(On)zichtbaar - BEDRIJF + SCHOOL Scholen leren met bedrijven

advertisement
(On)Zichtbaar
Docentenhandleiding
(On)zichtbaar!
Docentenhandleiding
Een module uit het Food and Health project
Gemaakt in opdracht van het Citadel College te Lent
Ontworpen voor tweede jaar HAVO/VWO
2009
Ontwikkeld door:
Citadel College te Lent
J. van den Broek
K. Swinkels
Studenten van Wageningen Universiteit
N. Aarts
M. Boetje
R. van den Breemer
Y. Peters
J. Schoufour
P. van Straten
2
Inhoudsopgave
Introductie
Veiligheid
Opzet van de Module
Les 1 Van Begin Af Aan
Les 2 Microscopisch klein
Les 3 Oei ’t Groeit
Les 4 Plaat je Agar
Les 5 Bezint eer ge Begint I
Les 6 Bezint eer ge Begint II
Les 7 Werk in Uitvoering I
Les 8 Werk in Uitvoering II
Les 9 Poster Presentatie
Les 10 Keuring
Les 11 Excursie
Bronnen
4
5
6
12
15
17
19
21
21
35
35
38
40
42
43
3
Introductie
In deze module ‘(On)zichtbaar’ staan bacteriën en schimmels centraal. De hoofdvraag van
de module is:
Welke rollen van bacteriën en schimmels komen we in het dagelijks leven tegen?
De leerlingen leren wat de positieve en negatieve eigenschappen van bacteriën en
schimmels zijn, hoe ze er uit zien, hoe ze zich voortplanten en hoe je ze zichtbaar kunt
maken met behulp van een microscoop of kleuring. Ook leren ze de rol van microorganismen in de voedselkringloop. De leerlingen oriënteren zich eerst op het onderwerp. Ze
gaan bijvoorbeeld informatie zoeken en naar bacteriën kijken. Daarna gaan ze een eigen
onderzoek opzetten. Er worden opties gegeven voor de onderwerpen van hun eigen
onderzoek. Ze ontwerpen zelf de gehele voorbereidingsfase van een onderzoek, voeren een
proef uit en maken uiteindelijk een poster van de resultaten.
De lessen van deze module bevatten experimenten die soms moeilijk te verkrijgen
materialen eisen. Bij onduidelijkheden over deze materialen of voor vragen over het veilig
gebruik van micro-organismes kunt u eventueel mailen naar Gosse Schraa, microbioloog
aan de Wageningen Universiteit ([email protected]).
Deze module is gemaakt aan de hand van het POCO-model. In dit model staan de
vaardigheden onderzoeken en ontwerpen centraal. Het POCO-model bestaat uit 5 stappen:
oriënteren, voorbereiden, uitvoeren, afsluiten en reflecteren. Aan de hand van
deze 5 stappen moeten de leerlingen een onderzoek uitvoeren of een ontwerp maken op
een gestructureerde wijze. Daarnaast geeft het POCO-model de mate van begeleiding van
de docent aan. Deze module is bedoeld voor THV klassen uit het tweede leerjaar en bestaat
uit een excursie van een halve dag en 10 lessen die elk 1 klokuur in beslag nemen.
De module is geschreven door 6 studenten van Wageningen universiteit als onderdeel van
hun Masteropleiding.
4
Veiligheid
Bron: www.e-radiography.net
In deze module wordt met micro-organismen gewerkt. Hierdoor bestaat er een kans op
infectie of nadelige gevolgen voor de gezondheid. Daarom moet de docent goed opletten,
voor de veiligheid van zichzelf en van de leerlingen.
Wijs de leerlingen elke les op de veiligheidsregels en tref zelf een goede voorbereiding.
Hieronder staat een overzicht van de belangrijkste veiligheidsregels om infecties met microorganismen te voorkomen [1, 2]:
- Beperk het gebruik van airconditioning zoveel mogelijk.
- Zet zoveel mogelijk de ramen open (in ieder geval vóór en na de les).
- Houdt de temperatuur op maximaal 21° Celsius.
- Draag handschoenen en een labjas.
- Houd met uw gezicht afstand van schimmels (minimaal 50 cm). Het inademen van
schimmelsporen kan schadelijk zijn voor de gezondheid.
- Reinig na afloop alle tafels en materialen met alcohol.
- Deponeer biologisch afval in een speciale ton.
Voor de leerlingen is van belang [1]:
- Begin het practicum met schone handen en korte nagels.
- De werkplek moet zo weinig mogelijk voorwerpen bevatten. Dus geen tassen,
kledingstukken, boeken, etenswaar etc.
- Niet eten en drinken in het practicumlokaal.
- Draag altijd handschoenen en een labjas als je met bacteriën en schimmels werkt.
- Raak de bacteriën en schimmels niet (of zo min mogelijk) met de handschoenen aan.
- Ruik of proef nooit aan bacteriën en schimmels.
- Houdt bacteriën en schimmels altijd zo ver mogelijk van je gezicht. (minimaal 50 cm)
- Vraag aan de docent waar je de materialen kunt opruimen.
- Was na afloop altijd goed je handen en ontsmet de tafels met alcohol.
5
Opzet van de Module
1. Samenvatting
In de module komen de leerlingen door middel van korte onderzoeken in aanraking met de
verschillende uiterlijke en functionele kenmerken van bacteriën en schimmels. De volgende
hoofdvraag staat centraal:
1. Welke rollen van bacteriën en schimmels komen we in het dagelijks leven tegen?
In de oriëntatie (les 1 tot en met 4) maken de leerlingen kennis met de verschillende
eigenschappen die bacteriën en schimmels onderscheiden van andere organismen. In de
voorbereiding en uitvoering (les 5 tot en met 8) doen de leerlingen hun eigen onderzoek om
de hoofdvraag van de module te kunnen beantwoorden. De afsluiting (les 9 tot en 10)
bestaat uit een posterpresentatie van hun onderzoek en een reflectieles. Eventueel kan les
11 een excursie naar de HAS in Den Bosch zijn, waarbij leerlingen zelf een voedingsmiddel
ontwerpen waarbij micro-organismen zijn gebruikt.
2. POCO-model
Omdat deze module vooral gericht is op het uitvoeren van goed onderzoek zal hieronder kort
worden uitgelegd wat de bedoeling is van elke stap in het POCO-model.
2.1. Oriënteren
In de oriëntatiefase (les 1 tot en met 4) is het van belang dat de nieuwsgierigheid van de
leerlingen wordt geprikkeld. Daarnaast worden basiskennis en kernbegrippen besproken.
Eventueel kan de docent een klassikale inleiding geven en modellen laten zien. De
leerlingen leren basiskennis en kernbegrippen over bacteriën en schimmels voordat ze hun
eigen onderzoek gaan voorbereiden en uitvoeren.
2.2. Voorbereiden
In de voorbereidingsfase (les 5 en 6) wordt aandacht besteed aan de verschillende stappen
die belangrijk zijn bij het voorbereiden van een goed onderzoek (Vraagstelling, Verwachting,
Materiaal, Werkwijze). Elk drietal kiest uit een aantal deelvragen bij de algemene hoofdvraag
van de module.
2.3. Uitvoeren
In de uitvoeringsfase (les 7 en 8) voeren de leerlingen in drietallen het door hen opgezette
onderzoek uit.
2.4. Afsluiten
Een afsluiting van het eigen onderzoek wordt gegeven in les 9 in de vorm van een
posterpresentatie. In les 11 is er een gastles van de HAS. Hierbij ontwerpen de leerlingen
zelf een product waarin micro-organismen zijn verwerkt.
2.5. Reflecteren
Les 10 is de afsluitende les van de module waarin gereflecteerd wordt op het eigen
uitgevoerde onderzoek. De leerlingen reflecteren op het product (de poster) en het proces.
2.6. POCO-model voor deze module
Docent Docent
Docent
bepaalt geeft
geeft
voorbeelden opties
Docent
Docent
geeft
geeft
suggesties criteria
Docent
geeft
advies
6
Oriënteren
- nieuwsgierigheid
prikkelen
- aanbieden
kernkennis en
kernbegrippen
Voorbereiden
- Hoofdvraag
formuleren
- Deelvragen
formuleren
- Onderzoeksplan
maken
- Gesprek met
docent
Uitvoeren
- Informatie
verwerven (mbv
informatie
bronnen)
- Informatie
verwerken
(conclusie
trekken)
- Gesprek met
docent
Afsluiten
- Presenteren
Reflecteren
- Product
- Handelen van de
leerling (proces)
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
3. Thema’s
De module bestaat uit 10 lessen. Hieronder staat een overzicht van de lessen en de
onderwerpen/thema’s die in deze lessen aan bod komen.
 Les 1: Van Begin Af Aan
In les 1 maken de leerlingen kennis met de uiterlijke en functionele eigenschappen van
bacteriën en schimmels. Dit wordt gedaan in drietallen met behulp van verschillende
informatiebronnen. De leerlingen kiezen zelf welke informatiebron ze het meest geschikt
vinden om de vragen te kunnen beantwoorden.
 Les 2: Microscopisch Klein
In les 2 bekijken de leerlingen individueel bacteriën en schimmels onder de microscoop. Ze
gebruiken verschillende vergrotingen en maken tekeningen. Aan het einde van de les
bereiden ze zich voor op les 3.
 Les 3: Oei ‘t Groeit
In les 3 maken de leerlingen hun eigen schimmelkweek. De leerlingen maken kennis met
welke eigenschappen van de omgeving belangrijk zijn voor optimale schimmelgroei. Ook
bekijken ze de schimmels onder de microscoop.

