactiviteit Een moleculaire kaart van het weefsel Cellen in 3D ‘Onschuldig’ mazelenvirus brengt je afweer om zeep 35 Ziekenhuis of niet? Je genen bepalen het 36 ‘De mens is de uitdaging, niet de techniek’ 76 39 82 86 Vaccins werken niet als je ze op de plank laat liggen 88 79 LSH - FES LSH - FES Inhoud Hart geeft nog niet alle geheimen prijs DCTI – Op weg naar genezing van diabetes type 1 138 Leverschade herstellen met eigen cellen Diabetes type 1: op weg naar genezing 92 Bloedcellen met een streepjescode DCTI in vogelvlucht 142 145 94 Is de regelgeving klaar voor regeneratieve geneeskunde? Gezocht: cel voor insulineproductie 96 Opdracht: kweek miljoenen bètacellen 100 Over LSH-FES Eilandjes transplanteren in een kunstmatige alvleesklier Pomp houdt donoralvleesklier in vorm 102 Health˜Holland 107 tEPIS Eerste tests versus laatste strohalm 150 110 Cyttron II Als tissue engineering en stamcelonderzoek elkaar ontmoeten 114 Een paardenmiddel – kraakbeen printen voor gewrichtsherstel 116 Virgo 153 DCTI 155 NIRM 156 119 Een duwtje in de richting van bot of kraakbeen 122 Colofon Bouw een testkit op maat 128 Stamcellen overleven op synthetische hydrogel Herstellen met stamcellen 151 NeuroBasic PharmaPhenomics NIRM – Help het lichaam zichzelf te herstellen Design je eigen hartklep 132 Nooit meer droge beschuitjes 134 Maak je eigen onderzoeksmateriaal 149 137 130 159 152 146 LSH - FES Voorwoord Herman Verheij LSH-FES SECTORCOÖRDINATOR Voor u ligt een fraai boek over de baanbrekende resultaten die zijn geboekt in de zes zogenoemde LSH-FES projecten: tEPIS, Cyttron II, NeuroBasic, Virgo, DCTI en NIRM. LSH staat voor ‘Life Sciences & Health’, oftewel de toepassing van de levenswetenschappen voor onze gezondheid, en FES voor ‘Fonds Economische Structuurversterking’, dat putte uit de zogenoemde aardgasbaten. Deze publiek-private samenwerkingsverbanden begonnen hun activiteiten in 2010, na goedkeuring door de Nederlandse overheid van een overkoepelend voorstel. Dit voorstel werd ingediend door een consortium van meer dan honderd partners – waaronder veel kleine en middelgrote bedrijven, multinationals, universitaire en medische onderzoeksgroepen, patiëntenorganisaties, en de ministeries van VWS, OCW en EZ. De FES-subsidie werd ingezet om tot publiek-private samenwerkingsvormen te komen: tegen elke euro subsidie van de overheid werd ook een euro door de partners geïnvesteerd. Hiermee werden projecten gefinancierd die reeds hun kracht hadden bewezen in de LSH-clusters Diagnose, Geneesmiddelen, Regeneratieve geneeskunde, en Technologie & Infrastructuur. Na zes jaar hard werken zijn de resultaten van deze samenwerkingsverbanden duidelijk zichtbaar – veel ontwikkelingen zijn direct inzetbaar voor patiënten, of kunnen worden gebruikt voor onderzoek dat heel dicht bij de patiënten staat. Hiermee hebben de consortia aangetoond dat ze de onderzoeksgelden optimaal hebben ingezet om bij te dragen aan het verbeteren van de nationale gezondheid, en voor het aanjagen van de economische bedrijvigheid in Nederland. Veel van deze resultaten vindt u terug in dit boek. U zult versteld staan van de ontwikkelingen in de diverse vakgebieden. Ik wens u dan ook veel leesplezier! 7 LSH - FES LSH - FES Introductie tekst: Herman Verheij en René Rector Life Sciences & Health: kennisontwikkeling voor vitale burgers De doorbraken binnen de Life Sciences & Health (LSH) topsector volgen elkaar steeds sneller op. De 21ste eeuw wordt niet voor niets nu al de eeuw van de life sciences genoemd. Life sciences, of levenswetenschappen, dragen bij aan het verbeteren van de gezondheid van mensen. Nederland heeft een excellente kennisbasis en top- teuren van de topinstituten Center for Translational wetenschappers. Door samen te werken met bedrij- Molecular Medicine (CTMM), Top institute Pharma ven, gezondheidsfondsen, patiënten(organisaties), (TI Pharma), het Biomedical Materials Programma overheid en andere organisaties worden nieuwe (BMM) en het Netherlands Genomics Initiative oplossingen gerealiseerd: betere diagnostiek, slim- (NGI), heeft mede de basis gelegd voor de Topsector mere medicijnen, manieren om weefsel te helpen Life Sciences & Health. herstellen, alsmede nieuwe diensten en services ten behoeve van preventie en zorg. In toenemende mate Het programma werd in 2009 zorgvuldig samen- bestaan preventieve en therapeutische interventies gesteld vanuit de gedachte dat Nederland op uit combinaties van bovengenoemde oplossingen. verschillende vakgebieden binnen de gezondheidssector dicht bij de vaak zo moeilijke stap richting De samenwerkingsverbanden die in dit boek patiënt was, en dat een subsidieprogramma precies hun resultaten presenteren zijn voorbeelden van het goede duwtje in de rug zou zijn om die stap te publiek-private samenwerking op het gebied van maken en tegelijkertijd de samenwerking tussen onderzoek en ontwikkeling. De gepresenteerde wetenschappelijk onderzoekers en bedrijfsleven projecten zijn, naast bijdragen van de betrokken duurzaam te verstevigen. partners, mede gefinancierd vanuit de aardgasbaten (Fonds Economische Structuurversterking, FES) Op het terrein van diagnostiek zijn twee clusters van de Nederlandse overheid in het zogenoemde van onderzoek die aanhaken op die gedachte: tEPIS “LSH-FES-programma”. Dit programma, ontwik- en Cyttron II. Beide onderzoeksprogramma’s beogen keld onder leiding van de (wetenschappelijke) direc- middels technologische vernieuwing de diagnostiek 8 9 LSH - FES LSH - FES Life Sciences & Health: kennisontwikkeling voor vitale burgers te vereenvoudigen. tEPIS richt zich op infrastructuur onele manier een hachelijke onderneming blijft. Daarnaast is het een sector met een grote economi- rende burgers in een gezonde economie. Enkele voor diagnostiek van pathologie, Cyttron II op bio- Hier past een heel nieuwe manier van geneeskunst. sche betekenis: kennisintensieve werkgelegenheid in dit boek beschreven voorbeelden van zulke imagingtechnieken. Het Diabetes Cell Therapy Initiative (DCTI) en het en nieuwe bedrijvigheid, groeiende import en export innovaties zijn het dichterbij brengen van de Netherlands Institute for Regenerative Medicine en grote investeringen vanuit buitenlandse bedrij- mogelijkheden van transplantatie van eilandjes Een stap verder in het behandelproces stuiten artsen (NIRM) zoeken naar alternatieve therapieën voor ven. De combinatie van een maatschappelijk, van Langerhans, en het identificeren en het ont- bij patiënten met verschillende aandoeningen op bestaande aandoeningen. Patiënten met diabetes wetenschappelijk en economisch belang maakt wikkelen van een vaccin tegen het MERS-virus. de afwezigheid van een goede remedie. NeuroBasic type 1 zijn aangewezen op het spuiten van insuline. het des te belangrijker om te zorgen voor sterke Pharmaphenomics bouwt voort op de kennis die Door te proberen alvleeskliertransplantatie en het publiek-private samenwerkingsverbanden waarin Health~Holland richt zich naast publiek-private in de voorloper van het onderzoeksprogramma, kweken en transplanteren van de eilandjes van deze belangen bijeengebracht worden. onderzoeksprojecten op belangrijke sectordoorsnij- NeuroBSIK, was opgedaan. In dat programma dach- Langerhans te verbeteren wil DCTI de kwaliteit ten onderzoekers een methode uit om medicijnen van leven van deze patiënten verbeteren. Bij NIRM Innovatieve kracht de human capital agenda, die 1moet bijdragen aan tegen tal van hersenziekten überhaupt te kunnen wordt onderzocht in hoeverre het buiten het De topsector Life Sciences & Health bouwt mede een toekomstbestendige workforce van voldoende testen in modellen – iets dat tot nu toe nauwelijks lichaam opkweken van lichaamseigen celmateriaal voort op de successen van het LSH-FES programma goed opgeleide en ondernemende arbeidskrachten. mogelijk was. In PharmaPhenomics zet het consor- een oplossing kan zijn als het lichaam zelf niet onder de vlag “Health~Holland”. Eén van de Een ander voorbeeld is de samenwerking met andere tium een stap verder, waardoor verschillende veel- meer herstelt. grootste maatschappelijke uitdagingen waarop topsectoren zoals Agrofood, Chemie, Energie, HTSM, Health~Holland zich concentreert is hoe we kunnen Logistiek en ICT, en ook met de Creatieve industrie belovende medicijnen tegen tal van hersenziekten dende en -overstijgende thema’s. Een voorbeeld is nu klinisch getest kunnen worden. Onderzoekscon- Nieuwe bedrijvigheid komen tot een toekomstbehendig zorgsysteem, (CLICK NL) waarmee bijvoorbeeld gewerkt wordt sortium Virgo heeft als doel de geheimen van het Met het benoemen van Life Sciences & Health als dat steeds betere gezondheid en gezondheidszorg aan oplossingen om ouderen met dementie langer immuunsysteem verder te ontrafelen, om er zo topsector heeft de Nederlandse overheid een belang- realiseert, voorziet in oplossingen voor de groeiende zelfstandig te laten functioneren in hun thuis- en achter te komen wat er in detail gebeurt bij een rijke stap gezet in de erkenning van de bijdragen zorgvraag en dat tegelijkertijd bemensbaar en leefomgeving. virusinfectie en er adequate interventiestrategieën vanuit deze sector voor zowel de economie als de betaalbaar blijft. De topsector bundelt de innova- en vaccins tegen te ontwikkelen. maatschappij. Het is een unieke sector die aan de tieve kracht van academie, bedrijfsleven en overheid Er zijn ook aandoeningen waarvan we weten dat het ene kant bijdraagt aan nieuwe oplossingen voor iets van Nederland om tot slimme, gezamenlijke, oplos- ontwikkelen van een goede therapie op de conventi- dat ons allemaal aangaat: onze gezondheid. singen te komen die bijdragen aan vitaal functione- 10 11 Digitale infrastructuur voor pathologisch onderzoek TEPIS Pathologen bestuderen weefsel onder de microscoop. Samen kijken maakt grootschalig onderzoek mogelijk. tEPIS neemt de belangrijkste hobbel in samenwerking weg: de logistiek. TEPIS Introductie TEPIS tekst: René Rector beeld: Gwen Dackus Pathologen gaan in de cloud flinterdunne plakjes weefsel onder de microscoop. Samen kijken betekent dat je naast elkaar moet gaan zitten. Tot voor kort. Pathologen kunnen nu in de cloud. FOTO: PHILIPS pathologen lastig. Hun object van studie bestaat uit FOTO: WILLY VAN BRAGT Praktisch gezien is op grote schaal samenwerken voor Links: Archiveren volgens conventionele methoden gebeurt in meterslange archiefkasten. Rechts: Preparaten worden nu ingescand met een hyperprecieze beeldscanner. Traditioneel kun je alleen samen naar een preparaat Pathology Image Sharing-systeem, bouwt voort mamanager van het overkoepelende TraIT-consor- kijken met behulp van een zogenoemde multikop: op een recente technologische ontwikkeling: het tium: “Vergelijk het met Google Earth. Als je dat een microscoop met twee sets kijkvensters. Even kunnen scannen van microscoopglaasjes. Preparaten opstart, zie je afhankelijk van je locatie je eigen land digitaal een bestandje mailen zit er niet in: tot een zijn vaak minder dan een vierkante centimeter, maar in beeld. Ga je zoomen, dan stuurt Google je gede- paar jaar geleden bestond er geen scanner die gede- recente scanners (zoals bijvoorbeeld ontwikkeld tailleerdere informatie. Wil je weer meer overzicht, tailleerd genoeg een heel preparaat kon scannen. binnen het Cyttron II-consortium. Zie ook Micro- dan krijg je weer een nieuwe uitsnede.” Een foto van een preparaat is al gauw twintig GB scoopglaasjes gaan digitaal) kunnen die vierkante groot en dat zet je niet even op de mail. Bovendien: centimeter scannen op een duizelingwekkend drie- Was het uitwisselen van grote bestanden vooral een alles wat een connectie heeft met internet is gevoelig duizend Megapixelformaat. Coupescanners leveren technisch probleem, onderzoekers hebben ook de voor informatielekken, en de informatie die weefsel- digitale beelden, die anders dan microscoopglaasjes (anonieme) gedetailleerde beschrijving van de bijbe- coupes bevat is privacygevoelig. niet kunnen breken, kwalitatief niet achteruit gaan horende patiënt nodig. Dat brengt risico’s met zich en kopieerbaar zijn. Maar die beelden zijn niet alleen mee voor de privacy van de patiënt. Daarom wordt de heel gedetailleerd... ze zijn ook enorm groot. herkomst van de scans apart van de scans zelf opge- 3.000 Megapixel “Beveiliging en de omvang van bestanden waren onze 14 slagen. Op die manier wordt het risico dat een hacker grootste uitdagingen”, vertelt Nikolaos Stathonikos, Medische gegevens uit de cloud medische gegevens van meneer Pietersen ICT-specialist bij de pathologieafdeling van het Uni- “Je kunt dat soort beelden normaliter niet met elkaar kan peuteren minimaal. Stathonikos: “Wat het web versitair Medisch Centrum Utrecht en projectleider delen via het web”, stelt Stathonikos. “Hoe snel je op gaat, is niet tot patiënten herleidbaar. Maar we van het tEPIS-project. Dit project, waarin patholo- verbinding ook is, even door een preparaat scrollen hebben, onvermijdelijk, voor een breed scala van gie-afdelingen van zes universitair medische centra is er niet bij.” De oplossing is een digitale techniek, beveiligingsissues een oplossing moeten bedenken.” en Philips participeren, beoogt om datgene te doen waarbij alleen het deel wat je wilt bekijken via het wat tot nu toe onmogelijk was: op afstand preparaten web op jouw computer belandt. De scan blijft netjes bekijken, informatie met elkaar te delen om op die op een server staan. De tEPIS-software berekent manier grootschalig pathologisch onderzoek logistiek welk deel van die scan, op welke vergroting, je sterk te vereenvoudigen. tEPIS, het TraIT Enhanced computer moet tonen. Jan-Willem Boiten, program- “Praktisch gezien is op grote schaal samenwerken voor pathologen lastig.” 15 TEPIS TEPIS Pathologen gaan in de cloud Als bij jonge vrouwen borstkanker geconstateerd wordt, volgt en.” Dackus denkt dat die afname zo gering is, omdat veel veelal een operatie, bestraling en een aanvullende behande- vrouwen na het verwijderen van de tumor helemaal geen ling in de vorm van vaak een chemokuur. Maar is dat laatste baat hebben bij een chemo. Hen zadel je onnodig op met wel echt altijd zinnig? Het Young Breast Cancer Project (YBCP) bijwerkingen, zo is de gedachte. “Je wilt eigenlijk chemo zoekt het antwoord op die vraag. “Zonder tEPIS was dit niet op maat geven.” FOTO’S: WILLY VAN BRAGT Zestienduizend foto’s vergelijken te doen.” Omdat de bijwerkingen zo ernstig zijn, is het het uitzoeken Chemo’s die worden gegeven na het verwijderen van een waard. Dat kan niet met patiënten die nu behandeld worden: tumor in de borst, hebben nare bijwerkingen zoals osteopo- zij krijgen vrijwel allemaal chemo, terwijl de onderzoekers juist rose en overgangsverschijnselen. “Voor jonge vrouwen zijn willen weten wat er gebeurt als een patiënt géén chemo krijgt. die bijwerkingen extra vervelend. Zij hebben dikwijls nog een Het YBCP werkt daarom met bewaard weefsel van 2.500 kinderwens, en in afwezigheid van ziekte zouden zij een patiënten bij wie tussen 1989 en 2000, destijds jonger dan levensverwachting van nog tenminste 45 jaar hebben”, stelt veertig, borstkanker werd geconstateerd. Gwen Dackus van het Antoni van Leeuwenhoek ziekenhuis. Links: Samenwerken kan nog steeds samen achter de computer. Maar met evenveel gemak zit je duizend kilometer verderop. Rechts: Meekijken volgens de conventionele methode. De uitdaging zit in het juiste berekening Hoe kun je een computer laten herkennen of weefsel onder de preparaat”, stelt Jeroen van der Laak van het Radboud microscoop kankercellen bevat? Onderzoekers in de “digitale Universitair Medisch Centrum. “Terwijl je juist een algemeen Zij coördineert een grootschalig onderzoek waarin pathologen Van alle weefsels werden tussen de vijf en tien nieuwe prepa- pathologie” hebben daar een oplossing voor: ze ontwikkelen bruikbaar algoritme wilt.” In de pathologie worden daarom kijken of het ook anders kan. raten gemaakt: 16.000 glaasjes in totaal. “Zonder tEPIS was algoritmes zodat de computer weet waar hij op moet letten. voor coupes van verschillende weefsels zogenoemde Grand dit niet te doen. Als je 16.000 glaasjes logistiek behapbaar Lastig is alleen wel, dat verschillende algoritmes moeilijk te Challenges gehouden: een uitdaging aan deelnemers om voor “Vroeger werd twintig procent van de borstkankerpatiënten wilt maken, moet je dat met een heel klein team gaan vergelijken zijn. een gegeven set aan coupes een algoritme te schrijven dat nabehandeld met chemotherapie. In de jaren negentig is het analyseren, omdat je alles moet opsturen. Dit onderzoek protocol veranderd en sindsdien wordt tachtig procent van komt bovenop het gewone pathologenwerk. Niemand heeft Het is een irritant probleem in de pathologie: om cellen of samengesteld uit verschillende bronnen. Het klinkt als een hen met chemo behandeld. Maar de sterfte onder patiënten er full time tijd voor. Dus dan duurt de analyse jaren”, vertelt onderdelen daarvan in een weefselcoupe zichtbaar te maken, spelletje, maar het is uitermate nuttig: de beste algoritmes als gevolg van hun ziekte is slechts heel licht afgenom Dackus. Juist door de nieuwe digitale technologie kan groot kleur je ze met behulp van een kleurstof die alleen aan dat komen zo naar boven drijven, en dat brengt het vakgebied onderzoek nu wel. De coupes werden gedigitaliseerd en zijn specifieke onderdeel hecht. Maar niet elke patholoog doe die een stuk verder. online in te zien met de tEPIS-technologie. Dackus werkt nu kleuring op dezelfde manier. Voor diagnostiek is dat prima, samen met bijna twintig pathologen, van Italië tot regionale maar als je preparaten met elkaar wilt vergelijken, bijvoorbeeld De groep van Van der Laak is november 2015 begonnen met ziekenhuizen, die naar vermogen de gedigitaliseerde coupes in grootschalig onderzoek, is het lastig: wat bij de ene patho- een bijzondere challenge. Doel bij deze challenge is om tot analyseren. loog donkerpaars kleurt, kleurt bij de andere nauwelijks roze. een algoritme te komen dat op basis van lymfeklierweefsels Vervolgbehandeling Een geoefend oog kan ook wel microscoopglaasjes lezen die zich door kanker aangetaste cellen bevinden. Het bijzondere De resultaten van de analyse verzamelt Dackus eveneens op een andere manier zijn gekleurd, maar binnen de patholo- aan de challenge is dat die als eerste volledig gescande micro- digitaal. Als de analyse is afgerond, ontstaat inzicht in de gie wordt op grote schaal gezocht naar manieren om beelden scopische preparaten aanbied door alle deelnemers toegang behoefte van patiënten aan een chemokuur. Dackus: “We geautomatiseerd te interpreteren, en computers hebben te geven tot de beelden die zijn opgeslagen in tEPIS. weten medisch gezien hoe het met deze vrouwen is gegaan. geen geoefend oog. In het biomedische beeldanalyseonder- Bij wie waren er uitzaaiingen of kwam het terug? Bij wie niet? zoek zijn er daarom veel publicaties waarin onderzoekers Van der Laak: “Het kan ook zonder, natuurlijk. Maar naast logi- We willen weten wat het verschil, pathologisch en genetisch claimen dat ze een algoritme hebben ontwikkeld dat micro- stiek voordeel, hebben we nu een goede interface. Dat maakt gezien, is tussen die twee groepen. Zo voorkomen we veel scoopbeelden toch goed weet te duiden. “Veel van dat soort het schrijven van software veel eenvoudiger, ook als je niet weet overbehandeling, en is de chemo voorbehouden voor die publicaties blijken, eenmaal geverifieerd door andere onder- hoe pathologische beelden eruitzien. Juist voor de informatici vrouwen die er baat bij hebben.” zoeksgroepen, sterk afhankelijk van de behandeling van het die je bij zo’n challenge nodig hebt, is dat echt handig.” betrouwbaar en efficiënt is. Die set aan coupes is daarbij FOTO: GWEN DACKUS van borstkankerpatiënten aan pathologen kan aangeven waar Met behulp van kleuren annoteert de patholoog wat hij ziet op het scherm. 16 17 TEPIS TEPIS Infographic tekst: René Rector beeld: Parkers tEPIS in vogelvlucht + - Pathologen bestuderen flinterdunne plakjes weefsel onder de microscoop. Aan de hand van wat ze zien stellen ze een diagnose. Zolang je niet hoeft te overleggen gaat dat goed, maar voor + grootschalig onderzoek of een second opinion waren pathologen aangewezen op inefficiënte en onhandige procedures. - Nieuw 3 Met behulp van een 4 Het levert een gedigitali- 5 tEPIS moest twee belang- scanner wordt het preparaat gedigitaliseerd. Dat levert een fotobestand op van 5 GB. seerde coupe op. Om op afstand te kunnen samenwerken moet het beeld via internet tussen twee plaatsen uitgewisseld kunnen worden. rijke uitdagingen overwinnen: beveiliging en het uitwisselen van de immense scanbestanden via internet. 2 Van het biopt worden flinterdunne plakjes gesneden; coupes. Die belanden op een microscoopglaasje, en worden vaak behandeld met kleurstoffen om bepaalde cellen of celonderdelen goed zichtbaar te maken. 4 Samen kijken betekent: 1 Een arts neemt een biopt bij een patiënt en stuurt dit naar de afdeling pathologie. Oud 18 3 Een patholoog bekijkt het weefsel onder een microscoop. Wie samen naar een glaasje wil kijken (bijvoorbeeld voor overleg over een diagnose of een wetenschappelijke studie), is aangewezen op foto’s (maar mist bewegingsruimte) of een meekijkmicroscoop. microscoopglaasjes meenemen. Dat is tijdrovend, het geeft risico op beschadiging van onderzoeksmateriaal en bij grote, multi-institutionele onderzoeken is de logistiek een nachtmerrie. 5 Opslag maakt het studiemateriaal moeilijk toegankelijk. Resultaten van een studie beperken zich meestal tot Excel-files en foto-opnames. 19 Bioimagingtechnologie voor een betere diagnostiek CYTTRON II Veel ziekten worden veroorzaakt op moleculair niveau. Beter zicht op elke schaal – van moleculen tot cellen tot weefsels tot organen – is daarom essentieel voor genezing. CY T TRON II Introductie CY T TRON II tekst: Joost van der Gevel beeld: Naturalis Google Earth tot in de cel: ‘Zo ziet het er bij jou ook uit’ Op de bovenste verdieping van Naturalis hangt – in gezelschap van de wolf van Luttelgeest, stier Herman, een dodo en het skelet van de Plateosaurus – een metersgroot televisiescherm met rustig zwemmende vissen aan de muur: de Cel Zoomer. Wie wil weten waar het Cyttron II-consortium zich de afgelopen jaren mee bezig heeft gehouden, krijgt daarmee een introductie in vogelvlucht. Zoom in op een volwassen zebravis. “Raak me aan”, nodigt het scherm uit. Als je dat wikkelaar van de tentoonstelling. “In die maximale De samenwerking was een project van het Cyttron II- onder de microscoop legt. De cellen zien er bijna doet, blijven er van al die vissen één zebravisje en vergroting ben je ingezoomd op een foto van acht- consortium. Dit consortium wil inzicht krijgen in de hetzelfde uit. En door het fysiek te maken met een embryo over. Met je handen kun je steeds dieper honderd bij vierhonderd meter, bijna twee keer zo manier waarop moleculaire veranderingen doorwer- zoomen – een principe dat ze kennen – willen we inzoomen op een doorsnede van het embryo. Het groot als het Malieveld.” ken in het lichaam en op de gezondheid, om nieuwe begrip kweken hoe klein het allemaal is.” diagnostiek en behandelingen te kunnen ontwikke- vult al snel het hele scherm. In zwart-wit zie je de organen, de hersenen, spieren, het oog. Je ziet zelfs Dertigduizend foto’s len. Data van verschillende beeldvormende technie- Lichtgevoelige staafjes een bacterie zo groot als een knikker in de darm. Ver- De foto is gemaakt in het Leids Universitair Medisch ken worden daarvoor samengebracht tot één data- Je kan op iedere willekeurige plek in het visje inzoo- geleken met de bacterie is de darmcel kolossaal. Als Centrum (LUMC). Op de afdeling Elektronenmicro- base met een driedimensionaal totaaloverzicht van men. Een paar blauwe stippen – hotspots – geven je nog verder inzoomt, kijk je tot diep in die cellen. scopie is het zebravisje in een beweegbare houder moleculair niveau, via de cel, tot het orgaan en het aan dat er iets te zien is met uitleg erbij. Van Zeeland Je kunt de mitochondriën – de energieleveranciers – onder de elektronenmicroscoop gelegd. In een ge- hele organisme. De Cel Zoomer is illustratief voor dit zoomt in op de lichtgevoelige staafjes in het oog. zien, de celkern met het dna, en als kleine bolletjes automatiseerd proces zijn er in vierenhalve dag van streven naar het “totaalplaatje”. “… in jouw ogen zitten ook zulke cellen”, zegt de de ribosomen die de eiwitten in elkaar sleutelen. kop tot staart dertigduizend foto’s gemaakt, terwijl vertelstem uit het scherm. De Cel Zoomer is volgens precisiemotortjes de houder met het visje miniem Mens, muis of vis Van Zeeland ook heel geschikt voor onderwijs. “In Twee keer het Malieveld in twee richtingen verschoven voor iedere volgende Maar waarom stelt Naturalis de Cel Zoomer tentoon? medische en biologieleerboeken is doorgaans alles In een verlicht, rond venstertje naast het scherm zijn opname. Software met een binnen het LUMC ont- “Dit is de zaal ‘Onderzoek in uitvoering’. We wilden per orgaan geordend. Hier kun je anatomisch naar embryo’s van zebravisjes te zien: zwarte puntjes met wikkeld “stitching”-algoritme, plakte op basis van het publiek laten kennismaken met de microwereld”, bijvoorbeeld het hersengebied toe en dan inzoomen. een glazen staartje eraan, nog geen anderhalve milli- die onderlinge verschuivingen de beelden nauw- verklaart Van Zeeland. “Hoe dieper je inzoomt, hoe Eigenlijk zou iedere universiteit zoiets moeten meter lang. “Om zo diep in de cellen te kunnen kij- keurig aan elkaar tot de digitale megafoto. Het grote meer alle organismen op elkaar lijken. ‘Zo ziet het er hebben voor het biologieonderwijs.” In het LUMC ken moet je zo’n embryo vijfhonderdduizend keer “touchscreen” en de zoomsoftware zijn ontwikkeld bij jou ook uit’, willen we bezoekers meegeven. Het wordt een variant op de Cel Zoomer ontwikkeld die vergroten”, vertelt Ilse van Zeeland, inhoudsont- in Naturalis. maakt niet uit of je een mens, muis, vis of ander dier gebruikt zou kunnen worden in de practica. 22 23 CY T TRON II CY T TRON II Google Earth tot in de cel: ‘Zo ziet het er bij jou ook uit’ b Van groot naar klein c a d e f g h i j k l a Zwemmende zebravisjes. b Zebravisembryo. c Zebravisembryo. d Lichtgevoelige cellen in het oog. e Hersencellen. f Kraakbeencel, het zwarte bolletje is de celkern. g Darmcellen, met vingerachtige uitstulpingen. h Een bacterie in de darm. k De kleine bolletjes zijn ribosomen. l Mitochondriën. i Spiercellen. j Dit lijkt ook een cel, maar hier is een onderdeel van een cel zichtbaar: de celkern met DNA. 24 25 CY T TRON II CY T TRON II Infographic tekst: René Rector beeld: Parkers “Zoomen” Cyttron II in vogelvlucht Idealiter zou je van organen tot moleculen willen zoomen in het weefsel van een patiënt. Er is geen techniek die dat kan. Wat wel kan: software waardoor verschillende technieken met elkaar De oorzaak van ziektes ligt vaak op moleculair niveau. gecombineerd worden tot een Kunnen inzoomen op verschillende structuren – moleculen, coherente verzameling beelden. celorganellen, cellen, weefsels en organen – helpt enorm bij het stellen van een diagnose. Het probleem: zo’n megazoomer bestaat niet. Maar beter kijken... dat kan wel. Kleiner kijken Röntgendiffractie werpt zicht op de atoomstructuur van moleculen. Daarvoor moet je ze laten kristalliseren. Maar voor nanokristallen (kleiner dan Automatiseren een duizendste millimeter) werkt Sommige taken van een patho- deze techniek niet. Cyttron II laat loog zijn ouderwets handwerk. zien dat elektronendiffractie de Een coupemachine die de structuur van nanokristallen coupes direct scant, kleurt en zichtbaar maakt. een begin met de analyse maakt, maakt het pathologenwerk een stuk efficiënter. Meer zien met minder “licht” Biologische moleculen maak je zichtbaar met een elektronenmicroscoop. Je “kijkt” met een bundel elektronen. Maar die Beelden combineren elektronen beschadigen dat wat je wilt zien. Een nieuwe Niet alles wat je zou willen zien, detector, waarmee je minder elektronen is in een foto te vangen. nodig hebt om een plaatje te maken, Door tegelijkertijd een analyse brengt uitkomst. te maken met een massaspectro- 3D Weefselcoupes bekijk je normaliter 26 meter en de beelden te combineren, krijgt een onderzoeker veel meer in het platte vlak. Een nieuwe scan- informatie over wat hij ziet: waar techniek maakt het mogelijk ook op cellen bezig zijn met delen weefselniveau een 3D scan te maken. bijvoorbeeld. 27 CY T TRON II CY T TRON II Case study tekst: Rineke Voogt Elektronenmicroscoop Titan met ingebouwde camera Falcon. Maximaal inzoomen zonder risico microscooptechnologiebedrijf FEI (Field Electron and Ion Company). Het eerste probleem kun je vrij eenvoudig oplossen met cryo-elektronenmicroscopie: maak het object koud, zodat het vastgevroren zit. Als je je sample snel genoeg afkoelt tot -196 graden Celsius, krijg je geen vervelende ijskristallen die de boel stukmaken. Het tweede probleem is lastiger: biologische structuren zijn erg fragiel. structuren, gebruikt een elektronenmicroscoop. Daarmee kun je veel detail waarnemen. Maar er is een probleem: hoe meer detail, hoe meer elektronen je op je preparaat moet afvuren – en daarvan gaan structuren juist stuk. Je wilt dus met zo laag mogelijke doses elektronen toch nog voldoende informatie verzamelen. B E E L D : J U L I A N V O N D E R E C K E N / N AT U R E Wie wil inzoomen op eiwitten, DNA of andere kleine Binnen het onderzoeksconsortium Cyttron II ontwikkelden ze daarom bij FEI in samenwerking met de Universiteit Leiden een nieuwe camera als aanvulling op de cryo-elektronenmicroscoop “Titan”. De camera, Falcon gedoopt, zorgt ervoor dat het object beter in beeld komt zonder dat er meer elektronen gebruikt hoeven worden. Structuurbiologen houden zich graag bezig met het Met een elektronenmicroscoop kun je goed een “Eigenlijk werkt het niet zoveel anders dan een ontrafelen van de opbouw van eiwitten en andere 3D-beeld krijgen van een object, wat essentieel is normale camera – maar dan met elektronen in ingewikkelde vormen als ribosomen of virussen. om de vouwing van een eiwit of de mantel van een plaats van licht”, zegt De Jong. Elektronen die door De functie van een stof heeft namelijk alles te maken virus in kaart te brengen. het preparaat heengaan komen op een chip in de met zijn vorm. Eiwitten, de werkpaarden van een camera terecht, die verdeeld is in pixels. Normaal Reconstructie van een actinefilament, een aaneenschakeling van eiwitten. Het cytoskelet van de cel wordt eruit opgebouwd. Het beeld is gebaseerd op gegevens verzameld door een Titan elektronen-microscoop met Falcon camera. cel, zijn bijvoorbeeld kunstig gevouwen op een Elektronenmicroscopen hebben het de afgelopen zorgt dat voor veel ruis; elektronen, vol energie, zijn manier die past bij hun functie. Om te begrijpen decennia een stuk makkelijker gemaakt voor bio- lastig af te stoppen en raken daardoor verstrooid. wat ze precies doen moet je goed weten hoe ze eruit- logen om onze kleinste bouwstenen te onderzoeken. Dan kan het gebeuren dat ze niet één, maar meer- achter elkaar te zetten krijg je een beter beeld.” zien. Dat geldt ook voor virussen of zelfs medicijnen. De techniek gaat met sprongen vooruit: tien jaar dere pixels markeren. In de Falcon is dat opgelost Bovendien kun je hiermee “de hele soep bekijken”, geleden was het kleinste detail dat je ermee kon door de chip heel dun te maken. De Jong legt uit: zegt Van Heel. “De moleculaire machientjes in je Dik aluminiumfolie bekijken nog tien keer zo groot als nu. Tot een paar “Elektronen gaan erdoorheen, en laten een signaal preparaat hebben verschillende functionele toestan- Met het blote oog zijn die stoffen niet te zien. Voor tienden nanometer kun je met een elektronenmicro- achter dat ze er geweest zijn. Zo verspreiden ze zich den. Een enzym kan bijvoorbeeld aan een substraat een lichtmicroscoop zijn ze ook te klein. Een manier scoop zichtbaar maken; in één nanometer passen minder”. Door bovendien de camera te koelen, zorg zijn verbonden om een reactie te versnellen, of al om ze te kunnen bestuderen is met röntgenstraling, ongeveer vijf atomen. Ter vergelijking: een bacterie je voor nog minder ruis. zijn teruggekeerd in zijn oorspronkelijke toestand. maar dan moet je eerst een kristalstructuur kunnen meet zo’n tweeduizend nanometer en aluminium- maken van het object dat je wilt bestuderen. Dat folie is tienduizend nanometer dik. lukt met lang niet elk materiaal. Een andere manier: Je wilt al die toestanden in 3D kunnen zien.” Movie-modus Dat de camera een uitkomst is voor onderzoekers Een directe toepassing van de techniek is ontwik- de elektronenmicroscoop. Dat apparaat gebruikt Dunne chips kan Marin van Heel, hoogleraar Data-analyse voor keling van medicijnen. Van Heel: “Denk maar aan elektronen om het voorwerp af te beelden. Een bun- Er kleven echter twee nadelen aan het gebruik van cryo-elektronenmicroscopie aan de Universiteit een antibioticum. Je kunt heel precies zien hoe del versnelde elektronen wordt in een vacuüm buis een elektronenmicroscoop voor biologische structu- Leiden, beamen. “Door de hoge gevoeligheid van de stof iets bij een bacterie blokkeert. Zo kun je afgeschoten op het object. Elektronen die door het ren. “Allereerst bewegen moleculen bij lichaams- de camera heb je vier keer minder elektronen nodig gerichter medicijnen ontwikkelen.” Met behulp preparaat heen gaan worden sterk vergroot, zoals of kamertemperatuur alle kanten op. Daarnaast om een goed beeld te krijgen. Een ander voordeel van de Falcon kan ook een virus als HIV nog beter dia’s in een projector, en vervolgens geregistreerd en worden objecten snel kapot geschoten door elektro- is de ‘movie-modus’: je kunt tien plaatjes van je in kaart worden gebracht, om beter te begrijpen vastgelegd in een beeld met behulp van een camera. nen”, zegt Frank de Jong, directeur Partnerships van object maken in een seconde. Door die beelden hoe het virus zich gedraagt. 