Nationale strategie veiligheid en gezondheid op het werk

advertisement
Brussel, 27 november 2008
«Nationale strategie voor veiligheid en gezondheid
op de werkvloer»
I. Inleiding: Minder arbeidsongevallen
De statistische gegevens van het Fonds voor arbeidsongevallen (FAO)
geven aan dat het aantal arbeidsongevallen sinds 1985 met 30 procent is
gedaald, terwijl het aantal arbeidsplaatsen de jongste twintig jaar met
700.000 eenheden is toegenomen. Deze daling van het aantal
arbeidsongevallen valt grotendeels te verklaren vanuit transformaties op
de arbeidsmarkt; de mijnindustrie is sinds 1985 bijna volledig verdwenen
en de tewerkstelling in fabrieksindustrieën zoals de textiel- of de
metaalindustrie, is merkelijk verminderd.
Tussen 1985 en 2007 heeft de arbeidsmarkt diepe verschuivingen
meegemaakt. Het aantal werknemers mag dan wel constant gebleven
zijn, het aantal bedienden is merkelijk toegenomen. Deze worden minder
blootgesteld aan de klassieke risico’s op arbeidsongevallen. Deze nieuwe
jobs zijn vooral ontstaan dankzij de voortdurende ontwikkeling van de
diensten- en non profit-sectoren.
Het Fonds voor arbeidsongevallen (FAO) heeft in 2006 185.039
arbeidsongevallen geregistreerd in de privésector. In 2006 zijn er 4.502
meer arbeidsongevallen gebeurd (een stijging van 2,5 % ten opzichte van
2005). Deze stijging komt er na een periode van vijf jaar waarin het
aantal ongevallen continu gedaald is.
In 2007 werden er 184.717 arbeidsongevallen geteld. De constante
vermindering van het aantal ongevallen sinds 2000 lijkt inderdaad gestopt
te zijn. De situatie loopt echter niet gelijk in alle sectoren. Het aantal
arbeidsongevallen vermindert nog altijd in het merendeel van de sectoren,
maar deze vermindering wordt deels ongedaan gemaakt door een stijging
van het aantal arbeidsongevallen in de sectoren van de diensten aan
ondernemingen, +11%, in de gezondheids- en welzijnssector, +4%, twee
sectoren die de voorbije twee decennia een hoge vlucht hebben genomen.
Het grootste aantal arbeidsongevallen is dus geconcentreerd in de
volgende sectoren: dienstverlening aan bedrijven, bouwsector en
gezondheidszorg en maatschappelijke diensten.
1
De oorzaken van de arbeidsongevallen zijn vaak een gebrek aan ervaring,
de sterke doorstroom van werknemers op de arbeidsplaats, kortstondige
arbeidsbetrekkingen, een complexe situatie op de werkplek en een
gebrekkige communicatie, onvoldoende beveiliging van een machine, een
zekere onvoorzichtigheid en een hoog werktempo.
Anders gesteld betekent dit dat in België om de drie à vier dagen iemand
overlijdt omwille van een arbeidsongeval. Het dagelijkse drama van de
arbeidsongevallen vraagt om een dynamische reactie van alle betrokken
partners, zowel die op het niveau van de overheid als op ondernemingsof werknemersniveau. Uiteraard kunnen niet alle arbeidsongevallen
vermeden worden. Door de intensiviteit van de menselijke activiteit, het
steeds toenemende ritme en de permanente menselijke tussenkomst,
blijft een zeker risico altijd aanwezig.
Toch moeten we er alles aan doen om te vermijden dat arbeidsongevallen
levens breekt.
Een humaan werkgelegenheidsbeleid is een beleid dat een ruime prioriteit
verleent aan de verbetering van de levenskwaliteit, gezondheid en
veiligheid van de werknemers in hun dagelijkse beroepsleven en in de
eerste plaats de noodzaak van individuele bescherming inziet.
II. De bestaansredenen van het plan "Nationale
Strategie inzake Welzijn op het werk 2008-2012"
Sinds 1978 heeft de Europese Commissie meerjarige actieprogramma's
uitgewerkt op het vlak van veiligheid en gezondheid op het werk.
Aanvankelijk waren deze actieprogramma's voornamelijk gericht op
wetgevende maatregelen. Vandaag ligt de nadruk van de programma's
vooral op de nieuwe risico's die verband houden met de verschuivingen op
de arbeidsmarkt en in de samenleving.
In februari 2007 heeft de Commissie een Mededeling gepubliceerd met de
titel:
"Verbetering
van
de
arbeidskwaliteit
en
-productiviteit:
communautaire strategie 2007-2012 voor de gezondheid en veiligheid op
het werk". De Commissie heeft de Lidstaten gevraagd om nationale
strategieën te ontwikkelen en in te voeren die aansluiten bij de
communautaire strategie en om, in dit kader, kwantitatieve streefdoelen
vast te leggen.
Samen willen de Commissie en de Raad van de Europese Unie de impact
van arbeidsongevallen in Europa met 25 % verminderen. Om dit te
bereiken, hebben ze een reeks ambitieuze doelstellingen opgesteld en
gebundeld in de nieuwe Europese strategie.
2
Een van de streefdoelen van de Commissie is om deze plannen later te
laten evalueren door het Raadgevend Comité voor veiligheid en
gezondheid op de arbeidsplaats van Luxemburg (CCSS).
De "Nationale strategie inzake Welzijn op het werk 2008-2012" is het
Belgische plan in het kader van deze communautaire strategie. De
hoofddoelstelling wordt hierin overgenomen: komen tot een continue,
blijvende en homogene daling van de arbeidsongevallen en
beroepsziekten.
Als we dit ambitieuze plan "Nationale strategie inzake welzijn op het werk
2008-2012" nu in 2008 invoeren, gaat het hier natuurlijk om de concrete
toepassing van de Europese strategie. Maar het gaat ook om één van de
grote prioriteiten van het werkgelegenheidsplan met het oog op een
duurzame verbetering van de preventie tegen beroepsrisico’s.
III. Doelstelling van de « Nationale strategie »: 25
procent minder arbeidsongevallen
De globale doelstelling van de communautaire strategie is een continue en
homogene daling van het aantal arbeidsongevallen en beroepsziektes. Dit
is een globale benadering van het welzijn op het werk die ook een invloed
heeft op andere domeinen, zoals volksgezondheid en duurzame
ontwikkeling.
Naast de statistische kennis over het aantal ongevallen om de impact van
de toegepaste maatregelen objectief te kunnen meten, biedt kennis over
de algemene welzijnssituatie van de werknemers ook de mogelijkheid om
de strategieën bij te sturen en nog efficiënter in te grijpen.
Alle vijf programma's worden gedetailleerd beschreven in de strategie en
in de fiches, maar we willen ook wijzen op enkele belangrijke pijlers van
onze toekomstige actie die transversaal lopen met deze programma's.
Ons doel? De frequentie van het aantal arbeidsongevallen
verminderen om zo snel mogelijk te komen tot een vermindering
van 25 procent, met prioriteit voor de sectoren die het meest aan
risico’s zijn blootgesteld.
De redenen voor deze ambitieuze doelstelling zijn veelvuldig:

Welzijn, gezondheid en veiligheid op het werk zijn prioritair voor de
bescherming van de werknemer. Dit objectief reikt verder dan alle
andere en verklaart op zichzelf al de noodzaak tot mobilisatie.

Het leven en de gezondheid van de werknemers en hun welzijn op het
werk bieden een meerwaarde aan de hele maatschappij en aan elke
3
onderneming in het bijzonder. Op secundair vlak gaat op het niveau
van de economie om een kwestie van economische rechtvaardigheid,
gelijkheid en gezonde loyale concurrentie. Een goede gezondheid op
het werk verbeter de algemene openbare gezondheidstoestand en de
productiviteit en competitiviteit van de ondernemingen.

Tot slot vormen de problemen inzake gezondheid en veiligheid op het
werk een hoge kost voor de sociale beschermingssystemen.
Welzijn op het werk, dat belangt ons allemaal aan. Gezondheid en
veiligheid op het werk mogen niet overgelaten worden aan enkele
bedrijven die zich willen inzetten voor maatschappelijke vooruitgang of
waarvan de bedrijfsleiders zich sterk bewust zijn van de problematiek.
Gezamenlijk moeten de overheid en de acteurs op het terrein dagelijks
inspanningen leveren om te informeren en risicopreventiemaatregelen uit
te leggen. Deze inspanningen kunnen enkel een gunstig effect opleveren
als iedereen er intens en continu bij betrokken wordt. De waakzaamheid
ter zake laten varen, staat meteen voor het lopen van een risico.
De oorzaken van de arbeidsongevallen hangen vaak samen met







