- HEMELVAART ACHTERGRONDTEKST EN INTERRELIGIEUZE PARALLELLEN Op Hemelvaartsdag wordt binnen het christendom herdacht dat Jezus Christus is opgevaren naar God, zijn vader in de hemel, op de veertigste dag van zijn opstanding. De viering is onderdeel van de paascyclus. Hemelvaartsdag valt altijd op een donderdag, tien dagen vóór Pinksteren. In vele landen is Hemelvaartsdag een erkende feestdag en dan kunnen gelovigen op de dag zelf een kerkdienst bijwonen. In andere landen (bijvoorbeeld Hongarije, Italië, Polen, Portugal en Spanje) viert men Hemelvaart op de zondag voor Pinksteren. Tot de vierde eeuw na Christus was Hemelvaart geen apart feest. De herdenking van Christus’ hemelvaart was slechts een van de onderdelen van het Pinksterfeest. Hemelvaart werd aanvankelijk dus gevierd op de vijftigste dag na Pasen. In de vijfde eeuw werd Hemelvaart een apart feest. In de middeleeuwen ontwikkelde het zich tot het afsluitende feest van de Paasperiode, gesymboliseerd in het doven van de paaskaars op Hemelvaartsdag. Pasen (Jezus' verrijzenis), Hemelvaart (Jezus' verheffing aan Gods rechterhand) en Pinksteren (nederdaling van de Heilige Geest) vormen theologisch gezien een eenheid. Verrijzenis, Hemelvaart en zending door de Geest drukken een en hetzelfde heilsgebeuren uit. Betekenis Volgens het christelijke geloof ging Jezus ‘terug naar de hemel’ om te zitten aan de rechterhand van God de Vader, om zodoende te pleiten voor de gelovigen. In deze interpretatie van de Bijbel maakte Jezus' hemelvaart de weg vrij voor de uitstorting van de Heilige Geest. Jezus zelf zal bij de wederkomst terugkomen naar de aarde, om het Laatste Oordeel uit te voeren. In het wereldbeeld van de Oudheid bevond de woning van God zich in de hemel, m.a.w. boven de aarde. Als men wilde uitdrukken dat Jezus bij God verblijft, dan moest Jezus ‘naar boven opstijgen'. Dat kon men zich niet anders voorstellen dan dat Hij door een wolk omhoog geheven werd (in vele verhalen van het Oude Testament is de wolk het symbool van Gods aanwezigheid). Vanaf het begin belijdt de Kerk het mysterie van Christus' overgang van deze wereld naar de glorie van de Vader. De herdenking van dat geloofsgebeuren heeft ook haar plaats gekregen binnen de eucharistieviering. De hedendaagse gelovige stelt vragen omtrent dat gebeuren. Hoe komt het bijvoorbeeld dat alleen door Lucas en in de Handelingen de hemelvaart gedateerd wordt op de veertigste dag? Onderstaand fragment komt uit Handelingen 1, 1-13 en is verantwoordelijk voor de huidige viering van Hemelvaartsdag: “Na zijn [Jezus] lijden en dood heeft hij hun herhaaldelijk bewezen dat hij leefde; gedurende veertig dagen is hij in hun midden verschenen en sprak hij met hen [de apostelen] over het koninkrijk van God. Toen [...] werd hij voor hun ogen omhoog geheven en opgenomen in een wolk, zodat ze hem niet meer zagen. Terwijl hij zo van hen wegging en zij nog steeds naar de hemel staarden, stonden er opeens twee mannen in witte gewaden bij hen. Ze zeiden: "Galileeërs, wat staan jullie naar de hemel te kijken? Jezus, die uit jullie midden in de hemel is opgenomen, zal op dezelfde wijze terugkomen als jullie hem naar de hemel hebben zien gaan." Daarop keerden de apostelen van de Olijfberg terug naar Jeruzalem.” De verheerlijkte staat van de verrezen Christus en de mededeling van de Geest overheersten, zodat van een afzonderlijke herdenking van Hand. 1, 9-11 op de veertigste dag na Pasen aanvankelijk geen sprake was. De gehele paastijd gold als één doorlopend, ononderbroken feest van Christus' verheffing, waarin de feesten van Pasen, Hemelvaart en Pinksteren weliswaar onderscheiden maar nog niet gescheiden waren. 