zuidpool - Centrum voor Mondiaal Onderwijs

advertisement
ZUIDPOOL
Of
ANTARCTICA
Een informatiepakket voor een werkstuk of spreekbeurt
COLOFON
Tekst: Luit van der Glas
Illustraties: CMO en zijn licentiegevers, Flickr.
Afbeelding voorzijde: rotsspringer (rockhopper)
De inhoud is met zorg samengesteld. Mocht u van mening zijn dat inbreuk is gedaan
op uw auteursrechten of beeldrechten, dan verzoeken wij u vriendelijk contact met
ons op te nemen via [email protected].
Centrum voor Mondiaal Onderwijs
Postbus 9108
6500 HK Nijmegen
tel. 024-3613074
e-mail: [email protected]
http://www.cmo.nl
De Scriptieservice Nieuwe Stijl is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van Kerk en
Wereld en door een solidariteitsbijdrage van de gezamenlijke religieuzen in Nederland via de
commissie PIN.
© Centrum voor Mondiaal Onderwijs, Nijmegen, 2009
II
INHOUD
Deel 1 De Zuidpool: een bijzondere plek
Helemaal onderaan de aardbol
De Zuidpool; wat is dat eigenlijk?
De grootste ijsmassa ter wereld
Het koudste klimaat ter wereld
De poolnachten
De magnetische zuidpool en het zuiderlicht
pag. 1
pag. 2
pag. 3
pag. 4
pag. 5
pag. 6
pag. 7
Deel 2 Dierenleven op en rond de Zuidpool
Voedselketen, diersoorten
Keizers en keizerinnen op de Zuidpool april en mei
Keizers en keizerinnen op de Zuidpool juni t/m augustus
Natuurlijke vijanden van de keizerspinguïn
Alle pinguïnsoorten op een rijtje
Afstandskampioenen: de albatros en de noordse stern
Zuiderbreedte
pag.
pag.
pag.
pag.
pag.
pag.
pag.
pag.
Deel 3 De mens en de Zuidpool
Ontdekkingsreizigers, walvisvaart en visserij
Toeristen
Avonturiers
Het verdrag van Antarctica
Wetenschappers op de Zuidpool: onderzoek(stations)
Wetenschappers op de Zuidpool: weer en klimaat
Wetenschappers op de Zuidpool: geschiedenis in het ijs
Is er toekomst voor de Zuidpool?
pag. 16
pag. 17
pag. 18
pag. 19
pag. 20
pag. 21
pag. 22
pag. 23
pag. 24
Aantekeningen
pag. 25
Meer op internet
pag. 27
III
8
9
10
11
12
13
14
15
IV
DE ZUIDPOOL: EEN BIJZONDERE PLEK
Geloof het of niet: na het lezen van dit boekje zou je alleen met deze afbeelding hierboven je spreekbeurt over de Zuidpool kunnen houden. De belangrijkste zaken staan
er namelijk op:
1) Je ziet hier de rand van de grootste ijsmassa ter wereld.
2) Je ziet belangrijke natuurlijke bewoners van het zuidpoolgebied; pinguïns.
3) Je ziet een schip: mensen hebben ook interesse om naar de Zuidpool toe te gaan.
Zo hebben we dit boekje ook ingedeeld. Het eerste hoofdstuk gaat over zaken die van
de Zuidpool een bijzondere plek maken. Het tweede hoofdstuk gaat over het dierenleven op en rond de Zuidpool. Met name de keizerspinguïn en zijn natuurlijke vijanden
krijgen veel aandacht. Het derde hoofdstuk gaat over ‘de mens en de Zuidpool’.
Dan nog een tip en een ‘weetje’. De tip: als jij je spreekbeurt gaat houden dan zou je
de afbeelding hierboven kunnen uitdelen aan je klasgenoten. Vertel vooraf niet precies
waar jij je spreekbeurt over houdt maar zeg wel dat het onderwerp alles te maken
heeft met de afbeelding. Je kunt dan vragen of iemand een idee heeft waar jouw
spreekbeurt over gaat.
Het ‘weetje’; pinguïns komen alleen voor ten zuiden van de evenaar; dus zie je ijs en
pinguïns, dan weet je altijd zeker dat je in het zuidpoolgebied zit.
1
Helemaal onderaan de aardbol
De Zuidpool (of Antarctica) ligt aan de onderkant
van de aarde. Het is echt handig als je er eerst
ook even een aardbol bij pakt. Of doe het met
Google Earth. Draai de wereldbol zo dat je Nederland recht voor je hebt. Kantel dan de onderkant
naar je toe en zie: het ziet er dan ongeveer zo uit
als op de afbeeldingen links hiernaast.
De kleine afbeelding met de witte vlek, een satellietfoto, maakt meteen duidelijk dat de Zuidpool
bijna helemaal met ijs en sneeuw is bedekt.
Op de andere afbeelding links zie je welke werelddelen het dichtst bij de Zuidpool liggen.
Linksboven zie je het puntje van Zuid-Amerika:
Kaap Hoorn. Dit is de kortste weg per schip of
vliegtuig naar het westelijk gedeelte van de Zuidpool (ongeveer 800 kilometer). Australië en
Nieuw-Zeeland liggen het dichtst bij het oostelijke gedeelte van de Zuidpool (ongeveer 1500 kilometer). Ook zie je nog het puntje van ZuidAfrika: Kaap de Goede Hoop; dat ligt toch alweer
een aantal duizenden kilometers van de Zuidpool
vandaan. De zee direct om de Zuidpool heen
noemen we de Zuidelijke Oceaan.
Tot slot zie je diverse eilandengroepen rondom
het werelddeel liggen. Dit noemen we subantarctische eilanden. Dat betekent zoiets als ‘in de
buurt van’ Antarctica.
2
Wat is dat eigenlijk; de Zuidpool?
1) Als we het over de Zuidpool hebben wordt hiermee niet altijd precies hetzelfde
bedoeld. Officieel is de Zuidpool het vasteland en het water dat binnen de zuidelijke poolcirkel ligt. (zie op de Duitstalige kaart hieronder de gestippelde cirkellijn
“südlicher polarkreis”). Zie dat er kleine stukjes vasteland net buiten vallen.