een gebrek aan ervaring,
de grote doorstroming van werknemers op de werkplek,
kortstondige arbeidsbetrekkingen,
een complexe situatie op de werkplek en een
communicatie,
de onvoldoende beveiliging van een machine,
een zekere onvoorzichtigheid
en een hoog werktempo.
gebrekkige
In dit opzicht is het absoluut noodzakelijk om een grondiger onderzoek in
te stellen naar de omstandigheden waarin de arbeidsongevallen zich
voordoen.
III. Krachtlijnen van de « Nationale strategie »
1. Een massieve versterking van de preventie en Aanzetten tot een
gedragswijziging bij de werknemers door een cultuur van
risicopreventie te stimuleren.
Preventie is een moeilijke aangelegenheid die niet alleen
aangezwengeld moet worden maar ook beter gewaardeerd. Het is
immers een zaak die zich ver van de actie en van de camera’s
afspeelt. Ze levert niet altijd directe erkenning op voor de vele personen
die er zich dagdagelijks voor inzetten. Het zijn de anonieme helden van
alledag die levens redden met het soort inzet dat ons plan meer dan ooit
tevoren wil ontwikkelen.
4
Een van de punten die naar voren geschoven wordt, is de modernisering
van het beheer en de terbeschikkingstelling van relevante informatie die
de preventie kan bevorderen. Het opgericht interactief kenniscentrum
over welzijn op het werk, www.BeSWIC.be, zal nog uitgebreid worden om
informatie te verspreiden over alle thema's rond alle aspecten van welzijn
op het werk. Door alle actoren die actief zijn in de sector van preventie als
partners te betrekken bij dit project kunnen we echt iets veranderen en de
preventiecultuur nog steviger verankeren in de bedrijven en bij de
werknemers.
De Belgische aanpak inzake preventie van werkgerelateerde ongevallen
en gezondheidsproblemen is gebaseerd op de analyse van de risico's en
doet, in veel gevallen, een beroep op preventiedeskundigen die werken in
de interne of externe diensten voor preventie en bescherming op het
werk. Het is essentieel dat deze diensten goed werken en kennis en
ervaringen uitwisselen in het kader van federaal onderzoek naar de
beroepsrisico's.
Sinds hun oprichting hebben de externe diensten op tal van vlakken al
goede resultaten behaald. De Nationale strategie voorziet initiatieven om
de werking van de externe diensten te verbeteren en deze diensten een
grotere rol te laten spelen, met name door de tarieven aan te passen,
gebruik te maken van hun officiële goedkeuring en de preventieadviseurs
beter op te leiden.
2. Versterking van de controle
De inspecties en de controle zullen voornamelijk in de risico-sectoren
worden versterkt.
3. Prioriteit verlenen aan de risico-sectoren
In de preventie- en controle-acties moet prioriteit verleend worden aan de
4 risicosectoren: de bouw, de sector van de dienstverlening aan personen
en dus ook de interimsector, de ziekenzorg en de sector van de sociale
dienstverlening.
4. De lancering in 2009 van een eerste grote enquête over de
gezondheid en de veiligheid op het werk, wat een nieuw
basisinstrument moet worden voor een nieuw beleid
Om een duidelijk en objectief zicht te hebben van de werkelijkheid
en om de beste beslissingen te kunnen nemen voor de toekomst,
lanceren wij de eerste kwaliteitsenquête naar de situatie inzake
gezondheid en veiligheid op het werk.
Om de problematiek van welzijn op het werk goed te begrijpen, hebben
we periodieke informatie nodig over de tevredenheid op het werk van de
5
werknemers en de risico's waaraan zij worden blootgesteld. Op dit
ogenblik beschikken we op federaal niveau alleen over de enquête die elke
vijf jaar gehouden wordt door de Europese Stichting tot Verbetering van
de Levens- en Arbeidsomstandigheden te Dublin.
Deze enquête is onmisbaar om de lopende programma's te evalueren en
deze eventueel bij te sturen om zo de verhoopte resultaten te bereiken.
Deze enquête zal in 2009 bij 4.000 werknemers afgenomen worden en zal
slaan op een totaalpakket aan vragen over gezondheids op het werk en
arbeidsomstandigheden.
De
resultaten
ervan
zullen
in
2010
bekendgemaakt worden.
Bovendien worden ook gegevens verzameld door de preventieadviseurs
van de externe diensten voor preventie en bescherming op het werk
(EDPB's). Deze gegevens geven heel nuttige informatie over de veiligheid
en gezondheid in de bedrijven en zullen in de toekomst beter benut
worden. Tot slot verschaffen de databanken van het Fonds voor
arbeidsongevallen en het Fonds voor de beroepsziekten ook heel
belangrijke informatie over deze aspecten. Concreet zal in 2009 een
nationale
Belgische
enquête
gehouden
worden
over
de
arbeidsomstandigheden.
Want meten is weten, en beter weten is beter ingrijpen. Uiteindelijk
kunnen de uitgewerkte beleidslijnen aangepast worden door de gevolgen
op te volgen, de beleidslijnen correct te evalueren en ervaringen en goede
praktijken uit te wisselen.
5. Het accent leggen op de werknemers ‘in transitie’
In een steeds meer gemondialiseerde wereld, een wereld onderworpen is
aan productiviteits en snelheidsvereisten, hebben tijdelijke en
fluctuerende omstandigheden op de arbeidsmarkt ook gevolgen voor het
welzijn op het werk. We mogen niet alleen kijken naar werk en
arbeidsomstandigheden in de strikte zin van het woord, we moeten ook
oog hebben voor de transities die zich voordoen.
Tijdelijke en fluctuerende omstandigheden op de arbeidsmarkt hebben
ook gevolgen voor het welzijn op het werk.
Dit is duidelijk naar voren gekomen in het welzijnsbeleid met betrekking
tot het onthaal, in het peterschap, de vorming van en het medisch
toezicht op de stagiairs, maar ook in de tewerkstellingsvormen van korte
duur of met steeds wisselende opdrachten, zoals onderaanneming, outsourcing en uitzendarbeid. De verschuiving naar een transitionele
arbeidsmarkt moet vooral tot uiting komen in een grotere aandacht voor
de psychosociale risico's en de werkdruk.
6
Er moet ook meer aandacht geschonken worden aan de 'nieuwe'
risicogroepen, bij onderaanneming, detachering, aan migranten, oudere
werknemers, mindervalide werknemers, uitzendwerk en ook aan het
welzijn van zelfstandigen op het werk. Er moet dan ook meer aandacht
geschonken worden aan de (nieuwe) risicogroepen, bij onderaanneming,
detachering, aan migranten, oudere werknemers, jongeren, uitzendwerk
en ook aan het welzijn van zelfstandigen op het werk. Er zullen nieuwe
maatregelen genomen worden, vooral preventief, in deze diverse
domeinen om een vorm van informatie en samenwerking tot stand te
brengen met betrekking tot de geëxporteerde risico's tussen de
opdrachtgever en de externe onderneming en om de evaluatie van de
risico's te verbeteren tijdens de ontwerpfase van een project.
6. Een plan in intens overleg met de sociale partners en door hen
gedragen
De strategie zal voor advies en eventuele amendementen of aanvullingen
voorgesteld worden aan de Nationale Arbeidsraad (NAR).
In overleg met de sociale partners zullen de vijf programma’s verder
worden ontwikkeld en in het bijzonder de nieuwe maatregelen ter
preventie en controle inzake arbeidsongevallen om zo het aantal
ongevallen in alle sectoren en ook in de sector van de KMO's te
verminderen.
Bovendien zal, in overleg, een sluitende oplossing gevonden moeten
worden voor de uitzendkrachten die de onderneming momenteel minder
kosten dan een eigen werknemer bij een arbeidsongeval en ook voor de
werknemers die een beroepsopleiding of een stage volgen in het kader
van het technisch en beroepsonderwijs.
De Hoge Raad voor Preventie en bescherming op het werk en de
Beheerscomités van het FAO en het FBZ zullen geraadpleegd worden voor
de kwesties die onder hun respectieve bevoegdheden vallen.
Om deze strategie tot een goed einde te brengen, zullen de administraties
en instellingen belast met de ontwikkeling van deze strategie hun kennis
moeten uitbreiden en zich proactief toeleggen op het beheer van de
kennis.
7. Een cultuur van constante evaluatie
Om de toepassing van deze strategie goed op te volgen, zijn nieuwe
meet- en evaluatie-instrumenten nodig.
De Europese Commissie heeft zich ertoe verbonden om in samenwerking
met
het
Raadgevend
Comité
Veiligheid
en
Gezondheid
een
gemeenschappelijk systeem uit te werken om informatie te verzamelen en
uit te wisselen over de inhoud van de nationale strategieën, om de
verwezenlijking van de vastgelegde doelstellingen te evalueren, alsook de
7
efficiëntie van de nationale preventiestructuren en de geleverde
inspanningen. Er zullen kwalitatieve indicatoren opgesteld worden ter
aanvulling van de gegevens die verschaft worden door de statistieken
inzake arbeidsongevallen en beroepsziekten en de te verzamelen
gegevens door de nationale enquêtes inzake gezondheid en veiligheid op
het werk.
Anderzijds zullen specifieke boordtabellen van de nationale strategie
gecreëerd worden om de 12 projecten correct te sturen en verslag uit te
brengen aan het Raadgevend Comité. Er zal een coördinator worden
aangesteld om de efficiënte uitwerking van deze gehele strategie te
verzekeren.
8. Een accent op nieuwe welzijnsvraagstukken
Er wordt een accent gelegd op nieuwe vraagstukken: die van de
werkstress, van de strijd tegen drugs en alcohol op de werkvloer, van
nieuwe risico’s verbonden aan nieuwe technologieën (nanotechnologie of
musculosceletaire aandoeningen).
IV. plan in vijf programma’s, met 12 belangrijke
projecten en meerdere actiefiches per project
Dit plan is opgedeeld in vijf programma's waarvan de doelstellingen hierna
worden verduidelijkt in de vorm van 12 belangrijke projecten en meerdere
actiefiches per project.
Programma I: De preventie van beroepsziekten en arbeidsongevallen
versterken
Programma II: de behandeling van beroepsziekten en de re-integratie
van de werknemers verbeteren
Programma III: de controle en efficiëntie versterken van de toepassing
van de wetgevingen en reglementeringen, vooral in de risicosectoren
Programma IV: de wetgeving en de reglementering moderniseren en
vereenvoudigen
Programma V: voortdurend en onafgebroken evalueren
8
De Nationale Strategie inzake
Welzijn op het Werk
Programma I: De preventie van beroepsziekten en
arbeidsongevallen versterken
Project 1: de efficiëntie van de preventiediensten en hun acties
versterken
