Samenvatting Anti-hormonale therapie bij mammacarcinoom: Vraag

advertisement
Samenvatting Anti-hormonale therapie bij mammacarcinoom:
Vraag:
Hoe is de zorg rond anti hormonale therapie in jouw ziekenhuis georganiseerd?
Vraagsteller:
Marieke Schreuder-Cats
Verpleegkundig specialist i.o
UMC Utrecht
1.
Wie schrijft de antihormonale therapie voor?
5 VS schrijven voor
Internist-oncoloog: 11 → volgens richtlijn
Chirurg: Internist-oncoloog of chirurg: 6 → (2 x alleen postmenopauzale patiënten bij chirurg)
Verpleegkundig specialist of internist-oncoloog: 3
Verpleegkundig specialist: 1 → ook de switch
Internist,chirurg, Radiotherapeut of VS: 2
VS1: Internist -oncoloog
VS2: Oncoloog of chirurg
VS3: De behandelende oncoloog
VS4: De oncoloog
VS5: oncoloog
VS6: Meestal de internist-oncoloog aansluitend aan de chemotherapie. Chirurg bij palliatieve
behandeling
VS7: RT, Chirurg, VS, Internist.
VS8: Sinds kort alleen de internist- oncoloog/ verpleegkundig specialist en niet meer de chirurg
VS10; oncoloog
VS11: De medisch specialist
VS12: VS i.s.m. internist
VS13: Ip de medisch oncoloog, deze bespreekt ook met de patiënt de uitkomsten van Adjuvant
Online. Geeft daarnaast de patiënt hier een kopie van mee en reikt schriftelijke informatie (op maat
gemaakt) uit aan de patiënt ter voorbereiding op gesprek bij VS (enkele dagen later)
VS14: Oncoloog (en soms de chirurg als patiënt niet op oncologie is geweest voor chemotherapie).
VS15: internist oncoloog
VS16:internist-oncoloog
VS17: alle premenopauzale patiënten blijven bij de internist-oncoloog en postmenopauzale patiënten
bij de chirurg. VS mammachirurgie en oncologie zijn vast aanspreekpunt voor support, advies en tips.
VS18: Behandelaar: Premenopauzale vrouwen: internist oncoloog, Postmenopauzale vrouwen:
chirurg. Vervolgrecept door VS HLK
VS19: VS MO zelfstandig, ook switch
VS20: Internist-oncoloog en VS MO
vpk1: Internist-oncoloog
vpk2: Medisch oncoloog
Vpk3: internist-oncoloog
2.
Wie geeft de voorlichting?
VS1: Verpleegkundig specialist oncologie
VS2: Oncoloog of chirurg
VS3: De behandelende oncoloog
VS4: De mammacare verpleegkundige of VS oncologie
VS5: oncoloog of verpleegkundig specialist
VS6: Internist – oncoloog en de chirurg
VS7: VS chirurgie, VS interne en voorlichtingscentrum.
VS8: de eigen casemanager/ verpleegkundig specialist
VS10: VS
VS11: Dat is niet duidelijk geregeld zoals eerder beschreven.
MS_juni_2013
VS12: Meestal de Vs en soms de internist
VS13: De medisch oncoloog (zie hierboven) en hierna naar de VS (interne oncologie)
VS14: Oncoloog (Chirurg…?)
VS15: Internist oncoloog en regieverpleegkundige. Regieverpleegkundige is gespecialiseerd
oncologie verpleegkundige of met al dan niet aangevuld met opleiding vs
VS16: internist-oncoloog
VS17: VS mammachirurgie en oncologie en chirurg en internist-oncoloog.
VS18: VS, nu nog alleen door mij, maar in toekomst ook door VS oncologie
VS19: beiden
VS20: beiden
vpk1: Proberen we te standaardiseren naar de verpleegkundigen op het oncologiespreekuur
vpk2: Medisch oncoloog en evt chirurg als patiënt eventueel vragen heeft tijdens controles.
Vpk3: beiden
3.
Hoe ziet de voorlichting eruit?
VS1: Mondeling en schriftelijk
VS2: Geen idee, maar kan nooit uitgebreid zijn gezien de politijd die beschikbaar is
VS3: De voorlichting wordt gegeven in combinatie met een gesprek ter afsluiting van chemotherapie of
een diagnosegesprek. Er wordt geen gebruik gemaakt van schriftelijk informatiemateriaal.
VS4: Veelal mondeling omdat we vaak alleen telefonisch contact hebben of indien wenselijk schriftelijk
door de VS. Ik weet niet hoe de mammacare dit doet
VS5: afhankelijk van oncoloog die deze geeft. Kort bondig enkele bijwerkingen en medicatie
voorschrift
VS6: Zeer minimaal, folder KWF en dat het gaat om 1 pilletje per dag
VS7: Mondeling en folders KWF
VS8: Iedere patiënt heeft een casemanager/ aanspreekpunt. Goede voorlichting bij start van de
hormonale therapie: mondeling, schriftelijke informatie via supplement informatiewijzer borstkanker,
lifestylegids, filmpje via digitaal borstinformatiecentrum. Therapietrouw bespreken in FU gesprekken.