Les 4: Plaat je Agar
7
In les 4 maken de leerlingen hun eigen bacteriekweek. De leerlingen leren de begrippen
‘agarplaat’ en ‘steriel werken’. Daarnaast maken de leerlingen kennis met welke
eigenschappen van de omgeving van belang zijn voor het kweken van bacteriën.
 Les 5 en 6: Bezint Eer Ge Begint I&II
In les 5 en 6 moeten de leerlingen een eigen onderzoek voorbereiden. Ze kiezen uit 4
onderwerpen die allemaal de hoofdvraag “Welke rollen van bacteriën en schimmels komen
we in het dagelijks leven tegen?” beantwoorden. Het eigen onderzoek wordt in drietallen
uitgevoerd. De 4 fases van voorbereiden (vraagstelling, verwachting, materiaal, werkwijze)
worden door de leerlingen ingevuld voor hun eigen onderzoek. Ook wordt nagedacht over de
manier van het weergeven van de resultaten.
 Les 7 en 8: Werk in Uitvoering I&II
In les 7 en 8 voeren de leerlingen hun eigen onderzoek uit. Ze gebruiken hierbij de
materialen en werkwijze die ze in les 5 en 6 hebben opgesteld. De resultaten van het
onderzoek worden weergegeven en een conclusie wordt getrokken die de deelvragen en
hoofdvraag beantwoord.
 Les 9: Poster Presentatie
In les 9 maken de leerlingen in tweetallen een poster van hun eigen onderzoek. De criteria
hiervoor worden door de docent gegeven. Ze moeten in ieder geval foto’s in de poster
verwerken die ze zelf gemaakt hebben tijdens het onderzoek. De posters komen digitaal op
de website van de school te staan en worden ook opgehangen en beoordeeld.
 Les 10: Keuring
De leerlingen kijken naar elkaars poster en kiezen de beste poster van de klas uit. Ook
beoordelen ze één andere poster op de criteria die aan de poster zijn gesteld: mooi,
overzichtelijk, volledig, aantrekkelijk, in eigen woorden en het gebruik van de foto’s. Ook de
docent geeft een beoordeling voor de poster. Uiteindelijk reflecteren de leerlingen op de
gehele module en hun proces als onderzoeker.
 Les 11: Product ontwerpen ism HAS
In les 11 gaan de leerlingen op excursie naar de HAS in Den Bosch. Hier gaan ze zelf een
voedingsmiddel ontwerpen (zuurkool of yoghurt) wat gemaakt is met hulp van microorganismen.
4. Vaardigheden
Na het afronden van deze module zijn de leerlingen in staat om:
 uit een aantal gemiddeld moeilijke onderzoeksvragen een keuze te maken.
 een verwachting te formuleren na eenvoudig vooronderzoek (bestaande uit de
basiskennis).
 te werken met materialen voor het doen van onderzoek aan micro-organismen.
 een moeilijke werkwijze die door de docent wordt voorgedaan zelf op de juiste manier
uit te voeren (steriel werken, voedingsbodem maken).
 een werkwijze te bedenken bij een gemiddeld moeilijk onderzoek
 een gemiddeld moeilijk onderzoek uit te voeren.
 moeilijkere resultaten weer te geven in een tabel, in een grafiek en met foto’s.
 met aanwijzingen van de docent een moeilijkere conclusie te trekken uit de
resultaten.
 een uitgebreid posterverslag (met daarin een foto instructie van de werkwijze) van
een gemiddeld moeilijk onderzoek te maken met gegeven criteria.
 elkaars producten te beoordelen aan de hand van gegeven criteria.
 een levensmiddelen product te maken met de hulp van bacteriën of schimmels.
 de belangrijkste kenmerken van bacteriën en schimmels te benoemen.
8






















de belangrijkste functies van bacteriën en schimmels te benoemen.
een keuze te maken uit verschillende opties wat de beste manier is om. informatie te
zoeken.
te werken met een microscoop.
te berekenen hoeveel bacteriën je hebt na een bepaalde tijd.
de schimmelgroei weer te geven in een tekening op ware grootte.
drie eisen te noemen waaraan de omgeving moet voldoen voor optimale groei van
schimmels.
steriel te werken.
een agarplaat (voedingsbodem) te maken.
een tekening te maken van bacteriekolonies op ware grootte.
drie eisen te noemen waaraan de omgeving moet voldoen voor optimale groei van
bacteriën.
een werkwijze te bedenken bij een gemiddeld moeilijk onderzoek.
een materialenlijst op te stellen bij een zelf gemaakte werkwijze.
te bedenken hoe ze de resultaten gaan weergeven en een blanco
grafiek/tabel/diagram maken voor een gemiddeld moeilijk onderzoek.
een werkwijze te bedenken bij een gemiddeld moeilijk onderzoek en uitvoeren.
moeilijkere resultaten weer te geven in een tabel, een grafiek en met foto’s.
met aanwijzingen van de docent een moeilijkere conclusie te trekken uit de
resultaten.
in drietallen een poster te maken van hun eigen onderzoek.
kunnen de stappen die ze hebben uitgevoerd in hun onderzoek overzichtelijk
weergeven in een poster.
posters te beoordelen op sterke en zwakke punten.
te reflecteren op hun eigen onderzoeksproces.
een levensmiddelen product te maken met de hulp van micro-organismen.
een aantal producten te noemen waarbij bacteriën en schimmels een rol spelen.
5. Leerdoelen
Na het afronden van de module weten de leerlingen:
 wat de evolutietheorie is.
 hoe bacteriën en schimmels eruit zien.
 hoe bacteriën en schimmels eruit zien onder een microscoop.
 de stappen van onderzoek
 het belang van een voorbereidingsfase.
6. Houding
De leerlingen:
 ontwikkelen een kritische houding t.a.v. nauwkeurigheid en eerlijk onderzoek doen.
7. Materiaallijst
 5 ml pipetten
 A3 vellen karton
 Agar
 Alcohol (70%)
 Antibiotica sticker
 Antischimmel
 Autoclaaf of hogedrukpan
 Bacteriën om te kweken
 Branders
 Computers
 Dekglaasjes
9




























Demi water
Etiketten
Kookplaat
Lijm
Medium (standaard)
Medium (vettig)
Merkstiften
Methyleenblauw
Microscopen (licht- en stereo)
NSAID (aspirine)
Objectglaasjes
Olie immersie (voor microscoop)
Papieren handdoekjes
Petrischaaltjes
Pincet
Plastic zakjes of vacuümpomp
Schaar
Schimmels om te kweken
Schuurborstels
Slootwater
Suiker
Ton voor biologisch afval
Vergrootglas
Vriezer
Wegwerp handschoenen
Yoghurt
Zeep
Zout
8. Betrokken bedrijven
Bedrijf: Hoge Agrarische School Den Bosch
Contactpersoon:
Telefoonnummer:
Zij bieden: Excursie of gastles waarin m.b.v. micro-organismen voedingsmiddelen gemaakt
worden.
9. Kader van de gewenste leersituatie
In hoeverre bevat de module
keuzemogelijkheden voor de leerlingen?
In hoeverre nodigt de module uit tot
activiteit van de leerling zelf?
Niet 0 0 0 0 0 maximaal
Toelichting:
Leerlingen kunnen uit een aantal
onderzoeken kiezen en kunnen zelf
werkwijze opstellen.
Niet 0 0 0 0 0 maximaal
Toelichting:
De basiskennis moeten leerlingen zelf zien
te achterhalen.
Daarnaast moeten leerlingen zoveel
mogelijk zelf de onderzoeken uitvoeren.
10
In hoeverre oefent de leerling met
zelfstandig onderzoek doen/ het maken
van een ontwerp?
Niet 0 0 0 0 0 maximaal
Toelichting:
In deze module staat de werkwijze centraal.
Leerlingen moeten deze (na het zien van
één uitvoering) zelf uitvoeren en de
werkwijze volledig uitschrijven in de vorm
van een foto instructie.
Leerlingen leren onderzoek doen met
bacteriën en schimmels.
In hoeverre oefent de leerling met
Niet 0 0 0 0 0 maximaal
reflecteren?
Toelichting:
De leerling kijkt terug op zijn eigen handelen
werkwijze en samenwerken
In hoeverre oefent de leerling met
Niet 0 0 0 0 0 maximaal
samenwerken?
Toelichting:
Leerlingen werken steeds in drietallen
samen. Reflectie vindt hierover plaats.
In hoeverre komen de leerlingen in contact
Niet 0 0 0 0 0 maximaal
met de bèta wereld buiten school?
Toelichting:
Filmpje met interview expert
Excursie HAS Den Bosch
In hoeverre nemen de leerlingen kennis van Niet 0 0 0 0 0 maximaal
beroepen die aansluiten bij de module?
Toelichting:
Korte informatieve vragen gekoppeld aan
het gekozen onderzoek van de leerlingen.
Filmpje van een microbioloog
In hoeverre nemen de leerlingen kennis van Niet 0 0 0 0 0 maximaal
opleidingen die aansluiten bij de module?
Toelichting:
Excursie HAS Den Bosch
10. Randvoorwaarden voor de module
Het budget voor deze module zal rond de €.. euro liggen, mits er genoeg goede microscopen
aanwezig zijn (met 1000x vergroting). Zo niet, dan is de aanschaf van 1 microscoop die
1000x kan vergroten erg waardevol. De aanwezigheid van een TOA is ook aan te raden
vooral voor les 7 en 8.
