Gemeente Oud-Beijerland Aan de raad Agendapunt: Oud-Beijerland, 5 juni 2008 Ons kenmerk: Notitie verbonden partijen / rekenkameronderzoeken Voorgesteld wordt te besluiten: 1 het college op te dragen een nota verbonden partijen aan te leveren.; 2 de commissievoorzitters als volgt te instrueren: In iedere commissie staat het vaste agendapunt terugkoppeling uit gemeenschappelijke regelingen opgenomen. De betrokkenen zullen regelmatig het woord moeten voeren en de voorzitters op hun beurt zullen alert moeten zijn op de bedoelde terugkoppeling wanneer die niet spontaan gegeven wordt.; 3 het college op te dragen: a. aan de raad een voorstel voor wijziging van de GR RAD voor te leggen en daarbij vast te stellen dat de raad de reactie van het bestuur van de RAD d.d. 18 december 2007 onvoldoende acht onder verwijzing naar het besluit van 27 november 2007, waarbij alle aanbevelingen reeds waren overgenomen.; b. de conclusies die de raad te zijner tijd trekt op de aanbevelingen van het BING onderzoek naar de RAD te betrekken in de uitwerking van 3a.; 4 als proces voor toekomstige onderzoeksrapporten vast te stellen: 1. ontvangstbevestiging aan de rekenkamercommissie; 2. de griffier op te dragen de raad een behandelvoorstel voor te leggen; 3. raadsbesluit vaststelling behandelvoorstel; 4. het college desgewenst te verzoeken de raad van advies te dienen; 5. de griffier desgewenst op te dragen een hoorzitting te organiseren; 6. de griffier op te dragen de raad een vaststellingsbesluit voor te leggen; 7. bespreking van het onderzoeksrapport in de vakcommissie met het eventuele collegeadvies en het eventuele verslag van de hoorzitting; 8. een kaderdebat te houden in de raad; 9. raadsbesluit vaststelling onderzoeksrapport; 10. uitoefening controlerol van de raad. Overwegingen: Gemeente Oud-Beijerland I Inleiding In 2007 heeft de Regionale Rekenkamercommissie (RKC) een eerste onderzoek uitgevoerd voor de gemeenten in de Hoeksche Waard. In datzelfde jaar heeft De Lokale Rekenkamer BV. voor de RKC een zogenaamd Doe Mee onderzoek uitgevoerd. De rapportages van beide onderzoeken zijn vastgesteld in de raden. De consequenties van de aanbevelingen zijn echter dermate complex dat de raad snel de weg kwijt kan raken als het gaat om de realisering van de aanbevelingen. De raad van Oud-Beijerland heeft de griffier opgedragen inzicht te verschaffen: 1. in de verbonden partijen en 2. in de wijze van agenderen van onderzoeksrapporten voor een effectieve raadsbehandeling. Hiervoor is gebruik gemaakt van de onderzoeksrapportage naar de RAD en de Doe Mee onderzoeks-rapportage naar de RSD van de RKC en van de brief aan de presidia / raden van de gemeenten in de Hoeksche Waard van het presidium van Strijen d.d. 24-04-2007. Na de vaststelling van de rapporten heeft het DB RAD d.d. 18 dec. 2007 de gemeenten een brief toegezonden met verbeterpunten. Met de directeur RSD hebben de griffiers op 21 januari 2008 gesproken over de conclusies uit het de RSD betreffende rekenkamerrapport. In het voorjaar van 2008 heeft de RKC opdracht gegeven aan het Bureau Integriteit Nederlandse Gemeenten (BING) een onderzoek uit te voeren naar de GR RAD. II Algemeen 1. Regelgeving Het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) geeft de definitie van een verbonden partij: een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente een bestuurlijk1 en een financieel2 belang heeft. De verbonden partijen worden in de gemeentebegroting in een verplichte paragraaf vermeld, waarin een visie en beleidsvoornemens moeten worden opgenomen. In de rekening worden op de balans de leningen en kapitaalverstrekkingen aan verbonden partijen vermeld. Op de lijst verbonden partijen staan naam, vestigingsplaats, het openbaar belang, de begrotingswijzigingen, het resultaat en de vermogenspositie. 