Brussel, 27 november 2008 «Nationale strategie voor veiligheid en gezondheid op de werkvloer» I. Inleiding: Minder arbeidsongevallen De statistische gegevens van het Fonds voor arbeidsongevallen (FAO) geven aan dat het aantal arbeidsongevallen sinds 1985 met 30 procent is gedaald, terwijl het aantal arbeidsplaatsen de jongste twintig jaar met 700.000 eenheden is toegenomen. Deze daling van het aantal arbeidsongevallen valt grotendeels te verklaren vanuit transformaties op de arbeidsmarkt; de mijnindustrie is sinds 1985 bijna volledig verdwenen en de tewerkstelling in fabrieksindustrieën zoals de textiel- of de metaalindustrie, is merkelijk verminderd. Tussen 1985 en 2007 heeft de arbeidsmarkt diepe verschuivingen meegemaakt. Het aantal werknemers mag dan wel constant gebleven zijn, het aantal bedienden is merkelijk toegenomen. Deze worden minder blootgesteld aan de klassieke risico’s op arbeidsongevallen. Deze nieuwe jobs zijn vooral ontstaan dankzij de voortdurende ontwikkeling van de diensten- en non profit-sectoren. Het Fonds voor arbeidsongevallen (FAO) heeft in 2006 185.039 arbeidsongevallen geregistreerd in de privésector. In 2006 zijn er 4.502 meer arbeidsongevallen gebeurd (een stijging van 2,5 % ten opzichte van 2005). Deze stijging komt er na een periode van vijf jaar waarin het aantal ongevallen continu gedaald is. In 2007 werden er 184.717 arbeidsongevallen geteld. De constante vermindering van het aantal ongevallen sinds 2000 lijkt inderdaad gestopt te zijn. De situatie loopt echter niet gelijk in alle sectoren. Het aantal arbeidsongevallen vermindert nog altijd in het merendeel van de sectoren, maar deze vermindering wordt deels ongedaan gemaakt door een stijging van het aantal arbeidsongevallen in de sectoren van de diensten aan ondernemingen, +11%, in de gezondheids- en welzijnssector, +4%, twee sectoren die de voorbije twee decennia een hoge vlucht hebben genomen. Het grootste aantal arbeidsongevallen is dus geconcentreerd in de volgende sectoren: dienstverlening aan bedrijven, bouwsector en gezondheidszorg en maatschappelijke diensten. 1 De oorzaken van de arbeidsongevallen zijn vaak een gebrek aan ervaring, de sterke doorstroom van werknemers op de arbeidsplaats, kortstondige arbeidsbetrekkingen, een complexe situatie op de werkplek en een gebrekkige communicatie, onvoldoende beveiliging van een machine, een zekere onvoorzichtigheid en een hoog werktempo. Anders gesteld betekent dit dat in België om de drie à vier dagen iemand overlijdt omwille van een arbeidsongeval. Het dagelijkse drama van de arbeidsongevallen vraagt om een dynamische reactie van alle betrokken partners, zowel die op het niveau van de overheid als op ondernemingsof werknemersniveau. Uiteraard kunnen niet alle arbeidsongevallen vermeden worden. Door de intensiviteit van de menselijke activiteit, het steeds toenemende ritme en de permanente menselijke tussenkomst, blijft een zeker risico altijd aanwezig. Toch moeten we er alles aan doen om te vermijden dat arbeidsongevallen levens breekt. Een humaan werkgelegenheidsbeleid is een beleid dat een ruime prioriteit verleent aan de verbetering van de levenskwaliteit, gezondheid en veiligheid van de werknemers in hun dagelijkse beroepsleven en in de eerste plaats de noodzaak van individuele bescherming inziet. II. De bestaansredenen van het plan "Nationale Strategie inzake Welzijn op het werk 2008-2012" Sinds 1978 heeft de Europese Commissie meerjarige actieprogramma's uitgewerkt op het vlak van veiligheid en gezondheid op het werk. Aanvankelijk waren deze actieprogramma's voornamelijk gericht op wetgevende maatregelen. Vandaag ligt de nadruk van de programma's vooral op de nieuwe risico's die verband houden met de verschuivingen op de arbeidsmarkt en in de samenleving. In februari 2007 heeft de Commissie een Mededeling gepubliceerd met de titel: "Verbetering van de arbeidskwaliteit en -productiviteit: communautaire strategie 2007-2012 voor de gezondheid en veiligheid op het werk". De Commissie heeft de Lidstaten gevraagd om nationale strategieën te ontwikkelen en in te voeren die aansluiten bij de communautaire strategie en om, in dit kader, kwantitatieve streefdoelen vast te leggen. Samen willen de Commissie en de Raad van de Europese Unie de impact van arbeidsongevallen in Europa met 25 % verminderen. Om dit te bereiken, hebben ze een reeks ambitieuze doelstellingen opgesteld en gebundeld in de nieuwe Europese strategie. 2 Een van de streefdoelen van de Commissie is om deze plannen later te laten evalueren door het Raadgevend Comité voor veiligheid en gezondheid op de arbeidsplaats van Luxemburg (CCSS). De "Nationale strategie inzake Welzijn op het werk 2008-2012" is het Belgische plan in het kader van deze communautaire strategie. De hoofddoelstelling wordt hierin overgenomen: komen tot een continue, blijvende en homogene daling van de arbeidsongevallen en beroepsziekten. Als we dit ambitieuze plan "Nationale strategie inzake welzijn op het werk 2008-2012" nu in 2008 invoeren, gaat het hier natuurlijk om de concrete toepassing van de Europese strategie. Maar het gaat ook om één van de grote prioriteiten van het werkgelegenheidsplan met het oog op een duurzame verbetering van de preventie tegen beroepsrisico’s. III. Doelstelling van de « Nationale strategie »: 25 procent minder arbeidsongevallen De globale doelstelling van de communautaire strategie is een continue en homogene daling van het aantal arbeidsongevallen en beroepsziektes. Dit is een globale benadering van het welzijn op het werk die ook een invloed heeft op andere domeinen, zoals volksgezondheid en duurzame ontwikkeling. Naast de statistische kennis over het aantal ongevallen om de impact van de toegepaste maatregelen objectief te kunnen meten, biedt kennis over de algemene welzijnssituatie van de werknemers ook de mogelijkheid om de strategieën bij te sturen en nog efficiënter in te grijpen. Alle vijf programma's worden gedetailleerd beschreven in de strategie en in de fiches, maar we willen ook wijzen op enkele belangrijke pijlers van onze toekomstige actie die transversaal lopen met deze programma's. Ons doel? De frequentie van het aantal arbeidsongevallen verminderen om zo snel mogelijk te komen tot een vermindering van 25 procent, met prioriteit voor de sectoren die het meest aan risico’s zijn blootgesteld. De redenen voor deze ambitieuze doelstelling zijn veelvuldig: Welzijn, gezondheid en veiligheid op het werk zijn prioritair voor de bescherming van de werknemer. Dit objectief reikt verder dan alle andere en verklaart op zichzelf al de noodzaak tot mobilisatie. Het leven en de gezondheid van de werknemers en hun welzijn op het werk bieden een meerwaarde aan de hele maatschappij en aan elke 3 onderneming in het bijzonder. Op secundair vlak gaat op het niveau van de economie om een kwestie van economische rechtvaardigheid, gelijkheid en gezonde loyale concurrentie. Een goede gezondheid op het werk verbeter de algemene openbare gezondheidstoestand en de productiviteit en competitiviteit van de ondernemingen. Tot slot vormen de problemen inzake gezondheid en veiligheid op het werk een hoge kost voor de sociale beschermingssystemen. Welzijn op het werk, dat belangt ons allemaal aan. Gezondheid en veiligheid op het werk mogen niet overgelaten worden aan enkele bedrijven die zich willen inzetten voor maatschappelijke vooruitgang of waarvan de bedrijfsleiders zich sterk bewust zijn van de problematiek. Gezamenlijk moeten de overheid en de acteurs op het terrein dagelijks inspanningen leveren om te informeren en risicopreventiemaatregelen uit te leggen. Deze inspanningen kunnen enkel een gunstig effect opleveren als iedereen er intens en continu bij betrokken wordt. De waakzaamheid ter zake laten varen, staat meteen voor het lopen van een risico. De oorzaken van de arbeidsongevallen hangen vaak samen met een gebrek aan ervaring, de grote doorstroming van werknemers op de werkplek, kortstondige arbeidsbetrekkingen, een complexe situatie op de werkplek en een communicatie, de onvoldoende beveiliging van een machine, een zekere onvoorzichtigheid en een hoog werktempo. gebrekkige In dit opzicht is het absoluut noodzakelijk om een grondiger onderzoek in te stellen naar de omstandigheden waarin de arbeidsongevallen zich voordoen. III. Krachtlijnen van de « Nationale strategie » 1. Een massieve versterking van de preventie en Aanzetten tot een gedragswijziging bij de werknemers door een cultuur van risicopreventie te stimuleren. Preventie is een moeilijke aangelegenheid die niet alleen aangezwengeld moet worden maar ook beter gewaardeerd. Het is immers een zaak die zich ver van de actie en van de camera’s afspeelt. Ze levert niet altijd directe erkenning op voor de vele personen die er zich dagdagelijks voor inzetten. Het zijn de anonieme helden van alledag die levens redden met het soort inzet dat ons plan meer dan ooit tevoren wil ontwikkelen. 4 Een van de punten die naar voren geschoven wordt, is de modernisering van het beheer en de terbeschikkingstelling van relevante informatie die de preventie kan bevorderen. Het opgericht interactief kenniscentrum over welzijn op het werk, www.BeSWIC.be, zal nog uitgebreid worden om informatie te verspreiden over alle thema's rond alle aspecten van welzijn op het werk. Door alle actoren die actief zijn in de sector van preventie als partners te betrekken bij dit project kunnen we echt iets veranderen en de preventiecultuur nog steviger verankeren in de bedrijven en bij de werknemers. De Belgische aanpak inzake preventie van werkgerelateerde ongevallen en gezondheidsproblemen is gebaseerd op de analyse van de risico's en doet, in veel gevallen, een beroep op preventiedeskundigen die werken in de interne of externe diensten voor preventie en bescherming op het werk. Het is essentieel dat deze diensten goed werken en kennis en ervaringen uitwisselen in het kader van federaal onderzoek naar de beroepsrisico's. Sinds hun oprichting hebben de externe diensten op tal van vlakken al goede resultaten behaald. De Nationale strategie voorziet initiatieven om de werking van de externe diensten te verbeteren en deze diensten een grotere rol te laten spelen, met name door de tarieven aan te passen, gebruik te maken van hun officiële goedkeuring en de preventieadviseurs beter op te leiden. 2. Versterking van de controle De inspecties en de controle zullen voornamelijk in de risico-sectoren worden versterkt. 3. Prioriteit verlenen aan de risico-sectoren In de preventie- en controle-acties moet prioriteit verleend worden aan de 4 risicosectoren: de bouw, de sector van de dienstverlening aan personen en dus ook de interimsector, de ziekenzorg en de sector van de sociale dienstverlening. 