02_Partnergeweld.fm Page 59 Wednesday, November 19, 2014 9:29 AM Handboek Familiaal geweld 4 Partnergeweld bij etnische en seksuele minderheden Auteurs: Sabine Hellemans & Ann Buysse Universiteit Gent, Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen, Vakgroep Experimenteel-Klinische en Gezondheidspsychologie, Relatie- en gezinsstudies (www.familylab.ugent.be). Internationaal onderzoek naar de prevalentie van partnergeweld (dat wil zeggen of een persoon al dan niet ervaring heeft met partnergeweld in een bepaalde tijdsperiode) heeft aangetoond dat tal van personen ooit in hun leven geconfronteerd worden met geweld gepleegd door een intieme partner. Dit onderzoek heeft zich lange tijd bijna uitsluitend toegespitst op heteroseksuele vrouwen die het slachtoffer werden van fysiek geweld. De Wereldgezondheidsorganisatie (WGO, 2010) omschrijft partnergeweld als “iedere daad van geweld binnen een intieme relatie die een nadeel of fysiek, psychologisch of seksueel leed veroorzaakt voor de personen die er deel van uitmaken”. Ook de dreiging met dergelijke daden, dwang of willekeurige vrijheidsberoving, ongeacht of dit plaatsvindt in de openbare ruimte of in het privéleven, vormen hier deel van. Uit deze definitie blijkt duidelijk dat partnergeweld geen grenzen kent op basis van culturele of etnische achtergrond, noch seksuele voorkeur (Saltzman e.a., 2002). De laatste jaren is er dan ook een toenemende interesse in het begrijpen van partnergeweld bij etnische en seksuele minderheden. In dit hoofdstuk gaan we dieper in op partnergeweld bij deze twee minderheidsgroepen. Meer specifiek zullen we de resultaten bespreken van twee recente, grootschalige bevolkingssteekproeven die nagingen in welke mate een representatieve groep tweede generatie Turkse mannen en vrouwen in Vlaanderen enerzijds en holebi’s anderzijds ooit geconfronteerd werden met partnergeweld. De resultaten die in dit hoofdstuk besproken worden maken deel uit van het doctoraatsonderzoek van de eerste auteur. Vooraleer we dieper ingaan op de resultaten geven we een theoretisch overzicht van hoe we partnergeweld bij deze minderheidsgroepen kunnen begrijpen en verklaren. 1. Etnische minderheden De laatste decennia is er een enorme groei in het aantal etnische minderheden in westerse landen. Met deze veranderende populaties is er ook Afl. 10 – november 2014 2. Partnergeweld – Beschrijving – 4 / 1 02_Partnergeweld.fm Page 60 Wednesday, November 19, 2014 9:29 AM Handboek Familiaal geweld een toenemend belang om etnische minderheden op te nemen in bevolkingsonderzoek naar partnergeweld. Algemeen kunnen we stellen dat westers onderzoek naar geweld in intieme relaties gedurende lange tijd gedomineerd werd door twee tegenstrijdige stromingen. De feministische stroming ziet de oorzaak van partnergeweld in de overheersende patriarchale drang naar macht en controle van mannen over vrouwen. De family psychology-stroming daarentegen stelt dat partnergeweld het resultaat is van een geëscaleerd conflict in een intieme relatie. Johnson (1995, 2000) probeerde de visies van beide stromingen te verzoenen door te stellen dat er niet één uniforme vorm van partnergeweld bestaat. Deze twee stromingen verwijzen naar twee types van geweld, namelijk intiem terrorisme (intimate terrorism) en situationeel koppelgeweld (common couple violence). Wanneer men denkt aan geweld in een intieme relatie, dan gaat het meestal over intiem terrorisme. In het algemeen staat dit type van geweld bekend als de heteroseksuele man die ernstig fysiek en psychologisch geweld gebruikt ten opzichte van zijn vrouwelijke partner. Dit type van geweld verwijst naar het systematisch gebruik van ernstig geweld om de partner te intimideren, controleren en onderwerpen. Dikwijls escaleert dit type van geweld over de tijd heen. Intiem terrorisme wordt het meest opgemerkt in klinische populaties en in forensisch onderzoek. Situationeel koppelgeweld komt het vaakst voor. Eén of beide partners stellen hierbij licht tot ernstig agressief gedrag. Geen van beiden gebruikt echter geweld in functie van een continue nood aan macht en controle in de relatie. Integendeel, situationeel koppelgeweld is dikwijls kortdurend en contextspecifiek. Dit type van geweld komt voornamelijk voor in de context van onenigheid en gespannen conflictsituaties in de relatie. Ondanks het feit dat onenigheid en ruzie onvermijdelijk zijn in elke relatie, escaleren deze situaties bij sommige koppels tot geweld. Dit type van geweld weerspiegelt andere relatiedynamieken dan intiem terrorisme en wordt veeleer opgemerkt in bevolkingsonderzoek dan in klinisch of forensisch onderzoek. Ondanks de wereldwijde aandacht en strijd tegen partnergeweld blijft geweld in intieme relaties een vaak voorkomend probleem voor tal van koppels. Om deze problematiek zo grondig mogelijk aan te pakken is het belangrijk dat bevolkingsonderzoek een accurate weergave biedt van de ganse bevolking, minderheidsgroepen inbegrepen. Een vaak voorkomende beperking van onderzoek naar partnergeweld is echter het gebrek aan diversiteit en bijgevolg aan gegevens over partnergeweld bij etnische minderheidsgroepen. Slachtoffers van partnergeweld behorend tot een etnische minderheidsgroep zullen – deels beïnvloed door culturele factoren – hun negatieve ervaringen negeren/verdringen vanuit een intense schaamte die gerelateerd is aan het stigma dat er heerst rond 2. Partnergeweld – Beschrijving – 4 / 2 Afl. 10 – november 2014 02_Partnergeweld.fm Page 61 Wednesday, November 19, 2014 9:29 AM Handboek Familiaal geweld partnergeweld of vanuit de angst om schade aan te richten aan hun familie/gemeenschap als ze dit geweld rapporteren. Bijgevolg blijft partnergeweld bij etnische minderheidsgroepen veelal onzichtbaar, zowel op maatschappelijk niveau als in onderzoek. Omdat het ontwikkelen van preventiestrategieën een diepgaande culturele achtergrondkennis vraagt van deze groep, hebben meerdere onderzoekers