2. Probleemstelling Overheden kunnen met elkaar een Gemeenschappelijke Regeling (GR) aangaan, naar de definitie een verbonden partij. Het orgaan dat bevoegd is, is ook bevoegd om te besluiten tot een GR. In de regel benoemen besturen een Algemeen Bestuur, de leden kiezen uit hun midden een Dagelijks Bestuur (DB). Grondslag voor een GR is Wet Gemeenschappelijke Regelingen (WGR). Deze wet is niet gedualiseerd, dat houdt grofweg in dat DB leden ook AB lid kunnen zijn. DB leden kunnen op grond van de wet niet worden gedwongen tot actieve informatieplicht, zoals het college dat kent tegenover de raad. Het handelen van een DB van een GR kan zich onttrekken aan democratische legitimatie. Wanneer raadsleden of wethouders in het AB de gemeente vertegenwoordigen, leggen zij in de raad verantwoording af en verstrekken zij inlichtingen. De raad kan de vertegenwoordiger ontslaan. In de notitie van de minister van BZK van november 2005 staan de aanbevelingen voor de raad hoe voortaan om te gaan met de GR’en. De minister signaleert knelpunten: a. Gebrek aan tijd of interesse b. Informatieachterstand, te veel, te laat c. Onvoldoende financiële controle d. Onvoldoende sturing van het AB, gebrek aan kaders en evaluatie Bestuurlijk belang is zeggenschap, hetzij uit hoofde van vertegenwoordiging in het bestuur hetzij uit hoofde van stemrecht. 2 Financieel belang is een aan de verbonden partij ter beschikking gesteld bedrag dat niet verhaalbaar is indien de verbonden partij failliet gaat, onderscheidenlijk het bedrag waarvoor aansprakelijkheid bestaat indien de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt. 1 Gemeente Oud-Beijerland e. Problemen bij uittreding (m.n. financiëel) f. Stemverhouding kan gebrek aan invloed veroorzaken 3. Oplossingsrichting Op de agenda’s van de commissies staat als vast agendapunt terugkoppeling uit GR’en. De praktijk leert dat er zelden of nooit gebruik van wordt gemaakt, de leden bevragen de vertegenwoordiger niet en de vertegenwoordiger geeft geen inlichtingen. Om de knelpunten die de minister signaleert op te lossen volgen enkele aanbevelingen. g. Investeer in tijd en interesse voor terugkoppeling uit de GR h. Biedt inzicht in de informatie-momenten i. Organiseer financiële controle j. Onvoldoende sturing van het AB, gebrek aan kaders en evaluatie k. Problemen bij uittreding (m.n. financiëel) l. Stemverhouding kan gebrek aan invloed veroorzaken De veranderde wetgeving rondom de duale verhoudingen tussen raad en college vragen van de gemeente Oud-Beijerland aangepaste regelgeving ten aanzien van de verbonden partijen. Daarnaast is bij de eerste verkenningen omtrent de eerste rapporten van de RKC in juni 2007 door de interimgriffier van Oud-Beijerland toegezegd een praktische handreiking te zullen schrijven voor de raad over verbonden partijen in het algemeen. Wellicht kan deze notitie dienen als onderlegger voor besluitvorming rondom het thema verbonden partijen in alle betrokken raden van de gemeenten in de Hoeksche Waard. III Rekenkameronderzoek Regionale Sociale Dienst (RSD) In het rekenkamerrapport RSD staan de nodige aanbevelingen, enkele gaan direct over de sociale dienst. Andere gaan over verbonden partijen in het algemeen, waarvan de RSD er één is. 1. Aanbevelingen a. Stel een gemeenschappelijke beleidsnota of –visie op waarin de afwegingscriteria en verantwoordingseisen zijn vastgelegd. b. Zorg dat de paragraaf en de lijst verbonden partijen uit de programmabegroting gaan voldoen aan het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV). Voor Oud-Beijerland was op dit punt de formulering in de financiële verordening voor 27 maart 2007 toereikend. De raad moet het college opdragen (en dat geldt m.m. ook voor de overige HW-gemeenten): i. artikel 21 van de financiële verordening 2003, betreffende verbonden partijen, in concept op te nemen in de thans geldende financiële verordening 2007 en in concept aan de raad voor te leggen ii. een Nota Verbonden Partijen aan te leveren iii. in de ontwerp-begroting een lijst Verbonden Partijen op te nemen c. Bevraag de AB en DB leden in de vergadering van de raad (commissie) om een volledig beeld van het functioneren en het effect van de gemeenschappelijke regeling te krijgen. d. Agendeer de jaarstukken ter bespreking en vaststelling, van essentieel belang voor grip, controle en sturing. Gemeente Oud-Beijerland Het rapport van het rekenkameronderzoek op de RSD (verbonden partijen) is in de raden vastgesteld, in de raad van Oud-Beijerland op 26 november 2007. Daarmee nemen de raden het op zich de aanbevelingen van de RKC uit te voeren. De aanbevelingen zijn onverkort overgenomen. 