Sebastian Schwarz (1975) werkt als fysiotherapeut en PNI-therapeut in Konstanz (Duitsland) en geeft les in psycho-neuro-immunologie, voeding en myoreflextherapie aan het ‘Centre for Mitochondriale disfunctie en osteoporose Integrative Medicine’ in Konstanz. Hij volgt daarnaast de Master in klinische Psycho-Neuro-Immunolgie aan de uni- sebastian schwarz en Maurice kool versiteit van Gerona (Spanje). osteoporose is een ziekte die vooral op hogere leeftijd voorkomt en zich vooral in westerse landen manifesteert. oxidatieve stress draagt in sterke mate bij tot de ontwikkeling van osteoporose en is een kenmerkend fenomeen bij gezondheidsbedreigende risicofactoren zoals roken, hypertensie en overgewicht (diabetes-type-2). oxidatieve stress is het gevolg van een hoge productie van reactieve zuurstofdeeltjes (reactive oxygen species, ros). Mitochondria zijn de grootste producenten van ros en derhalve de moeite waard om eens nader te bekijken [1,2]. Volgens de theorie van endosymbiose was het mitochondrium zoals we Mitochondria zijn energiefabriekjes die ATP produceren, de belang- dat nu kennen, in beginsel een bacterie die via endocytose door een rijkste vorm van bio-energie voor het leven (zie afbeelding 1). Mito- cel in het cytoplasma terecht kwam. Deze theorie is in 1966 voor het chondria worden, behalve in circulerende erytrocyten, verder in alle eerst gepubliceerd door Lynn Myrgulis en wordt inmiddels breed geac- lichaamscellen aangetroffen. Iedere cel bezit 100 tot 100.000 van deze cepteerd in de wetenschappelijke wereld. Het evolutionaire voordeel organellen. Een hoog aantal ervan wordt aangetroffen in cellen met een voor de betreffende gastcel was dat de bacteriën nu een hogere energie- hoge energievraag, zoals het myocard en de skeletspieren. productie mogelijk maakten via een vorm van ademhaling. Voorheen steunde het celmetabolisme alleen op fermentatie (anaerobe glycolyse). Naar schatting is deze symbiotische relatie circa 1,7-2 miljard jaren ATP-Synthase partikel geleden ontstaan. De theorie is verder gebaseerd op het feit dat mitochondria eigen DNA (mtDNA) bezitten. Dit DNA codeert voor 37 genen, waarvan 13 voor proteïnen (polypeptiden), 22 voor transfer-DNA (tDNA) en twee voor de kleine en grote subeenheden van het ribosomale RNA (rRNA). Alle Intermembraanruimte (IMR) Matrix Cristae Ribosoom Granula dertien proteïnen maken deel uit van het enzymatisch complex van de elektronen-transportketen (ETC). DNA Afbeelding 1. Het mitochondrium. 32 Van Nature nr. 11 2008 7 --2007 Binnenmembraan Buitenmembraan pNi-artikel De laatste dertig jaar is het duidelijk geworden dat mitochondriale disfunctie een belangrijke oorzaak is van veroudering en aftakeling bij zoogdieren. Daarbij staat het vast dat cellen met een hoog aantal mitochondria ook gevoeliger zijn voor stoornissen dan andere. Mitochon- de elektronentransportketen. Daarom zullen mutaties met name deze driale disfunctie kenmerkt zich door een lage ATP-productie en dus een complexen beïnvloeden, met als gevolg toename van het aantal lekken laag energieniveau van de cel, met een hoge mate van oxidatieve stress in de elektronentransportketen, wat weer leidt tot nog meer ROS. en meer mutaties van het mitochondriaal DNA. de mitochondriale stofwisseling Ziekten waarbij mitochondriale disfunctie een rol speelt, zijn onder De mitochondriale stofwisseling kan verdeeld worden in twee processen; andere: Alzheimer, Parkinson, cardiovasculaire