ZUIDPOOL Of ANTARCTICA Een informatiepakket voor een werkstuk of spreekbeurt COLOFON Tekst: Luit van der Glas Illustraties: CMO en zijn licentiegevers, Flickr. Afbeelding voorzijde: rotsspringer (rockhopper) De inhoud is met zorg samengesteld. Mocht u van mening zijn dat inbreuk is gedaan op uw auteursrechten of beeldrechten, dan verzoeken wij u vriendelijk contact met ons op te nemen via [email protected]. Centrum voor Mondiaal Onderwijs Postbus 9108 6500 HK Nijmegen tel. 024-3613074 e-mail: [email protected] http://www.cmo.nl De Scriptieservice Nieuwe Stijl is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van Kerk en Wereld en door een solidariteitsbijdrage van de gezamenlijke religieuzen in Nederland via de commissie PIN. © Centrum voor Mondiaal Onderwijs, Nijmegen, 2009 II INHOUD Deel 1 De Zuidpool: een bijzondere plek Helemaal onderaan de aardbol De Zuidpool; wat is dat eigenlijk? De grootste ijsmassa ter wereld Het koudste klimaat ter wereld De poolnachten De magnetische zuidpool en het zuiderlicht pag. 1 pag. 2 pag. 3 pag. 4 pag. 5 pag. 6 pag. 7 Deel 2 Dierenleven op en rond de Zuidpool Voedselketen, diersoorten Keizers en keizerinnen op de Zuidpool april en mei Keizers en keizerinnen op de Zuidpool juni t/m augustus Natuurlijke vijanden van de keizerspinguïn Alle pinguïnsoorten op een rijtje Afstandskampioenen: de albatros en de noordse stern Zuiderbreedte pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. Deel 3 De mens en de Zuidpool Ontdekkingsreizigers, walvisvaart en visserij Toeristen Avonturiers Het verdrag van Antarctica Wetenschappers op de Zuidpool: onderzoek(stations) Wetenschappers op de Zuidpool: weer en klimaat Wetenschappers op de Zuidpool: geschiedenis in het ijs Is er toekomst voor de Zuidpool? pag. 16 pag. 17 pag. 18 pag. 19 pag. 20 pag. 21 pag. 22 pag. 23 pag. 24 Aantekeningen pag. 25 Meer op internet pag. 27 III 8 9 10 11 12 13 14 15 IV DE ZUIDPOOL: EEN BIJZONDERE PLEK Geloof het of niet: na het lezen van dit boekje zou je alleen met deze afbeelding hierboven je spreekbeurt over de Zuidpool kunnen houden. De belangrijkste zaken staan er namelijk op: 1) Je ziet hier de rand van de grootste ijsmassa ter wereld. 2) Je ziet belangrijke natuurlijke bewoners van het zuidpoolgebied; pinguïns. 3) Je ziet een schip: mensen hebben ook interesse om naar de Zuidpool toe te gaan. Zo hebben we dit boekje ook ingedeeld. Het eerste hoofdstuk gaat over zaken die van de Zuidpool een bijzondere plek maken. Het tweede hoofdstuk gaat over het dierenleven op en rond de Zuidpool. Met name de keizerspinguïn en zijn natuurlijke vijanden krijgen veel aandacht. Het derde hoofdstuk gaat over ‘de mens en de Zuidpool’. Dan nog een tip en een ‘weetje’. De tip: als jij je spreekbeurt gaat houden dan zou je de afbeelding hierboven kunnen uitdelen aan je klasgenoten. Vertel vooraf niet precies waar jij je spreekbeurt over houdt maar zeg wel dat het onderwerp alles te maken heeft met de afbeelding. Je kunt dan vragen of iemand een idee heeft waar jouw spreekbeurt over gaat. Het ‘weetje’; pinguïns komen alleen voor ten zuiden van de evenaar; dus zie je ijs en pinguïns, dan weet je altijd zeker dat je in het zuidpoolgebied zit. 1 Helemaal onderaan de aardbol De Zuidpool (of Antarctica) ligt aan de onderkant van de aarde. Het is echt handig als je er eerst ook even een aardbol bij pakt. Of doe het met Google Earth. Draai de wereldbol zo dat je Nederland recht voor je hebt. Kantel dan de onderkant naar je toe en zie: het ziet er dan ongeveer zo uit als op de afbeeldingen links hiernaast. De kleine afbeelding met de witte vlek, een satellietfoto, maakt meteen duidelijk dat de Zuidpool bijna helemaal met ijs en sneeuw is bedekt. Op de andere afbeelding links zie je welke werelddelen het dichtst bij de Zuidpool liggen. Linksboven zie je het puntje van Zuid-Amerika: Kaap Hoorn. Dit is de kortste weg per schip of vliegtuig naar het westelijk gedeelte van de Zuidpool (ongeveer 800 kilometer). Australië en Nieuw-Zeeland liggen het dichtst bij het oostelijke gedeelte van de Zuidpool (ongeveer 1500 kilometer). Ook zie je nog het puntje van ZuidAfrika: Kaap de Goede Hoop; dat ligt toch alweer een aantal duizenden kilometers van de Zuidpool vandaan. De zee direct om de Zuidpool heen noemen we de Zuidelijke Oceaan. Tot slot zie je diverse eilandengroepen rondom het werelddeel liggen. Dit noemen we subantarctische eilanden. Dat betekent zoiets als ‘in de buurt van’ Antarctica. 2 Wat is dat eigenlijk; de Zuidpool? 1) Als we het over de Zuidpool hebben wordt hiermee niet altijd precies hetzelfde bedoeld. Officieel is de Zuidpool het vasteland en het water dat binnen de zuidelijke poolcirkel ligt. (zie op de Duitstalige kaart hieronder de gestippelde cirkellijn “südlicher polarkreis”). Zie dat er kleine stukjes vasteland net buiten vallen. 2) Daarnaast zie je nogal eens dat met de Zuidpool het hele gebied met alle eilanden eromheen bedoeld wordt. Soms wordt de drijfijsgrens dan als maatstaf genomen: hieronder zie je een stuk van die drijfijsgrens lopen: het is de buitenste witte stippellijn. In je atlas kun je hem helemaal opzoeken als je nieuwsgierig bent. Weer anderen nemen de 60e breedtegraad als buitengrens van het gebied. 