Ontwikkeling van de longen Tijdens de embryonale ontwikkeling van de ademhalingsorganen worden in de vijfde week in de zogeheten laryngotracheale buis uitstulpingen zichtbaar. Hieruit ontwikkelen zich later de longen. Deze uitstulpingen splitsen zich telkens weer opnieuw en vormen zo de vertakkingen van de luchtpijpjes. Er vormt zich ook een soort buis die de borst- en buikholte moet worden. Het hart en de longen dalen in deze holte in, net als de inmiddels gevormde maag, de twaalfvingerige darm en de lever. In de zevende week is de lever zo groot geworden dat dit verdere daling van het hart en de longen onmogelijk maakt. Ook komt er een scheiding tussen de buik- en borstholte, doordat de plooien van de holte naar elkaar toe worden gedreven en uiteindelijk beide holtes van elkaar scheiden. Op deze wijze wordt het middenrif gevormd, de belangrijkste spier bij de ademhaling. Er is dan een aparte borstholte, van de buikholte gescheiden door het middenrif. In de borstholte groeien de primitieve longen verder uit tot de organen die ze uiteindelijk zullen worden. Rond de zevende maand zijn de longen van de foetus volledig ontwikkeld, maar werken nog niet. Het vatenstelsel rond de longen, dat opname van zuurstof en afvoer van kooldioxide mogelijk maakt, treedt pas na de geboorte in werking. Zo lang de foetus in de baarmoeder zit, zijn de longen gevuld met vruchtwater en worden ze niet gebruikt om adem te halen. Alle uitwisseling van afbraakproducten en de opname van zuurstof gaat via de placenta (moederkoek). Het bloed wordt om de longen heen geleid en gaat voor het grootste deel via een aantal aftakkingen (‘shunts’) naar de andere organen. Het bloed wordt gezuiverd door uitwisseling van bloed met de moeder, dat via de bloedvaten in de navelstreng uit de placenta wordt aan- en afgevoerd. Tijdens de geboorte worden de longen samengeperst en loopt het vruchtwater uit de longen weg. Als de baby vervolgens voor het eerst ademhaalt, zet hij daarmee een reeks processen in werking. Doordat er zuurstof in de longen komt, wordt de toevoer van bloed naar de longen groter. De verschillende aftakkingen waardoor het bloed om de longen heen werd geleid, worden afgesloten en de uitwisseling van gassen verloopt vanaf nu via de longen. Wanneer een baby vóór de zevende maand wordt geboren, dan is de kans op ademhalingsproblemen groot, omdat de longen nog niet zijn uitgerijpt. Meer informatie Informatie over het ademhalingsstelsel (Engelstalig) www.bartleby.com Fairbanks, D.N.F. (1990), “Embryology & Anatomy”, in: Paediatric Otolaryngology, Bluestone, C.D., Stool, S.E. & Scheetz, M.D., W.B. Saunders Company, Philadelphia. Cotton, R.T. & Myer, C.M. (1999), Practical Paediatric Otolaryngology, W.B. Saunders Company, Philadelphia. Larsen, W.J. (1999), Development of the Respiratory System in, Human Embryology, 2nd ed., Churchill Livingstone. Bron: http://www.gezondvgz.nl/%7B70ac02f5-bb62-4891-85e6-813d5efced5b%7D Biologie | Seksualiteit en voortplanting VWO | Artikel Ontwikkeling van de longen