INFO-FICHE - KB 2009 7. Aflevering 4. BIJZONDERE VORMEN VAN AFLEVERING Deze bepalingen zijn in werking sinds 9 februari 2009 4.1. Aflevering van vaccins voor jonge kinderen en werknemers in het kader van vaccinatiecampagnes ter voorkoming van besmettelijke ziektes De apotheker mag in het kader van vaccinatiecampagnes met het oog op de voorkoming van besmettelijke ziektes vaccins afleveren - aan de geneesheer-directeur van een externe of interne dienst voor preventie en bescherming op het werk voor de werknemers van een onderneming of van elke andere werkplaats, of aan zijn gemachtigde - aan de geneesheer-directeur van een centrum erkend voor het voeren van vaccinatiecampagnes voor jonge kinderen door daartoe erkende centra, of aan zijn gemachtigde Het territorialiteitsvereiste (gemeente of aangrenzende gemeente) werd afgeschaft om tegemoet te komen aan de Europese eisen ter zake. Bij de aflevering van vaccins dient de apotheker een aantal formaliteiten na te leven. 1° De apotheker moet indien hij aflevert aan de gemachtigde van de geneesheer-directeur een kopie van het gedateerd en ondertekende mandaat opvragen. Dergelijk mandaat geldt voor één jaar, is opzegbaar, maar ook hernieuwbaar. 2° De apotheker moet binnen de maand aan het FAGG de naam en het adres meedelen van de externe of interne dienst voor preventie en bescherming op het werk of het erkend centrum waaraan hij vaccins aflevert en de eventuele wijzigingen 3° De apotheker mag de vaccins uitsluitend afleveren op voorlegging van een schriftelijk verzoek voor een groep patiënten, gedateerd en ondertekend door de geneesheer – directeur. Dit schriftelijk verzoek moet de naam van de geneesheer – directeur vermelden, zijn adres en zijn erkenningnummer bij het RIZIV. Bron: basis APB – Juridische Dienst 15 Bij dit schriftelijk verzoek moet een nominatieve lijst gehecht zijn met de naam en de voornaam van de werknemers of de jonge kinderen voor wie de vaccins bestemd zijn. Let wel: deze uitzondering is enkel van toepassing voor de aflevering van vaccins! 4.2. Aflevering geneesmiddelen voor de behandeling van tropische ziekten en ter voorkoming van besmettelijke ziekten De apotheker mag eveneens geneesmiddelen voor menselijk gebruik die bestemd zijn voor de behandeling van tropische ziekten, en immunologische geneesmiddelen ter voorkoming van besmettelijke ziekten afleveren aan de hoofdgeneesheer van het Prins Leopold Instituut voor Tropische Geneeskunde te Antwerpen of aan zijn gemachtigde. Deze geneesmiddelen zijn bestemd voor patiënten die zich naar het buitenland begeven. Bij deze aflevering dient de apotheker eveneens een aantal formaliteiten na te leven. 1° Indien hij aflevert aan de gemachtigde van de hoofdgeneesheer moet hij een kopie van het gedateerde en ondertekende mandaat opvragen. Dit mandaat geldt voor maximum vijf jaar. Het is onbezoldigd, opzegbaar en hernieuwbaar. 2° De apotheker moet binnen de maand aan het FAGG meedelen dat hij deze geneesmiddelen heeft afgeleverd. 3° De apotheker mag deze geneesmiddelen uitsluitend afleveren op voorlegging van een schriftelijk verzoek voor een groep patiënten. Dit schriftelijk verzoek moet gedateerd en ondertekend zijn door de hoofdgeneesheer, en moet zijn naam, zijn adres en zijn erkenningsnummer bij het RIZIV vermelden. Bron: basis APB – Juridische Dienst 16 4.3. Aflevering en urgentietrousse De aflevering van geneesmiddelen voor de urgentietrousse van een voorschrijver kan enkel indien ze zijn voorschreven of besteld op een origineel, gedateerd en ondertekend document, dat volgende gegevens bevat: - de naam en het adres van de voorschrijver - de vermelding “urgentietrousse” De urgentietrousse is “de trousse van de voorschrijver die geneesmiddelen voor menselijk gebruik bevat bestemd, om, bij dringende noodzaak, onmiddellijk toegediend te worden door de voorschrijver aan zijn patiënt”. Door deze bepaling kan de geneesheer geneesmiddelen verkrijgen bij een dringende noodzaak, zonder dat er daarvoor een officieel voorschrift nodig is. Er kan bijvoorbeeld zelf een bierviltje gebruikt worden om de geneesmiddelen te verkrijgen. De apotheker dient zich wel te vergewissen van de echtheid van het opgestelde document. 4.4. Aflevering tijdens de wachtdienst Specifiek in verband met de aflevering van geneesmiddelen tijdens de wachtdienst bepalen de GGOFP dat indien de apotheker die van wacht is, niet beschikt over een geneesmiddel dat aan een bepaalde patiënt is voorschreven, hij dit vervangt door een geneesmiddel dat in essentie gelijkwaardig is. Hij brengt de patiënt hiervan op de hoogte en, indien mogelijk, ook de arts. Kan de apotheker geen gelijkwaardig alternatief geneesmiddel afleveren, dan doet hij al het mogelijke om het geneesmiddel zo snel mogelijk te verkrijgen. Lukt ook dit niet, dan verwijst hij de patiënt door naar een andere apotheker van wacht die het voorschrift wel kan afhandelen. De doorverwijzende apotheker moet er zich wel van vergewissen dat deze apotheker het voorschrift kan uitvoeren. 