recentelijk het belang aangetoond van onderzoek naar partnergeweld bij etnische minderheden. Empirisch onderzoek naar het voorkomen van partnergeweld, alsook naar wat het effect is op het welzijn van slachtoffers is beperkt. Het beschikbare onderzoek rapporteert voornamelijk over minderheidsgroepen in de Verenigde Staten van Amerika. Bovendien heeft het merendeel van deze studies zich hoofdzakelijk gericht op vrouwen die het slachtoffer worden van geweld, zonder aandacht te hebben voor potentiële mannelijke slachtoffers. Om deze hiaten in de literatuur op te vullen hebben we aan de Universiteit Gent een onderzoek opgezet om de levensloopprevalentie na te gaan van fysiek en psychologisch partnergeweld in een representatief staal van tweede generatie Turken in Vlaanderen. Samen met Marokkanen vormen zij de grootste groep niet-westerse migranten in Vlaanderen. Verder wilden we in deze studie nagaan hoe het ervaren van partnergeweld gerelateerd is aan het mentaal, relationeel en seksueel welzijn van deze slachtoffers. Vooraleer we dieper ingaan op de resultaten van onze studie geven we eerst een kort theoretisch overzicht over het voorkomen van partnergeweld bij etnische minderheden. 1.1 1.1.1 Theoretische achtergrond Partnergeweld bij etnische minderheden Onderzoek naar partnergeweld bij etnische minderheden in de Verenigde Staten van Amerika heeft consistent aangetoond dat immigranten een hoger risico lopen om in aanraking te komen met partnergeweld. Meer specifiek toonden deze studies aan dat de prevalentiecijfers over het voorkomen van partnergeweld consistent hoger liggen bij de allochtone groep dan bij de autochtone bevolking (Archer e.a., 2006). In de literatuur over partnergeweld zijn er twee theoretische modellen die een verklaring pogen te bieden voor dit verhoogde risico, namelijk de sociale ongelijkheidstheorie en de subculturele geweldstheorie. Deze laatste theorie stelt dat geweld in intieme relaties bij sommige culturen tot op een bepaald niveau getolereerd wordt als een manier om met conflict om te gaan (Field & Caetano, 2006). Volgens de sociale ongelijkheidstheorie is partnergeweld bij etnische minderheidsgroepen het gevolg van geïnstitutionaliseerde ongelijkheid tussen groepen (bijvoorbeeld: lager opleidingsniveau, lager inkomen, minder sociale steun, meer discriminatie). Er Afl. 10 – november 2014 2. Partnergeweld – Beschrijving – 4 / 3 02_Partnergeweld.fm Page 62 Wednesday, November 19, 2014 9:29 AM Handboek Familiaal geweld is sterke empirische evidentie gevonden voor deze sociale ongelijkheidstheorie daar verschillen tussen autochtonen en allochtonen verdwijnen als we deze bovengenoemde factoren mee in rekening brengen. In tegenstelling tot de meer stereotiepe kijk van de subculturele geweldstheorie stelt deze theorie dus dat het eerder sociodemografische factoren zijn dan culturele aspecten die verklaren waarom etnische minderheden een groter risico lopen om partnergeweld te ervaren. 1.1.2 Mannen vs. vrouwen In westers bevolkingsonderzoek is er evidentie voor gevonden dat mannen en vrouwen in gelijkaardige mate het slachtoffer worden van situationeel partnergeweld (Archer, 2000). Niet-westers onderzoek vond echter dat mannen meer fysiek gewelddadig gedrag stellen tegenover hun vrouwelijke partner (Archer, 2006). De meest populaire theorie om dit te verklaren past in het intiem-terrorismeperspectief dat eerder in dit hoofdstuk aan bod kwam. Dat perspectief stelt dat partnergeweld het resultaat is van het behoud van de patriarchale maatschappij en de dominante rol die mannen hierin spelen. Historische en culturele tradities bij etnische minderheden vertonen tot op een bepaald niveau een zekere tolerantie voor geweld van mannen ten opzichte van vrouwen als uiting van macht en controle. Zo hebben studies bij een Aziatische bevolking en uit het Midden-Oosten aangetoond dat zowel mannen als vrouwen fysiek geweld in zekere mate tolereren als de vrouw zich niet houdt aan de voorgeschreven regels (Erez e.a., 2009; Raj & Silverman, 2002). Bovendien zijn allochtone vrouwen sneller geneigd om hun genderideologieën aan te passen aan het gastland dan allochtone mannen. Dit betekent dat er een sterk contrast kan ontstaan tussen de traditionele waarden van de man en de meer moderne waarden van de vrouw. Bijgevolg kan dit resulteren in een poging van de man om de controle over zijn vrouwelijke partner te maximaliseren. Bij sommige van deze koppels kan dat resulteren in het gebruik van geweld. Los van het intiem-terrorismeperspectief kunnen genderverschillen bij etnische minderheden ook verklaard worden vanuit de sociale rollentheorie. Volgens deze theorie hangen genderverschillen in fysieke agressie tussen partners samen met de mate van gender empowerment in een specifieke cultuur. In een overtuigende studie over zestien verschillende nationaliteiten heen vond Archer (2006) dat geweld van mannen ten opzichte van vrouwen omgekeerd evenredig is met de macht van vrouwen in de maatschappij: over de verschillende nationaliteiten heen vond Archer dat naarmate vrouwen meer macht hadden, zij minder het slachtoffer werden van partnergeweld. Om het beperkte onderzoek naar partnergeweld bij etnische minderheden uit te breiden gingen we in onze studie na in welke mate tweede 2. Partnergeweld – Beschrijving – 4 / 4 Afl. 10 – november 2014 02_Partnergeweld.fm Page 63 Wednesday, November 19, 2014 9:29 AM Handboek Familiaal geweld generatie Turkse mannen en vrouwen in Vlaanderen het slachtoffer werden van fysiek en psychologisch geweld door hun huidige of vorige partner. Daar het merendeel van de bestaande studies meer partnergeweld rapporteert bij vrouwen dan bij mannen veronderstelden we in deze studie ook hogere cijfers te vinden voor vrouwen dan voor mannen. Tot op de dag van vandaag waren voor zover we wisten geen cijfers beschikbaar voor Vlaanderen. Vooraleer we onze studie toelichten, gaan we dieper in op wat het effect van partnergeweld is op het welzijn van slachtoffers. 