U bent sinds zes maanden aangeworven als criminoloog bij de stad Leuven. Het schepencollege heeft recentelijk een grote analyse gemaakt van het fenomeen van de graffiti op openbare gebouwen tijdens de afgelopen 3 jaar. Het wil paal en perk stellen aan deze toegenomen plaag. De hoofdcommissaris van de politie wil beroep doen op uw theoretische kennis om hierop een onderbouwd advies te laten formuleren. - Bespreek het fenomeen van graffiti op de openbare gebouwen vanuit het perspectief van de subculturentheorie van Cohen. Distilleer uit deze theorie minimum 3 concrete beleidsvoorstellen voor de burgemeester en het schepencollege om het fenomeen onder controle te krijgen. De subcultuur theorie van Cohen gaat over criminaliteit als gevolg van de ongelijkheid tussen de waarden van de midden klasse en lage klasse. (Hij gebruikt de middenklasse als maatstaf). En dit leid tot frustratie. Dit komt omdat jongeren het vermogen missen om behoefte bevrediging uit te stellen. De reactie wijzen op deze frustratie zijn de 'collegeboys' en de cornerboys'. Cohen heeft zijn subcultuur theorie verder gebouwd op de anomietheorie van Merton. Deze theorie gaat over spanning tussen culturele doelen van een samenleving en de legitieme middelen om deze doelen te bereiken. Merton is vooral individueel gericht terwijl Cohen meer groepsgericht denkt. De corner boys reageren negatief op deze frustratie en gaan op straat beginnen rond hangen meestal is dit vrij onschuldig maar kan ook op bouwen door het zoeken naar spanning , kick. Dit kan bv. graffiti op openbare gebouwen zijn. Een oplossing hiervoor is het vermijden van subcultureel gedrag en dit kan door een positief alternatief te bieden. bv. gratis na schoolse activiteiten bieden zoals sport voor jongeren. Volgens Cohen gaat het gedrag verbieden juist voor een extremer gedrag zorgen dus dan zou een oplossing kunnen zijn om het illegaal graffiti te spuiten minder aantrekkelijk temaken door bv. lege muren te plaatsen waar ze legaal graffiti kunnen spuiten op een plaats waar het niet voor overlast zorgt. De jongeren dagen de klassiek waarden en normen bewust uit daarom zou ook een mogelijkheid kunnen zijn om een jonge straathoek werker in te zetten die allerlei activiteiten organiseren, een jonge straathoek werker is belangrijk om aansluiting te kunnen vinden bij de jongeren. In de jongste weekendeditie van een Vlaamse krant stond het volgende bericht: “ Op zondag 29 mei bestormen 250 activisten een aardappelveld in Wetteren. 4 wetenschappelijke instellingen onderzoeken er de weerbaarheid van 27 “lijnen” genetisch gemodificeerde aardapellen tegen een veelvoorkomende schimmelziekte. 1/5 van de planten werd vernield. 1 van de demonstranten was B.V.D., een 32-jarige bio-ingenieur die werkt aan de K.U.Leuven. Op het Vrt-journaal noemde ze de actie “geslaagd” en zegt dat er nog kunnen volgen. De K.U.L. ontsloeg daarop V.D. omdat ze de vrije meningsuiting en de vrijheid van onderzoek zou hebben geschaad. Meer dan 2000 mensen tekenden daarop een online petitie om die beslissing ongedaan te maken.” Analyseer de vermelde acties van de activisten en vanuit het perspectief van de theorie over “crime, law and order” van Austin Turk. (20 lijnen) De theorie crime, law and order van Turk behoord tot de conflict criminologie. Turk gaat ervan uit dat een ongelijke verdeling van autoriteit een sociaal conflict produceert waarin dominante groepen hun wil willen opleggen en ondergeschikte groepen gaan hier tegen reageren. Autoriteit en ondergeschikte status vloeien voort uit geslacht , rasetniciteit. en leeftijd. Verder is dit ook een gevolg van een leerproces. Criminaliteit is ook een sociaal statut wat wilt zeggen dat de perceptie , evaluatie en behandeling door juridische autoriteiten gebeurd en dat ook zij gaan kiezen hoe toegeeflijk of hoe streng ze gaan zijn tegenover de ene persoon ten opzichte van de andere persoon. Volgens Turk gaat