11
POCO-model (onderzoek): Oriënteren
Docent
bepaal
t
Oriënteren
- nieuwsgierigheid
prikkelen
- aanbieden
kernkennis en
kernbegrippen
Docent
geeft
argumente
n
Docen Docent
t geeft geeft
opties suggestie
s
Docen Docen
t geeft t geeft
criteria advies
X
X
Les 1 (60 minuten)
AfAffAfAabnn
Van Begin Af Aan
Opdracht
De leerlingen gaan in drietallen algemene informatie zoeken over bacteriën en
schimmels.
Doel
De leerlingen:
 weten wat de evolutietheorie is.
 weten hoe bacteriën en schimmels eruit zien.
 kunnen de belangrijkste kenmerken van bacteriën en schimmels benoemen.
 kunnen de belangrijkste functies van bacteriën en schimmels benoemen.
 kunnen een keuze maken uit verschillende opties wat de beste manier is om
informatie te zoeken.
Werkvormen
 Inleiding: klassikaal
 Onderzoek: drietallen
 Afronding: individueel
Materiaal
Materiaal per klas
 Computers
 Filmpje expert
 Literatuur
Materiaal per groepje
 N.v.t.
Voorbereiding vóór de les
 Zorg dat er genoeg computers beschikbaar zijn.
 Zorg dat de leerlingen toegang hebben tot de schoolbibliotheek.
 Deel de leerlingen in groepjes van 3 in. Doe dit aan de hand van bepaalde
eigenschappen van leerlingen, zet bijvoorbeeld nauwkeurig werkende leerlingen
bij elkaar. Of mix nauwkeurig werkende leerlingen juist met chaotische leerlingen.
Het is de bedoeling dat leerlingen leren van het samenwerken, het is dus niet de
bedoeling dat ze met dezelfde mensen samenwerken als altijd!
12
In de les
1.1 Oriënteren (10 minuten)
De leerlingen lezen individueel de oriëntatie door. Daarna kan er klassikaal nog iets over
de evolutietheorie verteld worden en kunnen mogelijke vragen klassikaal behandeld
worden. Mochten er (streng) gelovige leerlingen aanwezig zijn, dan kan de nadruk nog
even gelegd worden op het feit dat de evolutietheorie een theorie is [3]. Voor meer
informatie: http://www.sesha.net/eden/evolutie.asp.
1.2 Voorbereiden (15 minuten)
De leerlingen moeten eerst individueel invullen wat ze voor een verwachting bij de
vraagstelling hebben. Het gaat erom dat ze invullen wat ze al weten over bacteriën en
schimmels, ze hoeven dus niet al het precieze antwoord te weten. Benadruk dit als het
nodig is.
1.3 Uitvoeren (30 minuten)
Als leerlingen moeite hebben met een goede informatiebron te zoeken, help ze hier dan
mee. Geef tips of aanwijzingen. Ze moeten alle vragen namelijk wel goed invullen. De
twee rollen die micro-organismen als reducenten voor de mens hebben zijn: het
omzetten van afval/dood organisch materiaal in waardevolle nutriënten/anorganisch
materiaal voor de bodem.
1.4 Afsluiten (1 minuut)
Laat de leerlingen controleren of ze alle vragen hebben ingevuld. Dit is van belang voor
de volgende lessen in de module.
1.5 Reflecteren (5 minuten)
De leerlingen moeten nu reflecteren op zichzelf en hun groepje. Zouden ze de volgende
keer anders doen?
Bijlagen
Bijlage 1: schematische afbeelding bacterie
Bron: www.10voorbiologie.nl
13
Bijlage 2: schematische afbeelding schimmel
Bron: www.menzl.com
Bron: du.delaval.nl
14
Les 2 (60 minuten)
Microscopisch Klein
Opdracht
Het is de bedoeling dat de leerlingen zelf bacteriën aan gaan tonen in yoghurt. Daarnaast
gaan ze met gebruik van de microscoop uitzoeken hoe bacteriën en schimmels eruit
zien. De leerlingen gaan kijken naar de uiterlijke kenmerken en naar verschillen van de
bacteriën en schimmels. Deze les voeren ze in drietallen uit, in dezelfde samenstelling
als in les 1.
Doel
De leerlingen:
 kunnen werken met een microscoop.
 weten hoe bacteriën en schimmels eruit zien onder een microscoop.
 kunnen berekenen hoeveel bacteriën je hebt na een bepaalde tijd.
Werkvormen
 Inleiding: klassikaal
 Onderzoek: drietallen
 Afronding: individueel
Materiaal
Materiaal per klas
 Slootwater
 Kookplaat
Materiaal per drietal
 Microscoop
 Stereomicroscoop
 Water in druppelfles
 3 objectglaasjes
 3 dekglaasjes
 Plastic pipet
 1 druppel yoghurt
 1 druppel Methyleenblauw
 Immersie olie
 Champignon (ongeveer een week oud)
 Pincet
Voorbereiding vóór de les
 De microscopen worden alvast klaargezet op de tafels. Zodat de leerlingen de
microscopen zelf kunnen pakken.
 Leg alle benodigde materialen al klaar op een tafel, zodat de leerlingen alle spullen
zelf kunnen pakken.
 Er worden 2 verschillende bacteriën bekeken, namelijk de Cyanobacteriën en de
Melkzuurbacteriën. De Melkzuurbacteriën gaan leerlingen zelf aantonen in yoghurt,
dit preparaat maken ze dan ook zelf.
 Cyanobacteriën preparaat:
o Uit de sloot of vijver wordt water gehaald. De bacteriën zitten namelijk in de
algen van het water.
o Doe 1 druppel slootwater met een pipet op een objectglaasje.
o Doe er een dekglaasje op en laat het preparaat drogen.
o Het preparaat (voor 1 drietal) is nu klaar en kan
15

opgeslagen worden op een droge plek tot de les.
Voor les 3 hebben de leerlingen beschimmelde producten nodig. In les 1 is al verteld
dat ze in deze les 2 de etensresten mee moeten hebben. Herinner de leerlingen nog
ergens deze week hieraan!
In de les
2.1 Oriënteren (5 minuten)
Klassikaal wordt kort herhaald wat er uit de vorige les is gekomen. De leerlingen lezen ook
de oriëntatie in hun handleiding.
2.2 Voorbereiden (10 minuten)
De leerlingen gaan de werkwijze lezen waarin beschreven staat hoe hun preparaat kunnen
maken. De stappen in de werkwijze moeten stapsgewijs en nauwkeurig doorlopen worden.
Het is daarbij heel belangrijk dat ze beseffen dat een microscoop een duur apparaat is en dat
ze daar dus heel voorzichtig mee om moeten gaan. Daarnaast werken ze met schimmels en
bacteriën en moeten ze daar voor de veiligheid ook erg zorgvuldig mee omgaan!
Als er tijdnood is, kan er voor gekozen worden dat een leerling uit een drietal de preparaten
individueel maakt. Het is wel de bedoeling dat de alle leerlingen, alle preparaten te zien
krijgen!
2.3 Uitvoeren (35 minuten)
De preparaten worden onder alle vergrotingen bekeken en nagetekend. Waarschijnlijk zijn
de bacteriën niet of nauwelijks zichtbaar onder de kleine vergroting. De leerlingen beseffen
hierdoor hoe klein een bacterie is. Help de leerlingen zo nodig met het gebruik van de
microscoop.
2.4 Afsluiten
De leerlingen moeten alle tekeningen hebben gemaakt en alle vragen hebben ingevuld.
2.5 Reflecteren (5 minuten)
Als reflectie bekijken ze de tekeningen van anderen en vergelijken ze deze met hun eigen
tekeningen. Daarna beoordelen ze zelf hun tekeningen.
Voorbereiden les 3 (5 minuten)
In de volgende les gaan de leerlingen naar beschimmelde producten kijken. Het is de
bedoeling dat ze deze week al etensrestjes mee nemen en op een donkere, vochtige, warme
plek leggen zodat het gaat schimmelen.
 Laat de leerlingen hun naam op het doosje met etensresten schrijven.
 De doosjes worden op een donkere, warme en vochtige plek opgeborgen.
 Daar worden de doosjes bewaard tot volgende week.
16
Les 3 (60 minuten)
Oei ‘t Groeit
Opdracht
De leerlingen gaan in deze les beschimmelde etensresten bekijken. Dit eten heeft een week
lang op een donkere, vochtige plek gelegen. Ook bekijken de leerlingen de beschimmelde
etensresten van 2 andere klasgenoten.
Doel
De leerlingen:
 kunnen de schimmelgroei weergeven in een tekening op ware grootte.
 kunnen drie eisen noemen waaraan de omgeving moet voldoen voor optimale
groei van schimmels.
Werkvormen
 Inleiding: klassikaal
 Onderzoek: individueel
 Afronding: individueel
Materiaal
Materiaal per klas
N.v.t.
Materiaal per persoon
 Etensresten (meegenomen door leerlingen)
 Wegwerpdoosje om het product in te doen (met deksel!) (meegenomen door
leerlingen)
 Vergrootglas
Voorbereiding vóór de les
 Zorg dat alle etensresten al in les 2 meegenomen worden en in doosjes (=donker),
vochtig en warm bewaard worden in de klas. Zorg dat de namen van de leerlingen op
de doosjes staan.