28 29 CY T TRON II CY T TRON II Inter view tekst: Elles Lalieu Microscoopglaasjes gaan digitaal De hele wereld gaat digitaal. Op steeds meer plekken wordt er gewerkt met razendsnelle computers en andere slimme apparatuur. Maar niet op de pathologieafdeling van een ziekenhuis. De patholoog typt zijn verslag op de computer, maar verder is zijn bureau gevuld met een microscoop en vele microscoopglaasjes met preparaten die bekeken moeten worden. Het IntelliSite systeem van Philips bestaat uit een glaasjesscanner (links), een beeldbeheersysteem en software. 30 31 CY T TRON II CY T TRON II Pathologie speelt een cruciale rol in het bepalen van Dat kan nu voor een redelijke prijs. Soms is het zelfs het ziektebeeld, met name bij diagnose van kanker. al goedkoper dan het opslaan van microscoopglaas- Verdachte weefselmonsters worden met een micro- jes in een archief, zoals dat nu gebeurt”, vertelt scoop onderzocht om te bepalen of het tumorweefsel Verhagen. Microscoopglaasjes gaan digitaal patholoog advies uit over de behandeling van de “Bladeren” door weefsel patiënt. Imagingspecialist Jelte Vink van Philips was verantwoordelijk voor de ontwikkelingen aan het digitale “De microscoop blijft natuurlijk een fantastisch pathologiesysteem. “Het apparaat was er al. Wat apparaat, maar er zitten nadelen aan de logistiek van we de afgelopen vier jaar met name gedaan hebben, preparaten op glas”, vertelt Dirk Verhagen, onder- zijn updates van de software waardoor het mogelijk zoeker en ontwikkelaar bij Philips. “Je kunt beelden wordt om beelden naast elkaar te leggen of op kwijt raken, bijvoorbeeld doordat glaasjes breken of dezelfde plek in een preparaat naar verschillende doordat je het preparaat doorstuurt naar een specia- kleuringen te kijken”, legt hij uit. Verhagen kan list voor een consult.” Om de opslag en het delen dit direct demonstreren met beelden die eerder van pathologische beelden makkelijker te maken, op de computer zijn opgeslagen. Stel; de arts heeft ontwikkelde Philips als onderdeel van het Cyttron een stukje weefsel weggenomen bij een patiënt en II-onderzoeksprogramma de IntelliSite digitale wil graag weten of het een tumor is en hoe die tumor pathologie-oplossing. Het systeem bestaat uit een dan groeit. De patholoog maakt hele dunne plakjes glaasjesscanner, een beeldbeheersysteem en soft- van het weggenomen weefsel en prepareert die alle- ware waarmee de patholoog de beelden kan delen maal op een eigen glaasje. Door de glaasjes één voor en beoordelen. één te bekijken, valt iets te zeggen over de locatie FOTO: PHILIPS INTELLISITE PATHOLOGIST SUITE kwaadaardig is. Aan de hand daarvan brengt de Screenshot van een Herceptinkleuring. Door dit plaatje naast een standaard celkleuring te leggen, kan een patholoog direct zien of de tumorcellen van een patiënt ontvankelijk zijn voor hormoonbehandeling. van de tumor. Bijvoorbeeld of hij oppervlakkig zit Behoorlijke datavolumes of juist diep in het weefsel. In het bezoekerscentrum in Best demonstreert glaasje zijn de celranden aangekleurd met roze en Herceptin) kan consequenties hebben voor het de celkernen met blauw-paars. “Met zo’n kleuring functioneren van het hart. Dus dat wil je niet zomaar geven aan een patiënt die het niet nodig heeft.” Verhagen hoe het systeem werkt. Hij plaatst een “Na het scannen van de glaasjes kun je beelden naast kun je zien of je te maken hebt met kanker”, vertelt microscoopglaasje in de scanner, doet de deur dicht elkaar leggen en ook aan elkaar linken”, legt Verha- hij. “Het weefsel ligt dan niet mooi geordend, maar en drukt op “start”. Ongeveer een minuut later is gen uit. “Virtueel kun je de verschillende plakjes dus toont een wildgroei van cellen. Gebieden die hele- Centraal scannen de scan klaar. De eerste scanners deden een halfuur weer op elkaar leggen en zo als het ware door het maal blauw-paars lijken te kleuren, markeren het Het naast elkaar leggen en linken van beelden is over zo’n glaasje. Deze scanner kan driehonderd weefsel heen ‘bladeren’. Dan kun je met veel grotere tumorweefsel.” iets dat met losse microscoopglaasjes niet mogelijk glaasjes in vijf tot acht uur verwerken. “Dat maakt precisie zeggen hoe een tumor bijvoorbeeld in de dat scannen aantrekkelijk is geworden voor patho- diepte groeit.” logisch onderzoek”, vindt Verhagen. is. Daarnaast heeft het digitale pathologiesysteem Op het tweede glaasje is een bruine kleuring nog een belangrijk pluspunt: het delen van beelden gebruikt, die aangeeft of een patiënt ontvankelijk is is heel makkelijk. “Er zijn wel microscopen waar je Gevoelige tumorcellen voor hormoonbehandeling. Wat je aan dit voorbeeld met twee tot tien personen tegelijkertijd naar het- Niet alleen de duur van het scannen is flink naar Bij het prepareren van microscoopglaasjes krijgt ziet, is dat de gebieden die op het eerste glaasje zelfde preparaat kunt kijken, maar dan moet je nog beneden gebracht, ook de opslag van de beelden die ieder plakje weefsel zijn eigen kleuring. En met blauw-paars kleurden op het tweede glaasje bruin steeds met z’n allen om tafel zitten”, zegt Verhagen. eruit rollen is nu betaalbaar. “Afhankelijk van wat je iedere kleuring kun je verschillende dingen aanto- kleuren. Dat betekent dat deze patiënt tumorcellen Binnen het LSH-FES-onderzoeksproject tEPIS is precies scant, komen er databestanden uit variërend nen. Met de computer kun je nu heel precies twee heeft die ontvankelijk zijn voor hormoonbehande- gewerkt aan een oplossing om opgeslagen beelden van 0,5 tot 4 of 5 gigabyte (GB). Dat zijn behoorlijke verschillende kleuringen van hetzelfde gebied naast ling. Verhagen: “Dat is belangrijk om te weten, want overal beschikbaar te maken. Het enige dat je nodig datavolumes, die je allemaal ergens moet opslaan. elkaar leggen. Verhagen laat het zien. Op het eerste dergelijke chemotherapie (bijvoorbeeld het medicijn hebt, is een internetbrowser. Twijfel je over een 32 33 CY T TRON II Microscoopglaasjes gaan digitaal CY T TRON II Case study tekst: Elles Lalieu beeld: Imabiotech Philips heeft op dit moment al veel digitale pathologiesystemen verkocht. Ze staan onder andere in Nederland, België, Duitsland, Engeland, Oostenrijk, de Verenigde Staten en Singapore. Ze worden gebruikt voor diagnostiek en onderzoek. “Een Een moleculaire kaart van het weefsel mooi voorbeeld van diagnostiek is Hengelo”, zegt Verhagen. “Daar is een laboratorium waar ze alles scannen, dus daar hebben ze een aantal scanners staan.” Sowieso merkt hij de laatste jaren dat de interesse voor het scannen toeneemt. “Zelfs mensen die verknocht zijn aan hun microscoop zeggen nu: ‘Het is niet de vraag óf hij gaat verdwijnen, maar wanneer’.” Met een massaspectrometer kun je moleculen identificeren. Met een lichtmicroscoop kun je structuren in een weefsel zichtbaar maken. Koppel die twee aan elkaar en je kunt een moleculaire kaart van het weefsel maken, waarop precies is te zien waar bepaalde moleculen zich bevinden en hoe ze beïnvloed worden door ziekten. Beelden sorteren Binnen de scope van Cyttron II werkte McDonnell met zijn team vooral aan de automatisering van het scanproces. Het grote voordeel van de robot die ze ontwikkelden, is de snelheid. “Enkele jaren geleden moest je het materiaal van iedere patiënt handmatig in de massaspectrometer laden. Nu is de massaspectrometer uitgerust met een ‘hotel’ waar negentig monsters op hun beurt kunnen wachten. Op die manier maken we de techniek Met het digitale pathologie systeem kan nu al meer Deze techniek heet imaging massaspectrometrie. beschikbaar voor een groot aantal patiënten”, dan met een microscoop, maar het apparaat moet Imaging massaspectrometrie komt van pas bij alle vertelt McDonnell. in de toekomst nog veel slimmer worden. Onder- aandoeningen waarbij moleculaire veranderingen zoekers zijn hard bezig om honderdduizenden oude een rol spelen. Je kunt bijvoorbeeld kijken naar de En dat is belangrijk, want moleculaire veranderin- microscoopglaasjes uit archieven te digitaliseren. locatie van neurotransmitters in de hersenen van gen kunnen behulpzaam zijn bij het stellen van een “We weten al wat er met die patiënten is gebeurd en muizen of naar de verdeling van bepaalde moleculen diagnose of het vaststellen van een prognose voor daar kunnen computers van leren”, legt Verhagen die als medicijn kunnen dienen. Er zijn ook meer patiënten. Door individueel naar de samenstelling uit. “Misschien is het wel zo dat het vetweefsel bij diagnostische mogelijkheden, bijvoorbeeld bij van moleculen in het weefsel te kijken, kan een preparaat, dan kun je direct een patholoog aan de een bepaald type tumor anders groeit. De patholoog kanker. Een delende kankercel ziet er op het oog behandeling beter op de patiënt worden afgesteld. andere kant van het land inschakelen. Dat is redelijk heeft daar waarschijnlijk nooit zo naar gekeken hetzelfde uit als een kankercel die bijna doodgaat, Daardoor wordt deze gecombineerde scantechniek revolutionair. omdat hij geen voorbeelden van hetzelfde tumortype maar de chemische inhoud van die twee cellen is een stuk eenvoudiger praktisch toe te passen. uit het archief kan halen om ze naast elkaar te heel anders. De snelheid van pathologiescanners is enorm toegenomen. De eerste scanners deden een halfuur over één microscoopglaasje. Nu worden driehonderd glaasjes binnen vijf tot acht uur verwerkt. Het delen van beelden maakt mogelijk dat prepare- onderzoeken.” ren van microscoopglaasjes wordt gecentraliseerd. “Ons systeem analyseert Als alle beelden overal beschikbaar zijn, heeft Ook kan de computer het werk van de patholoog de chemische inhoud van immers niet iedereen zijn eigen glaasjes meer nodig. makkelijker maken. Bijvoorbeeld bij het zoeken naar weefsel met een massaspec- Volgens Verhagen is die centralisatie kosteneffectief; uitzaaiingen. Verhagen: “De patholoog verwijdert trometer en koppelt die ana- het kan tonnen of miljoenen schelen. “Het laborato- een stukje van een lymfeklier en maakt daar tien lyse aan microscoopbeelden rium scant alles in en per casus kan een patholoog tot vijftig glaasjes van. Die kun je allemaal bekijken, van hetzelfde weefsel”, legt worden toegewezen. Binnen de pathologie heb je maar één ‘hit’ is in principe voldoende om aan te Liam McDonnell van het 15 tot 25 specialismen, maar die heb je als ziekenhuis tonen dat er uitzaaiingen zijn. Wat de computer Leids Universitair Medisch nooit allemaal in huis. Als de beelden gelijk naar de kan doen, is een voorselectie maken van de beelden Centrum uit. “Daardoor juiste specialist gestuurd worden, krijg je scherpere zodat de patholoog de meest ‘verdachte’ beelden het ontstaat een goed inzicht diagnoses. Bij de veterinaire pathologie zie je dit al eerst te zien krijgt.” in de exacte locatie van gebeuren”, vertelt hij. 34 Doorsnede van het menslijk lichaam, gemaakt met behulp van imaging massaspectrometrie. moleculen in het weefsel.” 35 CY T TRON II Beeldreportage CY T TRON II tekst: Elles Lalieu Cellen in 3D Binnen de pathologie wordt tegenwoordig gebruik gemaakt van scanners. Meestal zijn dat scanners die een 2D-beeld van het weefsel maken. Als je dunne plakjes bekijkt is 2D voldoende, maar bij dikkere plakjes weefsel is 3D-beeld noodzakelijk. Philips en de TU Delft werken nu aan een scanner die in één keer een 3D-plaatje van weefsel kan maken. Nog voor de start van het onderzoeksproject Cyttron II ontwikkelde Philips een bijzondere sensor. “Met die sensor werd het mogelijk om tegelijkertijd verschillende dieptes vast te leggen”, vertelt Bas Hulsken, digitale-pathologiespecialist bij Philips. “Bestaande scanners maken een aantal 2D-plaatjes en stellen op basis daarvan een 3D-reconstructie samen. Deze nieuwe scanner maakt het mogelijk om in één keer dat 3D-plaatje te maken. Daardoor is het apparaat veel sneller dan de scanners die er nu zijn en dat is uiteindelijk gunstig voor patiënten die op een diagnose zitten te wachten.” De 3D-scanner komt vooral van pas binnen de cytopathologie, diagnose op celniveau. Hulsken spreekt zelfs van een noodzakelijkheid. “Binnen de cytopathologie kijk je vaak naar vloeibare monsters, bijvoorbeeld hele cellen die zijn opgelost in een vloeistof. Zo’n monster kan tientallen micrometers dik zijn, terwijl de plakjes die binnen de histologie gebruikt worden vaak maar vijf of zes micrometer dik zijn. Zo’n dun plakje krijg je met een 2D-scanner nog wel redelijk in focus, hoewel de 3D-scanner dan waarschijnlijk ook een betere beeldkwaliteit geeft. Maar bij die dikke plakken krijg je met de 2D-scanner maar een beperkt aantal cellen scherp.” Op de foto: Promovendus Mojtaba Shaker (TU Delft) bij de experimentele set-up van de 3D-scanner. 36 37 CY T TRON II Cellen in 3D CY T TRON II Procesverslag tekst: René Rector Naast dikke stukken weefsel kan de 3D-scanner ook een belangrijke rol spelen bij bijzondere metingen. Hulsken noemt fluorescentie als voorbeeld. Het is mogelijk om fluorescerende markers aan het genetisch materiaal (DNA of RNA) van cellen te hangen. Die markers worden bij het scannen herkend en op de afbeelding kan de patholoog het aantal markers tellen en zo dingen te weten komen over belangrijke veranderingen in het genetische materiaal van de cel. “Met een 2D-scanner kunnen die markers op elkaar liggen en zie je ze dus niet allemaal. Met een 3D-scanner heb je dat probleem niet omdat je van alle kanten kunt kijken”, vertelt Hulsken. “De computer krijgt dingen zichtbaar die voor het menselijk oog onzichtbaar zijn.” ‘De mens is de uitdaging, niet de techniek’ Als je in Google afbeeldingen “Jaguar” intikt, krijg je plaatjes van een zwarte panter, een gevlekte katachtige, een auto, een vliegtuig en een boot. Wie afbeeldingen gaat digitaliseren, loopt tegen dat probleem aan: hoe weet een computer wat er op zijn digitale bestanden te zien is? En meer nog: wat een gebruiker erop zoekt? Fons Verbeek van het Leiden Institute of Advanced Computer Science van de Universiteit Leiden zocht en vond een oplossing. Cyttron I 2006-2010 Het idee achter het project is dat een medisch onderzoeker meer De 3D-scanner is uit de onderzoeksfase. Begin 2016 moet de eerste serie testmodellen van de band rollen. Hulsken en Stallinga willen de rest van dat jaar gebruiken om de kinderziektes uit het systeem te halen. Hopelijk kan het apparaat dan in 2017 echt richting pathologie-afdelingen en onderzoeklabs. Hulsken richt zich daarbij niet op specifieke aandoeningen. “We ontwerpen de scanner juist zo dat hij breed toepasbaar is”, zegt hij. “Want we willen uiteindelijk de hele pathologie digitaliseren.” 38 verbanden kan leggen door beelden op verschillend inzoomniveau en biochemische informatie aan elkaar te koppelen. Sterker nog: dat een database door slimme algoritmes de onderzoeker wijst op verbanden die hij zelf nog niet gezien had. Maar dat idee is sneller geschetst dan ingevuld: een celorganel is totaal onzicht- FOTO: COLIN BURNETT FOTO: SAC SCOTT LEWIS/MOD Binnen Cyttron II werkt Hulsken samen met Sjoerd Stallinga, imagingspecialist aan de Technische Universiteit Delft. Ze besteedden veel tijd aan het geschikt maken van de scanner voor digitale pathologie. “Normaal scant een apparaat in drie kleuren (rood, groen en blauw), omdat dat voldoende is voor een kleurweergave ten behoeve van het menselijk oog”, legt Stallinga uit. “Iedere kleur die een mens kan zien, kun je namelijk opbouwen uit de kleuren rood, groen en blauw. Het apparaat kan nu tot vijf kleuren scannen. De computer krijgt daardoor dingen zichtbaar die voor het menselijk oog onzichtbaar zijn. De bedoeling is dat die toevoeging zorgt voor extra informatie die relevant is voor de diagnose van patiënten.” baar op een röntgenfoto, je andere. “Paars” hangt af van pleet vast. Tuurlijk: als iemand ziet hooguit contouren op een welke kleuring is gebruikt. met een doos vol glaasjes met lichtmicroscoop, en pas bij Sommige microscopen leveren coupes van darmweefsel met een fluorescentie- en confocale alleen zwart-witbeelden. We dezelfde kleuring aankomt, kan microscoop wordt het wat. proberen aanvankelijk om orde een computer na het derde glaasje Een elektronenmicroscoop is dan te scheppen met technieken die echt wel slimme suggesties doen. vaak alweer zo sterk vergrotend, lijken op technieken die worden Het gaat mank als je met een dat je naar een onderdeel van een gebruikt bij gezichtsherkenning nieuwe doos glaasjes met een net organel zit te kijken. En dat is op foto’s. Dat loopt alleen com- iets andere kleuring binnenkomt. niet het enige probleem. “Zwart” Het moet dus anders. Weg met betekent in het ene geval iets de pixels! Taal moet het zijn. compleet anders dan in het 39 CY T TRON II CY T TRON II ‘De mens is de uitdaging, niet de techniek’ “Wie gaat er nu tweehonderd foto’s een voor een annoteren?” Cyttron II 2011-2012 Niet de beelden zelf, maar de tags die aan de beelden zijn gehangen zijn dus leidend om de samenhang tussen die beelden te duiden. Stel, je wilt in een weefsel de ribosomen nader bestuderen, dan kun je langs de term “ribosomen” helemaal inzoomen tot je op molecuulniveau naar de eiwit- 20?? synthese zit te kijken. Of uit- Het klinkt allemaal mooi: een zoomen tot de celinhoud zo vaag computer die verbanden legt is dat het niet meer in onderdelen die wetenschappers zelf over het hoofd zien. Maar de menselijke te zien is. Uiteindelijk moet een computer We bestuderen gene-ontology, 2014 toch weten wat die vage opeen- een bestaande ontologie voor Een doorbraak. Niet zozeer in De imagingtechniek en de geslecht bastion. Wat we nog hoping paars linksboven in beeld genetica. Al snel komen we de techniek, maar in het denken onderzoeker – twee zaken die niet overwonnen hebben, is eigenlijk voorstelt, zodat hij een erachter dat dat zeker bruikbaar over adequate invoer. Stel, je in een handomdraai helder “vakjargon”. Als een structuur- onderzoeker kan wijzen op de is, maar we stuiten meteen op 2013 onderzoeker Janssen logt in op hebt – beperken wat er in beeld bioloog het over een “atlas” aanwezigheid van celwoekering. een netelig probleem: je moet We proberen een spelelement toe de database. We weten dan dat kan zijn. En daarmee ook de tijd heeft, bedoelt hij iets anders dan We besluiten te gaan experimen- elk beeld apart annoteren. Voor te voegen. Letterlijk: we bouwen Janssen onderzoek doet naar die je nodig hebt voor annotatie. wanneer een topograaf of een teren met ontologische beschrij- een paar beelden gaat dat nog het arcadespel Frogger in in de cellen in de hersenstam, omdat Andersom werkt het ook: als orthopeed daarover praat. We ving: een set beschrijvende ter- wel, maar als je tweehonderd gebruikersinterface, waarbij het Janssen dat heeft aangegeven Janssen werkt aan stressrespons zoeken nu nog naar een manier men waarbij niet alleen gedefini- foto’s moet vertalen in een hoppen naar de overkant (wat in zijn onderzoekersprofiel. in zijn hersencoupes, dan geeft om te voorkomen dat onderzoe- eerd is wat die termen betekenen, omvangrijke ontologie, wordt altijd de bedoeling was van We weten ook dat Janssen een de database aanbevelingen kers volgens hun eigen jargon maar ook beschreven staat hoe dat vervelend. Welke onderzoeker Frogger: spring met een kikker set beelden wil annoteren die over beelden die óók gaan over gaan annoteren zonder dat het die betekenissen relaties hebben. is bereid dat te doen? een rivier over via boomstammen) afkomstig zijn van een licht- stressrespons. We ontdekken duidelijk wordt via welk jargon Ontologische beschrijvingen Ons project verschuift van een eenvoudiger wordt als termen microscoop. Omdat hij dat eerder daardoor bijvoorbeeld dat de dat is. Het succes van Cyttron II bestaan al heel lang. Zo weten technisch probleem naar een waarop je moet “springen” heeft gedaan, of omdat hij dat aan stressrespons bij een gist op wordt in dit opzicht bepaald door we bijvoorbeeld dat “bladeren” menselijk probleem. Zoals geannoteerd zijn. Hiermee leren de database laat weten. Die twee moleculair niveau nauwelijks de eenduidigheid waarmee het een vast onderdeel is van de ver- gewoonlijk wordt dat de grootste we de gebruiker dat annotatie kenmerken – Janssen, lichtmi- afwijkt van die van ons. annoteren gebeurt. Dus ook al zameling “loofbomen”, categorie uitdaging. nuttig en lonend is, en moedigen croscoop – zijn twee enorm rondt Cyttron II nu af, de klus is “onderdelen”. “Eik”, “iep” en onderzoekers aan goed te annote- beperkende factoren voor de set nog niet helemaal geklaard. “es” zijn onderdelen van die- ren, door ze na afloop te belonen aan ontologische elementen die zelfde verzameling, maar dan met een spelletje. Janssen überhaupt kàn annote- in de categorie “soorten”. Onto- ren. Hij ziet geen eiwitten, want logieën hebben clusters, verza- die zie je niet met een lichtmicro- melingen en een hiërarchische scoop. Hij ziet ook geen spiercel- structuur. len, want we weten dat Janssen kant is een nog niet helemaal hersenonderzoek doet. 40 41 De volgende generatie medicijnen voor hersenziekten NEUROBASIC PHARMAPHENOMICS Het ontwikkelen van medicijnen voor hersenziekten lukte nooit goed. Goede diermodellen en veel meer inzicht in ziekteprocessen duwen de deur naar behandeling open. NEUROBASIC NEUROBASIC Introductie tekst: René Rector beeld: Parkers Medicijnen ontwikkelen voor hersenziekten NeuroBasic startte met iets wat nog geen weten- De laatste stap voor de klinische tests begonnen, schappelijk onderzoeker eerder had gehad: een was misschien wel de spannendste. Want een epi- proefdiermodel waarop je kan testen. De Zeeuw: leptische muis kunnen behandelen is één ding. Of “Nederland was de enige locatie waar je zoveel het middel ook bij mensen werkt, is altijd nog maar wetenschappers van zoveel verschillende disciplines de vraag. “We lijken op muizen. Maar we hadden al dicht bij elkaar hebt. Er zitten mensen tussen met eerder gezien dat ook al grijpt een middel in op de veel verstand van gedrag, van hersenen, zenuwen, synthese van één bepaald eiwit en is die synthese bij het limbische systeem, van software, van techniek de muis gelijk aan die bij de mens, er toch verschil- om in hoog tempo muizen te screenen zonder stress len zijn in wat het lichaam doet met een medicijn, te veroorzaken. Elders in de wereld krijg je de exper- of met het eiwit”, stelt De Zeeuw. Daarom blijft het Hersenziekten scoren in de overlijdensstatistieken ver onder kanker en hart- € en vaatziekten. Daardoor wordt de impact van aandoeningen aan de hersenen nogal eens onderschat. De invloed op kwaliteit van leven, de behandelkosten Medicijn en het ziekteverzuim als gevolg van ziektes als depressie, epilepsie, autisme ******** en schizofrenie is immens. Behalve een onderschatte impact hebben die hersen- genetische defect te bezorgen dat bij mensen tot een ziektes nog iets gemeen: er bestaat geen medicijn hersenziekte leidt”, vertelt programmadirecteur en tegen. Maar dat gaat veranderen, als het aan het hoogleraar Neurowetenschappen Chris de Zeeuw. NeuroBasic consortium ligt. Het consortium “Vervolgens hebben we heel nauwkeurig vastgelegd ontwierp een methode waardoor je adequaat en hoe een muis zich afwijkend gedraagt bij de ver- gericht een stof kunt ontwikkelen die epileptische schillende hersenziekten. Dat is nodig. Bij ziekten aanvallen onderdrukt of schizofrenie bestrijdt. als kanker of hart- en vaatziekten kun je vaak op Het grote probleem bij hersenziektes is dat medi- cellulair niveau zien wat er mis is en of je genees- tise niet voldoende bij elkaar, niet in de academische spannend tot de laatste klinische trials zijn afgerond. cijnen op geen enkele manier te testen waren. De middel iets heeft gedaan. Bij hersenziekten moet wereld en niet bij de farmaceutische industrie.” Maar hij acht de kans groot dat NeuroBasic niet geschiedenis telt tal van ethisch onverantwoorde je dat afleiden uit het gedrag van een proefdier.” experimenten waarin mensen als proefkonijn alleen het proefdieronderzoek naar een nieuw Het was een begin. Met een zieke muis in de hand niveau heeft getild, maar dat het ook medicijnen werden gebruikt. In de farmacologie is het testen op Om het muisgedrag te kunnen vastleggen was veel was de grote uitdaging binnen NeuroBasic om werk- gaat opleveren tegen autisme, neurofibromatose1, proefdieren de regel, maar omdat niemand kon ver- innovatie nodig: een methode om naar behoefte zame stoffen te ontwerpen voor medicijnen. Daarna tubereuse sclerose2, epilepsie en schizofrenie. tellen of een muis schizofreen is of niet, laat staan genen aan of uit te kunnen zetten, testjes die zorg- volgde de test op proefdieren, en werd duidelijk schizofrenie bij muizen kon veroorzaken, was het vuldig meten in hoeverre een proefdier lijdt aan de of een medicijn in de dop ook doet wat het moet ontwikkelen van een medicijn voor een hersenziekte aandoening die door de genetische mutatie zou doen. De volgende stap was om duidelijk te een hachelijke onderneming. moeten zijn veroorzaakt, en een registratiesysteem krijgen waarom het medicijn bij de muis wel of dat van honderden muizen tegelijk het gedrag kan niet werkte. Soms moesten de onderzoekers terug vastleggen en analyseren. naar de tekentafel. “In een voorloper van NeuroBasic, hebben we een methode ontwikkeld om muizen heel specifiek dát 44 1 Neurofibromatose is het erfelijk onvermogen neurofibromine aan te maken, met zeer uiteenlopende kenmerken, variërend van café-au-laitvlekken tot leerproblemen. 2 Tubereuse sclerose is meestal een mutatie, met uiteenlopende gevolgen zoals epilepsie, autisme, een verstandelijke handicap, huidaandoeningen en nieraandoeningen. 45 NEUROBASIC NEUROBASIC Infographic tekst: René Rector beeld: Parkers NeuroBasic in vogelvlucht 10 Het medicijn is klaar. € Het ontwikkelen van medicijnen voor hersenziekten lukte nooit Medicijn goed, omdat hun werkzaamheid pas wordt aangetoond in het ******** gedrag. Daardoor was ontwikkeling een kwestie van trial and error. 1 In de zaad- en eicellen worden genetische mutaties aangebracht. Dit veroorzaakt genetische defecten. ? AGG TCC Epilepsie? 2 De muizen worden gescreend of ze het juiste defect hebben. 3 Met behulp van gestandaardiseerde testjes wordt gemeten welke hersenaandoening de testmuis heeft, zoals epilepsie, schizofrenie of Parkinson. 46 8 Een werkzaam medicijn voor een muis is niet automatisch hetzelfde als voor een mens. Nu zoekt de onderzoeker uit of het medicijn in mensen hetzelfde zou doen. OK? 5 Het medicijn wordt 4 Op basis van het genetische defect wordt een medicijn ontworpen. toegediend aan de muis. Daarna wordt het effect van het medicijn geanalyseerd. 9 Pas dan is het tijd voor een klinische test. JA NEE 7 Nu moet bepaald worden waarom het medicijn goed werkt. 6 Als het medicijn niet het gewenste effect heeft, wordt het verfijnd, of gaat de onderzoeker terug naar de tekentafel. 47 NEUROBASIC NEUROBASIC Inter view tekst: Rineke Voogt beeld: Michel Mees Schizofrenie behandelen begint bij begrip Voor mensen met schizofrenie is het dagelijks In de volksmond wordt schizofrenie soms aangeduid dagdromen over een gesprek, dan weet ik: dat is niet leven niet makkelijk. Medicijnen kunnen helpen als een “gespleten persoonlijkheid”, met talloze echt, het is een dagdroom. Een schizofreniepatiënt om de symptomen te onderdrukken, maar de alter ego’s. In werkelijkheid heeft de ziekte niets kan zo’n dagdroomgesprek juist als de realiteit te maken met meervoudige persoonlijkheid, maar ervaren. Dat maakt het leven erg ingewikkeld.” bijwerkingen zijn niet mild. Steven Kushner, met een gebroken denkproces. Schizofrenie tast hoogleraar Neurobiologische psychiatrie aan het de manier van denken aan. Het lopen, praten, eten Opgeteld bij de vervelende symptomen komt of slapen is niet anders, maar de patiënt heeft het ook nog een vervelend stigma van de ziekte, zegt Erasmus Medisch Centrum zoekt als onderzoeker fundamenteel lastiger om de wereld om zich heen te Kushner: “Als een persoon ‘tegen zichzelf praat’, binnen NeuroBasic naar alternatieve behandelin- begrijpen. Kushner: “Wij zien dingen om ons heen rinkelt er bij de omgeving al snel een alarmbel: hier en we snappen meteen wat belangrijk is, en wat we klopt iets niet. We vinden het eng. Terwijl als iemand gen, maar: “de ziekte is lastig te begrijpen en de kunnen negeren; wat echt is en wat niet. Iemand zichzelf met insuline injecteert, we meteen weten stap van proefdieren naar de mens is groot.” met schizofrenie kan dat niet goed. Als ik als gezond waar het om gaat en vinden we dat misschien persoon bijvoorbeeld in mijn eentje ben en zit te oncomfortabel, maar normaal.” 