Verantwoording
De Belgische aanpak inzake preventie van werkgerelateerde ongevallen
en gezondheidsproblemen is gebaseerd op de analyse van de risico's en
vraagt om de verplichte aanwezigheid van preventieadviseurs, bijgestaan
door externe deskundigen, de externe diensten voor preventie en
bescherming op het werk. Het is essentieel dat deze diensten goed
werken en kennis en ervaringen uitwisselen in het kader van federale
onderzoeken naar beroepsrisico's.
De coherentie en transparantie van het 'wetgevend kader' zijn grotendeels
bepalend voor de relevantie en efficiëntie van de actie van de interne en
externe diensten voor preventie en bescherming op het werk (IDPB &
EDPB).
De ervaring die werd opgedaan sinds de oprichting van deze diensten, nu
tien jaar geleden, de analyse van de gegevens in verband met de in 2008
aangepaste erkenningsvoorwaarden en de eerste conclusies getrokken uit
de evaluatie van het Federaal actieplan voor de reductie van
arbeidsongevallen, "FARAO 2004-2007" brengen ons tot de conclusie dat
het noodzakelijk is om de context aan te passen en de analyse van de
risico's te benutten voor alle disciplines aanwezig in de EDPB's.
Doelstellingen
Dit luik 'wetgevend kader' van de Nationale strategie heeft tot doel om de
werking van de interne en externe diensten voor preventie en
bescherming op het werk te stroomlijnen zodat die efficiënter kunnen
optreden. Dit gebeurt met name door een vereenvoudiging van de
organisatie en de financiering van deze diensten. Deze diensten hebben
een groot potentieel om bij te dragen tot de verbetering van het welzijn
op het werk en tot de beduidende daling van het aantal beroepsziekten en
ongevallen op de werkplek.
9
In die zin is het aangewezen om:
-
-
De organisatie en werking van de preventiediensten te herzien
De preventieopdrachten te versterken en dan vooral de risicoanalyse
die wordt uitgevoerd door de preventiediensten, met name in de kmo's
en de risicosectoren
Het aantal interventies van de preventiediensten in KMO’s opdrijven
10
Acties
1.1
De organisatie herzien van de preventie door de EDPB's en de
IDPB's, vooral wat betreft de financiering van de prestaties van de
EDPB's en de tijd besteed aan de prestaties. Deze wijzigingen moeten
de EDPB's helpen om meer tijd te besteden aan de analyse van de
risico's.
1.2
De werking evalueren van de externe preventiediensten op het
niveau van de kmo's in de risicosectoren
1.3
De werking evalueren van de gemeenschappelijke interne
diensten van diverse werkgevers
1.4
De opdrachten en tussenkomsten van de diensten voor
preventie en bescherming op het werk bij de kmo's in de risicosectoren
herzien
Toepassingsschema
Actie
1.1
1.2
1.3
1.4
Studie - Analyse –
Ontwerp
2008-2009
2009
2009
2008-2009
Voorstel
2010
2010
2009
2009
Advies van
de HRPBW
2010
2010
2010
2010
Afronding
2011
2011
2010
2011
11
Programma I: de preventie van beroepsziekten en
arbeidsongevallen versterken
Project 2: de preventie van arbeidsongevallen versterken, vooral
in de nieuwe risicosectoren en de kmo's
Verantwoording
Verhoogde risico's:
Ondanks alle maatregelen die genomen worden om bedrijven bewust te
maken van de risico's van ongevallen en om werkgevers meer
verantwoordelijkheidsgevoel bij te brengen, ligt het ongevalpercentage bij
bepaalde werkgevers abnormaal hoog in vergelijking met de gemiddelde
percentages in hun activiteitensector.
Op basis van zijn database van arbeidsongevallen gaat het Fonds voor
arbeidsongevallen elk jaar na in welke bedrijven de risico-index, in de loop
van de onderzoeksperiode van 3 jaar begonnen in 2006, onevenredig
afwijkt van de gemiddelde index van de bedrijven in hun sector. Deze
bedrijven zullen verplicht worden om een forfaitaire bijdrage te betalen
aan hun verzekeraar "arbeidsongevallen" die door de preventiedienst van
de verzekeraar gebruikt zal worden voor de preventie van ongevallen in
dit bedrijf. Deze forfaitaire bijdrage zal verschuldigd zijn zolang het bedrijf
een verhoogd risico blijft vormen.
Het Fonds voor arbeidsongevallen geeft de lijst van bedrijven die als
verhoogde risico's beschouwd worden jaarlijks door aan de FOD WASO.
Het toezicht door de controlediensten op de correcte toepassing van de
preventiemaatregelen door deze bedrijven zou geleidelijk moeten leiden
tot een daling van het aantal arbeidsongevallen.
Onderzoek naar de standaardongevallen
De arbeidsomstandigheden zijn anders in elke activiteitensector. De strijd
tegen arbeidsongevallen, of die nu gevoerd wordt op bedrijfs- of op
sectorniveau, kan maar slagen door een betere kennis van de oorzaken en
omstandigheden van de ongevallen die typisch zijn voor de sectoren. Het
FAO voert onderzoek naar de standaardongevallen in de sectoren, hetzij
op initiatief, hetzij op verzoek van de sectoren zelf. In het kader van de
campagnes gevoerd door de inspectiedienst van de FOD WASO in de
sectoren zal het Fonds op verzoek een onderzoek instellen naar de
ongevallen in deze sectoren.
Ernstige ongevallen
12
De omstandige verslagen van de ernstige ongevallen ingediend door de
werkgevers bij de FOD WASO zullen door het Fonds voor
arbeidsongevallen gecodeerd worden. In de omstandige verslagen staat
een gedetailleerde beschrijving van de omstandigheden waarin het ernstig
ongeval zich heeft voorgedaan, de oorzaken ervan en de aanbevelingen
om een herhaling te voorkomen. Door de codering van deze verslagen kan
het datawarehouse van het FAO aangevuld worden. De FOD WASO krijgt
zo een overzicht van de problematiek van de ernstige ongevallen.
De omstandige verslagen van de ernstige ongevallen bevatten informatie
over de te nemen preventiemaatregelen bij een soortgelijk ongeval. In het
kader van de verhoogde risico's zullen de preventiediensten van de
verzekeraars een actieplan voorstellen met concrete maatregelen om een
herhaling te voorkomen van de ongevallen die de werkgever het statuut
van verhoogd risico hebben opgeleverd. Op basis van deze documenten
wordt dan een lijst opgesteld van preventiemaatregelen die van pas
kunnen komen bij de opstelling van gidsen met goede praktijken.
Bovendien is het mogelijk om op basis van de omstandige verslagen
waarover TWW beschikt, een aantal praktische fiches inzake significante
ernstige arbeidsongevallen op het internet aan de ondernemingen aan te
bieden.
De database van het FAO wordt vooral aangevuld op basis van de
gegevens op de ongevallenaangifte. Het Fonds heeft, naast de gewone
taken in verband met de kwaliteit van de gegevens in de database, ook
twee enquêtes gehouden, een over de onderaangifte om de omvang ervan
te meten en het type van ongevallen te bepalen, een andere over de
naleving van de termijnen door de werkgevers bij het versturen van de
ongevallenaangiftes naar de verzekeraars. Aan de hand van het resultaat
van deze drievoudige analyse kan het aangiftesysteem geëvalueerd
worden en kunnen zo nodig aanpassingen aangebracht worden.
In de privésector gebeurt de inzameling van de gegevens over
arbeidsongevallen op een homogene manier, maar dat kan niet gezegd
worden over de arbeidsongevallen in de openbare sector. Momenteel
gebeurt de overdracht van de gegevens over ongevallen in de openbare
sector naar het Fonds voor arbeidsongevallen al dan niet door middel van
diverse informatiedragers. Rekening houdend met de verplichtingen van
België om niet alleen de gegevens over arbeidsongevallen van
werknemers in de privésector, maar ook die van werknemers in de
openbare sector door te geven aan Eurostat, is het aangewezen om de
inzameling van deze gegevens te uniformeren door de administraties een
unieke informaticatool ter beschikking te stellen, naar het voorbeeld van
de aangifte van het sociale risico van de arbeidsongevallen in de
privésector op de website van de sociale zekerheid.
De resultaten van de doelstelling beoogd door de nationale strategie
zullen gemeten worden op basis van de statistieken opgesteld door
13
Eurostat. België moet dus in staat zijn om kwaliteitsgegevens door te
geven, ook voor de openbare sector.
Uit deze vaststellingen blijkt dat een gezamenlijke aanpak door de diverse
partnerinstellingen bij de verwezenlijking van de doelstellingen van de
strategie tegelijk de mogelijkheid zou bieden om de gegevens over de
verwerking van de arbeidsongevallen efficiënter te coderen en deze
gegevens te delen. Op die manier zou aan de werkgevers een minder
administratief belastende manier geboden worden om ongevallen aan te
geven.
Een voorbeeld van zo'n aanpak is de werkgroep die werd opgericht om het
technische deel van het project van de KSZ voor zijn rekening te nemen
en een toepassing te ontwikkelen om de ongevallenaangiften door te
sturen naar de bevoegde EDPB's. Zodra deze tool ingevoerd is, kan de
werkgever, via de website van de sociale zekerheid, ook een aanvraag tot
onderzoek indienen bij zijn externe dienst in geval van een ernstig
ongeval. Dit is een bijkomende functie van de aangifte sociaal risico
"arbeidsongeval" ingevoerd in het kader van het e-governementproject en
specifiek bedoeld om de administratieve procedures te vereenvoudigen.
Anderzijds moet de impact gemeten worden van het koninklijk besluit
betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen op de dagelijkse
praktijken en op de rol van de diverse tussenkomende partijen en de
voorgestelde instrumenten. Het is de bedoeling om de modaliteiten te
bepalen van een vereenvoudiging die geen afbreuk doet aan de
bescherming van de werknemers.
Doelstellingen
-
-
Instrumenten bezorgen aan TWW om hun toezichtsbeleid ten
aanzien van ondernemingen
beter toe te spitsen op deze met een “verzwaard risico”;
Ondernemingen bruikbare informatie bezorgen via het internet
inzake relevante ernstige arbeidsongevallen met het oog op het
voorkomen van herhaling van dergelijke ongevallen;
Hulpmiddelen beschikbaar stellen aan ondernemingen uit risicovolle
sectoren en aan kmo's ter voorkoming van arbeidsongevallen.
De controle verscherpen van de effectieve toepassing van de
reglementering door de diensten van Toezicht op het Welzijn op het werk
in de risicosectoren, met name de bouwsector, gezondheidszorg,
dienstverlening aan bedrijven en fabrieken.
Acties
2.1