In de les
3.1 Oriënteren (5 minuten)
De leerlingen lezen de tekst zelfstandig.
3.2 Voorbereiden (5 minuten)
De leerlingen lezen de tekst zelfstandig.
3.3 Uitvoeren (40 min)
Laat ze werken volgens de veiligheidsregels!
De leerlingen bekijken hun etensresten (met het blote oog en met een vergrootglas) en
maken een tekening van de schimmels die ze zien. Ook bekijken ze de
voedingsmiddelen van drie klasgenoten. Zorg dat ze de etensresten in de doosjes laten,
zodat ze de schimmels niet aanraken. Na het bekijken beantwoorden de leerlingen
individueel de resultaatvragen en ook de discussievragen.
3.4 Afsluiten (5 minuten)
De leerlingen zorgen dat alles opgeruimd is en dat hun handen gewassen zijn.
17
3.5 Reflecteren (5 minuten)
De leerlingen beantwoorden de vragen zelfstandig.
18
Les 4 (60 minuten)
Plaat je Agar
Opdracht
De docent demonstreert hoe je steriel een bacteriekweek kunt maken. De leerlingen doen
het daarna zelf (in drietallen) na. Ze maken eerst een steriele agarplaat (voedingsbodem) en
gaan deze daarna vullen met bacteriën uit de lucht en van hun hand. Ook wordt 1 agarplaat
steriel gehouden. In les 5 bekijken ze de resultaten en maken hiervan een tekening.
Doel
De leerlingen:
 kunnen steriel werken en weten waarom steriel werken is belangrijk is.
 kunnen een agarplaat (voedingsbodem) maken.
 kunnen een tekening maken van een bacteriekolonies op ware grootte.
 kunnen drie eisen noemen waaraan de omgeving moet voldoen voor optimale groei
van bacteriën.
Werkvormen
 Inleiding: individueel
 Onderzoek: drietallen
 Afronding: individueel
Materiaal
Materiaal per drietal
 3 petrischaaltjes
 3 reageerbuizen met vloeibare warme agar
 Medium
 Fles 70 % alcohol
 Brander
 Wegwerp handschoenen
 Merkstift
 Vergrootglas
Materiaal per klas
 Hogedruk pan
 Autoclaaf
Voorbereiding vóór de les
 Lees de werkwijze voor het maken van een agarplaat goed door.
 Bestel de materialen die niet in de school aanwezig zijn (zoals medium en agar).
 Bereid de voedingsbodem door het medium en de agar te mengen, kook daarna de
voedingsbodem voor 15 minuten in een hogedrukpan of steriliseer het mengsel in
een autoclaaf voor 15 minuten bij 121 graden.
 Zet alle materialen klaar in de klas en bedenk op welke plek de leerlingen hun
bacteriekweek kunnen zetten na de les (warme, donkere, vochtige plek).
In de les
4.1 Oriënteren (15 minuten)
De leerlingen lezen de tekst zelfstandig. Leg klassikaal nogmaals de begrippen
‘agarplaat’ en ‘steriel werken’ uit. Demonstreer daarna het maken van een agarplaat
klassikaal. Leg elke stap rustig uit en vertel waarom deze stap belangrijk is.
19
4.2 Voorbereiden (8 minuten)
Leerlingen lezen de tekst zelfstandig en schrijven een verwachting op voor de
vraagstelling.
4.3 Uitvoeren (20 min+10 minuten in les 5)
De leerlingen maken in drietallen 3 agarplaten. Controleer of iedereen steriel werkt.
De resultaten worden pas in les 5 bekeken, omdat de bacteriën een week de tijd nodig
hebben om te kunnen groeien!
Bij de discussievraag welke omstandigheden van belang zijn voor bacteriegroei kan er
gedacht worden aan:
- hoeveelheid zuurstof (aerobe en anaerobe bacteriën)
- temperatuur (denk aan invriezen of pasteuriseren)
- luchtvochtigheid (drogen
- aanwezigheid voedingsstoffen (suikers)
- zuurgraad (pH)
De agarplaten moeten op een warme plek opgeborgen worden, bijvoorbeeld in de buurt
van een kachel.
4.4 Afsluiten (1 minuut)
De leerlingen beantwoorden de vragen zelfstandig.
4.5 Reflecteren (1 minuut)
De leerlingen beantwoorden de vragen zelfstandig.
20
POCO-model (onderzoek) : voorbereiden
Docent
bepaalt
Voorbereiden
- Hoofdvraag
formuleren
- Deelvragen
formuleren
- (onderzoeksvrage
n)
- Onderzoeksplan
maken
- (materiaal en
werkwijze)
- Gesprek met
docent
Docent
geeft
vb-en
Docent
geeft
opties
Docent
Docent
geeft
geeft
suggesties criteria
Docent
geeft
advies
X
X
X
X
X
Les 5&6 (120 minuten)
Bezint eer ge Begint
Opdracht
Aan het begin van deze les worden eerste de preparaten die gemaakt zijn in les 4 bekeken.
De leerlingen beginnen vandaag met het opzetten van hun eigen onderzoek. Ze moeten
hierbij uiteindelijk de hoofdvraag beantwoorden. De hoofdvraag luidt: Welke rollen van
bacteriën en schimmels komen we in het dagelijks leven tegen?
De leerlingen krijgen de keuze uit vier verschillende onderwerpen die allemaal de hoofdvraag
beantwoorden, namelijk:
1. Bacteriën beschermen (onderzoek naar vuile handen/schone handen)
2. Bacteriën en schimmels zijn ziektemakers (onderzoek naar penicilline en
antischimmel invloed op de groei)
3. Bacteriën en schimmels zijn overal (onderzoek naar voor komen van bacteriën en
schimmels in verschillende ruimtes van de school)
4. Bacteriën en schimmels bederven (onderzoek naar conserveren: kou/verhitten /zout)
In bijlage A zitten de uitgebreide informatiepagina’s voor de vier verschillende onderwerpen.
In de lessen 5 en 6 gaan de leerlingen een voorbereidingsfase door. In les 7 en 8 voeren ze
hun onderzoek uit en verwerken ze de resultaten. In les 9 maken ze een poster van hun
resultaten.
Om voor de leerlingen duidelijk de lessen te scheiden, zullen ze zich de eerste twee lessen
bezig houden met de vraagstelling: Waar moet je aan denken in de voorbereidingsfase van
een onderzoek? Dit is dus de voorbereidingsfase in les 5 en 6. Zodat ze zich eerst specifiek
kunnen focussen op de voorbereidingsfase en daar op kunnen reflecteren. De leerlingen
werken in dezelfde drietallen als tijdens voorgaande lessen.
In bijlage B bevindt zich een checklist. Deze kunnen de leerlingen krijgen als ze denken klaar
te zijn met hun werkwijze. De checklist bevat alle onderdelen die de onderzoeksopzet moet
bevatten. Pas als de leerlingen denken dat hun onderzoeksopzet alle onderdelen bevat laten
ze hem door de docent nakijken.
21
Doel
De leerlingen:
 kunnen een werkwijze bedenken bij een gemiddeld moeilijk onderzoek.
 kunnen een materialenlijst opstellen bij een zelf gemaakte werkwijze.
 kunnen bedenken hoe ze de resultaten gaan weergeven en een blanco
grafiek/tabel/diagram maken voor een gemiddeld moeilijk onderzoek.
 begrijpen het belang van een voorbereidingsfase.
Werkvormen
Inleiding: klassikaal en individueel
Voorbereidingfase eigen onderzoek: drietallen
Afronding: met docent in groepjes
Materiaal
Materiaal per klas
 Elektronen microscoop (eventueel klassikaal laten zien van bacteriën)
 Informatiepagina’s (bijlagen B1 tot en met B4)
 Docentenhandleiding bij de bijlagen (bijlagen A1 tot en met A4)
 Checklist voorbereiding
Materiaal per groepje
N.v.t.
Voorbereiding vóór de les
 De informatiepagina’s in de bijlage moeten worden gekopieerd.
 De agarplaten die de leerlingen nodig hebben moeten voor deze les besteld worden.
In de les
4. Afronden les 4 (15 minuten)
Voordat de leerlingen kunnen beginnen aan de voorbereidingsfase van hun eigen onderzoek
moeten ze eerst de agarplaten van les 4 bekijken. Dit gaan de leerlingen doen met het blote
oog en met een vergrootglas.
5.1 Oriënteren (10 minuten)
Er wordt gestart met een korte klassikale inleiding. Er wordt kort vertelt wat de bedoeling is
van de komende weken. De leerlingen gaan in 5 lessen hun eigen onderzoek opzetten en
uitvoeren. De eerste twee lessen zullen gebruikt worden om de voorbereidingsfase in te
vullen. Het is belangrijk dat de leerlingen deze les gaan inzien hoe belangrijk een
voorbereidingsfase is en uit welke elementen deze bestaat. Leg de nadruk op de hoofdvraag
die deze 5 lessen overkoepeld: Welke rollen van bacteriën en schimmels komen we in het
dagelijks leven tegen? Vervolgens lezen de leerlingen de oriëntatie zelf door.
5.2 Voorbereiden (5 minuten)
De leerlingen werken in dezelfde drietallen als afgelopen lessen. Met deze drietallen werken
ze ook gedurende de komende 5 lessen samen. Ze noteren een verwachting bij de
vraagstelling. Daarna bedenken ze welk onderwerp ze kiezen om hun onderzoek uit te
voeren. De leerlingen krijgen de informatiepagina uitgedeeld die bij hun onderwerp naar
keuze past. Het is de bedoeling dat de onderwerpen eerlijk verdeeld worden over de
verschillende leerlingen, alle onderzoeken moeten namelijk uitgevoerd worden. Verdeel de
populaire en minder populaire onderwerpen eventueel zelf over de leerlingen.