4. De lancering in 2009 van een eerste grote enquête over de gezondheid en de veiligheid op het werk, wat een nieuw basisinstrument moet worden voor een nieuw beleid Om een duidelijk en objectief zicht te hebben van de werkelijkheid en om de beste beslissingen te kunnen nemen voor de toekomst, lanceren wij de eerste kwaliteitsenquête naar de situatie inzake gezondheid en veiligheid op het werk. Om de problematiek van welzijn op het werk goed te begrijpen, hebben we periodieke informatie nodig over de tevredenheid op het werk van de 5 werknemers en de risico's waaraan zij worden blootgesteld. Op dit ogenblik beschikken we op federaal niveau alleen over de enquête die elke vijf jaar gehouden wordt door de Europese Stichting tot Verbetering van de Levens- en Arbeidsomstandigheden te Dublin. Deze enquête is onmisbaar om de lopende programma's te evalueren en deze eventueel bij te sturen om zo de verhoopte resultaten te bereiken. Deze enquête zal in 2009 bij 4.000 werknemers afgenomen worden en zal slaan op een totaalpakket aan vragen over gezondheids op het werk en arbeidsomstandigheden. De resultaten ervan zullen in 2010 bekendgemaakt worden. Bovendien worden ook gegevens verzameld door de preventieadviseurs van de externe diensten voor preventie en bescherming op het werk (EDPB's). Deze gegevens geven heel nuttige informatie over de veiligheid en gezondheid in de bedrijven en zullen in de toekomst beter benut worden. Tot slot verschaffen de databanken van het Fonds voor arbeidsongevallen en het Fonds voor de beroepsziekten ook heel belangrijke informatie over deze aspecten. Concreet zal in 2009 een nationale Belgische enquête gehouden worden over de arbeidsomstandigheden. Want meten is weten, en beter weten is beter ingrijpen. Uiteindelijk kunnen de uitgewerkte beleidslijnen aangepast worden door de gevolgen op te volgen, de beleidslijnen correct te evalueren en ervaringen en goede praktijken uit te wisselen. 5. Het accent leggen op de werknemers ‘in transitie’ In een steeds meer gemondialiseerde wereld, een wereld onderworpen is aan productiviteits en snelheidsvereisten, hebben tijdelijke en fluctuerende omstandigheden op de arbeidsmarkt ook gevolgen voor het welzijn op het werk. We mogen niet alleen kijken naar werk en arbeidsomstandigheden in de strikte zin van het woord, we moeten ook oog hebben voor de transities die zich voordoen. Tijdelijke en fluctuerende omstandigheden op de arbeidsmarkt hebben ook gevolgen voor het welzijn op het werk. Dit is duidelijk naar voren gekomen in het welzijnsbeleid met betrekking tot het onthaal, in het peterschap, de vorming van en het medisch toezicht op de stagiairs, maar ook in de tewerkstellingsvormen van korte duur of met steeds wisselende opdrachten, zoals onderaanneming, outsourcing en uitzendarbeid. De verschuiving naar een transitionele arbeidsmarkt moet vooral tot uiting komen in een grotere aandacht voor de psychosociale risico's en de werkdruk. 6 Er moet ook meer aandacht geschonken worden aan de 'nieuwe' risicogroepen, bij onderaanneming, detachering, aan migranten, oudere werknemers, mindervalide werknemers, uitzendwerk en ook aan het welzijn van zelfstandigen op het werk. Er moet dan ook meer aandacht geschonken worden aan de (nieuwe) risicogroepen, bij onderaanneming, detachering, aan migranten, oudere werknemers, jongeren, uitzendwerk en ook aan het welzijn van zelfstandigen op het werk. Er zullen nieuwe maatregelen genomen worden, vooral preventief, in deze diverse domeinen om een vorm van informatie en samenwerking tot stand te brengen met betrekking tot de geëxporteerde risico's tussen de opdrachtgever en de externe onderneming en om de evaluatie van de risico's te verbeteren tijdens de ontwerpfase van een project. 6. Een plan in intens overleg met de sociale partners en door hen gedragen De strategie zal voor advies en eventuele amendementen of aanvullingen voorgesteld worden aan de Nationale Arbeidsraad (NAR). In overleg met de sociale partners zullen de vijf programma’s verder worden ontwikkeld en in het bijzonder de nieuwe maatregelen ter preventie en controle inzake arbeidsongevallen om zo het aantal ongevallen in alle sectoren en ook in de sector van de KMO's te verminderen. Bovendien zal, in overleg, een sluitende oplossing gevonden moeten worden voor de uitzendkrachten die de onderneming momenteel minder kosten dan een eigen werknemer bij een arbeidsongeval en ook voor de werknemers die een beroepsopleiding of een stage volgen in het kader van het technisch en beroepsonderwijs. De Hoge Raad voor Preventie en bescherming op het werk en de Beheerscomités van het FAO en het FBZ zullen geraadpleegd worden voor de kwesties die onder hun respectieve bevoegdheden vallen. Om deze strategie tot een goed einde te brengen, zullen de administraties en instellingen belast met de ontwikkeling van deze strategie hun kennis moeten uitbreiden en zich proactief toeleggen op het beheer van de kennis. 7. Een cultuur van constante evaluatie Om de toepassing van deze strategie goed op te volgen, zijn nieuwe meet- en evaluatie-instrumenten nodig. De Europese Commissie heeft zich ertoe verbonden om in samenwerking met het Raadgevend Comité Veiligheid en Gezondheid een gemeenschappelijk systeem uit te werken om informatie te verzamelen en uit te wisselen over de inhoud van de nationale strategieën, om de verwezenlijking van de vastgelegde doelstellingen te evalueren, alsook de 7 efficiëntie van de nationale preventiestructuren en de geleverde inspanningen. Er zullen kwalitatieve indicatoren opgesteld worden ter aanvulling van de gegevens die verschaft worden door de statistieken inzake arbeidsongevallen en beroepsziekten en de te verzamelen gegevens door de nationale enquêtes inzake gezondheid en veiligheid op het werk. Anderzijds zullen specifieke boordtabellen van de nationale strategie gecreëerd worden om de 12 projecten correct te sturen en verslag uit te brengen aan het Raadgevend Comité. Er zal een coördinator worden aangesteld om de efficiënte uitwerking van deze gehele strategie te verzekeren. 8. Een accent op nieuwe welzijnsvraagstukken Er wordt een accent gelegd op nieuwe vraagstukken: die van de werkstress, van de strijd tegen drugs en alcohol op de werkvloer, van nieuwe risico’s verbonden aan nieuwe technologieën (nanotechnologie of musculosceletaire aandoeningen). IV. plan in vijf programma’s, met 12 belangrijke projecten en meerdere actiefiches per project Dit plan is opgedeeld in vijf programma's waarvan de doelstellingen hierna worden verduidelijkt in de vorm van 12 belangrijke projecten en meerdere actiefiches per project. Programma I: De preventie van beroepsziekten en arbeidsongevallen versterken Programma II: de behandeling van beroepsziekten en de re-integratie van de werknemers verbeteren Programma III: de controle en efficiëntie versterken van de toepassing van de wetgevingen en reglementeringen, vooral in de risicosectoren Programma IV: de wetgeving en de reglementering moderniseren en vereenvoudigen Programma V: voortdurend en onafgebroken evalueren 8 De Nationale Strategie inzake Welzijn op het Werk Programma I: De preventie van beroepsziekten en arbeidsongevallen versterken Project 1: de efficiëntie van de preventiediensten en hun acties versterken Verantwoording De Belgische aanpak inzake preventie van werkgerelateerde ongevallen en gezondheidsproblemen is gebaseerd op de analyse van de risico's en vraagt om de verplichte aanwezigheid van preventieadviseurs, bijgestaan door externe deskundigen, de externe diensten voor preventie en bescherming op het werk. Het is essentieel dat deze diensten goed werken en kennis en ervaringen uitwisselen in het kader van federale onderzoeken naar beroepsrisico's. De coherentie en transparantie van het 'wetgevend kader' zijn grotendeels bepalend voor de relevantie en efficiëntie van de actie van de interne en externe diensten voor preventie en bescherming op het werk (IDPB & EDPB). De ervaring die werd opgedaan sinds de oprichting van deze diensten, nu tien jaar geleden, de analyse van de gegevens in verband met de in 2008 aangepaste erkenningsvoorwaarden en de eerste conclusies getrokken uit de evaluatie van het Federaal actieplan voor de reductie van arbeidsongevallen, "FARAO 2004-2007" brengen ons tot de conclusie dat het noodzakelijk is om de context aan te passen en de analyse van de risico's te benutten voor alle disciplines aanwezig in de EDPB's. Doelstellingen Dit luik 'wetgevend kader' van de Nationale strategie heeft tot doel om de werking van de interne en externe diensten voor preventie en bescherming op het werk te stroomlijnen zodat die efficiënter kunnen optreden. Dit gebeurt met name door een vereenvoudiging van de organisatie en de financiering van deze diensten. Deze diensten hebben een groot potentieel om bij te dragen tot de verbetering van het welzijn op het werk en tot de beduidende daling van het aantal beroepsziekten en ongevallen op de werkplek. 9 In die zin is het aangewezen om: - - De organisatie en werking van de preventiediensten te herzien De preventieopdrachten te versterken en dan vooral de risicoanalyse die wordt uitgevoerd door de preventiediensten, met name in de kmo's en de risicosectoren Het aantal interventies van de preventiediensten in KMO’s opdrijven 10 Acties 1.1 De organisatie herzien van de preventie door de EDPB's en de IDPB's, vooral wat betreft de financiering van de prestaties van de EDPB's en de tijd besteed aan de prestaties. Deze wijzigingen moeten de EDPB's helpen om meer tijd te besteden aan de analyse van de risico's. 1.2 De werking evalueren van de externe preventiediensten op het niveau van de kmo's in de risicosectoren 1.3 De werking evalueren van de gemeenschappelijke interne diensten van diverse werkgevers 1.4 De opdrachten en tussenkomsten van de diensten voor preventie en bescherming op het werk bij de kmo's in de risicosectoren herzien Toepassingsschema Actie 1.1 1.2 1.3 1.4 Studie - Analyse – Ontwerp 2008-2009 2009 2009 2008-2009 Voorstel 2010 2010 2009 2009 Advies van de HRPBW 2010 2010 2010 2010 Afronding 2011 2011 2010 2011 11 Programma I: de preventie van beroepsziekten en arbeidsongevallen versterken Project 2: de preventie van arbeidsongevallen versterken, vooral in de nieuwe risicosectoren en de kmo's Verantwoording Verhoogde risico's: Ondanks alle maatregelen die genomen worden om bedrijven bewust te maken van de risico's van ongevallen en om werkgevers meer verantwoordelijkheidsgevoel bij te brengen, ligt het ongevalpercentage bij bepaalde werkgevers abnormaal hoog in vergelijking met de gemiddelde percentages in hun activiteitensector. Op basis van zijn database van arbeidsongevallen gaat het Fonds voor arbeidsongevallen elk jaar na in welke bedrijven de risico-index, in de loop van de onderzoeksperiode van 3 jaar begonnen in 2006, onevenredig afwijkt van de gemiddelde index van de bedrijven in hun sector. Deze bedrijven zullen verplicht worden om een forfaitaire bijdrage te betalen aan hun verzekeraar "arbeidsongevallen" die door de preventiedienst van de verzekeraar gebruikt zal worden voor de preventie van ongevallen in dit bedrijf. Deze forfaitaire bijdrage zal verschuldigd zijn zolang het bedrijf een verhoogd risico blijft vormen. Het Fonds voor arbeidsongevallen geeft de lijst van bedrijven die als verhoogde risico's beschouwd worden jaarlijks door aan de FOD WASO. Het toezicht door de controlediensten op de correcte toepassing van de preventiemaatregelen door deze bedrijven zou geleidelijk moeten leiden tot een daling van het aantal arbeidsongevallen. Onderzoek naar de standaardongevallen De arbeidsomstandigheden zijn anders in elke activiteitensector. De strijd tegen arbeidsongevallen, of die nu gevoerd wordt op bedrijfs- of op sectorniveau, kan maar slagen door een betere kennis van de oorzaken en omstandigheden van de ongevallen die typisch zijn voor de sectoren. Het FAO voert onderzoek naar de standaardongevallen in de sectoren, hetzij op initiatief, hetzij op verzoek van de sectoren zelf. In het kader van de campagnes gevoerd door de inspectiedienst van de FOD WASO in de sectoren zal het Fonds op