Arbeidsongevallenverzekeringen:
De gevolgen evalueren van het KB met betrekking tot
het verhoogd risico dat de bedrijven, waar de risico-index heel hoog
14

ligt in vergelijking met de sectorale index, ertoe wil verplichten om een
forfaitaire bijdrage te betalen aan de verzekeraar, een bijdrage die
gebruikt zal worden voor preventie in het bedrijf.
De gebruiker van uitzendkrachten meer verantwoordelijkheidsgevoel
bijbrengen
Het bonus-malussysteem evalueren dat het bedrag van
de verzekeringspremie koppelt aan de statistieken "arbeidsongevallen"
van de onderneming
2.2
Jaarlijks de lijst van bedrijven die beschouwd worden als
"verhoogd risico" doorgeven aan de FOD WASO om na te gaan of de
door de verzekeraar voorgestelde maatregelen ook effectief worden
toegepast door het bedrijf
2.3
Onderzoeken verrichten naar standaardongevallen in de
activiteitensectoren
Overgaan tot de codering van de omstandige verslagen van de
ernstige ongevallen om de standaardongevallen te bepalen
Een lijst opstellen van voorgestelde maatregelen om een herhaling van
soortgelijke ongevallen te vermijden
2.4
Beschikken over praktische fiches voor de preventie van
arbeidsongevallen en ernstige ongevallen op het werk in de chemische
sector (Seveso)
2.5
Modellen van werkpostfiches verspreiden over de preventie
van arbeidsongevallen voor de kmo's en de risicosectoren
2.6
Gids met goede praktijken
infectierisico's door injectienaalden
2.7
De pedagogische leerdoelstellingen bepalen en verspreiden
om een basisopleiding te kunnen aanbieden voor de werkgeverspreventieadviseurs in de kmo's, de hiërarchische lijn en de meest
kwetsbare werknemers (jongeren, migranten)
2.8
De medeverantwoordelijkheid evalueren van werkgevers en
onderaannemers in de bouwsector
voor
de
preventie
van
Toepassingsschema
Actie
Ontwerp
2.1
2.2
2.3
2.4
2.5
2009
2008
2008
2009
2009
Inductie van de
beslissing tot
actie
2009
2008
2008
2009
2009
Operationele
fase
2010
2008/2009
2009
2010
2010
Sturing van
de
activiteiten
2010
2009
2009
2010
2010
Evaluatie
2011
2010
2009
2011
2011
15
2.6
2.7
2.8
2009
2009
2009
2009
2009
2009
2009
2009
2010
2010
2009
2010
2010
2009
2010
16
Programma I: de preventie van beroepsziekten en
arbeidsongevallen versterken
Project 3: de preventie van beroepsziekten versterken, vooral wat
musculoskeletale aandoeningen en stress op het werk betreft
Verantwoording
De statistieken van de Europese Unie tonen aan dat 20 % van de
werknemers lijdt aan stress. België ligt iets boven het Europese
gemiddelde met 21 % gestreste werknemers. 1 werknemer op 5 lijdt aan
stress op het werk: dat is opvallend. Deze problematiek is niet alleen
belastend voor iedereen die hiermee te kampen krijgt, maar leidt ook tot
een ernstig economisch probleem omdat dit verantwoordelijk zou zijn voor
50 tot 60 % van het absenteïsme op het werk. Bovendien wordt geschat
dat hart- en vaatziekten bij 16 % van de mannen en 22 % van de
vrouwen te wijten zijn aan stress op het werk.
Het is de bedoeling om alle informatiemateriaal op de site
www.BeSWIC.be en www.werk.belgie.be (folders, brochures, dvd, cd-rom,
affiches) en alle tools voor risicoanalyse, diagnose en interventie op het
terrein te verspreiden die de voorbije jaren zijn opgesteld in
samenwerking met universiteiten en actoren.
Op de site www.respectophetwerk.be staat een deel van dit materiaal en
de tools (die verband houden met preventie van de psychosociale
belasting). Er werd een pedagogisch pakket uitgewerkt dat nu gedrukt
wordt om professionals in de psychosociale sector te helpen op lange
termijn (zelfbestendiging). Het is de bedoeling om deze tools op
meerdere, diverse manieren te gebruiken en te delen (via pedagogische
documenten). Deze acties moeten leiden tot een "sneeuwbaleffect" zodat
de financiële middelen ter beschikking gesteld door het Europees Sociaal
Fonds en de FOD WASO langer meegaan.
In dit project is het onder meer de bedoeling dat de bestaande
regelgeving wordt aangepast aan de REACH-verordening, in die zin dat
doeltreffende, evenredige en ontmoedigende sancties in de nationale
regelgeving moeten ingevoerd worden. Er dient een gecoördineerd
toezicht op deze verordening bewerkstelligd te worden in samenwerking
met de andere Federale en Gewestelijke inspectiediensten.
We stellen een toename vast van de musculoskeletale aandoeningen,
zoals rugpijn, letsels aan gewrichtsbanden, peesontstekingen als gevolg
van repetitief werk met een zwaarwegende invloed van de psychosociale
factoren, en andere aandoeningen in verband met stress op het werk. Op
dit punt heeft de analyse van onze reglementering aangetoond dat deze
17
problematiek niet specifiek behandeld wordt in de Codex over het welzijn
op het werk en alleen onrechtstreeks vermeld wordt in diverse Koninklijke
Besluiten. Deze kwestie moet dus alle aandacht krijgen die ze verdient
door specifiekere reglementaire bepalingen uit te werken.
Momenteel kunnen werkgerelateerde peesontstekingen, uitgezonderd voor
artiesten uit de showbusinesssector, alleen door het Fonds voor de
beroepsziekten erkend worden in een open systeem, wat het beperkt
aantal erkenningen verklaart (zo'n honderd per jaar). De toevoeging van
deze ziekte aan de lijst van beroepsziekten die aanleiding geven tot
schadeloosstelling (met precieze criteria) zou dus erg nuttig zijn met het
oog op een betere erkenning. Opgemerkt dient te worden dat, in
vergelijking met de meeste andere Europese landen, de erkenningsgraad
in België duidelijk lager ligt.
Er zal tegelijk nagegaan worden hoe de informatie van de
preventieadviseur-arbeidsgeneesheer verbeterd kan worden, mits
naleving van alle regels inzake de bescherming van de persoonlijke
levenssfeer, voor het gevolg dat gegeven wordt aan zijn aangifte door het
Fonds voor de beroepsziekten.
Tot slot zal er een elektronisch aangifteformulier opgesteld worden zodat
de
communicatie
tussen
de
arbeidsgeneesheer
en
de
verzekeringsmaatschappij zo vlot mogelijk kan verlopen, met de
modernste methodes.
We willen de zichtbaarheid verhogen van het Fonds voor de
beroepsziekten dat nu onvoldoende gekend is bij het grote publiek, aan de
hand van informatiecampagnes. Bovendien zal in 2008 een evaluatie
gemaakt worden van de nieuwe medische commissies opgericht in 2007
en van de Wetenschappelijke Raad en ook de samenwerking met de
wetenschappelijke wereld zal versterkt worden om de kennis over de
beroepsziekten nog te vergroten.
Stress
op
het
werk
verdient
zeker
onze
aandacht.
De
gezondheidsproblemen die worden veroorzaakt door deze problematiek
zouden beschouwd moeten worden als werkgerelateerde ziekten. In dat
geval zou het Fonds voor de beroepsziekten, in samenwerking met de
sociale partners en de arbeidsgeneeskunde, bevoegd zijn om preventieve
acties voor te stellen. Deze acties hebben als grote voordeel dat die
globaal rendabel zijn voor de maatschappij en vooral voor de sociale
zekerheid, omdat een dergelijke preventieve actie het absenteïsme op het
werk kan verminderen.
Door de deelname aan een nieuwe programmatie van het Europees
Sociaal Fonds 2007-2013, toegespitst op de musculoskeletale
aandoeningen en psychosociale risico's zullen diverse tools ontwikkeld
kunnen worden voor risicoanalyse met specifieke aandacht voor de
preventie van geweld en pathogene relaties op het werk. Deze nieuwe
18
programmatie is vooral gericht op oudere werknemers, jongeren, vrouwen
en allochtonen.
Doelstellingen
-
-
-
Zorgen voor een transparant beleid inzake erkenning en
schadeloosstelling van de musculoskeletale aandoeningen.
Een beleid ter preventie van stress op het werk uitwerken en
stimuleren via een samenwerking tussen de sociale partners, de
preventiediensten, de sociale inspectiediensten van de FOD WASO en
het Fonds voor de beroepsziekten.
Werkgevers, managers, preventieadviseurs en vertrouwenspersonen
concrete middelen aanreiken om een beleid inzake risicopreventie uit
te werken door gratis diverse tools voor risicoanalyse ter beschikking
te stellen.
Meer onderzoek verrichten naar de nieuwe risico's en de bestaande
risico's op de werkplek om zo een algemeen beeld te krijgen van de
evolutie van de arbeidsomstandigheden;
Acties
3.1
De KB's inzake chemische stoffen aanpassen aan het
REACH-reglement
3.2
De ambtenaren van Toezicht op het Welzijn aanduiden die
belast worden met de controle in het kader van REACH
3.3
De 3e lijst van indicatieve waarden van chemische stoffen
overnemen
3.4
De preventie versterken van de risico's inzake chemische
stoffen door de verspreiding van producten, brochures,
opleidingstools opgesteld in het kader van Risktrainer
3.5
De preventie van de risico's van musculoskeletale
aandoeningen
verbeteren,
hetzij
door
een
specifieke
reglementering, hetzij door de herziening van bestaande besluiten
gericht op de toepassing van de ergonomische principes
3.6
Beschikken over gidsen van goede praktijken voor de
preventie van musculoskeletale aandoeningen bestemd voor de
werkgevers
3.7
Beschikken over gidsen van goede praktijken inzake
arbeidsgeneeskunde
voor
de
preventieve
aanpak
van
musculoskeletale aandoeningen
3.8 De tools inzake preventie van de psychosociale belasting
verspreiden, vooral inzake ongewenst gedrag en stress op het werk
19
3.9 De efficiëntie evalueren van de wet van 10 april 2007 en het KB
van 17 mei 2007 betreffende de voorkoming van psychosociale
belasting veroorzaakt door het werk
3.10 Een nieuwe programmatie toepassen van het Europees Sociaal
Fonds 2007-2013 op het vlak van psychosociale belasting en op het
vlak van musculoskeletale aandoeningen
3.11 Europees kaderakkoord inzake stress CAO 72: de preventie van de
psychosociale belasting versterken
-
–
Een tool uitwerken om een stresserende situatie
op de werkplek objectief te bekijken en de preventieve acties te
bepalen om de stresserende situaties op de werkplek te beperken,
alsook de gezondheidsproblemen die deze veroorzaken.
De tool voor de objectivering van stress en de
preventieve acties testen tijdens een proefproject in samenwerking
met de sociale partners en de preventiediensten (IDPB en EDPB)
3.12 De preventie van de infectierisico's door injectienaalden verbeteren
door middel van specifieke maatregelen op te nemen in het KB
inzake biologische agentia
3.13 De huisartsen bewust maken van de problematiek van de
beroepsziekten
3.14 Zorgen voor een eenmalige aangifte van beroepsziekten via e-gov
en een gegevensuitwisseling naar de Algemene Directie Toezicht op
het Welzijn op het werk
Toepassingsschema
Fase
Actie
3.4
3.6
3.7
3.8
3.9
3.10
3.11
3.13
Ontwerp
van het
project
Inductie van
de beslissing
tot toepassing
2009
2009
2009
2008
2009
2008
2009
2008
2009
2008
Operationele
fase
Lopend
2010
Lopend
Lopend
2010
2009
2010
2009
Sturing
van de
Evaluatie
activiteiten
2010
2012
2009
2011
2009
2013
2012
2012
20
3.14
2009
2009
2010
2011
2012
Een standaardschema ontwerp-KB opstellen
Actie
3.1
3.2
3.3
3.12
Analyse –
Ontwerp
2008
2008
2009
2009
Voorstel
2009
2009
2009
2009
Advies van de
HRPBW
2010
2010
2010
2010
Afronding
2010
2010
2010
2010
21
Programma I: de preventie van beroepsziekten en
arbeidsongevallen versterken
Project 4: gedragswijzigingen en een preventiecultuur bevorderen
Verantwoording
De meeste werkgevers en werknemers in dit land willen in harmonie
samenleven, in bedrijven waar een gezonde economie en rentabiliteit
hand in hand gaan met een beheer dat respect toont voor ieders
veiligheid en gezondheid en ook voor het milieu.
Informatie geven om te kunnen stilstaan bij de bestaande risico's en tools
om die risico's te kunnen analyseren en gepast te reageren, is daarbij heel
belangrijk.
In de nieuwe ESF programmatie 2007-2013 zijn de acties toegespitst zijn
op musculoskeletale aandoeningen en psychosociale risico's, met
specifieke aandacht voor preventie van geweld en pathogene relaties op
het werk.
Deze nieuwe programmatie is vooral gericht op oudere werknemers,
jongeren, vrouwen en allochtonen. Alle gegevens, onderzoeksresultaten
en instrumenten zullen ter beschikking gesteld worden via de website van
de FOD WASO en de site BESWIC, maar ook in papieren vorm en hierover
zullen ook informatiesessies en opleidingen georganiseerd worden voor de
diverse betrokken doelgroepen.
Om de houdingen en culturen grondig en blijvend te veranderen, zullen
professionele
netwerken
(managers,
preventieadviseurs,
vertrouwenspersonen, HR-beheerders …) gecreëerd en geactiveerd
worden die de mogelijkheid bieden om kennis te maken met
beheersmethodes die meer respect tonen voor de fysieke en mentale
gezondheid en de veiligheid en om goede praktijken uit te wisselen.
Voor jongeren tot slot zullen acties uitgewerkt worden om hen in alle
veiligheid te integreren in de bedrijven en er worden tools ter beschikking
gesteld aan de opleiders om Veiligheid en Gezondheid op te nemen in hun
lespakket. Bovendien kunnen onderwijsinstellingen via de "onderwijsgids
SOBANE" kennismaken met een participatieve benadering van de risico's
die opleiders en leerlingen/studenten dichter bij elkaar brengt.
Doelstellingen
-
Een algemene cultuur creëren met de nodige aandacht voor de
gezondheidspreventie en de risicopreventie door de werknemers te
22
stimuleren om een nieuwe houding aan te nemen (vooral bij jongere
werknemers en migranten) en de werkgevers aan te moedigen om
methodes te hanteren die bevorderlijk zijn voor de gezondheid.
Acties
4.1.
Jonge werknemers begeleiden met het oog op hun
integratie op de werkplek
4.2.
Veiligheid en gezondheid een plaats geven in het onderwijs
en de beroepsopleiding
4.3.
Deelnemen aan de campagnes 2008-2009 van het
Europees agentschap Bilbao en het SLIC over de risico-evaluatie van
MSA's in de kmo's en met name in de bouw, de detailhandel en
schoonmaaksector
4.4.
De mentale gezondheid op het werk bevorderen
4.5.
BeSWIC
welzijn op het werk
sterker
profileren
als
kenniscentrum
inzake
4.6.
Op BeSWIC gegevens publiceren uit onderzoeken naar
typische arbeidsongevallen als gevolg van werken met gevaarlijke
stoffen
4.7.
Professionele netwerken uitbouwen, ontwikkelen en
stimuleren om kennis te maken met beheersmethodes die respect
tonen voor welzijn op het werk
4.8.
Een communicatie- en informatiecampagne lanceren over
de nieuwe Codex over het welzijn op het werk
4.9.
Meer dan 100 evenementen per jaar organiseren om
preventief gedrag op de werkplek te bevorderen
Toepassingsschema
Fase
Actie
4.1
4.2
4.3
4.4
4.6
4.7
4.8
Ontwerp
van het
project
2006
2006
2008
2007
2008
2008
2008
Inductie van
de beslissing
tot toepassing
2007
2007
2008
2008
2008
2009
2009
Operationele
fase
2007
2008
2009
2009
2009
2009
2009
Sturing
van de
Evaluatie
activiteiten
2008
2009
2009
2010
2009
2010
2009
2010
2009
2010
2010
2012
2009
2010
23
4.9
2005
2009
2010
2010
2012
24
Programma I: de preventie van beroepsziekten en
arbeidsongevallen versterken
Project 5: nieuwe risico's het hoofd bieden
Verantwoording
De analyse en vergelijking van alle beschikbare gegevens over de risico's
voor de gezondheid en veiligheid, samen met de jaarlijkse statistieken
verschaft door de Inspectiedienst TWW, het FAO en het FBZ, moeten ons
een veelzijdig beeld geven over de reële arbeidsomstandigheden in onze
bedrijven en ons in staat stellen ons beleid inzake reglementering,
inspectie en acties tot bewustmaking en bevordering van het welzijn beter
te oriënteren en zo efficiënter en effectiever te maken.
Deze diverse statistieken moeten rekening houden met de verhouding
mannen/vrouwen en andere parameters die een andere wending kunnen
geven aan het gelijkekansenbeleid en zullen ook interessante informatie
opleveren voor de sociale partners en alle actoren inzake veiligheid en
gezondheid op het werk.
Momenteel worden diverse acties bestudeerd of toegepast:

-


de nationale enquête naar de situatie van de Gezondheid en
Veiligheid in de ogen van de werknemers.
er zullen systematische procedures voorgesteld worden voor de
inzameling en analyse van de gegevens verkregen ingevolge het
medisch toezicht op de werknemers. De EDPB's zijn immers verplicht
om elk jaar een jaarverslag van hun activiteiten naar de FOD te sturen.
Deze gegevens mogen niet alleen gebruikt worden om de activiteiten
van de diensten te controleren, maar ook om een soort kadaster op te
stellen van de risico's die worden vastgesteld in de bedrijven zodat de
communicatieacties beter kunnen georiënteerd worden
onderzoeken
naar
standaardongevallen
in
de
activiteitensectoren
opvolging van de onderzoeken gevoerd door de universiteiten of
andere onderzoeksprogramma’s naar de nieuwe risico’s inzake
nanotechnologie, de risico’s verbonden aan diverse gecombineerde
factoren, zoals de organisatie van het werk, de indeling van de
werkplek, de gecombineerde blootstelling aan diverse stoffen.
Doelstellingen
-
Het is de bedoeling om te komen tot een betere preventie van de
beroepsziekten, een betere erkenning van de beroepsziekten en een
25
betere zichtbaarheid en expertise voor het Fonds voor de beroepsziekten
(FBZ)
Acties
5.1
Identificatie van de nieuwe opduikende risico’s (verbonden aan
gecombineerde factoren, in verband met de nanotechnologie) en
innovatieve preventieve maatregelen voorstellen
5.2
Een campagne opstarten om de blootstelling te meten in
bedrijven die nanodeeltjes produceren
Toepassingsschema
Fase
Actie
5.1.
5.2.
Ontwerp
van het
project
2008
2010
Inductie van
de beslissing
tot toepassing
2008
2010
Operationele
fase
2009-2010
2011
Sturing
van de
Evaluatie
activiteiten
2009-2010
2011
2011
2012
26
Programma I: de preventie van beroepsziekten en
arbeidsongevallen versterken
Project 6: de coherentie van de preventieve beleidslijnen
verbeteren
Verantwoording
Om efficiënt te zijn, vereist de bevordering van het welzijn op het werk
een efficiënte coördinatie tussen het beleid inzake welzijn op het werk en
de andere beleidslijnen die daar een impact op kunnen hebben.
Doelstellingen
-
De coherentie versterken tussen de relevante beleidslijnen, met
name
inzake
volksgezondheid
en
werkgelegenheid
en
de
Gemeenschappen, en de beleidslijnen ter bevordering van de gezondheid
en veiligheid op het werk
Acties
6.1
-
Toezien op de coherentie van de beleidslijnen inzake
gezondheid en veiligheid op het werk en de synergieën benutten in het
kader van onder meer de volgende beleidslijnen:
Nationaal plan voor kankerbestrijding (rookverbod,
kankerverwekkende stoffen, ioniserende stralingen, asbest)
Bevordering van de mentale gezondheid (depressie,
burn-out)
Federaal Plan Duurzame ontwikkeling 2008-2012
Bekendmaking van de gevaarlijke producten die
niet op de markt mogen worden gebracht
Preventie van verslaving op het werk (alcohol,
drugs) inzonderheid in het kader van het advies van de NAR nr. 1.655
van 10 oktober 2008
6.2
De actieve medewerking stimuleren van de sociale partners
binnen de NAR, de nationale strategie aan hen voorleggen en hen
raadplegen
6.3
Een comité van experts samenstellen voor de strategische cel
ter ondersteuning van de nationale strategie
Toepassingsschema
Fase
Ontwerp
van het
Inductie van
de beslissing
Operationele
fase
Sturing
van de
Evaluatie
Actie
27
6.1
6.2
6.3
project
2009
2009
2009
tot toepassing
2009
2009
2009
2010
2010
2010
activiteiten
2011
2011
2011
2012
2010
2012
28
Programma I: de preventie van beroepsziekten en
arbeidsongevallen versterken
Project 7: het welzijn op het werk versterken en een permanente
evaluatie invoeren
Verantwoording
De strategie SOBANE (www.sobane.be) stelt tools voor waarmee de
bedrijven, en vooral kmo's, een gestructureerd globaal preventiebeleid
kunnen toepassen dat gebaseerd is op de medewerking van alle interne
en externe bedrijfsactoren, met name door gidsen van goede praktijken
ter beschikking te stellen, door bedrijven beter bewust te maken en door
aan te zetten tot een gedragswijziging inzake preventie. Momenteel zijn er
elektronische Deparis-gidsen beschikbaar voor 30 activiteitensectoren. Er
wordt gewerkt aan nieuwe sectorgidsen.
Die worden ook verspreid via studiedagen, deelname aan beurzen,
conferenties, professionele netwerken …
Het
Ervaringsfonds
stelt
toelagen
ter
beschikking
om
de
arbeidsvoorwaarden van andere werknemers te verbeteren en hun
tewerkstelling te verzekeren.
Doelstellingen
-
Werkgevers, managers, preventieadviseurs en vertrouwenspersonen
concrete middelen aanreiken om een beleid inzake risicopreventie uit
te werken door gratis diverse tools voor risicoanalyse ter beschikking
te stellen.
Acties
7.1 De arbeidsplaatsen aanpassen aan de behoeften van de oudere
werknemers via de economische stimulansen van het Ervaringsfonds
7.2 Evalueren welke impact welzijn op het werk heeft in de bedrijven
door gebruik te maken van de risicoanalysetools, zoals checklists,
werkpostfiches, SOBANE-fiches
7.3 De toepassing evalueren van de voorziene maatregelen (informatie,
coördinatie, onthaal, contractuele relatie) voor de werkzaamheden
die uitgevoerd worden door externe firma's of externe
zelfstandigheden in de onderneming van een werkgever
29
Toepassingsschema
Lopende en permanente acties
Fase
Actie
7.1.
7.2.
7.3.
Ontwerp
van het
project
2009
2007
Inductie van
Sturing van
de beslissing
Evaluati
Operationele fase
de
tot
e
activiteiten
toepassing
Continue – permanente actie
2010
2009
2010
2010
2011
2007
2008
2008
2010
30
Programma II: De behandeling van beroepsziekten
en de re-integratie van de werknemers verbeteren
Project 8: de professionele re-integratie van arbeidsongeschikte
werknemers vergemakkelijken
Verantwoording
Het bevorderen van herstel- en re-integratiemogelijkheden van
werknemers in perioden van arbeidsongeschiktheid en het daaraan
koppelen van een juridische onderbouwing zijn onlosmakelijk met elkaar
verbonden. Beide kunnen in één project afgewerkt worden met het finale
doel tot een efficiënte en snelle re-integratie van de betrokken
werknemer(s) te komen.
De re-integratie van de werknemers na een arbeidsongeval zorgt nog voor
problemen in verband met loonverlies en de moeilijkheden voor het
slachtoffer om opleidingen te kunnen volgen om deze re-integratie te
bevorderen. De wet van 10 april 1971 betreffende de arbeidsongevallen
werd gewijzigd in 2006 om zo betere voorwaarden te creëren voor de
professionele re-integratie tijdens de tijdelijke arbeidsongeschiktheid. De
modaliteiten van deze re-integratie en de interacties tussen de sectoren
van de sociale zekerheid moeten nog in een uitvoeringsbesluit gegoten
worden.
Doelstellingen
-
De arbeidsmarkt activeren door de re-integratie van de werknemers te
stimuleren
Alle processen dynamiseren die de werknemer kunnen helpen om op
de arbeidsmarkt te blijven of opnieuw werk te vinden: het loonverlies
als gevolg van de afwezigheid op het werk is een ernstig nadeel voor
de werknemers, terwijl de werkgevers de kosten moeten dragen
verbonden aan de vervanging van de werknemers en aan de
productiviteitsdaling.
Acties
8.1 Een ontwerp van koninklijk besluit opstellen om de professionele reintegratie tijdens de periode van tijdelijke arbeidsongeschiktheid na
een arbeidsongeval te vergemakkelijken.
8.2 Een ontwerp van koninklijk besluit opstellen om de professionele reintegratie van werknemers met een definitieve arbeidsongeschiktheid
na een beroepsziekte te vergemakkelijken.
31
Toepassingsschema
8.1
8.2
Analyse –
Ontwerp
2006
2008
Voorstel
2008
2009
Advies van de
Comités
2009
2009
Afronding
2010
2010
Actie 8: publicatie voor 1/9/2010
32
Programma III: De controle en efficiëntie
versterken van de toepassing van de wetgevingen
en reglementeringen, vooral in de risicosectoren
Project 9: inspectie- en controlecampagne
Verantwoording
In dit project is het onder meer de bedoeling dat de bestaande
regelgeving wordt aangepast aan de REACH-verordening, in die zin dat
doeltreffende, evenredige en ontmoedigende sancties in de nationale
regelgeving moeten ingevoerd worden. Er dient een gecoördineerd
toezicht op deze verordening bewerkstelligd te worden in samenwerking
met de andere Federale en Gewestelijke inspectiediensten.
In de chemische industrie wordt al geruime tijd en in belangrijke mate
gebruik gemaakt van contractoren voor het uitvoeren van diverse werken.
Contractorarbeid op zich staat niet per definitie gelijk met “onveilige”
arbeid. Het uitbesteden van gespecialiseerd werk aan een daarvoor
gespecialiseerde firma met getraind personeel dat vertrouwd is met dit
werk zou integendeel de veiligheid ten goede moeten komen.
Dat zulks in de praktijk niet steeds het geval is, heeft
met het feit dat contractorwerk gebeurt in
bedrijfsomgeving met eigen specifieke risico’s en
waarmee contractorarbeiders minder vertrouwd zijn
personeel van het bedrijf.
vooral te maken
een wisselende
veiligheidsregels
dan het eigen
Een bijzondere vorm van werken met derden in de chemische
procesindustrie doet zich voor bij shut-downs of stilstanden, waarbij de
installaties uit dienst worden genomen voor het uitvoeren van inspecties,
herstellingen en aanpassingswerken. Bij dergelijke shut-downs wordt een
beroep gedaan op een groot aantal contractorfirma’s om alle geplande
werken in een zo kort mogelijk tijdsbestek te kunnen afwerken. Het
opzetten van een inspectiecampagne is het middel bij uitstek om de
veiligheidsaspecten bij het werken met contractoren in de chemische
industrie te verifiëren.
Een gecoördineerd optreden en het erop nahouden van een gezamenlijke
visie door de verschillende regionale directies is belangrijk om de
efficiëntie en de kwaliteit van het toezicht te verhogen. Zo is het de
bedoeling om samen met het NAVB campagnes te organiseren en uit te
voeren in verschillende subsectoren van de bouwsector, die gekenmerkt
zijn door een hoog ongevalcijfer. Toezicht welzijn op het werk doet het
33
repressieve luik van deze campagne. Hiertoe wordt een lijst van inbreuken
opgesteld waarvoor er repressief wordt opgetreden.
34
Doelstellingen
-
Doeltreffendheid verhogen bij het toezicht op de naleving van de
reglementering inzake welzijn op het werk
Opvoeren van het aantal controles op gerichte wijze in bepaalde
sectoren
Opvolgen van de Europese regelgeving en voorzien in een gepaste
sanctionering bij het overtreden van Europese verordeningen
Beschikbaar stellen van werkpostfiches per type beroep
De
operationele
capaciteiten
van
het
welzijn
en
de
expertisecapaciteiten van de algemene directieHumanisering van de
Arbeid en van de algemene directie TWW versterken (FOD WASO)
Acties
9.1
Vier inspectiecampagnes per jaar organiseren in de sectoren
van gezondheidszorg, uitzendwerk en dienstverlening aan bedrijven
9.2
Een inspectiecampagne organiseren ter controle van de
blootstelling aan chemische stoffen in de chemiebedrijven (Seveso)
9.3
De interventies van Toezicht op het Welzijn op het werk
optimaliseren bij inspecties in de bouwsector en de geïntegreerde en
gecoördineerde werkwijze van de diensten
9.4
Een inspectiecampagne organiseren gericht op werk met
onderaannemers
en
de
toepassing
van
systemen
voor
werkvergunningen in de chemische sector (Seveso)
9.5
De
preventie-index
(Safetyindex)
inspectiecampagnes georganiseerd door TWW
gebruiken
bij
Toepassingsschema
Fase
Actie
9.1
9.2
9.3
9.4
9.5
Ontwerp
van het
project
2008
2008
2008
2008
2008
Inductie van
de beslissing
tot
toepassing
2008
2008
2008
2009
2009
Operationele
fase
Jaarlijks
Continu
Continu
2009
2009
Sturing
van de
Evaluatie
activiteiten
Jaarlijks
Continu
Continu
2010
2010
2010
2010
2011
2012
35
Programma III: de controle en efficiëntie
versterken van de toepassing van de wetgevingen
en reglementeringen, vooral in de risicosectoren
Project 10: de aangiftesystemen van sociale risico's evalueren
Verantwoording
De lijst van erkende beroepsziekten uitbreiden (vooral voor
peesontstekingen). Want hoewel de wetgeving de preventieadviseurarbeidsgeneesheer ertoe verplicht om aangifte te doen van elke
beroepsziekte, elke vermoedelijke beroepsziekte en zelfs gevallen van
vatbaarheid voor een beroepsziekte, leert de praktijk dat er te weinig
aangiftes worden gedaan om te kunnen spreken van een goede opsporing
van de beroepsziekten, vooral voor kanker met beroepsgebonden
oorzaken.
Hierover zal overleg gepleegd worden en samen met de Minister van