5.3 Uitvoeren (80 minuten)
22
De groepjes gaan zelfstandig aan het werk. Het zal sommige wat moeite kosten alle vragen
te beantwoorden. Ze mogen altijd terug kijken naar eerder uitgevoerde experimenten. Hier
kunnen ze inspiratie opdoen. De werkwijze, materialen en resultaten moeten kritisch worden
nagekeken en worden besproken met de leerlingen. Aan het einde van les 6 moeten alle
drietallen een onderzoeksopzet hebben waar ze is les 7 aan kunnen beginnen.
5.4 Afsluiten (5 minuten)
De leerlingen moeten alle stappen in de voorbereidingsfase duidelijk genoteerd hebben.
5.5 Reflecteren (5 minuten)
Bij de reflectie beoordelen de leerlingen hun samenwerking en geven ze hun reactie op wat
ze moeilijk/makkelijk vonden aan de opdrachten.
23
Bijlage A: Introductie voor de docent
In bijlage A1 tot en met A4 bevindt zich informatie voor de docent ter voorbereiding van de
experimenten.
Bijlage A1: Bacteriën beschermen.
Met dit onderwerp onderzoeken de leerlingen bacteriën op handen. Ze hebben in les 4 al
gezien dat je, door met je vinger over een agarplaat te strijken, verschillende kolonies kunt
laten groeien. Het is de bedoeling dat ze erachter komen dat ook na het wassen van je
handen er nog steeds veel micro-organismen op je handen zitten. De leerlingen kunnen bij
deze opdracht het beste gebruik maken van agarplaten met een vettig medium. Bij
ongewassen handen zullen er kolonies op de agarplaat gaan groeien van micro-organisme
die normaal ook in de lucht zweven. Als de leerlingen vervolgens hun handen grondig met
warm water wassen (minimaal 20 seconden) verdwijnen deze micro-organismes van hun
handen. De huidporiën gaan open staan door het warme water. Dit zorgt ervoor dat microorganismes in de huid zich naar de oppervlakte te verplaatsen. Wanneer er nu met de vinger
over een agarplaat gestreken wordt zullen er andere en vaak meer kolonies ontstaan. De
leerlingen zullen hierdoor inzien dat er altijd micro-organismes op de huid zitten. Deze kun je
er niet afwassen met water en zeep. In de afsluiting met de leerlingen van deze groep kan de
nadruk gelegd worden op de functie van deze bacteriën. Zij beschermen de huid, en die wil
je dus ook graag behouden [4].
Materiaal:
 Agarplaten met vettig medium (ongeveer 6 per groepje)
 Zeep
 Papieren handdoekjes
 Warm water
 Schuurborstel
 Etiketten
Bijlage A2: Bacteriën en schimmels zijn ziektemakers
Bij dit onderwerp onderzoeken de leerlingen het effect van antibiotica en antischimmel
middelen. Het is hierbij heel belangrijk dat ze ook een controle laten mee lopen tijdens het
experiment. Om conclusies te kunnen geven over de werking van antibiotica moeten ze
vergelijkingen kunnen maken. Ze kunnen vijf agarplaten inzetten:
1) De controleplaat, een agarplaat met bacteriën zonder behandeling.
2) Een plaat met antibiotica, hierbij zullen ze de remmende werking van antibiotica zien
op bacteriegroei. Zorg dat de antibiotica al op de plaat ligt voordat de plaat besmet
wordt met bacteriën.
3) Een plaat met een NSAID (non-steroidal anti-inflamatory drugs), deze medicijnen
werken wel ontstekingsremmend maar hebben veel minder effect op de bacteriële
groei vergeleken met antibiotica. Zorg er eveneens voor dat de NSAID al op plaat ligt
voordat deze besmet wordt.
Een vierde en vijfde plaat kunnen ingezet worden met schimmels.
4) De controleplaat, een agarplaat met schimmels zonder behandeling
5) Een plaat met een antischimmel product, hierbij zullen ze de remmende werking van
het antischimmel product zien.
Materiaal:
 Antibiotica stickers (http://www.oxoid.com/uk/blue/index.asp, type CTO124B PENICILLIN G)
 NSAID oplossing (Aspirine oplossen in water)
 Antischimmel product (verkrijgbaar bij de Gamma)
24





Agarplaten (5 per groepje)
Bacteriën om op de agarplaten te kweken. (Bijvoorbeeld de actinobacterie, deze
groeien in de knolletjes van de wortel van Elzen [5, 6]. Snij een knolletje open en
verspreid de bacteriën met handschoenen aan over de agarplaat.)
Schimmels om op de agarplaten te kweken (bijvoorbeeld champignons, of
boterhamschimmel).
5 ml wegwerp pipet
Etiketten
Bijlage A3: Bacteriën en schimmels zijn overal
Bij dit onderwerp onderzoeken de leerlingen waar in school de meeste bacteriën en
schimmels voorkomen. Ze mogen zelf kiezen welke plekken ze gaan onderzoeken. Het is de
bedoeling dat de leerlingen realiseren dat micro-organismen overal zitten! Alleen zijn ze niet
te zien met het blote oog. Door met swab-sticks op verschillende plaatsen in de school een
sample te nemen zal duidelijk worden waar de meeste bacteriën zitten. Denk hierbij aan het
toilet. Deze bacteriën zijn goed met het blote oog te zien. Als controle kunnen ze een swabstick bijvoorbeeld gewoon open in het lokaal laten liggen. Na een week zal duidelijk worden
waar de meeste bacterie kolonies te vinden zijn.
Materialen:
 Swab-sticks (ongeveer 6 per groepje)
 Etiketten
Bijlage A4: Bacteriën en schimmels bederven
Bij dit onderwerp onderzoeken de leerlingen welke manier van conserveren helpt om groei
van schimmels en bacteriën te remmen. De leerlingen mogen zelf twee manieren van
conserveren van een (besmette) agarplaat bedenken. Ook moeten ze een nulmeting en een
controlemeting uitvoeren. Bij de controlemeting gebruiken ze een zelfde agarplaat, maar
conserveren die niet. Denk bij manieren van conserveren aan verhitten, vriezen, donker/licht,
en het gebruik van alcohol.
Materialen (afhankelijk van de manier van conserveren!)
 Gasbrander, of gaspitje om platen te verwarmen
 Vriezer
 Zout
 Suiker
 Alcohol
 Agarplaat (ongeveer 6 per groepje)

In bijlage B1, B2, B3 en B4 bevinden zich de informatiepagina’s die de leerlingen wat meer
duidelijkheid geven over de opdracht die ze gaan uitvoeren.
25
Bijlage B1: Bacteriën beschermen
Lees de informatie van dit blad nauwkeurig door! De vragen die je moet
beantwoorden staan in je handleiding.
Inleiding
Voordat je aan tafel mag komen voor het
eten krijg je vast wel eens te horen
“handen wassen voor je aan tafel gaat”.
Door je handen te wassen verwijder je niet
alleen vuil maar ook bacteriën. Deze
bacteriën kunnen je heel ziek maken. Je
huid beschermt je lichaam tegen
indringers. Bacteriën kunnen niet door de
huid heen dringen, maar kunnen wel op je
huid blijven zitten. Vandaar dat je altijd je
handen moet wassen nadat je naar het
toilet bent gegaan, of voor het eten.
Bron:http://www.rivm.nl
Niet alle bacteriën op of in je lichaam zijn
slecht. Je hebt 100 tot 600 miljoen soorten bacteriën in je darmen zitten!
In totaal heb je ongeveer 10 biljoen (14 nullen!) bacteriën in je darmen.
Deze goede bacteriën beschermen je lichaam tegen de slechte bacteriën
die je via je voedsel binnen krijgt. Je darmbacteriën zorgen voor een
beschermend laagje. Door dit laagje kunnen de slechte bacteriën niet
meer in je bloed komen. Je darmbacteriën maken ook vitaminen aan die
je lichaam nodig heeft (vitamine K) [7]. Niet alleen in je darm zitten
nuttige bacteriën. Ook op je huid leven nuttige bacteriën.
Opdracht
Met het onderzoek dat je gaat uitvoeren ga je kijken naar de nuttige en
de minder nuttige bacteriën op je huid. Voordat je aan een onderzoek
begint is het belangrijk eerst precies duidelijk te hebben wat je gaat
onderzoeken. Je moet dus je onderzoeksvragen bedenken. Om je te
helpen staan hieronder een aantal opties. Overleg met je drietal welke
vraag jullie gaan beantwoorden met je onderzoek, je moet er 1 kiezen.
Deelvragen:
1. Wat is het verschil in aantal en soorten bacteriën tussen de handen
van jongens en meisjes (mannen of vrouwen)?
2. Wat is het verschil in aantal/soorten bacteriën tussen de handen
van volwassenen en kinderen?
3. Op welke manier verwijder je de meeste bacteriën van je handen
26
(zeep, schrobben, drogen met handdoek, drogen met
papierhanddoekjes, drogen in de lucht)?
4. Wat zie je als je ongewassen handen vergelijkt met gewassen
handen?
Schrijf de gekozen deelvraag en de bijbehorende verwachting op in je
handleiding.
27
Bijlage B2: Bacteriën en schimmels zijn ziektemakers
Lees de informatie van dit blad nauwkeurig door! De vragen die je moet
beantwoorden staan in je handleiding.