2) Daarnaast zie je nogal eens dat met de Zuidpool het hele gebied met alle eilanden
eromheen bedoeld wordt. Soms wordt de drijfijsgrens dan als maatstaf genomen:
hieronder zie je een stuk van die drijfijsgrens lopen: het is de buitenste witte stippellijn. In je atlas kun je hem helemaal opzoeken als je nieuwsgierig bent. Weer
anderen nemen de 60e breedtegraad als buitengrens van het gebied.
3) Anderen bedoelen met de Zuidpool het punt precies onderaan de aardbol: zie de
afbeelding links waarop je een rode punt ziet met “south pole” en op de kaart
hieronder te zien als “Geographischer Südpol”. Dit noemen wij de geografische
zuidpool.
In de meeste landen wordt het begrip ’Antarctica’ gebruikt. In dit boekje spreken we
doorgaans over de ‘Zuidpool’. Meestal bedoelen we daarmee het vasteland zoals je
hieronder ziet. Maar als we het over het grotere gebied hebben, dan vertellen we dat
er vooraf bij.
* Tot slot voor de experts onder ons: er is ook nog een ’magnetische zuidpool’.
Dat punt zie je in de zee rechtsonder op zo’n 2500 kilometer van de geografische
zuidpool liggen (zie “magnetischer Südpol”). Zie meer op pagina 7.
3
Hierboven zie je een vliegtuig dat over het Transantarctisch gebergte heen vliegt. Dit gebergte
verdeeld het continent in West- en Oost-Antarctica.
Continent met de grootste ijsmassa op aarde
De Zuidpool is kort gezegd een grote landmassa (net zo groot als Australië) die het
hele jaar door voor 98% bedekt is met ijs. Dit Zuidpoolijs is landijs. De ijsmassa op de
Zuidpool is gemiddeld meer dan 2 kilometer dik. ‘Gemiddeld’ wil hier zeggen dat de
ijslaag op sommige plekken enkele honderden meters dik is maar op andere plekken
wel 4 kilometer dik. Het is verreweg de grootste ijsmassa op aarde.
Op de kleine afbeelding hieronder zie je een lijn van A naar B. De afstand van Westnaar Oost-Antarctica is maar liefst 5000 kilometer. Die afstand zie je terug op de liggende, horizontale lijn op de grotere afbeelding. De rechtopstaande lijn links (zie –1,
0, 1, 2, 3 ,4) geeft de hoogte in kilometers weer. ‘0’ is de zeespiegel. Het grijze gedeelte is de landmassa. Het witte gedeelte is de ijsmassa.
Zo zie je dat de ijsmassa op sommige plekken wel 3 kilometer
dik is. Wat je ook kunt zien is dat er stukken land zijn die bijna 2 kilometer onder de zeespiegel liggen!
4
Het koudste klimaat op aarde
Op de Zuidpool heerst net als op de Noordpool een poolklimaat. Het ‘warmst’
wordt het op het westelijke schiereiland. Daar komt de temperatuur ’s zomers af
en toe boven het vriespunt. Het koudst is het op het hooggelegen oostelijke vasteland. Daar wordt het ’s winters vaak –70 of zelfs –80 graden Celsius.
Het klimaat is ook uiterst droog omdat koude lucht weinig waterdamp kan bevatten. Wat er jaarlijks aan neerslag valt, meestal in de vorm van sneeuw, is te
vergelijken met hoeveelheden neerslag die in woestijnen naar beneden komt.
Rondom de geografische Zuidpool valt jaarlijks slechts zo’n 50 mm neerslag,
daarbuiten gemiddeld 200 mm. In Nederland valt per jaar gemiddeld zo’n 800
mm neerslag.
De wind: rondom de Zuidpool (op zo’n 3 kilometer hoogte) ligt het hele jaar door
een hogedrukgebied. Deze lucht zoekt zich een weg naar lagergelegen gebieden
en naar de kust. Daar ontstaan dan regelmatig sneeuwstormen.
De kou en de droogte zorgen ervoor dat er geen bomen en zelfs geen planten
groeien op de Zuidpool. (Behalve korstmossen op plekken waar geen ijs ligt.)
Er is een aantal redenen aan te geven waarom het zo koud is op de Zuidpool.
1) Het zonlicht wordt door de witte kleur van ijs en sneeuw direct teruggekaatst.
Zodoende wordt er veel minder warmte opgenomen.
2) De zon staat nooit hoog aan de hemel in de poolgebieden; ook niet in de midzomernachtperioden.
3) De aarde staat in een gekantelde positie ten opzichte van de zon. Hierdoor kan
gedurende een aantal maanden de zon de poolgebieden niet beschijnen.
4) Op de Zuidpool is het nog kouder dan op de Noordpool: dit komt vooral door
de hoogte. Hoe hoger je komt hoe kouder het immers is.
5
De poolnachten
Een andere reden waarom we de Zuidpool een bijzondere plek kunnen noemen, is dat
er gedurende een halfjaar op de geografische Zuidpool geen zon schijnt (van 21 maart
t/m 21 september). Dat noemen we de poolnacht. Hier is een verklaring voor;
1) De aarde is bolvormig en de Zuidpool ligt helemaal aan de onderkant van die bol.
2) De aarde staat gekanteld ten opzichte van de zon.
noorden:
lente
zuiden:
herfst
noorden:
zomer
noorden:
winter
zuiden:
winter
zuiden:
zomer
noorden:
herfst
zuiden:
lente
Kijk even mee op de afbeelding hierboven. Je ziet hier de aarde om de zon draaien in
4 seizoenen. En je ziet dat de aarde scheef staat ten opzichte van de zon. Kijk nu eens
naar de linker aardbol. En kijk eens naar de Z van Zuidpool: de zon kan er niet bij!
Het blijft donker op de Zuidpool. In diezelfde periode gaat de zon niet meer onder
op de Noordpool! Het blijft er licht. Dit noemen we de midzomernachtperiode.