verzoek een onderzoek instellen naar de ongevallen in deze sectoren. Ernstige ongevallen 12 De omstandige verslagen van de ernstige ongevallen ingediend door de werkgevers bij de FOD WASO zullen door het Fonds voor arbeidsongevallen gecodeerd worden. In de omstandige verslagen staat een gedetailleerde beschrijving van de omstandigheden waarin het ernstig ongeval zich heeft voorgedaan, de oorzaken ervan en de aanbevelingen om een herhaling te voorkomen. Door de codering van deze verslagen kan het datawarehouse van het FAO aangevuld worden. De FOD WASO krijgt zo een overzicht van de problematiek van de ernstige ongevallen. De omstandige verslagen van de ernstige ongevallen bevatten informatie over de te nemen preventiemaatregelen bij een soortgelijk ongeval. In het kader van de verhoogde risico's zullen de preventiediensten van de verzekeraars een actieplan voorstellen met concrete maatregelen om een herhaling te voorkomen van de ongevallen die de werkgever het statuut van verhoogd risico hebben opgeleverd. Op basis van deze documenten wordt dan een lijst opgesteld van preventiemaatregelen die van pas kunnen komen bij de opstelling van gidsen met goede praktijken. Bovendien is het mogelijk om op basis van de omstandige verslagen waarover TWW beschikt, een aantal praktische fiches inzake significante ernstige arbeidsongevallen op het internet aan de ondernemingen aan te bieden. De database van het FAO wordt vooral aangevuld op basis van de gegevens op de ongevallenaangifte. Het Fonds heeft, naast de gewone taken in verband met de kwaliteit van de gegevens in de database, ook twee enquêtes gehouden, een over de onderaangifte om de omvang ervan te meten en het type van ongevallen te bepalen, een andere over de naleving van de termijnen door de werkgevers bij het versturen van de ongevallenaangiftes naar de verzekeraars. Aan de hand van het resultaat van deze drievoudige analyse kan het aangiftesysteem geëvalueerd worden en kunnen zo nodig aanpassingen aangebracht worden. In de privésector gebeurt de inzameling van de gegevens over arbeidsongevallen op een homogene manier, maar dat kan niet gezegd worden over de arbeidsongevallen in de openbare sector. Momenteel gebeurt de overdracht van de gegevens over ongevallen in de openbare sector naar het Fonds voor arbeidsongevallen al dan niet door middel van diverse informatiedragers. Rekening houdend met de verplichtingen van België om niet alleen de gegevens over arbeidsongevallen van werknemers in de privésector, maar ook die van werknemers in de openbare sector door te geven aan Eurostat, is het aangewezen om de inzameling van deze gegevens te uniformeren door de administraties een unieke informaticatool ter beschikking te stellen, naar het voorbeeld van de aangifte van het sociale risico van de arbeidsongevallen in de privésector op de website van de sociale zekerheid. De resultaten van de doelstelling beoogd door de nationale strategie zullen gemeten worden op basis van de statistieken opgesteld door 13 Eurostat. België moet dus in staat zijn om kwaliteitsgegevens door te geven, ook voor de openbare sector. Uit deze vaststellingen blijkt dat een gezamenlijke aanpak door de diverse partnerinstellingen bij de verwezenlijking van de doelstellingen van de strategie tegelijk de mogelijkheid zou bieden om de gegevens over de verwerking van de arbeidsongevallen efficiënter te coderen en deze gegevens te delen. Op die manier zou aan de werkgevers een minder administratief belastende manier geboden worden om ongevallen aan te geven. Een voorbeeld van zo'n aanpak is de werkgroep die werd opgericht om het technische deel van het project van de KSZ voor zijn rekening te nemen en een toepassing te ontwikkelen om de ongevallenaangiften door te sturen naar de bevoegde EDPB's. Zodra deze tool ingevoerd is, kan de werkgever, via de website van de sociale zekerheid, ook een aanvraag tot onderzoek indienen bij zijn externe dienst in geval van een ernstig ongeval. Dit is een bijkomende functie van de aangifte sociaal risico "arbeidsongeval" ingevoerd in het kader van het e-governementproject en specifiek bedoeld om de administratieve procedures te vereenvoudigen. Anderzijds moet de impact gemeten worden van het koninklijk besluit betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen op de dagelijkse praktijken en op de rol van de diverse tussenkomende partijen en de voorgestelde instrumenten. Het is de bedoeling om de modaliteiten te bepalen van een vereenvoudiging die geen afbreuk doet aan de bescherming van de werknemers. Doelstellingen - - Instrumenten bezorgen aan TWW om hun toezichtsbeleid ten aanzien van ondernemingen beter toe te spitsen op deze met een “verzwaard risico”; Ondernemingen bruikbare informatie bezorgen via het internet inzake relevante ernstige arbeidsongevallen met het oog op het voorkomen van herhaling van dergelijke ongevallen; Hulpmiddelen beschikbaar stellen aan ondernemingen uit risicovolle sectoren en aan kmo's ter voorkoming van arbeidsongevallen. De controle verscherpen van de effectieve toepassing van de reglementering door de diensten van Toezicht op het Welzijn op het werk in de risicosectoren, met name de bouwsector, gezondheidszorg, dienstverlening aan bedrijven en fabrieken. Acties 2.1 Arbeidsongevallenverzekeringen: De gevolgen evalueren van het KB met betrekking tot het verhoogd risico dat de bedrijven, waar de risico-index heel hoog 14 ligt in vergelijking met de sectorale index, ertoe wil verplichten om een forfaitaire bijdrage te betalen aan de verzekeraar, een bijdrage die gebruikt zal worden voor preventie in het bedrijf. De gebruiker van uitzendkrachten meer verantwoordelijkheidsgevoel bijbrengen Het bonus-malussysteem evalueren dat het bedrag van de verzekeringspremie koppelt aan de statistieken "arbeidsongevallen" van de onderneming 2.2 Jaarlijks de lijst van bedrijven die beschouwd worden als "verhoogd risico" doorgeven aan de FOD WASO om na te gaan of de door de verzekeraar voorgestelde maatregelen ook effectief worden toegepast door het bedrijf 2.3 Onderzoeken verrichten naar standaardongevallen in de activiteitensectoren Overgaan tot de codering van de omstandige verslagen van de ernstige ongevallen om de standaardongevallen te bepalen Een lijst opstellen van voorgestelde maatregelen om een herhaling van soortgelijke ongevallen te vermijden 2.4 Beschikken over praktische fiches voor de preventie van arbeidsongevallen en ernstige ongevallen op het werk in de chemische sector (Seveso) 2.5 Modellen van werkpostfiches verspreiden over de preventie van arbeidsongevallen voor de kmo's en de risicosectoren 2.6 Gids met goede praktijken infectierisico's door injectienaalden 2.7 De pedagogische leerdoelstellingen bepalen en verspreiden om een basisopleiding te kunnen aanbieden voor de werkgeverspreventieadviseurs in de kmo's, de hiërarchische lijn en de meest kwetsbare werknemers (jongeren, migranten) 2.8 De medeverantwoordelijkheid evalueren van werkgevers en onderaannemers in de bouwsector voor de preventie van Toepassingsschema Actie Ontwerp 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2009 2008 2008 2009 2009 Inductie van de beslissing tot actie 2009 2008 2008 2009 2009 Operationele fase 2010 2008/2009 2009 2010 2010 Sturing van de activiteiten 2010 2009 2009 2010 2010 Evaluatie 2011 2010 2009 2011 2011 15 2.6 2.7 2.8 2009 2009 2009 2009 2009 2009 2009 2009 2010 2010 2009 2010 2010 2009 2010 16 Programma I: de preventie van beroepsziekten en arbeidsongevallen versterken Project 3: de preventie van beroepsziekten versterken, vooral wat musculoskeletale aandoeningen en stress op het werk betreft Verantwoording De statistieken van de Europese Unie tonen aan dat 20 % van de werknemers lijdt aan stress. België ligt iets boven het Europese gemiddelde met 21 % gestreste werknemers. 1 werknemer op 5 lijdt aan stress op het werk: dat is opvallend. Deze problematiek is niet alleen belastend voor iedereen die hiermee te kampen krijgt, maar leidt ook tot een ernstig economisch probleem omdat dit verantwoordelijk zou zijn voor 50 tot 60 % van het absenteïsme op het werk. Bovendien wordt geschat dat hart- en vaatziekten bij 16 % van de mannen en 22 % van de vrouwen te wijten zijn aan stress op het werk. Het is de bedoeling om alle informatiemateriaal op de site www.BeSWIC.be en www.werk.belgie.be (folders, brochures, dvd, cd-rom, affiches) en alle tools voor risicoanalyse, diagnose en interventie op het terrein te verspreiden die de voorbije jaren zijn opgesteld in samenwerking met universiteiten en actoren. Op de site www.respectophetwerk.be staat een deel van dit materiaal en de tools (die verband houden met preventie van de psychosociale belasting). Er werd een pedagogisch pakket uitgewerkt dat nu gedrukt wordt om professionals in de psychosociale sector te helpen op lange termijn (zelfbestendiging). Het is de bedoeling om deze tools op meerdere, diverse manieren te gebruiken en te delen (via pedagogische documenten). Deze acties moeten leiden tot een "sneeuwbaleffect" zodat de financiële middelen ter beschikking gesteld door het Europees Sociaal Fonds en de FOD WASO langer meegaan. In dit project is het onder meer de bedoeling dat de bestaande regelgeving wordt aangepast aan de REACH-verordening, in die zin dat doeltreffende, evenredige en ontmoedigende sancties in de nationale regelgeving moeten ingevoerd worden. Er dient een gecoördineerd toezicht op deze verordening bewerkstelligd te worden in samenwerking met de andere Federale en Gewestelijke inspectiediensten. We stellen een toename vast van de musculoskeletale aandoeningen, zoals rugpijn, letsels aan gewrichtsbanden, peesontstekingen als gevolg van repetitief werk met een zwaarwegende invloed van de psychosociale factoren, en andere aandoeningen in verband met stress op het werk. Op dit punt heeft de analyse van onze reglementering aangetoond dat deze 17 problematiek niet specifiek behandeld wordt in de Codex over het welzijn op het werk en alleen onrechtstreeks vermeld wordt in diverse Koninklijke Besluiten. Deze kwestie moet dus alle aandacht krijgen die ze verdient door specifiekere reglementaire bepalingen uit te werken. Momenteel kunnen werkgerelateerde peesontstekingen, uitgezonderd voor artiesten uit de showbusinesssector, alleen door het Fonds voor de beroepsziekten erkend worden in een open systeem, wat het beperkt aantal erkenningen verklaart (zo'n honderd per jaar). De toevoeging van deze ziekte aan de lijst van beroepsziekten die aanleiding geven tot schadeloosstelling (met precieze criteria) zou dus erg nuttig zijn met het oog op een betere erkenning. Opgemerkt dient te worden dat, in vergelijking met de meeste andere Europese landen, de erkenningsgraad in België duidelijk lager ligt. Er zal tegelijk nagegaan worden hoe de informatie van de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer verbeterd kan worden, mits naleving van alle regels inzake de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, voor het gevolg dat gegeven wordt aan zijn aangifte door het Fonds voor de beroepsziekten. Tot slot zal er een elektronisch aangifteformulier opgesteld worden zodat de communicatie tussen de arbeidsgeneesheer en de verzekeringsmaatschappij zo vlot mogelijk kan verlopen, met de modernste methodes. We willen de zichtbaarheid verhogen van het Fonds voor de beroepsziekten dat nu onvoldoende gekend is bij het grote publiek, aan de hand van