Volksgezondheid en de behandelende geneesheren zal onderzoek verricht
worden naar de etiologische beroepsgebonden factoren. Er zal nagegaan
worden of deze situatie gedeeltelijk te wijten is aan het feit dat er tegelijk
aangifte gedaan moet worden bij de inspectiediensten van de Federale
Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal overleg (FOD
WASO), in welk geval deze aangifte losgekoppeld zal worden van de
verplichte aangifte bij het Fonds voor de beroepsziekten zodat de aangifte
zijn preventieve rol optimaal kan spelen.
Doelstellingen
-
Het aangiftesysteem van de beroepsziekten en de werkgerelateerde
aandoeningen verbeteren, alsook dat van de arbeidsongevallen
De analysemethodes van de statistieken van arbeidsongevallen en
beroepsziekten consolideren
Acties
10.1 Het aangiftesysteem van de beroepsziekten evalueren
10.2 Het aangiftesysteem van de arbeidsongevallen evalueren:
Onderzoek naar de onderaangifte van de
arbeidsongevallen
Onderzoek naar de naleving van de termijnen om
een ongeval aan te geven en de kwaliteit van de aangifte evalueren
Toepassingsschema
36
Fase
Actie
10.1
10.2
Ontwerp
van het
project
2009
2008
Inductie van
de beslissing
tot
toepassing
2009
2008
Operationele
fase
2010
2009
Sturing
van de
Evaluatie
activiteiten
2011
2010
2012
2012
37
Programma IV: De wetgeving en de reglementering
moderniseren en vereenvoudigen
Project 11: de reglementering vereenvoudigen
Verantwoording
Vereenvoudigen
Er zijn leemtes vastgesteld in de toepassing van de reglementering inzake
de bescherming van het welzijn van de werknemers, met name in de
risicosectoren en vooral in de kmo's. Een van de hinderpalen is de
administratieve last die op de kmo's weegt omwille van de
informatieverplichtingen die worden opgelegd aan de werkgever ten
opzichte van de controle-instanties en preventiediensten waarmee hij
moet samenwerken. Door die verplichtingen brengen de aangifte van
arbeidsongevallen en de overvloed van acties die daaruit voortvloeien een
grote administratieve opvolging mee voor de werknemer.
De database van het FAO wordt vooral aangevuld op basis van de
gegevens op de ongevallenaangifte. Het Fonds heeft, naast de gewone
taken in verband met de kwaliteit van de gegevens in de database, ook
twee enquêtes gehouden, een over de onderaangifte om de omvang ervan
te meten en het type van ongevallen te bepalen, een andere over de
naleving van de termijnen door de werkgevers bij het versturen van de
ongevallenaangiftes naar de verzekeraars. Aan de hand van het resultaat
van deze drievoudige analyse kan het aangiftesysteem geëvalueerd
worden en kunnen zo nodig aanpassingen aangebracht worden.
In de privésector gebeurt de inzameling van de gegevens over
arbeidsongevallen op een homogene manier, maar dat kan niet gezegd
worden over de arbeidsongevallen in de openbare sector. Momenteel
gebeurt de overdracht van de gegevens over ongevallen in de openbare
sector naar het Fonds voor arbeidsongevallen al dan niet door middel van
diverse informatiedragers. Rekening houdend met de verplichtingen van
België om niet alleen de gegevens over arbeidsongevallen van
werknemers in de privésector, maar ook die van werknemers in de
openbare sector door te geven aan Eurostat, is het aangewezen om de
inzameling van deze gegevens te uniformeren door de administraties een
unieke informaticatool ter beschikking te stellen, naar het voorbeeld van
de aangifte van het sociale risico van de arbeidsongevallen in de
privésector op de website van de sociale zekerheid.
De resultaten van de doelstelling beoogd door de nationale strategie
zullen gemeten worden op basis van de statistieken opgesteld door
38
Eurostat. België moet dus in staat zijn om kwaliteitsgegevens door te
geven, ook voor de openbare sector.
Uit deze vaststellingen blijkt dat een gezamenlijke aanpak door de diverse
partnerinstellingen bij de verwezenlijking van de doelstellingen van de
strategie tegelijk de mogelijkheid zou bieden om de gegevens over de
verwerking van de arbeidsongevallen efficiënter te coderen en deze
gegevens te delen. Op die manier zou aan de werkgevers een minder
administratief belastende manier geboden worden om ongevallen aan te
geven.
Een voorbeeld van zo'n aanpak is de werkgroep die werd opgericht om het
technische deel van het project van de KSZ voor zijn rekening te nemen
en een toepassing te ontwikkelen om de ongevallenaangiften door te
sturen naar de bevoegde EDPB's. Zodra deze tool ingevoerd is, kan de
werkgever, via de website van de sociale zekerheid, ook een aanvraag tot
onderzoek indienen bij zijn externe dienst in geval van een ernstig
ongeval. Dit is een bijkomende functie van de aangifte sociaal risico
"arbeidsongeval" ingevoerd in het kader van het e-governmentproject en
specifiek bedoeld om de administratieve procedures te vereenvoudigen.
Anderzijds moet de impact gemeten worden van het koninklijk besluit
betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen op de dagelijkse
praktijken en op de rol van de diverse tussenkomende partijen en de
voorgestelde instrumenten. Dit om de modaliteiten te bepalen van een
vereenvoudiging van de reglementering die geen afbreuk doet aan de
bescherming van de werknemers.
Aanpassen
De Codex over het welzijn is momenteel samengesteld uit diverse
koninklijke besluiten die opgesteld zijn over een redelijk lange periode.
Tijdens die periode zijn de concepten in verband met de bescherming van
het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk
geëvolueerd. Via de coördinatie van de Codex over het welzijn op het
werk, die nu loopt, kunnen de basisconcepten van deze reglementering
(risicoanalyse, identificatie van de gevaren en hiërarchie van de
preventiemaatregelen) op één lijn gebracht worden met alle kwesties die
verband houden met het welzijn van de werknemers, waardoor die vlotter
toegepast kan worden.
De overdracht van de bepalingen in het Algemeen Reglement voor de
Arbeidsbescherming is niet afgerond, vooral voor de bescherming tegen
brand en de specifieke maatregelen van bepaalde industriële sectoren.
Deze overgangsbesluiten zullen dit jaar 2008 ingediend worden bij de
Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het Werk (HRPBW).
Bovendien zijn er intussen tal van problemen bijgekomen met betrekking
tot de bescherming van de gezondheid van de werknemers: bijvoorbeeld
musculoskeletale aandoeningen. Op dit punt heeft de analyse van onze
reglementering aangetoond dat deze problematiek niet specifiek
39
behandeld wordt in de Codex over het welzijn op het werk en alleen
onrechtstreeks vermeld wordt in enkele koninklijke besluiten. Deze
kwestie moet dus alle aandacht krijgen die ze verdient door specifiekere
reglementaire bepalingen uit te werken.
De verdragen van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) ratificeren
Het verdrag nr. 187 werd aangenomen op de 95e zitting van de
Internationale Arbeidsconferentie van juni 2006.
De doelstelling van het verdrag bestaat er in om elke lidstaat blijvend te
laten instaan voor de optimalisering van de veiligheid en gezondheid op
het werk ter voorkoming van arbeidsgebonden letsels, ziekten en
sterfgevallen, via de uitbouw van een nationaal beleid, een nationaal
systeem en een nationaal programma, in samenspraak met de meest
representatieve werkgevers- en werknemersorganisaties.
De toepassing van de maatregelen van het verdrag vereist geen
noemenswaardige legislatieve aanpassingen; het is in de eerste plaats
nodig de bestaande structuren en programma’s te onderkennen, te
inventariseren en ze eventueel aan te passen aan de voorschriften van het
verdrag.
Dit verdrag nr. 187 stimuleert de lidstaten om de relevante verdragen van
de IAO met betrekking tot veiligheid en gezondheid op het werk te
bekrachtigen.
Vooral verdrag nr. 155 betreffende arbeidsveiligheid, gezondheid en het
arbeidsmilieu
en
verdrag
nr.
161
betreffende
de
bedrijfsgezondheidsdiensten die verband houden met dit verdrag nr. 187
moeten zo snel mogelijk geratificeerd worden.
Deze twee verdragen (155 en 161) werden op 20 maart 2007 voorgesteld
in de Commissie voor buitenlandse aangelegenheden in de Senaat met
het oog op de ratificatie ervan. Deze ratificatie stelt geen problemen
omdat de materies behandeld in verdragen 155 en 161 grotendeels
overeenstemmen met de Belgische reglementering.
De wetsontwerpen ter instemming met de twee verdragen zijn opgesteld
bij Buitenlandse Aangelegenheden, maar voor de federale goedkeuring
wordt
gegeven,
moeten
de
Franse,
Vlaamse
en
Duitstalige
gemeenschappen en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie
van Brussel-Hoofdstad eerst instemmen met deze twee verdragen.
Opgemerkt dient te worden dat de Vlaamse Regering op 4 juli 2008 (BS
29-08-08) decreten heeft goedgekeurd ter instemming met Verdrag nr.
161 en Verdrag nr. 155.
Aanvankelijk stonden hinderpalen de ratificatie van verdrag nr. 167 van
de IAO inzake de veiligheid en gezondheid in de bouwsector in de weg,
40
maar nu is dat niet meer het geval. In die tijd was de kaderwet in dit
domein de wet van 10 juni 1952 betreffende de gezondheid en de
veiligheid van de arbeiders. Deze wet en ook de uitvoering ervan in het
Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming omvatten niet alle
nieuwe principes of maatregelen ingevoerd door het verdrag nr. 167.
De wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers
bij de uitvoering van hun werk en de bijbehorende uitvoeringsbesluiten
sluiten nu wel aan bij de principes of maatregelen ingevoerd door het
verdrag nr. 167.
De ratificatie van het verdrag nr. 167 is dus mogelijk en heel wenselijk om
de verbetering van de veiligheid en de gezondheid op het werk te
bevorderen.
Doelstellingen
-
-
De verbetering van het institutionele en administratieve reglementaire
kader is een van de prioriteiten met het oog op de beperking van de
administratieve lasten die op de bedrijven wegen, vooral op de kmo's
Meewerken aan het herstel van de Arbeidsnormen in de hele wereld en
de principes bevorderen ter preventie van de risico's voor de
gezondheid en de veiligheid.
Acties
11.1 Het wetgevend kader vereenvoudigen en de administratieve lasten
verlichten die op de bedrijven rusten door het standaardkostenmodel
KAFKA toe te passen op
de bepalingen inzake tijdelijke of mobiele
bouwplaatsen, van het beleid inzake welzijn op het werk
de aangifte van de arbeidsongevallen
de Codex over het welzijn op het werk afwerken
11.2 Het project werd ingediend bij de Hoge Raad voor Preventie en
Bescherming op het werk.
11.3 Het aangiftesysteem van de arbeidsongevallen evalueren en de
mogelijkheden bekijken om de aangifte van onschadelijke
arbeidsongevallen te vereenvoudigen, naar aanleiding van de enquête
naar de onderaangifte en de efficiëntie nagaan van het
vergoedingssysteem van de arbeidsongevallen
11.4 Een informaticatool uitwerken voor de aangifte van arbeidsongevallen
die zich voordoen in de openbare sector
11.5 Het Koninklijk Besluit betreffende de melding van de elementen van de
ongevalaangifte aan de bevoegde externe preventiediensten
toepassen. De mogelijkheid nagaan om de werkgever, via de website
41
van de sociale zekerheid, een onderzoek te laten aanvragen naar een
ernstig ongeval aan de externe dienst
11.6 De toepassing bevorderen van de globale strategie inzake veiligheid en
gezondheid op het werk van de IAO door de verdragen nr. 187, 167,
161 en 155 te ratificeren
Toepassingsschema
Actie
Studie -Analyse – Ontwerp
Voorstel
11.1
11.2
11.3
2009
2006-2007
2008
11.4
11.5
11.6
11.7
11.8
11.9
11.10
2008
2009
2009
2009
2009
Nr. 161 en 155
Nr. 187 en 167
2010
2008
2008/200
9
2009
2010
2010
2009
2009
2007
2008
Advies van de
HRPBW
2010
2009
2009
Afronding
2009
2010
2010
2010
2009
2009
2011
2011
2010
2009
2009
2010
2011
2009
2010
Actie 11.5: 2009
Actie 11.6: analyse in 2009, toepassing in 2010
Actie 11.7: vervolg van de analyse in 2009 voor de melding van de
ongevalgegevens aan de EDPB en analyse van de behoeften in 2009 voor
de aanvraag tot onderzoek via de website van de sociale zekerheid.
42
Programma V: voortdurend en onafgebroken
evalueren
Project 12: een nationale enquête Welzijn op het werk organiseren
Verantwoording
Er moet een kwaliteitsenquête gevoerd worden naar de gezondheid en
veiligheid op het werk en daar is de vierde pijler van deze strategie op
gericht. De problematiek van welzijn op het werk vraagt om een periodiek
onderzoek naar de tevredenheid op het werk van de werknemers en naar
de risico's waaraan zij worden blootgesteld. Daarom moet er een enquête
gehouden worden. Deze nationale enquête moet gehouden worden bij een
groot aantal werknemers, ten minste 4.000, representatief zijn voor alle
werknemers in alle activiteitensectoren en elke twee of drie jaar herhaald
worden.
Op federaal niveau beschikken we nu immers alleen over de enquête die
elke vijf jaar gehouden wordt door de Europese Stichting tot verbetering
van de levens- en arbeidsomstandigheden. Deze enquête zal gehouden
worden in samenwerking met de Europese Stichting.
Op basis van een behoefteanalyse van gegevens van de FOD WASO,
waarmee onder meer een nationaal profiel inzake welzijn op het werk kan
worden opgesteld, zullen bovendien specifieke gegevens, opvraagbaar
door de EDPB's en IDPB's, bepaald worden om te beschikken over nuttige
indicatoren voor de controle van de goede werking van de
preventiedienst, maar ook en vooral om een nationaal profiel op te stellen
over de beroepsrisico's in België.
Aan de hand van dit project zal de FOD Werkgelegenheid, Werk en Sociaal
overleg zijn opdrachten beter kunnen uitvoeren en vooral de goede
werking van de preventiediensten en de naleving van hun wettelijke
verplichtingen terzake efficiënter kunnen controleren. Daarna zullen de
gegevens doorgegeven door deze preventiediensten krachtigere en
preciezere indicatoren opleveren over de blootstelling aan de
beroepsrisico's, maar ook over de preventie en de impact ervan. Deze
gegevens zijn nuttig voor het beleid en de nationale strategie ter zake:
belang en efficiëntie van de toegepaste preventiemiddelen, beter gerichte
bewustmakingscampagnes, organisatie van colloquia en informatiedagen
die beter aansluiten bij de reële situatie op het terrein.
Het
Fonds
voor
arbeidsongevallen
heeft
een
datawarehouse
Arbeidsongevallen gecreëerd dat, gekoppeld aan het datawarehouse
Arbeidsmarkt en Sociale bescherming van de Kruispuntbank van de
Sociale Zekerheid, de mogelijkheid zou moeten bieden om de
43
sociaalprofessionele situatie van de slachtoffers van arbeidsongevallen na
een ongeval op te volgen. Op basis van deze terugkerende statistische
onderzoeken kan bepaald worden welke elementen al dan niet
bevorderlijk zijn voor de re-integratie van de werknemers na een ongeval
en dit zal ook helpen om te zoeken naar goede praktijken.
Het zal ook mogelijk zijn om de efficiëntie te controleren van het systeem
voor schadeloosstelling van de arbeidsongevallen dat bedoeld is om het
slachtoffer zo goed mogelijk te laten herstellen en om het economisch
verlies te vergoeden dat eventueel geleden werd door het slachtoffer na
het ongeval. Deze schadeloosstelling gebeurt door de vastlegging van een
vergoeding. Door een vergelijking te maken van de middelen van de
slachtoffers voor en na het ongeval kan nagegaan worden in hoeverre het
systeem het door de wet bepaalde doel bereikt.
De vergelijking van de gegevens verzameld door de nationale enquête en
de indicatoren inzake gezondheid en veiligheid opgetekend door de
preventiediensten en de gegevens van het datawarehouse kan een
krachtig instrument zijn voor de analyse van de situatie in ons land.
Doelstellingen
-
De toepassing van de nationale strategie evalueren door betrouwbare
indicatoren te formuleren. De nationale strategie moet meetbare
doelstellingen
bepalen
voor
de
reductie
van
het
aantal
arbeidsongevallen
en
beroepsziekten
voor
categorieën
van
werknemers, specifieke bedrijven en/of sectoren
Acties
12.1 Een nationale enquête houden naar de situatie van gezondheid en
veiligheid op het werk en naar de mate van werkzaamheid en
bijkomende enquêtes organiseren door de interne en externe
preventiediensten om objectieve gegevens te verzamelen over de
blootstelling aan gevaren per activiteitensector en per categorie van
kwetsbare werknemers
12.2 Methodes uitwerken voor evaluatie en onderzoek van de kwalitatieve
krachtige indicatoren van de bevorderende acties die erop gericht zijn
het gedrag van de actoren in de bedrijven te veranderen
12.3
Systematische procedures invoeren voor de inzameling en
analyse van de gegevens verschaft door het medisch toezicht om de
preventie efficiënter te maken en de communicatieacties beter te
richten
12.4
Een eenvormige database opstellen (datawarehouse) met alle
gegevens die verzameld worden inzake welzijn op het werk
44
12.5
Methodes uitwerken voor evaluatie en onderzoek van de
kwalitatieve krachtige indicatoren van de bevorderende acties die
erop gericht zijn het gedrag van de actoren in de bedrijven te
veranderen
12.6
De sociaalprofessionele situatie van de slachtoffers opvolgen
na een arbeidsongeval
Toepassingsschema
Fase
Actie
12.1
12.2
12.3
12.4
12.5
12.6
Ontwerp
van het
project
2008
2009
2009
2009
2009
2008
Inductie van
Sturing van
de beslissing
Evaluati
Operationele fase
de
tot
e
activiteiten
toepassing
2008
2009
2009-2010
2010
2009
2010
2011
2012
2009
2010
2010
2011
2009
2010
2010
2011
2009
2010
2011
2012
2008
2009
2010
2012
45
Bijlage
Zeven concrete projecten bij wijze van voorbeeld
1.
Arbeidsongevallen verminderen: een nieuw systeem
“verzwaard risico” om ondernemingen een
verantwoordelijkheidsgevoel te geven
Ziehier al concreet project op korte termijn. In 2009 zullen de 100
ondernemingen die binnen hun sector een slecht profiel hebben voor wat
betreft arbeidsongevallen minimum 3.000 euro moeten betalen. Dit geld
zal gebruikt worden om de veiligheid van de werknemers in de
onderneming te verbeteren.
Vrijdag jongstleden heeft de ministerraad een ontwerp van koninklijk
besluit goedgekeurd dat het stelsel “verzwaard risico” met
betrekking tot arbeidsongevallen op punt stelt. Dit stelsel werd in
nauwe samenwerking met de sociale partners uitgewerkt.
Het principe “verzwaard risico” beoogt het aantal arbeidsongevallen te
verminderen door extra bijdragen te vragen aan ondernemingen die
het niet te nauw nemen met de preventie. Met dit ontwerp van
koninklijk besluit, dat op 1 januari 2009 van kracht wordt, zullen de
ondernemingen die een onevenredig verzwaard risico vertonen als je hun
aantal arbeidsongevallen vergelijkt met die van andere ondernemingen in
hun sector, aan hun verzekeraar een forfaitair bedrag moeten betalen. De
verzekeraar zal dit bedrag gebruiken voor de ongevallenpreventie bij de
werkgever in kwestie.
Concreet beschouwt het ontwerp van koninklijk besluit een verzekerd
risico als verzwaard risico indien er in de loop van de observatieperiode in
de onderneming minstens vijf ongevallen zijn gebeurd met tijdelijke
ongeschiktheid van minstens een dag, de dag van het ongeval niet
meegerekend, tot gevolg of met dodelijke afloop voor een van de
werknemers. Een verzekerd risico wordt eveneens als verzwaard risico
beschouwd indien de risico-index op jaarbasis in het laatste kalenderjaar
en in een ander kalenderjaar van de observatieperiode minstens tienmaal
de risico-index bedraagt van de activiteitensector waartoe de
onderneming behoort.
De bijdrage wordt forfaitair vastgesteld op basis van de grootte
van de onderneming. Zij bedraagt 3.000 euro voor ondernemingen met
minder dan 50 voltijdse equivalenten en wordt verhoogd met 2.000 euro
per bijkomende schijf van 50 voltijdse equivalenten, maar wordt beperkt
tot 15.000 euro.
46
De verzekeringsonderneming, als consultant, zal deze forfaitaire
bijdrage gebruiken voor de preventie van arbeidsongevallen bij de
betrokken werkgever. Zij stelt een actieplan voor aan de werkgever met
concrete preventiemaatregelen om te voorkomen dat gelijkaardige
ongevallen zich herhalen. Bovendien brengt de verzekeringsonderneming
verslag uit bij het Fonds voor Arbeidsongevallen over de maatregelen die
aan de werkgever werden voorgesteld en of deze laatste meewerkt en
deze maatregelen naleeft. Alle verslagen samen worden gebruikt als basis
voor een synthesenota aan het beheerscomité van het Fonds, waarna het
Fonds deze informatie eveneens ter beschikking stelt van de Algemene
Directie Toezicht op het Welzijn op het Werk van de FOD Werk.
Dit ontwerp van “verzwaard risico” zal bijdragen tot de vermindering van
het globale aantal arbeidsongevallen en ligt in dezelfde lijn van de
Nationale strategie.
47
2.
De verantwoordelijkheden inzake preventiemaatregelen op openbare werven wijzigen
Hier is nog een heel concreet project dat aangepakt wordt via de wet
houdende diverse niet-dringende bepalingen die morgen op de
ministerraad wordt besproken.
In het verlengde van het niet toepasselijk stellen van de artikelen 25 tot
28 van de welzijnswet in het geval van overheidsopdrachten, werd ook de
toepassing van het artikel 29 uitgesloten.
Dit artikel 29 omschrijft de wijze waarop bouwdirecties belast met de
uitvoering (hoofdaannemers), aannemers en onderaannemers de naleving
van de welzijnsvoorschriften op een bouwplaats door hun respectievelijke
aannemers of onderaannemers moeten bewerkstelligen. Zij moeten met
deze laatsten een overeenkomst sluiten die het mogelijk maakt om, in de
plaats en op de kosten van de aannemer of onderaannemer die in gebreke
blijft, na ingebrekestelling, zelf de nodige invulling van de
welzijnsvoorschriften te geven. Ook moeten zij aannemers en
onderaannemers weren van wie zij kunnen weten dat deze de
welzijnsvoorschriften niet naleven.
In tegenstelling tot de wet van 4 augustus 1996 voorziet de wet
betreffende de overheidsopdrachten evenwel geen strafrechtelijke
sancties voor het niet naleven van haar voorschriften. Op het vlak van de
bescherming van de werknemers houdt dit een ernstige discriminatie in,
naargelang zij werken op een bouwplaats waarop de wetgeving
betreffende de overheidsopdrachten al dan niet van toepassing is.
Recente gebeurtenissen, met ernstige gevolgen, tonen aan dat deze
discriminatie zo snel mogelijk moet geëlimineerd worden.
48
3.
Strijden tegen musculo-skeletale aandoeningen
Wij dragen bij tot een verhoging van het aantal musculo-skeletale
aandoeningen, maar ook tot rugklachten, letsels aan de ligamenten,
peesontstekingen door repetitieve arbeid met een hoge psychosociale
factor, en andere aandoeningen die te maken hebben met stress op het
werk. De analyse van onze reglementering heeft aangetoond dat de
Codex over het welzijn op het werk deze problematiek niet specifiek
behandeld, maar deze slechts indirect ter sprake brengt in verschillende
koninklijke besluiten. Het is dan ook noodzakelijk om deze problematiek
alle aandacht te geven die ze verdient door middel van het uitwerken van
specifiekere reglementaire bepalingen.
Momenteel, behalve in de sector van spektakelartiesten, kunnen
peesontstekingen die door het beroep worden veroorzaakt enkel worden
erkend door het Fonds voor de Beroepsziekten via het open systeem. Dit
verklaart het lage aantal erkenningen (namelijk een honderdtal per jaar).
De inschrijving van deze aandoening in de lijst van vergoedbare
beroepsziekten (met precieze criteria) zou dus erg nuttig zijn voor een
betere erkenning. In vergelijking met de meeste andere Europese landen
is de erkenningsgraad in België sterk ondergewaardeerd.
Tegelijkertijd zullen we onderzoeken hoe we het inlichten van de
preventieadviseur-arbeidsgeneesheer
door
het
Fonds
voor
de
Beroepsziekten over de gevolgen die aan zijn aangifte werden gegeven,
kunnen verbeteren door middel van de naleving van alle regels inzake
bescherming van de persoonlijke levenssfeer.
Er zal een elektronische aangifteformulier worden ontworpen om de
communicatie tussen de arbeidsgeneesheer en de verzekeringsinstelling
makkelijker te laten verlopen en te moderniseren.
Dankzij informatiecampagnes willen we de visibiliteit van het Fonds voor
de Beroepsziekten verbeteren, aangezien dit niet voldoende gekend is bij
het grote publiek. Bovendien zullen in 2008 de Wetenschappelijke Raad
en de nieuwe medische commissies die sinds 2007 werden opgericht,
geëvalueerd worden. Eveneens zal de samenwerking met het
wetenschappelijk milieu worden versterkt om de expertise over
beroepsziekten nog te verbeteren.
De deelname aan een nieuwe programmering van het Europees Sociaal
Fonds 2007-2013, dat met name naar musculo-skeletale aandoeningen is
gericht, zal het mogelijk maken om heel wat middelen te ontwikkelen voor
risicoanalyse.
49
Geplande acties:

Risicopreventie van musculo-skeletale aandoeningen verbeteren ofwel
door een specifieke reglementering ofwel door de herziening van de
bestaande
koninklijke
besluiten
inzake
de
toepassing
van
ergonomische principes.

Handleidingen voor de werkgevers voorzien inzake preventie van
musculo-skeletale aandoeningen.

Handleidingen
voorzien
inzake
arbeidsgeneeskunde
preventieve aanpak van musculo-skeletale aandoeningen.

Een nieuwe programmering van het Europees Sociaal Fonds 2007-2013
opstellen op psychosociaal gebied en voor muscolo-skeletale
aandoeningen.

Huisdokters sensibiliseren voor de problematiek van beroepsziekten.
voor
de
50
4.
Bescherming van de werknemers tegen brandgevaar op
de werkvloer
Momenteel zitten we in de laatste fase van de omzetting van de
voorschriften van het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming
(ARAB) naar de Codex voor het welzijn op het werk.
Artikel 52 van het ARAB inzake de bescherming van werknemers tegen
brandgevaar op de werkvloer, wordt momenteel in die fase behandeld.
Twee ontwerpen van koninklijk besluit met betrekking tot brand bevinden
zich op dit moment voor advies bij de Hoge Raad voor Preventie en
Bescherming op het Werk. De goedkeuring van dit oude artikel werd in die
tijd versneld door de verschrikkelijke brand in de ‘Innovation’.
Het eerste ontwerp van koninklijk besluit inzake de bescherming van
werknemers tegen de risico’s bij brand is van algemene aard. Het
beschrijft de verplichtingen van de werkgever volgens de nieuwe
preventieaanpak: er wordt verplicht om een risicoanalyse uit te voeren op
basis waarvan preventiemaatregelen moeten worden genomen om vijf
doelstellingen te bereiken. Het ontwerp heeft het niet meer uitvoerig over
de details van de maatregelen die de werkgever moet nemen om deze
doelstellingen te bereiken, zoals artikel 52 dat wel deed. Het ontwerp
haalt echter specifieke risicofactoren voor elk van de doelstellingen aan
waaraan de werkgever extra aandacht moet schenken bij het bepalen van
zijn maatregelen. Bovendien worden de minimale preventiemaatregelen
bepaald voor elk van de doelstellingen die gerespecteerd moeten worden.
Het tweede ontwerp van koninklijk besluit dat de regels vastlegt voor de
bouw van gebouwen waarin werknemers tewerkgesteld worden, herneemt
de conceptiecriteria van de bouwelementen van gebouwen van artikel 52.
Het behoudt dezelfde indeling van lokalen, maar maakt geen onderscheid
meer tussen gebouwen van voor of na 1 juni 1972. alle bestaande
gebouwen zullen voortaan moeten beantwoorden aan de conceptiecriteria
van gebouwen die na 1972 werden gebouwd. De werkgevers die een
gebouw van voor 1972 bezetten hebben toch nog de mogelijkheid om af
te wijken van die criteria, op basis van een risicoanalyse, door
compenserende maatregelen te treffen die ervoor zorgen dat hetzelfde
beschermingsniveau wordt bereikt als datgene dat resulteert uit de
toepassing van de wettelijke voorschriften. Bovendien krijgen ze een
termijn van 5 jaar om zich aan te passen aan de nieuwe normen voor
gebouwen die vanaf 2009 gebouwd zijn. Aan deze regels zijn
supplementaire eisen toegevoegd op het niveau van brandweerstand van
de dragende structuur in zijn geheel, steeds met behoud van de
mogelijkheid om af te wijken van deze regels op basis van een
risicoanalyse door compenserende maatregelen.
51
5.
Alcohol- en drugsbeleid binnen de onderneming
In het Interprofessioneel Akkoord van 2 februari 2007 voor de periode
2007-2008 hebben de sociale partners zich geëngageerd om, bovenop
hun andere initiatieven in dit kader, binnen de Nationale Arbeidsraad een
collectieve arbeidsovereenkomst te sluiten waardoor elke onderneming
een alcohol- en drugsbeleid moet voeren. De problematiek heeft namelijk
zware gevolgen en beïnvloedt de werking op de werkvloer, maar ook de
levensomstandigheden van de werknemers zelf, van hun collega’s, van de
werkgever en vooral van de familie van de werknemer. Deze problematiek
heeft dan ook betrekking op de werknemers, de werkgevers en de
overheid. Ze heeft ook te maken met het beleid van herinschakeling van
werknemers waar de nadruk op wordt gelegd; ze veronderstelt een
versterkte
samenwerking
met
Volksgezondheid
en
met
de
Gemeenschappen.
Nog niet zo lang geleden hebben de sociale partners binnen de Nationale
Arbeidsraad een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten inzake het
alcohol- en drugsbeleid binnen de onderneming.
Volgens de collectieve arbeidsovereenkomst moet de werkgever, binnen
het kader van een dergelijk beleid, enerzijds de vertrekpunten en
doelstellingen bepalen van het preventieve alcohol- en drugsbeleid binnen
zijn onderneming en anderzijds moet hij een beleids- of intentieverklaring
uitwerken met de grote lijnen van het preventieve alcohol- en drugsbeleid
binnen zijn onderneming.
In het kader van de voormelde collectieve arbeidsovereenkomst werd al
een procedure voorzien op het niveau van de onderneming voor de
toepassing van de verplichtingen van de werkgever. Daarom vragen de
sociale partners aan de regering om in hun bijkomend advies nr. 1655 van
10 oktober 2008 voor deze vermeldingen te kunnen afwijken van de
regels van procedure die in bepaalde bepalingen van de wet van 8 april
1965 vervat zitten. Om aan de vraag van de sociale partners tegemoet te
komen, heeft de minister van Werk een wijziging in het wetsvoorstel
houdende diverse niet-dringende bepalingen voorgesteld die op dit
moment door de regering wordt onderzocht.
52
6.
Preventiecampagnes in de bouwsector
Campagne 2007 Dakwerken in samenwerking met de NAVB
Het samenwerkingsprotocol tussen de FOD Werk, Arbeid en Sociaal
Overleg en het Nationaal Actiecomité in het Bouwbedrijf (NAVB) voorziet
dat de twee organisaties samen een thematische campagne zullen voeren.
De ongevallenstatistieken bewijzen dat dakwerken een van de sectoren is
met het hoogste risico op ongevallen. We hebben het nu niet alleen over
het risico op vallen, maar ook over tal van andere risico’s die ervoor
zorgen dat er zich in deze subsector meer ongevallen voordoen dan het
gemiddelde in deze sector. Om die reden werd deze subsector door de
twee organisaties als onderwerp van deze dubbele campagne in 2006 en
2007 gekozen.
We stellen vast dat er, na een jaar van intensief campagne voeren door
de NAVB en ondanks de door de campagne aangekondigde inspecties, nog
steeds tijdens 17 procent van de inspecties strafmaatregelen moesten
worden genomen wegens gebrek aan voldoende preventie. Naast de
strafmaatregelen op de vele werven waar men ook dakwerken uitvoerde,
werden eveneens schriftelijke of mondelinge waarschuwingen gegeven
naar aanleiding van inbreuken op de reglementering. Deze cijfers
bewijzen dat de bescherming tegen vallen bij een aanzienlijk deel van de
dakwerken nog veel te wensen over laat en dat er een permanente
controle van de inspectiediensten voor deze sector nodig is.
Campagne 2008 Manueel hanteren van lasten in de bouwsector
Het gaat om een campagne van communicatie, sensibilisering en inspectie
op aanvraag van het SLIC (het Senior Labour Inspectors Committee) die
als doel heeft om de afwezigheid op het werk omwille van rugklachten te
verminderen (arbeidsongevallen, beroepsziekten, andere ziekten en
aanleidingen tot afwezigheid op het werk die niet in de statistieken zijn
opgenomen). Een van de geviseerde sectoren in 2008 is de bouwsector.
De campagne bestaat uit drie onderdelen:



Communicatiecampagne (door de verspreiding van de brochure
“Preventie van rugklachten” in de bouwsector, in alle betrokken
ondernemingen);
Opleiding van inspecteurs;
Inspectiecampagne.
53
De inspectiecampagne loopt van 9 september 2008 tot 31 december
2008. De aandachtspunten zijn de volgende:




Afschaffen van gevaarlijk manueel hanteren (zakken +25 kg);
Risico-evaluatie;
Risicobeperking;
Controle gezondheid.
Campagne 2008 Wegenwerken
Deze campagne is georganiseerd in samenwerking met de NAVB en de
Algemene Directie Toezicht op het Welzijn (TW) die het deel bescherming
voor zijn rekening neemt. De wegenwerken, met inbegrip van
rioleringswerken en werken van nutsleidingen op het openbaar terrein,
werden als doelgroep gekozen.
De wegenwerken vertegenwoordigen een subsector van de bouw met
verschillende specifieke risico’s. Het enige hoofddoel van de campagne is
om een lager aantal arbeidsongevallen te bereiken en een beter welzijn op
de werven waar de wegenwerken worden uitgevoerd; en dit alles door een
betere naleving van de reglementering ter zake. Er wordt een controle
uitgevoerd, enkel en alleen door het TW, tijdens dewelke strafmaatregelen
kunnen genomen worden in geval van ernstige inbreuken op de
reglementering inzake welzijn op het werk. Tijdens deze controle wordt
een lijst van inbreuken gehanteerd. Wanneer een inbreuk wordt
vastgesteld die op de lijst staat, dan worden in principe strafmaatregelen
genomen.
54
7. Risicopreventie voor prikongevallen
Dagelijks worden tientallen werknemers uit de gezondheidssector het
slachtoffer van een prikongeval, wat een besmettingsrisico inhoudt door
de pathogene kiemen die worden overgedragen door het bloed van de
patiënt. De meest voorkomende virussen zijn Hepatitis B, Hepatitis C en
het HIV-virus.
Uit de resultaten van een surveillance van accidenteel bloedcontact in de
Belgische Ziekenhuizen, uitgevoerd door het Wetenschappelijk Instituut
Volksgezondheid (WIV) (47 ziekenhuizen of 24 procent van de Belgische
ziekenhuizen), blijkt dat het ziekenhuispersoneel, voor de periode juni
2003-december 2005, per 100 ziekenhuisbedden een jaarlijks gemiddelde
van 10,1 accidentele bloedcontacten heeft. Dit cijfer is een onderschatting
van het probleem, aangezien vele accidentele bloedcontacten niet worden
gerapporteerd. Een studie van het Canadese Centrum voor Preventie
toont aan dat 57 procent van de accidentele bloedcontacten niet worden
aangegeven. Dat wil zeggen dat het cijfer misschien wel dubbel zo hoog
ligt. De cijfers lijken op de cijfers die door andere surveillance-netwerken
in Europa werden gerapporteerd.
Bovendien wordt in dezelfde studie van het WIV vermeld dat, naast de
prikongevallen tijdens de voorbereiding van de activiteit (1,5 procent),
tijdens de immobilisering van de patiënt (2,3 procent) of ten gevolge van
andere niet-gespecificeerde oorzaken (8 procent), 70 procent van de
prikongevallen mogelijk te vermijden zijn.
De meeste ongevallen in de ziekenhuizen zouden vermeden kunnen
worden door een bewustwording van de risico’s en door goede
preventiemaatregelen. De bevordering van preventiemaatregelen door
informatiecampagnes en opleidingen zijn een middel om het aantal
ongevallen te reduceren die de gezondheid van de werknemers
beïnvloeden. Dergelijke maatregelen zullen in samenspraak met mijn
collega van Volksgezondheid worden genomen.
*
*
*
*
55
Download