1.1.3 Het effect van partnergeweld op het welzijn van slachtoffers Onderzoek naar de individuele gezondheidscorrelaten van partnergeweld heeft aangetoond dat het ervaren van geweld in een intieme relatie veelal samengaat met een minder goed mentaal, fysiek en seksueel welzijn van slachtoffers (Coker, 2007). Ondanks deze interessante onderzoeksbevindingen bleven een aantal andere gezondheidscorrelaten, zoals relationele correlaten van partnergeweld, lange tijd buiten het vizier van onderzoekers. De interpersoonlijke schematheorie biedt ons een interessant overkoepelend kader om het belang te benadrukken van onderzoek naar de relationele correlaten van partnergeweld. Deze theorie stelt dat ‘een schema’ ons interpersoonlijke functioneren (dit is ons functioneren in relatie tot andere mensen) in relaties stuurt door middel van hun invloed op het verwerken van sociale informatie in interpersoonlijke relaties. Concreet stelt deze theorie dat mensen op zoek gaan naar interpersoonlijke relaties die hun relatieschema’s bevestigen en dat zij nieuwe informatie zullen bekijken en interpreteren in functie van eerdere relationele ervaringen. Vervolgens zullen zij zich ook in functie daarvan gedragen. Bijvoorbeeld, mensen met liefdevolle, positieve interpersoonlijke ervaringen hebben positieve relatieschema’s en zullen daardoor automatisch hun kans vergroten op positieve relaties in de toekomst. Daartegenover staat dat mensen met negatieve relatie-ervaringen een groter risico lopen om via het principe van de selffulfilling prophecy hun negatieve relatieschema’s te bevestigen en te herhalen in latere interpersoonlijke relaties. In ons onderzoek hebben we ons expliciet toegelegd op het onderzoeken van hoe ervaringen met partnergeweld gerelateerd zijn aan de huidige relatietevredenheid van het slachtoffer, de hechtingsoriëntatie ten opzichte van de partner, de seksuele tevredenheid in de huidige relatie, het voorkomen van seksuele disfuncties in de partnerrelatie en de mate waarin slachtoffers met hun huidige partner kunnen communiceren over hun seksuele wensen en noden. Afl. 10 – november 2014 2. Partnergeweld – Beschrijving – 4 / 5 02_Partnergeweld.fm Page 64 Wednesday, November 19, 2014 9:29 AM Handboek Familiaal geweld 2. Seksuele minderheden Onderzoek naar partnergeweld bij holebi’s is uitermate relevant om aan te tonen dat partnergeweld ook voorkomt buiten de traditionele manvrouwrelaties, zoals voorgeschreven door feministische aanhangers. Vanuit verschillende invalshoeken hebben onderzoekers geprobeerd om partnergeweld bij holebi’s te verklaren (Burke & Follingstad, 1999). Vanuit een heteronormatieve invalshoek wordt gesteld dat partnergeweld bij holebi’s minder voorkomt dan bij hetero’s omdat zij niet geconfronteerd worden met de traditionele man-vrouwmachtsverhoudingen. Vanuit een holebispecifieke invalshoek daarentegen wordt gesteld dat holebi’s net meer kans maken op partnergeweld omdat zij met bijkomende minderheidsstressoren te kampen hebben die extra druk leggen op hun relatie. Bestaand onderzoek toont aan dat partnergeweld in deze groep minstens even vaak voorkomt als in heteroseksuele relaties (Alexander, 2002). In wat volgt gaan we dieper in op mogelijke verklaringstheorieën voor gelijkenissen en verschillen tussen holebi’s en hetero’s. 2.1 Theoretische achtergrond Over het algemeen worden dezelfde theorieën gehanteerd om partnergeweld bij holebi’s te verklaren als bij hetero’s. Deze theorieën zijn voornamelijk gebaseerd op geslachtsverschillen tussen mannen en vrouwen, maar een van de verschillen tussen hetero’s en holebi’s is net dat geslacht bij deze laatste groep geen bepalende factor vormt voor de rol die ze opnemen in de relatie. Er bestaat geen eenduidigheid over (a) de mate waarin partnergeweld bij holebi’s verklaard kan worden door dezelfde theorieën als bij hetero’s en (b) in welke mate specifieke kenmerken van holebirelaties een invloed hebben op partnergeweld bij homomannen en lesbische vrouwen. Met betrekking tot de eerste onduidelijkheid kunnen we stellen dat partnergeweld een complex fenomeen is dat multifactorieel verklaard moet worden (dit betekent dat meerdere factoren samen ertoe leiden dat personen in een bepaalde situatie een verhoogde kans hebben op het ervaren van partnergeweld). Partnergeweld bij hetero’s wordt veelal verklaard aan de hand van biologische theorieën (bv. agressie als menselijk instinct), psychologische theorieën (bv. agressie is aangeleerd door het gezin van herkomst, het is een persoonlijkheidskenmerk) en socioculturele theorieën (bv. agressie als uiting van macht en controle). Volgens Burke & Follingstad (1999) kan elk van deze theorieën aangewend worden om zowel verschillen als gelijkenissen tussen partnergeweld bij holebi’s en bij hetero’s te verklaren. 2. Partnergeweld – Beschrijving – 4 / 6 Afl. 10 – november 2014 02_Partnergeweld.fm Page 65 Wednesday, November 19, 2014 9:29 AM Handboek Familiaal geweld Een voorbeeld om dit te verduidelijken. Partnergeweld wordt dikwijls gelinkt aan ongelijke machtsverhoudingen en een gebrek aan controle in de partnerrelatie. Macht en controlemechanismen worden hoofdzakelijk beschouwd als cruciale factoren in heteroseksueel partnergeweld vanwege de dominante rol van mannen in de maatschappij. Het gebruik van deze concepten in holebirelaties is uitdagend omdat onderzoek heeft aangetoond dat holebirelaties meer egalitair zijn dan heterorelaties. Onderzoek naar macht en controle in de context van partnergeweld bij holebi’s is beperkt, maar er zijn studies voorhanden die aangetoond hebben dat lesbische slachtoffers van partnergeweld minder controle en minder beslissingsrecht hebben dan lesbische vrouwen die geen ervaring hebben met partnergeweld. Vanuit een genderspecifiek perspectief zouden we kunnen veronderstellen dat lesbische geweldplegers over het algemeen meer mannelijke trekken vertonen. Dit brengt ons tot de tweede onduidelijkheid. Ondanks het feit dat sommige ‘oorzaken’ van agressief gedrag in de holebipartnerrelatie passen in deze genderspecifieke heteroseksuele theorieën is het belangrijk om er de aandacht op te vestigen dat er enkele specifieke partnergewelddynamieken zijn die inherent relevant zijn voor mannen die een relatie hebben met mannen en vrouwen met vrouwen. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk dat ongelijke machtsverhoudingen en een gebrek aan controle niet direct gelinkt zijn aan geslacht maar aan seksuele voorkeur. Holebislachtoffers/daders ervaren mogelijk een gebrek aan controle zolang ze ‘in de kast blijven’ en daardoor een gebrek hebben aan een duidelijke identiteit. Anderen daarentegen, die wel open zijn over hun seksuele voorkeur, ervaren mogelijk een gebrek aan controle over andere aspecten in hun leven zoals de reactie van familie, vrienden en werkomgeving over hun seksuele voorkeur. Verder moeten holebi’s – in tegenstelling tot hetero’s – leren omgaan met bijkomende stressoren zoals bijvoorbeeld minderheidsstress (stress die afkomstig is van het behoren tot een minderheidsgroep). Onderzoek heeft duidelijk aangetoond dat mentale moeilijkheden dikwijls verklaard kunnen worden door het stigma, de discriminatie die voor sommige holebi’s een stressvolle en vijandige sociale omgeving creëren. Een romantische relatie met een partner van hetzelfde geslacht kan bijkomende stress veroorzaken zoals bijvoorbeeld door discriminatie, wat de relatie meer vatbaar maakt voor conflicten en partnergeweld. Met andere woorden, heel wat holebispecifieke kenmerken kunnen een verklaring bieden voor het voorkomen van partnergeweld in man-man- en vrouw-vrouwrelaties. Ter besluit kunnen we dus stellen dat partnergeweld verklaren bij holebi’s een complex gegeven is en dat er meerdere theorieën geraadpleegd moeten worden om gelijkenissen en verschillen tussen hetero’s en holebi’s te verklaren. Afl. 10 – november 2014 2. Partnergeweld – Beschrijving – 4 / 7 02_Partnergeweld.fm Page 66 Wednesday, November 19, 2014 9:29 AM Handboek Familiaal geweld 2.1.1 Partnergeweld bij holebi’s vs. hetero’s Studies die prevalentiecijfers rapporteren over het voorkomen van partnergeweld bij holebi’s, of studies die een vergelijking maken in het voorkomen van partnergeweld tussen holebi’s en hetero’s rapporteren gemengde resultaten. Sommige studies komen tot het besluit dat hetero’s vaker het slachtoffer worden van partnergeweld dan holebi’s, terwijl andere studies gelijkaardige cijfers vinden voor beide groepen. Murray & Mobley (2009) kwamen op basis van een grootschalige review tot het besluit dat een vierde tot de helft van alle holebikoppels gewelddadige dynamieken vertoont. Voor heterokoppels worden gelijkaardige cijfers gevonden. Op basis van negentien studies komen Burke & Follingstad (1999) tot de conclusie dat 8,5% tot 48% van de holebi’s fysiek partnergeweld meemaakt. Ondanks deze interessante bevindingen heeft het merendeel van deze studies zich voornamelijk gefocust op fysiek en/ of seksueel partnergeweld. Slechts weinig onderzoek is verricht naar het voorkomen van psychologisch partnergeweld, en dit geldt specifiek voor homomannen. Bovendien is het merendeel van de studies hoofdzakelijk gebaseerd op kleine, niet representatieve steekproeven. Bijgevolg kunnen deze cijfers niet beschouwd worden als ‘werkelijke’ prevalentiecijfers. Daarom hebben enkele Amerikaanse onderzoekers een nationale steekproef van 14 182 Amerikanen gebruikt om ervaringen met partnergeweld te bevragen in heteroseksuele en holebirelaties. Deze onderzoekers vonden dat personen met een geschiedenis van partners van hetzelfde geslacht tweemaal zoveel kans hadden op het ervaren van verbale agressie (69%), controlerende gedragingen (77%), fysieke agressie (36%) en seksuele agressie (11%) in deze relaties dan die personen die enkel heteroseksuele partners hadden gehad. Gelijkaardig aan deze Amerikaanse studie wilden wij in onze studie nagaan in welke mate holebi’s het slachtoffer worden van fysiek en psychologisch partnergeweld. Ondanks de toegenomen interesse blijft systematisch onderzoek naar partnergeweld bij deze groepen tot op de dag van vandaag beperkt. Aangezien bovengenoemde groepen verondersteld worden om meer of ten minste in dezelfde mate geconfronteerd te worden met partnergeweld is verder onderzoek, gebaseerd op ecologisch valide steekproeven, noodzakelijk. 2.1.2 Homomannen vs. lesbische vrouwen In de holebiliteratuur is er meer onderzoek verricht naar partnergeweld bij lesbische vrouwen dan bij homomannen, om verschillende redenen. Ten eerste omdat onderzoek naar geweld tegenover vrouwen voornamelijk het interesseveld was van enkele feministische onderzoekers. Bovendien waren homomannen hoofdzakelijk het onderwerp van hiv-onderzoek. 2. Partnergeweld – Beschrijving – 4 / 8 Afl. 10 – november 2014 02_Partnergeweld.fm Page 67 Wednesday, November 19, 2014 9:29 AM Handboek Familiaal geweld Daardoor is het aantal studies dat homomannen vergelijkt met lesbische vrouwen bijna onbestaande. Sommige onderzoekers veronderstellen dat partnergeweld vaker voorkomt bij lesbische vrouwen dan bij homomannen maar er kunnen geen sluitende conclusies getrokken worden. Een specifieke studie van Waldner-Haugrud en collega’s (1997) vond dat lesbische vrouwen zowel vaker slachtoffer als dader zijn van fysiek partnergeweld, maar als ze de ernst van deze gedragingen nagingen, dan vonden ze geen verschil tussen homomannen en lesbische vrouwen. 