Lesmodule Ouderenmishandeling, voor de vrijwilliger – november 2014 Wat is ouderenmishandeling en wat te doen bij niet-pluis-gevoel? Officiële definitie van Ouderenmishandeling Ouderenmishandeling is het handelen of het nalaten van handelen van al degenen die in een terugkerende persoonlijke of professionele relatie met de oudere staan, waardoor de oudere persoon lichamelijke en/of psychische en/of materiele schade lijdt en waarbij van de kant van de oudere sprake is van gedeeltelijke of volledige afhankelijkheid. Wie zijn de slachtoffers en wie zijn de plegers? Naar schatting worden in Nederland jaarlijks 200.000 ouderen in huiselijke kring slachtoffer van mishandeling, dat is 1 op de 20! Bij de slachtoffers zijn veel dementerende ouderen. En van de slachtoffers blijkt meer dan 70 % vrouw te zijn. Ouderenmishandeling blijkt in iedere bevolkingsgroep voor te komen en in elk land. De plegers zijn mensen uit de eigen persoonlijke omgeving. In 52 % van de gevallen gaat het om (klein)kinderen en bij 33 % gaat het om (ex)partners1. De plegers kunnen dit moedwillig doen (uit desinteresse, wraak of financieel gewin), maar vaak is het onopzettelijk uit onmacht. In dit laatste geval spreekt men van ‘ontspoorde zorg’. Een mantelzorger bijv. kan na jarenlange zorg voor een naaste overbelast raken. Mishandeling zit dan, als laatste ‘redmiddel’ in een klein hoekje. In dat geval heeft niet alleen het slachtoffer hulp nodig, maar ook de pleger. Ouderenmishandeling kent vele vormen. Er zijn verschillende vormen van ouderenmishandeling: 1. Lichamelijke mishandeling 2. Psychische mishandeling 3. Verwaarlozing 4. Financiële uitbuiting 5. Seksueel misbruik Deze vormen van ouderenmishandling komen vaak in combinatie voor. Denk aan een combinatie van financiële en psychische mishandeling. 1. Lichamelijke mishandeling Lichamelijke mishandeling gaat om slaan of schoppen, maar ook om knijpen, de mond afplakken, aan de haren trekken of branden. Soms worden ouderen vastgebonden aan een stoel of bed. Een minder zichtbare vorm van lichamelijke mishandeling is het geven van te weinig of juist teveel medicijnen zoals slaapmiddelen. Mogelijke signalen: blauwe plekken, schrammen, snij-, schaaf- of brandwonden, zwellingen, striemen op het lichaam, versuffing en apathie. 2. Psychische mishandeling 1 cijfers uit 2013 (door MOVISIE) 1 Lesmodule Ouderenmishandeling, voor de vrijwilliger – november 2014 Psychische mishandeling gaat om treiteren, pesten en sarren, dreigementen (bijvoorbeeld dreigen met uithuisplaatsing, schelden, intimideren, valse beschuldigingen, beledigen of bevelen). Ook het vernederen, het zelfvertrouwen ondermijnen en het psychisch onder druk zetten vallen onder psychische mishandeling. Bij de oudere leidt dit tot gevoelens van angst, woede, verdriet, schuchterheid, verwardheid of apathie. Mogelijke signalen: onverklaarbare angst, woede en/of verdriet, verwardheid, schuchterheid, weinig reactie, wantrouwen, slaap- en/of eetproblemen. Maar ook: deuren zijn op slot, overname van zaken die de oudere best zelf kan, geen toegang voor vrienden of bekenden, geen privacy bij bezoek. 3. Verwaarlozing Verwaarlozing kan lichamelijke of psychische verwaarlozing zijn. Onder lichamelijke verwaarlozing verstaan we situaties waarin er niet voldoende voedsel of drinken aanwezig is, of onvoldoende persoonlijke of huishoudelijke hygiëne. Van psychische verwaarlozing is sprake wanneer de geestelijke behoeften van ouderen worden genegeerd, zoals de behoefte aan aandacht, liefde, emotionele zorg en respect. Mogelijke signalen: ondervoeding, uitdroging, slechte hygiëne, doorliggen of andere onverzorgde wonden, vervuiling van zichzelf en/of kleding en/of huis, onvoldoende eten en drinken in huis, lichamelijke achteruitgang, plotselinge vermagering, depressie, frustratie, apathie, verdriet en wanhoop. 4. Financiële uitbuiting Bij deze vorm van ouderenmishandeling gaat het om het wegnemen of profiteren van bezittingen van de oudere. Te denken valt aan diefstal van geld (bijvoorbeeld met een bankpas voor zichzelf pinnen), juwelen en andere waardevolle spullen, aan verkoop of gebruik van eigendommen zonder toestemming van de oudere en aan afpersing en gedwongen testamentverandering. Ook iemand financieel kort houden is een vorm van uitbuiting. Daarnaast kan financiële uitbuiting ontstaan. Een voorbeeld is dat zorgverleners, maar ook familieleden de zorg(gelden) misbruiken. Signalen: plotselinge of onverklaarbare geldopnames bij de bank, verdwijnen van waardevolle spullen uit huis, onverklaarbaar tekort aan geld, ontstaan van schulden, huurachterstand, grote belangstelling van familie over geld of bezittingen van de oudere, weigeren van informatie over financiële situatie. 