Bij bijwerkingen extra consult om de bijwerking uit te vragen en advies te geven over evt interventie
VS10: Mondeling, nog niet op schift, wil dit wel tzt gaan doen als SIB op maat
VS11: Folder materiaal als het mee zit, maar ook dat wordt moeilijker aangezien een farmaceut
gestopt is met het maken van folders over tamoxifen en arimidex. Bij ons is de keuze gemaakt om
deze nu zelf te maken.
VS12: Mondelinge uitleg en een anamnese en soms lab controle
VS13: Nagaan gesprek medisch oncoloog, zo nodig herhalen. Nagaan begrip AdjuvantOnline, zo
nodig herhalen. Nagaan schriftelijke informatie en voorbereiding patiënt
Mondelinge voorlichting middels QPS (behoefte patiënt)
VS14: Doel en bijwerkingen therapie, adviezen t.a.v. zuivelproducten en bewegen.
VS15: Mondeling door internist oncoloog, schriftelijk door middel van informatie in patiënten informatie
dossier, soms aangevuld met specifieke folders zoals bij bestaande problematiek (afhankelijk van de
aard)
VS16: mondeling door internist oncoloog m.b.v. adjuvant online. Bij afrondingsgesprek CHT.
VS17: mondeling aan het einde van de chemotherapie + schriftelijk middels eerder genoemde folders.
VS18: Powerpoint met uitleg over werking en bijwerkingen
VS19: groepsvoorlichting en individuele voorlichting. Ook patiënten uit andere ziekenhuizen komen
naar groepsvoorlichting van Gelre ziekenhuizen
VS20: spreekuur bij VS
vpk1: Werking en symptomen van het betreffende middel
vpk2: Patiënten op de hoogte brengen van de meerwaarde van hormoontherapie, wat de werking van
het medicijn is en wat de bijwerkingen zijn.
Vpk3: bij start uitgebreide voorlichtingsfolder, 1mnd na start tel. Consult a.h.v. klachtenscorelijst.
4.
Hoe vaak komt de patiënt terug voor follow up van de antihormonale therapie en bij wie?
e
VS1: 1 jaar iedere drie maanden afwisselend bij de internist oncoloog en de verpleegkundig specialist
VS2: Pt komt standaard voor follow up terug voor het ziektebeeld, niet vanwege evaluatie HT. Komt
terug bij specialist. De patienten komen ook 1 maal per jaar bij ons als verpleegkundig specialisten
voor de jaarcontrole mamma. Wij proberen dan zeker ook aandacht te hebben voor klachten rondom
het gebruik van de HT, maar patienten zijn dan al wel een jaar verder
MS_juni_2013
VS3: Patiënten worden "gecontroleerd" door de oncoloog veelal drie maanden na aanvang van de
behandeling en verder jaarlijks.
VS4: Volgens de richtlijn afgewisseld bij de mammacareverpleegkundige en de oncoloog
VS5: jaarlijks bij oncoloog of verpleegkundig specialist. Na start belafspraak na 1 maand
VS6: Premenopauzale vrouwen 3 maandelijks bij de internist oncoloog
Postmenopauzale vrouwen tijdens de jaarlijkse follow-up bij de chirurg
VS7: Vaak bij de VS chirurgie. Bij VS interne 3 mnd na start en bij eventuele switch en bij
klachten/vragen.
VS8: Het bespreken van dd therapietrouw en de aandacht voor bijwerkingen is onderdeel van het
gewone FU schema. Iedere pte krijgt in nazorggesprek een individueel FU schema afhankelijk van
welke behandelingen er gegeven zijn. Als pte alleen HT krijgt zonder chemo wordt er gecontroleerd
door chirurg, verpleegkundig specialist en internist- oncoloog. Waarbij de internist –oncoloog pte pas
weer terug ziet bij de hormoonswitch. Tussentijds tel. contact, 6 weken na start. in eerste jaar 4x 2x
oncoloog, 2x VS. daarna jaarlijks zo mogelijk i.c.m. chirurgische f-up.
VS10: Volgens landelijke richtlijn. Enkele pat zijn vast bij stafleden. Overige pat worden overgedragen
aan de VSio
VS11; Volgens FU-schema bij adjuvante patiënten. Bij gem. ziekte à 6-8 weken bij oncoloog.
VS12: Belafspraak 6 weken na start, 3 maanden na start consult poli. Daarna alleen bij de switch of bij
klachten. VS13: Volgens de richtlijn.
1x bij VS 6-9 weken na start, hierna ip bij medisch specialist (in geval van endocriene therapie altijd bij
oncoloog, afwisselend met de chirurg of radiotherapeut).
N.a.v. casemanagement misschien andere rol in FU voor VS? Echter deze moet mi dan wel het
bezoek van de arts vervangen, anders komt de pat te vaak terug of wordt de zorg teveel versnipperd.