3. Prevalentie van partnergeweld bij etnische en seksuele minderheden De onderstaande tabellen en figuren geven een overzicht van het voorkomen van fysiek en psychologisch intiem partnergeweld door de huidige of ex-partner bij een specifieke groep van etnische minderheden en holebi’s in Vlaanderen.1 3.1 Etnische minderheidsgroep Onderstaande tabel illustreert het voorkomen van fysiek partnergeweld in de huidige of vorige partnerrelatie. Over het algemeen zien we dat 14,3% van de Turkse respondenten rapporteert dat zij fysiek geweld meemaakten in hun huidige of vorige partnerrelatie (M = 0,24; SD = 0,69). Hiervan rapporteert 7,4% dit zelden te hebben meegemaakt, 5,2% heeft dit soms meegemaakt en 1,7% heeft dit vaak tot heel vaak meegemaakt. We vinden significante verschillen tussen Turkse mannen en vrouwen. Met andere woorden, Turkse vrouwen worden vaker het slachtoffer van fysiek geweld dan Turkse mannen. 1 Voor een gedetailleerd overzicht van de studieopzet en een beschrijving van de methodologie verwijzen we naar (1) Hellemans, S., Loeys, T., Buysse, A., Dewaele, A., & De Smet, O. (in press). Intimate partner violence victimization among non-heterosexuals: Prevalence and associations with mental and sexual well-being. Journal of Family Violence, en (2) Hellemans, S., Loeys, T., De Smet, O., & Buysse, A. (in press). Prevalence and impact of intimate partner violence in an ethnic minority population, Journal of Interpersonal Violence. Afl. 10 – november 2014 2. Partnergeweld – Beschrijving – 4 / 9 02_Partnergeweld.fm Page 68 Wednesday, November 19, 2014 9:29 AM Handboek Familiaal geweld Tabel 1: Voorkomen van fysiek partnergeweld bij tweede generatie Turkse respondenten Nooit Zelden Soms Vaak Heel vaak Totaal % (N) % (N) % (N) % (N) % (N) N Totaal 85,7% (324) 7,4% (28) 5,2% (20) 0,2% (1) 1,5% (6) 378 Vrouwen 42,3% (137) 14,1% (26) 8,1% (15) 0,5% (1) 3,2% (6) 185 Mannen 96,6% (187) 1,0% (2) 2,1% (4) 0,0% (0) 0,0% (0) 193 Noot. t(225,95) = -5,48, p < 0,001 Tabel 2 illustreert het voorkomen van de verschillende handelingen van psychologisch partnergeweld. Omdat het aantal respondenten in meerdere cellen te klein is om statistische significantietoetsen uit te voeren, geven we enkel descriptief weer hoeveel vrouwen en mannen van Turkse origine deze verschillende handelingen zelden, soms, vaak of heel vaak rapporteerden (tabel 2). Naast het bekijken van deze verschillende handelingen van psychologisch geweld kunnen we een algemene maat opstellen die het voorkomen van psychologisch partnergeweld in kaart brengt. Op basis van deze zeven items die gescoord werden op een vierpuntenschaal (0 = nooit tot 4 = heel vaak) konden respondenten een score behalen tussen 0 (= geen psychologisch geweld) en 28 (= zeer ernstig psychologisch geweld).1 Over het algemeen zien we dat de gemiddelde scores voor zowel vrouwen (M = 3,26, SD = 5,07) als mannen (M = 2,18, SD = 3,08) vrij laag zijn, wat betekent dat zij voornamelijk geconfronteerd werden met lichte tot milde vormen van psychologisch partnergeweld. We vinden geen significant verschil tussen beide groepen, wat betekent dat vrouwen en mannen van Turkse origine even vaak geconfronteerd werden met psychologisch partnergeweld. 1 De interne consistentie voor deze schaal is 0,87 (Cronbach alpha). 2. Partnergeweld – Beschrijving – 4 / 10 Afl. 10 – november 2014 02_Partnergeweld.fm Page 69 Wednesday, November 19, 2014 9:29 AM Handboek Familiaal geweld Tabel 2: Voorkomen van psychologisch partnergeweld bij tweede generatie Turkse respondenten PSYCHOLOGISCH PARTNERGEWELD Nooit Zelden Soms Vaak Heel vaak Totaal % (N) % (N) % (N) % (N) % (N) N 1. Geprobeerd om je contacten met vrienden/ vriendinnen en/of familie te beperken? Vrouwen 73,3% (135) 11,8% (22) 10,9% (20) 2,8% (5) 0,8% (2) 184 Mannen 78,8% (142) 12,6% (23) 6,7% (12) 1,9% (3) 0,0% (0) 180 2. Aangedrongen te weten waar je bent op ieder moment van de dag? Vrouwen 62,4% (113) 17,2% (31) 13,8% (25) 4,2% (8) 2,4% (4) 181 Mannen 63,2% (108) 17,9% (31) 14,4% (25) 3,9% (7) 1,5% (3) 174 3. Jou genegeerd en onverschillig behandeld? Vrouwen 65,9% (118) 17,2% (31) 9,2% (16) 5,6% (10) 2,1% (4) 179 Mannen 75,1% (124) 13,4% (22) 9,6% (16) 1,9% (3) 0,0% (0) 165 4. Jou beledigd, bekritiseerd of minachtend gereageerd op wat je doet of zegt? Vrouwen 67,4% (120) 14,8% (26) 11,3% (20) 4,1% (7) 2,5% (4) 177 Mannen 80,8% (137) 14,2% (24) 3,0% (5) 2,0% (3) 0,0% (0) 170 5. Jou gekleineerd of vernederd ten opzichte van andere mensen? Vrouwen 77,4% (137) 11,5% (20) 6,2% (11) 3,2% (6) 1,7% (3) 177 Mannen 87,5% (146) 9,0% (15) 2,9% (5) 0,6% (1) 0,0% (0) 167 6. Iets gedaan om je opzettelijk angst aan te jagen of te intimideren? Vrouwen 87,3% (156) 4,0% (7) 4,0% (7) 2,4% (4) 2,2% (4) 178 Mannen 95,5% (165) 3,8% (7) 0% (0) 0,8% (1) 0,0% (0) 173 7. Gedreigd om jou of iemand die je graag ziet pijn te doen? Vrouwen 90,2% (160) 3,0% (5) 3,7% (7) 0,6% (1) 2,5% (4) 178 Mannen 97,2% (170) 2,1% (4) 0,8% (1) 0,0% (0) 0,0% (0) 175 Afl. 10 – november 2014 2. Partnergeweld – Beschrijving – 4 / 11 02_Partnergeweld.fm Page 70 Wednesday, November 19, 2014 9:29 AM Handboek Familiaal geweld Onze hypothese dat partnergeweld vaker voorkomt bij personen van Turkse origine in Vlaanderen wordt gedeeltelijk bevestigd. Consistent met eerder onderzoek vonden we significant hogere prevalentiecijfers voor zowel fysiek (14,3% vs. 10%, p < 0,01) als psychologisch geweld (66,0% vs. 56,7%) in de Turkse groep dan in de Vlaamse groep. Deze bevindingen moeten echter met voorzichtigheid geïnterpreteerd worden. Volgens de reeds beschreven sociale ongelijkheidstheorie verkleinen of verdwijnen deze significante verschillen tussen beide groepen wanneer men rekening houdt met sociodemografische factoren (opleidingsniveau, inkomen, sociale isolatie). Met andere woorden, op basis van deze resultaten kunnen we niet eenduidig concluderen dat partnergeweld vaker voorkomt bij personen van Turkse origine dan bij een Vlaamse groep. Een meer betrouwbare vergelijking konden we maken tussen hetero’s en holebi’s. 3.2 Seksuele minderheidsgroep1 Rekening houdend met enkele sociodemografische factoren vonden we – in lijn met de literatuur – dat hetero’s en holebi’s evenveel kans maken om geconfronteerd te worden met fysiek en psychologisch partnergeweld. Over het algemeen zien we dat 14,5% van de holebi’s rapporteerde het slachtoffer te zijn geworden van fysiek partnergeweld. Hiervan rapporteert de meerderheid dat dit zelden was (8,3%), 3,1% heeft soms fysieke agressie meegemaakt en 1,0% werd heel vaak het slachtoffer van fysiek partnergeweld. We vinden – controlerend voor leeftijd, relatiestatus en opleidingsniveau – geen verschillen in het voorkomen van fysiek partnergeweld bij hetero’s en holebi’s (tabel 3). 