aandoeningen, diabetes- enerzijds: de tricarboxylzuurcyclus (TCA) oftewel citroenzuurcyclus, en type-2 en osteoporose. Aangezien het bekend is dat de synthese van anderzijds de oxidatieve fosforilering met de elektronentransportketen. botweefsel in sterke mate wordt beïnvloed door spieractiviteit, insuline- De citroenzuurcyclus vindt plaats in de matrix van het mitochondrium, metabolisme en inflammatoire processen (zie artikel 'Het skelet: spiegel terwijl de elektronentransportketen zich afspeelt in de binnenzijde van van de osteo-immunologische as' op pag. 27), zullen we ons richten op het mitochondriale membraan. het verband tussen mitochondriale disfunctie en de vorming van reactieve zuurstofdeeltjes (ROS) en reactieve stikstofdeeltjes (RNS) [3]. Voor De drie groepen macronutriënten kunnen alle drie via verschillende het gemak vermelden we dergelijke reactieve moleculen verder onder mechanismen de citroenzuurcyclus instromen (zie afbeelding 2): de noemer ROS. • Ingevalvandekoolhydratenisdecitroenzuurcyclusdederdestap. Glucose wordt afgebroken tot pyruvaat en opgenomen door de mito- Mitochondriaal dNa chondria. Daar wordt het pyruvaat vervolgens via decarboxylatie De reparatiemechanismen van mtDNA zijn minder effectief dan die van omgezet in acetyl-CoA dat in de citroenzuurcyclus gebruikt wordt. het nucleaire DNA. Dat maakt mtDNA ook kwetsbaarder voor oxidatieve schade. Daar staat tegenover dat de replicatie van mtDNA onafhankelijk • Proteïnenwordendoorproteasesafgebrokentotaminozuren.Hun is van de celcyclus, waardoor via replicatie snel ingespeeld kan worden koolstofsketen kan eveneens worden omgezet in acetyl-CoA, dat op de wisselende cellulaire energievraag. In een cel vinden we altijd weer in de citroenzuurcyclus wordt benut. twee typen mtDNA, het ’wildtype mtDNA’ en gemuteerd mtDNA (deleties, duplicaties en puntmutaties). Naarmate we ouder worden, neemt • Als onderdeel van het vetmetabolisme worden triglyceriden het gemuteerde DNA toe. Dit komt door de ROS die door de elektronen- gehydrolyseerd in vetzuren en glycerol. Glycerol kan in de lever transportketen geproduceerd worden en de kleine afstand tussen het worden omgezet in glucose en verder dus, net als de koolhydraten, mtDNA en de plaats waar de ROS vrijkomt (alhoewel nucleair DNA ook tot energie worden getransformeerd. De resterende vetzuren kan beschadigen). Zoals eerder vermeld, codeert mtDNA voor 37 genen kunnen ook via de zogenaamde bèta-oxidatie worden omgezet in waarvan de belangrijkste deel uitmaken van het complex I en IV van energie. Ze moeten daarvoor eerst omgezet worden in acyl-CoA. >> Energiemetabolisme Cel Glucose Pyruvaat PCO PDH Acetyl-CoA Citroenzuurcyclus NADH FADH2 ATP Aminozuren 8eADP ETC Vetzuren Acyl-Carnitine Acyl-CoA 10H+ Carnitine verklaring afkortingen: PCO = Pyruvaatcarboxylase PDH = Pyruvaatdehydrogenase ATP = Adenosinetrifosfaat ADP = Adenosinedifosfaat 8e= Negatieve lading (elektronen) 10H+ = Positieve lading (protonen) ETC = Elektronentransportketen NADH = Nicotinamide Adeno Dinucleotide FADH2 = Flavine Adeno Dinucleotide Carnitine-Acyltransferase Afbeelding 2. Mitochondriale stofwisseling. pNi katerN Van Nature nr. 11 - 2008 33 titel??? complex i complex ii complex iii complex iv atpase iMr NADH 4E 2E 2E Matrix 1E CytC CoQ CoQ 1 2O2 NAD+ Succinaat Fumaraat 4h+ 4h+ H2O ADP 2h+ ATP 3h+ Afbeelding 3. Chemiosmose; koppeling van de protonenpomp aan ATP-productie. Acetyl-CoA is voor de citroenzuurcyclus