48 49 NEUROBASIC NEUROBASIC Schizofrenie behandelen begint bij begrip “Het zijn altijd de bijwerkingen waar patiënten over klagen.” Zo’n half tot één procent van alle volwassenen De ruimte voor verbetering zit dus vooral in het heeft schizofrenie. Dat percentage is in elke bevol- verminderen van de bijwerkingen. “Je zal zelden kingsgroep gelijk. De ziekte openbaart zich vanaf een patiënt horen klagen: ik wou dat mijn medi- het twintigste levensjaar en is chronisch: schizo- cijn beter werkte. Het zijn altijd de bijwerkingen, frenie is ongeneeslijk. Er zijn medicijnen, en vol- die soms zo naar zijn dat iemand liever helemaal gens Kushner maken die het verschil tussen dag geen medicijnen neemt”, zegt Kushner. en nacht. “Voordat er medicatie was, moest een patiënt eigenlijk continu in een psychiatrisch Binnen NeuroBasic zijn de onderzoekers op zoek ziekenhuis verblijven, maar dat is gelukkig niet gegaan naar manieren om medicijnen te verbete- meer nodig. Toch is het voor patiënten lastig om ren. Dat deden ze in verschillende stappen. al hun mogelijkheden te benutten en een gelukkig, Allereerst moet je een ziekte beter begrijpen. productief leven te leiden. Medicatie is niet niks.” Schizofrenie wordt, net als de overgrote meerderheid van ziektes, veroorzaakt door een combinatie Antipsychotica – de medicijnentypen die de van genen en wat onderzoekers “levenservaring” meeste patiënten slikken – resulteren in een ver- noemen: voeding, leefstijl, ongelukken, omge- moeidheid die nooit verdwijnt en in afgestompte ving, et cetera. Maar in welke verhouding genen emoties. Patiënten worden niet meer heel verdrie- en levenservaring bepalend zijn, is nog niet tig, maar ook niet uitzinnig blij. Sommige mensen bekend. “Daarom zijn we gestart met de kunnen beter met die bijwerkingen omgaan dan Gezin-studie (Gezin komt van GEnetische Zoek- anderen, maar vergelijkbaar met een leven zonder tocht In Neuropsychiatrische Stoornissen), een schizofrenie is het nooit. Op de lange termijn lei- onderzoek bij families bij wie schizofrenie voor- den de medicijnen ook tot abnormale bewegingen, komt”, zegt Kushner. “Bij hen is de genetische vergelijkbaar met der ziekte van Parkinson. Dat component sterk aanwezig, en zo konden we de komt doordat de receptoren waar de medicijnen op genen identificeren die bij schizofrenie horen.” om te zien hoe de werking van hun hersencellen aangrijpen ook belangrijk zijn voor beweging. Zodra die genen bekend waren, maakte dat het verschillen, en in de tweede plaats om de effecten neuron, ben je er nog niet. Het volgende stadium makkelijker om een ziekte te bestuderen bij proef- van een stof te testen. De onderzoekers bestudeer- is bestuderen of het middel de goede invloed heeft dieren. In de zoektocht naar betere medicijnen den de morfologie, genexpressie en elektrofysiolo- op het gedrag en het functioneren van het moest de werking van verschillende stoffen getest gische eigenschappen van de hersencellen. “Het is worden. Dat kan met proefdieren, maar gelukkig voor schizofrenie belangrijk om op neuronniveau te ben je als onderzoeker sinds een paar jaar niet kijken, omdat er uiteindelijk dáár iets misgaat”, zegt meer uitsluitend daarop aangewezen. Ook van Kushner. “Maar we hebben daarnaast gekeken naar induced pluripotent stem cells (IPSCs), volwassen de andere hersenceltypen zoals oligodendrocyten huid- of bloedcellen die herprogrammeerd zijn tot (de cellen die verantwoordelijk zijn voor de isolatie stamcel, kunnen hersencellen zoals neuronen van neuronen, om ze efficiënter elektrische impul- héle individu. En daar komt de werkwijze van worden gekweekt. Die actieve levende hersencel- sen te laten geleiden, red.). Het probleem kan ook NeuroBasic weer om de hoek kijken. Voor het len gedragen zich op dezelfde manier als hersen- op een andere plek ontstaan.” Tot nu toe lijken de behandelen van hersenziektes is het niet mogelijk cellen uit het lichaam. tests er inderdaad op te wijzen dat vooral oligoden- om alleen op celniveau te kijken, maar is juist het trocyten (uit IPSCs) anders zijn bij schizofreniepa- gedrag bepalend: daaraan kun je zien of de stof Van de deelnemers aan de Gezin-studie kon dus een tiënten, vergeleken met hun gezonde familieleden. de gewenste uitwerking heeft. Kushner: “Voor klein beetje huidweefsel worden afgenomen om met De onderzoekers wisten met IPSCs een aantal moge- dit soort studies ontkom je er niet aan om met IPSCs hersencellen te kweken – in de eerste plaats lijke werkzame stoffen te identificeren. Maar als je proefdieren te werken.” 50 Steven Kushner: “Als een persoon ‘tegen zichzelf praat’, vinden we het eng.” weet dat een stof het gewenste effect heeft op een “Voor dit soort studies ontkom je er niet aan om met proefdieren te werken.” 51 NEUROBASIC Schizofrenie behandelen begint bij begrip NEUROBASIC Case study tekst: Joost van der Gevel beeld: Ruud Toonen “Een proefdier is geen persoon, het is de next best option.” In een voorloperproject van NeuroBasic slaagden gedrag, motoriek en cognitieve functies. Om het onderzoekers erin om muizen genetisch zó aan te effect van een stof op de hersenfuncties van een passen dat ze menselijke ziekten hebben. De eerste schizofrene muis te beoordelen, kun je de muis stap is dan: controleer of de muizen ook daadwer- bijvoorbeeld een taak laten doen waarbij geheugen en cognitieve flexibiliteit nodig zijn (zie ook Ingenieuze apparatuur maakt hersenonderzoek makkelijker). Als een muis moeite heeft om een routine die hij geleerd heeft te veranderen, dan duidt dat op een symptoom van schizofrenie: inflexibiliteit. Lijkt die stof te werken, en gaat het gedrag van de dieren vooruit, dan is dat nog steeds geen reden Muizen met epilepsie Binnen het NeuroBasic-consortium maakt de groep van Matthijs Verhage muismodellen voor epilepsie door een eiwit uit te schakelen dat betrokken is bij de signaaloverdracht tussen de zenuwcellen in de hersenen, de neurale communicatie. Een zoektocht naar gerichte geneesmiddelen voor hersenziektes. Met hulp van een muis met epilepsie. voor een feestje. Uiteindelijk moet het medicijn ook bij mensen werken. Die stap van muis naar mens is groot. “Een proefdier is geen persoon, het is de next best option: een model.” Voordat een middel dat moet ingrijpen op de slecht functionerende neurologische circuits aan een patiënt kan worden gegeven, moet dus goed duidelijk zijn of de fysiologische eigenschappen waarop de stof inwerkt hetzelfde zijn bij mens en muis. Zelfs dan Stills uit een filmpje van een 'springende' muis met epilepsie. is succes niet verzekerd. Een klinische studie aan kelijk de bijbehorende symptomen vertonen. het eind van het traject kan pas echt uitsluitsel Voor schizofrenie is dat lastig. Kushner: “Het is geven. nog onbekend of muizen écht schizofreen kunnen De baby op het filmpje ligt op zijn rug en maakt plots de zenuwcellen op het juiste moment en in de juiste samentrekkende, spastische bewegingen. Dan ligt hoeveelheid afgeven. Waarna de volgende zenuwcel worden. Bij mensen wordt de diagnose aan de Voor schizofrenie lopen op dit moment meerdere hij weer even stil en schokt opnieuw. Op een EEG ze opneemt. Zo “praten” de zenuwcellen met elkaar. hand van een gesprek gesteld, gebaseerd op klinische studies, die zich allemaal richten op het (hersenfilmpje) zie je dit terug. Het is even rustig, Door foutjes in het eiwit raakt dit proces ontregeld. iemands gedachten en ervaringen – wat bij een verbeteren en aanvullen van antipsychotica. Over en ineens piekt er activiteit. Het zijn epileptische Dat wordt zichtbaar als epileptische aanvallen en muis natuurlijk niet mogelijk is.” Toch lukt het de resultaten is nog niets bekend, maar Kushner aanvallen. Het kind heeft Ohtahara-syndroom, leidt tot mentale retardatie. onderzoekers om met behulp van genetische heeft positieve verwachtingen: “We hebben met een vorm van epilepsie die gepaard gaat met zware en farmacologische manipulaties het risico voor NeuroBasic al zoveel vooruitgang geboekt voor de mentale retardatie. Kinderen met dit syndroom MUNC18 is niet het enige eiwit dat betrokken is bij schizofrenie te verhogen en de symptomen ervan behandeling van erfelijke neurologische aandoe- komen hiervoor vaak al tijdens hun eerste levens- de signaaloverdracht in de hersenen. Van een aantal te veroorzaken bij de muizen. Zo kunnen ze de ningen – vooral voor ziektes waarvan we vanaf maanden naar het ziekenhuis. De Japanner Ohtahara eiwitten was al bekend dat mankementen leiden tot neurobiologische mechanismen die bij schizo- het begin al meer wisten. Nu hebben we ook voor vond in 2008 de oorzaak: spontane mutaties in het hersenziekten zoals schizofrenie, Alzheimer, ADHD frenie veranderingen in het brein teweegbrengen schizofrenie veel meer kennis opgebouwd, die op eiwit MUNC18. en epilepsie. Neurobioloog Ruud Toonen uit de groep onderzoeken. “Het lukt goed om de neurofysiolo- termijn veel betere medicijnen kan opleveren.” van Matthijs Verhage richt zijn speurtocht specifiek gische veranderingen in het brein en de cognitieve Signaaloverdracht op MUNC18. Hij onderzoekt hoe fouten in dat eiwit de en sociale stoornissen van mensen met schizo- Door die mutaties gaat er in de hersenen van deze signaaloverdracht verstoren, en hoe dat samenhangt frenie bij een muis na te bootsen”, zegt Kushner. kinderen iets mis in de signaaloverdracht tussen met Ohtahara-syndroom. “Dit eiwit is onmisbaar de zenuwcellen. Het MUNC18-eiwit heeft daarin een voor de signaaloverdracht in het brein”, benadrukt Vervolgens kunnen er stoffen getest worden bij de cruciale functie. Het zorgt ervoor dat blaasjes gevuld hij, “er is geen menselijk of dierlijk leven mogelijk muizen, om te zien wat de stoffen doen met hun met signaalstoffen, die stoffen in de uiteinden van als dit in het genoom ontbreekt.” Zonder MUNC18 52 53 NEUROBASIC NEUROBASIC Muizen met epilepsie Zenuwcel met in rood de dendrieten en in groen de synapsen, de contactpunten. kunnen de zenuwcellen niet met elkaar communi- defecten die aan de ziekte van Alzheimer, schizo- één niet-functioneel MUNC18. Die gemuteerde ceren. En zit er een weeffout in, dan raakt de balans frenie en andere hersenziektes ten grondslag liggen. embryonale stamcellen plaatsen we terug in in de signaaloverdracht verstoord. In de VS bij Thomas Südhof – die in 2013 de Nobel- zo’n vroeg embryo. Ze delen dan verder mee als prijs kreeg voor zijn onderzoek naar de signaalover- dat uitgroeit tot een muis.” Slimme medicatie dracht in hersenen – maakte Matthijs Verhage zo’n Je zou dus een medicijn willen ontwikkelen dat heel model voor het Ohtahara-syndroom. Een muis- Zwart-wit-mozaïek precies aangrijpt op die verstoring van de commu- model met een mutatie in het eiwit MUNC18: een Een deel van de stamcellen is dus gemanipuleerd, nicatie tussen de zenuwcellen, en de “verbinding” muis met epilepsie. maar niet allemaal. Om ze verderop in het wordingsproces van de muis te kunnen lokaliseren, nemen weer herstelt. Een middel dat de fout in het eiwit kan repareren of compenseren. Toonen: “Maar daar- Nonsens-gen de onderzoekers de stamcellen die ze manipuleren voor moeten wij eerst begrijpen hoe de mutatie de Zo’n muismodel maak je met stamcellen die je uit van witte muizen en injecteren ze de gemuteerde hersencommunicatie precies verstoort. Waarom een heel vroeg embryo haalt. Die stamcellen heb- cellen in een vroeg embryo van een zwarte muis. de patiënt ziek wordt. Zodra we dat weten, kunnen ben zich dan nog niet vaak gedeeld en kunnen nog Van de jongen die daaruit worden geboren, hebben springt hij op vier poten tegelijk omhoog. De muis we heel gericht medicijnen ontwikkelen die de uitgroeien tot het hele dier. “Met DNA-technologie de meeste een zwarte vacht, maar er zijn er ook die in de kooi ernaast ligt te slapen en lijkt plots vreemd functie van dat eiwit veranderen of verbeteren. wordt het MUNC18-gen kapotgemaakt of vervan- voor een deel uit zwarte en voor een deel uit witte te rillen. En even later weer. Het zijn ongecontro- Medicatie die ‘slimmer’ is dan de bestaande medi- gen door een nonsens-gen”, vertelt Toonen. Met cellen bestaan: zij worden een mozaïekmuis. “Van leerde bewegingen. De muizen hebben op epilepsie catie, of beter werkt.” die techniek maak je een klein stukje van een gen deze muis zullen sommige van de ei- en zaadcellen lijkende aanvallen. “Wat we zien aan ‘gedrag’ is na en je plakt er een ander stukje tussen dat de ook de mutatie hebben en sommige niet”, legt dus dat springen en trillen. Maar het is lastig om Voor de ontwikkeling van zo’n geneesmiddel is een plaats inneemt van het oorspronkelijk stukje DNA. Toonen uit. “Als je deze muis gaat kruisen en uit een met zekerheid te zeggen dat dat epilepsie is. Want model nodig waarin je het defect kan bestuderen, Als de cellen delen wordt dat nonsensgedeelte van de zaadcellen met de mutatie wordt een jong epilepsie wordt eigenlijk gedefinieerd met EEG’s, en om in een latere fase zo’n medicijn op te testen. mee gekopieerd. “Dat doen we op één chromo- geboren, dan is dat volledig wit. Dat krijgt de witte hersenfilmpjes, bij mensen.” Een gespecialiseerd Voor die speurtocht naar adequate medicijnen ont- soom, één van de twee delen van het gen – je vacht mee van zijn vader. Dat jong heeft de mutatie laboratorium in Duitsland gaat binnenkort EEG’s wikkelde NeuroBasic een methode om proefdieren hebt er van allebei je ouders een. Je krijgt dan in alle cellen op één chromosoom, afkomstig van de maken bij de muizen. Dan wordt zichtbaar of ze exact dezelfde genetische defecten te geven als de embryonale stamcellen met één functioneel en vader. Het van de moeder afkomstige chromosoom “echte” epileptische aanvallen hebben. is normaal. De vachtkleur moet van de embryonale –/– +/+ +/+ –/– 54 +/– Mutante MUNC18 muizen een dag voor ze geboren zouden worden. Een hersendood jong met twee gemuteerde MUNC18 genen (-/-), een normaal jong met twee gezonde MUNC18 genen (+/+) en een muis met epilepsie, met een gezond en een gemuteerd MUNC18 (+/-). De middelste en de rechter lijken sterk op elkaar, maar de linker ziet er een beetje anders uit: die kan niet bewegen en is hersendood. Als je een elektrode in het brein brengt, zie je dat er zonder het eiwit helemaal geen signaaloverdracht is. Dat is het bewijs dat als je het eiwit MUNC18 weghaalt, de zenuwcellen geen signalen meer kunnen overdragen. stamcel met de mutatie komen en die gebruik je Medicijn dan als verklikker.” Dit is het muismodel voor De volgende stap in het onderzoek is de zoektocht Ohtahara-syndroom. naar stoffen die de verstoorde signaaloverdracht kunnen herstellen. Een molecuul dat de mutatie in Vertaalslag MUNC18 compenseert, is in potentie een medicijn. De muizen leven in kooien met bovenop een camera Andere onderzoeksgroepen binnen NeuroBasic en waarmee de onderzoekers het gedrag van de muis de farmaceutische industrie ontwerpen dit soort kunnen analyseren. Ze kunnen op afstand de onder- stoffen. Toonen: “Dat begint met een bibliotheek zoekssetting veranderen en de muizen taakjes laten van wel honderdduizend moleculen. Die verzame- uitvoeren zonder ze te storen. “We hebben een test- ling wordt teruggebracht tot zo’n vijftig kandidaten batterij waarin we heel veel muizen tegelijkertijd die we dan op zenuwcellen in een schaaltje testen kunnen observeren. We proberen zo de vertaalslag om te zien hoe goed ze de neurale signaaloverdracht te maken van de mutaties in het genoom naar het beïnvloeden. Als daar uitkomt dat ze die verbeteren, gedrag”, legt Toonen uit en hij laat een filmpje zien dan zou je de vijf meest veelbelovende kunnen tes- van muizen met een mutatie in MUNC18, het proef- ten in zo’n muismodel. Maar, dat doe je pas op het diermodel voor het Ohtahara-syndroom. Links in allerlaatst. Dat is eigenlijk net voordat ze op mensen beeld loopt een muis rustig in zijn kooi en ineens worden getest.” 55 NEUROBASIC Beeldreportage NEUROBASIC tekst: Rineke Voogt beeld: Noldus Ingenieuze apparatuur maakt hersenonderzoek makkelijker Het onderzoek van het NeuroBasic consortium heeft meerdere spin-offs opgeleverd. Verschillende bedrijven specialiseren zich in het ontwikkelen van hardware en software om beter hersenonderzoek uit te kunnen voeren – bij proefdieren, en zelfs ook bij mensen. 37 sporten Een looptestje om breinfuncties te testen: dat is het idee van de Erasmusladder. De muizencatwalk is ontwikkeld door Neurasmus, het neurowetenschappelijk bedrijf van de Erasmus Universiteit. Omdat de genen van muizen aangepast kunnen worden om hersenziektes na te bootsen, zijn tests nodig die de effecten van die aandoeningen en van medicijnen te kunnen meten. Dat kan met dit apparaat: een horizontale ladder met 37 sporten aan elke kant, tussen twee kooitjes. Elke trede kan op commando veranderen van hoogte. Muizen worden getraind om met constante snelheid van de ene kooi naar de andere te lopen, en het apparaat meet met druksensoren de snelheid, misstappen en sprongetjes. “Op die manier kun je niet alleen goed het loopgedrag van een muis bestuderen, maar ook hoe een muis een nieuw looppatroon aanleert”, zegt Chris de Zeeuw, hoogleraar Neurowetenschappen aan het Erasmus Universitair Medisch Centrum Rotterdam. Verandert de positie van de traptreden waardoor er een obstakel verschijnt, dan moet de muis zijn pootjes anders plaatsen om dat obstakel te omzeilen. 56 57 NEUROBASIC NEUROBASIC Ingenieuze apparatuur maakt hersenonderzoek makkelijker beeld: Sylics 350 keer proberen Deze muis kan kiezen uit drie poortjes om doorheen te klimmen. Kiest hij de goede, bij de groene pijl, dan krijgt hij een snoepje. Kiest hij de verkeerde, dan gebeurt er niets. Simpel genoeg, zo lijkt het. Maar hij krijgt het lekkere hapje pas na elke vijfde keer door het juiste poortje kruipen. Het duurt bij een gewone muis een uur of twee voor hij leert welk gat hij moet kiezen. En dat maakt dit een geschikte taak om bijvoorbeeld Alzheimer mee te bestuderen, vertelt Maarten Loos van bioinformaticabedrijf Sylics, dat deze CognitionWall ontwikkelde. “Muizen die net als Alzheimerpatiënten breinschade ontwikkelen, functioneren cognitief minder goed en doen significant langer over deze taak. Ze moeten tot wel 350 keer proberen voor ze het doorhebben. Geef je zo’n muis een stof die de ziekte van Alzheimer tegen moet gaan, dan kun je dus kijken of die effectief genoeg is om het leren en geheugen te bespoedigen.” Ook om schizofrenie te testen kan de test een handig hulpmiddel zijn: verander je na een poosje de juiste ingang, dan moet de muis cognitief flexibel genoeg zijn om dat in de gaten te hebben. Schizofrene dieren vinden dat erg moeilijk. Binnen NeuroNasic is deze techniek al voor verschillende stoffen gebruikt. Een voordeel van deze techniek is dat de muizen niet opgetild hoeven te worden, zoals bij veel andere testen. Loos: “Muizen houden daar niet van. Hierbij zitten ze lekker in hun eigen kooitje terwijl ze een taak uitvoeren.” 58 59 NEUROBASIC NEUROBASIC Ingenieuze apparatuur maakt hersenonderzoek makkelijker beeld: Sylics Zeeën van tijd Aan dit rijtje muizenkooien is niets bijzonders te zien. Toch zijn het ingenieuze apparaten: muis aan muis kan in de gaten worden gehouden, zonder dat daar een onderzoeker aan te pas hoeft te komen. In het deksel zit een camera, die minutieus iedere beweging van de dieren volgt en doorstuurt naar een computer. Die analyseert de videobeelden en dat levert de onderzoeker een overzicht op van de urenlange omzwervingen van zijn proefdieren. In verschillende kleuren kan hij zien waar de muis lang heeft stilgestaan, welke hoek van zijn kooi hij het fijnst vindt of welke route hij prefereert. Voor veel proefdieronderzoek is het handig om dat soort bewegingen te bestuderen, bijvoorbeeld als je de dieren een taak als de CognitionWall of angsttest laat doen. Je wilt immers weten hoe snel een muis iets leert. Maar het kost zeeën van tijd om dat met de hand te doen. Vandaar de door informatietechnologiebedrijf Noldus ontwikkelde PhenoTyper, een kooi met bijbehorende software. Tientallen muizen kunnen in hun eigen kooitje naast elkaar hun gang gaan, en worden allemaal door een automatisch oog gadegeslagen. “Dat de PhenoTyper volautomatisch werkt en voor allerlei testen is te configureren maakt hem zo gewild onder wetenschappers”, zegt algemeen directeur Lucas Noldus. “Het is ook een commercieel succes: er zijn al meer dan duizend geïnstrumenteerde kooien met video-trackingsoftware verkocht.” Schuilplaats D Voedingsplaats Korte pauze Lange pauze 2.9588 cm Kleine beweging Grote beweging Drinkplaats 60 61 NEUROBASIC Discussie NEUROBASIC tekst: René Rector en Rineke Voogt beeld: René den Engelsman ‘Het is geen automatisme; soms word je teleurgesteld’ Waarom is gekozen voor een muis als proefdier? De Zeeuw: “Er is geen beter model. Welk dier je ook De Zeeuw: “We hebben voor 97 procent dezelfde kiest, de stap waarbij je van proefdier naar mens gaat genen als een muis. Dat betekent dat heel veel gene- blijft cruciaal. En juist omdat we wel veel lijken op tische defecten, die ervoor zorgen dat een bepaald andere zoogdieren, maar er wel degelijk verschillen eiwit niet of verkeerd wordt aangemaakt, bij een zijn, wordt iets wat veelbelovend leek toch geen muis identieke problemen veroorzaakt. Bovendien succes of slechts een gedeeltelijk succes.” kan een muis gemakkelijk genetisch gemanipuleerd worden, is een muis eenvoudig te houden, plant hij zich snel en makkelijk voort en is goedkoop – wat het altijd al tot een geschikt proefdier maakte.” Het argument dat proefdieren soms helemaal niet zo’n goed model blijken, wordt door lobbyisten ook aangevoerd om dan maar helemaal van proefdieren af te stappen. Wat vindt u? Toch zijn er ook cases bekend van medicijnen die op de muis goed werkte, maar in de klinische trials teleurstelden. De Zeeuw: “Ik heb wel sympathie voor de moraal die De Zeeuw: “Dat komt voor. We hebben het binnen een reële kans is op nieuwe kennis. Toen ik als jonge NeuroBasic ook gezien. In de praktijk blijkt dan dat onderzoeker mijn eerste rat moest doodmaken, heb een proces genetisch dezelfde oorsprong heeft bij ik overwogen een carrièreswitch te maken. Maar muis en mens, maar dat de mate waarin de genen de realiteit is nu eenmaal dat we geen alternatief tot expressie komen bij een mens toch anders is. hebben. Er zijn geen proefdieren in het rijkdom Daarom is het ook zo belangrijk dat je goed blijft der zoogdieren die geschikter zijn voor genetische opletten zodra je de vertaalslag naar de mens gaat manipulatie dan een muis, en helemaal zonder maken: het is geen automatisme dat het daar net proefdieren kan je eigenlijk alleen in sommige zo werkt. Soms word je gedeeltelijk teleurgesteld. gevallen, door op gekweekt weefsel te testen, en Het blijft echter ook interessant om te kijken wat dan nog moet dat weefsel ergens vandaan komen. er nu juist wel en wat juist niet vergelijkbaar is.” Waar dat kan, gebeurt dat ook. Maar je kunt aan Kushner: “Een proefdier is geen persoon: de muis weefsel niet zien of het depressief is, of epileptisch. Het principe achter NeuroBasic is om geneesmiddelen op een zinnige manier is expliciet een model, niet de daadwerkelijke Je kunt dat alleen maar aan het gedrag van een te testen op proefdieren, waarbij de ziekte die ze moeten genezen vooral tot patiënt. Dat maakt het moeilijk. We moeten levend organisme zien.” goed uitzoeken welke delen van de fysiologie Kushner: “Het komt er uiteindelijk op neer dat geen uiting komt in hun gedrag. Een muis blijft echter een proefdier van dertig gram vergelijkbaar of juist compleet anders zijn.” enkele patiënt medicijnen zou willen testen die hem en lange snorharen. Is een muis wel zo geschikt om menselijke aandoeningen Je zou ook kunnen kiezen voor een ander proefdier. beschouwing laat, neem je dus een enorm risico. aan te meten? Aan het woord Chris de Zeeuw, programmadirecteur NeuroBasic Kushner: “Het kan soms voordelig zijn om te kiezen Niet alles kun je testen op computermodellen of voor bijvoorbeeld de zebravis of een fruitvlieg. Maar gekweekte cellen. Maar het is echt niet zo dat en Steven Kushner, Transworkpackageleader Schizofrenie. voor ons type hersenonderzoek blijft het essentieel wetenschappers dolgraag met proefdieren werken. dat het modelbrein lijkt op dat van een mens. Het Hopelijk hebben we ze op een dag niet meer nodig. brein moet zo ontwikkeld mogelijk zijn, maar het Als er een net zo goed alternatief was, al kwam het dier moet zo min mogelijk lijden. Een potentieel zelfs maar in de buurt van net zo goed: ik zou het diermodel als een primaat komt dan te dichtbij: morgen overnemen, en velen met mij.” voorschrijft dat elk proefdier er één te veel is. Ik vind dat je proefdieren alleen maar mag opofferen als er kunnen schaden. Als je proefdieren volledig buiten hun emoties lijken te veel op die van ons.” 62 63 Virusinfecties: beter begrepen, beter bestreden VIRGO Virgo heeft als doel virale infecties te voorkomen door het ontwerpen van nieuwe of verbeterde vaccins, en om behandeling te verbeteren met nieuwe diagnostische methoden en interventies. VIRGO Introductie VIRGO tekst: Rineke Voogt beeld: Parkers Volg de immuunrespons in stapjes en verdere biochemische tussen- en eindproducten veranderen onder de invloed van een virusinfectie. Het Virgo-onderzoek richtte zich op al die niveaus. Dat heeft geleid tot verscheidene biomarkers, indicatoren die helpen bij de diagnose, behandeling en prognose van een infectie. Als je aan de hand van zo’n biomarker bijvoorbeeld kunt zien dat iemand extra gevoelig is voor een bepaalde virusinfectie, dan kun je voorspellen dat de infectie ernstig zal zijn en kun je de patiënt gerichter behandelen. De technologie helpt ook om meer nieuwe virussen Een virus de wereld uit helpen is zo makkelijk nog niet. Waar virussen vroeger geïsoleerd waren binnen kleine gastheerpopulaties, maakt onze levensstijl het ze nu veel gemakkelijker om de hele wereldbevolking te bereiken. Vaccins helpen niet altijd. Onderzoeksconsortium Virgo zoekt naar een betere aanpak te ontdekken, zoals gebeurd bij het MERS-virus. De strategie is dan om zoveel mogelijk gegevens Deze “haarbal” is een voorstelling van het netwerk van genen waarvan bekend is dat het betrokken is bij het immuunsysteem. Een lijn staat daarbij voor “een relatie”, terwijl een stip een gen representeert. te verzamelen van een onbekende infectie zodat je kunt zien waar het op lijkt en hoe je het moet behandelen. Tot slot kan deze aanpak nieuwe of verbeterde vaccins opleveren, omdat de respons van een gastheer van virussen: weet je hoe ze precies werken in het lichaam, dan kun je infecties op een vaccin beter gemeten kan worden. beter behandelen of zelfs voorkomen. “Natuurlijk: alle virusinfecties voorkomen kan nooit”, zegt Andeweg. Er verschijnen telkens nieuwe “Virussen zijn slim”, stelt Virgo-coördinator Ab overleven. Osterhaus: “De intensieve veeteelt en longen aanricht.” Meer kennis over de gastheer- virussen in de populatie. Sommige virussen die Osterhaus. Hoewel ze zichzelf niet kunnen voort- de global village maken dat virussen zich sneller respons en de regulatie daarvan is dus nodig om op bijna waren uitgeroeid, zoals mazelen en polio, planten, zijn hun genenpakketjes genoeg om zich dan ooit verspreiden.” een rationele manier goede vaccins te ontwikkelen. blijken toch weer de kop op te steken, bijvoorbeeld daar verder te verspreiden. Doordat ze snel muteren, Te sterke reactie Wegpesten “Het wegpesten is nog niet voorbij. Het blijft een kunnen virussen gemakkelijk van niches profiteren. Om het probleem van virusverspreiding aan te Die kennis verzamelt Virgo met nieuwe technieken. kat-en-muisspel.” Dat maakt virusbestrijding moeilijk. pakken, richt Virgo zich op verschillende antivirale Door minutieus alle stapjes te bestuderen van de door een lage vaccinatie-graad in crisisgebieden. door een gastheer te laten vermeerderen en vanuit strategieën. “Het mooiste is natuurlijk het maken virus-gastheer-interactie, kom je erachter op welke De veranderende wereld heeft het voor virussen juist van een vaccin, dat preventief werkt”, zegt co- plekken je het virus kunt aanpakken. Wanneer een gemakkelijker gemaakt. Osterhaus: “Toen ik afstu- coördinator Arno Andeweg. In het verleden is er virus een gastheer binnenkomt, gaat het immuun- Virgo richt zich op vier groepen virusinfecties, die deerde, was het pokkenvirus net uitgeroeid. ‘Zo zul- veel succes geboekt met vaccins van opgekweekte systeem in de weer – een kwart van onze ruim twin- samen de meest voorkomende virussen omvatten. len we alle virussen binnenkort wel onder controle verzwakte of dode virussen, die eenmaal bij de tigduizend genen hebben een rol in de afweer. De eerste groep is de acute respiratoire virale krijgen’, was toen de gedachte. Maar dat viel enorm mens toegediend een immuunrespons in gang T-helpercellen zetten bijvoorbeeld andere immuun- infecties, luchtweginfecties waaronder influenza, tegen. Je ziet juist een toenemende berg infecties, die zetten die het individu beschermt tegen het echte cellen aan het werk: B-cellen worden aangespoord SARS, MERS en RSV. Diarree-veroorzakende virussen bijna allemaal bij de dierenwereld vandaan komen.” virus. “Veel van die vaccins zijn ontdekt door tot het maken van afweerstoffen, en cytotoxische (acute enterale virale infecties), zoals het Norovirus, Virussen springen dan over van een dierlijke gastheer trial and error, maar dat werkt helaas niet voor alle T-cellen tot het doden van de virus-geïnfecteerde vormen de tweede groep. Onder de derde groep op mensen, soms met grote gevolgen. In een kleine virussenVoor RSV, een virus dat luchtweginfecties cellen. Op DNA-niveau gebeurt er van alles in deze vallen chronische leverinfecties hepatitis B en C, geïsoleerde mensenpopulatie kan een virus zich veroorzaakt virus bij jonge kinderen, zorgde zo’n cellen; genen worden aan- en uitgeschakeld om een en de vierde groep is HIV. veel minder goed op de been houden, omdat er vaccin echter juist voor een te sterke respons, infectie op te ruimen, die genen worden overgeschre- simpelweg te weinig gastheren zijn om te kunnen waardoor het lichaam zelf extra schade aan de ven in boodschapper-RNA. Ook de eiwitsynthese 66 67 VIRGO Infographic VIRGO tekst: René Rector beeld: Robin van der Lee Model immuunsysteem beter door slim combineren data Of je ziek wordt van een virus, hangt mede af van hoe goed je immuunsysteem het Genfuncties ontdekken door datacombinaties Datasets combineren en analyseren levert nieuwe kennis op. Maar waar haal je ze vandaan? kan bestrijden. Maar van dat bestrijdingsmechanisme weten we op genetisch niveau nog lang niet alles. Bioinformatici van het Virgo onderzoeksconsortium beten Eiwitinteracties zich vast in het uitzoeken welke genen hierbij een rol spelen. Bestudeer databases van gemeten interacties tussen menselijke eiwitten en viruseiwitten. Grote kans dat die menselijke eiwitten (en dus de bijbehorende genen) betrokken zijn bij het immuunsysteem. Zowel virussen als hun gastheren Radboud universitair medisch Na vele statistische breinbrekers hebben er baat bij als ze de ander centrum in Nijmegen. hielden Van der Lee en Huynen kunnen herkennen. Virussen een verzameling van een paar omdat ze zichzelf anders niet Huynen en onderzoeker Robin honderd genen over. Daarna kunnen reproduceren, gastheren van der Lee legden talloze data- kwam een volgende moeilijke omdat ze de indringers anders sets uit moleculair en biomedisch stap: controleren of die nieuw niet kunnen bestrijden. Herken- onderzoek naast elkaar om gevonden genen daadwerkelijk nen gebeurt met behulp van de belangrijke genen in ons een rol spelen in het immuunsys- eiwitten, waarvan het bouwplan immuunsysteem te identificeren. teem. “Dat was verschrikkelijk in het genetisch materiaal van Die datasets komen uit andere veel werk”, vertelt Van der Lee. virus en gastheer ligt opgeslagen. onderzoeken en bestaan uit ver- Daarvoor zijn onder andere schillende soorten data (zie experimenten uitgevoerd door Turven figuur rechts). Elk van die onder- virologen aan de Universiteit Virologen proberen goed in de zoeken afzonderlijk heeft nieuwe Utrecht. Uiteindelijk kwamen vingers te krijgen wat er in de inzichten over het immuunsys- de bioinformatici op een model interactie tussen virus en gastheer teem opgeleverd, maar het slim dat volgens hun berekeningen gebeurt, met als doel virussen te combineren van al de data kan een veel betere beschrijving was kunnen bestrijden. Maar uitzoe- ons nog veel meer vertellen. van het immuunsysteem, dan ken hoe het genetisch zit, is lastig. Huynen: “Als je de genen gaat wat tot nu toe beschikbaar was. “Bestudeer je het mazelenvirus, turven die in al je datasets naar dan weet je vooral hoe het zit bij voren komen als ‘betrokken Interventiestrategieën mazelen. Een deel van de genacti- bij het immuunsysteem’, dan Het verfijnde model biedt viteit in het immuunsysteem die houd je er geen één over die aanknopingspunten om in de je dan meet, is specifiek voor dat overal in voorkomt. In plaats toekomst nieuwe interventie- virus. We willen weten wat er daarvan moet je op basis van strategieën tegen infectieziekten generiek gebeurt – daar heb je in virologische en immunologische te bedenken. Maar het is nu vooral de bestrijding van veel meer kennis gaan uitrekenen in fundamenteel wetenschappelijk: virussen iets aan”, zegt Martijn welke mate, en met welke we weten nu van veel meer genen Huynen, hoogleraar aan het Cen- waarschijnlijkheid, een gen dat zij een rol spelen bij het orga- trum voor Moleculaire en Biomo- betrokken is. Je moet ‘gewogen’ niseren van de afweer tegen heel leculaire Informatica van het gaan turven.” veel ziekteverwekkers. 