1 De resultaten met betrekking tot de seksuele minderheidsgroep zijn gebaseerd op twee grootschalige steekproeven. Algemene prevalentiecijfers en eventuele verschillen tussen hetero’s en holebi’s werden berekend op basis van een representatieve bevolkingssteekproef in Vlaanderen. Omdat het aantal holebi’s te klein is in de algemene bevolking om gedetailleerde statistische analyses uit te voeren werden eventuele verschillen tussen lesbische vrouwen en homomannen en het welzijn van de holebislachtoffers onderzocht met behulp van een tweede online studie bij 3702 holebi’s. Voor een gedetailleerde methodologische beschrijving van beide steekproeven kan u terecht bij de eerste auteur. 2. Partnergeweld – Beschrijving – 4 / 12 Afl. 10 – november 2014 02_Partnergeweld.fm Page 71 Wednesday, November 19, 2014 9:29 AM Handboek Familiaal geweld Tabel 3: Voorkomen van fysiek partnergeweld naar seksuele voorkeur Nooit Zelden Soms Vaak Heel vaak Totaal % (N) % (N) % (N) % (N) % (N) N Totaal 89,9% (1494) 6,9% (116) 2,6% (44) 0,2% (4) 0,5% (8) 1664 Holebi’s 85,5% (100) 8,3% (10) 5,3% (6) 0,0% (0) 1,0% (1) 117 Hetero’s 90,1% (1394) 9,8% (106) 2,4% (37) 0,2% (4) 0,4% (7) 1547 Noot. t(127,06) = -1,43, p = 0,16 Psychologisch partnergeweld hebben we gemeten aan de hand van zeven items. De onderstaande tabel biedt een beschrijvend overzicht van het aantal holebi’s die op de verschillende items aanduidden of ze dit gedrag nooit, zelden, soms, vaak of heel vaak hebben meegemaakt. Omdat de aantallen per cel te klein zijn om statistische significanties te toetsen kunnen we hier niet uit afleiden of holebi’s meer, minder of in dezelfde mate psychologisch partnergeweld rapporteren dan hetero’s (tabel 4). Wanneer we gebruikmaken van een algemene maat voor psychologisch partnergeweld, zoals reeds eerder beschreven, dan zien we dat zowel holebi’s (M = 3,16, SD = 4,29) als hetero’s (M = 2,77, SD = 4,15) gemiddeld genomen vrij lage scores behalen op deze maat voor psychologisch partnergeweld. Dit betekent dat zij hoofdzakelijk blootgesteld werden aan lichte tot milde vormen van geweld. Verder vinden we – als we niet controleren voor leeftijd, relatiestatus en opleidingsniveau – geen significante verschillen tussen beide groepen, wat betekent dat biseksuele/homomannen en biseksuele/lesbische vrouwen even vaak geconfronteerd werden met psychologisch partnergeweld. Afl. 10 – november 2014 2. Partnergeweld – Beschrijving – 4 / 13 02_Partnergeweld.fm Page 72 Wednesday, November 19, 2014 9:29 AM Handboek Familiaal geweld Tabel 4: Voorkomen van psychologisch partnergeweld naar seksuele voorkeur PSYCHOLOGISCH PARTNERGEWELD Nooit Zelden Soms Vaak Heel vaak Totaal % (N) % (N) % (N) % (N) % (N) N 1. Geprobeerd om je contacten met vrienden/ vriendinnen en/of familie te beperken? Holebi’s 73,3% (86) 13,0% (15) 11,1% (13) 2,6% (3) 0,0% (0) 117 Hetero’s 77,6% (1201) 11,4% (177) 8,0% (124) 2,1% (32) 0,8% (13) 1547 2. Aangedrongen te weten waar je bent op ieder moment van de dag? Holebi’s 69,0% (81) 12,3% (14) 10,4% (12) 7,6% (9) 0,7% (1) 117 Hetero’s 63,5% (980) 18,0% (278) 11,8% (183) 4,4% (67) 2,3% (36) 1544 3. Jou genegeerd en onverschillig behandeld? Holebi’s 58,6,% (69) 27,7% (32) 12,4% (15) 0,6% (1) 0,8% (1) 117 Hetero’s 65,6% (1012) 21,3% (328) 9,3% (144) 2,5% (39) 1,3% (20) 1544 4. Jou beledigd, bekritiseerd of minachtend gereageerd op wat je doet of zegt? Holebi’s 52,1% (61) 31,1% (36) 14,3% (17) 0,9% (1) 1,6% (2) 116 Hetero’s 61,5% (950) 24,1% (372) 10,7% (165) 1,9% (29) 1,9% (29) 1545 5. Jou gekleineerd of vernederd ten opzichte van andere mensen? Holebi’s 66,2% (77) 23,4% (27) 8,5% (10) 1,9% (2) 0,0% (0) 116 Hetero’s 74,0% (1142) 17,1% (265) 6,0% (92) 1,6% (24) 1,4% (21) 1544 6. Iets gedaan om je opzettelijk angst aan te jagen of te intimideren? Holebi’s 86,6% (100) 6,4% (7) 3,6% (4) 1,9% (2) 1,6% (2) 116 Hetero’s 90,2% (1391) 5,7% (88) 2,6% (39) 1,0% (15) 0,6% (10) 1543 Holebi’s 92,4% (107) 4,2% (5) 1,0% (1) 0,9% (1) 1,6% (2) 116 Hetero’s 94,5% (1455) 2,5% (39) 1,5% (23) 0,5% (8) 1,0% (15) 1540 7. Gedreigd om jou of iemand die je graag ziet pijn te doen? 2. Partnergeweld – Beschrijving – 4 / 14 Afl. 10 – november 2014 02_Partnergeweld.fm Page 73 Wednesday, November 19, 2014 9:29 AM Handboek Familiaal geweld 3.3 Ter besluit Onze resultaten suggereren dat partnergeweld minstens even vaak voorkomt bij personen van Turkse origine en bij holebi’s in Vlaanderen. Dit benadrukt hoe belangrijk het is om deze minderheidsgroepen mee op te nemen in toekomstig bevolkingsonderzoek naar partnergeweld. 4. Partnergeweld en het mentale, relationele en seksuele welzijn van slachtoffers Naast het in kaart brengen van prevalentiecijfers had ons onderzoek als doel bij te dragen tot een beter begrip over hoe het ervaren van algemeen koppelgeweld gerelateerd is aan het huidige mentale, relationele en seksuele welzijn van de slachtoffers. 