3) Anderen bedoelen met de Zuidpool het punt precies onderaan de aardbol: zie de afbeelding links waarop je een rode punt ziet met “south pole” en op de kaart hieronder te zien als “Geographischer Südpol”. Dit noemen wij de geografische zuidpool. In de meeste landen wordt het begrip ’Antarctica’ gebruikt. In dit boekje spreken we doorgaans over de ‘Zuidpool’. Meestal bedoelen we daarmee het vasteland zoals je hieronder ziet. Maar als we het over het grotere gebied hebben, dan vertellen we dat er vooraf bij. * Tot slot voor de experts onder ons: er is ook nog een ’magnetische zuidpool’. Dat punt zie je in de zee rechtsonder op zo’n 2500 kilometer van de geografische zuidpool liggen (zie “magnetischer Südpol”). Zie meer op pagina 7. 3 Hierboven zie je een vliegtuig dat over het Transantarctisch gebergte heen vliegt. Dit gebergte verdeeld het continent in West- en Oost-Antarctica. Continent met de grootste ijsmassa op aarde De Zuidpool is kort gezegd een grote landmassa (net zo groot als Australië) die het hele jaar door voor 98% bedekt is met ijs. Dit Zuidpoolijs is landijs. De ijsmassa op de Zuidpool is gemiddeld meer dan 2 kilometer dik. ‘Gemiddeld’ wil hier zeggen dat de ijslaag op sommige plekken enkele honderden meters dik is maar op andere plekken wel 4 kilometer dik. Het is verreweg de grootste ijsmassa op aarde. Op de kleine afbeelding hieronder zie je een lijn van A naar B. De afstand van Westnaar Oost-Antarctica is maar liefst 5000 kilometer. Die afstand zie je terug op de liggende, horizontale lijn op de grotere afbeelding. De rechtopstaande lijn links (zie –1, 0, 1, 2, 3 ,4) geeft de hoogte in kilometers weer. ‘0’ is de zeespiegel. Het grijze gedeelte is de landmassa. Het witte gedeelte is de ijsmassa. Zo zie je dat de ijsmassa op sommige plekken wel 3 kilometer dik is. Wat je ook kunt zien is dat er stukken land zijn die bijna 2 kilometer onder de zeespiegel liggen! 4 Het koudste klimaat op aarde Op de Zuidpool heerst net als op de Noordpool een poolklimaat. Het ‘warmst’ wordt het op het westelijke schiereiland. Daar komt de temperatuur ’s zomers af en toe boven het vriespunt. Het koudst is het op het hooggelegen oostelijke vasteland. Daar wordt het ’s winters vaak –70 of zelfs –80 graden Celsius. Het klimaat is ook uiterst droog omdat koude lucht weinig waterdamp kan bevatten. Wat er jaarlijks aan neerslag valt, meestal in de vorm van sneeuw, is te vergelijken met hoeveelheden neerslag die in woestijnen naar beneden komt. Rondom de geografische Zuidpool valt jaarlijks slechts zo’n 50 mm neerslag, daarbuiten gemiddeld 200 mm. In Nederland valt per jaar gemiddeld zo’n 800 mm neerslag. De wind: rondom de Zuidpool (op zo’n 3 kilometer hoogte) ligt het hele jaar door een hogedrukgebied. Deze lucht zoekt zich een weg naar lagergelegen gebieden en naar de kust. Daar ontstaan dan regelmatig sneeuwstormen. De kou en de droogte zorgen ervoor dat er geen bomen en zelfs geen planten groeien op de Zuidpool. (Behalve korstmossen op plekken waar geen ijs ligt.) Er is een aantal redenen aan te geven waarom het zo koud is op de Zuidpool. 1) Het zonlicht wordt door de witte kleur van ijs en sneeuw direct teruggekaatst. Zodoende wordt er veel minder warmte opgenomen. 2) De zon staat nooit hoog aan de hemel in de poolgebieden; ook niet in de midzomernachtperioden. 3) De aarde staat in een gekantelde positie ten opzichte van de zon. Hierdoor kan gedurende een aantal maanden de zon de poolgebieden niet beschijnen. 4) Op de Zuidpool is het nog kouder dan op de Noordpool: dit komt vooral door de hoogte. Hoe hoger je komt hoe kouder het immers is. 5 De poolnachten Een andere reden waarom we de Zuidpool een bijzondere plek kunnen noemen, is dat er gedurende een halfjaar op de geografische Zuidpool geen zon schijnt (van 21 maart t/m 21 september). Dat noemen we de poolnacht. Hier is een verklaring voor; 1) De aarde is bolvormig en de Zuidpool ligt helemaal aan de onderkant van die bol. 2) De aarde staat gekanteld ten opzichte van de zon. noorden: lente zuiden: herfst noorden: zomer noorden: winter zuiden: winter zuiden: zomer noorden: herfst zuiden: lente Kijk even mee op de afbeelding hierboven. Je ziet hier de aarde om de zon draaien in 4 seizoenen. En je ziet dat de aarde scheef staat ten opzichte van de zon. Kijk nu eens naar de linker aardbol. En kijk eens naar de Z van Zuidpool: de zon kan er niet bij! Het blijft donker op de Zuidpool. In diezelfde periode gaat de zon niet meer onder op de Noordpool! Het blijft er licht. Dit noemen we de midzomernachtperiode. Hierboven zie je een foto genomen op het vasteland van Antarctica tijdens de poolnacht rond het middaguur. In de gebieden die iets verder weg van de geografische polen afliggen is er ook een poolnacht alleen duurt deze korter. In het gebied waar de keizerspinguïn broedt, aan de rand van het Zuidpoolcontinent blijft het ongeveer 4 weken lang helemaal donker. 