68 Genexpressie Vergelijk bij verschillende infecties de genexpressie bij besmette mensen en bij virus-vrije mensen. Daar waar verschillen in activiteit wordt waargenomen, bevinden zich genen die betrokken zijn bij het immuunsysteem. Genoomevolutie Omdat virus-gastheerinteractie voor zowel het virus als de gastheer een kwestie is van “de ander een stap voorblijven”, evolueren genen die een rol spelen bij het immuunsysteem sneller dan andere. Vergelijk genetisch materiaal van mensen met dat van mensapen en andere organismen, en speur naar de grootste verschillen. Genetische data Genoomregulatie Sommige eiwitten zetten cellen aan tot het aflezen van DNA. Van een flink aantal van zulke “transcriptiefactoren” is bekend dat ze een rol spelen in het immuunsysteem. Kijk vervolgens op welk stuk DNA ze ‘passen’, en dan weet je ook welk gen ze aanzetten. Genen die een rol spelen in het immuunsysteem Vergelijk genetisch materiaal binnen de menselijke populatie. Immuunsysteem-gerelateerde genen vertonen meer variatie dan andere genen, omdat de blootstelling aan virussen in verschillende werelddelen varieert. Nieuwe kennis over de immuunrespons tegen virussen Nieuw geïdentificeerde genen 69 Case study VIRGO VIRGO tekst: Joost van der Gevel beeld: Parkers 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 1 ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ 2 ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ 3 ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ 4 ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ 5 ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ 6 ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ 7 ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ■ ■ 8 ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ 9 ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ 10 ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ 11 ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ Viruskillers ook economisch succesvol Het Virgo-consortium levert een caleidoscoop aan nieuwe inzichten, diagnostische tools, vaccins en spin-off bedrijven. “Het heeft de investeringen vanuit het Fonds Economische Structuurversterking ruim terugverdiend”, zegt 12 ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ 13 ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ 14 ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ 15 ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ 16 ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ Het Virgo-project heeft de virologie een boost flink aantal in toptijdschriften als Science en Nature. 17 ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ gegeven aan nieuwe kennis en nieuwe technieken. Er zijn verschillende onderzoekers op dit onderzoek 18 ◆ ◆ ◆ ◆ ◆ ◆ ◆ ◆ ◆ ◆ ◆ ◆ ◆ ◆ ◆ ◆ ◆ ◆ ◆ ◆ ◆ ◆ ◆ ◆ ◆ ◆ ◆ ◆ ◆ ◆ ◆ Nieuwe technologieën zijn ingezet voor preventie gepromoveerd en over de hele wereld uitgevlogen 19 ◆ ◆ ◆ ◆ ◆ ◆ ◆ ◆ ◆ ◆ ◆ ◆ ◆ ◆ ◆ ◆ ◆ ◆ ◆ ◆ ◆ ◆ ◆ ◆ ◆ ◆ ◆ ◆ ◆ ◆ ◆ van pandemische virusinfecties, en virale mysteries om hun kennis in te zetten voor nieuwe virologische 20 ◆ ◆ ◆ ◆ ◆ ◆ ◆ ◆ ◆ ◆ ◆ ◆ ◆ ◆ ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● – zoals het Trojaanse paard dat het mazelenvirus vraagstukken. Het Rotterdamse Viroscience Lab is uitgegroeid tot een Centre of Excellence. hoogleraar Virologie Ab Osterhaus. 21 ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● achterlaat – zijn ontrafeld. Er is nu veel meer bekend 22 ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● over hoe virussen het lichaam binnendringen, welke 23 ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● receptoren ze benutten als sleutel om een cel binnen Eigen broek 24 ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● te komen, en hoe ze gastheercellen herprogramme- Doel van de FES-gelden was niet alleen wetenschap- 25 ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ren om zich te laten vermenigvuldigen. Er zijn tien- pelijk succes, maar ook kruisbestuiving met het 26 ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● tallen nieuwe virussen ontdekt. Hoogleraar Virologie bedrijfsleven. “Wij hebben berekend dat we met 27 ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● en Virgo-coördinator Ab Osterhaus: “We kunnen nu die subsidie het negenvoudige hebben gegenereerd 28 ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ in bijvoorbeeld vocht uit de longen van ernstig zieke aan subsidies uit het buitenland en gelden van de 29 ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ patiënten met deep sequencing het erfelijk materiaal industrie. Dat is dus nieuw geld voor de Nederlandse 30 ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ vastleggen van alles wat erin zit. En vervolgens met economie”, vertelt Eric Claassen, aanvankelijk als 31 ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ gebruik van nieuwe bioinformaticatools vaststellen hoogleraar Immunologie betrokken bij het project 32 ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ welk virus de ziekte veroorzaakt. Door de nieuwe en inmiddels hoogleraar Ondernemerschap in de technieken kunnen we een virus als het MERS- levenswetenschappen aan de VU. “Die FES-gelden coronavirus nu snel herkennen als ‘nieuw’, en zijn als het ware een startmotor geweest. Ze hebben daarmee ook sneller diagnostiek, geneesmiddelen echter alleen zin als het leidt tot iets duurzaams. Wij en een vaccin ontwikkelen.” hebben er daarom op ingezet een onderzoeksgroep ▲ Publicaties met een impactfactor groter dan 10 ◆ Nieuwe projecten met industriële partners ▲ Publicaties met een impactfactor groter dan 5 ◆ Niet-wetenschappelijke publicaties ▲ Publicaties met een impactfactor kleiner dan 5 ● Niet-wetenschappelijke presentaties ▲ Proefschriften tot en met 2015 ● Bijdragen aan het publieke debat/discussies Toppublicaties begonnen met zes man. Met de tien miljoen subsidie neer te zetten die zijn eigen broek kan ophouden. We ■ In de jaren daarna volgen er nog ongeveer 20 ● Onderwijsactiviteiten en -bijdragen Vermeerdering van kennis is enigszins te kwantifi- uit de FES-gelden hebben we uiteindelijk voor meer ■ Voordrachten op congressen en symposia ● Nieuwe virussen ontdekt ceren in publicaties en promoties, en in aantallen dan tien jaar honderd banen gegenereerd in het toe- ■ Posterpresentaties ✚ Nieuwe klinische toepassingen (zoals protocollen) nieuw ontdekte virussen, ontwikkelde vaccins, gepast biomedisch onderzoek, duizend manjaren ■ Patentaanvragen en 2 toegekende patenten ✚ Nieuwe publieksproducten (zoals informatieve websites) patenten en spin-offs (zie illustratie). Zo zijn er uit werk. Hiervoor ontvingen we de Valorisation Award ✚ Adviesraden en -commissies waarin consortiumleden het project tientallen publicaties in wetenschappe- van een miljoen van het Netherlands Genomics lijke tijdschriften voortgekomen, waaronder een Initiative (NGI).” ◆ Nieuwe spin-offs in 2013 ◆ Nieuwe projecten met publieke partners 70 zitting hebben 71 Procesverslag VIRGO VIRGO tekst: Joost van der Gevel Snotterende dromedarissen verspreiden dodelijk virus kelt de Universiteit van Bonn in Duitsland, samen met het Rotterdamse Viroscience lab, een specifieke test om het virus aan te tonen. Er zijn dan pas twee patiënten. Door hun ervaringen FOTO: STALIN RAJ met SARS en Influenza vermoeden de virologen dat het virus Najaar 2012 September 2012 recent is “overgesprongen” van Bart Haagmans en Stalin Ray Op zaterdag 22 september krijgt een dier. Maar welk? Ze gaan het identificeren het menselijke en Ab Osterhaus, een gerenommeerd uitzoeken. dierlijke eiwit DPP4 als receptor. viroloog van het Erasmus Medisch Zomer 2012 FOTO: ELMOUBASHER ABU BAKER ABD FARAG Een sterfgeval in Saoedi-Arabië door een onbekend virus. Dat is het begin van een testcase voor de door Virgo ontwikkelde toolbox van genomics, proteomics en bioinformatics voor ontdekking van virussen, ontwikkeling van vaccins en voorkomen van verspreiding. Het zit op de buitenkant van cel- In een Saoedisch ziekenhuis sterft dat het om een onbekend corona- Centrum, een telefoontje uit Op coronavirussen – “corona” is len in de longen, in de nieren, een zestigjarige patiënt van de virus gaat, familie van SARS en Engeland. In een ziekenhuis in Latijn voor kroon of krans – zit darmen en cellen van het Egyptische arts en viroloog Ali verschillende verkoudheids- Londen is een man opgenomen een krans van uitsteeksels, eiwit- immuunsysteem. Dit cellulaire Januari 2013 Mohamed Zaki. De patiënt heeft virussen. Het virus zal later de die met een privé-vliegtuig uit ten die kunnen binden aan recep- eiwit is de sleutel waarmee het Nog een patiënt in Londen. Een een longontsteking en nierfalen. naam Middle East Respiratory Qatar is gekomen. Hij is direct toren op menselijke en dierlijke virus de cel binnendringt. Klei- zestigjarige Pakistaanse man Het lukt Zaki het virus te kweken Syndrome coronavirus (MERS) in isolatie aan de kunstmatige cellen. Als zo’n viraal eiwit bindt nere diersoorten zoals muizen, wordt opgenomen na een pel- en hij vermoedt dat de man een krijgen. Dr. Zaki meldt het, in beademing gelegd. De man heeft aan een receptor, kan het virus de hamsters en fretten, blijken niet grimstocht naar Mekka en Medina infectie heeft met een paramyxo- lijn met de internationale regel- een longontsteking en nierfalen, cel binnendringen en versmelt het te infecteren te zijn door het in Saoedi-Arabië. De zoon en een virus, een familie waartoe ook geving van de Wereldgezond- en is er slecht aan toe. De Britse met de cel, het virusgenoom komt MERS-coronavirus. Alle dieren nicht van de man komen over uit het mazelen- en het bofvirus heidsorganisatie (WHO), bij het artsen achten de kans groot vrij en de cel begint nieuwe exem- hebben zo’n receptor, maar door Pakistan. Beiden worden ziek. behoren. De groep van Ron ministerie van Volksgezondheid dat hij zal overlijden. Ze vragen plaren van het virus te maken. variatie in de aminozuurvolgorde De zoon, die als leukemiepatiënt Fouchier van Erasmus MC heeft in Saoedi-Arabië. En hij zet om sequentiegegevens van het Mensen en dieren die geïnfecteerd zijn er verschillen die binding extra risico loopt, overlijdt binnen hiervoor net een nieuwe diagnos- het nieuwe virus ook alvast nieuwe virus en probes – stukjes zijn geweest met het virus hebben voor het virus moeilijker of tien dagen. De nicht herstelt. tische methode gepubliceerd. op ProMED-mail, de web- en complementair RNA – om het antistoffen tegen onder meer dat onmogelijk maken. De vader overlijdt na acht weken Zaki neemt contact op met mailservice voor uitbraken van virus te diagnosticeren. specifieke virale oppervlakte-ei- intensive care. MERS blijkt dus Rotterdam en stuurt materiaal infectieziekten. Dat is op donder- wit aangemaakt. Als je weet hoe ook overdraagbaar tussen men- van zijn patiënt op. dag 20 september. Ook deze man heeft MERS. De dat eiwit eruitziet, kun je een test sen. Het virus zal in de jaren man zal nog bijna een jaar op de ontwikkelen om die antistoffen daarna vaker opduiken, vooral Het is geen paramyxovirus, intensive care liggen voor hij aan te tonen en je kan die infor- in ziekenhuizen in Saoedi-Arabië stellen ze vast in Rotterdam. overlijdt. Binnen een week na het matie ook gebruiken om de en de Golfstaten, waarbij ook veel Uit de RNA-sequenties blijkt telefoontje uit Londen, ontwik- receptor op te sporen. personeel overlijdt. 72 73 VIRGO VIRGO Snotterende dromedaris verspreidt dodelijk virus Er is een MERS-uitbraak in Qatar. De WHO vraagt Koopmans onderzoek te doen. Op een kleine boerderij zijn twee mensen ziek en een aantal dromedarissen heeft FOTO: MARION KOOPMANS een soort verkoudheid. Mensen FOTO: DO WIDAGDO Zomer 2015 FOTO: CHANTAL REUSKEN April 2014 FOTO: ELMOUBASHER ABU BAKER ABD FARAG FOTO: MARION KOOPMANS “Er is nog een heel ander probleem: kamelenpokken.” In Zuid-Korea is een grote uitbraak in verschillende ziekenhuizen, waarbij 186 mensen ziek worden van wie er 36 overlijden. Intussen zijn onderhandelingen gaande over verdere ontwikkeling December 2014 van het vaccin, en vaccinatie van Het werkt. De gevaccineerde dromedarissen en eventueel van Mei 2014 dromedarissen worden niet ziek. ziekenhuispersoneel. Osterhaus: zelfde virus. De vraag is: wie In het slachthuis blijkt de helft En de niet-gevaccineerde drome- “Het idee is: control at the source. geeft het aan wie? Koopmans van de dromedarissen positief November 2014 darissen wel. Maar dat is nog geen Als je de bron wegneemt stopt het focust zich op de verspreiding. Ze voor MERS. Koopmans wil ver- Ab Osterhaus en Bart Haagmans garantie voor succes. De niet- vanzelf. Dus door de dromedaris- onderzoekt in Qatar verschillende spreiding terugdringen door testen vaccins op dromedarissen gevaccineerde dromedarissen sen in te enten, bescherm je groepen dieren: bij het slachthuis, bijvoorbeeld dromedarissen uit in Barcelona. Om antistoffen krijgen van MERS namelijk een ook de mens. Op die manier is Voorjaar 2013 op de markt en bij de dromedaris- Australië – die geen MERS hebben op te wekken gebruiken ze het flinke snotneus, maar daar blijft West-Europa vrijgemaakt van Hoogleraar virologie Marion races. Koopmans: “Die regio is – te vaccineren of ze rechtstreeks MERS-eiwit dat bindt aan de het bij. In Saoedi-Arabië is daar- rabiës, hondsdolheid. Het is een Koopmans en Chantal Reusken booming, vanwege de olie en van de boot naar het slachthuis receptor. Die antistoffen blokke- door mogelijk weinig interesse heel oud principe.” van het RIVM testen in het gasrijkdom. Er is een enorme te brengen. “Verspreiding tussen ren dan de binding van het virus voor een vaccinatieprogramma. Midden-Oosten grotere huisdie- welvaart en bedrijvigheid, waar mensen in het ziekenhuis kun aan de receptor, ze plakken Daar hebben de virologen op ren, zoals koeien, geiten, schapen veel mensen op afkomen en dat je aanpakken door ziekenhuis- eigenlijk op het virus waardoor geanticipeerd. Osterhaus: “Ze en dromedarissen, op antistoffen. creëert weer een vraag naar voed- personeel te vaccineren of door dat niet meer kan binden en hebben er namelijk óók een heel Dromedarissen blijken de enige sel, waardoor er een grote markt goede hygiëne”, zegt Koopmans, cellen niet meer kan infecteren. ander probleem: kamelenpokken. met antistoffen tegen het voor dromedarisvlees is ontstaan. “maar dan hou je nog steeds Haagmans: “Je kunt zo’n blok- We hebben dat MERS-eiwit MERS-coronavirus. Al snel wordt De dieren worden nu in grote druppelsgewijs infectie vanuit kade al van te voren induceren ingebouwd in een ‘vector’, een dit door andere onderzoekers aantallen gefokt. In Qatar is één die dieren. Die overdracht willen met een vaccin. Daarvoor hoef je kreupel pokkenvirus waarvan bevestigd. Ze vinden die antistof- centraal slachthuis. Het land wij blokkeren.” niet het hele virus te geven – dat je niet meer ziek kan worden. fen zelfs in bloed van dromedaris- importeert ook veel dieren uit bindingseiwit kan al voldoende Dit MERS-vaccin beschermt sen uit de jaren tachtig. de Hoorn van Afrika en Australië zijn.” die dieren daardoor óók tegen 74 FOTO: MARION KOOPMANS en dromedarissen hebben het- en die komen allemaal bij elkaar kamelenpokken. Je slaat zo dus op dezelfde markt, waar ze soms twee vliegen in een klap. En dat April 2016 maanden staan voor ze naar dat is waarschijnlijk wél interessant En MERS? April 2016 staat de slachthuis gaan. Dat is werkelijk voor de Saoedi’s.” teller bij de WHO wereldwijd een ‘snelkookpan’ voor virus- op 1.698 patiënten sinds 2012, verspreiding.” van wie er 609 zijn overleden. 75 VIRGO VIRGO Inter view tekst: Elles Lalieu Een kijkje in het laboratorium van immunoloog André Boonstra. En zo’n chronische situatie is gevaarlijk. Het virus deelt zich heel vaak en maakt daardoor heel veel signaalstoffen (antigenen) aan, die het afweersysteem ziet als een bedreiging. In reactie op die enorme “Het overgrote deel van de hepatitisinfecties bij kinderen wordt chronisch.” hoeveelheid antigenen maakt het afweersysteem heel veel virusspecifieke afweercellen, met name lichaam te verwijderen. Je wilt het hepatitisvirus T-cellen. Zo’n sterke reactie kan leiden tot schade goed onderdrukken zodat er weinig virusdeeltjes in aan de lever, waar het hepatitisvirus zich ophoudt. het bloed zitten, maar ze wel in de lever aanwezig Om ernstige schade te voorkomen trekt het lichaam totdat het virus bijna weg is en dan deze methode zelf aan de noodrem. Als het afweersysteem wordt van heractivatie te gebruiken om het laatste zetje blootgesteld aan een enorme hoeveelheid antigenen, te geven. Bij klinische trials zullen we de dosis heel raken de T-cellen uitgeput: ze verliezen het vermogen langzaam op moeten voeren.” zijn. Ons idee is om mensen eerst te behandelen om te delen. Dat beperkt de schade aan de lever, maar zorgt er ook voor dat het virus nooit helemaal Bij een HIV-infectie (aids) speelt een vergelijkbaar onschadelijk wordt gemaakt. probleem. Viroloog Rob Gruters probeert het afweersysteem zo te stimuleren dat het HIV aan kan vallen. “Wij hebben geprobeerd dat uitgeputte afweersys- “HIV infecteert cellen van het afweersysteem”, teem weer te activeren”, vertelt Boonstra. “Dat acti- Sommige virussen activeren het afweersysteem dusdanig dat dat zichzelf uitput. Het resultaat is een chronische infectie, waarbij patiënten levenslang virusremmers moeten slikken. Het kan wellicht ook anders: geef het afweersysteem een zetje in de goede richting zodat het daarna op eigen kracht van exhaustionremmers. Een uitgeputte T-cel heeft aan de buitenkant allemaal zogenoemde exhaustionmarkers, signaalstoffen die overprikkeling van het afweersysteem voorkomen door de deling van T-cellen te remmen. Door die markers te blokkeren met antilichamen kun je de uitputting opheffen en wordt de reactie van T-cellen weer sterker.” De tweede methode is door middel van TLR-stimulatie. TLR staat voor Toll-Like Receptoren. Dat zijn moleculen aan de buitenkant van een afweercel die structuren van ziekteverwekkers kunnen herkennen. Ze zijn als het ware de sensoren van het afweersysteem. Door deze sensoren te stimuleren, kun je het afweersysteem weer activeren. het virus kan opruimen. FOTO: ROB GRUTERS Oppepper voor een uitgeput afweersysteem veren kan op twee manieren. De eerste is met behulp Onderzoeker Rik de Groen bekijkt bloedcellen van patiënten met virale hepatitis onder de microscoop. Beide strategieën zijn potentieel risicovol. Overprik- vertelt hij. “Dat is op zich al heel vervelend, maar Immunoloog André Boonstra richt zich met name senen raakt het virus desondanks zelf kwijt. In tien keling van het afweersysteem ligt op de loer. Boon- daar komt nog eens bij dat het virus zijn DNA op hepatitis B-virussen. “Het hepatitis B-virus heeft procent van de gevallen wordt de infectie echter stra: “Met de bestaande therapieën zijn we in staat inbouwt in dat van de cel. Zo wordt het virus onder- een hoge replicatiesnelheid over een lange periode”, chronisch. Bij kinderen is dat net andersom: het om het hepatitisvirus goed te onderdrukken, zodat deel van het DNA van de gastheer en kan het zich vertelt hij. “Er komen dus voortdurend veel nieuwe overgrote deel van de hepatitisinfecties bij kinderen er weinig virusdeeltjes in het bloed en de lever zitten. schuilhouden. Daarnaast kan het virus heel snel ver- virusdeeltjes bij. Negentig procent van de volwas- wordt chronisch.” Maar het is zeer lastig om alle virusdeeltjes uit het anderen. Er ontstaat een race waarbij het virus het 76 77 VIRGO Oppepper voor een uitgeput afweersysteem VIRGO Case study tekst: Elles Lalieu “Het afweersysteem herkent het HIV-virus wel, maar bekijkt de verkeerde delen.” afweersysteem steeds een stap voorblijft. Uiteindelijk gevecht kunnen. We boekten goede resultaten in het raakt het afweersysteem uitgeput en geeft het op.” laboratorium en bij proefdieren en hebben inmiddels zeventien mensen gevaccineerd. Eén patiënt kon Bij HIV spelen dus twee problemen: het virus breekt zeven jaar lang zonder therapie, maar in het algemeen bepaalde afweercellen (zogenoemde CD4 T-cellen) had de vaccinatie een beperkt effect.” af en de afweercellen die overblijven krijgen het virus niet onder controle. Probleem één is aan te Gruters wil het vaccin verbeteren door andere delen pakken door het toedienen van virusremmers. De van het virus aan te bieden. “Het afweersysteem moet hoeveelheid afweercellen is meetbaar in het bloed. het virus zo vroeg mogelijk herkennen”, stelt hij. “Het Bij gezonde mensen zitten er 500 tot 1.500 CD4 virus dringt afweercellen binnen om zich te kunnen T-cellen in een bloedmonster van één microliter. delen. De eerste paar kleine eiwitten die zo’n cel Bij een onbehandelde HIV-infectie kan dat aantal ontregelen heeft het virus nodig om de productie van teruglopen tot minder dan honderd CD4 T-cellen extra virusdeeltjes op gang te brengen en die zullen per microliter. Therapie wordt gestart als er minder dus niet zo snel veranderen. Door die ‘vroege eiwitten’ dan 350 CD4 T-cellen per microliter gevonden wor- aan te bieden in het vaccin krijg je een veel betere den. Dankzij het toedienen van virusremmers gaat afweerreactie en kan het virus niet meer ontsnappen.” Gluren door het sleutelgat: het aantal afweercellen weer omhoog, maar de functie van die cellen wordt nooit meer zo goed als die Ook bij HIV speelt het risico op overprikkeling van vroeger was. het afweersysteem een belangrijke rol. Een geactiveerde afweercel staat klaar om allerlei nieuwe producten te maken en is daardoor een makkelijke prooi voor het virus, dat nieuwe virusdeeltjes wil laten maken. Cellen in rust zijn voor een virus veel moeilijker succesvol te infecteren. Wordt het afweersysteem geactiveerd, maar slaagt het er toch niet in om het HIV helemaal op te ruimen, dan heb je kans dat FOTO: ROB GRUTERS het virus zich juist beter kan verspreiden. Patrick Boers (senior research analist) en Cynthia Lungu (master student) analyseren viraal DNA. Gruters beschrijft de overprikkeling van het afweersysteem als een soort allergische reactie. “Het afweersysteem reageert veel te heftig op de prikkels Een kakofonie van genactiviteit die je toedient. Het is alsof je met een kanon op een mug staat te schieten. Het kanon richt veel meer schade aan dan nodig is.” Het aanpakken van zowel hepatitis B als HIV is dus Probleem twee is lastiger. Gruters: “Het afweersys- nog niet zo eenvoudig. Aan de ene kant wil je het teem herkent het virus wel, maar bekijkt vervolgens afweersysteem stimuleren om de virussen onscha- de verkeerde delen, namelijk de delen die het virus delijk te maken, maar aan de andere kant wil je snel aan kan passen. We proberen met een therapeu- voorkomen dat het afweersysteem te sterk wordt tisch vaccin het afweersysteem zo ‘op te voeden’ geprikkeld. Een subtiele strategie dus. Er zijn duizenden ziekteverwekkers die ons kunnen aanvallen en we hebben maar één afweersysteem. Dat afweersysteem heeft een beperkt aantal genen beschikbaar om in te zetten. En dus is er een ingebakken flexibiliteit om de juiste respons tegen iedere ziekteverwekker te krijgen. “Vroeger keken we door een sleutelgat en nu kunnen we de deur open doen en in de kamer kijken.” dat de overgebleven T-cellen weer met het virus in 78 79 VIRGO VIRGO Gluren door het sleutelgat: Een kakofonie van genactiviteit Moderne technieken laten precies zien welk deel van het genoom veel (rood), weinig (turkoois) of geen (zwart) expressie vertoont. Door een ‘heatmap’ van een sterk reagerende patiënt te vergelijken met die van een gewone patiënt, wordt inzichtelijk waar in het immuunsysteem de reactie uit de hand loopt. Die ingebakken flexibiliteit maakt onderzoek naar aantal genen is dat bekend, maar van duizenden gedrag vertonen”, zegt Van den Ham. “Je kunt de de afweerreactie van de gastheer lastig, maar niet genen weten we het niet goed”, zegt Van den Ham. oorspronkelijke 20.000 metingen dus samenpersen onmogelijk. Binnen onderzoeksconsortium Virgo is in setjes. Zo maak je een netwerk van genen. In dat gezocht naar genen die een belangrijke rol spelen in Subtiele verschillen netwerk zitten knopen die wellicht te koppelen zijn de afweerreactie tegen dengue. Het is ondoenlijk om alle genen één voor één te aan klinische variabelen.” bekijken. Andeweg: “Het antigeen van een ziekteEén gen, één functie. Dat is de traditionele gedachte. verwekker wordt in eerste instantie herkend door In de gevarenzone Maar die gedachte klopt niet. Een gen van het afweer- één cel van het afweersysteem. Maar daarna wordt Met een voorbeeld laat Van den Hem zien hoe zo’n systeem kan bij de ene infectie tot expressie komen er heel veel gedeeld, zodat er een enorm grote popu- netwerk werkt. “Er zullen groepen genen zijn die en bij contact met een andere ziekteverwekker juist latie afweercellen ontstaat. Bij die delingsprocessen wel actief zijn, maar waarvan de activiteit gedurende onderdrukt worden. “We moeten dus veel uit de kast gaan duizenden genen aan en dat draagt bij aan een infectie niet verandert. Neem het gehoor. Genen die trekken om hoofdrolspelers van figuranten te onder- enorme hoeveelheid data.” belangrijk zijn voor het gehoor spelen geen rol bij scheiden”, vertelt viroloog Arno Andeweg. “Maar raten nodig en dan nog deden ze er tien jaar over om aan de andere kant, meten is weten. En nu kan het. het complete menselijke genoom in kaart te bren- De bulk van de data is afkomstig van cellen die hebben we genen ingedeeld in ruim twintig groepen, We kunnen tegenwoordig de activiteit van alle 20.000 gen”, vertelt bio-informaticus Henk Jan van den delen, maar dat is niet waar Andeweg en zijn colle- zodat genen met hetzelfde gedrag in dezelfde groep genen van de mens in één keer meten. Vroeger keken Ham. “Nu kun je binnen drie dagen het genoom ga’s naar op zoek zijn. Ze zijn op zoek naar subtiele zitten. Ongeveer de helft van deze groepen is in we door een sleutelgat en nu kunnen we de deur open van tien mensen sequencen met één apparaat.” verschillen die bepalen of iemand een goede of een verband te brengen met belangrijke kenmerken van slechte afweerreactie heeft tegen een bepaalde dengue, bijvoorbeeld de hoeveelheid bloedplaatjes ziekteverwekker. in het bloed.” doen en in de kamer kijken.” In de praktijk ging het detecteren van betrokken infectie en hun activiteit blijft dus vlak. Bij dengue Genexpressie genen als volgt: in samenwerking met Indonesische De basis voor dit kamertje kijken is DNA-sequen- artsen namen Cox van de Weg en Eric van Gorp Om die subtiele verschillen te kunnen vinden, “Als we weten welke genen bepalend zijn voor een cing; het op volgorde aflezen van alle genetische bloedmonsters af van patiënten met een dengue- maakten de onderzoekers gebruik van co-expressie ziektebeeld, dan kunnen we het lichaam trainen letters van het DNA-molecuul (zie kader). In de infectie en werd de expressie van alle 20.000 genen netwerk analyse. “Binnen het hele patroon van om een goede afweerreactie in gang te zetten”, vult afgelopen jaren is de capaciteit van sequencing gemeten. “Van het hele genoom weet je dan welke genen, vind je groepen genen die een bepaald Andeweg aan. Onderzoek aan de genen is dus ook machines steeds verder toegenomen. “In de jaren stukjes aan of uit staan, maar dan ben je er nog niet. van belang voor het ontwikkelen van vaccins. En negentig hadden wetenschappers honderden appa- Want welke genen zijn nu echt belangrijk? Van een juist bij dengue is zo’n interventie van belang omdat het verloop van de ziekte moeilijk te voorspellen is. “De meerderheid van de dengue-infecties verloopt zonder klachten, maar vijftien tot twintig procent DNA-sequencing van de patiënten wordt wel ziek. De eerste ver- DNA-sequencing is een techniek om de volgorde van alle genetische letters van een DNA-molecuul te bepalen. schijnselen zijn griepachtige symptomen. Na een Eerst wordt het DNA, dat uit twee strengen bestaat, in kleine stukjes geknipt. Daarna worden de strengen van aantal dagen lijkt herstel in te treden, maar een paar elkaar gescheiden. Eén van de twee strengen wordt in een oplossing met vier verschillend gekleurde bouwblokjes procent van de patiënten gaat juist dan een kritieke en lijm gebracht. Tijdens het proces dat volgt, hechten de passende bouwblokjes zich aan de DNA-streng. De toestand in: door lekkage van bloedvaten ontstaan reactie gaat net zolang door totdat de streng compleet gekopieerd is en de kleur de volgorde van de bouwblokjes overal bloedingen.” heeft verraden. Tot slot worden alle stukjes DNA, als in een grote puzzel, samengevoegd tot het hele genoom. weefsel, of bijvoorbeeld bloedcellen, te meten. Door genspecifieke fragmenten te “turven” kun je de activiteit van een gen bepalen. Hoe vaker je een bepaald fragment tegenkomt, hoe hoger de activiteit van het gen. 80 De denguemug (Aedes aegypti) brengt het virus over waar je dengue van krijgt. FOTO: MUHAMMAD MAHDI KARIM Dengue komt op steeds meer plaatsen voor, doorDeze techniek kan ook worden gebruikt om de activiteit van de afzonderlijke genen van het genoom in een stukje dat het leefgebied van de muggen die de ziekte verspreiden steeds verder uitbreidt. Er zitten dus steeds meer mensen in de gevarenzone en daarom is meer kennis over deze onvoorspelbare ziekte geen overbodige luxe. 81 VIRGO VIRGO Case study tekst: Elles Lalieu beeld: Plos Pathogens/Rik de Swart ‘Onschuldig’ mazelenvirus brengt je afweer om zeep Mazelen zijn dankzij vaccinatie een zeldzame ziekte geworden. Maar vaccineren ligt onder vuur en dus krijgen we, ook in Nederland, weer af en toe te maken met mazelenuitbraken. Onderzoek naar mazelen blijft dus van belang om de infectie zelf en de gevolgen daarvan beter te kunnen begrijpen. Deze patiënt uit Nigeria heeft rode uitslag over de hele rug. Een bekend fenomeen bij mazelen. Op het moment dat de huiduitslag optreedt, is de piek van infectie echter al voorbij. Daarom is het virus zo besmettelijk: andere mensen krijgen het al voordat de patiënt echt ziekteverschijnselen vertoont. FOTO: MIKE BLYTH Dat is op zich natuurlijk goed nieuws: de patiënt maar dat de samenstelling is veranderd. De cellen knapt op. Maar omdat het mazelenvirus juist op die terugkomen zijn afweercellen die de acute afweercellen hecht, en die cellen worden opge- mazeleninfectie bestrijden, maar de geheugencellen, ruimd, verliest de patiënt wel het immunologische die effectief zijn tegen andere infecties, zijn allemaal geheugen. in aantal verlaagd.” Geheugencellen Geheugencellen zijn afweercellen die onthouden De Swart: “We wisten al dat infectie met mazelen wat ze hebben gezien en bij een tweede contact Rik de Swart, viroloog aan het Erasmus Medisch raken. Dat was een vreemde plek om virussen aan te het afweersysteem verzwakt en ook dat dit weken met dezelfde ziekteverwekker snel in actie kunnen Centrum Rotterdam, houdt zich al jarenlang bezig treffen, vond De Swart, wetende dat er in de boven- tot maanden kan duren. We wisten ook dat het aan- komen. Na een infectie met mazelen verliest een met mazelen. Tien jaar geleden liep hij de Noord- ste luchtwegen ook cellen zitten die infectie probe- tal witte bloedcellen tijdens een infectie omlaag patiënt dus tijdelijk een deel van de afweer tegen Ierse viroloog Paul Duprex tegen het lijf op een ren te voorkomen. “Dendritische cellen – dat zijn gaat, maar dat aantal is binnen een week alweer andere, met name bacteriële, infecties. Maar tijdelijk mazelencongres. “Duprex hield daar een presentatie cellen van het afweersysteem – steken geregeld hun terug naar normaalwaarden. Wat wij hebben ont- betekent