1 Vanaf de 4de eeuw begon men de diverse aspecten van dat ene gebeuren geleidelijk aan uit elkaar te leggen en herdacht men de veertigste dag na Pasen als de dag van de hemelvaart van Jezus, volgens de chronologie bij Lucas. Daarbij speelde de eerbied voor het symbolisch getal 40 een grote rol van, evenals het streven naar een zekere analogie met de veertigdagentijd vóór Pasen. Het is een feit dat het feest sinds de 5de eeuw een algemeen gebruik was, zowel in het Westen als in het Oosten. Vooral Gregorius van Nyssa wordt beschouwd als een groot promotor. In Jeruzalem werd het feest ingevoerd rond 425 en in Rome hield paus Leo de Grote er in elk geval een preek over. De verzelfstandiging van de drie feesten veroorzaakte in de loop der Middeleeuwen een zekere teloorgang van de oorspronkelijke band. Hemelvaart werd in het gelovige bewustzijn louter een afscheidsfeest met een pathetische noot: het uitdoven van de paaskaars of het omhoogtrekken van een Christusbeeld. Hemelvaart werd zo het feest van het afscheid… Wie zich aan een diepere bezinning op het paasmysterie waagt, kan niet anders dan het gebeuren van de hemelvaart als integraal onderdeel ervan op te nemen. Het feest mag immers geen einde betekenen van de paasvreugde en kan niet geassocieerd worden met gevoelens van weemoed of droefheid. De eerste aanzet om de hemelvaart zo te zien werd vooral gegeven door Pius XII. Voor een echte verandering was het evenwel wachten op het Tweede Vaticaans Concilie (1962-65). De Hemelvaart behoudt een eigen accent, maar blijft in de organische band met de gehele paastijd. Die liturgische periode eindigt dus niet met Hemelvaart, maar met Pinksteren. Beide feesten kennen derhalve geen octaaf meer. De paaskaars wordt niet meer gedoofd na de evangelielezing van Hemelvaart, maar blijft alle dagen branden tot en met Pinksteren. Ook in andere religies 1. Islam. Binnen de islam is er eveneens sprake van hemelvaart, nl. de ‘nachtelijke hemelreis’ van de profeet Mohammed (Isra en Mi'raj, zie voetnoot 1). Die reis werd ondernomen op een ezel, Buraq, op een nacht in het eerste jaar na de emigratie van Mekka naar Medina (623). Mohammed zou volgens de overlevering in de hemel gebeden hebben met de profeten en met God gesproken. Daarna keerde hij terug naar de aarde. In de Koran wordt dat slechts sporadisch vermeld in Soera De Nachtreis, waar de hemelvaart als bewijsteken wordt gevraagd voor Mohammed: "De meeste mensen willen alleen maar ongelovig zijn. En zij zeggen: "Wij zullen aan jou geen geloof hechten totdat jij voor ons een bron uit de aarde laat ontspringen, of tot jij een tuin van palmen en wijnstokken hebt en er ruimschoots rivieren doorheen laat stromen, of tot jij de hemel, zoals jij beweert, op ons in stukken laat neervallen of met God en de engelen in groepen komt, of tot jij een huis van goud bezit of in de hemel opstijgt. En wij zullen niet geloven dat jij opgestegen bent