6 De Zuidpool als magnetische pool Wij mensen kunnen het niet zien maar van noord naar zuid loopt een aardmagnetisch veld. Dat verklaart ook de werking van een kompas. Een kompas is een apparaatje dat de horizontale richting van het magnetische veld aangeeft. De kant die naar de magnetische Noordpool wijst heeft meestal een likje rode verf. De magnetische noordpool van de aarde ligt op ongeveer 1000 km van de geografische noordpool. De magnetische zuidpool ligt op ongeveer 2500 km van de geografische Zuidpool. (zie de kaart op pagina 3). Omdat de magnetische polen ver van de geografische polen liggen wijst een kompas bijna nergens precies naar het noorden en het zuiden. Het zuiderlicht Het zuiderlicht of Aurora australis is een lichtverschijnsel aan de (nachtelijke) hemel dat je doorgaans niet al te ver van de geografische zuidpool kunt zien. Het zijn schitterende kleurentaferelen. Ze worden veroorzaakt door zonnedeeltjes die in aanraking komen met het aardmagnetisch veld. Je ziet het zuiderlicht in allerlei gedaantes en kleuren. Het schouwspel speelt zich op enkele honderden kilometers boven het aardoppervlak af. 7 DIERENLEVEN IN HET ZUIDPOOLGEBIED Het aanbod van krill In het algemeen geldt: daar waar dieren voorkomen is er voedsel te vinden. En vaak zijn er voortplantingsmogelijkheden. Stel je bij dit hoofdstuk de Zuidpool maar voor als het gebied met de zee en eilanden eromheen tot aan ongeveer de pakijsgrens. Veel vogels maar ook walvissen en robben leven buiten de broedseizoenen ’nomadisch’. Ze zwerven door het hele gebied heen. Een aantal walvissoorten trekt zelfs richting de evenaar om hun jongen ter wereld te brengen. In maart heeft het pakijs zich op een aantal plekken bijna teruggetrokken tot op het vasteland. In september is het maximaal aangevroren. In het voedselaanbod en het voortplantingsgedrag op de Zuidpool spelen zomer- en winterseizoen een belangrijke rol. De koude wateren rondom de Zuidpool zijn enorm voedselrijk. Als het zomer wordt (rond november) en het ijs gaat smelten, vindt er letterlijk een explosie van het aanbod aan krill plaats. Het krioelt ervan. Daarom komen heel veel dieren zoals walvissen, pinguïns en robben in de zuidpoolzomer naar de Zuidpool toe. Ze bouwen hier belangrijke vetreserves op waarna ze vaak naar hun voortplantingsgebieden gaan. krill Krill is de verzamelnaam voor kleine, zo’n 5 cm grote, garnaal– en kreeftachtige diertjes. Er bestaan meer dan 80 soorten Antarctische krill. En deze kleine diertjes spelen een grote rol. Zonder krill zou er nauwelijks dierenleven mogelijk zijn op de Zuidpool. Alle andere dieren leven er namelijk van, direct of indirect. Diersoorten. In het zuidpoolgebied vind je geen landzoogdieren. Wel vind je er: vissen, vogels, robben, en walvissen. Pinguïns vermelden we (als niet vliegende vogels) apart omdat ze overal in het zuidpoolgebied voorkomen en daardoor zo karakteristiek zijn voor het hele gebied. ijsvis Vissen: van de twintigduizend vissoorten die er rondzwemmen op onze planeet leven er slechts 120 soorten in het zuidpoolgebied. Zij zijn helemaal aangepast aan het leven in het koude water. Weddellzeehonden 8 Robben: De volgende robbensoorten kun je in het zuidpoolgebied tegenkomen; de antarctische perlsrob, de krabbeneter, de rosszeehond, de weddellzeehond, de zeeolifant en het zeeluipaard. Vogels: In het hele zuidpoolgebied broeden ruim 40 vogelsoorten, bijna allemaal zeevogels: aalscholvers (2 soorten), albatrossen (7 soorten), jagers (3 soorten), sterns (2 soorten), stormvogels (17 soorten),pinguïns (7 soorten) en ijshoenders (2 soorten). blauwoogaalscholvers Pinguïns: van de achttien pinguïnsoorten die er leven op aarde (zuidelijk halfrond) komen er 7 in het zuidpoolgebied voor. Alleen de adeliepinguïn en de keizerspinguïn broeden op het vasteland van de Zuidpool. De ezelspinguïn zie je rechts hiernaast ’aan de wandel’. Daarnaast kun je de macaronipinguïn, de rotsspringer, de kinbandpinguïn en de koningspinguïn tegenkomen. Zie voor de andere afbeeldingen pagina 13 het sneeuwstormvogeltje Walvissen: er zijn balein– of baardwalvissen en tandwalvissen. Balein– of baardwalvissen filteren met dunne platen die in hun bek hangen plankton, krill en andere kleine zeedieren uit het water. De volgende baleinwalvissen kun je in het gebied tegenkomen: de blauwe vinvis (het grootste zoogdier op aarde), de gewone vinvis, de dwergvinvis, de bultrug, de noordse vinvis en de zuidkaper. ezelspinguïns Tandwalvissen hebben zoals de naam het al zegt tanden. Hun voedsel bestaat doorgaans uit grotere prooien. De orka en de potvis komen in het zuidpoolgebied voor. De potvis eet voornamelijk reuzeninktvis. En de orka jaagt veel op zeehonden maar ook op pinguïns. bultrugwalvis 9 Keizers van de Zuidpool Als het hier in Nederland zomer is en meestal lekker warm, is het in het zuidpoolgebied hartje winter. Het is daar dan maandenlang helemaal donker. En verschrikkelijk koud. De temperatuur is er dagelijks zo’n min 60 graden Celsius. Je zult het bijna niet geloven: er is een dier dat juist dan het zuidpoolijs opzoekt. Dat doen ze waarschijnlijk al duizenden jaren. We hebben het over de keizerspinguïn. Wat daar achter zit, lees je in dit hoofdstuk. In april komen de volwassen en geslachtsrijpe keizerpinguïns het ijs op om zich te verzamelen. Ze hebben