informatiecampagnes. Bovendien zal in 2008 een evaluatie gemaakt worden van de nieuwe medische commissies opgericht in 2007 en van de Wetenschappelijke Raad en ook de samenwerking met de wetenschappelijke wereld zal versterkt worden om de kennis over de beroepsziekten nog te vergroten. Stress op het werk verdient zeker onze aandacht. De gezondheidsproblemen die worden veroorzaakt door deze problematiek zouden beschouwd moeten worden als werkgerelateerde ziekten. In dat geval zou het Fonds voor de beroepsziekten, in samenwerking met de sociale partners en de arbeidsgeneeskunde, bevoegd zijn om preventieve acties voor te stellen. Deze acties hebben als grote voordeel dat die globaal rendabel zijn voor de maatschappij en vooral voor de sociale zekerheid, omdat een dergelijke preventieve actie het absenteïsme op het werk kan verminderen. Door de deelname aan een nieuwe programmatie van het Europees Sociaal Fonds 2007-2013, toegespitst op de musculoskeletale aandoeningen en psychosociale risico's zullen diverse tools ontwikkeld kunnen worden voor risicoanalyse met specifieke aandacht voor de preventie van geweld en pathogene relaties op het werk. Deze nieuwe 18 programmatie is vooral gericht op oudere werknemers, jongeren, vrouwen en allochtonen. Doelstellingen - - - Zorgen voor een transparant beleid inzake erkenning en schadeloosstelling van de musculoskeletale aandoeningen. Een beleid ter preventie van stress op het werk uitwerken en stimuleren via een samenwerking tussen de sociale partners, de preventiediensten, de sociale inspectiediensten van de FOD WASO en het Fonds voor de beroepsziekten. Werkgevers, managers, preventieadviseurs en vertrouwenspersonen concrete middelen aanreiken om een beleid inzake risicopreventie uit te werken door gratis diverse tools voor risicoanalyse ter beschikking te stellen. Meer onderzoek verrichten naar de nieuwe risico's en de bestaande risico's op de werkplek om zo een algemeen beeld te krijgen van de evolutie van de arbeidsomstandigheden; Acties 3.1 De KB's inzake chemische stoffen aanpassen aan het REACH-reglement 3.2 De ambtenaren van Toezicht op het Welzijn aanduiden die belast worden met de controle in het kader van REACH 3.3 De 3e lijst van indicatieve waarden van chemische stoffen overnemen 3.4 De preventie versterken van de risico's inzake chemische stoffen door de verspreiding van producten, brochures, opleidingstools opgesteld in het kader van Risktrainer 3.5 De preventie van de risico's van musculoskeletale aandoeningen verbeteren, hetzij door een specifieke reglementering, hetzij door de herziening van bestaande besluiten gericht op de toepassing van de ergonomische principes 3.6 Beschikken over gidsen van goede praktijken voor de preventie van musculoskeletale aandoeningen bestemd voor de werkgevers 3.7 Beschikken over gidsen van goede praktijken inzake arbeidsgeneeskunde voor de preventieve aanpak van musculoskeletale aandoeningen 3.8 De tools inzake preventie van de psychosociale belasting verspreiden, vooral inzake ongewenst gedrag en stress op het werk 19 3.9 De efficiëntie evalueren van de wet van 10 april 2007 en het KB van 17 mei 2007 betreffende de voorkoming van psychosociale belasting veroorzaakt door het werk 3.10 Een nieuwe programmatie toepassen van het Europees Sociaal Fonds 2007-2013 op het vlak van psychosociale belasting en op het vlak van musculoskeletale aandoeningen 3.11 Europees kaderakkoord inzake stress CAO 72: de preventie van de psychosociale belasting versterken - – Een tool uitwerken om een stresserende situatie op de werkplek objectief te bekijken en de preventieve acties te bepalen om de stresserende situaties op de werkplek te beperken, alsook de gezondheidsproblemen die deze veroorzaken. De tool voor de objectivering van stress en de preventieve acties testen tijdens een proefproject in samenwerking met de sociale partners en de preventiediensten (IDPB en EDPB) 3.12 De preventie van de infectierisico's door injectienaalden verbeteren door middel van specifieke maatregelen op te nemen in het KB inzake biologische agentia 3.13 De huisartsen bewust maken van de problematiek van de beroepsziekten 3.14 Zorgen voor een eenmalige aangifte van beroepsziekten via e-gov en een gegevensuitwisseling naar de Algemene Directie Toezicht op het Welzijn op het werk Toepassingsschema Fase Actie 3.4 3.6 3.7 3.8 3.9 3.10 3.11 3.13 Ontwerp van het project Inductie van de beslissing tot toepassing 2009 2009 2009 2008 2009 2008 2009 2008 2009 2008 Operationele fase Lopend 2010 Lopend Lopend 2010 2009 2010 2009 Sturing van de Evaluatie activiteiten 2010 2012 2009 2011 2009 2013 2012 2012 20 3.14 2009 2009 2010 2011 2012 Een standaardschema ontwerp-KB opstellen Actie 3.1 3.2 3.3 3.12 Analyse – Ontwerp 2008 2008 2009 2009 Voorstel 2009 2009 2009 2009 Advies van de HRPBW 2010 2010 2010 2010 Afronding 2010 2010 2010 2010 21 Programma I: de preventie van beroepsziekten en arbeidsongevallen versterken Project 4: gedragswijzigingen en een preventiecultuur bevorderen Verantwoording De meeste werkgevers en werknemers in dit land willen in harmonie samenleven, in bedrijven waar een gezonde economie en rentabiliteit hand in hand gaan met een beheer dat respect toont voor ieders veiligheid en gezondheid en ook voor het milieu. Informatie geven om te kunnen stilstaan bij de bestaande risico's en tools om die risico's te kunnen analyseren en gepast te reageren, is daarbij heel belangrijk. In de nieuwe ESF programmatie 2007-2013 zijn de acties toegespitst zijn op musculoskeletale aandoeningen en psychosociale risico's, met specifieke aandacht voor preventie van geweld en pathogene relaties op het werk. Deze nieuwe programmatie is vooral gericht op oudere werknemers, jongeren, vrouwen en allochtonen. Alle gegevens, onderzoeksresultaten en instrumenten zullen ter beschikking gesteld worden via de website van de FOD WASO en de site BESWIC, maar ook in papieren vorm en hierover zullen ook informatiesessies en opleidingen georganiseerd worden voor de diverse betrokken doelgroepen. Om de houdingen en culturen grondig en blijvend te veranderen, zullen professionele netwerken (managers, preventieadviseurs, vertrouwenspersonen, HR-beheerders …) gecreëerd en geactiveerd worden die de mogelijkheid bieden om kennis te maken met beheersmethodes die meer respect tonen voor de fysieke en mentale gezondheid en de veiligheid en om goede praktijken uit te wisselen. Voor jongeren tot slot zullen acties uitgewerkt worden om hen in alle veiligheid te integreren in de bedrijven en er worden tools ter beschikking gesteld aan de opleiders om Veiligheid en Gezondheid op te nemen in hun lespakket. Bovendien kunnen onderwijsinstellingen via de "onderwijsgids SOBANE" kennismaken met een participatieve benadering van de risico's die opleiders en leerlingen/studenten dichter bij elkaar brengt. Doelstellingen - Een algemene cultuur creëren met de nodige aandacht voor de gezondheidspreventie en de risicopreventie door de werknemers te 22 stimuleren om een nieuwe houding aan te nemen (vooral bij jongere werknemers en migranten) en de werkgevers aan te moedigen om methodes te hanteren die bevorderlijk zijn voor de gezondheid. Acties 4.1. Jonge werknemers begeleiden met het oog op hun integratie op de werkplek 4.2. Veiligheid en gezondheid een plaats geven in het onderwijs en de beroepsopleiding 4.3. Deelnemen aan de campagnes 2008-2009 van het Europees agentschap Bilbao en het SLIC over de risico-evaluatie van MSA's in de kmo's en met name in de bouw, de detailhandel en schoonmaaksector 4.4. De mentale gezondheid op het werk bevorderen 4.5. BeSWIC welzijn op het werk sterker profileren als kenniscentrum inzake 4.6. Op BeSWIC gegevens publiceren uit onderzoeken naar typische arbeidsongevallen als gevolg van werken met gevaarlijke stoffen 4.7. Professionele netwerken uitbouwen, ontwikkelen en stimuleren om kennis te maken met beheersmethodes die respect tonen voor welzijn op het werk 4.8. Een communicatie- en informatiecampagne lanceren over de nieuwe Codex over het welzijn op het werk 4.9. Meer dan 100 evenementen per jaar organiseren om preventief gedrag op de werkplek te bevorderen Toepassingsschema Fase Actie 4.1 4.2 4.3 4.4 4.6 4.7 4.8 Ontwerp van het project 2006 2006 2008 2007 2008 2008 2008 Inductie van de beslissing tot toepassing 2007 2007 2008 2008 2008 2009 2009 Operationele fase 2007 2008 2009 2009 2009 2009 2009 Sturing van de Evaluatie activiteiten 2008 2009 2009 2010 2009 2010 2009 2010 2009 2010 2010 2012 2009 2010 23 4.9 2005 2009 2010 2010 2012 24 Programma I: de preventie van beroepsziekten en arbeidsongevallen versterken Project 5: nieuwe risico's het hoofd bieden Verantwoording De analyse en vergelijking van alle beschikbare gegevens over de risico's voor de gezondheid en veiligheid, samen met de jaarlijkse statistieken verschaft door de Inspectiedienst TWW, het FAO en het FBZ, moeten ons een veelzijdig beeld geven over de reële arbeidsomstandigheden in onze bedrijven en ons in staat stellen ons beleid inzake reglementering, inspectie en acties tot bewustmaking en bevordering van het welzijn beter te oriënteren en zo efficiënter en effectiever te maken. Deze diverse statistieken moeten rekening houden met de verhouding mannen/vrouwen en andere parameters die een andere wending kunnen geven aan het gelijkekansenbeleid en zullen ook interessante informatie opleveren voor de sociale partners en alle actoren inzake veiligheid en gezondheid op het werk. Momenteel worden diverse acties bestudeerd of toegepast: - de nationale enquête naar de situatie van de Gezondheid en Veiligheid in de ogen van de werknemers. er zullen systematische procedures voorgesteld worden voor de inzameling en analyse van de gegevens verkregen ingevolge het medisch toezicht op de werknemers. De EDPB's zijn immers verplicht om elk jaar een jaarverslag van hun activiteiten naar de FOD te sturen. Deze gegevens mogen niet alleen gebruikt worden om de activiteiten van de diensten te controleren, maar ook om een soort kadaster op te stellen van de risico's die worden vastgesteld in de bedrijven zodat de communicatieacties beter kunnen georiënteerd worden onderzoeken naar standaardongevallen in de activiteitensectoren opvolging van de onderzoeken gevoerd door de universiteiten of andere onderzoeksprogramma’s naar de nieuwe risico’s inzake nanotechnologie, de risico’s verbonden aan diverse gecombineerde factoren, zoals de organisatie van het werk, de indeling van de werkplek, de gecombineerde blootstelling aan diverse stoffen. Doelstellingen - Het is de bedoeling om te komen tot een betere preventie van de beroepsziekten, een betere erkenning van de beroepsziekten en een 25 betere zichtbaarheid en expertise voor het Fonds voor de beroepsziekten (FBZ) Acties 5.1 Identificatie van de nieuwe opduikende risico’s (verbonden aan gecombineerde factoren, in verband met de nanotechnologie) en innovatieve preventieve maatregelen voorstellen 5.2 Een campagne opstarten om de blootstelling te meten in bedrijven die nanodeeltjes produceren Toepassingsschema Fase Actie 5.1. 