2. Actiepunten a. Stel een gemeenschappelijke beleidsnota of –visie op waarin de afwegingscriteria en verantwoordingseisen zijn vastgelegd. b. Zorg dat de paragraaf en de lijst verbonden partijen uit de programmabegroting gaan voldoen aan het BBV. Voor Oud-Beijerland was op dit punt de formulering in de financiële verordening voor 27 maart 2007 toereikend. De raad moet het college opdragen: i. artikel 21 van de financiële verordening 2003, betreffende verbonden partijen, in concept op te nemen in de thans geldende financiële verordening 2007 en in concept aan de raad voor te leggen ii. een Nota Verbonden Partijen aan te leveren iii. in de ontwerp-begroting een lijst Verbonden Partijen op te nemen c. Bevraag de AB en DB leden in de vergadering van de raad (commissie) om een volledig beeld van het functioneren en het effect van de gemeenschappelijke regeling te krijgen. d. Agendeer de jaarstukken ter bespreking en vaststelling, van essentieel belang voor grip, controle en sturing. IV Rekenkameronderzoek Regionale Afvalstoffendienst (RAD) In het rekenkamerrapport RAD staan de nodige aanbevelingen ten aanzien van doelmatigheid, doeltreffendheid en ook van rechtmatigheid, uitgesplitst naar de rollen van de raad: volksvertegenwoordiging, controle en kaderstelling. 3. Aanbevelingen a. Professionaliseer de vergadercyclus en zorg voor een transparante en volledige wijze van verslaglegging en besluitvorming in zowel het AB als het DB. b. Borg de controle op de naleving van de regels (concern control) door bijvoorbeeld deze taak expliciet in de functiebeschrijving van de bestuurlijke of ambtelijke secretaris vast te leggen. E.e.a. dient dan wel institutioneel afdoende geregeld te worden. Transparantie en volledigheid van alle besluiten bevordert controle op de naleving van de regels. Hierbij kan men denken aan: i. het publiceren van besluitenlijsten, ii. het openbaar maken van de vergaderdata van beide besturen en iii. het publiceren van de jaarstukken op de website van de RAD c. Vermijd besluitvorming ad hoc zonder dat er onderliggende stukken zijn (bijvoorbeeld in de rondvraag). d. Beperk de zittingsduur van iedere bestuurder tot 2 raadsperioden om te sterke identificatie met de RAD en het op de achtergrond raken van de vertegenwoordigende rol vanuit de gemeenten tegen te gaan. De duur van het lidmaatschap van het ene bestuur telt mee als men toetreedt tot het andere bestuur. Houdt daarbij wel de continuïteit in het oog, zodat niet het hele bestuur tegelijk aftreedt. Gemeente Oud-Beijerland e. Richt binnen het DB portefeuilles in, zodat de bedrijfsverantwoordelijkheid op de diverse deelgebieden verdeeld wordt en maak de leden ook daarvoor verantwoordelijk. Sluit daarbij aan op de persoonlijke of professionele affiniteit van de individuele bestuurder. f. Borg kennisoverdracht door nieuwe bestuursleden te laten inwerken. Dit kan door enkele gesprekken met de directeur, voorzitter en zittende bestuursleden. Een scheidend bestuurslid zou zijn opvolger standaard moeten “inwerken” door middel van een formele overdracht. Moeilijke dossiers kunnen inzichtelijke gemaakt worden door het aanleggen van een papieren dossier speciaal voor nieuwe bestuursleden. g. Organiseer een adequate ondersteuning op het gebied van personeelsbeleid en borg de zorg voor de CAR/UWO. h. Inventariseer de interne regelgeving en instructies en werk deze waar