het gedrag van ondergeschikte posities vaker en sneller gecriminaliseerd worden als dat van anderen. Met andere woorden de activisten zijn in dit geval de ondergeschikte groep die oppositie willen voeren tegen de dominante groep van het aardappelbedrijf. De vrije meningsuiting en vrijheid van het onderzoek slaat dan weer op het feit dat criminaliteit een sociaal statuut is . De vrije meningsuiting geld in dit geval enkel voor de dominante groep en niet voor de bio-ingenieur. En dit bevestigd dat de perceptie , evaluatie en behandeling door hogere autoriteiten gebeurd en dat ook zij gaan kiezen bij welke groep het wordt toegepast. de K.U.L die de bio-ingenieur ontsloeg is een voorbeeld dat mensen die in de ondergeschikte positie sneller worden gecriminaliseerd dan anderen. U bent sinds 1 juli jl. aangesteld als adviseur preventiebeleid bij de Vlaamse openbare vervoersmaatschappij De Lijn. Die heeft sinds recente cijfers in 2010 een pak meer geld moeten uitgeven aan het herstellen van beschadigingen ten gevolge van vandalisme en graffiti dan het jaar ervoor. Het ging om een stijging met 44% waardoor de herstellingskosten opliepen tot 610 924 euro terwijl het in 2009 ging over 423 189 euro. De directie van De Lijn vraagt u om een advies teneinde zowel het vandalisme als de herstellingskosten het komende jaar te verminderen. Geef 2 concrete voorstellen die zijn gebaseerd op de theorie van de differentiële associatie van E. Sutherland. De differentiële associatie theorie van Sutherland behoort tot de sociale proces theorieën. Volgens de differentiële associatie theorie komt criminaliteit tot stand door culturele transmissie van criminele attitudes via differentiële associatie. Sutherland ziet criminaliteit als eer leer proces waar in de criminele waarden en normen worden overgedragen. Dit gebeurt binnen de communicatie in een kleine groep. En het is essentieel dat de relatie persoonlijk is, om het gedrag te kunnen overnemen. Je leert niet allen hoe je iets moet doen maar ook waarom in dit geval graffiti spuiten voor een kick te krijgen. Criminele attitudes zijn een gevolg van een overgewicht van definities die gunstig zijn voor wetsovertredingen in vergelijking met het aantal definities die ongunstig zijn voor wetsovertredingen. Deze definities leiden tot motivatie en moraal in bepaalde groepen. De differentiële associatie kan verschillen qua: frequentie , duurtijd, prioriteit en intensiteit. Een oplossing hiervoor is de leer omgeving verbeteren zo dat de jongeren geen criminele definiets meer aanleren en dus graffiti en vandalisme als slecht gaan definiëren en niet als goed door. Zoals Sutherland zegt worden criminele definities aangeleerd in de omgeving dus zouden mogelijke oplossingen zijn om in te grijpen in de directe leefomgeving door bv. ouders aan te sporen hun kinderen normconforme definities aan te leren door bijvoorbeeld brochures uit te delen waar door ouders gestimuleerd worden dat te doen of door lezingen op school te houden, om duidelijk te maken aan de jongeren dat criminele definities die ze hebben eigenlijk niet goed zijn. Het is misschien ook slim om die lezingen te laten houden door andere jongeren omdat die meer invloed hebben op de criminele jongeren dan wanneer gewoon een volwassene autoriteit dat doet. . Casus met betrekking tot de legalisering van cannabis. Jij werkt als adviseur voor een politieke partij die een standpunt moet innemen t.a.v dit thema. licht toe aan de hand van labelingstheorieën van Tannenbaum en Lemert. Geef 2 beleidsadviezen De labelingtheorieen van Tannenbaum en Lemert behoren toe aan de sociale reactie theorieen. De sociale reactie theorie betekend een fundameenteel andere kijk hebben op criminaliteit. Individuen kunnen ook enkel binnen de samenleving bestaan. Het effect op mensen is dat ze anders beginnen denken en hun dus ook anders beginnen te gedragen tegenover de wijze van criminaliteit. De voorloper