de belangrijkste leverancier Een tweede weg in de elektronentransportketen is de mogelijkheid om van acetylgroepen. Deze worden stapsgewijs geoxideerd. De elektronen de protongradiënt op een andere wijze te benutten, namelijk voordat het die bij dit proces vrijkomen, worden overgedragen op NAD+, FAD en ten goede kan komen aan de oxidatieve fosforilering. Deze weg wordt deels op coenzym-Q10, die de elektronen naar de transportketen over- gecontroleerd door de zogenaamde ‘uncoupling proteins’ (UCP) in het dragen. Eén acetylgroep in de citroenzuurcyclus levert acht elektronen binnenste mitochondriale membraan. De meest bekende is UCP1, dat die via NADH en FADH2 vervolgens de elektronentransportketen wordt gebruikt om warmte te genereren zonder dat de persoon rilt. Dit worden ingesluist. Verscheiden cofactoren van de citroenzuurcyclus mechanisme wordt gecontroleerd door het sympatische zenuwstelsel zorgen voor een goed verloop van deze processen, waaronder alfa- via noradrenerge activatie van bèta-3-adreno-receptoren. liponzuur, coenzym-Q10, glutathion, L-carnitine, vitamine B1, B2 en B3, panthoteenzuur (precursor van acetyl CoA) en magnesium (Mg). "Vitamine B1, B2, B3, B5, alfaliponzuur, coenzym-Q10 en magnesium zijn belangrijke cofactoren voor de citroenzuurcyclus" Iedere dag produceert het menselijk lichaam meer dan 60 kg ATP met slechts 3 of 4 gram beschikbaar AMP en ADP. Dit betekent dat de fosforilering van deze substraten in ATP duizenden malen per dag volgens een gecontroleerd mechanisme moet plaatsvinden om het lichaam van de benodigde energie te voorzien. De energiebehoefte van het lichaam is afhankelijk van de ATP/ADP-ratio en wordt primair gecontroleerd Gedurende de oxidatieve fosforilering worden elektronen overgedragen van elektrondonors op elektronontvangers, zoals zuurstof. Bij Mitochondriale disfunctie deze zogenaamde redoxreacties komt energie vrij die wordt gebruikt om ATP te vormen. De energie die vrijkomt wanneer de elektronen door de transportketen worden gedragen, wordt gebruikt om protonen over het binnenste mitochondriale membraan te transporteren (protonenpomp). Deze koppeling van protonenpomp aan de ATP-productie ETC mtDNA Redox-onbalans wordt chemiosmose genoemd. Hierbij ontstaat een pH-gradiënt en een elektrisch potentiaal over dit membraan, waarbij de matrix een hogere pH heeft en meer negatief geladen is. Deze vorm van energieopslag POLG Proteïne, Lipide mtDNA-mutatie Defecte Proteïne klonale expansie Permeabiliteit I wordt gebruikt door protonen weer via deze gradiënt terug over het membraan te laten stromen via een groot enzym ATP-synthase. Hierbij wordt via fosforilering van adenosine difosfaat (ADP) ATP geprodu- Kern DNA ros Cytochroom I ceerd (zie afbeelding 3). Defecte ETC Cel-energie Mitochondriale functie Veroudering Ziekte Disfunctie of celdood POLG = Polymerase (DNA) gamma Afbeelding 4. oorzaken en gevolgen van reactieve zuurstofdeeltjes (ROS). 