nodig bij. Dit heeft niet alleen betrekking op de gemeenschappelijke regeling zelf, maar ook op afgeleide zaken zoals functiebeschrijvingen en het inkoop- en aanbestedingsbeleid. Controleer van elkaar afgeleide documenten op consistentie. i. Stel een integriteitprotocol op zoals afgesproken in de bestuursvergaderingen van 2005 van het DB en het AB. In aanvulling op de bestuurlijke reacties van de gemeenten formuleert de RKC in zijn nawoord nog het volgende: j. Het gesignaleerde risico met betrekking tot de uittredesom is weliswaar aanwezig, doch niet te kwantificeren. Dit is afhankelijk van onderhandelingen tussen de RAD en de uittredende gemeente. Er zijn geen smart geformuleerde doelstellingen in het gemeentelijk milieubeleid vastgesteld waaraan doelmatigheid getoetst kan worden. Het onderzoeksrapport RAD van de RKC is door de gemeenteraad vastgesteld op 27 november 2007. De gemeente Oud-Beijerland maakt daarmee de conclusies tot de hare. Dat leidt tot de volgende beslispunten: 4. Beslispunten A. De GR RAD te wijzigen zodanig dat: a. Een transparante en volledige wijze van verslaglegging en besluitvorming in zowel het AB als het DB wordt bereikt. b. Controle op de naleving van de regels (concern control) expliciet in de functiebeschrijving van ambtelijke secretaris vast te leggen. Met het oog op transparantie en volledigheid te publiceren op de website van de RAD: i. besluitenlijsten, ii. de vergaderdata van beide besturen iii. de jaarstukken c. Ad hoc besluitvorming onmogelijk is, in bijvoorbeeld een rondvraag kunnen geen besluiten genomen worden. d. De zittingsduur van iedere bestuurder tot 2 raadsperioden beperkt wordt waarbij de duur van het lidmaatschap van het ene bestuur meetelt als men toetreedt tot het andere, zodanig dat niet het hele bestuur tegelijk aftreedt. e. Binnen het DB portefeuilles ingericht worden, zodat de bedrijfsverantwoorde-lijkheid op de diverse deelgebieden verdeeld wordt en de leden daarvoor verantwoordelijkheid dragen. f. Nieuwe bestuursleden worden ingewerkt door enkele gesprekken met de directeur, voorzitter en zittende bestuursleden. Een scheidend bestuurslid zijn verantwoordelijkheid aan zijn opvolger standaard overdraagt door middel van een formele schriftelijk en ondertekende overdracht. Moeilijke dossiers kunnen inzichtelijk gemaakt worden door een papieren dossier aan te leggen speciaal voor nieuwe bestuursleden. g. Er adequate ondersteuning is op het gebied van personeelsbeleid en uitvoering van de CAR/UWO. h. Interne regelgeving en instructies en bijgewerkt worden. Dit heeft niet alleen betrekking op de gemeenschappelijke regeling zelf, maar ook op afgeleide zaken zoals Gemeente Oud-Beijerland functiebeschrijvingen en het inkoop- en aanbestedingsbeleid. Controleer van elkaar afgeleide documenten op consistentie. i. Een integriteitprotocol vastgesteld wordt zoals afgesproken in de bestuursvergaderingen van 2005 van het DB en het AB. j. Het gesignaleerde risico met betrekking tot de uittredesom gekwantificeerd wordt. k. Met verwijzing naar de smart geformuleerde doelstellingen in het gemeentelijk milieubeleid doelmatigheid getoetst kan worden. B. De colleges op te dragen: De raden smart geformuleerde doelstellingen van het milieubeleid in concept aan de raden voor te leggen. Gemeente Oud-Beijerland V Beslispunten In het voorgaande zijn de nodige beslispunten opgesomd. Hier worden de beslispunten gebundeld die uit de rekenkamerrapporten boven komen drijven. Die worden vervolgens getoetst aan de ministeriële aanbevelingen. 