Hierboven zie je een foto genomen op het vasteland van Antarctica tijdens de poolnacht rond
het middaguur. In de gebieden die iets verder weg van de geografische polen afliggen is er ook
een poolnacht alleen duurt deze korter. In het gebied waar de keizerspinguïn broedt, aan de
rand van het Zuidpoolcontinent blijft het ongeveer 4 weken lang helemaal donker.
6
De Zuidpool als magnetische pool
Wij mensen kunnen het niet zien maar van noord
naar zuid loopt een aardmagnetisch veld.
Dat verklaart ook de werking van een kompas.
Een kompas is een apparaatje dat de horizontale
richting van het magnetische veld aangeeft. De
kant die naar de magnetische Noordpool wijst
heeft meestal een likje rode verf.
De magnetische noordpool van de aarde ligt op
ongeveer 1000 km van de geografische noordpool.
De magnetische zuidpool ligt op ongeveer 2500
km van de geografische Zuidpool. (zie de kaart op
pagina 3).
Omdat de magnetische polen ver van de geografische polen liggen wijst een kompas bijna nergens
precies naar het noorden en het zuiden.
Het zuiderlicht
Het zuiderlicht of Aurora australis is een lichtverschijnsel aan de (nachtelijke) hemel
dat je doorgaans niet al te ver van de geografische zuidpool kunt zien. Het zijn schitterende kleurentaferelen. Ze worden veroorzaakt door zonnedeeltjes die in aanraking
komen met het aardmagnetisch veld. Je ziet het zuiderlicht in allerlei gedaantes en
kleuren. Het schouwspel speelt zich op enkele honderden kilometers boven het aardoppervlak af.
7
DIERENLEVEN IN HET ZUIDPOOLGEBIED
Het aanbod van krill
In het algemeen geldt: daar waar dieren voorkomen is er voedsel te vinden. En vaak zijn er
voortplantingsmogelijkheden. Stel je bij dit
hoofdstuk de Zuidpool maar voor als het gebied met de zee en eilanden eromheen tot aan
ongeveer de pakijsgrens. Veel vogels maar
ook walvissen en robben leven buiten de
broedseizoenen ’nomadisch’. Ze zwerven door
het hele gebied heen. Een aantal walvissoorten trekt zelfs richting de evenaar om hun jongen ter wereld te brengen.
In maart heeft het pakijs zich op een
aantal plekken bijna teruggetrokken tot
op het vasteland. In september is het
maximaal aangevroren.
In het voedselaanbod en het voortplantingsgedrag op de Zuidpool spelen zomer- en winterseizoen een belangrijke rol. De koude wateren
rondom de Zuidpool zijn enorm voedselrijk.
Als het zomer wordt (rond november) en het
ijs gaat smelten, vindt er letterlijk een explosie
van het aanbod aan krill plaats. Het krioelt ervan.
Daarom komen heel veel dieren zoals walvissen, pinguïns en robben in de zuidpoolzomer
naar de Zuidpool toe. Ze bouwen hier belangrijke vetreserves op waarna ze vaak naar hun
voortplantingsgebieden gaan.
krill
Krill is de verzamelnaam voor kleine, zo’n 5
cm grote, garnaal– en kreeftachtige diertjes.
Er bestaan meer dan 80 soorten Antarctische
krill. En deze kleine diertjes spelen een grote
rol. Zonder krill zou er nauwelijks dierenleven
mogelijk zijn op de Zuidpool. Alle andere dieren leven er namelijk van, direct of indirect.
Diersoorten.
In het zuidpoolgebied vind je geen landzoogdieren. Wel vind je er: vissen, vogels, robben,
en walvissen. Pinguïns vermelden we (als niet
vliegende vogels) apart omdat ze overal in het
zuidpoolgebied voorkomen en daardoor zo karakteristiek zijn voor het hele gebied.
ijsvis
Vissen: van de twintigduizend vissoorten die
er rondzwemmen op onze planeet leven er
slechts 120 soorten in het zuidpoolgebied. Zij
zijn helemaal aangepast aan het leven in het
koude water.
Weddellzeehonden
8
Robben: De volgende robbensoorten
kun je in het zuidpoolgebied tegenkomen; de antarctische perlsrob, de
krabbeneter, de rosszeehond, de weddellzeehond, de zeeolifant en het zeeluipaard.
Vogels: In het hele zuidpoolgebied
broeden ruim 40 vogelsoorten, bijna
allemaal zeevogels: aalscholvers (2
soorten), albatrossen (7 soorten), jagers (3 soorten), sterns (2 soorten),
stormvogels (17 soorten),pinguïns (7
soorten) en ijshoenders (2 soorten).
blauwoogaalscholvers
Pinguïns: van de achttien pinguïnsoorten die er leven op aarde (zuidelijk
halfrond) komen er 7 in het zuidpoolgebied voor. Alleen de adeliepinguïn
en de keizerspinguïn broeden op het
vasteland van de Zuidpool. De ezelspinguïn zie je rechts hiernaast ’aan de
wandel’. Daarnaast kun je de macaronipinguïn, de rotsspringer, de kinbandpinguïn en de koningspinguïn tegenkomen. Zie voor de andere afbeeldingen pagina 13
het sneeuwstormvogeltje
Walvissen: er zijn balein– of baardwalvissen en tandwalvissen. Balein–
of baardwalvissen filteren met dunne
platen die in hun bek hangen plankton, krill en andere kleine zeedieren
uit het water. De volgende baleinwalvissen kun je in het gebied tegenkomen: de blauwe vinvis (het grootste
zoogdier op aarde), de gewone vinvis,
de dwergvinvis, de bultrug, de noordse vinvis en de zuidkaper.
ezelspinguïns
Tandwalvissen hebben zoals de naam
het al zegt tanden. Hun voedsel bestaat doorgaans uit grotere prooien.
De orka en de potvis komen in het
zuidpoolgebied voor. De potvis eet
voornamelijk reuzeninktvis. En de orka jaagt veel op zeehonden maar ook
op pinguïns.
bultrugwalvis
9
Keizers van de Zuidpool
Als het hier in Nederland zomer is en
meestal lekker warm, is het in het zuidpoolgebied hartje winter. Het is daar dan
maandenlang helemaal donker. En verschrikkelijk koud. De temperatuur is er
dagelijks zo’n min 60 graden Celsius. Je
zult het bijna niet geloven: er is een dier
dat juist dan het zuidpoolijs opzoekt. Dat
doen ze waarschijnlijk al duizenden jaren.