niet een paar weken of maanden, maar over een mazelenvirus dat GFP, een fluorescerend uitlopers uit naar de bovenste luchtwegen om te dekt, is dat de aantallen wel weer terugkomen, ruim twee jaar. Die conclusie trekt De Swart uit eiwit, maakt”, vertelt De Swart. “Hij had alleen ‘voelen’ of er indringers in de buurt zijn”, legt De onderzoek in samenwerking met Amerikaanse epi- geen goed model om het fluorescerende virus in te Swart uit. “We denken dat het mazelenvirus op zo’n demiologen. Uit databases van de Verenigde Staten, testen. Wij hadden dat wel en dus besloten we, tien moment zijn kans grijpt en, liftend op een dendriti- Groot-Brittannië en Denemarken verzamelden zij jaar geleden, om te gaan samenwerken. Nu hebben sche cel als een paard van Troje, wordt meegenomen cijfers over de sterfte aan mazelen en de sterfte aan we dus een goed model waarin geïnfecteerde cellen naar de cellen van het afweersysteem.” andere infectieziekten, zowel voor als na de invoering van mazelenvaccinatie. zichtbaar worden. En dat heeft onze kennis over mazelen enorm vergroot.” Het is voor het virus best moeilijk om zo liftend binnen te komen, maar eenmaal binnen richt het al snel Vaker ziek Paard van Troje grote schade aan. Allerlei afweercellen, waaronder De Swart: “Er is een duidelijke correlatie tussen Voorheen werd altijd gedacht dat mazelen een klas- B-cellen en verschillende typen T-cellen, raken het optreden van mazelen en de sterfte aan andere siek luchtwegvirus is, een virus dat epitheelcellen geïnfecteerd. De receptor waar het mazelenvirus aan infectieziekten. En dat verband is er tot ongeveer van de luchtwegen infecteert. Maar in 2000 werd bindt, komt vooral voor op cellen die al eens stukjes 28 maanden na een mazelenuitbraak. Het bijzondere een receptor voor mazelen ontdekt op afweercellen. van een indringer hebben gezien. Die cellen raken van deze studie is dat in verschillende databases Toen De Swart en zijn team het gekleurde mazelen- aangetast. Tegelijkertijd komt er een goede afweer- virus loslieten in de luchtwegen van apen, zagen zij reactie op gang tegen het mazelenvirus zelf. Het dat met name cellen onder in de longen geïnfecteerd afweersysteem ruimt de aangetaste afweercellen op. 82 Deze menselijke dendritische cel is in een kweekbakje geïnfecteerd met GFP-mazelenvirus. Het GFP-eiwit wordt gemaakt in het cytoplasma van de cel. Daardoor wordt de hele cel fluorescent. dezelfde benadering is gevolgd en dat daar steeds dezelfde periode uitrolt. Na de invoering van mazelenvaccinatie is het aantal gevallen van mazelen 83 VIRGO VIRGO natuurlijk veel lager, maar nog steeds zien we dan infecteren, maar over het algemeen zijn de groepen tot ruim twee jaar na een uitbraak een hogere sterfte waarin die dieren leven te klein om het virus lang te aan andere infectieziekten. We denken daarom dat laten overleven. Apen die eenmaal geïnfecteerd zijn we een sterk verband te pakken hebben.” geweest, kunnen niet meer ziek worden. En dus duurt het in een kleine groep apen niet lang voordat De onderzoekers bekijken inmiddels of dezelfde het virus geen “verse” gastheer meer kan vinden. relatie ook voorkomt in andere databases, zoals die Dat de mens de enige gastheer is, betekent dat we van huisartsen. Daarin worden anoniem gegevens mazelen in theorie kunnen uitroeien door iedereen over de ziektegeschiedenis van de patiënt opge- tegen de ziekte te vaccineren. Maar volgens De Swart slagen. “We willen uiteindelijk bij vijfhonderd zal dat nog een lastige klus zijn. ‘Onschuldig’ mazelenvirus brengt je afweer om zeep Infectie van makaken met een GFP-mazelenvirus. Op de piek van virusreplicatie zijn fluorescerende cellen (groene puntjes) zichtbaar in de huid (A), op het tandvlees (B), op de tong (C) in de lymfeknopen (D-F) en in de milt (G). Enkele dagen na de piek verschijnt huiduitslag (H), waarin nog steeds fluorescerende cellen zitten (I). tot duizend kinderen die mazelen hebben gehad, kijken naar de ziektegeschiedenis van een paar jaar “Er zijn grote problemen met de acceptatie van daarna”, vertelt De Swart. “En dan kijken we niet vaccinaties”, stelt hij. “In een beschermde groep naar sterfte, maar naar bijvoorbeeld antibiotica- maakt het niet zoveel uit als een enkeling zich niet gebruik en ziekenhuisopnamen. Deze groep willen laat vaccineren. Er is dan toch wel bescherming door we vergelijken met kinderen die geen mazelen de groep. Maar als de onbeschermde groep groot hebben gehad om te kijken of kinderen in de twee genoeg wordt, komt er ruimte voor een uitbraak. jaar na een mazeleninfectie echt vaker ziek zijn.” Zoals in 2013 gebeurde in de orthodox protestantse gemeenschap in Nederland.” Uitroeien Mazelen blijven een enorm gezondheidsprobleem, Alternatief vaccineren omdat ze zo ongelooflijk besmettelijk zijn. Het virus Naast het probleem met acceptatie is ook het vaccin komt moeilijk naar binnen, maar gaat heel effectief zelf niet in alle situaties even praktisch. Het vaccin naar buiten. Dat is de truc. Op het hoogtepunt van bevat een levend verzwakt virus en moet daarom de infectie (twee tot drie dagen voordat mensen koel bewaard worden. Vooral in tropische landen is daadwerkelijk ziekteverschijnselen vertonen) zijn dat niet altijd te doen, met als resultaat dat kinderen er overal in het afweersysteem geïnfecteerde cellen. wel gevaccineerd worden, maar met een vaccin dat In dat stadium maakt het virus ook contact met de zijn werk niet meer goed doet. Bovendien wordt het epitheelcellen van de luchtwegen. Zo komen er heel vaccin toegediend met een naald, wat risico geeft veel virusdeeltjes terecht in de bovenste lucht- op besmetting met hiv of hepatitis. De Swart en wegen. Door te hoesten kan een patiënt die virus- zijn team zijn op zoek naar een alternatieve manier deeltjes heel efficiënt in de omgeving verspreiden. van vaccineren, die in de tropen wel goed toegepast En dat compenseert ruimschoots voor het moeilijke kan worden. binnenkomen van het virus. “Wij willen het vaccin laten inademen met een ver- in de longen terecht komt. Dat is nu nog in opge- Er is een vaccin en de mens is de enige natuurlijke nevelaar”, vertelt De Swart. “In ons apenmodel loste vorm, maar het allermooiste zou zijn als je het gastheer voor het mazelenvirus. Mazelen kan apen zagen we al een goede afweerreactie als het vaccin vaccin in gedroogde vorm kunt bewaren want dan blijft het heel lang stabiel. Daar zijn mijn collega’s in Amerika op dit moment mee bezig. Probleem is nog wel dat je bij inhaleren nooit zeker weet of iemand N P M N P GFP F M H F L H een volledige dosis heeft gehad. Kortom, er is ruimte L Boven: het genoom van een mazelenvirus. Dit bevat slechts zes genen (N, P, M, F, H en L) die samen coderen voor acht eiwitten. Onder: het genoom van een GFP-mazelenvirus. Dit virus brengt GFP (green fluorescent protein) tot expressie. Dankzij deze proteïne kun je zien welke cellen geïnfecteerd raken en welke niet. 84 voor verbetering van het mazelenvaccin, maar dat gaat niet op korte termijn gebeuren. Tot die tijd willen we met de resultaten van ons onderzoek wel het imago van mazelen als een ‘onschuldige’ kinderziekte ontkrachten.” 85 VIRGO VIRGO Case study tekst: Elles Lalieu Ziekenhuis of niet? Je genen bepalen het “Soms is RSV zo ernstig dat patiënten beademd moeten worden.” Het respiratoir syncytieel virus (RSV) is een belangrijke veroorzaker van verkoudheid. heid van de test is goed en ligt tussen de 96 en 97 procent. Geeft de test als uitslag dat een kind tien procent kans heeft op een ernstig verloop, dat klopt die voorspelling dus in 96 of 97 procent van de gevallen. Uitkomsten begrijpen Of de test in de praktijk ook goed werkt, moet nog onderzocht worden. Fraaij: “Meten is makkelijk, Bij volwassenen blijft het meestal bij een snotneus, maar RSV-infecties kunnen maar de uitkomsten begrijpen is vaak een stuk moei- bij pasgeborenen heel ernstig verlopen. Zo ernstig dat ze op de intensive care van lijker.” Jong vergelijkt de uitslag van de test met de weersverwachting. “Als er negentig procent kans is het ziekenhuis terechtkomen en zonder behandeling overlijden. Een test die kan voorspellen welke kinderen een ernstige infectie zullen ontwikkelen, zou mooi zijn. wikkelen van een ernstige infectie. De nauwkeurig- op regen, neem je een jas mee. Als een kind negentig In iedere groep zaten tien tot twintig kinderen. procent kans heeft op een ernstig verloop van RSV, Het aantal bloedmonsters was dus veel minder moet het natuurlijk in het ziekenhuis blijven. Als er dan het aantal genen waarnaar werd gekeken en veertig procent kans is op regen, zal de één wel een “RSV is één van de belangrijkste virusinfecties bij Het onderzoeksteam verzamelde bloedmonsters van dan schiet de klassieke statistiek tekort. “Wij heb- jas meenemen en de ander niet. Als een kind veertig kinderen”, vertelt kinderarts Pieter Fraaij. “De gezonde kinderen, kinderen met een milde RSV-in- ben daarom een methode gebruikt die machine procent kans heeft om ernstig ziek te worden, dan meeste kinderen raken voor het eerst geïnfecteerd in fectie en kinderen met een ernstige RSV-infectie. learning heet”, vertelt statisticus Victor Jong. moet de arts aan de hand van observaties beslissen hun eerste levensjaar. Het begint met verkoudheids- Tussen de 20.000 genen die het menselijk genoom “Met machine learning bouw je stapje voor stapje wat er gebeurt.” verschijnselen zoals hoesten, maar een deel van rijk is, gingen zij op zoek naar die genen die signifi- een model. Je begint met de variabele (in dit geval de kinderen wordt daarna zieker en zieker. Eén op cant in expressie verschillen tussen kinderen met een gen) dat het sterkst discrimineert tussen een de honderd kinderen komt uiteindelijk met adem- een ernstige RSV-infectie en gezonde kinderen of ernstige infectie of een milde infectie. Vervolgens halingsklachten terecht in het ziekenhuis. Soms is kinderen met een milde infectie. voeg je steeds een variabele toe, totdat de voor- dat zo ernstig dat patiënten op de intensive care spellende waarde van het model niet meer toe- beademd moeten worden.” neemt.” Bloedmonsters Voorspelbaarheid Welke kinderen dan het risico lopen op een ernstige Dat werkt ongeveer zo: stel; je zit op een voor- vorm van infectie, is echter moeilijk te voorspellen. spelbaarheid van tachtig procent. En met het Op het moment dat een kind bij de dokter of het ziekenhuis aanklopt, is het lastig te zeggen of er wel sprake is van RSV en of de infectie echt doorzet. Daarom blijven uit voorzorg veel kinderen die worden doorverwezen ter observatie in het ziekenhuis. “Dat betekent dat er meer kinderen blijven dan noodzakelijk is”, stelt viroloog Arno Andeweg. “Wij hebben in het bloed gezocht naar biomarkers “De betrouwbaarheid van deze test ligt tussen de 96 en 97 procent.” toevoegen van een extra variabele komt de voorspelbaarheid op 80,0001 procent. “Ga je die variabele dan meenemen in je model? Waarschijnlijk niet”, stelt Jong, “Want het heeft niet zoveel zin om variabelen toe te voegen, en dus het model complexer te maken, als de voorspelbaarheid er niet veel beter van wordt.” die zodra een arts RSV bij een kind constateert al Het RSV-model kwam uit op 84 variabelen die de kunnen voorspellen of een kind ernstig ziek gaat voorspelbaarheid in belangrijke mate verbeterden: worden of niet.” 84 genen die een belangrijke rol spelen bij het ont- 86 “Uit voorzorg blijven er meer kinderen in het ziekenhuis dan noodzakelijk is.” 87 VIRGO Discussie VIRGO tekst: Rineke Voogt beeld: René den Engelsman Niet overal ter wereld zijn alle vaccins beschikbaar. Wat betekent dat voor virusbestrijding? Andeweg: “Het is logisch dat mensen het systeem Andeweg: “Dat niet iedereen toegang heeft tot mondige burger, de tijd is gelukkig geweest dat niet vanzelfsprekend vertrouwen. Iedereen is een medicatie of vaccins is een kwalijke zaak. In de eerste alleen de dokter weet wat goed voor je is. Maar het plaats heeft het alles te maken met de oneerlijke ver- is zorgelijk dat de achterdocht toeneemt. Het doel deling van welvaart. In de Westerse wereld zijn we van dit wetenschappelijk onderzoek is afname van al snel geneigd om te denken dat een virus niet meer de ziektelast, en dat wordt alleen bereikt als de bestaat of niet interessant is, terwijl het elders nog gegenereerde kennis ook kan worden toegepast. veel problemen veroorzaakt. In ontwikkelingslanden Vaccins werken niet als je ze op de plank laat liggen zijn bijvoorbeeld honderden miljoenen mensen het Hoe kunnen we die achterdocht tegengaan? slachtoffer van chronische virale hepatitis of het Andeweg: “Degelijke informatie is belangrijk. Die denguevirus. Beschikbaarheid van vaccins en goede achterdocht moet ons verder brengen om kennis medische zorg is uiterst belangrijk – maar (vaak beter te delen. Als wetenschappers moeten we goed simpele) hygiënemaatregelen zijn ook cruciaal.” kunnen vertellen wat de voor- en nadelen kunnen Osterhaus: “Verspreiding van vaccins en antivirale zijn van een vaccinatie. Correct geïnformeerde men- middelen in tijden van crisis heeft vaak te maken met sen kunnen dan zelf een afweging maken in het de politieke situatie. Als een paar landen alle vaccins belang van henzelf en de mensen om hen heen.” opkopen wanneer een pandemie dreigt, is er voor Osterhaus: “Aan de ene kant is er veel bereikt en andere landen niets over. Terwijl pandemische vacci- gebeurt er goed werk in ons vakgebied, maar het is natie niet alleen voor de happy few beschikbaar moet zonde dat we te weinig doen aan de acceptatie van zijn, maar uiteindelijk voor iedereen die het nodig de vruchten ervan: nieuwe vaccins. Er circuleren heeft. Daar moeten we oplossingen voor verzinnen, vreselijke filmpjes over wat er gebeurt na vaccinatie. bijvoorbeeld door in Europa gezamenlijk in te kopen. Niemand rekent de sceptici erop af. Het is de taak Wetenschappelijk zijn we hier bij Virgo niet mee voor de wetenschap om tegengeluid te geven. bezig, maar we zien wel dat we soms door het oog Daarvoor moeten we ook sociale wetenschappers van de naald kruipen.” en sociale media in de arm nemen: leren over de psychologie achter acceptatie, en de manier waarop Toch is het ook in juist rijke Westerse landen moeilijk om iedereen aan een vaccin te krijgen – zie bijvoorbeeld de ophef rond vaccinatie tegen HPV, het baarmoederhalskanker veroorzakende virus. communicatie het best werkt.” Osterhaus: “Ik maak me inderdaad wel zorgen over Andeweg: “Elke onderzoeker weet dat zijn werk de acceptatie van vaccins. Mensen zijn kritisch op de voor de lange termijn is: fundamenteel onderzoek werken niet als je ze op de plank laat liggen. Ab Osterhaus (coördinator wetenschap; geloven niet zomaar meer wat de dokter met zicht op praktische toepassing. We zijn gewend zegt. Aan de ene kant gaat het om religieuze redenen, dat we niet in één stap thuis zijn; oorlogen, armoede Virgo) en Arno Andeweg (co-coördinator Virgo) vertellen. daar kan je weinig aan doen. Maar daarnaast zijn het en politiek blijven altijd een rol spelen.” hoogopgeleide mensen die een ‘mazelenparty’ orga- Osterhaus: “Ons onderzoek is pure noodzaak. We niseren omdat het zo goed voor kinderen zou zijn. zien steeds meer infecties de kop op steken. Daar Er is niks gezonds aan, maar die ouders weten dat moeten we een wal tegen opwerpen – door onze niet. Ze hebben het zelf nooit meegemaakt en SARS-aanpak hebben we een beginnende pandemie kennen de gevolgen en eventuele complicaties onder controle gekregen. Doen we dit soort onder- van de ziekte niet meer.” (Zie ook ‘Onschuldig’ zoek niet, dan moeten we met z’n allen op de blaren mazelenvirus brengt je afweer om zeep.) zitten.” Virusinfecties zijn soms onnodig problematisch. Tegen tal van virussen bestaan uitstekende vaccins, maar ze zijn niet voor iedereen beschikbaar. Soms zijn ze te duur, soms willen mensen niet gevaccineerd worden omdat ze het systeem niet vertrouwen. Dat geeft een dilemma: vaccins 88 Wat doet zo’n complex probleem met uw motivatie voor dit onderzoek? 89 Op weg naar genezing van diabetes type 1 DCTI Bij diabetes type 1 produceert het lichaam geen insuline meer. Dat ontregelt de suikerhuishouding. Het Diabetes Cell Therapy Initiative (DCTI) speurt naar nieuwe behandelmethoden. DCTI DCTI Introductie tekst: Elles Lalieu beeld: Parkers Diabetes type 1: op weg naar genezing Patiënten kunnen in Nederland sinds een paar jaar producerende cellen uit op te kweken. Met als een eilandjestransplantatie ondergaan. Daarbij grootste uitdaging: hoe kunnen we cellen zo worden de eilandjes van Langerhans uit de alvlees- opkweken dat er uiteindelijk genoeg is om alle klier van een overleden donor gehaald en inge- patiënten met diabetes type 1 te behandelen. spoten bij de patiënt. Na transplantatie is de glucoseregulatie bij vrijwel iedereen veel stabieler. Maar sommige mensen blijven langere tijd zonder insuline, terwijl anderen Diabetes staat bekend als sluipmoordenaar, omdat een te hoge bloedsuiker op den duur leidt tot complicaties. Bij patiënten met diabetes type 1 is de bloedsuikerspiegel soms moeilijk te reguleren. Oorzaak: de cellen die insuline produceren zijn defect. Tot nu toe zijn patiënten aangewezen op het spuiten van insuline. Pas als nooit zonder insuline kunnen of er zelfs na korte tijd toch weer op over moeten. Cellen verpakken Transplantatie is dus nog niet zo efficiënt en dat heeft verschillende oorzaken. Zowel tijdens de transplantatie als dat echt niet werkt, wordt transplantatie overwogen. Binnen het Diabetes Cell eenmaal in het lichaam van de Therapy Initiative (DCTI) is gezocht naar verbetering en alternatieven. producerende cellen patiënt gaan er insuline verloren. Om de donorcellen veilig Alles wat we eten wordt in het lichaam omgezet in In Nederland leven ongeveer één miljoen mensen naar de plaats van glucose: brandstof voor de cellen. Maar de cellen met diabetes. Daarvan zijn er 900.000 met type 2 en bestemming te kunnen die brandstof niet zomaar opnemen. Daar- 100.000 met type 1. Toch is binnen DCTI gekozen loodsen, is er binnen voor is insuline nodig. De alvleesklier maakt die om onderzoek te doen naar nieuwe behandelingen DCTI gewerkt aan insuline. Dat gebeurt in de zogenoemde eilandjes voor diabetes type 1. Projectleider Eelco de Koning verschillende van Langerhans; clusters van verschillende celtypen legt uit waarom: “De glucoseregulatie bij diabetes dragermaterialen. die uiteenlopende hormonen afscheiden. De bèta- type 1 is in het algemeen gecompliceerder dan bij De Koning: “Door de cellen in de eilandjes zijn verantwoordelijk voor de diabetes type 2. Patiënten moeten meteen insuline donorcellen te ver- productie van insuline. gaan spuiten, terwijl er bij type 2 eerst iets gedaan pakken, creëer je een kan worden met het dieet of met tabletten.” omgeving waarin de Eén miljoen cellen zich zo goed moge- Bij diabetes type 1 valt het eigen afweersysteem de Transplantatie lijk thuis voelen. Het verlies eilandjes in de alvleesklier aan. Die raken daarbij zo Het constante risico op een te hoog of juist te laag blijft dan beperkt.” sterk beschadigd dat ze geen insuline meer produ- glucosegehalte maakt dat patiënten met diabetes ceren. Glucose kan dan niet meer door de cellen type 1 de hele dag met hun ziekte bezig zijn. De Alternatieve bronnen worden opgenomen en blijft achter in het bloed. Als impact is zo groot, omdat mensen voortdurend Naast het efficiëntieprobleem speelt dat chronisch gebeurt, kan dat leiden tot complica- moeten rekenen. Wat ga ik doen vandaag, wat ga ik ook donortekort een belangrijke rol. ties als blindheid, nierfalen, hartklachten en ampu- eten en hoeveel insuline heb ik dan nodig? En zelfs al Met het aantal donoren dat er nu is, is taties. Diabetes type 2 is een heel ander verhaal: type is die insulinetherapie heel strak, dan nog lukt het vijftig tot honderd transplantaties per jaar 2 is een stofwisselingsziekte waarbij het lichaam soms niet om het glucosegehalte onder controle te het maximum. Maar er komen ieder jaar 1.600 langzaam ongevoelig wordt voor insuline, wat onbe- krijgen. handeld tot dezelfde problemen kan leiden. 92 nieuwe patiënten bij. Daarom is er binnen DCTI gezocht naar alternatieve bronnen om insuline 93 DCTI DCTI Infographic tekst: René Rector beeld: Parkers DCTI in vogelvlucht Insuline pr en de b huishouding. Het Diabetes Cell Therapy Alvleesklier delmethoden. Maag llen geen insuline meer. Dat ontregelt de suikerInitiative (DCTI) speurt naar nieuwe behan- c er e ac èt Bij Diabetes type 1 produceert het lichaam odu Idealiter transplanteer je niet vanwege een schrijnend donortekort en afstotingsverschijnselen, maar kweek je nieuwe insuline producerende bètacellen. Omdat die nauwelijks te kweken zijn, is gezocht naar alternatieven en kweekmethoden. Bloedvat Dunne darm Is de alvleesklier defect, dan is transplantatie een (schaarse) optie. Om het succes van de transplantatie te vergroten, is gewerkt aan een speciale pomp, die de alvleesklier tijdens de transplantatie in goede conditie houdt. Het lichaam regelt de suikerspiegel met insuline. Die wordt aangemaakt door bètacellen in de alvleesklier. 94 ndje Eila van Langerhans Recent is ook de transplantatie van eilandjes van Langerhans mogelijk, waar de insuline wordt gemaakt. Maar de kwaliteit van de eilandjes neemt vaak snel af. Slimme trucs, waaronder een beschermende verpakking, moeten het succes vergroten. 95 DCTI Case study DCTI Gezocht: cel voor insulineproductie tekst: Rineke Voogt beeld: Françoise Carlotti Gezocht: cel voor insulineproductie links URL Eilandjes van Langerhans (in rood) kunnen uit de alvleesklier worden geïsoleerd en gescheiden van het overige weefsel. De diameter van een eilandje is ongeveer een tiende millimeter. Voor mensen met diabetes type 1 (waarbij de alvleesklier geen insuline meer produceert) is er nog altijd geen genezing. Transplantatie van de alvleesklier is een mogelijkheid, maar dat is een ingrijpende operatie en het tekort aan donoren is schrijnend. Vandaar dat werd gezocht naar een oplossing op kleine schaal: je transplanteert alleen de insuline producerende cellen. Die zijn óók schaars, maar, zo redeneren Leidse onderzoekers, die kun je opkweken. Bij een type 1 diabetespatiënt zijn de bètacellen, Sinds 2008 worden de eilandjes ook los getrans- te nemen, te vermenigvuldigen in het lab en dan Het onderzoek naar die weg terug is gaande. Door die verantwoordelijk zijn voor de insulineproductie, planteerd. Ze worden ingespoten in de poortader te implanteren bij de patiënt met diabetes type 1. de cellen zich te laten groeperen en verschillende defect of vernietigd. Om toch hun bloedsuikerspie- van de lever. De alvleesklier blijft daarbij onaan- Promovenda Maaike Roefs houdt zich bezig met groeifactoren toe te voegen, lukt het al om ze een gel op peil te houden spuiten mensen met type 1 geroerd: de klier ontsteekt snel en voor de functie die mogelijkheid: een kleine hoeveelheid bètacellen klein beetje terug te laten keren naar hun oorspron- diabetes insuline. Dat is symptoombestrijding: van de eilandjes blijkt de lever een prima huisves- uit een donor doorkweken tot je genoeg nieuwe kelijke functie. Naar de precieze trigger om de cellen voor het onderliggende probleem is geen oplossing. ting te zijn. Alleen: ook hier is een groot tekort aan bètacellen hebt om te kunnen transplanteren. weer in vorm te krijgen voor insulineproductie is Zijn bètacellen eenmaal kapot, dan kunnen ze niet donoren, en moet een patiënt medicijnen blijven worden gerepareerd. slikken tegen afstotingsverschijnselen. Ze willen zich namelijk noch in het lichaam noch in Groeifactoren Wel kun je ze vervangen. Een patiënt kan een donor– Bètacellen kweken een schaaltje in het laboratorium vermenigvuldigen. Roefs werkt daarvoor samen met het biotechnolo- alvleesklier krijgen, inclusief eilandjes van Langer- De Leidse onderzoekster Françoise Carlotti en colle- Bovendien veranderen de cellen die je probeert te giebedrijf Galapagos. Het bedrijf heeft de capaciteit hans met daarin werkende bètacellen. Probleem is ga’s zoeken dan ook naar een manier om insuline kweken van identiteit. Ze starten als insuline produ- om op grote schaal de werking van verschillende alleen: een complete alvleeskliertransplantatie is een producerende cellen te maken, zonder afhankelijk te cerende bètacellen, maar transformeren spontaan medicijnen op weefsel te testen. Dat is ook voor dit heftige ingreep voor de patiënt en er zijn erg weinig zijn van donoren. Het doel: gekweekte eilandjes van in een ander type cel die geen insuline meer produ- onderzoek handig: zo kan in korte tijd de werking donoren (zie ook Pomp houdt donoralvleesklier in Langerhans, met bètacellen, klaar voor transplantatie. ceert. “Het voordeel is dat we die cellen wel kunnen van stoffen als groeifactoren getest worden op de vorm). Per jaar komen er ongeveer 250 donoralvlees- Verschillende opties zijn denkbaar om dat doel te vermeerderen”, zegt Roefs. “Maar nu moeten we gekweekte bètacellen. Die snelle eerste screening klieren beschikbaar – te weinig voor de honderddui- bereiken, vertelt Carlotti, assistant professor bij de nog een manier zien te vinden om ze weer te laten van stoffen helpt in de zoektocht naar de factoren zend Nederlanders met diabetes type 1. Bovendien Diabetesgroep van de afdeling Nierziekten van het veranderen in bètacellen.” De gedachte is dat de die in aanmerking komen om de cellen terug te laten wordt het orgaan na transplantatie soms alsnog Leids Universitair Medisch Centrum. Het makkelijkst gekweekte cellen geschikt zijn voor insulineproduc- keren naar hun bèta-oorsprong. afgestoten. zou zijn om bètacellen bij een gezonde donor weg tie, omdat de cellen dat van oorsprong konden. 96 het nog zoeken. Bètacellen kweken klinkt eenvoudiger dan het is. 97 DCTI Case study DCTI Gezocht: cel voor insulineproductie tekst Naam Als dat lukt, zou dat de doorbraak zijn waar Roefs len. En die ductcellen zijn belangrijk in de vorming waarbij de cellen uit zichzelf gangen lijken te vormen cellen. “Veel onderzoeksgroepen die met dierlijke op hoopt. De cellen zouden in een scaffold kunnen van bètacellen: tijdens de ontwikkeling van de zoals in de embryonale pancreas. De volgende stap is cellen werken publiceren prachtige resultaten – worden geplaatst (zie ook Eilandjes transplanteren in alvleesklier, in de baarmoeder, ontstaan de eilandjes de ontwikkeling van deze cellen naar bètacellen. De maar vaak zeggen zulke resultaten weinig over een kunstmatige alvleesklier) en een diabetespatiënt van Langerhans vanuit embryonale ductcellen. “Die onderzoekers zijn er in geslaagd om proof of concept hoe het bij mensen werkt.” Voor vertaling naar kan dan nieuw gekweekte eilandjes van Langerhans embryonale ontwikkeling kunnen we mogelijk in te laten zien: een klein percentage van de gekweekte de kliniek is werken met humane cellen cruciaal. krijgen, zonder dat er een tekort aan donormateriaal een kweekschaaltje nabootsen”, zegt Tim Dielen, ductcellen produceert inmiddels insuline. Er kleven alleen wel nadelen aan: het beperkt de ontstaat. die bij de Diabetesgroep van het LUMC aan dit project samenwerkt met promovendus Jeetindra Balak. Andere kandidaten snelheid van het onderzoek. Niet alleen vanwege Bioreactoren de strengere regels, maar ook omdat er zo weinig Een derde mogelijkheid om insuline producerende materiaal is om mee te werken. Van de donororga- Van de 250 donoralvleesklieren die er jaarlijks in Embryonale ontwikkeling cellen te kweken is werken vanuit alfacellen, die ook nen kunnen ongeveer tachtig alvleesklieren per jaar Nederland beschikbaar zijn, worden sommige orga- Hoe je ductcellen uit de alvleesklier isoleert weten in de eilandjes van Langerhans te vinden zijn en de worden gebruikt voor onderzoek – mits daarvoor nen in zijn geheel naar één patiënt getransplanteerd. we al. Die volwassen cellen moet je ertoe zien te tegenhanger van insuline produceren: glucagon. Van toestemming is gegeven door de nabestaanden. Uit de andere alvleesklieren worden de eilandjes van bewegen dat ze zich gaan gedragen als embryonale alfacellen zijn er ongeveer vier keer minder dan van Langerhans gehaald, zo’n een procent van het totale ductcellen, zodat ze zich vervolgens kunnen specia- bètacellen. De onderzoeksgroep van het LUMC ont- Met het materiaal dat wel voorhanden is werken orgaan, en getransplanteerd. De rest van de alvlees- liseren richting bètacel. Dielen: “Het is puzzelen. dekte dat bètacellen soms spontaan veranderen in Carlotti en collega’s dan ook zo efficiënt mogelijk. klier is dan vaak waardeloos geworden. Zonde, We gebruiken wat we weten van embryonale ont- alfacellen, zodra je een eilandje van Langerhans in Om de celkweek op te schalen, werken ze samen vinden de onderzoekers. Dat resterende materiaal wikkeling. Je moet de genen die nodig zijn voor de het lab uit elkaar laat vallen en de cellen weer laat met biotechnologiebedrijf Xpand, dat erin gespecia- zou nog wel eens van pas kunnen komen. ontwikkeling van bètacellen identificeren en de samenvoegen. Als we die spontane verwisseling kun- liseerd is om in bioreactoren cellen te kweken (zie kettingreacties die tijdens de groei plaatsvinden nen omkeren zodat een alfacel een bètacel wordt, is ook Opdracht: kweek miljoenen bètacellen). Carlotti: Een van de hoofdonderdelen van de alvleesklier is in kaart brengen. Die informatie kunnen we dan de gedachte, dan biedt dat perspectief voor een alter- “Om ons werk naar de kliniek te kunnen vertalen, het uitgebreide gangenstelsel, dat alle verterings- gebruiken om de cel de goede richting op de sturen.” natieve bron voor insuline producerende cellen. hebben we een zeer groot aantal cellen nodig. Door sappen die geproduceerd worden door de alvlees- De onderzoekers experimenteren met verschillende klier verzamelt en richting de darmen leidt. Die groeifactoren. Het is nu mogelijk om voor lange ter- Het werk van Carlotti en collega’s is bijzonder, arbeidsintensief: in ons eigen lab kweken we cellen gangen worden gevormd door zogenoemde ductcel- mijn ductcellen te kweken in een speciale soort gel, omdat de onderzoekers zich focussen op menselijke op een tweedimensionaal vlak, en het kost veel met Xpand samen te werken is de kweek minder werk om ze te voeden. Met de driedimensionale celkweek ontwikkeld door Xpand kunnen we de kweek sneller opschalen.” Een eilandje van Langerhans in de alvleesklier onder de microscoop. Celkernen zijn blauw gekleurd, insulineproducerende cellen (bètacellen) rood en glucagon-producerende cellen (alfacellen) groen. 98 Bètacellen (in groen) kunnen worden gekweekt in een kweekfles, waarbij ze veranderen van identiteit. Een kenmerk van deze ‘nieuwe’ identiteit is gekleurd in rood. Celkernen zijn blauw gekleurd. 