als je niet een boek op ons neerzendt dat wij kunnen lezen." Zeg: "Glorie zij mijn Heer: ik ben slechts mens en boodschapper!" (Koran 17, 89-93) Daarnaast is er in de islam ook sprake van de hemelvaart van Jezus. De Koran stelt in soera De Vrouwen dat Jezus niet aan het kruis is gestorven: God zou Hem onmiddellijk tot bij Hem 'verhoogd' of 'opgeheven' hebben: Zij zeggen: "Wij hebben de masieh 'Isa, de zoon van Marjam, Gods gezant gedood." Zij hebben hem niet gedood en zij hebben hem niet gekruisigd, maar het werd hun gesuggereerd. Zij die het daarover oneens zijn, verkeren erover in twijfel. Zij hebben er behalve het afgaan op vermoedens 2 geen kennis van; zij hebben hem vast en zeker niet gedood. Echter, God heeft hem tot Zich omhoog gebracht. God is machtig en wijs. (Koran 4, 157-158) Toen God zei: "O, Jezus, ik zal u doen sterven en u tot Mij opheffen en u zuiveren van de ongelovigen en zal uw volgelingen tot de laatste dag over hen doen zegevieren die u niet geloven; dan zal uw terugkeer tot Mij zijn en Ik zal onder u rechtspreken over datgeen waarin je verschilde. (Koran 3, 55) In het islamitisch religieus denken is het onmogelijk dat een profeet wordt gedood, vermits profeten goddelijke boodschappers zijn en ofwel een natuurlijke dood sterven, ofwel door God worden opgenomen. Wegens de incarnatiegedachte in het christelijke denken delen alle profeten, ook Jezus, het mensenlot, maar behouden ze de bevoorrechte band met God, wat ondermeer door een hemelvaart wordt uitgedrukt. Andere voorbeelden zijn: een maagdelijke geboorte, een onbevlekte ontvangenis. Een aantal rechtsscholen gaan ervan uit dat de reis moet gezien worden als een droom of een visioen, zoals ook Aïsha eens gezegd zou hebben. Toch geloven veel moslims dat Mohammed de reis wel degelijk fysiek heeft ondernomen. Hier volgt het verhaal. (Een Perzische, 16de eeuwse afbeelding van de Nachtreis. Mohammeds gezicht is niet afgebeeld.) Volgens de overlevering verscheen de engel Djibriel (Gabriël) op een nacht aan Mohammed. Mohammed mocht in die nacht een ezel, Buraq, berijden om zo met Djibriel naar Jeruzalem te gaan. Daar aangekomen bond hij het dier met een touw vast aan een ring in de Westmuur van het huidige Tempelplein. Na een gezamenlijk gebed te hebben verricht met enkele profeten, besteeg Mohammed opnieuw de ezel en steeg op ten hemel, alwaar hij ‘door zeven hemelen reisde’: - in de eerste hemel ontmoetten Mohammed en Djibriel de profeet Adam - in de tweede Yahya (Johannes de Doper) en Isa (Jezus) - in de derde Yusuf (aartsvader Jozef) - in de vierde Idries (Henoch, één van Noachs voorvaderen) - in de vijfde Haaroen (Aäron) - in de zesde Musa (Mozes) - in de zevende Ibrahim (Abraham). Tenslotte zou Mohammed God hebben ontmoet. God zei tegen Mohammed dat de moslims 50 keer per dag de salat (het gebed) moesten verrichten. Toen Mohammed met dat nieuws in de zesde hemel arriveerde, stuurde Musa hem terug naar God omdat volgens hem 50 keer bidden te veel en te moeilijk zou zijn voor de mensen. Mohammed keerde terug naar God die het aantal tot 10 terugbracht. Musa vond dat nog steeds teveel, dus Mohammed ging opnieuw terug en bekwam een vermindering tot 5 keer bidden per dag. Dat verklaart de oorsprong van het vijf keer daags ritueel bidden voor moslims. 