zich van december tot maart volgegeten. Tegoedgedaan aan al het krill dat er rondzwemt in de zuidpoolzomer. Na ongeveer een week gaan ze lopen. Het is een voettocht van 100 kilometer. Voor een gemiddeld mens is dat veel maar voor pinguïns is het een reuzenafstand. Stappen is vermoeiender voor pinguïns dan voor mensen. Daarom glijden ze ook veel peddelend op hun buik. Ze zijn op weg naar hun geboorteplek. Eenmaal aangekomen op hun plek gaan ze een partner zoeken. Als zich koppeltjes gevormd hebben gaan ze paren. Tegen de maand mei begint het licht uit de lucht te verdwijnen vanwege de poolnacht. Ook blijft de temperatuur zakken. Bovendien zijn er regelmatig sneeuwstormen. De enige bescherming tegen de kou is de groep zelf. Door dicht tegen elkaar aan te gaan staan wordt de warmte behouden. Om nog iets van vocht binnen te krijgen consumeren ze kleine hoeveelheden stuifsneeuw. En eindelijk, na lang wachten in de extreme kou, zien we dan rond begin juni de eerste vrouwtjes die een ei leggen. Ze houden het warm in een plooi onderaan hun lichaam. De mannetjes hebben ook zo’n plooi. Zodra het ei is gelegd heeft het koppel nog maar een doel: het jong in het ei in leven houden. 10 De uitgehongerde wijfjes moeten onmiddellijk terug naar zee. Ze verliezen namelijk een derde van hun lichaamsgewicht door de aanmaak van het (grote) ei. Voordat het wijfje naar zee vertrekt moet ze het ei aan het mannetje toevertrouwen. En dat moet meteen goed gaan. Sommige jonge, onervaren koppels gaan overhaast te werk; het ei rolt de verkeerde kant op en bevriest onmiddellijk. Overal liggen verloren eieren. Deze pinguïns, mannetjes en vrouwtjes, blijven na het verlies van het ei niet langer; ze lopen terug naar zee en proberen het een jaar later weer opnieuw. Ze leggen dus niet, zoals sommige vogelsoorten doen, nog een tweede of derde maal eieren. De vader zorgt voor het ei. Hij zal het ei 2 maanden lang (juli/augustus) tegen een snijdende kou beschermen. En dat terwijl er regelmatig sneeuwstormen zijn met orkaankracht en de temperatuur inmiddels is gezakt tot min 60 graden. De uitgeputte wijfjes moeten zoals gezegd onmiddellijk vertrekken anders sterven ze van de honger. De terugkeer naar zee is moeilijker omdat door de winter zich nieuw ijs heeft gevormd aan de randen. Ze moeten dus vele kilometers langer lopen. Eenmaal aangekomen bij de eerste gaten in het ijs of bij de zee zelf, duiken de vrouwtjes meteen in het water op zoek naar kreeftjes en vissen. Pinguïns kunnen tot zo’n 500 meter diep duiken en een kwartier hun adem inhouden. 11 Hierboven zie je nog een geduchte vijand van de pinguïns op de Zuidpool: de reuzenstormvogel: zodra de kuikens op het ijs rondlopen komen ze er aanvliegen om een kuiken te doden. Maar er dreigt ook gevaar: er liggen daar een aantal vijanden op de loer. Met een hap kan een zeeluipaard twee levens vernietigen: dat van de moeder en dat van haar kuiken, dat straks nooit eten genoeg zal krijgen. Tegen de maand augustus weten de wijfjes dat het tijd wordt om terug te keren: voor de derde keer ondernemen ze hun lange tocht. Een zeeluipaard op de loer De gevaarlijkste natuurlijke vijand is de skua. Die zie je hierboven. Het is een jager, een soort roofmeeuw. Skua’s broeden vaak in de buurt van pinguïnkolonies. Ze roven pinguïneieren en jagen vooral op kuikens. Ook zijn er nog 2 ijshoenders die op pinguïneieren loeren. (die noemen we ook wel zuidpoolkippen). De mannetjes moeten beschutting zoeken maar ook in beweging blijven, niet alleen om hun eigen lichaamswarmte op peil te houden maar ook dat van hun pasgeboren kuiken. De vader heeft inmiddels al 4 maanden niet gegeten! Als de wijfjes niet snel terugkeren zal hij het kuiken noodgedwongen achterlaten en naar de voedselrijke zee stappen: een andere keus heeft hij niet!. Hij heeft nog wel een melkachtige vloeistof bewaard in zijn keel: hier kan hij het kuiken een paar dagen mee voeden. September: de wijfjes die de tocht terug overleefd hebben zijn inmiddels weer terug. de moeder ziet haar kind voor de eerste keer. De moeder moet het nu snel overnemen! Zij kan dat ook; ze heeft zich volgegeten en heeft onverteerd voedsel genoeg om het kuiken wekenlang van voedsel te voorzien. De vader vertrouwt het kuiken aan de moeder toe en neemt meteen afscheid van het kuiken. Ook hij zal het kuiken over een week of zes weer van voedsel voorzien: hij komt weer terug naar de kolonie. In november lopen ze met z’n allen naar de rand van het ijs. In december nemen de jong volwassen dieren afscheid van hun ouders: ze leven dan jarenlang op zee totdat ze geslachtsrijp zijn. 12 De zuidpoolpinguïns op een rij. Zoals eerder gezegd komen 7 van de 18 pinguïnsoorten in het zuidpoolgebied voor. De keizerspinguïn (emperor penguin in het Engels) ken je inmiddels. De andere zijn: 1) De koningspinguïn (king penguin), `3 2) De rotsspringer (the rockhopper), 3) De kinbandpinguïn (chinstrap penguin), 4) De macaronipinguïn (macaroni penguin), 5) De adéliepinguïn (adélie penguin) 6) De ezelspinguïn. (gentoo penguin) . Kijk eventueel eens in een zeevogelgids als je meer over deze pinguïns wilt weten. `4 `5 `1 `2 `6 13 Afstandskampioenen (malmokalbatros) Zijn de pinguïns de keizers op het ijs in het zuidpoolgebied, albatrossen zijn dat boven zee. Het zijn enorm goede zweefvliegers die je met hun enorme spanwijdten (tot meer dan 3 meter) over de open zee kunt zien vliegen. Onderzoek met zendertjes heeft aangetoond dat albatrossen in 1 voedselvlucht soms wel 10.000 kilometer afleggen. Dat betekent dat zij in het broedseizoen alles bij elkaar gigantische afstanden afleggen. Van de 13 soorten albatrossen die er op de wereld voorkomen, leven er 7 in het zuidpoolgebied. Ze hebben hun leefgebieden voornamelijk op de eilanden rondom de Zuidpool. Een andere opmerkelijke vogel is de noordse stern (zie de afbeelding hierboven). Die broedt in het noordpoolgebied en overwintert in het zuidpoolgebied. Dat betekent dat deze vrij kleine vogel elk jaar zo’n 40.000 kilometer aflegt. Van noord naar zuid en weer terug. De meeste kilometers langs kustlijnen, zoals de meeste trekvogels doen. (zie de kaart met de groene pijlen hierboven). 14 De noordse stern moet ook door het gebied met de zware westerstormen rondom de Zuidpool. Bij het oversteken van deze zone in november op weg naar Antarctica komen ze soms dan ook helemaal in Australië en Nieuw-Zeeland terecht. Die zone (zie de rode kleur op de afbeelding hiernaast) noemen zeelieden ook wel de roaring forties (Wilde Veertigers) en howling fifties (Brullende Vijftigers). Dit verwijst naar de zuiderbreedte. De zone waar zo’n 300 dagen per jaar harde westenstormen waaien ligt ongeveer tussen de 40e en 60e breedtegraad. Doordat de wind nauwelijks land tegenkomt neemt hij in kracht alleen maar toe. Hierboven zie je een Envisat satellietfoto. De kleurenbalk onder geeft de hoogte van de golven aan. Het rood gekleurde gebied (met de hoogste golven) is de zone van de harde westenwinden. Hierboven zie je een schip dat door de zone met westenwinden vaart. In dit geval door de gevreesde Drake’s Passage, tussen Vuurland (Zuid-Amerika) en het westelijk schiereiland van Antarctica. Niet zo gek dat de noordse sterns, op trek naar de Zuidpool, wel eens uit de koers waaien. 15 DE MENS EN DE ZUIDPOOL De Zuidpool heeft geen inheemse bevolking. Wonen kun je er ook eigenlijk niet. Verblijven wel, voor kortere of langere tijd. In de zomer verblijven er ongeveer 5.000 mensen. In de winter maar 1.000. Dit zijn bijna allemaal wetenschappers die onderzoek doen. Het is er te koud en onherbergzaam om er dorpen en steden te bouwen. Er is geen landbouw, geen industrie, geen mijnbouw. Er zijn geen spoorlijnen, wegen en havens. Schepen gaan meestal voor de kust voor anker en ladingen worden met kleine boten van en naar het schip vervoerd. Wel zijn er enkele vliegvelden en velden waar helikopters kunnen landen. Die liggen vlakbij nederzettingen waar mensen wonen en werken. Toch hebben ook andere mensen dan wetenschappers interesse (gehad) in de Zuidpool. In dit deel aandacht voor de mensen die als ’ontdekkingsreiziger’ , ’walvisvaarder’, ‘toerist’ en ’bestuurder’ interesse in de Zuidpool hadden en hebben. Tot slot natuurlijk ook aandacht voor de wetenschappers! Hier links op de afbeelding zie je een monument dat in Nieuw -Zeeland te Wellington te vinden is; de punt wijst precies naar de geografische Zuidpool. Het is vanaf hier ongeveer 3 uur vliegen naar de Zuidpool; net zo ver als van Schiphol naar Athene. Ontdekkingsreizigers De vroegst bekende kaart van het zuidpoolgebied is een kaart gemaakt in 1513 door Piri Reis, een beroemd admiraal van de Turkse vloot. De kaart geeft precies de kustlijn van Noord-Antarctica weer en niemand snapt hoe dat kan: die kustlijn ligt altijd onder ijs. Het is nog steeds een raadsel hoe iemand in die tijd de kennis had om een dergelijke kaart te maken. In 1773 verkent James Cook de zee rond Kaap Hoorn vaart daarbij ook rond Antarctica. Daarna sturen diverse landen expedities naar het gebied om het te verkennen. Eerst denkt men dat Antarctica een eilandengroep is, maar in 1838 wordt ook het oostelijke vasteland ontdekt. Pas als wetenschappers in 1895 in Londen het Internationale Geografische Congres houden en daarbij oproepen tot een grondige verkenning van Antarctica komt die weer op gang. Twee jaar later vaart het Belgische schip de Belgica onder leiding van Adrien Gerlache naar het gebied tussen Vuurland en de ZuidShetland-eilanden en probeert daarna verder Antarctica binnen te dringen. Omdat hun schip door ijs ingesloten raakt, kunnen ze pas na de winter van 1898 weer naar België terugkeren. Hiermee wordt de expeditie de eerste die in Antarctica de winter doorbrengt. Tijdens de tocht naar de Zuid-Shetland-eilanden meten leden van de expeditie de diepte van de zee. Ze vinden dan een diep stuk zee dat Antarctica en Zuid-Amerika van elkaar scheidt en stellen daarmee vast dat Antarctica een zelfstandig werelddeel is. 16 Daarna proberen ontdekkingsreizigers steeds verder in het gebied door te dringen. In 1911 bereikt de eerste expeditie de geografische Zuidpool onder leiding van de Noor Roald Amundsen. Hij is daarmee een expeditie onder leiding van Robert Scott 23 dagen voor. De expeditie van Amundsen bereikte op 14 december 1911 de