1. Gebundelde actiepunten a. De paragraaf en de lijst verbonden partijen uit de programmabegrotingen in overeenstemming te brengen met het BBV. Daartoe het college op te dragen: i. artikel 21 van de financiële verordening 2003 Oud-Beijerland, betreffende verbonden partijen, in concept op te nemen in de thans geldende financiële verordening 2007 en in concept aan de raad voor te leggen ii. een Nota Verbonden Partijen aan te leveren iii. in de ontwerp-begrotingen voortaan een lijst Verbonden Partijen op te nemen b. De AB en DB leden van verbonden partijen in de vergaderingen van de raad (commissie) te bevragen om een volledig beeld van het functioneren en het effect van de gemeenschappelijke regeling te krijgen. c. De jaarstukken van verbonden partijen ter bespreking en vaststelling te agenderen in de raad (commissie). d. De GR RAD te wijzigen met inachtneming van het bovenstaande in IV.4.A. e. De colleges op te dragen smart geformuleerde doelstellingen van het milieubeleid in concept aan de raden voor te leggen. Ad a. de raad moet het college opdragen een Nota verbonden partijen aan te leveren. 1. het college op te dragen een nota verbonden partijen aan te leveren. Ad b. in de commissie staat het vaste agendapunt terugkoppeling uit gemeenschappelijke regelingen opgenomen. De betrokkenen zullen regelmatig het woord moeten voeren en de voorzitters op hun beurt zullen alert moeten zijn op de bedoelde terugkoppeling wanneer die niet spontaan gegeven wordt. 2. de commissievoorzitter aldus te instrueren. Ad d. De griffier van Oud-Beijerland heeft de directeur RAD per brief van 17 december 2007 namens de raad om een reactie gevraagd. De reactie d.d. 18 december 2007 op het onderzoek kruiste dit verzoek. Hierin reageert de voorzitter van het Dagelijks Bestuur van de RAD op de aanbevelingen als volgt. Ad a De RAD wil de rekenkamer verzoeken deze aanbeveling te concretiseren. Ad b. De controle wordt gewaarborgd door middel van interne controle en RAD zal onderzoeken hoe eventuele verbeteringen te realiseren zijn. Ad c. Deze aanbeveling wordt overgenomen. Ad d. Men laat dit aan de raden over. Ad e. Het AB RAD neemt dit voor kennisgeving aan. Ad f. De RAD neemt de aanbeveling over om een standaard overdracht te ontwikkelen. Ad g. De RAD zal de aanbeveling in overweging nemen. Ad h. Een aangepaste GR is ter advies aan juristen voorgelegd. Ad i. Onderzocht is of een bestuurlijk integriteitprotocol noodzakelijk is, dit is niet het geval aangezien sprake is van verlengd lokaal bestuur. De bestuurders van de RAD vallen als wethouder of raadslid onder het protocol van de gemeente welke ze vertegenwoordigen. Een ambtelijk integriteitprotocol is inmiddels vastgesteld. Het bestuur van de RAD adviseert u minder vergaand de aanbevelingen van de RKC over te nemen dan de raad van de gemeente Oud-Beijerland al had besloten. Het ligt in de rede dat het orgaan dat de gemeenschappelijke regeling is aangegaan ook van tijd tot tijd tot bijsturing komt, waarmee het advies van de voorzitter RAD als minder relevant overkomt. De mededeling dat de voorzitter opdracht heeft gegeven om een nieuwe tekst voor de GR voor te bereiden moet ook in dat licht gezien worden. 3. de gewijzigde GR RAD vast te stellen en daarbij vast te stellen dat de raad de reactie van het bestuur van de RAD d.d. 18 december 2007 onvoldoende acht Gemeente Oud-Beijerland onder verwijzing naar het besluit van 27 november 2007 waarbij alle aanbevelingen reeds waren overgenomen. Ad e. SMART formuleren van milieudoelstellingen 4. De colleges op te dragen smart geformuleerde doelstellingen van het milieubeleid in concept aan de raden voor te leggen. Toetsingskader De minister stelde reeds dat de raden tijd en interesse dienen te investeren, dat raden geïnformeerd moeten raken, dat financiële controle moet plaatsvinden, sturing uit het AB moet komen, problemen bij uittreding tegen moeten gaan en invloed organiseren. Met de hiervoor geschetste besluitvorming verwerkt u naast de aanbevelingen van de RKC ook de aanbevelingen van de minister. Gemeente Oud-Beijerland Gedragslijn voor komende rapporten In toekomstige rapporten van de Regionale Rekenkamerrapporten zullen wellicht soortgelijke beslispunten worden gesuggereerd. De raad is toegezegd een handreiking te ontvangen om voortaan efficiënt en effectief met rekenkameronderzoeken om te kunnen