We hebben het over de keizerspinguïn.
Wat daar achter zit, lees je in dit hoofdstuk.
In april komen de volwassen en geslachtsrijpe keizerpinguïns het ijs op om
zich te verzamelen. Ze hebben zich van
december tot maart volgegeten. Tegoedgedaan aan al het krill dat er rondzwemt
in de zuidpoolzomer. Na ongeveer een
week gaan ze lopen. Het is een voettocht
van 100 kilometer. Voor een gemiddeld
mens is dat veel maar voor pinguïns is
het een reuzenafstand. Stappen is vermoeiender voor pinguïns dan voor mensen. Daarom glijden ze ook veel peddelend op hun buik. Ze zijn op weg naar
hun geboorteplek.
Eenmaal aangekomen op hun plek gaan
ze een partner zoeken. Als zich koppeltjes gevormd hebben gaan ze paren. Tegen de maand mei begint het licht uit de
lucht te verdwijnen vanwege de poolnacht. Ook blijft de temperatuur zakken.
Bovendien zijn er regelmatig sneeuwstormen. De enige bescherming tegen de kou
is de groep zelf. Door dicht tegen elkaar
aan te gaan staan wordt de warmte behouden. Om nog iets van vocht binnen te
krijgen consumeren ze kleine hoeveelheden stuifsneeuw.
En eindelijk, na lang wachten in de extreme kou, zien we dan rond begin juni de
eerste vrouwtjes die een ei leggen. Ze
houden het warm in een plooi onderaan
hun lichaam. De mannetjes hebben ook
zo’n plooi. Zodra het ei is gelegd heeft
het koppel nog maar een doel: het jong
in het ei in leven houden.
10
De uitgehongerde wijfjes moeten onmiddellijk terug naar zee. Ze verliezen namelijk een derde van hun lichaamsgewicht door de aanmaak van het (grote)
ei. Voordat het wijfje naar zee vertrekt
moet ze het ei aan het mannetje toevertrouwen. En dat moet meteen goed
gaan. Sommige jonge, onervaren koppels gaan overhaast te werk; het ei rolt
de verkeerde kant op en bevriest onmiddellijk. Overal liggen verloren eieren.
Deze pinguïns, mannetjes en vrouwtjes,
blijven na het verlies van het ei niet langer; ze lopen terug naar zee en proberen het een jaar later weer opnieuw. Ze
leggen dus niet, zoals sommige vogelsoorten doen, nog een tweede of derde
maal eieren.
De vader zorgt voor het ei. Hij zal het ei
2 maanden lang (juli/augustus) tegen
een snijdende kou beschermen. En dat
terwijl er regelmatig sneeuwstormen zijn
met orkaankracht en de temperatuur
inmiddels is gezakt tot min 60 graden.
De uitgeputte wijfjes moeten zoals gezegd onmiddellijk vertrekken anders
sterven ze van de honger. De terugkeer
naar zee is moeilijker omdat door de
winter zich nieuw ijs heeft gevormd aan
de randen. Ze moeten dus vele kilometers langer lopen.
Eenmaal aangekomen bij de eerste gaten in het ijs of bij de zee zelf, duiken de
vrouwtjes meteen in het water op zoek
naar kreeftjes en vissen. Pinguïns kunnen tot zo’n 500 meter diep duiken en
een kwartier hun adem inhouden.
11
Hierboven zie je nog een geduchte vijand van de pinguïns op de Zuidpool: de reuzenstormvogel: zodra de kuikens op het ijs rondlopen komen ze er aanvliegen om een kuiken te doden.
Maar er dreigt ook gevaar: er liggen daar
een aantal vijanden op de loer. Met een hap
kan een zeeluipaard twee levens vernietigen: dat van de moeder en dat van haar
kuiken, dat straks nooit eten genoeg zal
krijgen. Tegen de maand augustus weten
de wijfjes dat het tijd wordt om terug te
keren: voor de derde keer ondernemen ze
hun lange tocht.
Een zeeluipaard op de loer
De gevaarlijkste natuurlijke vijand is de
skua. Die zie je hierboven. Het is een jager, een soort roofmeeuw. Skua’s broeden vaak in de buurt van pinguïnkolonies.
Ze roven pinguïneieren en jagen vooral op
kuikens. Ook zijn er nog 2 ijshoenders die
op pinguïneieren loeren. (die noemen we
ook wel zuidpoolkippen).
De mannetjes moeten beschutting zoeken
maar ook in beweging blijven, niet alleen
om hun eigen lichaamswarmte op peil te
houden maar ook dat van hun pasgeboren
kuiken. De vader heeft inmiddels al 4
maanden niet gegeten! Als de wijfjes niet
snel terugkeren zal hij het kuiken noodgedwongen achterlaten en naar de voedselrijke zee stappen: een andere keus heeft hij
niet!. Hij heeft nog wel een melkachtige
vloeistof bewaard in zijn keel: hier kan hij
het kuiken een paar dagen mee voeden.
September: de wijfjes die de tocht terug
overleefd hebben zijn inmiddels weer terug.
de moeder ziet haar kind voor de eerste
keer. De moeder moet het nu snel overnemen! Zij kan dat ook; ze heeft zich volgegeten en heeft onverteerd voedsel genoeg
om het kuiken wekenlang van voedsel te
voorzien. De vader vertrouwt het kuiken
aan de moeder toe en neemt meteen afscheid van het kuiken. Ook hij zal het kuiken over een week of zes weer van voedsel
voorzien: hij komt weer terug naar de kolonie. In november lopen ze met z’n allen
naar de rand van het ijs. In december nemen de jong volwassen dieren afscheid van
hun ouders: ze leven dan jarenlang op zee
totdat ze geslachtsrijp zijn.
12
De zuidpoolpinguïns op een rij.
Zoals eerder gezegd komen 7 van de 18 pinguïnsoorten in het zuidpoolgebied voor.