Zuidpool, die van Scott op 17 januari 1912. Op de grote afbeelding hieronder zie je een overzicht met alle belangrijke ontdekkingsreizen en de afgelegde routes; je kunt zien dat de meeste expedities vanaf Nieuw-Zeeland zijn gemaakt. Op de kleine foto’s zie je Scott en zijn expeditieleden in 1912; ze zijn allen omgekomen bij deze expeditie. Rechtsonder in de hoek zie je een afbeelding van de Belgica, vast in het ijs. Walvisvaart en visserij Tot aan 1850 werd er met zeilschepen op walvissen gejaagd. De Vinvissen en Potvissen zijn de zeilschepen nog te snel af. Rond 1850 doen de stoomschepen hun intrede. Die kunnen sneller varen en hun snelheid langer vasthouden. Daardoor worden er met name in het Zuidpoolgebied miljoenen walvissen gedood. Als blijkt dat uiteindelijk alle walvissen bedreigd worden, wordt door de Internationale Walvis Commissie in 1986 een wereldwijd verbod op de commerciële walvisvaart afgekondigd. Vooral landen als Noorwegen en Japan willen echter weer beginnen met de commerciële jacht op walvissen. Vaak doen ze dat al, zogenaamd onder het mom van wetenschappelijk onderzoek. Diezelfde landen vissen tegenwoordig bijvoorbeeld ook veel op krill. Ze vangen veel meer dan ze mogen vangen en dat is een grote zorg voor het milieu: de voedselketen wordt hierdoor namelijk verstoord. Op de afbeelding hiernaast zie je een bultrugwalvis. 17 Toerisme Naast wetenschappers komen er (’s zomers) ook toeristen naar de Zuidpool. In 1991 richtten enkele reisbureaus de Internationale Vereniging van Touroperators voor Reizen naar de Zuidpool op. Deze vereniging wil ervoor zorgen dat toeristen veilig naar Antarctica kunnen gaan maar ook zonder dat het milieu er schade van lijdt. Toeristen moeten zich in Antarctica aan dezelfde regels houden als wetenschappers. Ook schepen die rond Antarctica varen moeten zich aan bepaalde regels houden. Zo is het verboden om plastic afval overboord te gooien. Het project van de vereniging van reisbureaus is een groot succes. Ieder jaar stijgt het aantal toeristen. De meeste toeristen komen er met cruiseschepen aan. Rond de eeuwwisseling zijn het er 12.000 per jaar. In 2008 zijn het er inmiddels 40.000. Ze varen rond het vasteland en de ijsvelden en gaan af en toe aan land om een kolonie pinguïns of zeehonden van dichtbij te bekijken. Maar ook om bijvoorbeeld verlaten expeditiekampen te bezoeken. Cruiseschepen doen ook plaatsen buiten Antarctica aan. Meestal liggen de eilanden rondom de Zuidpool ook op de reisroute. Andere toeristen, ongeveer 3.000 per jaar, komen er per vliegtuig, al is het dan maar voor enkele uren. In Australië stijgen er ’s zomers vliegtuigen met toeristen op voor een rondvlucht boven Antarctica. Regeringen van landen rond de Zuidpool zijn niet echt gelukkig met het groeiende toerisme in Antarctica, want als daar een schip of vliegtuig verongelukt is het moeilijk om de slachtoffers te helpen. Toch helpen ze mee aan het toerisme omdat ze daar geld aan willen verdienen. Nog even over de afbeelding op pagina 1: hier zie je een cruiseschip met toeristen die vanuit Nieuw-Zeeland een dertig daagse reis maken naar het oosten van het Zuidpoolvasteland. Een onderdeel van de reis is een bezoek aan het leefgebied van de keizerspinguïn. Alsof het zo lijkt afgesproken staan de pinguïns de toeristen op te wachten. 18 Ten slotte zijn er de avonturiers die aan trektochten meedoen. De deelnemers maken tochten in een kajak op zee, beklimmen bergen in het binnenland of gaan onder begeleiding van een gids op ski’s naar de geografische Zuidpool. Een van die avonturiers is de Nederlandse Bernice Notenboom (45 jaar) Op 12 januari 2008 bereikt ze als eerste Nederlandse vrouw de geografische Zuidpool op ski’s. Op 6 december werden zij en vier expeditiegenoten (twee mannen, twee vrouwen) afgezet op de rand van de Ronne Ice Shelf, waar het vasteland van Antarctica begint. Vanaf daar hebben zij in 38 dagen 923 kilometer geskied. Ze zegt zelf onder meer: “Die kou is ondraaglijk. Ik kreeg in de eerste week al bevriezingsverschijnselen op mijn gezicht. Juist die plekken zijn het gevoeligst. Het kleinste zuchtje wind kruipt ernaartoe. Je moet contact met de buitenlucht vermijden, maar dat gaat niet. Je verschuift je skibril een stukje en voor je het weet is een stukje wang bevroren. Sommige momenten zullen me altijd zullen bijblijven. Zoals toen het vliegtuigje dat ons op het einde van de ijsplaat had afgezet, wegvloog. Dat was het moment dat er geen weg meer terug was. Je weet niet hoe het zal zijn, je weet niet of je het gaat halen, en je moet 923 kilometer gaan skiën. Of dat we in heel slecht weer zaten, en letterlijk geen hand voor ogen zagen. Plotseling brak precies waar wij skieden de zon door. Dat was zoiets fantastisch magisch. De woeste en ruige natuur werd in een klap vriendelijk en mooi. Ik heb me denk ik vaak gevoeld als de eerste mensen die voet zetten op de maan of Mars. Wat je hier ziet, vind je nergens”. Hier links boven zie je een andere kampeerder die net als Bernice Notenboom zijn/ haar tent heeft opgezet precies bij de (geografische) Zuidpool. Anderen laten zich graag fotograferen bij zo’n bijzondere plek. 19 