gaan. De route die de verordening voorschrijft in artikel 15 is de volgende. Lid 10. De rekenkamercommissie stelt betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn die tenminste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het conceptonderzoeksrapport aan de rekenkamercommissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn in elk geval degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De rekenkamercommissie bepaalt wie verder als betrokkenen worden aangemerkt. Lid 11. Na vaststelling door de rekenkamercommissie wordt het onderzoeksrapport, de nota met conclusies en aanbevelingen en de zienswijze van betrokkenen op het rapport zo spoedig mogelijk aan de betrokken gemeenteraad (cq gemeenteraden) aangeboden, onder toezending van een afschrift aan het college van burgemeester en wethouders en eventueel bij het onderzoek betrokken organisaties en personen. Lid 12. De gemeenteraad stelt in openbaarheid de onderzoeksresultaten, de conclusies en aanbevelingen vast. De fasering is uiteen te rafelen. - Eerst gaat het ontwerp onderzoeksrapport voor hoor en wederhoor naar de ambtelijke en de bestuurlijke betrokkenen. Met dit horen biedt de RKC de betrokkenen een mogelijkheid om feiten te weerleggen of aan te vullen. - Dan voegt de RKC een conclusie toe aan het onderzoeksrapport. - Vervolgens ontvangen de raden en overige belanghebbenden het onderzoeksrapport, de nota van conclusies en de eventuele zienswijzen van de betrokkenen. - De raad zal een behandelvoorstel moeten vaststellen per onderzoeksrapport. - De raad kan optioneel het college verzoeken de raad te adviseren. - De raad stelt het rapport vast, inclusief enige of alle conclusies die de RKC heeft geformuleerd. Die laatste fase gaat heel snel, de raad zal zeker willen stellen dat de over te nemen conclusies uit het onderzoeksrapport leiden tot de gewenste verbeteringen, nadat de raad het rapport heeft vastgesteld. De raad heeft geen directieve bevoegdheid, de raad controleert alleen of het college na de vaststelling van het rekenkamerrapport de gewenste verandering realiseert. Een tussenstap is nodig om de raad een juist beeld te geven. Het verdient daarom aanbeveling voorafgaand aan de vaststelling, als bedoeld in artikel 15 van de verordening, de betrokken partijen te horen. Als bij het college de politieke bereidheid aanwezig is moet de raad het college de kans geven zijn politieke verantwoordelijkheid te kunnen dragen. Daarvoor zal de raad zich eerst moeten overtuigen of de betrokken partijen het college willen en kunnen faciliteren bij het realiseren van de gewenste verbeteringen. Het doel van de hoorzitting is dus 2-ledig: 1. te onderzoeken of bij het college de politieke bereidheid bestaat; 2. te onderzoeken of bij de betrokken partijen de wil en de mogelijkheden aanwezig zijn; om uitvoering te geven aan de conclusies en aanbevelingen die de raad al dan niet zal overnemen. Het ligt niet op de weg van de raad in dit stadium een methodologische discussie te voeren. Het is ook niet de bedoeling van de raad de conclusies van de rekenkamercommissie in twijfel te trekken met dit horen. Indien de conclusies niet overgenomen worden geschiedt dat bij de vaststelling van het onderzoeksrapport. Aan de hand van de notulering zal de raad het college vervolgens nieuwe kaders kunnen stellen, die haalbaar zijn en leiden tot de gewenste veranderingen. De raad controleert ten slotte of het college het gewijzigde beleid realiseert. Gemeente Oud-Beijerland De behandeling van rekenkamerrapporten is als volgt samen te vatten: 1. ontvangstbevestiging aan de rekenkamercommissie; 2. de griffier op te dragen de raad een behandelvoorstel voor te leggen; 3. raadsbesluit vaststelling behandelvoorstel 4. het college desgewenst te verzoeken de raad van advies te dienen; 5. de griffier desgewenst op te dragen een hoorzitting te organiseren; 6. de griffier op te dragen de raad een vaststellingsbesluit voor te leggen; 