99 Procesverslag DCTI tekst: Rineke Voogt Opdracht: kweek miljoenen bètacellen FOTO: XPAND FOTO: MAAIKE ROEFS Eilandjes transplanteren boordevol goede, insuline producerende bètacellen. Daar heb je enorm veel bètacellen voor nodig. Maar het opkweken van die cellen bleek zelfs voor specialisten een hachelijke onderneming. Zomer 2012 FO T WI O: KI ME DI A Najaar 2013 Voorjaar 2014 Voorjaar 2015 De eerste batch cellen komt uit Een doorbraak voor de gestripte Je moet je cellen goed kennen om Leiden aan bij Xpand. Omdat bètacellen: een nieuwe batch ze te kunnen kweken. Dat bèta’s volwassen bètacellen niet willen cellen, voorzien van een fluores- niet makkelijk zijn, is inmiddels delen, hebben de Leidse onder- cerend labeltje, blijken goed te duidelijk. De cellen zijn ook al zoekers bètacellen veranderd: hechten. Microcarrier CellBind niet onder de indruk van enzy- de “gestripte” cellen produceren blaakt van de fluorescentie, zodra men die normaal gesproken Xpand is een biotechnologiebe- geen insuline meer, maar kunnen Tra hem prepareert. makkelijk cellen losweken van gezonde, goed functionerende drijf gespecialiseerd in het kwe- wel delen. Zowel gestripte bèta- Het succes blijkt van korte duur. de microcarriers. Zelfs na een bètacellen te transplanteren in ken van mesenchymale stam- cellen als ductcellen moeten in Bèta’s willen wel blijven plakken uur badderen in een mengsel een patiënt die ze niet meer heeft. cellen (die later kunnen specia- kweek. Nu is het zaak zo snel aan CellBind, maar ze laten nooit met het enzym laten lang niet alle Daarvoor heb je natuurlijk vol- liseren in bijvoorbeeld vetcellen, mogelijk uit te zoeken onder meer los. cellen los. Moeten ze nog langer? doende bètacellen nodig. Het bot- of spierweefsel). Ruud Das welke omstandigheden de cellen Dat kan eigenlijk niet, want dan 20?? ontbreekt aan donormateriaal, en Wendy Tra van Xpand willen het best gedijen. Helaas loopt gaan er ook cellen kapot. De oogst is gelukt! Dus nu op naar en dus speuren de onderzoekers dezelfde techniek gebruiken het al snel op een teleurstelling Winter 2014 de volgende stap: de cellen kwe- naar manieren om nieuwe insu- voor het kweken van bètacellen. uit. Om de cellen te kweken in Ductcellen leken naast bètacellen ken in de bioreactor. Daarin kan line producerende cellen te Daarvoor gebruiken ze een speci- de bioreactor (en ze niet met het een goed alternatief om op te maken (zie ook Gezocht: cel voor ale zelfontwikkelde bioreactor, medium weg te laten spoelen), kweken. Maar ze blijken buiten- Zomer 2015 kweekflessen aan cellen tegelijk insulineproductie). Maar dat is niet waarbij in een grote plastic zak moeten ze hechten aan een zoge- gewoon lastige klanten. De popu- De cellen van twee donoren staan groeien. Tweehonderd miljoen, de enige uitdaging: het moet in een gecontroleerde omgeving noemde “microcarrier”: een latie cellen die je kweekt is niet op kweek in platte kweekflessen. als het meezit. Dat zijn genoeg namelijk niet alleen in een rea- veel cellen tegelijk kunnen knikker van tweehonderd micro- zuiver, het is moeilijk ze te sorte- Het gaat de goede kant op: de bètacellen voor tientallen patiën- geerbuisje werken, het moet op groeien terwijl ze met minder meter met eiwitten eromheen, ren. En ze hebben enorm veel goede microcarrier, de juiste ten met diabetes type 1. Althans, grote schaal. Een gezond persoon medium toekunnen. Dat moet waarop cellen goed groeien. medium nodig. Na maanden groeifactoren en vijftig procent als het lukt om de gestripte bèta’s heeft in zijn alvleesklier ongeveer ook met bèta’s kunnen, is de Als Tra in een kweekplaat cellen experimenteren trekt Tra de van de gekweekte cellen kan weer te veranderen in insuline een miljoen eilandjes van Langer- gedachte. toevoegt aan medium met micro- stekker eruit. Ductcellen hebben geoogst worden. Genoeg is het producerende cellen. Wordt aan hans, die voor zestig procent uit carriers en het medium er na een vanaf nu geen prioriteit meer: nog niet. Das en Tra zijn niet gewerkt. bètacellen bestaan. Er moet dus poos afhaalt, zijn er amper bolle- Xpand focust op bètacellen. bereid zomaar de helft van de veel gekweekt worden. En daar tjes vol cellen te zien: helaas, ze kweek op te geven. Dat oogsten komt Xpand in beeld. willen niet hechten. moet beter kunnen. 100 FOTO: XPAND Het hele idee achter DCTI is om het equivalent van honderd platte 101 DCTI Beeldreportage DCTI tekst: Elles Lalieu beeld: Aart van Apeldoorn Eilandjes transplanteren in een kunstmatige alvleesklier Vijftig eurocent In het laboratorium van bio-engineer Aart van Apeldoorn giet onderzoeker Don Hertsig een elastisch biomateriaal op een speciaal ontworpen malletje. Na een tijdje wachten is het materiaal hard genoeg om uit de mal te halen. Daarna kunnen gecontroleerd kleine gaatjes in het materiaal worden aangebracht. Het resultaat is een elastisch, dun laagje biomateriaal dat niet veel groter is dan een muntstuk van vijftig eurocent. Dit flinterdunne “muntje” is bedoeld als drager voor eilandjes van Langerhans tijdens transplantatie. “Door het biomateriaal te persen of te gieten, ontstaat een soort micro-eierdoosje met allemaal kleine kommetjes”, legt Van Apeldoorn uit. “In ieder kommetje kun je één eilandje vangen. Door de eerder aangebrachte gaatjes kunnen heel makkelijk bloedvaten groeien, zodat de eilandjes zuurstof en voedingsstoffen kunnen krijgen. Door het transplantaat af te sluiten met nog een laagje materiaal zitten de eilandjes in een beschermde omgeving.” Het transplantaat is inmiddels met succes getest bij kleine proefdieren. De volgende stap is het testen van het materiaal bij varkens. 102 103 DCTI DCTI Eilandjes transplanteren in een kunstmatige alvleesklier beeld: Paul de Vos Elf kunstmatige alvleesklieren Immunoloog Paul de Vos onderzoekt de effectiviteit van een kunstmatige alvleesklier in ratten en muizen. “Eerst wordt het lege transplantaat onder de huid van een muis of rat gebracht”, vertelt hij. “Het transplantaat is lichaamsvreemd en dus komt er een afstotingsreactie op gang. Pas als die achter de rug is en er voldoende bloedvaten in het transplantaat aanwezig zijn, brengen we de eilandjes in via een infuus. Doen we dat eerder, dan gaan alle eilandjes gelijk dood.” De eerste resultaten van de kunstmatige alvleesklier zijn veelbelovend. Op de grote foto is de rug van een rat opengesneden om de doorbloeding van het transplantaat te kunnen beoordelen. De doorbloeding is prima, de eilandjes overleven en produceren een normale hoeveelheid insuline. Op de kleine foto zijn geïsoleerde eilandjes zichtbaar onder een microscoop. Inmiddels lopen er elf proefdieren met een kunstmatige alvleesklier rond en bij sommige dieren gaat dat al vier maanden goed. In de komende jaren wordt het transplantaat langzaam opgeschaald van kleine proefdieren, via grote proefdieren, naar mensen. 104 105 DCTI Eilandjes transplanteren in een kunstmatige alvleesklier DCTI Inter view tekst: Rineke Voogt beeld: Marjolein Leemkuil Sinds een aantal jaar komen patiënten met ernstige vormen van diabetes type 1 in aanmerking voor transplantatie van eilandjes van Langerhans. Eilandjes worden uit de alvleesklier van een donor gehaald en ingebracht in de lever van de patiënt. Dat lukt, maar doordat de eilandjes niet in de lever thuishoren, gaan er tijdens transplantatie en in de periode daarna veel verloren. Bio-engineer Aart van Apeldoorn en immunoloog Paul de Vos proberen een betere transplantatieplaats te maken met behulp van biomaterialen. “Direct na transplantatie in de lever gaat al meer dan vijftig procent van de eilandjes verloren.” Dat de eilandjes bij transplantatie in de lever worden geplaatst, heeft vooral een praktische reden. De Vos legt uit: “Artsen willen de alvleesklier niet aanraken, want dat orgaan produceert ook spijsverteringssappen en als die gaan lekken zijn de problemen niet te overzien. Maar direct na transplantatie in de lever gaat waarschijnlijk meer dan vijftig procent van de eilandjes verloren. Dit verlies willen we voorkomen door de eilandjes, die heel weinig kunnen hebben, in een kunstmatige omgeving te transplanteren die de alvleesklier nabootst.” Pomp houdt donoralvleesklier in vorm Bij sommige diabetes-type-1-patiënten is het glucosegehalte van het bloed ondanks insulinebehandeling zo slecht onder controle te houden, dat transplantatie van een nieuwe alvleesklier de enige uitkomst is. Die transplantatie is een moeilijke procedure met veel kans op beschadiging van het orgaan. Onderzoekers Henri Leuvenink en Marjolein Leemkuil van het Universitair Medisch Centrum Groningen werken aan een oplossing om de conditie van donoralvleesklieren te verbeteren. Een patiënt met diabetes type 1 kan zijn of haar bloedsuiker, waarvan ze vaak op vroege leeftijd al de bloedsuikerspiegel meestal redelijk onder controle gevolgen ondervinden. Een continu te hoge bloed- houden door op bepaalde momenten insuline te suikerspiegel kan bijvoorbeeld leiden tot nierfalen spuiten. Er zijn echter patiënten bij wie dat erg lastig of schade aan het netvlies of de zenuwen; van een blijkt: bij hen zijn er enorm veel wisselingen in hun te laag glucosegehalte kun je bewusteloos of zelfs in coma raken. Die groep heeft baat bij een alvleeskliertransplan- Zo’n kunstmatige omgeving moet aan een aantal criteria voldoen. “Het materiaal mag niet afbreekbaar zijn en moet makkelijk uit het lichaam te verwijderen zijn”, somt Van Apeldoorn op. “Verder mag het materiaal niet toxisch zijn voor cellen en mogen de eilandjes er niet aan kunnen hechten. Door te hechten kunnen de eilandjes van vorm veranderen en daardoor hun functie verliezen.” Zo’n nieuwe kunstmatige alvleesklier moet minstens net zo efficiënt zijn als de huidige methode, anders heeft het geen zin om ermee verder te gaan. Wanneer een methode goed genoeg is, is geen uitgemaakte zaak. De Vos: “We krijgen eilandjes van overleden donoren, dus daar moeten we zuinig op zijn. We kunnen niet zomaar iets pakken en het gebruiken. Vandaar ook dat we zoveel mogelijk willen monitoren voordat we de eilandjes in de kunstmatige alvleesklier brengen.” 106 tatie. Leemkuil: “Dat is een ingrijpende operatie, met een hoog risico op complicaties. Een deel van de patiënten is lichamelijk niet fit genoeg om zo’n grote operatie te ondergaan. Soms moet een patiënt maanden in het ziekenhuis blijven. De resultaten na een geslaagde transplantatie zijn overigens goed; een groot deel van de patiënten hoeft geen insuline meer te gebruiken.” Per jaar worden er in Nederland rond de dertig alvleesklieren getransplanteerd. Zo’n operatie vereist Een menselijke alvleesklier wordt voorbereid voor koppeling aan de pomp. 107 DCTI DCTI Pomp houdt donoralvleesklier in vorm Een alvleesklier die is aangesloten op de pomp. Deze voorziet hem van zuurstof en nutriënten, waardoor het orgaan in betere conditie blijft. De eerste proeven met varkensalvleesklieren waren succesvol. Ook bij afgekeurde menselijke donoralvleesklieren testte Leemkuil wat de pomp voor effect had op het weefsel, en vergeleek dat met het weefsel van alvleesklieren die op de conventionele manier bewaard werden. Het pompsysteem bracht geen schade toe aan het weefsel van de alvleesklieren en de vitaliteit was groter: ze bevatten meer ATP, de drager van energie in een cel. Inmiddels wordt het effect van de pomp op de kwaliteit van de eilandjes van Langerhans na isolatie onderzocht, in een samenwerkingsverband met het Leids Universitair Medisch Centrum. “Soms moet een patiënt maanden in het ziekenhuis blijven.” “Het principe werkt. Dat was de eerste stap”, zegt Leemkuil. “Maar we kunnen de methode nog niet aan iedereen adviseren. Er moet nu eerst een specifieke pomp komen voor de alvleesklier, waarbij we de instellingen kunnen toespitsen op de ‘wensen’ van het orgaan.” Ook logistiek zijn er nog wat haken veel voorbereiding en grote zorgvuldigheid. Een en in een piepschuimdoos op ijs getransporteerd Sluit je een orgaan meteen aan op een pomp, dan en ogen: zodra een chirurg een donoralvleesklier alvleesklier is week van structuur, en veel minder naar het ontvangend ziekenhuis. Hier worden ze kun je er ook eerst tests op uitvoeren voor je hem uitneemt, moet iemand het orgaan op de pomp solide dan een nier of een lever, waardoor het snel aangesloten op de bloedvaten van de ontvanger, transplanteert. Leuvenink: “Als je een oude auto aansluiten. De pomp reist vervolgens mee naar de beschadigt. De gevolgen daarvan zijn groot: een waarna er weer warm bloed door het orgaan koopt, wil je ook zeker weten dat de motor goed is. ontvanger van het orgaan – maar mag dat wel in het alvleesklier bestaat namelijk slechts voor ongeveer stroomt. Dat moet anders kunnen, vonden de Van een donororgaan dat in een piepschuimdoos vliegtuig? Wie gaat er dan mee? “Dat soort kwesties twee procent uit de eilandjes van Langerhans (met Groningse onderzoekers. binnenkomt weet je niets. Het is dus heel relevant moeten we eerst oplossen”, zegt Leuvenink. daarin de insuline producerende cellen), maar voor om het orgaan eerst op de ‘testbank’ te leggen. Bij het grootste gedeelte uit cellen die spijsverterings- Een alternatief voor de piepschuimdoos is de een alvleesklier wil je natuurlijk weten: produceert Als die alvleesklierpomp er eenmaal is, kan hij wel- enzymen aanmaken. Als die door schade gaan lekken zogenoemde machineperfusie, een methode die is hij wel insuline?” licht ook worden gebruikt bij de transplantatie van in de buikholte van de ontvanger, kunnen ze mogelijk afgekeken van de hart-longmachine. Als je het te ook de eigen organen verteren. En ondanks de zorg- transplanteren orgaan na uitname kunt aansluiten Voor de nier, de lever en longen bestaat zo’n pomp al eilandjes van een op de pomp aangesloten alvlees- vuldigheid van artsen treden er vaak complicaties op. op zo’n soort machine, verklein je de kans op langer. Machineperfusie bij de alvleesklier is een nog klier een betere conditie hebben. Dat is gunstig, schade. “Wanneer een orgaan afkoelt, daalt het onontgonnen expertise. Leemkuil heeft binnen DCTI want losse eilandjes functioneren minder goed dan Leuvenink en Leemkuil willen de kans op schade metabolisme tot ongeveer tien procent. De organen gewerkt aan een prototype voor de pomp, gebruik- een hele alvleesklier. Daarom zijn er voor transplan- aan de alvleesklier zoveel mogelijk verkleinen, zodat hebben dan dus nog steeds zuurstof en voedingsstof- makend van bestaande apparaten voor de nier. “We tatie nu eilandjes van twee of drie donoren nodig. het aantal geschikte donororganen toeneemt. fen nodig. Met een pomp kun je het orgaan continu hebben gemerkt dat deze pomp niet geschikt is voor Leuvenink: “We willen proberen om met de pomp “Tijdens een donatieprocedure treedt er in verschil- doorspoelen met een vloeistof naar keuze, en het een alvleesklier en nog aanpassingen behoeft, maar de conditie van de alvleesklier en dus de kwaliteit lende stappen schade op aan de organen”, zegt bovendien op de gewenste temperatuur houden. Een eerst wilden we testen of een dergelijke opstelling van de eilandjes beter te maken, zodat we met één Leuvenink. Risico op schade start al bij het overlij- oxygenator levert zuurstof. Je zou zelfs medicijnen überhaupt effect heeft voor dit orgaan. Als het veilig alvleesklier toekunnen.” den van de donor. Vervolgens worden de organen op kunnen geven of het orgaan kunnen repareren”, lijkt, dan kunnen we een pomp ontwikkelen speci- de operatiekamer gekoeld, uit het lichaam genomen zegt Leuvenink. fiek voor de alvleesklier.” 108 eilandjes van Langerhans. De verwachting is dat de 109 DCTI Discussie DCTI tekst: Elles Lalieu beeld: LUMC Eerste tests versus laatste strohalm Na transplantatie werken de eilandjes van Langerhans nog niet optimaal. Waarom wordt die behandeling toch uitgevoerd? Wat is dan het grote verschil? “Omdat behandeling vaak wel effectief is. De eerste te houden, totdat ze een paar dagen later worden eilandjestransplantatie werd uitgevoerd in de jaren getransplanteerd. Eigenlijk doe je verder niks bij- tachtig. En inmiddels is die behandeling wereldwijd zonders met de cellen. Stamcellen moeten zich eerst zo’n 2.000 tot 3.000 keer gedaan. De behandeling delen, zodat je er lekker veel van krijgt. En dan kun verbetert een moeizame glucoseregulatie bij de je ze met behulp van groeifactoren laten uitrijpen. patiënt, al zijn er wel bijwerkingen zoals infecties of Stamcellen blijven langer in kweek dan donor- een verhoogd risico op bepaalde vormen van huid- cellen en kunnen tijdens die kweekperiode kanker. We willen de behandeling op dit moment allerlei veranderingen ondergaan, ook genetische verbeteren door het gebruik van dragermaterialen.” veranderingen.” En die dragermaterialen kun je zomaar op de mens uitproberen? En wat heeft dat voor gevolgen voor het testen op mensen? “Nee, dat kan niet. Dat zal moeten gebeuren in “Het betekent dat je het celproduct heel goed moet een onderzoekssetting, met toestemming van de testen. Je moet bijvoorbeeld aantonen dat je tijdens medisch-ethische commissie van het ziekenhuis. het kweken geen kankercellen aan het maken bent. Binnen DCTI hebben we de dragermaterialen getest Behandeling met stamcellen is daarom iets voor de in kleine proefdieren. Nu zullen we de effectiviteit verdere toekomst.” “Wat we nu doen is eilandjes uit de alvleesklier van een donor isoleren en proberen die in leven en de veiligheid nog moeten aantonen in grotere tests succesvol zijn, kun je de behandeling toepassen Als het er ooit van komt. Want kankercellen, dat klinkt best riskant. bij patiënten.” “Er zijn niet genoeg donoren om iedereen met proefdieren, zoals bijvoorbeeld varkens. Pas als die diabetes type 1 te kunnen behandelen. Dus als we Hoe zou zo’n eerste toepassing eruit kunnen zien? meer willen doen dan symptoombestrijding met “We zouden de meeste eilandjes via de gangbare insuline-injecties, maar een definitieve oplossing methode in de lever kunnen transplanteren. En willen creëren, moeten we naar andere celbronnen daarnaast een klein gedeelte van de eilandjes in toe. Dat kan niet anders. Belangrijk is wel dat pati- dragermaterialen ergens anders transplanteren, ënten bij onderzoek naar een nieuwe behandeling bijvoorbeeld onder de huid. Dan krijgen patiënten altijd toestemming moeten geven. Van tevoren Voor patiënten die hun glucosegehalte maar niet onder controle kunnen de reguliere behandeling en kunnen we ook zien zullen ze heel goed geïnformeerd worden over de krijgen, is elke nieuwe vorm van therapie een laatste strohalm. Maar hoe eilandjes in dragermaterialen zich gedragen in mogelijke risico’s. En de celproducten moeten het menselijk lichaam.” uitermate goed getest zijn op veiligheid.” Nu is er vanwege het donortekort ook sprake van een mogelijke behandeling met stamcellen. Geldt daarvoor dezelfde procedure? Wat is de huidige stand van zaken? “De verschillende dragermaterialen zijn al door bij patiënten met diabetes. Een echte oplossing instanties goedgekeurd voor gebruik in de mens. zou dan ook zeer welkom zijn. Maar, zoals bij al het Dat is ook één van de redenen dat we bij aanvang medisch wetenschappelijk onderzoek, is dit geen van het onderzoek voor deze materialen hebben kwestie van weken of maanden maar een kwestie gekozen. Als je stamcellen gaat toevoegen, begeef van jaren. Patiënten zullen dus geduld moeten je jezelf op een heel ander terrein.” hebben voordat ze zich aan deze strohalm kunnen hoe ga je daar als arts en wetenschapper mee om? Wanneer is toepassen veilig genoeg om de patiënt erbij te betrekken? Eelco de Koning, hoogleraar Diabetologie aan het Leids Universitair Medisch Centrum, legt uit. “In Engeland is inmiddels één op de zes ziekenhuisbedden bezet door behandeling van complicaties vastklampen.” 110 111 Help het lichaam zichzelf te herstellen NIRM Wat kapot gaat, moet gerepareerd worden. Zo ook in ons lichaam. Waar het lichaam het zelf niet kan, probeert regeneratieve geneeskunde te helpen. NIRM NIRM Infographic tekst: René Rector beeld: Parkers Als tissue engineering en stamcelonderzoek elkaar ontmoeten Soms zijn weefsels en organen het lichaam wordt lichaamseigen steiger (een scaffold, in vak- zodanig beschadigd, dat ze uit celmateriaal opgekweekt, en dat termen) van bio-afbreekbaar zichzelf niet meer herstellen. wordt in plaats van donormateri- materiaal. Door het materiaal Wanneer dat herstel wel nodig aal geïmplanteerd. “slim” te maken en er vervolgens is omdat de functie essentieel is Het blijkt een lastige noot om te lichaamseigen cellen op aan te voor een kwalitatief acceptabel kraken. Als behandelend arts brengen, groeit in het lab nieuw leven, zijn patiënten nu meestal moet je in staat zijn om buiten weefsel in de juiste vorm met de aangewezen op symptoombestrij- het lichaam voldoende weefsel juiste functie. Als lichaamseigen ding of donatie. Donormateriaal op te kweken uit cellen van de cellen blijken stamcellen het goed Hele organen of weefselstructuren buiten het lichaam bouwen, en met behulp is echter vaak schaars, en eenmaal patiënt. Bovendien moet dat te doen, omdat die nog niet uit- van dat bouwsel het lichaam helpen zichzelf te herstellen: daar gaat het geïmplanteerd moet een patiënt weefsel op precies de goede ontwikkeld zijn. “Slim maken” levenslang medicijnen slikken om manier ontwikkelen, zodat het betekent dat er in steigermateriaal om bij tissue engineering. Maar tissue engineering is nog niet zo makkelijk. afstotingsverschijnselen te voor- de juiste functie kan uitoefenen. instructies worden ingebakken Want hoe zorg je dat precies het goede weefsel gaat groeien? komen. Bij regeneratieve genees- Daartoe maken tissue engineers zodat de stamcellen weten wat kunde gaat het anders: buiten vaak buiten het lichaam een soort ze moeten doen. 1 Een arts neemt stamcellen weg uit het lichaam. 114 2 In het lab wordt een steiger gebouwd. Dit kan op verschillende manieren. Soms wordt een steiger geprint met een 3D-printer. In andere gevallen wordt bio-afbreekbaar materiaal gemodelleerd in de juiste vorm. 3 Op de steiger worden stamcellen aangebracht. De steiger is voorzien van wegwijzers die stamcellen helpen zich op de gewenste manier te ontwikkelen. 4 De nieuwe structuur wordt operatief geplaatst. Daar neemt het lichaam de herstelwerkzaamheden over. Afstotingsverschijnselen zijn er niet, omdat het implantaat uit eigen cellen is opgekweekt. 115 NIRM NIRM Inter view tekst: Rineke Voogt Een paardenmiddel – kraakbeen printen voor gewrichtsherstel Dierenarts René van Weeren doet onderzoek naar het “bioprinten” van kraakbeen bij paarden. Schade aan kraakbeen is iets dat de paardensport graag wil verhelpen. Maar ook voor oplossen van kraakbeenschade bij mensen biedt dit onderzoek perspectief, vertelt Van Weeren, hoogleraar aan de Universiteit Utrecht. Waarom is onderzoek aan paardenkraakbeen zo belangrijk? echter altijd littekenweefsel dat een veel slechtere “Veruit de meeste dieren die we hebben gedomesti- andere optie is het hele gewricht vervangen door ceerd zijn belangrijk vanwege hun producten. Maar een kunstgewricht, maar kunstgewrichten zijn niet bij het paard gaat het echt om de beweging: paarden optimaal en hebben maar een beperkte levensduur. werden ingezet in het leger, de landbouw, het trans- Wij zoeken naar een oplossing met stamcellen, zodat port – en nu vooral in sport. Vergelijk het maar met het kraakbeen zichzelf wél kan herstellen.” kwaliteit heeft dan het originele kraakbeen. Een sportgeneeskunde: het bewegingsapparaat van het paard is essentieel. De meeste gezondheidsproblemen die we in de paardenwereld tegenkomen, zitten dan ook in het spier-skeletstelsel. Beschadigd gewrichtskraakbeen is een van de grootste oorzaken van slecht functioneren.” “Je zou zo’n driehonderd jaar moeten wachten voor gewrichtskraakbeen volledig vernieuwd is.” En die schade is niet te repareren? Hoe gaat dat in zijn werk? “Kraakbeen is ingewikkeld spul. In tegenstelling “Het idee is: kraakbeen kun je niet namaken, maar tot bijna alle andere weefsels herstelt het zich bij je kunt wel een biomateriaal (een zogenoemde volwassenen na beschadiging niet. Kraakbeencellen scaffold) implanteren waar cellen in overleven maken zeer langzaam nieuw collageen aan; je zou die nieuw kraakbeen aanmaken. Daarvoor zo’n driehonderd jaar moeten wachten voor werken we samen met het Universitair Medisch gewrichtskraakbeen volledig vernieuwd is. Dat het Centrum Utrecht; zij werken met 3D-printers aan zo slecht herstelt weten we trouwens al sinds een dat biomateriaal. Er zijn nog veel variabelen in dat publicatie erover in 1743, maar een oplossing is er onderzoek: je kunt kraakbeencellen, kraakbeen- nog steeds niet. Bij iemand met een gat in het kraak- stamcellen, of algemenere IPS-cellen gebruiken. been worden nu vaak gaatjes geboord in het onder- Ook werken we binnen NIRM ook aan een biomate- liggende bot, zodat cellen uit het beenmerg het gat riaal met ‘vesikels’. Dat zijn blaasjes met stoffen, kunnen opvullen met nieuw weefsel. Dan ontstaat bijvoorbeeld RNA, die zorgen voor de communicatie 116 Een paard wordt na behandeling op een speciale loopband geplaatst. Met camera’s en andere meetapparatuur houden de onderzoekers precies bij hoeveel druk er op de gewrichten staat en of alle benen gelijk worden belast. 117 NIRM Een paardenmiddel – kraakbeen printen voor gewrichtsherstel NIRM Case study tekst: Rineke Voogt beeld: Hartstichting tussen cellen. Als die vesikels je eigen kraakbeen- En? cellen ertoe kunnen aanzetten dat ze wél weer “We zijn er nog lang niet: als we erin zouden slagen collageen produceren, heb je geen stamcellen echt goed kraakbeenweefsel aan te maken, dan staan meer nodig.” we zo op de rol voor de Nobelprijs. Het materiaal is nog steeds niet optimaal: bij een aantal proeven viel tegen dat het kraakbeen snel verdwenen was. De procedure moet nog verbeterd worden. Het is bij een IPS-cellen paard lastig dat het geïmplanteerde materiaal meteen Induced pluripotent stem cells (IPSC’s of IPS-cellen) al op de proef gesteld wordt, want het dier belast zijn stamcellen die gemaakt worden uit volwassen zijn been al direct na de operatie als het gaat staan. huidcellen. Die stamcellen kunnen zich vervolgens Wat dat betreft zijn mensen makkelijker. Die kun je specialiseren tot zeer uiteenlopende type cellen. gewoon opdragen om een tijd plat te gaan liggen.” Het voordeel van het gebruik van deze stamcellen is Design je eigen hartklep Mensen met een lekkende of vernauwde hartklep kunnen een vervangende dat je ze kunt kweken van de patiënt zelf. Dat voorkomt problemen met het immuunsysteem. Pijnloze slijtage Schade aan gewrichtskraakbeen is in eerste instantie niet merkbaar: kraakbeenweefsel heeft geen zenuwen. Zijn deze technieken al in de praktijk toegepast? Maar als er eenmaal beschadiging is opgetreden, “Het groeien van de cellen in het biomateriaal kun je slijt de rest van het kraakbeen ook sneller weg. En dat in vitro testen. Aan onze kant doen we de testen bij levert wel pijn op, omdat het onderliggende bot – dat paarden. Gelukkig is het bij paarden veel makkelijker wél heel goed van zenuwen voorzien is, en dus heel om allerlei dingen te meten dan bij klassieke proef- gevoelig – dan bloot komt te liggen. kunstklep geïmplanteerd krijgen. Maar een mechanische kunsthartklep vergt levenslang gebruik van medicijnen en een klepprothese van dierlijk materiaal slijt snel. Beide kleppen groeien bovendien niet met de patiënt mee. Carlijn Bouten werkt aan een alternatief: een implantaat dat na plaatsing lichaamseigen cellen aantrekt en daarvan zelf een nieuwe hartklep vormt. dieren als een muis of rat. We maken dan een klein Een nieuw soort implanteerbare hartklep die lijkt defect in het kraakbeen, waarna het paard de interventie met het geprinte biomateriaal krijgt. Vooraf, gedurende de proef en achteraf onderzoeken we het paard grondig. We zetten het bijvoorbeeld op een loopband, waarbij we precies kunnen meten hoeveel “Als we erin zouden slagen echt goed kraakbeenweefsel aan te maken, dan staan we zo op de rol voor de Nobelprijs.” op een echte klep is hard nodig. De kunstmatige Dit onderzoek biedt ook perspectief voor mensen met gewrichtsproblemen. Hoe groot is de stap van paard naar mens? 1 Het hart pompt onafgebroken bloed rond in het lichaam. exemplaren die nu worden gebruikt voor implantatie hebben behoorlijke nadelen. Carlijn Bouten, hoogleraar Biomedische technologie aan de “Aan het begin van ons onderzoek hebben we Technische Universiteit Eindhoven legt uit: “Een gekeken naar de dikte, samenstelling en andere mechanische prothese leeft niet. Die is gemaakt eigenschappen van kraakbeen van verschillende van kunststof en metaal, en kun je horen tikken. Wat erger is: deze kleppen slaan de bloedlichaam- dieren. We hebben wel 120 dieren vergeleken van 58 zoogdiersoorten – dieren die in de dierentuin doodgaan, komen namelijk bij ons voor analyse. Wat bleek: het kraakbeen van veel dieren zwaarder dan een kilogram is heel vergelijkbaar. En van een 2 Door een slecht functionerende hartklep moet het hart te hard werken. Uiteindelijk is dat funest. pjes kapot. Je moet daarom je leven lang medicijnen slikken tegen trombose. Maar met zulke bloedverdunners zijn bloedingen lastig te stoppen. Kortom: de kwaliteit van leven gaat voor een patiënt wel kracht het zet op de grond, wat de hoeken in de paard en een mens ligt het type kraakbeen zeer dicht omhoog, maar eigenlijk krijg je een aandoening gewrichten zijn, of welk been kreupel is. Met came- bij elkaar. Als reparatie bij het paard lukt, dan lukt erbij.” Een biologische klep van een donor(dier) is ra’s kunnen we de hele beweging analyseren. En het bijna vanzelfsprekend ook bij de mens. Daarom met een soort kijkoperatie kunnen we zelfs visueel kunnen we ook hecht samenwerken met onderzoe- volgen of en hoe het kraakbeen zich herstelt. kers aan de humane kant, van het UMC Utrecht. Biomarkers in de gewrichtsvloeistof vertellen ons Doelsoort voor dit onderzoek is niet alleen het of er een ontsteking is opgetreden, en of er extra paard, maar ook de mens.” collageen is aangemaakt of afgebroken.” evenmin ideaal, omdat je die na zo’n vijftien jaar 3 De tissue engineerd kunsthartklep wordt op de plek van de defecte lichaamseigen hartklep geplaatst. moet vervangen. Voor jonge patiënten betekent dat een reeks risicovolle operaties, want voor deze groep – zesduizend Europese kinderen per jaar hebben een nieuwe hartklep nodig – worden er geen kunstkleppen op maat worden gemaakt. Donorkleppen zijn bovendien schaars. 118 119 NIRM NIRM Design je eigen hartklep 4 De kunstklep wordt gemaakt van afbreekbaar materiaal. Dat moet anders kunnen, dachten Bouten en col- bevorderen door monocyten (een type witte bloed- lega’s. Al eerder werkten zij aan een nieuw type, in cel) uit het bloed aan te trekken. De cellen vormen in het lab opgekweekte tissue-engineered kunsthart- de mal van de scaffold dan langzaam maar zeker een klep. “Hartkleppen gaan honderdduizend keer per sterk weefsel. Al eerder slaagden de Eindhovense dag open en dicht. Het idee is dat levende kleppen wetenschappers erin om met die methode bloed- een stuk beter functioneren. Ze slijten niet, en zijn vaten te vervangen. Waar in het lab van Bouten de “in vivo-situatie” 5 Ingezoomd op het materiaal – een soort plastic – blijkt dat je er allerlei stoffen aan zou kunnen ophangen. wordt nagebootst, kun je ook de omstandigheden van een ziek of oud lichaam simuleren. Bij mensen met diabetes gaat het genezen van een wond bijvoorbeeld langzamer dan bij gezonde mensen, dus daar moet rekening mee worden gehouden bij de bouw van de hartklep. En cellen van oude mensen ‘self-healing’. Ze passen zich aan aan nieuwe om- hebben andere eigenschappen dan die van jonge standigheden, zoals bijvoorbeeld een verhoogde bloeddruk. Via tissue-engineering kun je levende prothesen bouwen, en we wilden dat ook voor De scaffold hartkleppen doen.” Het implantaat, de scaffold die de basis vormt voor de hartklep, bestaat uit draadjes biologisch afbreekbare Een leven lang polymeren van een duizendste millimeter dun. Biotech- Met zo’n tissue-engineered klep, gemaakt uit nologiebedrijf Xeltis bouwt die scaffolds. “Ongeveer lichaamseigen cellen, vang je de nadelen op van de zoals je een suikerspin maakt”, vertelt Martijn Cox van gebruikelijke kunstkleppen: geen trombose of afsto- Xeltis. Met elektrische lading wordt een lange dunne tingsverschijnselen, en levende tissue-engineered draad om een mal van een harklep gesponnen, waar- kleppen kunnen meegroeien met de patiënt en een door een 3D-netwerk ontstaat waar lichaamscellen in leven lang meegaan. kunnen blijven haken. 