5.2. Ontwerp van het project 2008 2010 Inductie van de beslissing tot toepassing 2008 2010 Operationele fase 2009-2010 2011 Sturing van de Evaluatie activiteiten 2009-2010 2011 2011 2012 26 Programma I: de preventie van beroepsziekten en arbeidsongevallen versterken Project 6: de coherentie van de preventieve beleidslijnen verbeteren Verantwoording Om efficiënt te zijn, vereist de bevordering van het welzijn op het werk een efficiënte coördinatie tussen het beleid inzake welzijn op het werk en de andere beleidslijnen die daar een impact op kunnen hebben. Doelstellingen - De coherentie versterken tussen de relevante beleidslijnen, met name inzake volksgezondheid en werkgelegenheid en de Gemeenschappen, en de beleidslijnen ter bevordering van de gezondheid en veiligheid op het werk Acties 6.1 - Toezien op de coherentie van de beleidslijnen inzake gezondheid en veiligheid op het werk en de synergieën benutten in het kader van onder meer de volgende beleidslijnen: Nationaal plan voor kankerbestrijding (rookverbod, kankerverwekkende stoffen, ioniserende stralingen, asbest) Bevordering van de mentale gezondheid (depressie, burn-out) Federaal Plan Duurzame ontwikkeling 2008-2012 Bekendmaking van de gevaarlijke producten die niet op de markt mogen worden gebracht Preventie van verslaving op het werk (alcohol, drugs) inzonderheid in het kader van het advies van de NAR nr. 1.655 van 10 oktober 2008 6.2 De actieve medewerking stimuleren van de sociale partners binnen de NAR, de nationale strategie aan hen voorleggen en hen raadplegen 6.3 Een comité van experts samenstellen voor de strategische cel ter ondersteuning van de nationale strategie Toepassingsschema Fase Ontwerp van het Inductie van de beslissing Operationele fase Sturing van de Evaluatie Actie 27 6.1 6.2 6.3 project 2009 2009 2009 tot toepassing 2009 2009 2009 2010 2010 2010 activiteiten 2011 2011 2011 2012 2010 2012 28 Programma I: de preventie van beroepsziekten en arbeidsongevallen versterken Project 7: het welzijn op het werk versterken en een permanente evaluatie invoeren Verantwoording De strategie SOBANE (www.sobane.be) stelt tools voor waarmee de bedrijven, en vooral kmo's, een gestructureerd globaal preventiebeleid kunnen toepassen dat gebaseerd is op de medewerking van alle interne en externe bedrijfsactoren, met name door gidsen van goede praktijken ter beschikking te stellen, door bedrijven beter bewust te maken en door aan te zetten tot een gedragswijziging inzake preventie. Momenteel zijn er elektronische Deparis-gidsen beschikbaar voor 30 activiteitensectoren. Er wordt gewerkt aan nieuwe sectorgidsen. Die worden ook verspreid via studiedagen, deelname aan beurzen, conferenties, professionele netwerken … Het Ervaringsfonds stelt toelagen ter beschikking om de arbeidsvoorwaarden van andere werknemers te verbeteren en hun tewerkstelling te verzekeren. Doelstellingen - Werkgevers, managers, preventieadviseurs en vertrouwenspersonen concrete middelen aanreiken om een beleid inzake risicopreventie uit te werken door gratis diverse tools voor risicoanalyse ter beschikking te stellen. Acties 7.1 De arbeidsplaatsen aanpassen aan de behoeften van de oudere werknemers via de economische stimulansen van het Ervaringsfonds 7.2 Evalueren welke impact welzijn op het werk heeft in de bedrijven door gebruik te maken van de risicoanalysetools, zoals checklists, werkpostfiches, SOBANE-fiches 7.3 De toepassing evalueren van de voorziene maatregelen (informatie, coördinatie, onthaal, contractuele relatie) voor de werkzaamheden die uitgevoerd worden door externe firma's of externe zelfstandigheden in de onderneming van een werkgever 29 Toepassingsschema Lopende en permanente acties Fase Actie 7.1. 7.2. 7.3. Ontwerp van het project 2009 2007 Inductie van Sturing van de beslissing Evaluati Operationele fase de tot e activiteiten toepassing Continue – permanente actie 2010 2009 2010 2010 2011 2007 2008 2008 2010 30 Programma II: De behandeling van beroepsziekten en de re-integratie van de werknemers verbeteren Project 8: de professionele re-integratie van arbeidsongeschikte werknemers vergemakkelijken Verantwoording Het bevorderen van herstel- en re-integratiemogelijkheden van werknemers in perioden van arbeidsongeschiktheid en het daaraan koppelen van een juridische onderbouwing zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Beide kunnen in één project afgewerkt worden met het finale doel tot een efficiënte en snelle re-integratie van de betrokken werknemer(s) te komen. De re-integratie van de werknemers na een arbeidsongeval zorgt nog voor problemen in verband met loonverlies en de moeilijkheden voor het slachtoffer om opleidingen te kunnen volgen om deze re-integratie te bevorderen. De wet van 10 april 1971 betreffende de arbeidsongevallen werd gewijzigd in 2006 om zo betere voorwaarden te creëren voor de professionele re-integratie tijdens de tijdelijke arbeidsongeschiktheid. De modaliteiten van deze re-integratie en de interacties tussen de sectoren van de sociale zekerheid moeten nog in een uitvoeringsbesluit gegoten worden. Doelstellingen - De arbeidsmarkt activeren door de re-integratie van de werknemers te stimuleren Alle processen dynamiseren die de werknemer kunnen helpen om op de arbeidsmarkt te blijven of opnieuw werk te vinden: het loonverlies als gevolg van de afwezigheid op het werk is een ernstig nadeel voor de werknemers, terwijl de werkgevers de kosten moeten dragen verbonden aan de vervanging van de werknemers en aan de productiviteitsdaling. Acties 8.1 Een ontwerp van koninklijk besluit opstellen om de professionele reintegratie tijdens de periode van tijdelijke arbeidsongeschiktheid na een arbeidsongeval te vergemakkelijken. 8.2 Een ontwerp van koninklijk besluit opstellen om de professionele reintegratie van werknemers met een definitieve arbeidsongeschiktheid na een beroepsziekte te vergemakkelijken. 31 Toepassingsschema 8.1 8.2 Analyse – Ontwerp 2006 2008 Voorstel 2008 2009 Advies van de Comités 2009 2009 Afronding 2010 2010 Actie 8: publicatie voor 1/9/2010 32 Programma III: De controle en efficiëntie versterken van de toepassing van de wetgevingen en reglementeringen, vooral in de risicosectoren Project 9: inspectie- en controlecampagne Verantwoording In dit project is het onder meer de bedoeling dat de bestaande regelgeving wordt aangepast aan de REACH-verordening, in die zin dat doeltreffende, evenredige en ontmoedigende sancties in de nationale regelgeving moeten ingevoerd worden. Er dient een gecoördineerd toezicht op deze verordening bewerkstelligd te worden in samenwerking met de andere Federale en Gewestelijke inspectiediensten. In de chemische industrie wordt al geruime tijd en in belangrijke mate gebruik gemaakt van contractoren voor het uitvoeren van diverse werken. Contractorarbeid op zich staat niet per definitie gelijk met “onveilige” arbeid. Het uitbesteden van gespecialiseerd werk aan een daarvoor gespecialiseerde firma met getraind personeel dat vertrouwd is met dit werk zou integendeel de veiligheid ten goede moeten komen. Dat zulks in de praktijk niet steeds het geval is, heeft met het feit dat contractorwerk gebeurt in bedrijfsomgeving met eigen specifieke risico’s en waarmee contractorarbeiders minder vertrouwd zijn personeel van het bedrijf. vooral te maken een wisselende veiligheidsregels dan het eigen Een bijzondere vorm van werken met derden in de chemische procesindustrie doet zich voor bij shut-downs of stilstanden, waarbij de installaties uit dienst worden genomen voor het uitvoeren van inspecties, herstellingen en aanpassingswerken. Bij dergelijke shut-downs wordt een beroep gedaan op een groot aantal contractorfirma’s om alle geplande werken in een zo kort mogelijk tijdsbestek te kunnen afwerken. Het opzetten van een inspectiecampagne is het middel bij uitstek om de veiligheidsaspecten bij het werken met contractoren in de chemische industrie te verifiëren. Een gecoördineerd optreden en het erop nahouden van een gezamenlijke visie door de verschillende regionale directies is belangrijk om de efficiëntie en de kwaliteit van het toezicht te verhogen. Zo is het de bedoeling om samen met het NAVB campagnes te organiseren en uit te voeren in verschillende subsectoren van de bouwsector, die gekenmerkt zijn door een hoog ongevalcijfer. Toezicht welzijn op het werk doet het 33 repressieve luik van deze campagne. Hiertoe wordt een lijst van inbreuken opgesteld waarvoor er repressief wordt opgetreden. 34 Doelstellingen - Doeltreffendheid verhogen bij het toezicht op de naleving van de reglementering inzake welzijn op het werk Opvoeren van het aantal controles op gerichte wijze in bepaalde sectoren Opvolgen van de Europese regelgeving en voorzien in een gepaste sanctionering bij het overtreden van Europese verordeningen Beschikbaar stellen van werkpostfiches per type beroep De operationele capaciteiten van het welzijn en de expertisecapaciteiten van de algemene directieHumanisering van de Arbeid en van de algemene directie TWW versterken (FOD WASO) Acties 9.1 Vier inspectiecampagnes per jaar organiseren in de sectoren van gezondheidszorg, uitzendwerk en dienstverlening aan bedrijven 9.2 Een inspectiecampagne organiseren ter controle van de blootstelling aan chemische stoffen in de chemiebedrijven (Seveso) 9.3 De interventies van Toezicht op het Welzijn op het werk optimaliseren bij inspecties in de bouwsector en de geïntegreerde en gecoördineerde werkwijze van de diensten 9.4 Een inspectiecampagne organiseren gericht op werk met onderaannemers en de toepassing van systemen voor werkvergunningen in de chemische sector (Seveso) 9.5 De preventie-index (Safetyindex) inspectiecampagnes georganiseerd door TWW gebruiken bij Toepassingsschema Fase Actie 9.1 9.2 9.3 9.4 9.5 Ontwerp van het project 2008 2008 2008 2008 2008 Inductie van de beslissing tot toepassing 2008 2008 2008 2009 2009 Operationele fase Jaarlijks Continu Continu 2009 2009 Sturing van de Evaluatie activiteiten Jaarlijks Continu Continu 2010 2010 2010 2010 2011 2012 35 Programma III: de controle en efficiëntie versterken van de toepassing van de wetgevingen en reglementeringen, vooral in de risicosectoren Project 10: de aangiftesystemen van sociale risico's evalueren Verantwoording De lijst van erkende beroepsziekten uitbreiden (vooral voor peesontstekingen). Want hoewel de wetgeving de preventieadviseurarbeidsgeneesheer ertoe verplicht om aangifte te doen van elke beroepsziekte, elke vermoedelijke beroepsziekte en zelfs gevallen van vatbaarheid voor een beroepsziekte, leert de praktijk dat er te weinig aangiftes worden gedaan om te kunnen spreken van een goede opsporing van de beroepsziekten, vooral voor kanker met beroepsgebonden oorzaken. Hierover zal overleg gepleegd worden en samen met de Minister van Volksgezondheid en de behandelende geneesheren zal onderzoek verricht worden naar de etiologische beroepsgebonden factoren. Er zal nagegaan worden of deze situatie gedeeltelijk te wijten is aan het feit dat er tegelijk aangifte gedaan moet worden bij de inspectiediensten van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal overleg (FOD WASO), in welk geval deze aangifte losgekoppeld zal worden van de verplichte aangifte bij het Fonds voor de beroepsziekten zodat de aangifte zijn preventieve rol optimaal kan spelen. Doelstellingen - Het aangiftesysteem van de beroepsziekten en de werkgerelateerde aandoeningen verbeteren, alsook dat van de arbeidsongevallen De analysemethodes van de statistieken van arbeidsongevallen en beroepsziekten consolideren Acties 10.1 Het aangiftesysteem van de beroepsziekten evalueren 10.2 Het aangiftesysteem van de arbeidsongevallen evalueren: Onderzoek naar de onderaangifte van de arbeidsongevallen Onderzoek naar de naleving van de termijnen om een ongeval aan