van de sociale reactie theorie is Mead en is de grondleger van het symbolisch interactionisme. De labeling theorie van Tannenbaum is microsociologische en legt vooral de nadruk op het karakter van veel delinquent gedrag. De eerste interventie door autoriteiten kan dan ook leiden tot een dramatisering van het kwaad. Dit omdat jongeren in de adolescentie hun grenzen gaan aftasten .Het gaat wel over maar wordt pas dramatisch door de gevolgen die eraan gekoppeld worden door mensen die de interactie niet begrijpen bv. door ouders of politie. Gedrag wordt bepaald door het reageren van de buiten wereld. Dit kan een horizontale reactie ( personen op de zelfde hoogte) zijn of een verticale reactie( reactie van instelling met een maatschappelijke functie). De labeling theorie van Lemert maakt onderscheid tussen dader voor en dader na de maatschappelijke reactie dus gaat met andere woorden verder op de theorie van Tannenbaum. Hij onderscheid primaire en secundaire deviantie. primaire deviantie is de eerste keer dat iemand tegen de regels in gaat dit is meestal onschuldig. wanneer er slecht op gereageerd wordt kan dit versterken. secundaire deviantie is de echte criminaliteit en dit is het gevolg van sociale controle zowel horizontaal als verticaal wat Tannenbaun omschreef. Verder gaat in de secundaire deviantie ook de personaliteit veranderen door zich te gedragen te gedragen naar het label wat hem is toegewezen. Oplossingen hiervoor zouden zijn volgens Tannenbaum interventies beperken. Dus met andere woorden de politie niet zo snel laten op treden. Info sessies voor ouders over cannabis gebruik en hoe ze hier het beste op kunnen reageren zodat ze dit intern kunnen oplossen i.p.v direct de politie te bellen. Volgens Lemert moeten we het tot stand komen van deviantie vermijden dit kan bv. door cannabis te legaliseren d.m.v coffeeshops zodat er controle op is maar er geen diaviant gedrag gepleegd word zoals in nederland een casus rond de vluchtelingenstroom leg uit via de humane ecologie van Park & de concentrische zone theorie van Burgess en geef 2 beleidsaanbevelingen. De humane ecologie van Park en de concentrische zone theorie van Burgess behoren beide tot de sociaal ecologische theorieën. Meer bepaald onder de Chicogo school die de relatie bekijkt tussen criminaliteit en de demografische aspecten die de gedragingen van mensen gaan bepalen. De humane ecologie betekend de manier waarop mensen zich in hun nabije omgeving situeren. Mens passen zich aan waar ze leven. De humane ecologie gaat ook de denkbeelden van Darwin overplaatsen naar stedelijk context. Sommige delen in de stad zijn goed georganiseerd , andere hebben sociale desorganisatie en daar zijn de sociale problemen dus de criminaliteit. sociale karakteristieken leiden tot criminaliteit dus sommige omgevingen zijn crimogeen. Vluchtelingen die in een vreemde stad terecht komen. Vinden niet direct hun plaats in de samenleving van de stad en daardoor kan er extra desorganisatie komen in stadswijken. De concentrische zone theorie stelt dat hoe verder je van het centrum gaat hoe minder criminaliteit er plaats vind. In het centrum van de stad daar en tegen zijn hoge criminaliteitscijfers. meestal in transmite zone 2 ,3 wonen immigranten bij verlaten industriezones en de uitgebreide zone 3 daarvan. Criminaliteit komt meestal voor op verplaatsing dus zij gaan naar het centrum van de stad omdat daar het geld te vinden is. de theorieën die ontwikkelt zijn stellen ons instaat om de probleem punten van de stad te analyseren, en als we de probleem punten kennen kunnen we deze ook aanpakken. Door extra waakzaam te zijn op de knelpunten van de stad. Dit kan bv. door camera bewaking , een burgerwacht , huizen in wijken rond een centraal punt (pleinen) in een cirkel bouwen zodat er meer controle van de buurt uit is een casus rond de vluchtelingenstroom leg uit via de differentiele-kansen theorie van Cloward en Ohlin