6 De scaffold wordt voorzien van moleculen die monocyten – een bepaald type witte bloedcellen – uitnodigen zich in de scaffold te nestelen. mensen. De scaffoldmethode biedt mogelijkheden om ook lastiger omstandigheden het hoofd te bieden, door in de scaffold extra hulpstoffen aan te brengen. Bouten en collega’s willen voor een aantal belangrijke patiëntgroepen uitzoeken welke extra’s goed 7 Door de lokstoffen koloniseren witte bloedcellen de scaffold. werken. “Maar natuurlijk kan beschadiging van de hartklep ook opnieuw voorkomen. We moeten voor bijvoorbeeld diabetes dus bepalen of deze techniek wel of niet geschikt is”, zegt Bouten. Schapen Maar een in het lab gekweekte hartklep heeft ook De volgende halte voor deze behandeling is proef- nadelen. Het is niet duidelijk van wie de hartklep 8 Door de aanwezigheid van de witte bloedcellen wordt de scaffold langzaamaan verstevigd met collageen. eigenlijk is – de onderzoekers, de patiënt, of de arts? Speciale groepen Een infectie is gauw opgelopen. Bovendien: de kweek Mechanisch lijkt de klep al goed te werken. De uit- kost ruim acht weken en is erg duur. Daarom zijn de daging is om de klep in het lichaam precies het goede Eindhovense onderzoekers een andere weg ingesla- weefsel te laten groeien. Een hartklep moet sterk gen: het implanteren van een levenloze steiger - zijn, maar tegelijk flexibel. Hij moet de juiste vorm proefdieren voor ze bij mensen toegepast kan worden. een scaffold, in jargon – die zich in het lichaam zelf krijgen. En de afbraak van de scaffold moet niet te De ideale kandidaat is daarvoor al gevonden: het ontpopt tot een volledig functionerende hartklep. snel of te langzaam gebeuren. “Dat proces moeten we nog finetunen”, zegt Bouten. En dat gebeurt buiten dieronderzoek. Hoewel het humaan modelsysteem in zekere zin nog complexer is dan een proefdier – je kunt er immers de situatie van een zieke patiënt mee simuleren – moet de techniek aantoonbaar werken bij schaap, waar eerder al in het lab gekweekte kleppen 9 Terwijl de scaffold wordt afgebroken, neemt lichaamseigen weefsel de functie over. op werden getest. Die dieren zijn namelijk het worst- Hulpstoffen het lichaam, in het Eindhovense lab. De scaffolds Het principe is simpel: neem een stevig, maar worden in een bioreactor geplaatst waarin ze worden poreus plasticachtig materiaal dat in het lichaam voorzien van stromend kunstbloed, om de situatie afbreekbaar is, implanteer het, en laat het lichaam in het lichaam zo goed mogelijk na te bootsten. Een “kweken”, dan zal het zeer waarschijnlijk ook bij die scaffold zelf opvullen met eigen cellen. Bouten: “humaan modelsysteem”, noemen de onderzoekers de mens lukken. “Het lichaam kan heel goed zelf weefsel maken. het. Bouten: “We moeten nog veel testen. Je wilt Kijk maar naar de reparatie van een wond. Een ont- weten hoe snel het weefsel groeit, en hoe je de steking zet het lichaam aan tot reparatie. Het enige afbraak van het scaffoldmateriaal aan- of uitzet. Een wat je hoeft te doen, is dat proces in goede banen scaffold heeft bepaalde eigenschappen, maar als het leiden.” De groep van Bouten begeleidt het groei- weefsel erin groeit veranderen die. Zie het als een proces, door bijvoorbeeld aan de scaffold bepaalde Ikea-test: je moet zeker weten dat de klep uiteinde- is voor de onderzoekers de stap naar een eerste actieve moleculen toe te voegen die de genezing lijk kan en volhoudt waar die voor bedoeld is.” klinische studie mogelijk. 120 10 Het lichaam heeft de oude, defecte klep vervangen door nieuw materiaal. case-scenario, vanwege de snelheid waarmee bij hen de hartklep kan verkalken. Als het lukt om in de schapen een werkende gezonde hartklep te Die laatste fase, de scaffold implanteren bij mensen met een slecht functionerende hartklep, laat nog even op zich wachten. Maar wanneer de klep twee jaar goed bij een schaap blijkt te functioneren, 121 NIRM Inter view NIRM tekst: Elles Lalieu beeld: UMC Utrecht Een duwtje in de richting van bot of kraakbeen 122 Stamcellen zijn cellen die nog van alles kunnen worden. Maar hoe bepalen die cellen wat ze uiteindelijk worden? Daar krijgen we steeds meer inzicht in. Binnen NIRM is in verschillende groepen geprobeerd om stamcellen bot of kraakbeenweefsel te laten worden. En dat lukt al vrij aardig. 123 NIRM NIRM Een duwtje in de richting van bot of kraakbeen Vorige pagina's: Klein stukje geprint materiaal in een petrischaaltje. Celbioloog Clemens van Blitterswijk promoveerde in kunnen we helaas nog niet. Maar ik zie dit wel als de jaren tachtig van de vorige eeuw op de ontwikke- een proof of concept. We kunnen op een makkelijke ling van keramische gehoorbeentjes. Inmiddels is hij manier een grote hoeveelheid gehoorbeentjes maken hoogleraar Regeneratieve geneeskunde aan de Uni- en dat zal weinig kosten. Want dat is wel één van de versiteit van Maastricht. In de afgelopen dertig jaar uitdagingen van de regeneratieve geneeskunde: we heeft hij een hoop onderzoek gedaan op het gebied kunnen van alles maken, maar als het onbetaalbaar van weefselregeneratie: het maken van natuurlijke is heeft natuurlijk niemand daar iets aan.” De bioprinter zoals hij in de biofabrication facility staat. De printer wordt niet alleen gebruikt voor orthopedisch onderzoek, maar is breed inzetbaar. weefsels om kapotte onderdelen in het lichaam te kunnen vervangen. Topochip De stijgbeugel van kraakbeen is een praktisch voor- “Binnen mijn onderzoeksgroep is nu het kleinste beeld, waar heel wat onderzoek aan vooraf is gegaan. gehoorbeentje, de stijgbeugel, gemaakt van kraak- Stamcellen groeien op verschillende oppervlakken, been”, vertelt van Blitterswijk enthousiast. “In het maar niet op elk oppervlak op dezelfde manier. De oor is zo’n gehoorbeentje van bot gemaakt en dat vorm en structuur van zo’n oppervlak bepalen hoe een stamcel zich gedraagt en tot welk type cel hij Richtte de Topochip zich nog op individuele cellen, uiteindelijk uitgroeit. Om de relatie tussen het inmiddels heeft van Blitterswijk ook een systeem oppervlak en het gedrag van cellen te kunnen ontwikkeld om miniorgaantjes te kunnen kweken onderzoeken ontwikkelden van Blitterswijk en zijn op verschillende structuren. “In het laboratorium team de Topochip, een chip met ruim tweeduizend wordt veel gebruik gemaakt van 96-wells platen”, verschillende oppervlaktestructuren. vertelt hij. “Daarmee kun je 96 condities in één keer testen. Wat wij gedaan hebben, is de bodem van Op de chip worden stamcellen gezaaid, die zich ver- elk van die vakjes bedekken met 580 kleine micro- volgens hechten aan één van de structuren. Cellen kweekbakjes. Op een hele plaat kun je dan 50.000 lijken de structuur waar ze op zitten te “lezen”, micro-orgaantjes kweken.” net zoals blinden braille kunnen lezen. Stamcellen specialiseren zich, afhankelijk van de structuur, in Bouwblokken een bepaalde richting. Op het ene oppervlak worden Boven op de microkweekbakjes bevindt zich een ze bijvoorbeeld spiercellen, op het andere oppervlak laagje gel waar stamcellen op gezaaid worden. Van botcellen. Blitterswijk: “Op die gel kunnen de cellen niet hechten, dus zakken ze door de gel naar beneden, in het Kraakbeencellen in een microkweekbakje. De cellen klonteren samen en vormen zo uiteindelijk de bouwblokjes voor micro-orgaantjes. 124 De structuren op de chip zijn combinaties van drie kweekbakje. Daar gaan de cellen samenklonteren en basisvormen: een cirkel, een rechthoek en een drie- vormen ze uiteindelijk een bolletje dat ongeveer een hoek. De Topochip bevat ruim tweeduizend structu- tiende millimeter groot is. Die bolletjes kunnen we ren, maar er zijn in totaal 158 miljoen combinaties oogsten en bij elkaar brengen in een grotere mal. mogelijk. Al die combinaties zijn opgeslagen in een Wat je dan krijgt is een puzzelstuk van ongeveer één bibliotheek. Stel dat structuren met een cirkel heel millimeter groot. Zo’n puzzelstuk kan gebruikt wor- geschikt zijn om stamcellen te laten omvormen tot den als bouwblok, op weg naar weefselvervanging.” botcellen. Dan kunnen de onderzoekers een nieuwe Door verschillende celtypen bij elkaar in een kweek- chip maken met allerlei verwante cirkelstructuren om bakje te brengen, wordt het mogelijk om complexe te achterhalen welk oppervlak het beste stimuleert. weefsels te maken. Bijvoorbeeld een stukje bot of 125 NIRM NIRM De bioprinter aan het werk. Laagje voor laagje wordt het materiaal neergelegd. Een duwtje in de richting van bot of kraakbeen dunne voor de vorming van kraakbeen. Door het een spiercel wordt en het andere moment een bot- weefsel te printen in combinatie met steunmateria- cel? Malda: “Dat inzicht krijgen we steeds meer. len kan hij er ook al vormen van maken, zoals bij- Maar het is nog niet zo dat een stamcel in iedere voorbeeld schijfjes of buisjes. Die vooruitgang maakt situatie bot vormt, als jij dat graag zou willen.” de geprinte implantaten klaar voor een eerste test. Volgens van Blitterswijk beginnen we nu pas te Malda en zijn team probeerden de gehele schouder begrijpen hoe het werkt. “We zien nu hoe cellen van een konijn te vervangen door geprint weefsel. reageren. Als we de mini-orgaantjes bijvoorbeeld Of dat is gelukt, blijft nog even spannend. De resul- in de vorm van een driehoek kweken, zien we in de taten worden in de komende maanden geëvalueerd. punten hoge concentraties bloedvaatjes. Waarom? De volgende vijf jaar is er nog financiering voor dit Omdat daar een hoge concentratie van de groeifactor onderzoek. Deze gewrichtsvervangende experimen- VEGF is, en dat is nodig voor bloedvatvorming. Maar ten krijgen dus zeker een vervolg. waarom is die hoge concentratie groeifactor juist daar? Dat soort mechanismen hopen we de komende De groep van Malda is steeds beter in staat om ver- vijf jaar te gaan ontrafelen. En pas daarna kunnen we schillende weefsels te maken. Maar begrijpen ze nu het gedrag van een stamcel ook echt voorspellen.” ook precies waarom een stamcel het ene moment kraakbeen met bloedvaten. Tijdens het NIRM- in leven blijven. In de hydrogel wordt een ideale project is zo’n gekweekt bouwblokje onderhuids omgeving voor de cellen gecreëerd. geïmplanteerd bij muizen. Bij deze dieren vormt zich vervolgens bot, op een plaats waar normaal “Die hydrogel is slap, een beetje gelatine-achtig”, gesproken geen bot voorkomt. vertelt Malda. “Daar kun je natuurlijk niet op lopen, dus hebben we binnen het NIRM-project geprobeerd Fleecetrui om er slimme dingen mee te doen zodat het materi- Een stap verder is om met levende celblokjes hele aal meer stevigheid krijgt. We probeerden de gel weefsels te printen. Bioprocestechnoloog Jos Malda eerst te printen op een raster van dikke vezels, een zag in het bioprinten een aantal jaar geleden een soort gewapend beton.” Dat was wel stevig, maar er kans die hij met beide handen heeft aangegrepen. was relatief veel van die bewapening nodig waardoor En met succes. Het UMC Utrecht beschikt inmiddels het implantaat niet meer echt flexibel was. De vezels over een aparte biofabrication facility, die helemaal moesten dus dunner. Malda: “We slaagden erin om gericht is op het 3D-printen. dunne vezels te maken, vergelijkbaar met de vezels In het lab van Van Blitterswijk werd de stijgbeugel, één van de gehoorbeentjes, gemaakt van kraakbeen. De stijgbeugel is normaal van bot, dus dit gekweekte exemplaar is niet functioneel. Maar het laat wel zien dat je relatief makkelijk veel gehoorbeentjes kunt maken. van een fleecetrui. Die dunne vezels zijn op zich niet Maar wat maakt de bioprinter dan zo geschikt stevig, maar dat verandert als je ze samen met de voor het repareren van kraakbeendefecten? hydrogel print. De krachten die op de vezels komen Natuurlijk kraakbeen heeft een gelaagde structuur te staan, houden de hele constructie bij elkaar. Eén en juist die structuur kun je met een 3D-printer plus één is in dit geval geen twee, maar vijftig.” heel mooi neerleggen. Als “inkt” gebruikt Malda een hydrogel gevuld met stamcellen, kraakbeen- Mechanismen ontrafelen vormende cellen of een combinatie van beide, Malda maakt nu implantaten met een combinatie aangevuld met groeifactoren. De cellen in de gel van dikke vezels en dunne vezels. De dikke vezels moeten gedurende het printproces en ook daarna zijn meer geschikt voor de vorming van bot, de 126 127 NIRM NIRM Case study tekst: Rineke Voogt beeld: Marijn Vlaming Hoe effectief medicijnen tegen een aandoening zijn, verschilt sterk van patiënt tot patiënt. Door stamcellen Soms is het onduidelijk wat een medicijn zal uit- gen in de stamcel te vervangen door een gezond gen. richten bij een patiënt. De werking van een medicijn Dat biedt perspectief voor een mogelijke behande- tegen darmkanker is bijvoorbeeld afhankelijk van de ling van de ziekte. genetische eigenschappen van de tumor en die zijn vanaf de buitenkant niet te zien. Om beter te voor- Bestaande medicijnen testen op opgekweekte cellen spellen hoe een patiënt reageert zou je het medicijn van een patiënt zorgt voor medicatie op maat. Een nemen en op te kweken, kun je eerst moeten testen op cellen van de patiënt zelf volgende stap is dan het testen van een nieuw medi- die medicijnen vooraf testen op zonder dat de patiënt daar last van heeft, bedachten cijn in een kweekbakje. Dat is precies wat Pluriomics Hans Clevers en collega’s bij het Hubrecht Instituut doet. Het biotechnologiebedrijf focust daarbij op (onderdeel van de Koninklijke Nederlandse Akade- het hart. De hartspiercellen die de onderzoekers mie van Wetenschappen). Blijkt dan dat een zware opkweken uit zogenoemde induced pluripotent chemobehandeling geen kans van slagen heeft, dan stem cells helpen om de effecten van medicijnen kun je de patiënt die zinloze behandeling besparen. op het hart te onderzoeken. De cellen gedragen zich uit het lichaam van de patiënt te hun werkzaamheid of risico – met uiteindelijk effectievere medicatie voor de patiënt. Bouw een testkit op maat Hartspiercellen, gekweekt uit menselijke stamcellen, in een zogenoemde “multi-electrode array”-plaat. Met elektroden kan het effect van medicijnen op de contractie van de hartspiercellen gemeten worden. bijna identiek als in het lichaam. “Je kunt ze zien Voor zo’n op maat gemaakte testkit haal je een klein samentrekken, ‘kloppen’, zegt onderzoekster Marijn beetje weefsel weg uit de patiënt, en kweek je het Vlaming van Pluriomics. “Met een afgeleide van een op tot mini-orgaantjes waarop je de medicijnen ECG kunnen we daardoor zien of een stof bijvoor- kunt uitproberen. In het lab van Clevers ontdekten beeld hartritmestoornissen veroorzaakt.” ze hoe dat moet; stamcellen uit de patiënt kun je met bepaalde groeifactoren aanzetten tot verme- Er zijn verschillende toepassingen voor zo’n test- nigvuldiging en specialisatie (zie ook Leverschade orgaantje. Vooral voor medicijnen in ontwikkeling herstellen met eigen cellen). Daardoor kweek je een zijn ze erg relevant, zegt Vlaming. “Veel medicijnen, zogenoemde organoïde die niet alleen een vergelijk- bijvoorbeeld tegen kanker, vormen een risico voor bare vorm en functie, maar ook dezelfde genetische het hart. Nu wordt de veiligheid vaak getest in dier- code heeft als het originele orgaan. modellen, maar wat voor een hondenhart gevaarlijk is hoeft dat voor een mens niet te zijn en andersom. Samentrekkende hartspiercellen die zijn gekweekt uit humane stamcellen in een klein kweekbakje. “Die organoïden in een bakje kun je blootstellen Met deze test bouw je meer zekerheid in. We zien aan medicijnen, om vervolgens te kijken wat er nu al dat deze technologie ingezet wordt om dier- gebeurt”, vertelt Rob Vries. Hij is managing director proeven te vervangen, maar het kan nog wel even van de stichting HUB, die is opgericht door het duren voordat proefdieren volledig overbodig zijn.” Hubrecht Instituut om op grote schaal medicijnen te testen en beter te begrijpen waarom patiënten er Omdat zulke testorgaantjes zo breed inzetbaar zijn, zo verschillend op reageren. Dat gebeurt nu nog op ontwikkelt Pluriomics voor onderzoekers momen- onderzoeksniveau: een arts schrijft een behandeling teel een “gereedschapskist” waarmee ze zelf tests voor aan een patiënt, en Vries en collega’s proberen kunnen uitvoeren op eigenhandig gekweekte aan de hand van het celmateriaal van de patiënt een hartspiercellen. Vlaming: “Dat is handig, want voorspelling te doen. “Als we erin slagen consequent academici willen het vaak graag zelf doen. En het correct te voorspellen, kunnen we in de toekomst is alleen maar goed als de methode veel wordt daadwerkelijk advies gaan geven.” gebruikt, want dat resulteert in een snellere en bredere acceptatie van de technologie.” Voor aandoeningen als taaislijmziekte blijkt medicijMicroscoopopname van de structuur van hartspiercellen gekweekt uit menselijke stamcellen. Deze sarcomeerstructuur wordt door hartspiercellen gebruikt om te kunnen samentrekken en is opgebouwd uit de eiwitten myosine (rood) en actine (groen) die elkaar overlappen. 128 nen testen op organoïden ook een handige manier. Hubrecht-onderzoekers slaagden er bij opgekweekte minidarmpjes van een patiënt met taaislijmziekte bovendien in de ziekte te genezen door het defecte 129 NIRM Beeldreportage NIRM tekst: Elles Lalieu Stamcellen overleven op synthetische hydrogel Het ziet eruit als een landschap uit een sciencefictionfilm, maar dit is een detail van een natuurlijke extracellulaire matrix. Scheikundige Patricia Dankers probeerde deze matrix synthetisch na te maken met als doel om er stamcellen op te laten groeien. In het laboratorium groeien stamcellen nu op een natuurlijke hydrogel, matrigel genaamd. Omdat voor de bereiding daarvan tumorweefsel uit muizen nodig is, kan deze hydrogel echter nooit in de kliniek toegepast worden. Dankers: “Matrigel bevat ongeveer tienduizend verschillende componenten. De truc is om de juiste componenten te identificeren en die synthetisch na te maken. Vijf jaar geleden dachten we dat we dat wel ‘even zouden doen’, maar dat valt toch tegen.” Het idee was om met kleine bouwblokjes een grotere structuur te maken, die door waterstofbruggen bij elkaar wordt gehouden. Dankers ontwikkelde samen met het onderzoeksteam bouwsteentjes gebaseerd op de ureido-pyrimidinone (UPy) groep. Door andere moleculen aan de bouwsteentjes te koppelen, ontstaan verschillende UPy-blokjes met uiteenlopende functies. Door de bouwsteentjes te mengen ontstaat een bioactieve hydrogel. In de afgelopen jaren hebben de onderzoekers een structuur gemaakt waar drie of vier UPy-blokjes aan toegevoegd kunnen worden. Dankers: “De stamcellen overleven en dat is op zich al bijzonder, want er zijn al veel synthetische gels gemaakt waarin ze gewoon doodgaan. Maar het zal nog wel jaren duren voordat we een synthetische gel hebben waarin we gedrag van stamcellen volledig kunnen controleren.” 130 131 NIRM Infographic NIRM tekst: René Rector beeld: Parkers Herstellen met stamcellen Als een orgaan defect is, kun je weer ingespoten in het lichaam, reageren groot is. De ene hartpati- proberen om het hele orgaan in waar ze de functie oppakken die ënt of kankerpatiënt heeft enorm een kweekfles of met een printer het lichaam zelf niet meer kan baat bij het medicijn, terwijl de Lichaamsmateriaal buiten het lichaam opkweken om ermee te knutselen opnieuw te maken. Maar dat is vervullen. Het klinkt eenvoudiger ander niet reageert of zelfs schade spreekt tot de verbeelding. Maar er kan meer met stamcellen. Soms is niet bij alle weefsels nodig. Soms dan het is. Elke stap in het proces ondervindt van het medicijn. Bij volstaat het om op de plek van het is uitdagend. Vind, om te begin- zulke geneesmiddelen zou je als het niet nodig om hele transplantaten te bouwen. Stamcellen zijn van grote defect iets nieuws te kweken. nen, maar eens de juiste stamcel- arts eigenlijk op voorhand willen waarde voor patiënten, ook als ze niet teruggeplaatst worden. Maar hoe doe je dat? len. En kweek ze daarna maar eens weten of wat je voorschrijft ook In de basis start dit soort onder- in een petrischaaltje. Wellicht de gaat helpen. zoek op dezelfde manier als de ingewikkeldste uitdaging is nog Dat wordt steeds beter mogelijk. tissue engineers doen: ergens uit om zeker te weten dat je ze veilig Onderzoekers zijn in staat om het lichaam worden stamcellen terug kunt plaatsen. Dat laatste is met behulp van stamcellen weggehaald. Buiten het lichaam niet altijd nodig. patiënt-eigen weefsel te kweken worden deze stamcellen opge- Er zijn verschillende aandoenin- buiten het lichaam. Zo’n kweek kweekt, waarna de onderzoekers gen waar al medicijnen voor dient dan als ‘proefkonijn’ om ze laten differentiëren in de juiste bestaan, maar waarbij de variatie te voorspellen welk effect het soort cellen. Die worden daarna in hoe patiënten op die medicijnen geneesmiddel heeft. 1 Een arts neemt stamcellen weg uit het lichaam. 3a Na differentiatie worden de gezonde cellen weer bij de patiënt ingespoten, waar ze zich verder kunnen vermenigvuldigen. Het grote voordeel: het zijn lichaamseigen cellen, dus de patiënt krijgt geen last van afstotingsverschijnselen. 132 2 De stamcellen 3b Het gekweekte weefsel worden buiten het lichaam gekweekt, tot er voldoende van zijn. dient als testmedium om te kijken hoe de patiënt op een medicijn reageert. Dit is zinnig als de reacties van patiënten op het medicijn erg variëren of als het medicijn schadelijk kan zijn. Test Test medium A medium B 133 NIRM Inter view NIRM tekst: Rineke Voogt beeld: René den Engelsman Nooit meer droge beschuitjes Leven zonder goed werkende speekselklieren is knap vervelend. Maar reparatie is zo makkelijk nog niet. Rob Coppes van het Universitair Medisch Centrum Groningen zoekt naar een oplossing: het kweken van speekselklierstamcellen. om speekselklieren te herstellen. Dat gaat met stam- stamcel zich gedroeg als een stamcel. En: hoe kon- celtherapie. “Het is eigenlijk dezelfde methode als den de onderzoekers er meer van maken? Dat waren beenmergtransplantatie”, vertelt Coppes. “Gezonde de lastige noten die de groep van Coppes moest cellen weghalen bij de patiënt, die cellen opkweken kraken. Groeifactoren (lichaamseigen chemische om ze later terug te zetten. Zo krijgt de patiënt stoffen die de celgroei bevorderen) bleken een gezond, lichaamseigen materiaal terug.” belangrijke rol te spelen, maar het vinden van de juiste groeifactoren was een hele klus. Altijd een droge mond, niet goed kunnen praten Dat zijn zo’n vierhonderd patiënten per jaar. Die en slikken, beschadigde tanden, slaapverlies: een lopen hierdoor xerostomie (drogemondsyndroom) gebrek aan speeksel levert nare klachten op. Voor op. Marijke Baks is een van hen: sinds ze in 2007 mensen die bestraald moeten worden vanwege een bestraald werd, is haar speekselproductie vrijwel vol- tumor in het keel- of hoofdgebied zijn die klachten ledig gestopt. “Je moet er echt mee leren leven: dat je echter vaak realiteit. De straling die de tumor moet bijvoorbeeld met je mond dicht loopt, omdat anders bestrijden, beschadigt bij hen ook de gezonde je mond te droog wordt. Zingen gaat niet meer. En De stamcellen kunnen regelrecht uit de speeksel- gezonde stamcellen te oogsten. Bij deze aandoening speekselklieren. Speekselklieren, die onder andere vooral ’s nachts is het rampzalig, want ongemerkt lig klieren van de patiënt worden gehaald. Voorafgaand is dat geen probleem: voordat een patiënt bestraald onder het oor en onder de tong zijn te vinden, zijn je veel met je mond open.” En daar blijft het niet bij. aan de bestraling zijn die nog intact. Een klein sneetje wordt, kan de arts al bepalen of er kans is op droge- erg gevoelig voor straling. Het is een naar bijeffect Sporten is zonder kunstspeeksel niet te doen, intimi- onder het oor is al genoeg om een biopt te nemen. mondsyndroom. De radiotherapeut kan met behulp van bestraling, zegt Rob Coppes, hoogleraar Radio- teit wordt lastiger en warm weer is ook vervelend: Coppes: “Je kunt natuurlijk niet een hele klier weg- van een CT-scan precies voorspellen hoeveel straling therapie aan het Universitair Medisch Centrum als je te veel water drinkt, krijg je daardoor juist een halen – er is een beperkte hoeveelheid cellen die je er op welke plekken komt. Lijkt er kans op bescha- Groningen (UMCG). Speeksel is essentieel voor de droge mond. Je moet je leven erop aanpassen, vertelt kunt oogsten. Maar we hebben een manier gevonden diging van de speekselklieren, dan kan de arts gezondheid van de mond en voor praten en slikken. Baks. “Eten is lastig, het moet altijd smeuïg zijn. om buiten het lichaam in zeven weken vanuit een besluiten een biopt te nemen van de speekselklier “Probeer maar eens twee beschuitjes zonder beleg Ik eet zelf veel stamppot. En als ik een boterham stamcel zesduizend stamcellen te kweken.” om stamcellen te oogsten. Tijdens de bestralings- achter elkaar op te eten – zo voelt het om te moeten eet, moet bij elke hap een slok drinken.” “Het principe werkt, maar er zijn nog wat haken en ogen.” Het onderzoek van het team van Coppes is het eerste stamcelonderzoek voor speekselklieren. Het verschilt van onderzoek aan andere organen: vaak is het orgaan al aangetast door ziekte op het moment dat je gaat behandelen, en is het moeilijk om periode van de patiënt kunnen de cellen opgekweekt Dat het mogelijk was de stamcellen van speeksel- worden, zodat ze na afloop terug in de patiënt hun Hoewel er lapmiddeltjes zijn – kunstspeeksel, of klieren op te kweken, was volgens Coppes duidelijk: werk kunnen doen. Ongeveer veertig procent van de mensen die altijd een flesje water bij de hand houden – is er nog “Als je twee weken kauwgom kauwt, groeien je bestraald worden in het hoofd-halsgebied krijgt te geen oplossing voor patiënten met drogemondsyn- speekselklieren ook.” Maar om dat in het lab na “Bij muizen is het al een succes”, zegt Coppes. maken met defecte speekselklieren, schat Coppes. droom. Coppes zoekt met zijn team naar een manier te bootsten, bleek moeilijk. Wat maakte dat een Muizen waarvan de speekselklieren beschadigd eten zonder speeksel.” 134 135 NIRM NIRM Nooit meer droge beschuitjes Case study tekst: Elles Lalieu beeld: Riosafari Maak je eigen onderzoeksmateriaal waren door bestraling, kregen de gekweekte cellen ingespoten in hun speekselklieren. Na ongeveer een maand verspreidden de cellen zich over de hele klier. “Je kunt aan de buitenkant goed zien of het gelukt is. Muizen maken zichzelf schoon met hun speeksel, dus aan een glanzende vacht zie je dat de speekselFOTO: MARTTI MAIMETS klieren het goed doen.” Het terug spuiten van de cellen moet wel op de goede plek gebeuren. Speekselklieren hebben de vorm van een tros druiven, vertelt Coppes: de stamcellen zitten in de ‘takjes’, en de ‘druiven’ bevatten de werkende cellen die het speeksel maken. De stamcellen moeten dus in de takjes terecht komen, om zich vanaf daar uit te breiden en te specialiseren Microscoopopname van een speekselklierorganoïde uit het lab van Rob Coppes (UMCG). De kleuren wijzen op verschillende typen cellen, met in het blauw de celkernen. in speeksel producerende cellen. Bij muizen is dat Zelf materiaal kweken was voor Gribnau de enige manier om onderzoek te doen. “We willen het keuzeproces bij X-chromosoom-inactivatie beter begrijpen en voorspellen”, vertelt Gribnau. Aan uitgerijpte cellen van patiënten heb je dan niet veel. “In die cellen is het proces van inactivatie al geëindigd. Door zelf nieuwe cellen te maken, kunnen we terug naar het begin van het leven.” Voor het maken van IPS-cellen uit huidcellen werd een speci- Gribnau deed onderzoek aan ziekten waarbij X-chro- ale faciliteit opgezet. Met de gemaakte stamcellen mosoom-inactivatie een belangrijke rol speelt, zoals kunnen onderzoekers vervolgens van alles doen. het Rett syndroom. Tijdens de embryonale ontwik- Bijvoorbeeld: ze veranderen in hersencellen. Op keling wordt bij vrouwen in iedere cel willekeurig die manier wordt het mogelijk om per patiënt te één van de twee X-chromosomen uitgeschakeld. Is bekijken hoe zieke cellen zich gedragen en waarom er een mutatie in X, dan hebben vrouwen dus zowel ze zich zo gedragen. zieke als gezonde cellen. De verhouding tussen de een heel gepriegel, maar bij mensen zou je dat goed kunnen controleren met een echoapparaat. Sommige ziekten zijn lastig te onderzoeken, simpelweg omdat er geen onderzoeksmateriaal is. Ontwikkelingsbioloog Joost Gribnau van het Erasmus Universitair Medisch Centrum past een slimme truc toe. Hij maakt stamcellen (IPS-cellen) uit huidcellen van patiënten, laat deze vervolgens uitrijpen tot volwassen cellen en creëert zo zijn eigen onderzoeksmateriaal. er zijn nog wat haken en ogen.” Een bottleneck is hoeveelheid zieke en gezonde cellen bepaalt hoeveel Zeldzaam bijvoorbeeld het medium waar de cellen in gekweekt last een vrouw van zo’n aandoening heeft. “De stamcellen deden het helaas niet zo mooi als “En als ik een boterham eet, moet ik bij elke hap een slok drinken.” worden. Dat is geschikt voor dierlijke cellen, maar we vooraf hadden gehoopt, dus de afgelopen tijd zijn nog niet goedgekeurd voor toepassing bij mensen- we vooral bezig geweest om beide X-chromosomen cellen. Het is lastig om daar een goedgekeurde ver- actief te krijgen”, zegt Gribnau. Dat is gelukt en nu vanging voor te vinden. kunnen deze cellen eindelijk gebruikt worden om Zover is het nog niet. Dat het principe werkt bij Naast het kweken van de stamcellen op zich, hoopt muizen, is een grote eerste stap. Ook speekselklier- Coppes ook de juiste manier te vinden om de gehele stamcellen van mensen, getransplanteerd naar mui- organen op te kweken. Daarvoor gaat hij op zoek Het onderzoek van Gribnau is fundamenteel, maar zen met een onderdrukt immuunsysteem, deden naar de juiste groeifactoren en omgeving waarin wel van groot belang voor patiënten. “We kunnen nu hun werk. Maar celtherapie mag niet zomaar, en de speekselkliercellen zich tot een orgaan kunnen uit- onderzoek doen aan ziekten waarbij voorheen geen regels zijn streng, zegt Coppes. Hij verwacht dat het breiden. Waar hij nu in staat is om kleine speeksel- nog tenminste anderhalf jaar duurt voor de eerste kliertjes van twee millimeter te laten groeien, wil hij patiënt met deze methode kan worden geholpen. in de toekomst proberen om grotere orgaantjes laten “Het groeimedium moet goedgekeurd worden, je groeien van lichaamseigen materiaal van de patiënt, moet er zeker van zijn dat je niet onbedoeld tumor- die dan in zijn geheel zouden kunnen worden terug- cellen in de patiënt plaatst. Het principe werkt, maar geplaatst en wellicht meteen functioneren. Rett syndroom en andere X-chromosoom-gelinkte 136 ziekten te onderzoeken. De vacht van de lapjeskat is een mooi voorbeeld van X-chromosoom inactivatie. De genen voor vachtkleur, rood of zwart, zijn bij katten gekoppeld aan het X-chromosoom. Bij vrouwelijke poezenembryo’s wordt tijdens de ontwikkeling in iedere cel willekeurig één van de twee X-chromosomen inactief. Soms wordt de kleur zwart uitgeschakeld en soms rood. Zo ontstaat het bekende lapjespatroon. onderzoeksmateriaal voorhanden was, zoals bijvoorbeeld hersenziekten of heel zeldzame aandoeningen. Door zieke cellen van patiënten te kweken, krijgen we niet alleen meer informatie over het proces achter een ziekte. Het geeft ook de mogelijkheid om nieuwe medicijnen of behandelingen te testen.” 