De keizerspinguïn (emperor penguin in het Engels) ken je inmiddels. De andere zijn:
1) De koningspinguïn (king penguin),
`3
2) De rotsspringer (the rockhopper),
3) De kinbandpinguïn (chinstrap penguin),
4) De macaronipinguïn (macaroni penguin),
5) De adéliepinguïn (adélie penguin)
6) De ezelspinguïn. (gentoo penguin) .
Kijk eventueel eens in een zeevogelgids als je
meer over deze pinguïns wilt weten.
`4
`5
`1
`2
`6
13
Afstandskampioenen (malmokalbatros)
Zijn de pinguïns de keizers op het ijs in het zuidpoolgebied, albatrossen zijn dat boven
zee. Het zijn enorm goede zweefvliegers die je met hun enorme spanwijdten (tot meer
dan 3 meter) over de open zee kunt zien vliegen. Onderzoek met zendertjes heeft
aangetoond dat albatrossen in 1 voedselvlucht soms wel 10.000 kilometer afleggen.
Dat betekent dat zij in het broedseizoen alles bij elkaar gigantische afstanden afleggen. Van de 13 soorten albatrossen die er op de wereld voorkomen, leven er 7 in het
zuidpoolgebied. Ze hebben hun leefgebieden voornamelijk op de eilanden rondom de
Zuidpool.
Een andere opmerkelijke vogel is de noordse stern (zie de afbeelding hierboven). Die
broedt in het noordpoolgebied en overwintert in het zuidpoolgebied. Dat betekent dat
deze vrij kleine vogel elk jaar zo’n 40.000 kilometer aflegt. Van noord naar zuid en
weer terug. De meeste kilometers langs kustlijnen, zoals de meeste trekvogels doen.
(zie de kaart met de groene pijlen hierboven).
14
De noordse stern moet ook door het gebied met de zware westerstormen rondom de
Zuidpool. Bij het oversteken van deze zone in november op weg naar Antarctica komen ze soms dan ook helemaal in Australië en Nieuw-Zeeland terecht. Die zone (zie
de rode kleur op de afbeelding hiernaast) noemen zeelieden ook wel de roaring forties
(Wilde Veertigers) en howling fifties (Brullende Vijftigers). Dit verwijst naar de zuiderbreedte. De zone waar zo’n 300 dagen per jaar harde westenstormen waaien ligt ongeveer tussen de 40e en 60e breedtegraad. Doordat de wind nauwelijks land tegenkomt neemt hij in kracht alleen maar toe. Hierboven zie je een Envisat satellietfoto.
De kleurenbalk onder geeft de hoogte van de golven aan. Het rood gekleurde gebied
(met de hoogste golven) is de zone van de harde westenwinden.
Hierboven zie je een schip dat door de zone met westenwinden vaart. In dit geval door de gevreesde Drake’s Passage, tussen Vuurland (Zuid-Amerika) en het westelijk schiereiland van Antarctica. Niet zo gek dat de noordse sterns, op trek naar de Zuidpool, wel eens uit de koers
waaien.
15
DE MENS EN DE ZUIDPOOL
De Zuidpool heeft geen inheemse bevolking. Wonen kun je er ook eigenlijk niet. Verblijven wel, voor kortere of langere tijd. In de zomer verblijven er ongeveer 5.000
mensen. In de winter maar 1.000. Dit zijn bijna allemaal wetenschappers die onderzoek doen. Het is er te koud en onherbergzaam om er dorpen en steden te bouwen. Er
is geen landbouw, geen industrie, geen mijnbouw. Er zijn geen spoorlijnen, wegen en
havens. Schepen gaan meestal voor de kust voor anker en ladingen worden met kleine boten van en naar het schip vervoerd. Wel zijn er enkele vliegvelden en velden
waar helikopters kunnen landen. Die liggen vlakbij nederzettingen waar mensen wonen en werken. Toch hebben ook andere mensen dan wetenschappers interesse
(gehad) in de Zuidpool. In dit deel aandacht voor de mensen die als
’ontdekkingsreiziger’ , ’walvisvaarder’, ‘toerist’ en ’bestuurder’ interesse in de Zuidpool
hadden en hebben. Tot slot natuurlijk ook aandacht voor de wetenschappers!
Hier links op de afbeelding zie
je een monument dat in Nieuw
-Zeeland te Wellington te vinden is; de punt wijst precies
naar de geografische Zuidpool.
Het is vanaf hier ongeveer 3
uur vliegen naar de Zuidpool;
net zo ver als van Schiphol
naar Athene.
Ontdekkingsreizigers
De vroegst bekende kaart van het zuidpoolgebied is een kaart gemaakt in 1513 door
Piri Reis, een beroemd admiraal van de Turkse vloot. De kaart geeft precies de kustlijn
van Noord-Antarctica weer en niemand snapt hoe dat kan: die kustlijn ligt altijd onder
ijs. Het is nog steeds een raadsel hoe iemand in die tijd de kennis had om een dergelijke kaart te maken.
In 1773 verkent James Cook de zee rond Kaap Hoorn vaart daarbij ook rond Antarctica. Daarna sturen diverse landen expedities naar het gebied om het te verkennen.
Eerst denkt men dat Antarctica een eilandengroep is, maar in 1838 wordt ook het oostelijke vasteland ontdekt. Pas als wetenschappers in 1895 in Londen het Internationale
Geografische Congres houden en daarbij oproepen tot een grondige verkenning van
Antarctica komt die weer op gang. Twee jaar later vaart het Belgische schip de Belgica
onder leiding van Adrien Gerlache naar het gebied tussen Vuurland en de ZuidShetland-eilanden en probeert daarna verder Antarctica binnen te dringen.
Omdat hun schip door ijs ingesloten raakt, kunnen ze pas na de winter van 1898 weer
naar België terugkeren. Hiermee wordt de expeditie de eerste die in Antarctica de winter doorbrengt. Tijdens de tocht naar de Zuid-Shetland-eilanden meten leden van de
expeditie de diepte van de zee. Ze vinden dan een diep stuk zee dat Antarctica en
Zuid-Amerika van elkaar scheidt en stellen daarmee vast dat Antarctica een zelfstandig werelddeel is.