en geef 2 beleidsaanbevelingen. De differentiele kansen theorie van Cloward en Ohlin hoort bij de anomie theorieen. Wat is de relatie tussen criminaliteit en subculturen? Ze proberen een genuanceerder beeld te geven dan Merton en Cohen. Ze geloven niet dat jongeren geen doel/nut voor ogen hebben bij het plegen van criminaliteit. De geblokkeerde economische doeleinde/ambitie zorgen voor een laadzelfbeeld wat leidt tot frustratie. De klasse positie is verbonden aan gelegenheidsstructuur. De ongelijke verdeling van legale en illegale middelen voor het economisch doel te realiseren in criminele buurten. De vluchtelingen beschikken slechts over zeer weinig middelen waardoor ze rapper geneigd zijn om naar illegale middelen over te schakelen Deze theorie is een combinatie van de anomie theorie van Merton en de differentiële associatie theorie van Sutherland. Afhankelijk van de buurt zijn er verschillende reactiewijzen. Er zijn legitieme reacties en illegitieme reacties op de geblokkeerde ambitie. De illegitieme reacties kunnen we op delen in 3 gangs. Dit zijn de criminal subculture , conflict subculture en retreast subculture. Voor deze casus is voornamelijk de conflict subculture relevant. Dit zijn desageorganiseerde buurten met hoge migratie cijfers. Daar is geen duidelijke territorium verdeling wat leid tot conflicten tussen groepen wat kan escaleren in geweld. een oplossing hiervoor kan zijn vermeerdering van de legitieme reactiewijzen. bv het aanbod verruimen door meer een gevarieerder voedsel en een betere huisvestiging te voor zien voor migranten. Ook zou je alternatieven kunnen bieden zodat ze gemakkelijker hun economische doel einden kunnen bereiken door bv. een uitgebreidere inburgercursus aan te bieden zodat ze zich makkelijker kunnen socialiseren en zo makkelijker aan een job geraken en dus ook gemakkelijker aan de legale middelen kunnen komen. Pas de concentrische zone theorie en de sociale desorganisatie theorie toe op deze kaart van Antwerpen (kaart met criminaliteitscijfers). Welke concrete beleidsadviezen zou je kunnen geven op basis van deze theorieën om de criminaliteit te verminderen (voor beide theorieën 2 adviezen) De concentrische zone theorie is ontworpen door Burgess en de des organisatie theorie is ontworpen door Shaw & Mc Kay. Deze behoren beide tot de sociaal ecologische theorieën. De concentrische zone theorie van Burgess komt voort uit de Chicogo school die de relatie bekijkt tussen criminaliteit en de demografische aspecten die de gedragingen van mensen gaan bepalen. De concentrische zone theorie houdt in hoe verder je van het centrum verwijdert bent, hoe minder criminaliteit er plaats vind. M.a.w in het centrum van de stad gaan de hoogste criminaliteitscijfers plaats vinden. de des organisatie theorie van Shaw & Mc Kay gaat zoeken naar oorzaken van criminaliteit. Deze bekijken de relatie met jongeren en desorganisatie van stadbuurten. De stad is opgedeeld in 5 zone's, zone 1,2,3 behoren tot de transmitie zone. Criminaliteit is volgens deze theorie het gevolg van desorganisatie en dit gaat samen met de Ecologische theorie en de anomietheorie betreffende zijn organisatie variant.. Criminele attitudes worden cultureel overgedragen Dit heeft dan weer te maken met de differentiële associatie theorie van Sutherland. Oplossing door de concentrische zone theorie zijn we in staat om te weten waar de probleem punten van de stad zich bevinden en kunnen we deze probleem ook aanpakken. Door bv extra waakzaam te zijn dit zou kunnen doormiddel van camera bewaking of een burger wacht die toezicht houd. De sociale desorganisatie theorie stelt dat desorganisatie voor chaos zorgt en dus criminaliteit. Dus als men meer organisatie kan bekomen is er minder criminaliteit. Dit kan bv. door de aanwezigheid van een autoritair wijkagent, ouders meer betrokken maken met hun kinderen opschool , criminele meer actief in zetten in de omgeving dus een