te geven en de kwaliteit van de aangifte evalueren Toepassingsschema 36 Fase Actie 10.1 10.2 Ontwerp van het project 2009 2008 Inductie van de beslissing tot toepassing 2009 2008 Operationele fase 2010 2009 Sturing van de Evaluatie activiteiten 2011 2010 2012 2012 37 Programma IV: De wetgeving en de reglementering moderniseren en vereenvoudigen Project 11: de reglementering vereenvoudigen Verantwoording Vereenvoudigen Er zijn leemtes vastgesteld in de toepassing van de reglementering inzake de bescherming van het welzijn van de werknemers, met name in de risicosectoren en vooral in de kmo's. Een van de hinderpalen is de administratieve last die op de kmo's weegt omwille van de informatieverplichtingen die worden opgelegd aan de werkgever ten opzichte van de controle-instanties en preventiediensten waarmee hij moet samenwerken. Door die verplichtingen brengen de aangifte van arbeidsongevallen en de overvloed van acties die daaruit voortvloeien een grote administratieve opvolging mee voor de werknemer. De database van het FAO wordt vooral aangevuld op basis van de gegevens op de ongevallenaangifte. Het Fonds heeft, naast de gewone taken in verband met de kwaliteit van de gegevens in de database, ook twee enquêtes gehouden, een over de onderaangifte om de omvang ervan te meten en het type van ongevallen te bepalen, een andere over de naleving van de termijnen door de werkgevers bij het versturen van de ongevallenaangiftes naar de verzekeraars. Aan de hand van het resultaat van deze drievoudige analyse kan het aangiftesysteem geëvalueerd worden en kunnen zo nodig aanpassingen aangebracht worden. In de privésector gebeurt de inzameling van de gegevens over arbeidsongevallen op een homogene manier, maar dat kan niet gezegd worden over de arbeidsongevallen in de openbare sector. Momenteel gebeurt de overdracht van de gegevens over ongevallen in de openbare sector naar het Fonds voor arbeidsongevallen al dan niet door middel van diverse informatiedragers. Rekening houdend met de verplichtingen van België om niet alleen de gegevens over arbeidsongevallen van werknemers in de privésector, maar ook die van werknemers in de openbare sector door te geven aan Eurostat, is het aangewezen om de inzameling van deze gegevens te uniformeren door de administraties een unieke informaticatool ter beschikking te stellen, naar het voorbeeld van de aangifte van het sociale risico van de arbeidsongevallen in de privésector op de website van de sociale zekerheid. De resultaten van de doelstelling beoogd door de nationale strategie zullen gemeten worden op basis van de statistieken opgesteld door 38 Eurostat. België moet dus in staat zijn om kwaliteitsgegevens door te geven, ook voor de openbare sector. Uit deze vaststellingen blijkt dat een gezamenlijke aanpak door de diverse partnerinstellingen bij de verwezenlijking van de doelstellingen van de strategie tegelijk de mogelijkheid zou bieden om de gegevens over de verwerking van de arbeidsongevallen efficiënter te coderen en deze gegevens te delen. Op die manier zou aan de werkgevers een minder administratief belastende manier geboden worden om ongevallen aan te geven. Een voorbeeld van zo'n aanpak is de werkgroep die werd opgericht om het technische deel van het project van de KSZ voor zijn rekening te nemen en een toepassing te ontwikkelen om de ongevallenaangiften door te sturen naar de bevoegde EDPB's. Zodra deze tool ingevoerd is, kan de werkgever, via de website van de sociale zekerheid, ook een aanvraag tot onderzoek indienen bij zijn externe dienst in geval van een ernstig ongeval. Dit is een bijkomende functie van de aangifte sociaal risico "arbeidsongeval" ingevoerd in het kader van het e-governmentproject en specifiek bedoeld om de administratieve procedures te vereenvoudigen. Anderzijds moet de impact gemeten worden van het koninklijk besluit betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen op de dagelijkse praktijken en op de rol van de diverse tussenkomende partijen en de voorgestelde instrumenten. Dit om de modaliteiten te bepalen van een vereenvoudiging van de reglementering die geen afbreuk doet aan de bescherming van de werknemers. Aanpassen De Codex over het welzijn is momenteel samengesteld uit diverse koninklijke besluiten die opgesteld zijn over een redelijk lange periode. Tijdens die periode zijn de concepten in verband met de bescherming van het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk geëvolueerd. Via de coördinatie van de Codex over het welzijn op het werk, die nu loopt, kunnen de basisconcepten van deze reglementering (risicoanalyse, identificatie van de gevaren en hiërarchie van de preventiemaatregelen) op één lijn gebracht worden met alle kwesties die verband houden met het welzijn van de werknemers, waardoor die vlotter toegepast kan worden. De overdracht van de bepalingen in het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming is niet afgerond, vooral voor de bescherming tegen brand en de specifieke maatregelen van bepaalde industriële sectoren. Deze overgangsbesluiten zullen dit jaar 2008 ingediend worden bij de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het Werk (HRPBW). Bovendien zijn er intussen tal van problemen bijgekomen met betrekking tot de bescherming van de gezondheid van de werknemers: bijvoorbeeld musculoskeletale aandoeningen. Op dit punt heeft de analyse van onze reglementering aangetoond dat deze problematiek niet specifiek 39 behandeld wordt in de Codex over het welzijn op het werk en alleen onrechtstreeks vermeld wordt in enkele koninklijke besluiten. Deze kwestie moet dus alle aandacht krijgen die ze verdient door specifiekere reglementaire bepalingen uit te werken. De verdragen van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) ratificeren Het verdrag nr. 187 werd aangenomen op de 95e zitting van de Internationale Arbeidsconferentie van juni 2006. De doelstelling van het verdrag bestaat er in om elke lidstaat blijvend te laten instaan voor de optimalisering van de veiligheid en gezondheid op het werk ter voorkoming van arbeidsgebonden letsels, ziekten en sterfgevallen, via de uitbouw van een nationaal beleid, een nationaal systeem en een nationaal programma, in samenspraak met de meest representatieve werkgevers- en werknemersorganisaties. De toepassing van de maatregelen van het verdrag vereist geen noemenswaardige legislatieve aanpassingen; het is in de eerste plaats nodig de bestaande structuren en programma’s te onderkennen, te inventariseren en ze eventueel aan te passen aan de voorschriften van het verdrag. Dit verdrag nr. 187 stimuleert de lidstaten om de relevante verdragen van de IAO met betrekking tot veiligheid en gezondheid op het werk te bekrachtigen. Vooral verdrag nr. 155 betreffende arbeidsveiligheid, gezondheid en het arbeidsmilieu en verdrag nr. 161 betreffende de bedrijfsgezondheidsdiensten die verband houden met dit verdrag nr. 187 moeten zo snel mogelijk geratificeerd worden. Deze twee verdragen (155 en 161) werden op 20 maart 2007 voorgesteld in de Commissie voor buitenlandse aangelegenheden in de Senaat met het oog op de ratificatie ervan. Deze ratificatie stelt geen problemen omdat de materies behandeld in verdragen 155 en 161 grotendeels overeenstemmen met de Belgische reglementering. De wetsontwerpen ter instemming met de twee verdragen zijn opgesteld bij Buitenlandse Aangelegenheden, maar voor de federale goedkeuring wordt gegeven, moeten de Franse, Vlaamse en Duitstalige gemeenschappen en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad eerst instemmen met deze twee verdragen. Opgemerkt dient te worden dat de Vlaamse Regering op 4 juli 2008 (BS 29-08-08) decreten heeft goedgekeurd ter instemming met Verdrag nr. 161 en Verdrag nr. 155. Aanvankelijk stonden hinderpalen de ratificatie van verdrag nr. 167 van de IAO inzake de veiligheid en gezondheid in de bouwsector in de weg, 40 maar nu is dat niet meer het geval. In die tijd was de kaderwet in dit domein de wet van 10 juni 1952 betreffende de gezondheid en de veiligheid van de arbeiders. Deze wet en ook de uitvoering ervan in het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming omvatten niet alle nieuwe principes of maatregelen ingevoerd door het verdrag nr. 167. De wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk en de bijbehorende uitvoeringsbesluiten sluiten nu wel aan bij de principes of maatregelen ingevoerd door het verdrag nr. 167. De ratificatie van het verdrag nr. 167 is dus mogelijk en heel wenselijk om de verbetering van de veiligheid en de gezondheid op het werk te bevorderen. Doelstellingen - - De verbetering van het institutionele en administratieve reglementaire kader is een van de prioriteiten met het oog op de beperking van de administratieve lasten die op de bedrijven wegen, vooral op de kmo's Meewerken aan het herstel van de Arbeidsnormen in de hele wereld en de principes bevorderen ter preventie van de risico's voor de gezondheid en de veiligheid. Acties 11.1 Het wetgevend kader vereenvoudigen en de administratieve lasten verlichten die op de bedrijven rusten door het standaardkostenmodel KAFKA toe te passen op de bepalingen inzake tijdelijke of mobiele bouwplaatsen, van het beleid inzake welzijn op het werk de aangifte van de arbeidsongevallen de Codex over het welzijn op het werk afwerken 11.2 Het project werd ingediend bij de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk. 11.3 Het aangiftesysteem van de arbeidsongevallen evalueren en de mogelijkheden bekijken om de aangifte van onschadelijke arbeidsongevallen te vereenvoudigen, naar aanleiding van de enquête naar de onderaangifte en de efficiëntie nagaan van het vergoedingssysteem van de arbeidsongevallen 11.4 Een informaticatool uitwerken voor de aangifte van arbeidsongevallen die zich voordoen in de openbare sector 11.5 Het Koninklijk Besluit betreffende de melding van de elementen van de ongevalaangifte aan de bevoegde externe preventiediensten toepassen. De mogelijkheid nagaan om de werkgever, via de website 41 van de sociale zekerheid, een onderzoek te laten aanvragen naar een ernstig ongeval aan de externe dienst 11.6 De toepassing bevorderen van de globale strategie inzake veiligheid en gezondheid op het werk van de IAO door de verdragen nr. 187, 167, 161 en 155 te ratificeren Toepassingsschema Actie Studie -Analyse – Ontwerp Voorstel 11.1 11.2 11.3 2009 2006-2007 2008 11.4 11.5 11.6 11.7 11.8 11.9 11.10 2008 2009 2009 2009 2009 Nr. 161 en 155 Nr. 187 en 167 2010 2008 2008/200 9 2009 2010 2010 2009 2009 2007 2008 Advies van de HRPBW 2010 2009 2009 Afronding 2009 2010 2010 2010 2009 2009 2011 2011 2010 2009 2009 2010 2011 2009 2010 Actie 11.5: 2009 Actie 11.6: analyse in 2009, toepassing in 2010 Actie 11.7: vervolg van de analyse in 2009 voor de melding van de ongevalgegevens aan de EDPB en analyse van de behoeften in 2009 voor de aanvraag tot onderzoek via de website van de sociale zekerheid. 