34 Van Nature nr. 11 2008 7 --2007 pNi-artikel door de enzymen pyruvaatcarboxylase (PCO) en pyruvaatdehydrogenase Met de jaren leidt oxidatieve schade tot veranderingen in de structuur van (PDH). Als er genoeg ATP in de cel aanwezig is, zal pyruvaat niet de sleutelenzymen, met als gevolg dat de affiniteit tot de enzymsubstraten citroenzuurcyclus instromen, maar via pyruvaatcarboxylase (PCO) en vermindert. Deze affiniteit wordt uitgedrukt in de Michaelis-constante het proces van gluconeogenese omgezet worden in glucose. Verder remt een hoog ATP- en laag NAD+-niveau het enzym pyruvaatdehydro- (Km). Onderzoek toont aan dat acetyl-L-carnitine en alfaliponzuur de genase (PDH). Is de energievraag van de cel daarentegen hoog, dan zal mitochondriale functie en wordt minder ROS geproduceerd [7]. pyruvaat via PDH de citroenzuurcyclus instromen. Deze twee enzymen Patiënten met osteoporose hebben een lage antioxidatieve capaciteit en zijn sterk afhankelijk van vitamine B1, B2, B3, panthoteenzuur (B5) en een hoge mate van oxidatieve stress. Hun antioxidatieve profiel verbe- alfaliponzuur [3]. tert met een dieet dat rijk is aan antioxidanten, waarbij vooral het caro- Mitochondria benutten meer dan 85% van de cellulaire zuurstof. tenoïd lycopeen zowel de antioxidatieve capaciteit als de markers voor Afhankelijk van de leeftijd wordt 0,5 - 5% omgezet in het zeer reactieve de bot-turnover verhoogt [8,9,10,11]. Het flavonoïd quercetine is één van superoxide (O2-). De mitochondria zijn dus de organellen bij uitstek de krachtigste antioxidanten voor de mitochondria en beschermt met waar de meeste ROS worden geproduceerd. Dit impliceert dan ook een name tegen peroxynitriet en het hydroxyl-radicaal [12]. De verzorging grote bedreiging voor hun functioneren (zie afbeelding 4). met zink en antioxidanten, zoals vitamine C en bètacaroteen verdient ROS doen zich voor in de enzymcomplexen van de elektronentrans- naarmate we ouder worden extra aandacht[13]. enzymatische reactiesnelheid kunnen herstellen. Daardoor verbetert de portketen. Vooral in het complex I (NADH-coenzym-Q-oxidoreductase) en complex III (Q-cytochroom-c-oxidoreductase). Complex I produceert Zoals eerder in dit artikel vermeld, is osteoporose nauw verbonden ROS bij een hoge en lage ATP-productie, maar complex III produceert met inflammatoire processen en ROS, afkomstig van de mitochondria. meer ROS bij lage ATP-productie, wat bijvoorbeeld het geval is bij een Dit kan onder andere NF-kB activeren. NF-kB is een redoxsensitieve laag activiteitsniveau. Dit betekent, dat bij een lage ATP-vraag er meer transcriptfactor die onder activatie van ROS naar de nucleus gaat en ROS geproduceerd wordt. De eerste plaats wordt vooral het superoxide daar de genetische expressie verandert. NF-kB activeert proïnflamma- radicaal (O2-) geproduceerd. Via het enzym superoxidedismutase wordt toire cytokinen (TNF-alfa, IL1-bèta, IL-6), chemokines (IL-8, ICAM-1, dit omgezet in waterstofperoxide, dat vervolgens via glutathionperoxi- VCAM), groeifactoren (IGF-1, EGF, VEGF), glucocortocoïdreceptoren dase wordt omgezet in water. SOD gebruikt als cofactoren de mineralen en enzymen, zoals COX-2, 5-LOX of iNOS (induceerbaar stikstofoxide- mangaan (Mn), zink (Zn) en koper (Cu), terwijl glutathionperoxidase synthase) (zie afbeelding 5). >> afhankelijk is van selenium (Se). "Osteoporose is geassocieerd met een lage antioxidatieve capaciteit en een hoge mate van oxidatieve stress" Tumor necrose factor alfa (TNF-alfa) dat bijvoorbeeld door vetweefsel Oxidanten Schadelijke stoffen Zuurstof- p50 p65 NF-kB Degradatie p50 p65 IkB Feedback Regulatie IkB-alfa p50 p65 Gen Activatie Anti-inflammatie Antioxidatie ETC kan NO echter reageren met O2-. Hierdoor wordt het potentieel zeer schadelijke, instabiele peroxynitriet (ONOO-) gevormd, dat DNA IkB-alfa ROS Apoptose stikstofmonoxide (NO) met hun eigen enzym NO-synthase (mtNOS). het complex IV (cytochrome-c-oxidase) kan remmen. Via lekkage