werkstraf opleggen , meer sportactiviteiten voorzien , buurthuizen oprichten waar mensen terecht kunnen voor hun problemen situaties en ten slot jeugdhuizen oprichten zodat ze zich meer op een punt situeren en dus makkelijker te controleren vallen. casus rond stakingen tegen de besparing via groepsconflicten theorie van Vold leg uit. De groepsconflicten theorie van Vold behoord tot de conflictcriminologie. de conflict criminologie wilt zeggen dat de samenleving bestaat uit diverse groepen die betrokken zijn in een gevecht voor hun eigen belangen. De dominante groepen in de samenleving hebben de wetgeving en de toepassing ervan in handen en zij gaan ook bepalen wat de wet is en dus wat crimineel is. De voorloper van de conflict criminologie is Darhendorf. Dit is een pluralistisch conflict theorie. de groepsconflicten theorie stelt dat criminologen proberen greep te krijgen op de snelle veranderingen van de maatschappij. Het is een samenvatting van bestaande theorie vorming. Conflicten vormen een fundamenteel kenmerk van de samenleving. De samenleving bestaat uit groepen die conflicten uitvechten voor sociale vooruitgang. Criminaliteit kan dus ontstaan uit deze conflicten. Criminaliteit toepassen door de volgende aspecten: minority group deliquenty dit wil zeggen dat ondergeschikte groepen gaan reageren op deze ongelijke verdeling van verzet of in dit geval gaan staken tegen de besparingen. Het legt ook vooral nadruk op politiek ideologische conflicten Maw politieke hervormingen waar ze zicht tegen gaan verzetten ook conflicten tussen werkgevers en werknemers organisatie. Wat betrekking kan hebben tot onder betaalde lonen en een te grote prestatie druk van de werkgever. verder zijn er nog radicale en etnische conflicten. Tot slot veranderen de definities in de loop der jaren. Voorbeeld van ritualisme als een reactie op anomie bij Merton: Ze gebruiken de middelen die de samenleving hen aanbied maar ze hebben geen aandacht voor de doelstellingen bv. bureaucratie nl. een groot geheel van regels en procedures waarbij ambtenaren regels moeten toepassen. Als die ambtenaren al een hele tijd in een bepaalde job zitten kunnen ze die regel gaan toepassen als doel. De procedure zodanig strak gaan interpreteren dat je vergeet waar ze voor dienen. Criminologisch relevant voorbeeld: geval van Eichman die eten en kleding moest leveren aan de gevangenen in Auschwitz maar vergat dat de mensen die daar zaten verschrikkelijk werden behandeld. voorbeeld van een altruïstische zelfmoord bij Durkheim: mensen die in het Midden Oosten een zelfmoordaanslag plegen | de kamikazepiloten in de tweede wereldoorlog die met hun vliegtuig bewust neerstorten omdat ze zo een grote schade konden aanrichten bij de vijand. Hoe kan je inzetten op middelen bij beleid gebaseerd op Sutherland aangezien ingrijpen bij het leerproces moeilijk is? Alternatieven modellen aanbieden bv. iemand uit zijn criminele peergroup halen en een betere omgeving aanbieden, jongeren plaatsen in een instelling om hen terug geciviliseerde waarden aan te leren. Implicaties voor het beleid met betrekking tot Sykes’ & Matza’s neutralisatietechnieken: terug concurrerende waarden aanleren nl. waarden die opnieuw de waarden van samenleving zijn en niet van een specifieke groep die denkt zich aan de waarden van de samenleving te kunnen onttrekken. Begrijpen waarom mensen de stap zetten naar de criminele gedragingen Dialectisch materialisme : Materialisme = het aspect waar het zwaartepunt ligt in de samenleving, economie is de kern van de samenleving en al de rest vloeit daar uit voort. Dialectisch = de aandacht op de economie zal leiden tot veranderingen omdat het kapitalisme inherente tegenstellingen oplevert tussen het kapitaal en degene die geen kapitaal hebben, die zich gaan verzetten tegen het feit dat ze worden onderdrukt. Dit verzet zorgt ervoor dat de samenleving zal evalueren naar een ander soort samenleving.