4.1 4.1.1 Mentaal welzijn Slachtoffers van Turkse origine Een opmerkelijk resultaat vonden we terug bij personen van Turkse origine. Noch fysiek, noch psychologisch geweld gingen samen met een verminderd mentaal welzijn. Deze bevinding druist in tegen tal van onderzoeken die aantonen dat het ervaren van partnergeweld samengaat met een minder goed mentaal welzijn van de slachtoffers. Hoe kunnen we dit verklaren? Vooreerst kan dit gebrek aan effect mogelijk verklaard worden door de aard van onze variabele. Onderzoek over verschillende culturen heen heeft aangetoond dat westerse culturen als reactie op stressvolle situaties eerder psychologische moeilijkheden zullen vertonen en niet-westerse culturen meer somatische klachten rapporteren. Met andere woorden, mogelijk heeft het ervaren van partnergeweld in onze Turkse steekproef geen effect op hun mentaal welbevinden maar wel op hun lichamelijk welbevinden. Jammer genoeg hebben we in ons onderzoek geen vragenlijst opgenomen die peilt naar somatische klachten, waardoor we deze hypothese niet kunnen testen. Verder kan dit gebrek aan effect mogelijk verklaard worden door culturele verschillen in het ontwikkelen en het uiten van negatieve emoties. Kitayama en collega’s (2009) hebben aangetoond dat westerse culturen eerder een onafhankelijk zelfbeeld hebben terwijl niet-westerse culturen Afl. 10 – november 2014 2. Partnergeweld – Beschrijving – 4 / 15 02_Partnergeweld.fm Page 74 Wednesday, November 19, 2014 9:29 AM Handboek Familiaal geweld hun zelfbeeld meer als interafhankelijk ervaren. Dit betekent dat het uiten van individuele negatieve emoties minder bijdraagt aan de sociale harmonie met de omgeving. Bijgevolg zullen deze personen minder snel hun negatieve innerlijke gevoelens uiten. 4.1.2 Holebislachtoffers We gingen eveneens na of er een verband was tussen het ervaren van fysiek of psychologisch partnergeweld en het mentaal welbevinden van slachtoffers. Uit onze resultaten blijkt duidelijk dat holebi’s die in hun vorige of huidige partnerrelatie geconfronteerd werden met psychologisch partnergeweld minder goed scoorden op mentaal welzijn. We vonden geen verband met fysiek partnergeweld. Men zou hier verkeerdelijk uit kunnen besluiten dat het ervaren van fysiek geweld niet leidt tot een verminderd mentaal welzijn. Deze resultaten bieden enkel evidentie voor het feit dat partnergeweld niet noodzakelijk fysiek geweld moet omvatten om een invloed te hebben op het mentaal welzijn van de slachtoffers. Deze bevinding sluit aan bij de groeiende literatuur dat geweld niet van fysieke aard hoeft te zijn om het welzijn van slachtoffers te beïnvloeden. Verder vonden we hier geen verschillen tussen lesbische vrouwen en homomannen, wat betekent dat partnergeweld een negatieve invloed heeft op zowel het mentaal welzijn van mannen als vrouwen. 4.2 4.2.1 Relationeel en seksueel welzijn in de huidige partnerrelatie Slachtoffers van Turkse origine Over het algemeen kunnen we uit onze resultaten afleiden dat het ervaren van partnergeweld samengaat met een verminderd relationeel en seksueel welzijn in de huidige partnerrelatie. Zo vonden we dat zowel mannelijke als vrouwelijke slachtoffers van Turkse origine minder relatietevredenheid rapporteerden, al waren de effecten meer uitgesproken voor de vrouwen dan voor de mannen. Verder vonden we dat vrouwen die het slachtoffer werden van fysiek en psychologisch geweld meer vermijdend gehecht waren ten opzichte van hun huidige partner, terwijl mannen eerder angstig gehecht waren als ze geconfronteerd werden met fysiek partnergeweld. Ten slotte vonden we dat Turkse slachtoffers van fysiek en psychologisch geweld minder seksuele tevredenheid en seksuele communicatie rapporteerden en meer seksuele problemen. Deze bevindingen zijn – in lijn met de literatuur – eveneens meer uitgesproken voor vrouwen dan voor mannen. 2. Partnergeweld – Beschrijving – 4 / 16 Afl. 10 – november 2014 02_Partnergeweld.fm Page 75 Wednesday, November 19, 2014 9:29 AM Handboek Familiaal geweld 4.2.2 Holebislachtoffers Ten slotte gingen we het verband na tussen partnergeweld en het seksueel welzijn van holebislachtoffers. Zoals we voorspeld hadden, rapporteerden slachtoffers van psychologisch geweld minder seksuele tevredenheid en meer seksuele disfuncties. We vonden hierbij geen verschillen tussen lesbische vrouwen en homomannen. 5. Implicaties van de onderzoeksresultaten 5.1 Methodologische implicaties Uniek aan ons onderzoek is het gebruik van verschillende representatieve bevolkingssteekproeven om een antwoord te bieden op onze verschillende onderzoeksvragen. Deze steekproeven verhogen de externe validiteit van onze prevalentieschattingen en laten ons toe om de resultaten inzake het welzijn van slachtoffers van algemeen koppelgeweld te generaliseren naar de holebi’s en tweede generatie Turken in Vlaanderen. Sommige beperkingen van dit soort bevolkingsonderzoek zijn noemenswaardig. Vooreerst staat bevolkingsonderzoek erom gekend door ‘selectiebias’ eerder een onderschatting te rapporteren van het voorkomen van partnergeweld in de algemene bevolking. De werkelijke prevalentiecijfers zijn dus wellicht hoger dan de gerapporteerde cijfers. Ten tweede zijn de resultaten van deze verschillende studies gebaseerd op zelfrapportage van de respondenten. We weten dus niet zeker in welke mate deze bevindingen overeenkomen met gedragsmetingen. Ten derde kunnen deze resultaten enkel veralgemeend worden naar personen die te maken kregen met lichte vormen van algemeen koppelgeweld en niet naar slachtoffers van intiem terrorisme. Een belangrijke meerwaarde van dit onderzoek is dat we psychologisch partnergeweld mee opgenomen hebben in onze verschillende studies. Er kunnen echter enkele bedenkingen gemaakt worden bij de manier waarop psychologisch partnergeweld gemeten werd. Zoals het merendeel van de onderzoekers hebben wij psychologisch geweld louter bevraagd aan de hand van een reeks concrete gedragingen. We peilden niet naar de mate waarin deze personen deze gedragingen zelf als psychologisch geweld percipieerden. Verder werd dit geweld in alle studies op een gelijkaardige manier bevraagd. Personen met een andere culturele achtergrond en holebi’s kunnen echter ook enkele additionele of andere vormen van psychologisch geweld ervaren, bijvoorbeeld verbie- Afl. 10 – november 2014 2. Partnergeweld – Beschrijving – 4 / 17 02_Partnergeweld.fm Page 76 Wednesday, November 19, 2014 9:29 AM Handboek Familiaal geweld den om westerse kledij te dragen of dreigen om de seksuele voorkeur kenbaar te maken op het werk/bij familie. 