16
Daarna proberen ontdekkingsreizigers steeds verder in het gebied door te dringen. In
1911 bereikt de eerste expeditie de geografische Zuidpool onder leiding van de Noor
Roald Amundsen. Hij is daarmee een expeditie onder leiding van Robert Scott 23 dagen voor. De expeditie van Amundsen bereikte op 14 december 1911 de Zuidpool, die
van Scott op 17 januari 1912. Op de grote afbeelding hieronder zie je een overzicht
met alle belangrijke ontdekkingsreizen en de afgelegde routes; je kunt zien dat de
meeste expedities vanaf Nieuw-Zeeland zijn gemaakt. Op de kleine foto’s zie je Scott
en zijn expeditieleden in 1912; ze zijn allen omgekomen bij deze expeditie. Rechtsonder in de hoek zie je een afbeelding van de Belgica, vast in het ijs.
Walvisvaart en visserij
Tot aan 1850 werd er met zeilschepen op walvissen gejaagd. De Vinvissen en Potvissen zijn de zeilschepen nog te snel af. Rond 1850 doen de stoomschepen hun intrede.
Die kunnen sneller varen en hun snelheid langer vasthouden. Daardoor worden er met
name in het Zuidpoolgebied miljoenen walvissen gedood. Als blijkt dat uiteindelijk alle
walvissen bedreigd worden, wordt door de Internationale Walvis Commissie in 1986
een wereldwijd verbod op de commerciële walvisvaart afgekondigd. Vooral landen als Noorwegen en Japan willen echter weer beginnen met
de commerciële jacht op walvissen. Vaak doen
ze dat al, zogenaamd onder het mom van wetenschappelijk onderzoek. Diezelfde landen vissen tegenwoordig bijvoorbeeld ook veel op krill.
Ze vangen veel meer dan ze mogen vangen en
dat is een grote zorg voor het milieu: de voedselketen wordt hierdoor namelijk verstoord.
Op de afbeelding hiernaast zie je een bultrugwalvis.
17
Toerisme
Naast wetenschappers komen er (’s zomers) ook toeristen naar de Zuidpool. In 1991
richtten enkele reisbureaus de Internationale Vereniging van Touroperators voor Reizen naar de Zuidpool op. Deze vereniging wil ervoor zorgen dat toeristen veilig naar
Antarctica kunnen gaan maar ook zonder dat het milieu er schade van lijdt. Toeristen
moeten zich in Antarctica aan dezelfde regels houden als wetenschappers. Ook schepen die rond Antarctica varen moeten zich aan bepaalde regels houden. Zo is het verboden om plastic afval overboord te gooien.
Het project van de vereniging van reisbureaus is een groot succes. Ieder jaar stijgt het
aantal toeristen. De meeste toeristen komen er met cruiseschepen aan. Rond de
eeuwwisseling zijn het er 12.000 per jaar. In 2008 zijn het er inmiddels 40.000. Ze
varen rond het vasteland en de ijsvelden en gaan af en toe aan land om een kolonie
pinguïns of zeehonden van dichtbij te bekijken. Maar ook om bijvoorbeeld verlaten expeditiekampen te bezoeken.
Cruiseschepen doen ook plaatsen buiten Antarctica aan. Meestal liggen de eilanden
rondom de Zuidpool ook op de reisroute. Andere toeristen, ongeveer 3.000 per jaar,
komen er per vliegtuig, al is het dan maar voor enkele uren. In Australië stijgen er ’s
zomers vliegtuigen met toeristen op voor een rondvlucht boven Antarctica.
Regeringen van landen rond de Zuidpool zijn niet echt gelukkig met het groeiende toerisme in Antarctica, want als daar een schip of vliegtuig verongelukt is het moeilijk om
de slachtoffers te helpen. Toch helpen ze mee aan het toerisme omdat ze daar geld
aan willen verdienen.
Nog even over de afbeelding op pagina 1: hier zie je een cruiseschip met toeristen die
vanuit Nieuw-Zeeland een dertig daagse reis maken naar het oosten van het Zuidpoolvasteland. Een onderdeel van de reis is een bezoek aan het leefgebied van de keizerspinguïn. Alsof het zo lijkt afgesproken staan de pinguïns de toeristen op te wachten.
18
Ten slotte zijn er de avonturiers die aan trektochten meedoen. De deelnemers maken
tochten in een kajak op zee, beklimmen bergen in het binnenland of gaan onder begeleiding van een gids op ski’s naar de geografische Zuidpool.
Een van die avonturiers is de Nederlandse Bernice Notenboom (45 jaar) Op 12 januari 2008 bereikt ze als eerste
Nederlandse vrouw de geografische Zuidpool op ski’s. Op 6
december werden zij en vier expeditiegenoten (twee mannen, twee vrouwen) afgezet op de rand van de Ronne Ice
Shelf, waar het vasteland van Antarctica begint. Vanaf daar
hebben zij in 38 dagen 923 kilometer geskied. Ze zegt zelf
onder meer: “Die kou is ondraaglijk. Ik kreeg in de eerste week al bevriezingsverschijnselen op mijn gezicht. Juist die plekken zijn het gevoeligst. Het kleinste zuchtje
wind kruipt ernaartoe. Je moet contact met de buitenlucht vermijden, maar dat gaat
niet. Je verschuift je skibril een stukje en voor je het weet is een stukje wang bevroren. Sommige momenten zullen me altijd zullen bijblijven. Zoals toen het vliegtuigje
dat ons op het einde van de ijsplaat had afgezet, wegvloog. Dat was het moment dat
er geen weg meer terug was. Je weet niet hoe het zal zijn, je weet niet of je het gaat
halen, en je moet 923 kilometer gaan skiën. Of dat we in heel slecht weer zaten, en
letterlijk geen hand voor ogen zagen. Plotseling brak precies waar wij skieden de zon
door. Dat was zoiets fantastisch
magisch.
De
woeste en ruige natuur
werd in een klap vriendelijk en mooi. Ik heb me
denk ik vaak gevoeld als
de eerste mensen die voet
zetten op de maan of
Mars. Wat je hier ziet,
vind je nergens”.