137 Procesverslag NIRM NIRM tekst: Elles Lalieu Hart geeft nog niet alle geheimen prijs Kapotte organen repareren, dat is de grote uitdaging binnen de regeneratieve geneeskunde. En dat was ook de uitdaging waarmee hoogleraar Christine Mummery begon aan haar onderzoek naar het hart. Maar reparatie van het hart met stamcellen bleek moeilijker dan gedacht. En dus gooide Mummery het over een andere boeg. FOTO: BEREND VAN DER MEER (LUMC) 2010 Om een synthetisch hart te FOTO: BEREND VAN DER MEER (LUMC) kunnen maken, moet je eerst alle simpel idee: gezonde hartcellen FOTO: GUIDO GERDING Het onderzoek begint met een klinkt makkelijk, maar het is een enorme uitdaging. Een foetaal hart bestaat voor zestig procent uit kloppende hartcellen, maar bij een volwassen hart is dat nog maar dertig procent. Binnen de kloppende hartcellen heb je ook 2011 Naast het proefdierprobleem nog verschillende typen. De cel- Samen met engineers gaan we op speelt er nu ook een praktisch len van de boezems zien er bij- zoek naar de perfecte matrix voor 2007 2003 ratorium kunnen namaken. Dat FOTO: RENÉ DEN ENGELSMAN FOTO: RENÉ DEN ENGELSMAN FOTO: CHRISTINE MUMMERY celtypen van het hart in het labo- probleem. Het hart is één bonk 2009 voorbeeld net iets anders uit dan onze stamcellen. In het lichaam spier. Hoe ga je gezonde hartcel- We beginnen met frisse moed en de cellen van de hartkamers. groeien hartcellen op een zacht len daar tussen krijgen? De stam- met een nieuwe doelstelling: het Daarnaast zitten er in het hart nog substraat. Dat is een goede omge- cellen komen niet zomaar overal. maken van een synthetisch stukje bloedvatcellen die het hart zelf ving voor de cellen, dus dat heb- maken uit stamcellen en deze 2004 Ik vergelijk het altijd met een hart. Dat doen we natuurlijk niet van zuurstof voorzien, bindweef- ben we in het laboratorium ook direct inspuiten in de hartspier. Ons eerste idee blijkt moeilijk kauwgombal. Als je daar een rode zomaar. Een synthetisch hart selcellen, die zorgen voor stevig- nodig. We laten de cellen groeien Het doel: hartfalen te voorkomen, uitvoerbaar. Er is geen geschikt kleurstof in spuit, wordt niet de kunnen we gebruiken als test- heid, en pacemakercellen, die het op een synthetisch polymeer, een bij patiënten die bijvoorbeeld net proefdier voorhanden. De muis hele kauwgombal rood, maar model voor de ontwikkeling van hartritme regelen. beetje vergelijkbaar met silicone. een hartinfarct hebben gehad en is geen goed model voor hartziek- slechts een klein stukje. En dat medicijnen. We kunnen niet Dat polymeer plaatsen we dan op waarbij een deel van de hartspier ten. Het muizenhart klopt ruim werkt bij het hart net zo. Het alleen hartcellen maken van een chip met spiraalvormige elek- niet meer werkt. vijfhonderd keer per minuut, dat inspuiten van losse cellen in de gezonde personen, maar ook van troden erin en een vacuüm eron- van de mens maar zestig keer. hartspier is dus geen succes. Een patiënten met hartziekten. Sim- der. De spiraalvormige elektroden Bovendien gaat de hartslag van tegenvaller, maar dat hoort ook pelweg door niercellen te isoleren vormen een soort reksysteem dat een muis niet omhoog bij stress, bij onderzoek doen. En we hebben uit de urine en die in het labora- de cellen in beweging brengt. die van de mens wel. Het hart door de experimenten wel veel torium te behandelen, zodat ze Door het vacuüm te veranderen, van een varken is een beter geleerd over het menselijk hart. stamcellen worden. En wie weet kun je de hartslag aanpassen. Zo model, maar daarbij is het weer kunnen we de synthetische stuk- kunnen we zieke hartcellen testen heel lastig om de afweer te onder- jes hart in de toekomst ook inzet- in rust, maar bijvoorbeeld ook drukken, waardoor stamcellen ten om een beschadigd hart te bekijken wat er gebeurt als een snel worden afgestoten. repareren. patiënt gaat sporten. 138 139 NIRM De aanpak van Mummery werkt goed als testmodel, maar is nog niet direct toepasbaar bij patiënten. Celbioloog Marie José Goumans heeft een andere tactiek: zij isoleert stamcellen uit het hart zelf en probeert deze vervolgens om te vormen tot functionele hartcellen. Omdat de cellen afkomstig zijn van het orgaan waar ze uiteindelijk ook weer naar terug moeten, staat deze methode al dichter bij de patiënt. Hart geeft nog niet alle geheimen prijs FOTO: FONS VERBEEK Zomer 2015 “We halen cellen uit het rechteratrium van het hart”, vertelt Goumans. “Daar ligt een gebiedje dat we ‘de blinde darm van het hart’ noemen. We weten niet goed wat de functie is, maar tijdens openhartoperaties wordt dat stukje altijd verwijderd. Nu gooien de chirurgen dit ‘afval’ niet weg, maar brengen het naar ons lab.” We vieren een feestje. Na ruim vijf jaar zijn we erin geslaagd om acht verschillende hartceltypen te maken en in het laboratorium te laten groeien. Je weet hoe een FOTO: DENKER Kweken met cellen uit de “blinde darm” van het hart NIRM ontrafelen welke signalen daar- De gemaakte hartcellen zijn geïmplanteerd bij muizen die recent een hartaanval hadden doorgemaakt. Maar dat was een probleem, want menselijke hartcellen willen niet koppelen aan een muizenhart omdat ze dan ruim vijfhonderd hartslagen per minuut moeten gaan maken. Daarmee blazen ze zichzelf op. Zonder goede proefdierresultaten is het echter niet mogelijk om de cellen te testen bij patiënten. voor nodig zijn, is nog een hele klus. Embryo’s van de zebravis en de muis komen hierbij goed van pas. Je kunt bij die dieren steeds één “signaal” uitzetten en kijken wat er gebeurt met de ontwikkeling van het hart. Als je dat Röntgenopname van de blinde darm (het ‘wormpje’ onderaan de donkere vlokken). Binnen het hart is ook zo’n stukje weefsel, waarvan niet goed bekend is wat het doet. Dit wordt bij operaties altijd verwijderd. 140 FOTO: HELLERHOFF Goumans ziet de oplossing in een combinatie van haar cellen met het testsysteem van Mummery. “We zouden een synthetisch stukje hart kunnen maken en daar de gekweekte stamcellen op laten groeien.” FOTO: JEFFREY M. VINOCUR embryo hartcellen maakt, maar In het verwijderde stukje hartweefsel zitten stamcellen, al zijn het er weinig. “We isoleren de aanwezige stamcellen, kweken ze zodat we er heel veel van krijgen en proberen ze dan met groeifactoren om te vormen tot hartspiercel of bloedvatcel”, zegt Goumans. “Samen met de onderzoeksgroep van Carlijn Bouten (zie ook Design je eigen hartklep, red.) hebben we ook gekeken of de cellen willen differentiëren als we ze een beetje oprekken, net zoals in een kloppend hart gebeurt.” Maar alleen oprekken blijkt voor stamcellen niet voldoende om zich om te vormen tot hartcellen. 20?? We hebben nu alleen een testmodel, maar ik zie in de toekomst wel toepassingen voor de patiënt. We zouden een stukje synthetisch hart kunnen gebruiken als patch doet en je ziet, bijvoorbeeld, dat Najaar 2015 of pleister op een beschadigd hart. er geen pacemakercellen worden Ons model slaat goed aan. We Ook daar zullen haken en ogen gemaakt, dan kun je dat uitge- hebben al een aantal interessante aanzitten. Na een hartinfarct zit schakelde signaal gaan toevoegen vervolgopdrachten. Zelfs medi- schade vaak door het hele hart, aan stamcellen in de hoop dat zij cijnontwikkelaar GSK toont al maar zo’n pleister plak je aan de juist wel pacemakercellen gaan belangstelling. Toch is het sys- buitenkant. Heeft dat zin of moet maken. teem nog niet goed genoeg. Bij je de pleister op een andere plek medicijnontwikkeling is het van aanbrengen? Bijvoorbeeld net belang om heel veel condities in onder de buitenste laag van het één test te kunnen onderzoeken. hart. Dat zal vergelijkbaar zijn met Daarvoor wordt gebruik gemaakt iets onder de schil van een sinaas- van platen met een heleboel appel brengen, zonder de sinaas- vakjes (wells). Maar de chip zoals appel verder te schillen. die nu is, past niet in die wells. Repareren van het hart is niet Je kunt dus maar één conditie makkelijk, maar dat betekent niet per keer onderzoeken. Het is een dat je het niet moet proberen.” kwestie van engineering om de chips zo te verkleinen dat ze wel in de wells passen. Daarvoor werken we nu samen met de TU Delft. 141 NIRM Inter view NIRM tekst: Rineke Voogt Hans Clevers: “Het zou ideaal zijn als we patiënten op de wachtlijst voor transplantatie alvast kunnen behandelen met leverorganoïden.” Wanneer een beschadigde lever zichzelf niet meer repareert, is transplantatie de enige optie. Maar voor de wereldwijd tientallen miljoenen mensen met leverschade zijn veel te weinig donoren beschikbaar. Hans Clevers, hoogleraar Moleculaire genetica bij het Hubrecht Instituut (KNAW), werkt aan een manier om met stamcellen minilevers te kweken die het orgaan zo goed als nieuw kunnen maken. Leverschade herstellen met eigen cellen FOTO: SANDER HEEZEN Het lichaam herstellen met behulp van stamcellen: Clevers: “Als je een ziek of beschadigd orgaan kunt Het bijzondere aan de lever is dat het orgaan normaal Die minilevers plaatsten de onderzoekers terug het idee ligt voor de hand, want stamcellen zorgen repareren met stamcellen, zou het donortekort een gesproken zichzelf goed kan repararen. Haal je een in muizen met leverschade en een onderdrukt ook in gezonde mensen voor kleine reparaties aan veel kleiner probleem zijn. Je gebruikt het lichaam deel van de lever weg, dan kan het zelfs weer aan- immuunsysteem. Die knapten zichtbaar op: de organen. Stamcellen worden juist bij schade actief. van de patiënt als het ware als ‘donor’ om het eigen groeien. Een zieke lever is dat vermogen verloren, gezonde cellen vervingen delen van de beschadigde Onderzoek naar stamcellen loopt al enkele decennia, weefsel te kunnen herstellen.” maar zou in theorie genoeg kunnen hebben aan een lever. “Hoewel de leverschade bij de muizen zich paar getransplanteerde gezonde stamcellen om zijn sowieso op den duur wel zou herstellen, zagen we functie weer terug te krijgen. Dat maakt de lever, in dat muizen met deze behandeling sneller opknap- tegenstelling tot bijvoorbeeld het hart, erg geschikt ten”, vertelt Clevers. vertelt Clevers. “De belangrijke eiwitten die tijdens de embryonale ontwikkeling een rol spelen zijn – de WNT-eiwitten die signalen tussen cellen door-geven – werden ontdekt in de jaren tachtig. Wij vonden dat ze cruciaal zijn voor het actief hou- “Het zou ideaal zijn als we patiënten op de wachtlijst vast kunnen behandelen.” den van volwassen stamcellen. Zijn ze overactief, voor dit type onderzoek. Bij deze stamceltherapie fungeert de zieke lever als, In januari 2015 publiceerde Clevers in wetenschap- zoals het in de regeneratieve geneeskunde heet, een De behandelmethode is niet uitsluitend geschikt pelijk tijdschrift Cell een zogenaamd “proof of con- scaffold (steiger). De infrastructuur van het bescha- voor darmen, hoewel die er door het grote rege- cept”-onderzoek, gebaseerd op precies dat idee. De digde orgaan is nodig om de organoïden te laten Clevers startte zijn stamcelonderzoek bij de darm. neratieve vermogen wel ideaal voor zijn. Clevers onderzoekers haalden stamcellen uit de galgangen hechten. Voor de lever gaat dat relatief eenvoudig: De darm vernieuwt zijn cellen elke vier dagen, en en collega’s werken ook aan een toepassing van de van een donorlever, en zetten die op kweek. “Eerst “Je kunt de organoïden in de poortader inspuiten, heeft daarmee de meest actieve stamcellen van alle methode op de lever. Er lijden wereldwijd miljoenen moet je met de juiste groeifactoren miljarden cellen die bloed direct naar de lever voert. De poortader organen. In 2009 slaagde de groep van Clevers erin mensen aan chronisch leverfalen. Dat wordt veroor- maken”, zegt Clevers. “Als je heel veel stamcellen vertakt zich in zeer kleine haarvaten, zodat de om de stamcellen, twee jaar eerder ontdekt, op te zaakt door een genetisch defect of door virussen, en voorlopercellen hebt, kunnen die zich gaan spe- organoïden daar vanzelf blijven steken. Ze kolonise- kweken. Vorig jaar bewezen de onderzoekers samen alcohol of andere giftige stoffen. Een levertransplan- cialiseren tot de twee belangrijkste onderdelen van ren vanuit daar gemakkelijk de lever”, aldus Clevers. met Japanse collega’s dat je die cellen kunt reorgani- tatie kan hen soms helpen, maar daar zijn veel te de lever: hepatocyten (levercellen) en galgang- Bij muizen bleek de poortader overigens te klein, seren tot minidarmpjes en die zogenoemde organo- weinig donororganen voor beschikbaar. Met de cellen.” De leverorganoïden die daaruit worden dus kregen zij de minilevertjes in de milt toegediend. ïden kunt terugplaatsen in de beschadigde darm methode die door de groep van Clevers binnen NIRM gemaakt bestaan uit tienduizenden cellen en meten Toch vonden de organoïden ook vanaf daar vanzelf van muizen. Daarmee komt het ultieme doel van is ontwikkeld, zou een simpele injectie genoeg zijn slechts twee tot drie millimeter, maar hebben wel de weg naar de levers en konden zich daar nestelen. stamceltherapie weer een paar stappen dichterbij. om een hele lever te repareren. een echte 3D-structuur. De stap van proefdieronderzoek naar de mens is in dit dan leidt dat tot kanker.” 142 143 NIRM NIRM Leverschade herstellen met eigen cellen Case study tekst: Elles Lalieu beeld: Evgenia Verovskaya Een microscoopopname van een gekweekte leverorganoïde van muizencellen. Bloedcellen met een streepjescode In het beenmerg zitten stamcellen die nieuwe bloedcellen kunnen maken. Maar als die nieuwe bloedcellen eenmaal in de bloedbaan zitten, zijn ze allemaal identiek en kun je niet meer herkennen welke bloedcel van welke stamcel afkomstig is. Daardoor weten we eigenlijk niet hoeveel stamcellen er meedoen met de vorming van bloedcellen en of dit aantal verandert gedurende veroudering. “Daarna transplanteren we de stamcellen weer terug naar het beenmerg. Als zo’n stamcel gaat delen, krijgen alle nakomelingen diezelfde code in hun DNA. Na transplantatie nemen we bloed af, isoleren het DNA en kijken hoe vaak we de streepjescode terug kunnen vinden.” De eerste resultaten van barcoding, zoals de onderzoekers hun techniek zelf noemen, zijn veelbelovend. Bij muizen (die gemiddeld anderhalf tot twee jaar type onderzoek groot. Er worden al wel klinische “Het zou ideaal zijn als we patiënten op de wachtlijst experimenten gedaan met volwassen levercellen, voor transplantatie alvast kunnen behandelen met Celbioloog Gerald de Haan van het Universitair stamcellen voor 95 procent van alle bloedcellen waarbij miljarden losse cellen via de poortader leverorganoïden”, vindt Clevers. “Maar daarvoor Medisch Centrum Groningen vond daar iets op. Hij die tijdens het leven gevormd worden. Dezelfde worden toegediend. Met stamcellen zou het een moeten we nog een aantal horden nemen.” Zo rustte cellen uit met een “streepjescode” waardoor experimenten worden nu herhaald met menselijke stuk effectiever zijn. Maar er zitten wat haken en willen de onderzoekers eerst zeker weten hoeveel ze altijd herkenbaar blijven. “We halen stamcellen stamcellen uit de navelstreng. ogen aan. organoïden ze moeten toedienen voor een optimaal uit het beenmerg van een muis en introduceren effect, en of dat stamcellen of volgroeide cellen daarin een klein stukje nieuw DNA”, vertelt hij. “Je gebruikt het lichaam van de patiënt als het ware als ‘donor’.” oud worden) zorgen na transplantatie één of twee moeten zijn. Minder proefdieren Barcoding geeft niet alleen inzicht in de vorming van bloedcellen, het leert ons ook meer over bloedkanker Clevers heeft er alle vertrouwen in dat het principe (leukemie). “Niet alle leukemiecellen zijn identiek”, ook bij mensen werkt. “Er zijn patiënten met een leverziekte bekend, bij wie bij toeval de erfelijke legt De Haan uit. “Er is dus niet één soort kanker in Retrovirale vector het lichaam, maar een aantal subsoorten. Doordat De technische kant gaat wel goed, zegt Clevers: het afwijking in een enkele cel werd rechtgezet. we de stamcellen nu kunnen herkennen, kunnen opschalen van de kweek, om van een paar stamcel- Beetje bij beetje herstelde de lever zich dan vanuit we tellen hoeveel verschillende cellen er bij zo’n len tot miljarden cellen te komen, is al gelukt. Het die cel, en de patiënten werden gezond. Als één ziekte meedoen en of die verschillend reageren op probleem ligt vooral in de regelgeving. De grootste gezonde cel genoeg kan zijn voor genezing, biedt behandeling.” Een bijkomend voordeel van de zorg is dat er door mutaties in de organoïden kanker een behandeling van minilevers perspectief voor streepjescode is dat er veel minder proefdieren nodig ontstaat in de weefsels. Volgens Clevers lijkt dat uit- miljoenen patiënten.” zijn voor onderzoek. Stel dat je van honderd stam- gesloten: “Je ziet dat niet gebeuren in de celkweek. Als je de omgeving optimaal houdt voor de cellen – dus de goede stoffen toevoegt en zorgt dat ze goed groeien – blijf je weg bij kanker. De cellen zijn genetisch zeer stabiel.” 144 Een klein stukje DNA (groen) wordt in een virale vector geplaatst. Zo’n vector is een soort bezorgvoertuigje dat het DNA in de cellen af kan leveren. Eenmaal in de cellen integreert het nieuwe stukje DNA in het bestaande DNA en zo krijgen cellen allemaal hun unieke streepjescode (streepjespatronen rechts). cellen wilt weten wat ze doen. De Haan: “Normaal gesproken zou je die honderd stamcellen dan transplanteren naar honderd verschillende muizen. Nu kun je de stamcellen uitrusten met een streepjescode en transplanteren naar één muis. Het onderzoek is daardoor goedkoper en efficiënter.” 145 NIRM Discussie NIRM tekst: Rineke Voogt beeld: René den Engelsman Is de regelgeving klaar voor regeneratieve geneeskunde? Regeneratieve geneeskunde wordt nog niet volop ingezet. Hoe komt dat? voor, want het is nieuw. Je maakt als onderzoeker Clevers: “Voor behandelingen als stamceltherapie in samenwerking met artsen voor ons onderzoek om een defect in het lichaam mee te repareren is besloten dat de hartklep (zie “Design je eigen hart- het lastig om goedkeuring te krijgen. Lukt het om klep”, red.) minimaal twee jaar moet functioneren de lever van een muis te repareren met minilevers, in een proefdier voor wij de stap naar de mens willen dan geeft dat nog geen vrijbrief om het ook in een maken. Je kunt zo’n proces ook versneld nabootsen klinisch experiment bij mensen te proberen. Deels in het laboratorium, maar het is maar de vraag of is dat terecht. Je werkt met levende cellen. Die kun- dat alle veiligheidsaspecten afdekt en of dat geac- nen zich slecht gaan gedragen – je moet zeker weten cepteerd wordt door de regelgevers.” dus mede zelf de regels. Wij hebben bijvoorbeeld dat de celtherapie die je wilt gebruiken geen kanker in de patiënt veroorzaakt.” Hoe krijgen we regeneratieve geneeskunde van het lab naar de patiënt? Je moet dus aantonen dat een behandeling veilig is. Hoe doe je dat voor een nieuwe therapie? Bouten: “Standaard kost het traject voor een suc- Clevers: “Daar zit nu net het probleem. Op welk ongeveer vijftien jaar. Voor regeneratieve genees- moment is het veilig om een nieuwe techniek toe kunde is dat mogelijk nog meer. Het is best lastig te passen? De cellen die wij kweken, bijvoorbeeld om regeneratieve geneeskunde aan te laten sluiten om leverorganoïden van te maken, zijn zeer stabiel op de dagelijkse klinische praktijk. De stap van en muteren niet. Kanker ontstaat door mutaties. het lab naar de markt is groot, want veel behande- De gekweekte cellen zijn zeer waarschijnlijk dus lingen zijn gewoon duur. Als een nieuwe methode veilig. Maar ook al staan er veel mensen met een dan eenmaal bij de klinische fase is aanbeland, kapotte lever op de wachtlijst, een transplantatie is het de vraag welke patiëntengroep je het eerst met leverorganoïden zal nog niet gaan. Je moet aanpakt. De arts kiest vaak het liefst de minst eerst met allemaal voorbeelden komen waaruit risicovolle groep. Maar patiënten staan daar radicaal blijkt dat het veilig is, maar eigenlijk is dat een anders in, hebben wij gemerkt. Dat is een ethische catch-22: zonder klinische trials zijn die voor- kwestie waar je discussies over moet voeren.” cesvolle nieuwe behandeling van idee tot patiënt beelden niet mogelijk.” Veel onderzoek binnen NIRM was “proof of concept”-onderzoek: Waarom is het zo moeilijk om een behandeling in een klinische studie te testen? Wat zou er moeten veranderen om regeneratieve geneeskunde-behandelingen gangbaarder te maken? Bouten: “Een oplossing ligt bij de jonge generatie. Clevers: “Er heerst grote angst voor een herhaling Niet iedereen wil meegaan in een nieuwe behande- van het softenon-schandaal (waarbij een op grote ling, ook al is die technisch al mogelijk. Je moet schaal gebruikt medicijn tegen ochtendmisselijkheid daarom jonge artsen al heel vroeg in de opleiding bij zwangere vrouwen ernstige afwijkingen bleek te kennis laten maken met deze nieuwe vorm van veroorzaken bij de foetussen, red.). Bovendien heeft geneeskunde en de technologische vooruitgang. regeneratieve geneeskunde ook voor patiënten beschikbaar komt? de farmaceutische industrie het niet zo op celthera- Ze gaan dan zelf meedenken over de mogelijkheden Hans Clevers (Hubrecht Instituut) en Carlijn Bouten (Technische pie. Het is gemakkelijker produceren en verkopen en onmogelijkheden en kunnen een gefundeerder als een behandeling in een pil verpakt zit – levend standpunt innemen. Wil je regeneratieve genees- materiaal is logistiek ingewikkeld. Die weerstand kunde toepassen, dan moet je de artsen meekrijgen.” vormt een grote uitdaging voor ons werk.” Clevers: “De grote uitdaging is om de angst weg Bouten: “Omdat regeneratieve geneeskunde nog een te nemen dat een nieuwe behandeling niet goed vrij jong gebied is, staan veel regels niet eens vast. doordacht en onderzocht is, en daarom fout zal gaan. Bij hoeveel proefdieren moet je hebben laten zien dat We moeten daarom juist ook buiten de medische iets werkt, voor je een klinische trial mag opzetten? wereld kijken: de maatschappij goed informeren, Daar zijn nog niet voor elk geval heldere richtlijnen en discussies voeren in het publieke domein.” uitzoeken of het uitgedachte concept echt werkt. Technische hobbels zijn veelal overwonnen, maar toepassing in de kliniek is een grote stap verder. Is de regelgeving er klaar voor? Wat moet er gebeuren zodat Universiteit Eindhoven) vertellen. 146 147 Life Sciences & Health (LSH) is een van de negen “topsectoren” in Nederland. De topsectoren werden door het Ministerie van Economische Zaken geselecteerd op hun vermogen om een wezenlijke bijdrage te leveren aan de mondiale maatschappelijke uitdagingen. Het bureau van Life Sciences & Health is ondergebracht bij Health~Holland. De topsector LSH omvat een breed scala aan disciplines, van farmacologie tot medische technologie, en van de gezondheidszorg-infrastructuur tot vaccinatie. Om haar missie te realiseren – vitale burgers in een gezonde economie – bouwt de topsector voort op de sterke punten van de voormalige sector Life Sciences & Health om de grootste maatschappelijke uitdagingen in preventie, behandeling en zorg aan te pakken: het verbeteren van de kwaliteit van leven (vitaliteit) en tegelijkertijd de kosten van de gezondheidszorg beheersbaar houden. Op 18 december 2009 werd het onderzoeksvoorstel van LSH-FES gehonoreerd met een FES-bijdrage van 81 miljoen euro door de Nederlandse overheid. Die bijdrage verdubbelde bijna de investering van 95,4 miljoen euro door bedrijven, universiteiten en andere organisaties. Het voorstel werd ingediend door zes onderzoeksconsortia: tEPIS, Cyttron II, NeuroBasic PharmaPhenomics, Virgo, het Dutch Stem Cell Initiative (DCTI) en het Netherlands Institute of Regenerative Medicine (NIRM). Contact: www.health-holland.com, 070-3495404 149 In de conventionele pathologie staan preparaten (microscoopglaasjes) centraal, en om bevindingen met vakgenoten te delen moeten (klinisch) onderzoekers fysiek bijeen komen of preparaten moeten opgestuurd worden. Dit is een inefficiënte en tijdrovende manier om onderzoek te doen en brengt de breekbare en soms onvervangbare pathologische monsters in gevaar tijdens het transport. Het tEPIS-project streeft ernaar dit proces te verplaatsen naar de online wereld, door het opzetten van een online platform voor de opslag en uitwisseling van gedigitaliseerde pathologie-opnamen. Een dergelijke omgeving stelt onderzoekers in staat om preparaten te onderzoeken vanuit hun eigen werkplek en data-analyse uit te voeren op preparaten uit andere studies. Begrijpen hoe veranderingen op moleculair niveau van invloed zijn op de gezondheid van de mens is essentieel om nieuwe diagnostische hulpmiddelen en behandelingen te kunnen ontwikkelen. Dit begrip vergt een allesomvattend beeld – van moleculen via cellen en organen, tot organismen. Huidige bioimagingtechnieken zijn echter beperkt tot één niveau. In Cyttron II werken veertien academische en industriële partners samen om dit probleem te verhelpen. Cyttron II ontwikkelt diagnostische instrumenten en bewerkstelligt de integratie van de gegevens van elkaar aanvullende bioimagingtechnologieën om het hele plaatje, op alle niveaus, te begrijpen en te overzien. Partners Partners Academisch Medisch Centrum Amsterdam www.amc.nl Universitair Medisch Centrum Groningen www.umcg.nl VU medisch centrum www.vumc.nl Academisch Medisch Centrum Amsterdam www.amc.nl Leids Universitair Medisch Centrum www.lumc.nl Philips Electronics Nederland bv www.philips.nl Erasmus Universitair Medisch Centrum Rotterdam www.erasmusmc.nl Universitair Medisch Centrum Utrecht www.umcutrecht.nl Philips Electronics Nederland bv www.philips.nl TU Delft www.tudelft.nl Maastricht University www.maastrichtuniversity.nl Science and Technology Facilities Council www.stfc.ac.uk Erasmus Universitair Medisch Centrum Rotterdam www.erasmusmc.nl Naturalis Biodiversity Center www.naturalis.nl Universiteit Utrecht www.uu.nl FEI Electron optics bv www.fei.com Nikon Instruments Europe bv www.nikoninstruments.eu Virtual Proteins bv (tot december 2013) Universiteit Leiden www.leidenuniv.nl Pepscan Therapeutics bv www.pepscan.com Radboudumc Nijmegen www.radboudumc.nl Contact: Jan-Willem Boiten, [email protected], 06-18639236 Nikolas Stathonikos, [email protected], 088-7556563 150 Contact: www.cyttron.org 151 PharmaPhenomics NeuroBasic PharmaPhenomics is een Nederlands publiek-privaat consortium dat werkt aan de volgende generatie geneesmiddelen voor hersenaandoeningen. Centraal in de benadering staat het op grote schaal en met hoge snelheid kunnen ontwerpen en testen van mogelijk werkzame stoffen die als basis kunnen dienen voor een geneesmiddel tegen hersenaandoeningen. Meer begrip van complexe signaaltransductieroutes heeft geleid tot de identificatie van een groot aantal kandidaat-genen voor grote hersenaandoeningen en het ontwikkelen van specifieke muismodellen. Deze nieuwe modellen maken efficiënter preklinisch onderzoek naar neurologische en psychiatrische ziekten mogelijk, en uiteindelijk ook nieuwe behandelingen voor menselijke patiënten. VIRGO heeft als doel een beter begrip te krijgen van de belangrijkste acute en chronische virale ziekten zoals influenza, hepatitis en aids. Deze virale ziekten komen het meest voor. We bestuderen de wisselwerking tussen virussen die deze ziekten veroorzaken en de gastheer op moleculair en fysiologisch niveau. Partners Partners AIMM Therapeutics Erasmus Universitair Medisch Centrum Rotterdam www.erasmusmc.nl Nederlands Herseninstituut www.herseninstituut.knaw.nl Noldus Information Technology bv www.noldus.com AIMM Therapeutics www.aimmtherapeutics.com Gilead Sciences Nederland bv www.gilead.com Novavax www.novavax.com Vrije Universiteit Amsterdam www.vu.nl Delta Phenomics bv PsyNova Ltd. www.psynova.com Academisch Medisch Centrum Amsterdam www.amc.nl GlaxoSmithKline www.gsk.com Psynova Neurotech psynova.com Universitair Medisch Centrum Utrecht www.umcutrecht.nl Griffin Discoveries bv www.griffindiscoveries.com Synaptologics bv www.sylics.com Bristoll-Myers-Squibb www.bms.com Universiteit Leiden www.leidenuniv.nl Radboudumc Nijmegen www.radboudumc.nl Wageningen Universiteit www.wageningenur.nl Neurasmus bv www.neurasmus.com Erasmus Universitair Medisch Centrum Rotterdam www.erasmusmc.nl Leiden University Medisch Centrum www.lumc.nl Universiteit Utrecht www.uu.nl F. Hoffman-La Roche Ltd. www.roche.com Netherlands Proteomics Center www.netherlandsproteomicscentre.nl Universitair Medisch Centrum Groningen www.umcg.nl Contact: Arjen Brussaard, [email protected], 020-5987003 152 153 DCTI is een onderzoeksinitiatief om bètacel-vervangende therapie te verbeteren en deze therapie beschikbaar te maken voor patiënten met falende bètacellen. Deze patiënten hebben diabetes ontwikkeld doordat de bètacellen in de eilandjes van Langerhans geen insuline meer produceren. De belangrijkste onderzoeksdoelen zijn; de beschikbaarheid te verhogen van eilandjes van Langerhans; factoren identificeren die getransplanteerde eilandjes langer laten functioneren en overleven; en alternatieve locaties voor transplantatie te benutten met behulp van biomaterialen. Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu www.rivm.nl ViroClinics Biosciences www.viroclinics.eu UMC Utrecht www.umcutrecht.nl Vironovative www.vironovative.com Thermo Fisher / Dionex www.dionex.com Partners Diabetes fonds www.diabetesfonds.nl Polyganics www.polyganics.nl Xpand Biotechnology bv www.xpand-biotech.com Galapagos www.glpg.com Universitair Medisch Centrum Groningen www.umcg.nl University of Twente www.utwente.nl Leids Universitair Medisch Centrum www.lumc.nl Contact: www.virgo.nl, [email protected], 010-7044770 154 Contact: E elco de Koning, [email protected], 071-5263964 Aart van Apeldoorn, [email protected], 053-4892153 155 Wanneer iets kapot gaat kun je proberen het te repareren of te vervangen. Zo ook in ons lichaam. Maar hoe repareer je een kapotte hartklep, een beschadigde knie of ernstig verbrande huid? En vooral, hoe repareer je het duurzaam en zonder bijwerkingen? Dat is de uitdagende vraag waar het Netherlands Institute of Regenerative Medicine (NIRM) zich op richt. Het onderzoek is verdeeld in een vijftal aandachtsgebieden: hart en bloedvaten, spieren en botten, bloed, zenuwstelsel en interne geneeskunde. Life Tec Group lifetecgroup.com Pluriomics bv www.pluriomics.com SupraPolix bv www.suprapolix.com Synvolux therapeutics bv www.synvolux.com Partners Absea Biotechnology Ltd www.absea-antibody.com Beckman Coulter Nederland bv www.beckmancoulter.com Encapson bv www.encapson.com Landsteiner Stichting voor Bloedtransfusieresearch www.lsbr.nl PolyVation bv www.polyvation.com Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam www.acta.nl Becton Dickinson Biosciences www.bd.com Feyecon Development & Implementation B.V. www.feyecon.com Lead Pharma Holding bv www.leadpharma.com Xeltis www.xeltis.com PMS 130 / PMS 369 / black Vereniging Nationaal Reumafonds www.reumafonds.nl full color on a light background Araim Pharmaceuticals, Inc. www.araimpharma.com Bender Analytical Holding B.V. www.gatt-tech.com FlexGen bv piculet-biosciences.com Materiomics bv www.materiomics.com Rijk Zwaan Zaadteelt en Zaadhandel bv www.rijkzwaan.com Xpand Biotechnology bv www.xpand-biotech.com full color on a dark background Arcarios bv www.arcarios.com BiOrion Technologies bv www.biorion.com Harbour Antibodies bv harbourantibodies.com Nierstichting Nederland www.nierstichting.nl ServiceXS bv www.servicexs.com in black & white ASkin Nederland www.a-skin.nl 156 CellCoTec bv www.cellcotec.com Hubrecht Organoid Technology hub4organoids.eu Percuros bv www.percuros.com Stichting KWF Kankerbestrijding www.kwf.nl Erasmus Universitair Medisch Centrum Rotterdam www.erasmusmc.nl Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (Hubrecht Instituut) www.hubrecht.eu 157 Leids Universitair Medisch Centrum www.lumc.nl Technische Universiteit Eindhoven www.tue.nl Universiteit Utrecht www.uu.nl Colofon Redactie Joost van der Gevel, Elles Lalieu, Rineke Voogt Radboudumc Nijmegen www.radboudumc.nl Universitair Medisch Centrum Groningen www.umcg.nl VU medisch centrum www.vumc.nl Hoofd/eindredactie Sciencestories.nl, René Rector Vormgeving Parkers, Rick Verhoog en Sara Kolster Infographics Rijksuniversiteit Groningen www.rug.nl Universitair Medisch Centrum Utrecht www.umcutrecht.nl Wageningen Universiteit www.wageningenur.nl Parkers, Marjolein Fennis en Sara Kolster Projectleiding Giovanni Stijnen, NEMO Science Museum Coördinatie Giovanni Stijnen en Sanne Deurloo, NEMO Kennislink Stichting Het Nederlands Kanker Instituut www.nki.nl Universiteit Twente www.utwente.nl ISBN 978-90-807981-4-4 Deze uitgave kwam tot stand dankzij het LSH-FES subsidieprogramma en in samenwerking met NEMO Science Museum (uitgever van NEMO Kennislink) en Herman Verheij (LSH-FES), Jan-Willem Boiten (tEPIS), Christa Recourt (Cyttron II), Annemieke Steenbergen (NeuroBasic PharmaPhomics), Paul Huber (Virgo), Margot Beukers (DCTI), en Marja Miedema en Miriam Boersema (NIRM) Kijk voor actuele informatie over de onderwerpen in deze uitgave op: www.nemokennislink.nl Contact: Ruud Bank, [email protected], 050-3618043 Rini de Crom, [email protected], 010-7043063 158