Het Antarcticaverdrag Als je naar de Zuidpool wil gaan, heb je geen paspoort nodig om er binnen te komen. Ook zul je nergens de vlag of het volkslied van Antarctica kunnen vinden want die zijn er niet. Antarctica is geen zelfstandige staat met een eigen regering die geleid wordt door een staatshoofd. Ook wordt het niet bestuurd door een ander land zoals bijvoorbeeld de Nederlandse Antillen door Nederland. Wel wil een aantal landen ieder een stuk van Antarctica hebben; dat noemen we ‘claims’. De volgende landen maken aanspraak op een stuk van de Zuidpool: het zijn: Argentinië, Australië, Chili, Frankrijk, Groot-Brittannië, Nieuw-Zeeland en Noorwegen. Deze aanspraken of ’claims’ worden niet internationaal erkend. Antarctica behoort dus aan geen enkel land toe. Maar wordt wel door een aantal landen bestuurd. Dat is geregeld in een verdrag dat in 1961 van kracht is geworden, het AntarcticaVerdrag. Inmiddels hebben 44 landen het verdrag ondertekend. Ieder jaar komen vertegenwoordigers van die 44 landen bij elkaar. (zie afbeelding hiernaast) Ze bespreken onder meer hoe het wetenschappelijk onderzoek kan worden aangepakt. En wat er kan worden gedaan om planten en dieren (beter) te beschermen. Het Antarcticaverdrag gaat uit van twee beginselen: 1) Antarctica mag geen bezit worden van een of meer landen 2) Er mogen alleen activiteiten met vreedzame doeleinden plaatsvinden. Zo mogen landen er geen kernproeven houden of radioactief afval opslaan. Ook mag men tot 2048 geen delfstoffen winnen in Antarctica. Hieronder zie je het grootste station van de Zuidpool: Mc Murdo, vlakbij de Ross Ijsvlakte. 20 Wetenschappers op de Zuidpool. Er worden heel verschillende zaken op de Zuidpool onderzocht. Maar doorgaans zijn het meteorologen, aardwetenschappers (geologen en fysisch geografen) en biologen die onderzoek doen. Naar het weer/klimaat, het dierenleven. Er wordt bodemonderzoek gedaan en er worden ijsboringen verricht. Hierboven zie je het Amundsen-Scott station, vlakbij de geografische Zuidpool, door de tijd heen in beeld gebracht. In de nieuwbouw van 2008 is plaats voor 150 mensen; onderzoekers en ondersteunend personeel. Onderzoeksstations De bases die her en der verspreid zijn ingericht, worden regelmatig bevoorraad. Aan de kust gebeurt dat door schepen, elders door vliegtuigen. Ook wordt afval, dat niet in de omgeving mag worden weggegooid, met schepen en vliegtuigen afgevoerd. Maar dat kan alleen tijdens de zomermaanden. ’s Winters kunnen schepen niet bij bases aan de kust komen, omdat de zee tot ver buitengaats bevroren is. Vliegtuigen kunnen dan meestal niet de lucht in en bij de bases landen, omdat het te hard waait of dat de vliegtuigen niet bestand zijn tegen de lage temperaturen. Op de kaart op pagina 3 zie je alle onderzoeksstations staan (zie de rode en witte stippen). De rode stippen zijn het hele jaar door bemand. De witte stippen alleen in de Zuidpoolzomer. Aan de letters achter de stippen zie je door welk land het station wordt gerund of gefinancierd. De vijfde zuidpool Hieronder zie je een transportvliegtuig landen bij het Scott-Amundsen onderzoeksstation. De ijskap is in 100 jaar tijd enkele honderden meters verschoven. De plek waar Amundsen in 1911 zijn tent en Noorse vlag neerzette nu niet meer precies de geografische Zuidpool. Het is daarmee een historische en ceremoniële plek geworden. Hier links zie je de geografische Zuidpool; rechts de ceremoniële Zuidpool. Sinds de onderteking van het Antarcticaverdrag in 1959 staan de vlaggen van de ondertekenende landen er. 21 Hierboven zie je een zonnekijker Weerkundig onderzoek. De laagste temperatuur op aarde ooit gemeten, -89,2 graden, werd in 1983 gemeten in de Vostoknederzetting vlakbij de geografische Zuidpool. Om het weer in Antarctica (beter) te kunnen begrijpen is het echter niet voldoende om metingen te doen vanaf de grond. Hoe warm of koud het is, hoe hard het waait en uit welke richting, hoeveel bewolking er is en wat voor bewolking en of en hoeveel neerslag er valt, hangt van allerlei zaken af. Om er enkele te noemen: hoever strekt het ijs zich van de kust in zee uit? Hoe warm is het zeewater voor de kust waar geen ijs ligt? In welke gebieden is de luchtdruk hoog en waar is die laag? Zit er veel of weinig vocht in de lucht? Om dit alles na te gaan laten onderzoekers weerballonnen op die temperaturen, windrichting, windsnelheid en de samenstelling van de dampkring op verschillende hoogtes meten. Of ze stappen in een vliegtuig om metingen te doen. Ook meten ze als de zon schijnt hoeveel ozon er in de lucht zit. Ozon is een van de gassen in de atmosfeer die ons beschermt tegen teveel schadelijke ultraviolette straling van de zon. Ook vanuit ballonnen en vliegtuigen is maar een klein deel van het hele Zuidpoolgebied te overzien en bovendien maar voor korte tijd. Om het geheel van Antarctica te kunnen overzien en voortdurend in de gaten te kunnen houden gebruiken onderzoekers dan ook satellieten om dat totaaloverzicht te krijgen. Die kunnen met hun camera’s en andere meetinstrumenten het hele gebied of minstens een groot deel ervan in één keer waarnemen en dat gedurende maanden of jaren