in de P GSSG JNK Virussen bacteriën Stress noradrenaline IkB-Kinase GSH metabolisme Redox controle Detoxificatie Ter regulatie van hun zuurstofgebruik produceren de mitochondria Deze regulatie berust op het werkingsmechanisme dat NO reversibel Cytokine IL1, IL-6 TNFα Celmembraan wordt geproduceerd, remt complex III en leidt tot ‘uncoupling’, waardoor er dus minder ATP beschikbaar komt! UV-licht straling Voeding suppletie Inflammatie Proliferatie en eiwitten kan beschadigen. Verder wordt er bij gebrek aan SOD meer waterstofperoxide geproduceerd. Aangezien dit stabieler en dus minder reactief is dan O2-, kan het vrijelijk door membranen diffunderen en zo schade berokkenen in vele celcompartimenten [3,4,5,6]. Het binnenmembraan van het mitochondrium is rijk aan oxidatiegevoelige, onverzadigde vetzuren, waardoor onder invloed van ROS lipideperoxidatie kan optreden. Dit kan echter voorkomen worden door vitamine E en coenzym-Q10, die een sterk beschermend effect op de mitochondriale membranen uitoefenen. Afbeelding 5. Interactie tussen ROS, NF-kB en apoptose. verklaring termen: GSH = GSSG = IkB-alfa = IkB-kinase = P = P50/P65 = T = = Glutathion (antioxidant/gereduceerde vorm) Glutathiondisulfide (verbruikt GSH) Inhibiting kappa B-alfa Inhibiting kappa B-kinase Proteïne NF-kB proteïne Remming Activatie pNi katerN Van Nature nr. 11 - 2008 35 De activatie van NF-kB is, behalve pro-inflammatoir, ook autokatalytisch de mitochondriale metabolische snelheid. Calorierestrictie induceert en versterkt dus de genetische expressie. De activering van antioxidatieve in sterke mate de activatie van SIRT. In het algemeen is duidelijk dat genetische patronen, zoals die van de enzymen voor de glutathionsyn- er een sterke relatie bestaat tussen voeding en mitochondriale functie, these, verhogen de weerstand van de cellen tegen apoptose-signalen die waarbij hypercalorische voedselinname een hoge productie van ROS afkomstig zijn van stressgeïnduceerde proteïnekinases (Januskinase) veroorzaakt [6,17,18,19,20]. JNK 1-3. Januskinases verhogen de productie van ROS en zijn derhalve proapoptotisch, terwijl NF-kB antioxidatieve effecten vertoont en juist specifieke interventiemogelijkheden de ROS/JNK-activiteit remt. Dit leidt tot een verlengd effect van NF-kB, Het energiemetabolisme blijkt een centrale rol te spelen in vrijwel wat weer leidt tot een verlengde inflammatoire respons of, als de oxida- ieder aspect van zowel ziekte als van vitaliteit. Aangezien juist de mito- tieve stress toeneemt, zelfs tot apoptose. Zo kan bijvoorbeeld een osteo- chondria de belangrijkste energieproducenten voor al onze cellen zijn blast afsterven als tegelijkertijd osteoclasten - die bijvoorbeeld door IL-6 (inclusief de osteoblasten), is het voor de hand liggend dat ze een grote worden aangetrokken - worden geactiveerd [5]. invloed kunnen hebben op osteoporose. Binnen dit kader is het vermeldenswaard dat behandelingen met cortisol, de ROS/JNK-route en de apoptose onder osteoblasten [1,14]. Interessant de volgende interventies kunnen reductie van mitochondriale ros bewerkstelligen: hierbij is dat curcumine, zoals bekend anti-inflammatoir en antioxidatief • zelfs in lage doseringen, leiden tot inhibitie van NF-kB. Dit bevordert quality diet - OCQD) bioflavonoïd, de oxidatieve stress kan verlagen en osteoclastgenese remt zonder de negatieve bijwerkingen van cortisol [15]. Calorierestrictie ter activatie van SIRT-3 (optimal calorie • Beoefenen van duursport of fysieke duurinspanningen (dit heeft een veelzijdig, gunstig effect, zoals vermindering van ROS en stimulatie van SIRT-3) Volgens eerdere rapporten zou een hoge homocysteïnespiegel apoptose van osteoblasten kunnen induceren via een mitochondriale route en • Inname salvestrolen (bevordert de activatie van SIRT-3) vorming van ROS [16]. Dit leidt tot de veronderstelling dat een voeding, • Verlagen van de homocysteïnespiegel rijk aan vitamine B6 en B12, zinvol zou kunnen zijn ter preventie van • Proinflammatoïre staat dempen met natuurlijke substanties als curcumine, dat zowel sterk antioxidatieve als anti- osteoporose. De vraag of deze benadering klinisch zinvol is als osteopo- inflammatoire eigenschappenen verenigt rose zich reeds heeft gemanifesteerd, zal beantwoord worden op basis van lopend wetenschappelijk onderzoek. • Verbeteren van de endogene antioxidantstatus door het bevorderen van glutathionsynthese via suppletie van N-acetyl-cysteïne Inmiddels is ander interessant onderzoek gedaan dat wijst op een verband tussen calorierestrictie en de mitochondriale functie. Daarbij wordt de • Suppletie van andere mitochondriale orthomoleculaire link gelegd naar een groep moleculen, de sirtuïnen, die met betrekking substanties: tot diverse metabole ziekten zeer in de belangstelling staan [6]. - alfaliponzuur - coenzym-Q10 Als het gaat om het verouderingsproces en de daaraan gerelateerde - L-carnitine ziekten, staan de sirtuïnen (SIRT) bijzonder in de wetenschappelijke - vitamine-B-complex belangstelling. Ze blijken een grote invloed te hebben op de mitochon- - multimineraalcomplex met zink, magnesium, driale disfunctie. Drie van de inmiddels zeven typen bekende sirtuïnen mangaan en selenium (SIRT 3 t/m5) die bij de mens voorkomen, bevinden zich in de mitochondria. Sirtuïnen zijn histon deacetylases (HDAC klasse III) die belang- 36 36 rijke biologische mechanismen, zoals de celoverlevinginsprocessen, Er bestaat inmiddels een duidelijke relatie tussen osteoporose en mito- reguleren. SIRT zijn voor hun activiteit afhankelijk van NAD, waardoor chondriale disfunctie. Een relatie, die zich met het klimmen der jaren hun enzymactiviteit direct verbonden is met het energieniveau van de kenmerkt door een toenemende mate van lekkage in de elektronen- cel ofwel de verhouding NAD/NADH dan wel de absolute hoeveelheden transportketen en een toename van ROS. Preventie en behandeling van NAD en NADH die belangrijke elektronentransporteurs zijn in de mito- osteoporose zou zich dus ook moeten richten op een reductie van mito- chondriale stofwisseling. Diverse bioflavonoïden stimuleren de SIRT chondriale ROS. De bekende PNI-aanbevelingen, zoals minder eten, en verminderen ROS. SIRT-3 activeert het mitochondriaal acetyl-coA- meer bewegen en…. daarbij een prettig sociaal netwerk onderhouden synthetase en speelt mogelijk een belangrijke rol in het reguleren van (stressreductie), blijven natuurlijk onverminderd belangrijk. << Van Nature nr. 11 - 2008 Wo pN Nid- agretNi k ez e li N g referenties 1. Sheweita SA, Khoshhal KI. Calcium metabolism and oxidative stress in bone fractures: Role of antioxidants. Curr Drug Metab 2007, Jun;8(5):519-25 2. Gröber U (GU). Osteoporose - risikofaktorenmanagement mit vitalstoffen. OM - Zs. F. Orthomol. Med 2006, Mar;2006;1:6-12 3. Friedrichsen HP. Mitochondriale dysfunktion - ursache chronischer erkrankungen. OM - Zs. F. Orthomol. Med 2008, Mar;2008;2:6-11 