Hier links boven zie je een andere kampeerder die net als Bernice Notenboom zijn/
haar tent heeft opgezet precies bij de (geografische) Zuidpool. Anderen laten zich
graag fotograferen bij zo’n bijzondere plek.
19
Het Antarcticaverdrag
Als je naar de Zuidpool wil gaan, heb je geen paspoort nodig om er binnen te komen.
Ook zul je nergens de vlag of het volkslied van Antarctica kunnen vinden want die zijn
er niet. Antarctica is geen zelfstandige staat met een eigen regering die geleid wordt
door een staatshoofd. Ook wordt het niet bestuurd door een ander land zoals bijvoorbeeld de Nederlandse Antillen door Nederland.
Wel wil een aantal landen ieder een stuk van Antarctica hebben; dat noemen we
‘claims’. De volgende landen maken aanspraak op een stuk van de Zuidpool: het zijn:
Argentinië, Australië, Chili, Frankrijk, Groot-Brittannië, Nieuw-Zeeland en Noorwegen.
Deze aanspraken of ’claims’ worden niet internationaal erkend.
Antarctica behoort dus aan geen enkel land toe. Maar wordt wel door een
aantal landen bestuurd. Dat is geregeld in een verdrag dat in 1961 van
kracht is geworden, het AntarcticaVerdrag. Inmiddels hebben 44 landen
het verdrag ondertekend. Ieder jaar
komen vertegenwoordigers van die
44 landen bij elkaar. (zie afbeelding
hiernaast) Ze bespreken onder meer
hoe het wetenschappelijk onderzoek
kan worden aangepakt. En wat er kan
worden gedaan om planten en dieren
(beter) te beschermen. Het Antarcticaverdrag gaat uit van twee beginselen:
1) Antarctica mag geen bezit worden van een of meer landen
2) Er mogen alleen activiteiten met vreedzame doeleinden plaatsvinden.
Zo mogen landen er geen kernproeven houden of radioactief afval opslaan. Ook mag
men tot 2048 geen delfstoffen winnen in Antarctica.
Hieronder zie je het grootste station van de Zuidpool: Mc Murdo, vlakbij de Ross Ijsvlakte.
20
Wetenschappers op de Zuidpool.
Er worden heel verschillende zaken op de Zuidpool onderzocht. Maar doorgaans zijn
het meteorologen, aardwetenschappers (geologen en fysisch geografen) en biologen
die onderzoek doen. Naar het weer/klimaat, het dierenleven. Er wordt bodemonderzoek gedaan en er worden ijsboringen verricht.
Hierboven zie je het Amundsen-Scott station, vlakbij de geografische Zuidpool, door de tijd
heen in beeld gebracht. In de nieuwbouw van 2008 is plaats voor 150 mensen; onderzoekers
en ondersteunend personeel.
Onderzoeksstations
De bases die her en der verspreid zijn ingericht, worden regelmatig bevoorraad. Aan
de kust gebeurt dat door schepen, elders door vliegtuigen. Ook wordt afval, dat niet in
de omgeving mag worden weggegooid, met schepen en vliegtuigen afgevoerd. Maar
dat kan alleen tijdens de zomermaanden. ’s Winters kunnen schepen niet bij bases
aan de kust komen, omdat de zee tot ver buitengaats bevroren is. Vliegtuigen kunnen
dan meestal niet de lucht in en bij de bases landen, omdat het te hard waait of dat de
vliegtuigen niet bestand zijn tegen de lage temperaturen. Op de kaart op pagina 3 zie
je alle onderzoeksstations staan (zie de rode en witte stippen). De rode stippen zijn
het hele jaar door bemand. De witte stippen alleen in de Zuidpoolzomer. Aan de letters achter de stippen zie je door welk land het station wordt gerund of gefinancierd.
De vijfde zuidpool
Hieronder zie je een transportvliegtuig landen bij het Scott-Amundsen onderzoeksstation. De ijskap is in 100 jaar tijd enkele honderden meters verschoven. De plek waar
Amundsen in 1911 zijn tent en Noorse vlag neerzette nu niet meer precies de geografische Zuidpool. Het is daarmee een historische en ceremoniële plek geworden.
Hier links zie je de geografische Zuidpool; rechts de ceremoniële Zuidpool. Sinds de onderteking van het Antarcticaverdrag in 1959 staan de vlaggen van de ondertekenende landen er.
21
Hierboven zie je een zonnekijker
Weerkundig onderzoek.
De laagste temperatuur op aarde ooit gemeten, -89,2 graden, werd in 1983 gemeten
in de Vostoknederzetting vlakbij de geografische Zuidpool. Om het weer in Antarctica
(beter) te kunnen begrijpen is het echter niet voldoende om metingen te doen vanaf
de grond. Hoe warm of koud het is, hoe hard het waait en uit welke richting, hoeveel
bewolking er is en wat voor bewolking en of en hoeveel neerslag er valt, hangt van
allerlei zaken af. Om er enkele te noemen: hoever strekt het ijs zich van de kust in
zee uit? Hoe warm is het zeewater voor de kust waar geen ijs ligt? In welke gebieden
is de luchtdruk hoog en waar is die laag? Zit er veel of weinig vocht in de lucht?
Om dit alles na te gaan laten onderzoekers weerballonnen
op die temperaturen, windrichting, windsnelheid en de samenstelling van de dampkring op verschillende hoogtes
meten. Of ze stappen in een vliegtuig om metingen te
doen. Ook meten ze als de zon schijnt hoeveel ozon er in
de lucht zit.
Ozon is een van de gassen in de atmosfeer die ons beschermt tegen teveel schadelijke ultraviolette straling van
de zon.
Ook vanuit ballonnen en vliegtuigen is maar een klein
deel van het hele Zuidpoolgebied te overzien en bovendien maar voor korte tijd. Om het geheel van Antarctica te kunnen overzien en voortdurend in de gaten te kunnen houden gebruiken onderzoekers dan
ook satellieten om dat totaaloverzicht te krijgen. Die
kunnen met hun camera’s en andere meetinstrumenten het hele gebied of minstens een groot deel ervan
in één keer waarnemen en dat gedurende maanden of
jaren regelmatig doen. In februari 2002 wordt een Europese satelliet in een baan rond de aarde gebracht, de Envisat. Die houdt de ozonlaag boven Antarctica in de gaten. En laat ook regelmatig zien hoeveel ijs er in en
rond Antarctica te vinden is.