5. Seksueel misbruik Bij seksueel misbruik gaat het om het verrichten van seksuele handelingen met of in het bijzijn van de oudere, tegen de wens van de oudere. Ouderen kunnen het slachtoffer zijn van onder meer exhibitionisme, betasten van het lichaam en verkrachting. Mogelijke signalen: beschadigingen of irritaties aan genitaliën of anus, terugkerende genitale of anale infecties, bloedvlekken in kleding of beddengoed, moeite met zitten of lopen, geslachtsziekten, hevige onrust bij het (ont-)kleden en wassen, veelvuldig seksueel getinte gesprekken voeren. Signaleren of herkennen? U komt als vrijwilliger bij ouderen thuis. Het is mogelijk dat u tijdens een bezoek (één of meer van) bovengenoemde signalen tegenkomt. Het slachtoffer zelf zal de mishandeling niet melden, omdat er sprake is van schaamte en angst. Het is een taboe. 2 Lesmodule Ouderenmishandeling, voor de vrijwilliger – november 2014 De ervaring leert dat als je je niet bewust bent van het feit dat Ouderenmishandeling kan voorkomen, je het dan ook niet ziet. Nu u er wel over wordt geïnformeerd, kunt u het ook herkennen. Maar signaleren of er daadwerkelijk sprake is van Ouderenmishandeling is echt een taak van professionele hulpverleners, dat vergt kennis en ervaring. Belangrijk hierbij is dat 1 echte klap (in dit geval: letterlijk) nog geen etiket Ouderenmishandeling verdient. Er moet sprake zijn van een patroon dat langzaam is ontstaan, uitmondend in een vicieuze cirkel van controle, macht en geweld. Het moet worden voorkomen dat iemand onterecht wordt beschuldigd als pleger. Trek niet te snel conclusies. U kunt wel een niet-pluis gevoel krijgen. Dat is een signaal dat kan wijzen op ouderenmishandeling, maar dat hoeft niet per se. Een niet-pluis gevoel blijkt een goede indicatie, waar hulpverleners mee verder kunnen. Wat doet u met een niet-pluis gevoel? Er moet op basis van dit signaal worden gehandeld, want ouderenmishandeling stopt nooit vanzelf. Wat kan u doen met een eventueel niet-pluisgevoel? U gaat niet hulpverlenen, maar wel doorverwijzen waardoor anderen gaan handelen. De doorverwijzing kan op twee manieren: 1. De betrokkene(n) zelf laten handelen. In dit geval ziet u een mogelijkheid om dit moeilijke onderwerp toch bespreekbaar te maken, eventueel pas in een 2e huisbezoek. Een goed luisterend oor kan het verhaal opeens naar boven brengen. Roep dan op dat de betrokkene zelf gaat handelen. U kunt adviseren om het eens te bespreken met een ander familielid, vertrouwenspersoon in de eigen kring of huisarts. U kunt ook het landelijk telefoonnummer achterlaten met informatie. Vertel erbij dat het bellen anoniem kan. 2. Zelf handelen als vrijwilliger. U kunt zelf bellen met het landelijk telefoonnummer: 0800 – 1 26 26 262. U wordt dan doorverbonden met het Steunpunt Huiselijk Geweld (SHG3) in je regio. Afhankelijk van het specifieke verhaal kan de SHG de hulpverlening starten. U hebt daarmee de situatie overgedragen. Als de situatie waarover u belt zeer ernstig is, kan u ook overwegen om dit melden anoniem te doen. Het is altijd verstandig om in voorkomende gevallen contact op te nemen met uw begeleider van de eigen seniorenorganisatie, om samen een strategie te bepalen. Tijdens de voorlichtingscampagne, die in 2013 en 2014 door specifiek getrainde vrijwilligers van seniorenorganisaties is uitgevoerd, bleek dat er bij slachtoffers of omstanders veel schroom is om direct naar het landelijke telefoonnummer te bellen. Dit is vooral aan de orde als er sprake is van redelijk besloten gemeenschappen, zoals kerkelijke groeperingen of migranten. Het benutten van het eigen netwerk kan een goed alternatief zijn voor het doorverwijzen naar een SHG. De oudere kan zelf dit eigen netwerk activeren, al dan niet m.b.v. professionals zoals een maatschappelijk werker. U heeft bij de uitvoering hiervan geen rol. 2 Er komt per 1 jan. 2015 een nieuw, gratis landelijk telefoonnummer. Vanaf 1 jan 2015 worden dit bureaus ‘Veilig Thuis’ , met als subtitel ‘Advies- en meldpunten Huiselijk Geweld en Kindermishandeling’, i.v.m. de samenvoeging van de SHG’s en de AMK’s (Advies- en Meldpunten Kindermishandeling). 3 3 Lesmodule Ouderenmishandeling, voor de vrijwilliger – november 2014 Achtergrondinformatie Website Overheid: www.vooreenveiligthuis.nl www.huiselijkgeweld.nl/dossiers/ouderenmishandeling Boeken: Oud Leed, door Theo Royens & Maria van Bavel, ISBN: 978 90 8850 2170 Ouderenmishandeling, door Gerda Krediet, ISBN: 978 90 3523 8176 4