5. TIJDSTIP AFLEVERING 5.1. Principe van de onmiddellijke aflevering Behoudens overmacht, moeten alle door de patiënt of de verantwoordelijke van de dieren in de apotheek bestelde producten uiterlijk de volgende werkdag kunnen worden afgeleverd. Van de via internet of via een ander communicatiemiddel (fax, telefonisch, …) bestelde geneesmiddelen, moet de levering worden verzekerd binnen de twee Bron: basis APB – Juridische Dienst 17 werkdagen na ontvangst van de bestelling, tenzij anders werd overeengekomen met de patiënt. Indien de aard van de geleverde geneesmiddelen voor menselijk gebruik en medische hulpmiddelen dit vereist, moet de apotheker een snelle levering verzekeren aangepast aan de aard van het geleverde geneesmiddel voor menselijk gebruik of medisch hulpmiddel. 5.2. Uitzonderingen: latere en gespreide uitvoering 5.2.1. Situaties van latere en gespreide aflevering De onmiddellijke aflevering is niet steeds mogelijk of gewenst. Het KB Onderrichtingen voorziet dan ook een aantal uitzonderingen op dit principe van de onmiddellijke aflevering. Deze uitzonderingen betreffen zowel latere uitvoering als gespreide uitvoering 5.2.1.1. Latere aflevering Heeft de voorschrijver op het voorschrift een latere datum van aflevering bepaald, dan levert de apotheker het geneesmiddel af vanaf de door de voorschrijver bepaalde datum van aflevering. 5.2.1.2. Gespreide aflevering Het KB Onderrichtingen somt 4 situaties van gespreide aflevering op: 1. Schrijft de voorschrijver een behandeling voor met vermelding van de posologie, de gewenste termijn van de behandeling, en de dosering van het geneesmiddel voor menselijk of diergeneeskundig gebruik, dan is de apotheker verplicht het geneesmiddel gespreid af te leveren om de wil van de voorschrijver na te leven. 2. De apotheker mag het voorschrift gespreid uitvoeren indien de voorschrijver verschillende verpakkingen van eenzelfde geneesmiddel voor menselijk of diergeneeskundig gebruik voorschrijft op hetzelfde voorschrift. 3. De apotheker mag het voorschrift gespreid uitvoeren wanneer de patiënt of de verantwoordelijke van de dieren vraagt dat de geneesmiddelen voor menselijk of diergeneeskundig gebruik die voorkomen op het voorschrift op verschillende data worden afgeleverd. Opgelet: De apotheker mag hierbij niet uit het oog verliezen dat voorschriften voor de aflevering van geneesmiddelen bestemd voor dieren een strikt beperkte geldigheidsduur hebben, met name een geldigheidsduur van maximum 15 dagen indien het voorschrift betrekking heeft op voedselproducerende dieren en een Bron: basis APB – Juridische Dienst 18 geldigheidsduur van maximum 6 maanden indien het voorschrift betrekking heeft op niet-voedselproducerende dieren. 4. Indien de apotheker een voorschrift ontvangt voor een contraceptief geneesmiddel voor humaan oraal gebruik op basis van oestroprogestatieve associaties of op basis van enkel progesteron, mag hij bijkomende verpakkingen uitgesteld afleveren, behalve indien tenzij de voorschrijver dit uitdrukkelijk verboden heeft. Deze uitgestelde aflevering kan slechts voor een maximum van twaalf toedieningscycli, berekend met inbegrip van het oorspronkelijk voorschrift. 5.2.2. Document “uitgestelde aflevering” Gebeurt de aflevering van de geneesmiddelen voorgeschreven op één voorschrift niet in eenmaal, dan maakt de apotheker gebruik van het document “uitgestelde aflevering”, opgesteld overeenkomstig het model dat in bijlage IV van het besluit is gevoegd. Let op! Waar in het kader van de RIZIV-reglementering het document uitgestelde aflevering enkel geldt voor terugbetaalde geneesmiddelen, heeft het document “uitgestelde aflevering” in het kader van het KB Onderrichtingen betrekking op zowel terugbetaalde als op niet-terugbetaalde geneesmiddelen. Per document “uitgestelde aflevering” kan slechts één verpakking van het betreffende geneesmiddel worden afgeleverd. Op elk document “uitgestelde aflevering” moet het volgnummer van het voorschrift worden vermeld. De apotheker moet elke aflevering op basis van dit document in het register van geneesmiddelen en voorschriften inschrijven. Het formulier “uitgestelde aflevering” herneemt alle rechten en plichten van het oorspronkelijke voorschrift en wordt verstrekt aan de patiënt of verantwoordelijke van de dieren. Het document “uitgestelde aflevering” heeft een geldigheidsduur van 12 maanden vanaf de datum van het oorspronkelijke voorschrift. Dit geldt niet voor de aflevering van geneesmiddelen bestemd voor dieren. Zoals hoger aangegeven hebben voorschriften voor de aflevering van geneesmiddelen bestemd voor dieren een strikt beperkte geldigheidsduur, met name een geldigheidsduur van maximum 15 dagen indien het voorschrift betrekking heeft op voedselproducerende dieren en een geldigheidsduur van maximum 6 maanden indien het voorschrift betrekking heeft op niet-voedselproducerende dieren. Het Bron: basis APB – Juridische Dienst 19 document “uitgestelde aflevering” kan deze oorspronkelijke geldigheidsduur niet overschrijden. Bron: basis APB – Juridische Dienst 20