Informatie
Sommige bacteriën en schimmels zijn niet schadelijk voor mensen. Ze
worden zelfs expres in bijvoorbeeld voedingsmiddelen gestopt om het
product een speciale smaak te geven. Helaas zijn er ook bacteriën en
schimmels die voor nare verschijnselen zorgen bij mensen.
Bacteriën zijn zo klein dat je ze op veel verschillende manieren binnen
kunt krijgen. Bijvoorbeeld door ze op te eten, maar ook door ze in te
ademen. In de introductie heb je al gehoord over de bacterie
Helicobacter pylori. Deze bacterie kan een maagzweer veroorzaken. Een
andere bacterie waar je misschien zelf wel eens in aanraking mee bent
gekomen is de Streptococcus bacterie. Deze bacterie wordt door
mensen ingeademd en kan bacteriële keelontsteking veroorzaken. Als
mensen een Helicobacter Pylori of Streptococcus infectie hebben
opgelopen krijgen ze van de dokter vaak antibiotica voorgeschreven. De
term antibiotica komt uit het Grieks en betekent letterlijk ”anti leven”. Dit
is ook wat antibiotica doet, het doodt de bacteriën. Een bekend
antibioticum is penicilline. Penicilline is een van de eerste antibiotica. Het
wordt gemaakt van een schimmel (de Penicillin schimmel).
De laatste jaren wordt er heel veel antibiotica gebruikt door mensen.
Sommige
bacteriën
veranderen
daardoor. Ze passen zich zodanig aan
dat ze niet meer dood gaan door de
antibiotica, dit heet resistentie. Steeds
meer bacteriën raken resistent voor
antibiotica. Daarom mag je antibiotica
ook niet zomaar zelf gebruiken. Je
moet eerst naar de dokter om een
recept te halen.
Bron:http://cmp.roularta.be
Schimmels kunnen je ook ziek
maken. Als mensen een schimmelinfectie hebben, wordt dit met een
moeilijk woord ook wel myose genoemd. Deze schimmels gebruiken het
menselijk lichaam als voedingsbron. Omdat schimmels houden van
warme en vochtige plekjes komen ze bijvoorbeeld voor in slijmvliezen of
op nagels. Om deze schimmels te doden worden antischimmel
medicijnen gebruikt.
28
Al zijn er heel veel bacteriën en schimmels om ons heen, vaak worden
we er toch niet ziek van. Dit komt omdat ons immuunsysteem hard vecht
tegen bacteriën en schimmels, dit doen de witte bloedcellen in ons
lichaam. Deze doden de bacteriën en schimmels voordat ze grote
schade aan kunnen richten.
Opdracht
Je gaat zelf een onderzoek opstellen om de werking van penicilline en
antischimmel medicijnen te testen.
Denk bij het opzetten van de werkwijze ook aan een nulmeting en een
controlemeting. Bij een nulmeting bepaal je de beginsituatie. Pas als je
de beginsituatie weet kun je iets zeggen over de veranderingen die door
je methode plaatsvinden. Een controle is een extra test. Je voert hierbij
géén behandeling uit, maar de rest van de stappen is hetzelfde. Als je
bijvoorbeeld antibiotica aan een agarplaat met bacteriën toevoegt, moet
je voor de nulmeting ook een agarplaat met dezelfde bacteriën nemen
waar je géén antibiotica aan toevoegt. Verder behandel je de twee platen
precies op dezelfde manier.
Je mag naast antibiotica ook een aspirine toevoegen. Dit is een medicijn
dat je gewoon in de winkel kan halen. Aspirine werkt
ontstekingsremmend. Je gaat uitzoeken of aspirine ook bacteriën doodt.
Voordat je aan een onderzoek begint is het belangrijk eerst precies
duidelijk te hebben wat je gaat onderzoeken. Je moet dus de
onderzoeksvragen bedenken. Om je te helpen met deze vragen staan
hieronder een aantal opties. Overleg met je klasgenootjes welke vraag
jullie gaan beantwoorden met je onderzoek, je moet er 1 kiezen.
Deelvragen:
1. Waarmee kan de groei van bacteriën geremd worden?
2. Waarmee kan de groei van schimmels geremd worden?
3. Waarmee kunnen bacteriën en schimmels gedood worden?
4. Hoe kan je aantonen dat de groei van micro-organismen geremd
wordt?
5. Hoe kan je aantonen dat micro-organismen afsterven?
Schrijf de gekozen deelvragen op in de handleiding en beantwoord alle
vragen die eromheen staan.
29
Bijlage B3: Bacteriën en schimmels zijn overal
Lees de informatie van dit blad nauwkeurig door! Lees daarna de tekst
onder het kopje opdrachten. De vragen die je moet beantwoorden staan
in je handleiding.
Informatie
Je hebt in les 2 bacteriën en schimmels onder de microscoop bekeken.
Het is toen duidelijk geworden hoe klein deze organismen zijn. Met het
blote oog zijn ze niet te zien. Tenzij je er heel veel hebt. Dan vormen ze
bij elkaar iets wat wel zichtbaar is met het blote oog (kolonies). Bacteriën
en schimmels zijn overal, maar het zijn er niet genoeg om ze te kunnen
zien. Hoeveel bacteriën denk je dat er aanwezig zijn op het toilet? Of in
de docentenkamer? Je kan deze bacteriën pas zichtbaar maken als ze
met voldoende bij elkaar zijn. Dit kan je doen door de organismen op
kweek te zetten. Bij een kweek krijgen de organismen een
voedingsbodem, en een warm, vochtig plekje. De organismen gaan nu
heel snel vermenigvuldigen. Na een tijdje kan je ze met het blote oog of
met een microscoop bekijken.
Opdracht
De bedoeling van deze
opdracht is erachter te komen
waar op school bacteriën en
schimmels voorkomen. Ga
eerst met je klasgenootje
bedenken waar jij denkt dat
de meeste bacteriën en
schimmels zitten. Vervolgens
ga je de bacteriën en/of
schimmels die in deze ruimtes
voorkomen op kweek zetten.
Denk bij het maken van een
werkwijze ook aan een
Bron:www.janoosterhoutbv.nl
controle. Een controle is een
extra test. Je voert hierbij géén behandeling uit, maar de rest van de
stappen zijn hetzelfde.
In de handleiding staan alle stappen die je moet uitvoeren. Het eerste
wat je straks gaat doen is het maken van deelvragen. Je hoeft deze niet
helemaal zelf te bedenken. Hieronder staan een aantal opties. Kies 1
deelvraag die je gaat beantwoorden.
30
Deelvragen:
1. Welke plaats op school heeft de minste bacteriën en schimmels?
2. Welke plaats heeft de meeste bacteriën en schimmels?
3. Welk verschil in bacteriën en schimmels is er te vinden tussen de
meisjes/jongens/docenten toiletten?
4. Welk verschil kan je vinden bij de onderkant of bovenkant van een
wc-bril?
5. Hoeveel bacteriën en schimmels zijn er gemiddeld op tafels en
stoelen te vinden?
6. Welk verschil is er te vinden tussen ruimtes waar ramen regelmatig
open staan en ruimtes die vaak gesloten zijn (kasten, kleine hokjes
zonder ramen)?
Als je een deelvraag hebt gekozen kun je deze ook nog wat specifieker
maken voor je eigen onderzoek. Meld in de vraag bijvoorbeeld waar je
het onderzoek precies uit gaat voeren (de kast van het wiskunde lokaal,
in het jongens toilet op de tweede verdieping etc.).
Schrijf de gekozen en aangepaste deelvraag op in je handleiding en
beantwoord hierbij alle vragen in je handleiding.
Hint: Je gaat in deze proef niet werken met agarplaten, maar voor dit
onderzoek zijn swab-sticks aanwezig. Vraag je docent om uitleg of zoek
informatie op internet.
31
Bijlage B4: Bacteriën en schimmels bederven
Lees de informatie van dit blad nauwkeurig door! Lees daarna de tekst
onder het kopje opdrachten. De vragen die je moet beantwoorden staan
in je handleiding.
Informatie
In veel voedingsmiddelen zitten schimmels of bacteriën. Denk maar aan
schimmelkaas of yoghurt. In veel producten zitten dus expres schimmels
of bacteriën. Maar niet alle schimmels en bacteriën die in
voedingsmiddelen zitten wil je daar hebben. Als je voedingsmiddelen te
lang bewaart komen er uiteindelijk schimmels of bacteriën op. Als een
voedingsmiddel is aangetast door schimmels of bacteriën noem je dit
bederf. Als je bedorven voedingsmiddelen eet kan je heel erg ziek
worden.
Voedingsmiddelen met een hoog eiwitgehalte zijn erg vatbaar voor
bederf. Voorbeelden van producten met een hoog eiwitgehalte zijn vleesen zuivel producten. De bacteriën die op deze producten groeien kunnen
heel schadelijk zijn voor de gezondheid.
Fruit bestaat niet uit eiwitten, maar uit koolhydraten. Vaak bederft fruit
doordat er schimmels op gaan groeien. Ook deze schimmels wil je liever
niet eten [8].
Bacteriën en schimmels groeien het snelst in een vochtige, en warme
omgeving [4]. Als de omstandigheden optimaal zijn dan kunnen
bacteriën en schimmels heel snel vermenigvuldigen en zorgen voor
bederf.