regelmatig doen. In februari 2002 wordt een Europese satelliet in een baan rond de aarde gebracht, de Envisat. Die houdt de ozonlaag boven Antarctica in de gaten. En laat ook regelmatig zien hoeveel ijs er in en rond Antarctica te vinden is. 22 Geschiedenis geschreven in ijs. Een ander onderzoeksterrein is de geschiedenis van de aarde en van het dieren- en plantenrijk. De dikke ijskap in Oost-Antarctica is een uitgelezen plaats om dit soort onderzoek te doen. Dat is als volgt te verklaren. Jaarlijks groeit het ijs in Antarctica van bovenaf aan door neerslag. Hierdoor ontstaan er laagjes die naar beneden toe steeds ouder worden. Ook ontstaan er tussen ijskristallen minuscule luchtbelletjes die steeds dieper onder het ijs begraven worden. Soms komen er stofdeeltjes naar beneden vallen en die komen ook in het ijs te zitten. Geleerden boren gaten in het ijs en halen daarbij oud ijs naar boven om te onderzoeken. Zo hebben onderzoekers van de Vostok-nederzetting een gat van 2 kilometer diep in het ijs geboord en ijs tot 160.000 jaar oud naar boven gebracht en onderzocht. Uit dit ijs hebben ze bijvoorbeeld af kunnen lezen wanneer de meest recente ijstijd heeft plaatsgehad. De geschiedenis in het zuidpoolijs gaat niet verder terug dan 160.000 jaar, omdat het ijs onderaan de ijskap afsmelt door warmte die uit de aardkorst komt. Geleerden die nog verder terug in de tijd willen gaan, zijn aangewezen op monsters van rotsbodems die nog ouder zijn dan het oudste ijs. Zo hebben ze ontdekt dat Antarctica tot 65 miljoen jaar geleden soms zelfs tropisch warm moet zijn geweest. Het gebied was toen bedekt met uitgestrekte bossen waar dinosauriërs in rondliepen. De werelddelen hebben niet altijd op de plaats gelegen waar ze nu liggen. Ook nu verschuiven ze nog steeds. Miljoenen jaren geleden was er zelfs een supercontinent: Pangea. Alle werelddelen waren in elkaar geschoven. Later zijn die weer van elkaar af gedreven. Zo zijn ook Australië en Antarctica op hun huidige plek terechtgekomen. Hiernaast zie je hoe dat in de loop van de tijd is gebeurd: 225 miljoen jaar geleden waren alle werelddelen in elkaar geschoven: Pangea. Daarna zie je hoe ze in 4 tijdsperiodes weer van elkaar afdrijven. De geologen hebben gezien aan bodemvondsten dat 65 miljoen jaar geleden Antarctica warmer was. Zie op de afbeelding het voorlaatste kaartje: Antarctica lag 65 miljoen jaar geleden nog duizenden kilometers noordelijker dan nu. Antarctica lag in die tijdsperiode in een andere, warmere klimaatzone. 23 Nederlandse wetenschappers op de Zuidpool Samen met de minister van onderwijs & wetenschap bezocht het Koninklijk Huis in de personen van prins Willem Alexander en prinses Maxima in januari 2009 het westelijk schiereiland van Antarctica. Dit vooral om het Nederlandse wetenschappelijk onderzoek een hart onder de riem te steken. En aandacht te vragen voor zaken als milieu en klimaatverandering. Nederland kent sinds 1992 een Antarctica-onderzoeksprogramma. De meeste onderzoeken zijn samenwerkingsverbanden tussen wetenschappers uit verschillende landen. Zo zijn Nederlandse wetenschappers op dit moment betrokken bij tientallen verschillende onderzoeken. Veel onderzoek vindt plaats naar het verband tussen IJs, klimaat en zeespiegelstijging. Onder leiding van professor Hans Oerlemans van de Universiteit van Utrecht vindt op dit moment onderzoek plaats in West-Antarctica. Daar breken op dit moment ijsbergen af ter grootte van Nederland. Kijk nog eens naar de afbeeldingen en tekst op pagina 4. Hier zie je dat West-Antarctica grotendeels onder de zeespiegel ligt. Door het afbreken van ijsbergen loopt er veel zeewater naar binnen. De Utrechtse onderzoekers vermoeden dat er door het naar binnen lopende zeewater nog meer ijs zal afbreken. Minder ijsoppervlak betekent minder weerkaatsing van zonlicht; de zon kan meer energie kwijt; de temperatuur stijgt. Deze temperatuurstijging zorgt ook weer voor meer smelting van ijs. Prins Willem Alexander en Prinses Maxima tijdens hun bezoek in 2009 aan Antarctica Opmerkelijk gegeven: wetenschappers hebben berekend dat ongeveer 75 procent van al het ijs op aarde aanwezig, zich op de Zuidpool bevindt. Als dit ijs allemaal zou smelten zou de zeespiegel met maar liefst 60 meter stijgen op aarde. 24 AANTEKENINGEN 25 26 MEER OP INTERNET Op de website van het Centrum voor Mondiaal Onderwijs vind je nog meer onderwerpen die je kunnen helpen bij je werkstuk of spreekbeurt. Je vindt daar tips over hoe je het beste een werkstuk kunt opzetten of hoe je het beste je spreekbeurt kunt inkleden. Ga naar www.cmo.nl of www.maak-een-werkstuk.nl. 27 SCRIPTIESERVICE De Scriptieservice Mondiaal Onderwijs richt zich op leerlingen vanaf 10 jaar. In de reeks zijn meer dan 85 onderwerpen opgenomen over Derde Wereld, Vrede, Milieu en Mensenrechten. Elk pakket bestaat uit 24 pagina's tekst, foto's, tekeningen, strips en/of cartoons. Op de website van het CMO staat een handleiding voor het maken van een scriptie/ werkstuk. De versie op papier is te bestellen bij: Centrum voor Mondiaal Onderwijs Postbus 9108 6500 HK Nijmegen tel. 024-3613074 e-mail: [email protected] http://www.cmo.nl