42 Programma V: voortdurend en onafgebroken evalueren Project 12: een nationale enquête Welzijn op het werk organiseren Verantwoording Er moet een kwaliteitsenquête gevoerd worden naar de gezondheid en veiligheid op het werk en daar is de vierde pijler van deze strategie op gericht. De problematiek van welzijn op het werk vraagt om een periodiek onderzoek naar de tevredenheid op het werk van de werknemers en naar de risico's waaraan zij worden blootgesteld. Daarom moet er een enquête gehouden worden. Deze nationale enquête moet gehouden worden bij een groot aantal werknemers, ten minste 4.000, representatief zijn voor alle werknemers in alle activiteitensectoren en elke twee of drie jaar herhaald worden. Op federaal niveau beschikken we nu immers alleen over de enquête die elke vijf jaar gehouden wordt door de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden. Deze enquête zal gehouden worden in samenwerking met de Europese Stichting. Op basis van een behoefteanalyse van gegevens van de FOD WASO, waarmee onder meer een nationaal profiel inzake welzijn op het werk kan worden opgesteld, zullen bovendien specifieke gegevens, opvraagbaar door de EDPB's en IDPB's, bepaald worden om te beschikken over nuttige indicatoren voor de controle van de goede werking van de preventiedienst, maar ook en vooral om een nationaal profiel op te stellen over de beroepsrisico's in België. Aan de hand van dit project zal de FOD Werkgelegenheid, Werk en Sociaal overleg zijn opdrachten beter kunnen uitvoeren en vooral de goede werking van de preventiediensten en de naleving van hun wettelijke verplichtingen terzake efficiënter kunnen controleren. Daarna zullen de gegevens doorgegeven door deze preventiediensten krachtigere en preciezere indicatoren opleveren over de blootstelling aan de beroepsrisico's, maar ook over de preventie en de impact ervan. Deze gegevens zijn nuttig voor het beleid en de nationale strategie ter zake: belang en efficiëntie van de toegepaste preventiemiddelen, beter gerichte bewustmakingscampagnes, organisatie van colloquia en informatiedagen die beter aansluiten bij de reële situatie op het terrein. Het Fonds voor arbeidsongevallen heeft een datawarehouse Arbeidsongevallen gecreëerd dat, gekoppeld aan het datawarehouse Arbeidsmarkt en Sociale bescherming van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, de mogelijkheid zou moeten bieden om de 43 sociaalprofessionele situatie van de slachtoffers van arbeidsongevallen na een ongeval op te volgen. Op basis van deze terugkerende statistische onderzoeken kan bepaald worden welke elementen al dan niet bevorderlijk zijn voor de re-integratie van de werknemers na een ongeval en dit zal ook helpen om te zoeken naar goede praktijken. Het zal ook mogelijk zijn om de efficiëntie te controleren van het systeem voor schadeloosstelling van de arbeidsongevallen dat bedoeld is om het slachtoffer zo goed mogelijk te laten herstellen en om het economisch verlies te vergoeden dat eventueel geleden werd door het slachtoffer na het ongeval. Deze schadeloosstelling gebeurt door de vastlegging van een vergoeding. Door een vergelijking te maken van de middelen van de slachtoffers voor en na het ongeval kan nagegaan worden in hoeverre het systeem het door de wet bepaalde doel bereikt. De vergelijking van de gegevens verzameld door de nationale enquête en de indicatoren inzake gezondheid en veiligheid opgetekend door de preventiediensten en de gegevens van het datawarehouse kan een krachtig instrument zijn voor de analyse van de situatie in ons land. Doelstellingen - De toepassing van de nationale strategie evalueren door betrouwbare indicatoren te formuleren. De nationale strategie moet meetbare doelstellingen bepalen voor de reductie van het aantal arbeidsongevallen en beroepsziekten voor categorieën van werknemers, specifieke bedrijven en/of sectoren Acties 12.1 Een nationale enquête houden naar de situatie van gezondheid en veiligheid op het werk en naar de mate van werkzaamheid en bijkomende enquêtes organiseren door de interne en externe preventiediensten om objectieve gegevens te verzamelen over de blootstelling aan gevaren per activiteitensector en per categorie van kwetsbare werknemers 12.2 Methodes uitwerken voor evaluatie en onderzoek van de kwalitatieve krachtige indicatoren van de bevorderende acties die erop gericht zijn het gedrag van de actoren in de bedrijven te veranderen 12.3 Systematische procedures invoeren voor de inzameling en analyse van de gegevens verschaft door het medisch toezicht om de preventie efficiënter te maken en de communicatieacties beter te richten 12.4 Een eenvormige database opstellen (datawarehouse) met alle gegevens die verzameld worden inzake welzijn op het werk 44 12.5 Methodes uitwerken voor evaluatie en onderzoek van de kwalitatieve krachtige indicatoren van de bevorderende acties die erop gericht zijn het gedrag van de actoren in de bedrijven te veranderen 12.6 De sociaalprofessionele situatie van de slachtoffers opvolgen na een arbeidsongeval Toepassingsschema Fase Actie 12.1 12.2 12.3 12.4 12.5 12.6 Ontwerp van het project 2008 2009 2009 2009 2009 2008 Inductie van Sturing van de beslissing Evaluati Operationele fase de tot e activiteiten toepassing 2008 2009 2009-2010 2010 2009 2010 2011 2012 2009 2010 2010 2011 2009 2010 2010 2011 2009 2010 2011 2012 2008 2009 2010 2012 45 Bijlage Zeven concrete projecten bij wijze van voorbeeld 1. Arbeidsongevallen verminderen: een nieuw systeem “verzwaard risico” om ondernemingen een verantwoordelijkheidsgevoel te geven Ziehier al concreet project op korte termijn. In 2009 zullen de 100 ondernemingen die binnen hun sector een slecht profiel hebben voor wat betreft arbeidsongevallen minimum 3.000 euro moeten betalen. Dit geld zal gebruikt worden om de veiligheid van de werknemers in de onderneming te verbeteren. Vrijdag jongstleden heeft de ministerraad een ontwerp van koninklijk besluit goedgekeurd dat het stelsel “verzwaard risico” met betrekking tot arbeidsongevallen op punt stelt. Dit stelsel werd in nauwe samenwerking met de sociale partners uitgewerkt. Het principe “verzwaard risico” beoogt het aantal arbeidsongevallen te verminderen door extra bijdragen te vragen aan ondernemingen die het niet te nauw nemen met de preventie. Met dit ontwerp van koninklijk besluit, dat op 1 januari 2009 van kracht wordt, zullen de ondernemingen die een onevenredig verzwaard risico vertonen als je hun aantal arbeidsongevallen vergelijkt met die van andere ondernemingen in hun sector, aan hun verzekeraar een forfaitair bedrag moeten betalen. De verzekeraar zal dit bedrag gebruiken voor de ongevallenpreventie bij de werkgever in kwestie. Concreet beschouwt het ontwerp van koninklijk besluit een verzekerd risico als verzwaard risico indien er in de loop van de observatieperiode in de onderneming minstens vijf ongevallen zijn gebeurd met tijdelijke ongeschiktheid van minstens een dag, de dag van het ongeval niet meegerekend, tot gevolg of met dodelijke afloop voor een van de werknemers. Een verzekerd risico wordt eveneens als verzwaard risico beschouwd indien de risico-index op jaarbasis in het laatste kalenderjaar en in een ander kalenderjaar van de observatieperiode minstens tienmaal de risico-index bedraagt van de activiteitensector waartoe de onderneming behoort. De bijdrage wordt forfaitair vastgesteld op basis van de grootte van de onderneming. Zij bedraagt 3.000 euro voor ondernemingen met minder dan 50 voltijdse equivalenten en wordt verhoogd met 2.000 euro per bijkomende schijf van 50 voltijdse equivalenten, maar wordt beperkt tot 15.000 euro. 46 De verzekeringsonderneming, als consultant, zal deze forfaitaire bijdrage gebruiken voor de preventie van arbeidsongevallen bij de betrokken werkgever. Zij stelt een actieplan voor aan de werkgever met concrete preventiemaatregelen om te voorkomen dat gelijkaardige ongevallen zich herhalen. Bovendien brengt de verzekeringsonderneming verslag uit bij het Fonds voor Arbeidsongevallen over de maatregelen die aan de werkgever werden voorgesteld en of deze laatste meewerkt en deze maatregelen naleeft. Alle verslagen samen worden gebruikt als basis voor een synthesenota aan het beheerscomité van het Fonds, waarna het Fonds deze informatie eveneens ter beschikking stelt van de Algemene Directie Toezicht op het Welzijn op het Werk van de FOD Werk. Dit ontwerp van “verzwaard risico” zal bijdragen tot de vermindering van het globale aantal arbeidsongevallen en ligt in dezelfde lijn van de Nationale strategie. 47 2. De verantwoordelijkheden inzake preventiemaatregelen op openbare werven wijzigen Hier is nog een heel concreet project dat aangepakt wordt via de wet houdende diverse niet-dringende bepalingen die morgen op de ministerraad wordt besproken. In het verlengde van het niet toepasselijk stellen van de artikelen 25 tot 28 van de welzijnswet in het geval van overheidsopdrachten, werd ook de toepassing van het artikel 29 uitgesloten. Dit artikel 29 omschrijft de wijze waarop bouwdirecties belast met de uitvoering (hoofdaannemers), aannemers en onderaannemers de naleving van de welzijnsvoorschriften op een bouwplaats door hun respectievelijke aannemers of onderaannemers moeten bewerkstelligen. Zij moeten met deze laatsten een overeenkomst sluiten die het mogelijk maakt om, in de plaats en op de kosten van de aannemer of onderaannemer die in gebreke blijft, na ingebrekestelling, zelf de nodige invulling van de welzijnsvoorschriften te geven. Ook moeten zij aannemers en onderaannemers weren van wie zij kunnen weten dat deze de welzijnsvoorschriften niet naleven. In tegenstelling tot de wet van 4 augustus 1996 voorziet de wet betreffende de overheidsopdrachten evenwel geen strafrechtelijke sancties voor het niet naleven van haar voorschriften. Op het vlak van de bescherming van de werknemers houdt dit een ernstige discriminatie in, naargelang zij werken op een bouwplaats waarop de wetgeving betreffende de overheidsopdrachten al dan niet van toepassing is. Recente gebeurtenissen, met ernstige gevolgen, tonen aan dat deze discriminatie zo snel mogelijk moet geëlimineerd worden. 48 3. Strijden tegen musculo-skeletale aandoeningen Wij dragen bij tot een verhoging van het aantal musculo-skeletale aandoeningen, maar ook tot rugklachten, letsels aan de ligamenten, peesontstekingen door repetitieve arbeid met een hoge psychosociale factor, en andere aandoeningen die te maken hebben met stress op het werk. De analyse van onze reglementering heeft aangetoond dat de Codex over het welzijn op het werk deze problematiek niet specifiek behandeld, maar deze slechts indirect ter sprake brengt in verschillende koninklijke besluiten. Het is dan ook noodzakelijk om deze problematiek alle aandacht te geven die ze verdient door middel van het uitwerken van specifiekere reglementaire bepalingen. Momenteel, behalve in de sector van spektakelartiesten, kunnen peesontstekingen die door het beroep worden veroorzaakt enkel worden erkend door het Fonds voor de Beroepsziekten via het open systeem. Dit verklaart het lage aantal erkenningen (namelijk een honderdtal per jaar). De inschrijving van deze aandoening in de lijst van vergoedbare beroepsziekten (met precieze criteria) zou dus erg nuttig zijn voor een betere erkenning. In vergelijking met de meeste andere Europese landen is de erkenningsgraad in België sterk ondergewaardeerd. Tegelijkertijd zullen we onderzoeken hoe we het inlichten van de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer door het Fonds voor de Beroepsziekten over de gevolgen die aan zijn aangifte werden gegeven, kunnen verbeteren door middel van de naleving van alle regels inzake bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Er zal een elektronische aangifteformulier worden ontworpen om de communicatie tussen de arbeidsgeneesheer en de verzekeringsinstelling makkelijker te laten verlopen en te moderniseren. Dankzij informatiecampagnes willen we de visibiliteit van het Fonds voor de Beroepsziekten verbeteren, aangezien dit niet voldoende gekend is bij het grote publiek. Bovendien zullen in 2008 de Wetenschappelijke Raad en de nieuwe medische commissies die sinds 2007 werden opgericht, geëvalueerd worden. Eveneens zal de samenwerking met het wetenschappelijk milieu worden versterkt om de expertise over beroepsziekten nog te verbeteren. De deelname aan een nieuwe programmering van het Europees Sociaal Fonds 2007-2013, dat met name naar musculo-skeletale aandoeningen is gericht, zal het mogelijk maken om heel wat middelen te ontwikkelen voor risicoanalyse. 