4. Friedrichsen HP. Mitochondriale dysfunktion im alter. OM - Zs. F. Orthomol. Med 2008, Mar;2008;2:17-20 5. Bieger WP, Neuner A. Die pathophysiologie vom oxidativen stress. OM - Zs. F. Orthomol. Med 2006, Sep;2006;3:6-12 6. Trifunovic A, Larsson NG. Mitochondrial dysfunction as a cause of ageing. J Intern Med 2008, Feb;263(2):167-78 7. Ames BN. Delaying the mitochondrial decay of aging. Ann N Y Acad Sci 2004, Jun;1019:406-11 8. Altindag O, Erel O, Soran N, et al. Total oxidative/anti-oxidative status and relation to bone mineral density in osteoporosis. Rheumatol Int 2008, Feb;28(4):317-21 9. Rao AV, Rao LG. Carotenoids and human health. Pharmacol Res 2007, Mar;55(3):207-16 10. Rao LG, Mackinnon ES, Josse RG, et al. Lycopene consumption decreases ProbIotIca, voor allE lEEFtIjDEn oxidative stress and bone resorption markers in postmenopausal women. Osteoporos Int 2007, Jan;18(1):109-15 11. Ozgocmen S, Kaya H, Fadillioglu E, et al. Role of antioxidant systems, lipid peroxidation, and nitric oxide in postmenopausal osteoporosis. Mol Cell GeGarandeerd vrij van lactose en melkeiwitten Biochem 2007, Jan;295(1-2):45-52 12. Boots AW, Haenen GR, Bast A. Health effects of quercetin: From antioxidant to nutraceutical. Eur J Pharmacol 2008, May 13;585(2-3):325-37 13. Elmadfa I, Meyer AL. Body composition, changing physiological functions De opbouw van de bacteriële flora in de darm begint al bij de geboorte. Daarna vraagt het behoud van een gezonde darmflora het hele leven aandacht. Door tal van and nutrient requirements of the elderly. Ann Nutr Metab 2008;52 Suppl factoren kan de darmflora veranderen. Bij de aanpak 1:2-5 van een dergelijke verandering is de leeftijdsfase heel 14. Bjelaković G, Beninati S, Pavlović D, et al. Glucocorticoids and oxidative stress. J Basic Clin Physiol Pharmacol 2007;18(2):115-27 15. Oh S, Kyung TW, Choi HS. Curcumin inhibits osteoclastogenesis by decreasing receptor activator of nuclear factor-kappa B ligand (RANKL) in bone marrow stromal cells. Mol Cells 2008, Aug 21;26(5) 16. Kim DJ, Koh JM, Lee O, et al. Homocysteine enhances apoptosis in human bone marrow stromal cells. Bone 2006, Sep;39(3):582-90 17. Hallows WC, Lee S, Denu JM. Sirtuins deacetylate and activate mammalian acetyl-coa synthetases. Proc Natl Acad Sci U S A 2006, Jul 5;103(27):10230-5 18. Scher MB, Vaquero A, Reinberg D. Sirt3 is a nuclear NAD+-dependent his- bepalend. Bonusan heeft drie probiotica in het assortiment die inspelen op verschillende veranderingen in de flora: Darmocare Infantis, Darmocare Pro en Darmocare Extensis. Wilt u meer informatie over Bonusan of over de specifieke toepassingsgebieden van Bonusan Probiotica? Kijk op www.bonusan.nl/vademecum. Bonusan BV T: (0186) 651 022 E: [email protected] tone deacetylase that translocates to the mitochondria upon cellular stress. Genes Dev 2007, Apr 15;21(8):920-8 19. Westphal CH, Dipp MA, Guarente L. A therapeutic role for sirtuins in diseases of aging? Trends Biochem Sci 2007, Dec;32(12):555-60 20. de Ruijter AJ, van Gennip AH, Caron HN, et al. Histone deacetylases (hdacs): Characterization of the classical HDAC family. Biochem J 2003, Nieuw Bonusan logo Mar 15;370(Pt 3):737-49. Rood vierkantje (pms 032) en grijze tekst (pms 430) FytothEraPIE En orthomolEculaIrE thEraPIE voor DE PraKtIjK Bonusan logo zonder 'R' in het vierkantje voor logo's kleiner dan 4,2 x 0,63 cm Rood vierkantje (pms 032) en grijze tekst (pms 430) Van Nature nr. 11 - 2008