2. Jodendom. In de Hebreeuwse Bijbel wordt in 2 Koningen 2, 7-18 beschreven hoe de profeet Elia (9de eeuw v. Chr.) door een vurige wagen naar de hemel werd gebracht, door paarden voortgetrokken. Zijn leerling Elisa was er getuige van. De profeet Maleachi voorspelde dat Elia weer naar de aarde zou worden gezonden. De Joden plaatsen daarom tijdens de sederavond (Pesah) een extra bord op tafel, heffen een extra beker wijn en laten de deur open, voor het geval Elia op dat moment bij hen zou terugkeren. Zijn komst zou die van de messias voorafgaan. In de christelijke traditie is de orde van de Karmelieten ontstaan op de plaats waar Elia zich in een grot op de Karmelberg had teruggetrokken. “Bij de oever van de Jordaan hielden ze stil. Vijftig profeten die hen waren gevolgd bleven op een afstand staan kijken. Elia deed zijn mantel af en vouwde hem dubbel. Hij 3 sloeg ermee op het water, waarop het naar links en naar rechts wegvloeide en zij tweeën droog konden oversteken. Terwijl ze overstaken vroeg Elia aan Elisa: ‘Wat kan ik nog voor je doen voor ik van je word weggenomen? Vraag het maar.’ Elisa antwoordde: ‘Laat mij dubbel in uw geest delen.’ ‘Je vraagt iets heel moeilijks,’ zei Elia. ‘Als je ziet hoe ik van je word weggenomen, zal je wens vervuld worden, maar als je het niet ziet, gebeurt het niet.’ En terwijl ze liepen te praten, werden ze plotseling uit elkaar gedreven door een wagen van vuur, met paarden van vuur ervoor, en Elia werd in een stormwind meegevoerd naar de hemel. Elisa zag het gebeuren en riep uit: ‘Vader, vader! Strijdwagen en ruiterij van Israël!’ Toen hij Elia niet meer kon zien, scheurde hij zijn kleren. Hij raapte Elia’s mantel, die was afgegleden, op, en liep terug. Bij de oever van de rivier hield hij stil. Hij sloeg met Elia’s mantel op het water en riep uit: ‘Waar is de HEER, de God van Elia?’ Dus ook hij sloeg op het water en opnieuw vloeide het naar links en naar rechts weg, zodat Elisa kon oversteken. De profeten uit Jericho, die Elisa vanaf de overkant in het oog hielden, zeiden tegen elkaar: ‘De geest van Elia op Elisa neergedaald.’ Ze gingen hem tegemoet, knielden voor hem neer en zeiden: ‘We hebben vijftig flinke mannen bij ons. Laat die uw meester gaan zoeken. Misschien heeft een geest van de HEER hem opgetild en ergens op een berg of in een dal neergeworpen.’ ‘Doe dat niet,’ zei Elisa, maar ze drongen zo aan dat hij ten slotte hun aanbod aannam. Vijftig mannen werden erop uitgestuurd en zochten drie dagen lang, maar ze vonden Elia niet. Toen ze terugkwamen bij Elisa, die in Jericho zijn intrek had genomen, zei hij tegen hen: ‘Ik had u toch gezegd dat u niet moest gaan zoeken?’” (2 Kon 2, 7-18) Russische icoon uit de 13de eeuw Data: Hemelvaart Jezus : 17 mei (katholiek en protestants) / 27 mei (orthodox) Nachtelijke Hemelreis : 16 juni 2012 Hemelvaart Elia : wordt niet gevierd (1) Isra is de term die gebruikt wordt voor dat deel van de Nachtreis waarbij Mohammed zich van Mekka naar de plaats van de huidige Al-Aqsamoskee in Jeruzalem verplaatste. Mi’raj wordt gebruikt voor het tweede deel van de Nachtreis: van de Al-Aqsa naar de hemel. Het feest zelf heet Laylat al-Miraj, ofwel: ‘De nacht van de ladder’ (omdat een andere overlevering spreekt van een ladder waarlangs Mohammed naar de hemel zou zijn gegaan). 4