49 Geplande acties: Risicopreventie van musculo-skeletale aandoeningen verbeteren ofwel door een specifieke reglementering ofwel door de herziening van de bestaande koninklijke besluiten inzake de toepassing van ergonomische principes. Handleidingen voor de werkgevers voorzien inzake preventie van musculo-skeletale aandoeningen. Handleidingen voorzien inzake arbeidsgeneeskunde preventieve aanpak van musculo-skeletale aandoeningen. Een nieuwe programmering van het Europees Sociaal Fonds 2007-2013 opstellen op psychosociaal gebied en voor muscolo-skeletale aandoeningen. Huisdokters sensibiliseren voor de problematiek van beroepsziekten. voor de 50 4. Bescherming van de werknemers tegen brandgevaar op de werkvloer Momenteel zitten we in de laatste fase van de omzetting van de voorschriften van het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming (ARAB) naar de Codex voor het welzijn op het werk. Artikel 52 van het ARAB inzake de bescherming van werknemers tegen brandgevaar op de werkvloer, wordt momenteel in die fase behandeld. Twee ontwerpen van koninklijk besluit met betrekking tot brand bevinden zich op dit moment voor advies bij de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het Werk. De goedkeuring van dit oude artikel werd in die tijd versneld door de verschrikkelijke brand in de ‘Innovation’. Het eerste ontwerp van koninklijk besluit inzake de bescherming van werknemers tegen de risico’s bij brand is van algemene aard. Het beschrijft de verplichtingen van de werkgever volgens de nieuwe preventieaanpak: er wordt verplicht om een risicoanalyse uit te voeren op basis waarvan preventiemaatregelen moeten worden genomen om vijf doelstellingen te bereiken. Het ontwerp heeft het niet meer uitvoerig over de details van de maatregelen die de werkgever moet nemen om deze doelstellingen te bereiken, zoals artikel 52 dat wel deed. Het ontwerp haalt echter specifieke risicofactoren voor elk van de doelstellingen aan waaraan de werkgever extra aandacht moet schenken bij het bepalen van zijn maatregelen. Bovendien worden de minimale preventiemaatregelen bepaald voor elk van de doelstellingen die gerespecteerd moeten worden. Het tweede ontwerp van koninklijk besluit dat de regels vastlegt voor de bouw van gebouwen waarin werknemers tewerkgesteld worden, herneemt de conceptiecriteria van de bouwelementen van gebouwen van artikel 52. Het behoudt dezelfde indeling van lokalen, maar maakt geen onderscheid meer tussen gebouwen van voor of na 1 juni 1972. alle bestaande gebouwen zullen voortaan moeten beantwoorden aan de conceptiecriteria van gebouwen die na 1972 werden gebouwd. De werkgevers die een gebouw van voor 1972 bezetten hebben toch nog de mogelijkheid om af te wijken van die criteria, op basis van een risicoanalyse, door compenserende maatregelen te treffen die ervoor zorgen dat hetzelfde beschermingsniveau wordt bereikt als datgene dat resulteert uit de toepassing van de wettelijke voorschriften. Bovendien krijgen ze een termijn van 5 jaar om zich aan te passen aan de nieuwe normen voor gebouwen die vanaf 2009 gebouwd zijn. Aan deze regels zijn supplementaire eisen toegevoegd op het niveau van brandweerstand van de dragende structuur in zijn geheel, steeds met behoud van de mogelijkheid om af te wijken van deze regels op basis van een risicoanalyse door compenserende maatregelen. 51 5. Alcohol- en drugsbeleid binnen de onderneming In het Interprofessioneel Akkoord van 2 februari 2007 voor de periode 2007-2008 hebben de sociale partners zich geëngageerd om, bovenop hun andere initiatieven in dit kader, binnen de Nationale Arbeidsraad een collectieve arbeidsovereenkomst te sluiten waardoor elke onderneming een alcohol- en drugsbeleid moet voeren. De problematiek heeft namelijk zware gevolgen en beïnvloedt de werking op de werkvloer, maar ook de levensomstandigheden van de werknemers zelf, van hun collega’s, van de werkgever en vooral van de familie van de werknemer. Deze problematiek heeft dan ook betrekking op de werknemers, de werkgevers en de overheid. Ze heeft ook te maken met het beleid van herinschakeling van werknemers waar de nadruk op wordt gelegd; ze veronderstelt een versterkte samenwerking met Volksgezondheid en met de Gemeenschappen. Nog niet zo lang geleden hebben de sociale partners binnen de Nationale Arbeidsraad een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten inzake het alcohol- en drugsbeleid binnen de onderneming. Volgens de collectieve arbeidsovereenkomst moet de werkgever, binnen het kader van een dergelijk beleid, enerzijds de vertrekpunten en doelstellingen bepalen van het preventieve alcohol- en drugsbeleid binnen zijn onderneming en anderzijds moet hij een beleids- of intentieverklaring uitwerken met de grote lijnen van het preventieve alcohol- en drugsbeleid binnen zijn onderneming. In het kader van de voormelde collectieve arbeidsovereenkomst werd al een procedure voorzien op het niveau van de onderneming voor de toepassing van de verplichtingen van de werkgever. Daarom vragen de sociale partners aan de regering om in hun bijkomend advies nr. 1655 van 10 oktober 2008 voor deze vermeldingen te kunnen afwijken van de regels van procedure die in bepaalde bepalingen van de wet van 8 april 1965 vervat zitten. Om aan de vraag van de sociale partners tegemoet te komen, heeft de minister van Werk een wijziging in het wetsvoorstel houdende diverse niet-dringende bepalingen voorgesteld die op dit moment door de regering wordt onderzocht. 52 6. Preventiecampagnes in de bouwsector Campagne 2007 Dakwerken in samenwerking met de NAVB Het samenwerkingsprotocol tussen de FOD Werk, Arbeid en Sociaal Overleg en het Nationaal Actiecomité in het Bouwbedrijf (NAVB) voorziet dat de twee organisaties samen een thematische campagne zullen voeren. De ongevallenstatistieken bewijzen dat dakwerken een van de sectoren is met het hoogste risico op ongevallen. We hebben het nu niet alleen over het risico op vallen, maar ook over tal van andere risico’s die ervoor zorgen dat er zich in deze subsector meer ongevallen voordoen dan het gemiddelde in deze sector. Om die reden werd deze subsector door de twee organisaties als onderwerp van deze dubbele campagne in 2006 en 2007 gekozen. We stellen vast dat er, na een jaar van intensief campagne voeren door de NAVB en ondanks de door de campagne aangekondigde inspecties, nog steeds tijdens 17 procent van de inspecties strafmaatregelen moesten worden genomen wegens gebrek aan voldoende preventie. Naast de strafmaatregelen op de vele werven waar men ook dakwerken uitvoerde, werden eveneens schriftelijke of mondelinge waarschuwingen gegeven naar aanleiding van inbreuken op de reglementering. Deze cijfers bewijzen dat de bescherming tegen vallen bij een aanzienlijk deel van de dakwerken nog veel te wensen over laat en dat er een permanente controle van de inspectiediensten voor deze sector nodig is. Campagne 2008 Manueel hanteren van lasten in de bouwsector Het gaat om een campagne van communicatie, sensibilisering en inspectie op aanvraag van het SLIC (het Senior Labour Inspectors Committee) die als doel heeft om de afwezigheid op het werk omwille van rugklachten te verminderen (arbeidsongevallen, beroepsziekten, andere ziekten en aanleidingen tot afwezigheid op het werk die niet in de statistieken zijn opgenomen). Een van de geviseerde sectoren in 2008 is de bouwsector. De campagne bestaat uit drie onderdelen: Communicatiecampagne (door de verspreiding van de brochure “Preventie van rugklachten” in de bouwsector, in alle betrokken ondernemingen); Opleiding van inspecteurs; Inspectiecampagne. 53 De inspectiecampagne loopt van 9 september 2008 tot 31 december 2008. De aandachtspunten zijn de volgende: Afschaffen van gevaarlijk manueel hanteren (zakken +25 kg); Risico-evaluatie; Risicobeperking; Controle gezondheid. Campagne 2008 Wegenwerken Deze campagne is georganiseerd in samenwerking met de NAVB en de Algemene Directie Toezicht op het Welzijn (TW) die het deel bescherming voor zijn rekening neemt. De wegenwerken, met inbegrip van rioleringswerken en werken van nutsleidingen op het openbaar terrein, werden als doelgroep gekozen. De wegenwerken vertegenwoordigen een subsector van de bouw met verschillende specifieke risico’s. Het enige hoofddoel van de campagne is om een lager aantal arbeidsongevallen te bereiken en een beter welzijn op de werven waar de wegenwerken worden uitgevoerd; en dit alles door een betere naleving van de reglementering ter zake. Er wordt een controle uitgevoerd, enkel en alleen door het TW, tijdens dewelke strafmaatregelen kunnen genomen worden in geval van ernstige inbreuken op de reglementering inzake welzijn op het werk. Tijdens deze controle wordt een lijst van inbreuken gehanteerd. Wanneer een inbreuk wordt vastgesteld die op de lijst staat, dan worden in principe strafmaatregelen genomen. 54 7. Risicopreventie voor prikongevallen Dagelijks worden tientallen werknemers uit de gezondheidssector het slachtoffer van een prikongeval, wat een besmettingsrisico inhoudt door de pathogene kiemen die worden overgedragen door het bloed van de patiënt. De meest voorkomende virussen zijn Hepatitis B, Hepatitis C en het HIV-virus. Uit de resultaten van een surveillance van accidenteel bloedcontact in de Belgische Ziekenhuizen, uitgevoerd door het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (WIV) (47 ziekenhuizen of 24 procent van de Belgische ziekenhuizen), blijkt dat het ziekenhuispersoneel, voor de periode juni 2003-december 2005, per 100 ziekenhuisbedden een jaarlijks gemiddelde van 10,1 accidentele bloedcontacten heeft. Dit cijfer is een onderschatting van het probleem, aangezien vele accidentele bloedcontacten niet worden gerapporteerd. Een studie van het Canadese Centrum voor Preventie toont aan dat 57 procent van de accidentele bloedcontacten niet worden aangegeven. Dat wil zeggen dat het cijfer misschien wel dubbel zo hoog ligt. De cijfers lijken op de cijfers die door andere surveillance-netwerken in Europa werden gerapporteerd. Bovendien wordt in dezelfde studie van het WIV vermeld dat, naast de prikongevallen tijdens de voorbereiding van de activiteit (1,5 procent), tijdens de immobilisering van de patiënt (2,3 procent) of ten gevolge van andere niet-gespecificeerde oorzaken (8 procent), 70 procent van de prikongevallen mogelijk te vermijden zijn. De meeste ongevallen in de ziekenhuizen zouden vermeden kunnen worden door een bewustwording van de risico’s en door goede preventiemaatregelen. De bevordering van preventiemaatregelen door informatiecampagnes en opleidingen zijn een middel om het aantal ongevallen te reduceren die de gezondheid van de werknemers beïnvloeden. Dergelijke maatregelen zullen in samenspraak met mijn collega van Volksgezondheid worden genomen. * * * * 55