22
Geschiedenis geschreven in ijs.
Een ander onderzoeksterrein is de geschiedenis van de aarde en van het dieren- en plantenrijk. De dikke ijskap in Oost-Antarctica is
een uitgelezen plaats om dit soort onderzoek
te doen. Dat is als volgt te verklaren. Jaarlijks
groeit het ijs in Antarctica van bovenaf aan
door neerslag. Hierdoor ontstaan er laagjes die
naar beneden toe steeds ouder worden. Ook
ontstaan er tussen ijskristallen minuscule luchtbelletjes die steeds dieper onder het ijs
begraven worden. Soms komen er stofdeeltjes naar beneden vallen en die komen ook
in het ijs te zitten. Geleerden boren gaten in het ijs en halen daarbij oud ijs naar boven om te onderzoeken. Zo hebben onderzoekers van de Vostok-nederzetting een gat
van 2 kilometer diep in het ijs geboord en ijs tot 160.000 jaar oud naar boven gebracht en onderzocht. Uit dit ijs hebben ze bijvoorbeeld af kunnen lezen wanneer de
meest recente ijstijd heeft plaatsgehad.
De geschiedenis in het zuidpoolijs gaat niet verder terug dan 160.000 jaar, omdat het ijs onderaan de ijskap afsmelt door warmte die uit de aardkorst komt.
Geleerden die nog verder terug in de tijd willen gaan,
zijn aangewezen op monsters van rotsbodems die nog
ouder zijn dan het oudste ijs. Zo hebben ze ontdekt
dat Antarctica tot 65 miljoen jaar geleden soms zelfs
tropisch warm moet zijn geweest. Het gebied was toen
bedekt met uitgestrekte bossen waar dinosauriërs in
rondliepen.
De werelddelen hebben niet altijd op de
plaats gelegen waar ze nu liggen. Ook
nu verschuiven ze nog steeds. Miljoenen jaren geleden was er zelfs een supercontinent: Pangea. Alle werelddelen
waren in elkaar geschoven. Later zijn
die weer van elkaar af gedreven. Zo
zijn ook Australië en Antarctica op hun
huidige plek terechtgekomen.
Hiernaast zie je hoe dat in de loop van
de tijd is gebeurd: 225 miljoen jaar
geleden waren alle werelddelen in elkaar geschoven: Pangea.
Daarna zie je hoe ze in 4 tijdsperiodes
weer van elkaar afdrijven. De geologen
hebben gezien aan bodemvondsten dat
65 miljoen jaar geleden Antarctica warmer was. Zie op de afbeelding het
voorlaatste kaartje: Antarctica lag 65
miljoen jaar geleden nog duizenden
kilometers noordelijker dan nu. Antarctica lag in die tijdsperiode in een andere, warmere klimaatzone.
23
Nederlandse wetenschappers op de Zuidpool
Samen met de minister van onderwijs & wetenschap bezocht het Koninklijk Huis in de
personen van prins Willem Alexander en prinses Maxima in januari 2009 het westelijk
schiereiland van Antarctica. Dit vooral om het Nederlandse wetenschappelijk onderzoek een hart onder de riem te steken. En aandacht te vragen voor zaken als milieu
en klimaatverandering.
Nederland kent sinds 1992 een Antarctica-onderzoeksprogramma. De meeste onderzoeken zijn samenwerkingsverbanden tussen wetenschappers uit verschillende landen. Zo zijn Nederlandse wetenschappers op dit moment betrokken bij tientallen verschillende onderzoeken.
Veel onderzoek vindt plaats naar
het verband tussen IJs, klimaat en
zeespiegelstijging.
Onder leiding van professor Hans
Oerlemans van de Universiteit van
Utrecht vindt op dit moment onderzoek plaats in West-Antarctica.
Daar breken op dit moment ijsbergen af ter grootte van Nederland.
Kijk nog eens naar de afbeeldingen en tekst op pagina 4. Hier zie
je dat West-Antarctica grotendeels
onder de zeespiegel ligt.
Door het afbreken van ijsbergen
loopt er veel zeewater naar binnen. De Utrechtse onderzoekers
vermoeden dat er door het naar
binnen lopende zeewater nog
meer ijs zal afbreken. Minder ijsoppervlak betekent minder weerkaatsing van zonlicht; de zon kan
meer energie kwijt; de temperatuur stijgt. Deze temperatuurstijging zorgt ook weer voor meer
smelting van ijs.
Prins Willem Alexander en Prinses Maxima
tijdens hun bezoek in 2009 aan Antarctica
Opmerkelijk gegeven:
wetenschappers hebben
berekend dat ongeveer
75 procent van al het
ijs op aarde aanwezig,
zich op de Zuidpool bevindt. Als dit ijs allemaal zou smelten zou
de zeespiegel met maar
liefst 60 meter stijgen
op aarde.
24
AANTEKENINGEN
25
26
MEER OP INTERNET
Op de website van het Centrum voor Mondiaal Onderwijs vind je nog meer
onderwerpen die je kunnen helpen bij je werkstuk of spreekbeurt.
Je vindt daar tips over hoe je het beste een werkstuk kunt opzetten of hoe je
het beste je spreekbeurt kunt inkleden.
Ga naar www.cmo.nl of www.maak-een-werkstuk.nl.
27
SCRIPTIESERVICE
De Scriptieservice Mondiaal Onderwijs richt zich op leerlingen vanaf 10 jaar. In de
reeks zijn meer dan 85 onderwerpen opgenomen over Derde Wereld, Vrede, Milieu
en Mensenrechten.
Elk pakket bestaat uit 24 pagina's tekst, foto's, tekeningen, strips en/of cartoons.
Op de website van het CMO staat een handleiding voor het maken van een scriptie/
werkstuk.
De versie op papier is te bestellen bij:
Centrum voor Mondiaal Onderwijs
Postbus 9108
6500 HK Nijmegen
tel. 024-3613074
e-mail: [email protected]
http://www.cmo.nl
Download