Tijdvak 7 Tijd van Pruiken en Revoluties Waarom braken er democratische revoluties uit en wat waren de gevolgen? In de Middeleeuwen werd de ontwikkeling van de wetenschap afgeremd door de kerk: alles wat in strijd met de Bijbel was werd als ketterij beschouwd. In de Renaissance gingen geleerden zelf op onderzoek uit met behulp van de wetenschappelijke methode: observeren, redeneren, concluderen, experimenteren. Dat leidde tot de Wetenschappelijke revolutie, waarin veel natuurwetten werden (her)ontdekt (bv zwaartekracht, elektriciteit) In de 18de eeuw ontstond de Verlichting: door je verstand gebruiken (Rationalisme) tot kennis van de waarheid komen en zo licht brengen in de duisternis van bijgeloof en onwetendheid. De Verlichting kende voorlopers in Engeland en De Republiek , maar bereikte een hoogtepunt in Frankrijk: Voltaire(Deïsme, tolerantie), Montesquieu(trias politica) en Rousseau (volkssoevereiniteit, natuurrechten).Zij kwamen met nieuwe ideeën over de menselijke samenleving. Die ideeën werden verspreid via salons, koffiehuizen, geschriften en de Encyclopedie en leidden tot democratische revoluties in Amerika, Frankrijk en De Republiek. Amerikaanse revolutie De Engelsen wilden de kolonisten mee laten betalen aan de kosten van de oorlogen tegen de Fransen. De kolonisten wilden alleen betalen, als ze meer invloed op het bestuur kregen. Toen de Engelsen met nieuwe belastingen kwamen, kwamen de kolonisten in opstand (Boston Teaparty, 1773). De Engelsen straften de kolonisten die zich onafhankelijk verklaarden (1776) Daarop volgde de Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog (1776-1783) die de kolonisten wonnen met behulp van het buitenland (Frankrijk, Spanje) In 1787 kwamen de Founding Fathers met een constitutie (1ste ter wereld), die de V.S. tot een federatie maakte, waarin de machten verdeeld waren: wetgevende macht (Congres = Senaat + Huis van Afgevaardigden) , uitvoerende macht (president en regering) en rechterlijke macht (Hooggerechtshof) In de Bill of Rights werden de grondrechten vastgelegd. Franse revolutie In Frankrijk was de bevolking ontevreden over het absolutisme, de standenstaat, de grote kloof arm- rijk en de vele oorlogen. In 1789 ging de Franse staat failliet. Lodewijk XVI riep de Staten Generaal bijeen. De derde stand liep weg na een ruzie over de stemprocedure en noemde zich de Nationale Vergadering. Door de grote onrust (bestorming van de Bastille en de kastelen) gaven de 1ste en 2de stand toe. Er kwam een Verklaring van de rechten van de mens en de burger, de standenstaat werd afgeschaft en in 1791 werd de macht van de koning beperkt door een grondwet. Toen de koning in 1792 tevergeefs probeerde te vluchten werd hij afgezet en werd Frankrijk een republiek. Het gewone volk onder leiding van Robespierre greep de macht. De daarop volgende Terreur maakt veel slachtoffers, waaronder de koning. Ook werd de dienstplicht ingevoerd om de revolutie te beschermen en later te exporteren. In 1794 was het genoeg. Robespierre kwam zelf onder de guillotine en de macht kwam weer bij de bourgeoisie. Om dat het Directoraat een zwak bestuur uitoefende moest het leger steeds vaker optreden. Zo kon in 1799 Napoleon aan de macht komen. Hij zorgde ervoor, dat hij alleen de macht kreeg (in 1804 werd hij keizer) Hij voerde de Code Napoleon in en het decimale stelsel. Ook ging hij heel Europa veroveren en zette overal familieleden op de troon. In 1812 deed hij een mislukte poging Rusland te veroveren. Na een nederlaag bij Leipzig (1813) werd hij naar Elba verbannen. In 1815 keerde hij terug, maar na een nieuwe nederlaag bij Waterloo werd hij naar St. Helena verbannen, waar hij stierf (1821) Patriotse en Bataafse revolutie Na de dood van Willem III volgde het 2de Stadhouderloze tijdperk (1702-1747) Daarna kwamen achtereenvolgens Willem IV en Willem V die hun macht probeerden te vergroten. Daarop kwam veel kritiek van de patriotten. Ook hadden zij veel kritiek op de regenten die de schuld kregen van de economische achteruitgang en het monopoliseren van de macht. Zij werden geïnspireerd door de Verlichte ideeën (Aan het volk van Nederland, 1781) Toen De Republiek de 4de Engelse zee oorlog (1780-1784) verloor vonden ze het genoeg en begonnen de Patriotse revolutie (1785-1787) Op veel plaatsen namen ze de macht over en de stadhouder vluchtte naar Nijmegen. Toen zijn vrouw ,Wilhelmina van Pruisen, op weg naar Den Haag werd tegengehouden riep ze haar broer, de koning van Pruisen, te hulp die een einde aan de revolutie maakte. Veel patriotten vluchtten naar Frankrijk. In 1795 veroverden de Fransen De Republiek. De stadhouder vluchtte naar Engeland en veel regenten werden afgezet. Daarmee begon de Bataafse revolutie (1795-1798) De nieuwe Bataafse republiek was een eenheidsstaat. In de grondwet van 1798 werden de machten verdeeld: wetgevende macht (een met algemeen kiesrecht gekozen Nationale Vergadering), de uitvoerende macht (Uitvoerend Bewind) en de rechterlijke macht (De republiek was een rechtsstaat) Na 1799 werd de Franse invloed steeds groter en in 1806 benoemde Napoleon zijn broer Lodewijk tot koning van Holland. In 1810 werd Lodewijk Napoleon afgezet en werd ons land een provincie van Frankrijk. Na de nederlaag van Napoleon in 1813 vluchtten de Fransen en kwam de zoon van de laatste stadhouder als koning Willem I op de troon van het koninkrijk der Nederlanden (Benelux)