VS14: 6 weken na start bij oncoloog/VS oncologie. Daarna i.p. 1 keer per jaar bij oncoloog.
Als chirurg hormonale therapie voorschrijft vallen controles samen met reguliere follow-up controle bij
chirurg/ VS-chirurgie.
VS15: Standaard eenmaal na ongeveer 3 maanden, switch en eind, In studie afhankelijk v prot.
VS16: 2 keer per jaar
VS17: eens in de 3 a 6 mnd bij de internist-oncoloog of bij de chirurg / VS mammachirurgie
VS18: I.p. een maal na 2-3 mnd bij mij. Afhankelijk van de klachten vaker.
VS19: alle hoog-risico (premenopauzaal , positieve okselklieren) patiënten komen bij de VS MO
Eerst voorlichtingsgesprek en voorschrift bij start, dan na 6 weken consult poli en na 12 weken.
Daarna 2 x per jaar. Frequentie is afhankelijk van wens patiënt.
VS20: 3 maandelijks bij internist-oncoloog
vpk1: Nu bij start en 8 weken nadien, zijn nog bezig om uit te kristalliseren welke termijn vasthoudend
wenselijk is als follow-up. (verpleegkundig)
vpk2: De patiënten komen het eerste jaar terug om de 3 maanden afwisselend bij medisch oncoloog,
chirurg en evt radiotherapeut. Daarna elk half jaar en 2 jaar ieder jaar.
5.
Heb je ervaring met groepsconsulten t.a.v. AHT?
Nee: 23
Ja: VS1: nee
VS2: nee,
VS3: nee
VS4: nee
VS5: nee
VS6: nee
VS7: Ja, voor de uitleg van mammaoperaties.
VS8: nee
VS9: VS10: nee
VS11: nee
VS12: nee
VS13: nee, niet bij endocriene therapie, wel wel bij Herstel &Balans
VS14: nee
VS15: nee, zelf niet Harderwijk wel/AVL ook voor bepaalde voorlichting
MS_juni_2013
VS16: nee, we hebben wel een groepsinformatie avond 5x per jaar waarbij gerelateerde onderwerpen
zoals oncologische revalidatie, gewichtsbeheersing, psych. Soc. Hulp worden besproken. Iedere
patiënt die start met chemotherapie gaat zo’n avond meestal bijwonen. Hormoontherapie is ook een
van de onderwerpen.
VS17:nee
VS18:nee
vpk1: nee
vpk2: nee
6.
Heb je ervaring met gezamenlijke medische consulten?
Nee: 22
Ja: 1
Wel 2 groepsvoorlichting.
VS1: nee
Vs2: nee
VS3: nee
VS4: nee
VS5: nee
VS6: nee
VS7: nee
VS8: nee
VS9: nee
VS10: nee
VS11: nee
VS12: nee
VS13: nee
VS14: nee
VS15: nee
VS16: nee
VS17: ja, Door de VS-mammachirurgie chirurg worden wel groepsconsulten gedaan in de follow-up na
mammachirurgie
VS18: nee
VS19: nee, maar in het Rivierenland ziekenhuis in Tiel worden GMC’s gedaan met ongeveer 6-8
patiënten gelijk. Zij laten patiënten 1 keer per jaar op de poli komen voor een GMC’s. Zowel artsen,
VS als patiënten zijn heel tevreden hierover. Voor meer informatie contact opnemen met Tineke
Kempees
VS20: nee
VS21: nee
vpk1: nee
vpk2: nee
7.
Opmerkingen
VS3: “Mijn enquête zal inhoudelijk weinig bijdragen omdat de internist-oncologen zich hier bezig
houden met voorlichting en controle bij hormoontherapie. De contacten die ik sporadisch heb met
deze patiënten ervaar ik zelf als zinvol. Op een of andere manier lukt het echter niet om de artsen te
overtuigen van de zin van doorverwijzing naar mij. In ieder geval vond ik dat ik mijn goede wil moest
tonen naar aanleiding van jouw verzoek”.
VS6: “ik hoop dat er een mooie landelijke richtlijn uit voort komt over de begeleiding van deze groep
patiënten want dat is hard nodig”.
VS19: deze groep is echt een ondergeschoven kindje.
VS19: Ik merk dat door de komst van de Alexander Monro kliniek patiënten meer gaan
onderhandelen. Als bijvoorbeeld de operatie niet snel genoeg gepland wordt dan horen we regelmatig
dat patiënten dan naar dat ziekenhuis willen.
VS19: Celine Zoetbrood werkt in de Gelre ziekenhuizen in Zutphen haar MANP eindopdracht gaat ook
over AHT.
MS_juni_2013
VS19: het valt mij op dat de groep borst kankerpatiënten veeleisender is dan patiënten met andere
tumoren. Er zijn meer contactmomenten. Vooral gericht op behoefte aan begeleiding maar ook op
extra controles op terugkeer van de ziekte i.v.m. angst hiervoor.
VS19: ik doe zelf ook LO tijdens alle consulten om bekwaam te blijven.
MS_juni_2013
Download