5.2 Beleidsimplicaties Met onze resultaten hopen we bij te dragen aan de empirische grondslag die nodig is om deze problematiek aan te pakken op beleidsniveau. Ten eerste hebben onze studies bijgedragen aan up-to-date prevalentiecijfers voor partnergeweld bij personen van Turkse origine en holebi’s in Vlaanderen. Hierbij dient echter een belangrijke kanttekening geformuleerd te worden. Zoals reeds gezegd, is bevolkingsonderzoek een geschikte tool om informatie te verzamelen over situationeel koppelgeweld. Indien beleidsmakers echter beslissingen willen maken over de nood aan en het aantal financiële middelen die vrijgemaakt moeten worden voor slachtoffers van intiem terrorisme, is bijkomend onderzoek nodig bij specifieke doelgroepen. Ten tweede: het nationaal actieplan (NAP) tegen partnergeweld 2010-2014 bespreekt het belang van aandacht voor partnergeweld bij etnische minderheidsgroepen in België. Met onze cijfers hopen we het belang hiervan verder te onderstrepen opdat deze slachtoffers ook voldoende geïnformeerd worden over de problematiek en op ondersteuning kunnen rekenen. Ten slotte hopen we dat met onze studie naar partnergeweld bij holebi’s op maatschappelijk niveau meer expliciet gemeld zal worden dat geweld in alle intieme relaties kan voorkomen, ongeacht seksuele voorkeur. 6. Algemene conclusie Onenigheid en conflict zijn inherent aan intieme partnerrelaties. Jammer genoeg zoeken heel wat koppels hun toevlucht tot geweld wanneer ze geconfronteerd worden met situaties die niet stroken met hun persoonlijke belangen en interesses. In dit hoofdstuk hebben we de resultaten besproken van twee representatieve bevolkingssteekproeven die het voorkomen van fysiek en psychologisch partnergeweld nagingen bij twee minderheidsgroepen, namelijk personen van Turkse origine (tweede generatie) in Vlaanderen en holebi’s. Zoals verwacht is partnergeweld een globaal fenomeen dat geen culturele grenzen kent of grenzen op basis van seksuele voorkeur. Algemeen kunnen we stellen dat zowel mannen en vrouwen van Turkse origine als homomannen en lesbische vrouwen ooit in hun leven te maken krijgen met partnergeweld. Uit onze studies blijkt dat zij minstens even vaak geconfronteerd worden met fysiek en psychologisch geweld als Vlaamse, heteroseksuele mannen en vrouwen. Het betreft veelal licht tot mild part- 2. Partnergeweld – Beschrijving – 4 / 18 Afl. 10 – november 2014 02_Partnergeweld.fm Page 77 Wednesday, November 19, 2014 9:29 AM Handboek Familiaal geweld nergeweld. Gegeven het feit dat in een intieme partnerrelatie zelfs lichte vormen van situationeel koppelgeweld samenhangen met een verminderd mentaal, relationeel en seksueel welzijn van de slachtoffers, hopen we dat er in toekomstig onderzoek meer aandacht besteed wordt aan de relationele dynamieken van partnergeweld in klinische en niet-klinische steekproeven. Bibliografie • ALEXANDER, C.J. (2002). Violence in gay and lesbian relationships. Journal of Gay and Lesbian Social Services, 14, 95-98. doi: 10.1300/ J041v14n01_06. • ARCHER, J. (2000). Sex differences in aggression between heterosexual partners: A meta-analytic review. Psychological Bulletin, 126, 651-680. doi: 10.1037//0033-2909.126.5.651. • ARCHER, J. (2006). Cross-cultural differences in physical aggression between partners: A social-role analysis. Personality and Social Psychology Review, 10, 133-153. doi: 10.1207%2Fs15327957pspr1002_3. • BURKE, L.K., & FOLLINGSTAD, D.R. (1999). Violence in lesbian and gay relationships: Theory, prevalence, and correlational factors. Clinical Psychology Review, 19, 487-512. doi: 10.1016/S0272-7358(98)00058-0. • COKER, A.L. (2007). Does physical intimate partner violence affect sexual health? A systematic review. Trauma, Violence, & Abuse, 8, 149177. doi: 10.1177/1524838007301162. • EREZ, E., ADELMAN, M., & GREGORY, C. (2009). Intersections of immigration and domestic violence. Feminist Criminology, 4, 32-56. doi: 10.1177/1557085108325413. • FIELD, C.A., & CAETANO, R. (2004). Ethnic differences in intimate partner violence in the U.S. general population: The role of alcohol use and socioeconomic status. Trauma, Violence, & Abuse, 5, 303-317. doi: 10.1177/1524838004269488. • JOHNSON, M.P. (1995). Patriarchal terrorism and common couple violence: Two forms of violence against women. Journal of Marriage and Family, 57, 283-294. doi: 10.2307/353683. Afl. 10 – november 2014 2. Partnergeweld – Beschrijving – 4 / 19 02_Partnergeweld.fm Page 78 Wednesday, November 19, 2014 9:29 AM Handboek Familiaal geweld • JOHNSON, M.P. & FERRARO, K.J. (2000). Research on Domestic Violence in the 1990s: Making Distinctions. Journal of Marriage and Family, 62, 948-963. doi: 10.1111/j.1741-3737.2000.00948.x. • KITAYAMA, S., PARK, H., SEVINCER, A.T., KARASAWA, M., & USKUL, A.K. (2009). A cultural task analysis of implicit independence: Comparing North America, Western Europe, and East Asia. Journal of Personality and Social Psychology, 97, 236–255. doi: /10.1037/a0015999. • MURRAY, C.E., & MOBLEY, A.K. (2009). Empirical research about same-sex intimate partnerviolence: A methodological review. Journal of Homosexuality, 56, 361-386. doi: 10.1080/00918360902728848. • RAJ, A., & SILVERMAN, J. (2002). Violence against immigrant women: The role of culture, context and legal immigrant status on intimate partner violence. Violence Against Women, 8, 367-398. doi: 10.1177/ 10778010222183107. • SALTZMAN, L.E., FANSLOW, J.L., MCMAHON, P.M., & SHELLEY, G.A. (2002). Intimate Partner Violence Surveillance: Uniform definitions and recommended data elements, Version 1.0. Atlanta (GA): National Center for Injury Prevention and Control, Centers for Disease Control and Prevention (2nd ed.). • WALDNER-HAUGRUD, L.K., VADEN GRATCH, L., & MAGRUDER, B. (1997). Victimization and perpetration rates of violence in gay and lesbian relationships: Gender issues explored. Violence and Victims, 12, 173-184. 2. Partnergeweld – Beschrijving – 4 / 20 Afl. 10 – november 2014