Jullie gaan onderzoeken hoe je het
schimmels en bacteriën zo moeilijk mogelijk
kan maken om te overleven. Een product zo
danig bewerken dat het langer houdbaar
blijft, en dus tegen bederf beschermt is, heet
conserveren. Conserveren betekent letterlijk
in stand houden of behouden. In jullie
onderzoek kunnen jullie verschillende
manieren van conserveren uittesten.
Bron:www.rivm.nl
Opdracht
Ga met je partner eerst eens brainstormen
over hoe je het bacteriën moeilijker kunt maken om te groeien. Denk
daarbij aan situaties in het dagelijks leven (waar bewaar je producten,
hoe bewaar je producten, hoe bereid je producten). Je mag gebruik
32
maken van internet of boeken om meer informatie te vinden over
conserveren.
Kies nu twee manieren van conserveren uit die praktisch uit te voeren
zijn. Met deze manieren ga je deelvragen bedenken en een werkwijze
opstellen. Denk bij het opzetten van de werkwijze ook aan een nulmeting
en een controlemeting. Bij een nulmeting bepaal je de beginsituatie. Pas
als je de beginsituatie weet, kun je iets zeggen over de veranderingen
die door je methode plaatsvinden. Een controlemeting is een extra test.
Je conserveert de agarplaat dan niet, maar besmet deze alleen met
bacteriën. De rest van de stappen zijn precies hetzelfde als bij de
geconserveerde agarplaten.
In je handleiding staan alle stappen die je moet uitvoeren. Het eerste wat
je gaat doen is het maken van deelvragen. Je hoeft deze niet helemaal
zelf te bedenken. Hieronder staat een aantal opties. Kies er 1 uit die je
gaat beantwoorden met je onderzoek.
Deelvragen
1. Wat gebeurt er met (besmette) agarplaten als je ze niet
conserveert en wel gedurende enige tijd bewaard?
2. Hoe snel groeien bacteriën en schimmels op niet geconserveerde
(besmette) agarplaten op een plaats waar ze zich op hun gemak
voelen?
3. Wat is de invloed van conserveren op een (besmette) agarplaat?
4. Welke manier van conserveren is het meest geschikt voor de
(besmette) agarplaat?
Als je de deelvraag voor je onderzoek hebt gekozen kun je deze nog iets
specifieker maken voor je eigen onderzoek:
 Vul voor het woord conserveren de door jou gekozen manier van
conserveren in.
Schrijf de gekozen en aangepaste deelvraag op in de handleiding en
beantwoord hierbij alle vragen in de handleiding.
33
Bijlage C: Checklist
o
o
o
o
o
o
o
Heb je de deelvraag nauwkeurig genoteerd?
Heb je een nulmeting in je werkwijze opgenomen?
Heb je een controlemeting in je werkwijze opgenomen?
Heb je beschreven hoe je de monsters gaat labelen?
Heb je beschreven hoe je de resultaten gaat weergeven?
Heb je gedacht aan de veiligheid?
Heb je een stap waarin vermeld wordt dat er opgeruimd moet
worden?
o Heb je alle stappen over veiligheid in je werkwijze opgenomen?
Als je aan alle bovenstaande punten hebt gedacht mag je je werkwijze,
materiaallijst en de weergave van je resultaten bij je docent laten
controleren.
34
POCO-model (onderzoek): uitvoeren
Docent Docent
Docent
bepaalt geeft
geeft
voorbeelden opties
Uitvoeren
Informatie
verwerven (mbv
informatiebronnen)
(uitvoeren)
Informatie
verwerken
(resultaten,
conclusie en
discussie)
Gesprek met docent X
Docent
Docent
geeft
geeft
suggesties criteria
Docent
geeft
advies
X
X
Les 7 en 8 (120 minuten)
Titel
Werk in Uitvoering
Opdracht
De leerlingen gaan hun eigen onderzoek uitvoeren. Dit gaan ze doen aan de hand van de
voorbereidingen uit les 5 en 6. Uiteindelijk kunnen ze dan met hun resultaten de deelvragen
en de hoofdvraag beantwoorden.
Doel
De leerlingen:
 kunnen een werkwijze bedenken bij een gemiddeld moeilijk onderzoek en uitvoeren.
 kunnen moeilijkere resultaten weergeven in een tabel, een grafiek en met foto’s.
 kunnen met aanwijzingen van de docent een moeilijkere conclusie trekken uit de
resultaten.
Werkvormen
 Introductie: individueel
 Uitvoering: drietallen
 Afronding: klassikaal
Materiaal
Materiaal per klas
N.v.t.
Materiaal per groepje
Het benodigde materiaal zal verschillen per groepje. De leerlingen hebben bij les 5 en
6 zelf een onderzoek gekozen. Afhankelijk van het onderwerp dat ze gekozen hebben
variëren de benodigde materialen.
Onderwerp A: Bacteriën beschermen
 Agarplaten met vettig medium (ongeveer 6 per groepje)
 Zeep
35





Papieren handdoekjes
Warm water
Schuurborstel
Etiketten
Ton voor biologisch afval
Onderwerp B: Bacterien en schimmels zijn ziektemakers
 Antibiotica stickers, ook wel genoemd: antimicrobial susceptibility test discs. Van
het bedrijf OXOID (http://www.oxoid.com/uk/blue/index.asp)
Productnummer: CTO124B PENICILLIN G
 NSAID oplossing (Aspirine oplossen in water)
 Antischimmel product (verkrijgbaar bij Gamma)
 Agarplaten (5 per groepje)
 Bacteriën om op de agarplaten de kweken (bijvoorbeeld de actinobacteriën, deze
bacteriën groeien in de knolletjes van de wortel van Elzen [5, 6].
 Schimmels om op de agarplaten te kweken (bijvoorbeeld champignondraden, of
boterhamschimmel).
 5 ml wegwerp pipet (om de druppels NSAID oplossing op de agarplaat te
druppelen).
 Etiketten
 Ton voor biologisch afval
Onderwerp C: Bacteriën en schimmels zijn overal
 6 swab-sticks
 Merkstift
 Ton voor biologisch afval
Onderwerp D: Bacteriën en schimmels bederven
 Gasbrander, of gaspitje om producten te verwarmen
 Vriezer
 Zout
 Suiker
 Plastic zakjes (om hermetisch af te sluiten)
 Alcohol
 Voedingsmiddel
 Ton voor biologisch afval
De werkwijze en materiaallijst worden gecontroleerd in les 5 en 6. Sommige leerlingen zullen
materialen op de lijst hebben staan die niet aanwezig zijn op de school. Als het onderzoek
een kans van slagen heeft met deze materialen, zullen deze materialen toch ook
aangeschaft moeten worden. Beoordeel zelf of deze materialen echt nodig zijn.
Er kunnen ruim van tevoren al producten worden besteld (als er vanuit wordt gegaan dat alle
onderwerpen evenredig gekozen worden). Anders kan ook de optie gegeven worden dat de
elk onderwerp maar door 2 groepjes gekozen mag worden. Zo kan de bestellijst al vóór les 5
en 6 de deur uit.
Voorbereiding vóór de les
 Bestel alle materialen op tijd!
 Zet de materialen klaar in het lokaal. Zorg dat de verschillende onderwerpen
verspreid zijn door het lokaal, zodat leerlingen elkaar niet in de weg lopen.
 Er zullen heel veel experimenten tegelijk bezig zijn in les 7, vraag eventueel een TOA
om ook aanwezig te zijn.
36
In de les
7.1 Oriënteren (5 minuten)
De leerlingen lezen de tekst zelfstandig.
7.2 Voorbereiden (20 minuten)
De leerlingen gaan in hun oorspronkelijke drietallen een verwachting formuleren voor de
deelvragen en de hoofdvraag. Daarna noteren ze nogmaals de materiaallijst en verzamelen
ze alle benodigde materialen. Uiteindelijk wordt de werkwijze die ze zelf geformuleerd
hebben nogmaals aandachtig doorgelezen.
7.3 Uitvoeren (80 minuten)
De leerlingen starten nu met het daadwerkelijk uitvoeren van hun onderzoek. Ze volgen de
werkwijze nauwkeurig. Er zullen heel veel verschillende proeven tegelijk lopen. Loop daarom
de hele tijd door de klas en help de leerlingen waar nodig is. Let er goed op dat iedereen
steriel werkt!
In les 7 zullen ze het onderzoek grotendeels uitvoeren, terwijl de resultaten pas beschikbaar
zullen zijn in les 8. In les 8 gaan ze de resultaten verwerken op hun eigen gekozen manier,
bijvoorbeeld in een tabel of grafiek. Uiteindelijk beantwoorden de leerlingen met behulp van
de resultaten de deelvragen en hoofdvraag.
Aangezien verschillende onderwerpen zijn onderzocht, zullen de antwoorden op de
hoofdvraag verschillen. Dit moet klassikaal besproken worden zodat er uiteindelijk duidelijk is
dat meerdere antwoorden goed zijn. Een korte samenvatting kan gegeven worden van alle
goede antwoorden.
7.4 Afsluiten (10 minuten)
Zorg dat alle spullen netjes opgeruimd zijn en dat alle vragen beantwoord zijn.
7.5 Reflecteren (5 minuten)
De leerlingen beantwoorden individueel reflectievragen. Deze vragen gaan over het
samenwerken en over het doen van eigen onderzoek.
37
POCO-model (onderzoek): afsluiten
Docent Docent
Docent
bepaalt geeft
geeft
voorbeelden opties
Afsluiten
- Presenteren
Les 9 (60 minuten)
Docent
Docent
geeft
geeft
suggesties criteria
Docent
geeft
advies
X
Poster Presentatie
Opdracht
In deze les gaan de leerlingen een poster maken met de belangrijkste bevindingen van hun
eigen onderzoek erop. Ze doen dit in hetzelfde drietal als in les 5 tot en met 8.
Doel
De leerlingen:
 kunnen in drietallen een poster maken van hun eigen onderzoek.
 kunnen de onderzoeksstappen noemen.
 kunnen de stappen die ze hebben uitgevoerd in hun onderzoek overzichtelijk
weergeven in een poster.
Werkvormen
 Inleiding: individueel
 Ontwerp: drietallen
 Afronding: individueel
Materiaal
Materiaal per klas
N.v.t.
Materiaal per drietal
 De foto’s van les 5 tot en met 8
 Lijm
 A3 vel karton
 Stiften
 Schaar
 Fototoestel
Voorbereiding vóór de les
 Zorg dat de foto’s die de leerlingen in les 5 tot en met 8 hebben gemaakt afgedrukt
zijn, zodat ze die foto’s meteen kunnen gebruiken voor het maken van hun poster.
 Zorg dat verder materiaal voor het maken van een poster aanwezig is.
In de les
9.1 Oriënteren (2 minuten)
De leerlingen lezen de tekst zelfstandig.
9.2 Voorbereiden (15 minuten)
38
De leerlingen bedenken individueel oplossingen voor het programma van eisen. Daarna
kiezen ze in drietallen de beste oplossingen en lezen ze de werkwijze door. Loop rond en
kijk of de leerlingen wel eerst de voorbereiding doen voor ze aan het uitvoeren beginnen.
9.3 Uitvoeren (25 min)
De leerlingen werken in drietallen aan hun poster. Het eindresultaat wordt ingeleverd. De
poster wordt daarna gefotografeerd en deze foto wordt op de schoolwebsite geplaatst.
9.4 Afsluiten (13 minuten)
Alle leerlingen moeten hun poster ingeleverd hebben. Nu gaan ze elkaars poster
bekijken. Daarna wordt klassikaal besproken wat een poster goed en minder goed
maakt.
9.5 Reflecteren (5 minuten)
De leerlingen beantwoorden de vragen zelfstandig.
39
POCO-model (onderzoek): reflecteren
Docent Docent
Docent
bepaalt geeft
geeft
voorbeelden opties
Docent
Docent
geeft
geeft
suggesties criteria
X
X
X
Reflecteren
- Product
- Handelen van de
leerling (proces)
Docent
geeft
advies
X
Les 10 (60 minuten)
Keuring
Titel
Opdracht
De leerlingen gaan elkaars posters beoordelen. De posters worden specifiek op bepaalde
aspecten beoordeeld. Ook de docent beoordeelt de posters vóór de les. Naast het
beoordelen reflecteren de leerlingen op hun hele onderzoeksproces.
Doel
De leerlingen:
 kunnen posters beoordelen op sterke en zwakke punten.
 kunnen reflecteren op hun eigen onderzoeksproces.
Werkvormen
 Inleiding: individueel
 Onderzoek: drietallen
 Afronding: individueel
Materiaal per klas
 Posters van de leerlingen
Voorbereiding vóór de les
 Plaats de foto’s van de posters van de leerlingen op de schoolwebsite.
 Beoordeel de posters van alle leerlingen. Let op de volgende aspecten: mooi,
overzichtelijk, volledig, opvallend en het gebruik van de foto’s.
 Maak ruimte in het klaslokaal waar alle posters kunnen hangen of liggen.
In de les
10.1 Oriënteren (5 minuten)
De leerlingen lezen zelfstandig de tekst.
10.2 Voorbereiden (10 minuten)
De leerlingen lezen zelfstandig de tekst. Daarna mogen de drietallen hun poster ophalen en
worden de posters overzichtelijk opgehangen in het lokaal. Geef elke poster een nummer,
zodat het beoordelen daarna soepel kan verlopen.
10.3 Uitvoeren (30 minuten)
Er wordt per drietal bepaald welke poster zij het best vinden. Ze beargumenteren hun keuze.
Dit kan eventueel klassikaal besproken worden en de beste poster van de klas kan bekend
gemaakt worden. Daarna beoordelen verschillende drietallen elkaars posters, ze geven
elkaar cijfers op verschillende aspecten. Geef als docent uiteindelijk een beoordeling voor
alle posters en deel deze uit.
40
De discussievragen vullen de drietallen samen in.
10.4 Afsluiten (2 minuten)
Controleer of de leerlingen alle vragen ingevuld hebben.
10.5 Reflecteren (13 minuten)
Dit is de laatste les van de module en deze les draait dan ook grotendeels om reflectie. De
leerlingen vullen individueel de reflectievragen in. Geef aan het einde van de les nog een
korte samenvatting/afsluiting van wat er in de module behandeld is.
41
Les 11 (halve dag)
Titel
Excursie
Opdracht
De leerlingen gaan op excursie naar de Hoge Agrarische School in Den Bosch. Hier leren de
leerlingen over de bereiding van voedingsmiddelen met hulp van micro-organismen. Ook
gaan ze zelf een voedingsmiddel maken: yoghurt of zuurkool.
Doel
De leerlingen:
 kunnen een levensmiddelen product maken met de hulp van micro-organismen.
 kennen een aantal producten waarbij bacteriën en schimmels een rol spelen.
Werkvormen
 Introductie: individueel
 Uitvoering: klassikaal
 Afronding: individueel
Materiaal
Materiaal per klas
 Vervoer en excursie naar de HAS in Den Bosch
Materiaal per groepje
N.v.t.
Voorbereiding vóór de les
 Neem contact op met de HAS in Den Bosch. De excursie wordt vaker gegeven, maar
er moet wel een datum gepland worden. Doe dit ruim van tevoren, zodat er zeker
plek is.
 Regel vervoer voor naar de excursie locatie, doe dit ook ruim van te voren.
 Zorg dat leerlingen en ouders op de hoogte zijn van de excursie. Laat bijvoorbeeld de
leerlingen een briefje mee naar huis nemen met informatie over de excursie erop.
In de les
11.1 Oriënteren (5 minuten)
De leerlingen lezen de tekst zelfstandig.
11.2 Voorbereiden (5 minuten)
De leerlingen formuleren een verwachting en pakken hun spullen voor de excursie, ze
nemen pen en papier mee om informatie te noteren.
11.3 Uitvoeren (excursie)
De leerlingen volgen de excursie bij de HAS in Den Bosch. Het is de bedoeling dat ze tijdens
de excursie aantekeningen maken, zodat ze daarna de vraagstelling kunnen beantwoorden.
Zie erop toe dat de leerlingen goed opletten tijdens de excursie en meewerken.
11.4 Afsluiten (5 minuten)
Controleer of de leerlingen alle vragen hebben ingevuld.
11.5 Reflecteren (5 minuten)
De leerlingen beantwoorden de reflectievragen individueel.
42
Bronnen
Referenties docentenhandleiding
Rode bacterie: http://thumbs.dreamstime.com/thumb_120/1171062161k69pUm.jpg
Gele schimmel: http://farm1.static.flickr.com/127/330633827_21de38888a.jpg
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Schraa, G., Handleiding microbiologie, Wageningen Universiteit. 2009.
plaatje biological risk: http://www.stock-xpress.com/acatalog/PICS/BIORISK.jpg
[cited.
Theorie Oerknal: http://www.sesha.net/eden/evolutie.asp. [cited.
Prescott, L.M., J.P. Harley, and D.A. Klein, Microbiologu, chapter 31: Normal
Microbiota and nonspecific (innate) Host Resistance. Sixth ed. 2005: McGraw Hill.
Prescott, L.M., J.P. Harley, and D.A. Klein, Microbiology, Chaper 4: Microbiology of
Food. Sixth ed. 2005: McGraw Hill.
Prescott, L.M., J.P. Harley, and D.A. Klein, Microbiology, Part 1: Introduction to
Microbiology. sixth ed. 2005: McGraw Hill.
Referenties Leerlingenhandleiding
Achtergrond: http://www.vedicsciences.net/design/bacteria5.jpg
Rode bacterie: http://thumbs.dreamstime.com/thumb_120/1171062161k69pUm.jpg
Gele schimmel: http://farm1.static.flickr.com/127/330633827_21de38888a.jpg
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
Schraa, G., Handleiding microbiologie, Wageningen Universiteit. 2009.
plaatje biological risk: http://www.stock-xpress.com/acatalog/PICS/BIORISK.jpg
[cited.
Theorie Oerknal: http://www.sesha.net/eden/evolutie.asp. [cited.
Prescott, L.M., J.P. Harley, and D.A. Klein, Microbiology, Part 1: Introduction to
Microbiology. sixth ed. 2005: McGraw Hill.
Prescott, L.M., J.P. Harley, and D.A. Klein, Microbiology, Chapter 24.1: general
properties of actinomycetes. Sixth ed. 2005: McGrwa Hall.
Servin, J.A., et al., Evidence excluding the root of the tree of life from the
actinobacteria. Mol Biol Evol, 2008. 25(1): p. 1-4.
Prescott, L.M., J.P. Harley, and D.A. Klein, Microbiologu, chapter 31: Normal
Microbiota and nonspecific (innate) Host Resistance. Sixth ed. 2005: McGraw Hill.
Prescott, L.M., J.P. Harley, and D.A. Klein, Microbiology, Chaper 4: Microbiology of
Food. Sixth ed. 2005: McGraw Hill.
43
Download