7. bespreking van het onderzoeksrapport in de vakcommissie met het eventuele collegeadvies en het eventuele verslag van de hoorzitting; 8. een kaderdebat te houden in de raad; 9. raadsbesluit vaststelling onderzoeksrapport; 10. uitoefening controlerol van de raad. Gemeente Oud-Beijerland VI Conclusie Wij adviseren u de volgende besluiten te nemen: 1. het college op te dragen een nota verbonden partijen aan te leveren.; 2. de commissievoorzitters als volgt te instrueren: In iedere commissie staat het vaste agendapunt terugkoppeling uit gemeenschappelijke regelingen opgenomen. De betrokkenen zullen regelmatig het woord moeten voeren en de voorzitters op hun beurt zullen alert moeten zijn op de bedoelde terugkoppeling wanneer die niet spontaan gegeven wordt.; 3. het college op te dragen: a. aan de raad een voorstel voor wijziging van de GR RAD voor te leggen en daarbij vast te stellen dat de raad de reactie van het bestuur van de RAD d.d. 18 december 2007 onvoldoende acht onder verwijzing naar het besluit van 27 november 2007, waarbij alle aanbevelingen reeds waren overgenomen.; b. de conclusies die de raad trekt op de aanbevelingen van het BING onderzoek naar de RAD te betrekken in de uitwerking van 3a.; 4. het proces voor toekomstige onderzoeksrapporten vast te stellen: 1. ontvangstbevestiging aan de rekenkamercommissie; 2. de griffier op te dragen de raad een behandelvoorstel voor te leggen; 3. raadsbesluit vaststelling behandelvoorstel 4. het college desgewenst te verzoeken de raad van advies te dienen; 5. de griffier desgewenst op te dragen een hoorzitting te organiseren; 6. de griffier op te dragen de raad een vaststellingsbesluit voor te leggen; 7. bespreking van het onderzoeksrapport in de vakcommissie met het eventuele collegeadvies en het eventuele verslag van de hoorzitting; 8. een kaderdebat te houden in de raad; 9. raadsbesluit vaststelling onderzoeksrapport; 10. uitoefening controlerol van de raad. Het presidium van Oud-Beijerland, De griffier, De voorzitter, E.G. Bunt K. Tigelaar Gemeente Oud-Beijerland De raad van de gemeente Oud-Beijerland; gelezen het voorstel van het presidium d.d. 5 juni 2008; gelet op het bepaalde in de Gemeentewet; BESLUIT: 1 het college op te dragen een nota verbonden partijen aan te leveren.; 2 de commissievoorzitters als volgt te instrueren: In iedere commissie staat het vaste agendapunt terugkoppeling uit gemeenschappelijke regelingen opgenomen. De betrokkenen zullen regelmatig het woord moeten voeren en de voorzitters op hun beurt zullen alert moeten zijn op de bedoelde terugkoppeling wanneer die niet spontaan gegeven wordt.; 3 het college op te dragen: a. aan de raad een voorstel voor wijziging van de GR RAD voor te leggen en daarbij vast te stellen dat de raad de reactie van het bestuur van de RAD d.d. 18 december 2007 onvoldoende acht onder verwijzing naar het besluit van 27 november 2007, waarbij alle aanbevelingen reeds waren overgenomen.; b. de conclusies die de raad te zijner tijd trekt op de aanbevelingen van het BING onderzoek naar de RAD te betrekken in de uitwerking van 3a.; 4 het proces voor toekomstige onderzoeksrapporten vast te stellen: 1. ontvangstbevestiging aan de rekenkamercommissie; 2. de griffier op te dragen de raad een behandelvoorstel voor te leggen; 3. raadsbesluit vaststelling behandelvoorstel; 4. het college desgewenst te verzoeken de raad van advies te dienen; 5. de griffier desgewenst op te dragen een hoorzitting te organiseren; 6. de griffier op te dragen de raad een vaststellingsbesluit voor te leggen; 7. bespreking van het onderzoeksrapport in de vakcommissie met het eventuele collegeadvies en het eventuele verslag van de hoorzitting; 8. een kaderdebat te houden in de raad; 9. raadsbesluit vaststelling onderzoeksrapport; 10. uitoefening controlerol van de raad. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 30 juni 2008 De griffier, De voorzitter, E.G. Bunt K. Tigelaar In afschrift aan: