HET FAILLISSEMENT - Vanmechelen

advertisement
HET FAILLISSEMENT: ALGEMEEN
De handelaar/handelsonderneming die op duurzame wijze heeft opgehouden te betalen en
wiens krediet geschokt is, bevindt zich in staat van faillissement.
Verkeert een handelaar of handelsonderneming in staat van faling, dan heeft de handelaar of
handelsonderneming in kwestie geen toekomstperspectieven meer: men ziet op korte op
middellange termijn geen mogelijkheden meer om de handelsactiviteit opnieuw rendabel te
maken.
Met andere woorden kan de handelaar of handelsonderneming niet meer tegemoetkomen aan
de betalingsverzoeken van zijn schuldeisers en leveranciers. Het betreft hier dus een structurele
betalingsproblematiek.
Bevindt de handelaar/handelsonderneming zich daarentegen in een tijdelijke precaire financiële
situatie, dan is er geen sprake van een staat van faillissement. Externe omstandigheden, zoals
verbouwingswerken, wegenwerken, edm. maar ook een slecht gevoerde administratie en
facturatie liggen vaak aan de basis van tijdelijke rendabiliteits- en solvabiliteitsproblemen. Voor
dergelijke tijdelijke betalingsproblemen kan de handelaar/handelsonderneming ervoor opteren
om een gerechtelijke reorganisatie aan te vragen. Zo’n procedure beoogt, in tegenstelling tot
een faillissementsprocedure, de onderneming in moeilijkheden te saneren en opnieuw rendabel
te maken.
Een faillissementsprocedure heeft daarentegen tot doel de handelsbedrijvigheid stop te zetten
en de onderneming te sluiten.
Overeenkomstig artikel 2 en 9 van de Faillissementswet moet de handelaar of
handelsonderneming die op duurzame wijze heeft opgehouden te betalen en wiens krediet
geschokt is, de boeken neerleggen binnen de maand nadat hij/zij heeft opgehouden te betalen.
Overeenkomstig artikel 6 van de Faillissementswet zijn er verschillende manieren om het
faillissement uit te spreken, met name:
-
op aangifte van de handelaar/handelsonderneming
op dagvaarding van één of meerdere schuldeisers
op dagvaarding van het Openbaar Ministerie
op dagvaarding door de voorlopig bewindvoerder
op dagvaarding door de curator in de hoofdprocedure
De rechtbank van koophandel is bevoegd om falingen uit te spreken. Wordt een handelaar of
handelsonderneming failliet verklaard door de rechtbank van koophandel, zal deze rechtbank
een curator aanstellen. De curator zal bij de gefailleerde ter plaatse gaan en een proces-verbaal
van inventaris opstellen van alle aanwezige roerende en onroerende goederen. De curator zal
vervolgens alle voor beslag vatbare goederen verkopen. De verkoopopbrengst zal aangewend
worden om (een deel van) de schuldeisers van de gefailleerde uit te betalen.
De schuldeisers van de gefailleerde kunnen een aangifte van schuldvordering indienen in het
faillissement. De curator zal deze schuldvorderingen opnemen in het passief, dan wel
aanhouden of betwisten. Betwistingen hieromtrent kunnen gebracht worden voor de rechtbank
van koophandel.
Na de verkoop van de aanwezige activa, wordt het faillissement afgesloten met een
sluitingsvonnis dat door de rechtbank van koophandel wordt uitgesproken.
Een gefailleerde natuurlijke persoon kan verschoonbaar verklaard worden door de rechtbank
van koophandel. Dit impliceert dus een kwijtschelding van de restschulden die na de verkoop
van de activa zouden overblijven, en betekent dus een “fresh start”.
Overeenkomstig artikel 81 van de Faillissementswet kunnen rechtspersonen evenwel niet
verschoonbaar worden verklaard.
Download