CVI of cerebrale visuele inperking CVI of cerebrale

advertisement
CVI of cerebrale visuele inperking
CVI of cerebrale visuele inperking is aanwezig als er problemen worden
vastgesteld van basale en/of ventrale en/of dorsale visuele functies. (Dik en
Geldof)
Bij kinderen/jongeren met CVI is er geen probleem met de ogen, maar loopt het fout
bij de verwerking van visuele informatie in de hersenen. Doordat het bij CVI gaat om
neurologische problemen met heel verschillende oorzaken uiten de visuele
verwerkingsproblemen zich bij elk kind of jongere anders.
Hieronder een schematische voorstelling van de hersenen die de visuele
verwerkingsgebieden in de hersenen weergeeft. In elk van deze gebieden kan de
visuele verwerking gestoord zijn.
Prof. Dr. Gordon Dutton
In grote lijnen zijn er vier verschillende soorten problemen die zich kunnen voordoen
bij kinderen en jongeren met CVI. Niet alle problemen hoeven zich tegelijk voor te
doen om over CVI te kunnen spreken:
1. Basale visuele verwerkingsproblemen (onbewust systeem)
Onze ogen worden voortdurend gebombardeerd met informatie uit de omgeving. Om onze aandacht op iets te kunnen richten in deze overdosis aan visuele informatie is er een filter nodig. De thalamus speelt een cruciale rol bij dit filteren. Bij kinderen met CVI is deze filter soms niet goed afgesteld, waardoor kinderen met CVI moeilijk om kunnen met een grote hoeveelheid aan visuele prikkels (familiefeestjes, drukke situatie op de speelplaats, drukke verkeerssituatie, een grootwarenhuis,…). 2. Ventrale visuele verwerkingsproblemen (bewust systeem)
Kinderen met CVI met ventrale visuele verwerkingsproblemen hebben het moeilijk met herkenning en betekenisverlening op basis van visuele informatie. De visuele databank geraakt maar moeilijk opgebouwd. Het niet herkennen van bepaalde voorwerpen, situaties of personen kan heel specifiek zijn. Sommige kinderen met CVI herkennen geen gezichten, anderen hebben vooral moeite om bij het zich oriënteren verschillende situaties en oriëntatiepunten te herkennen, nog anderen hebben vooral moeite bij het interpreteren van zwart-­‐wit-­‐afbeeldingen. 3. Dorsale visuele verwerkingsproblemen (bewust systeem)
Kinderen met CVI met dorsale visuele verwerkingsproblemen hebben het moeilijk om ruimtelijk te handelen in een drukke en bewegende omgeving. Om te kunnen handelen en bewegen moeten we rekening kunnen houden met alles wat rondom ons staat en/of beweegt. We moeten afstanden kunnen inschatten, ruimtelijk inzicht hebben in situaties,… Kinderen met CVI die op dit vlak problemen ondervinden komen vaak onhandig over: vaak iets omver stoten, struikelen over trappen of stoepjes, geen dieptezicht lijken te hebben, geen inzicht in verkeerssituaties, moeilijk coördineren van bewegingen zoals bij het zwemmen of fietsen, zwakke schrijfmotoriek,… 4. Problemen op het vlak van visuele aandacht (bewust systeem)
Visuele aandachtsproblemen hebben voor het grootste deel te maken met dorsale visuele verwerkingsproblemen, maar hebben ook een stuk te maken met de onbewuste visuele verwerking van informatie door de thalamus (zie punt 1). Kinderen met CVI met visuele aandachtsproblemen hebben moeite om hun aandacht visueel te richten op één iets, maar ook om hun aandacht visueel te verdelen over verschillende zaken. Bij het zoeken van iets in een bak met speelgoed of in een druk bordschema moet er rekening worden gehouden met het geheel, maar moeten de verschillende details ook stuk per stuk worden afgescand. Ook in het verkeer moeten we onze aandacht op één iets kunnen richten (straatnaam op een bord) en tegelijk rekening houden met de hele verkeerssituatie (naar waar stuur ik, komen er auto’s of fietsers aan, met welke obstakels moet ik rekening houden,…). Wanneer er teveel visuele prikkels op het kind met CVI afkomen, sluit het zich vaak voor een stuk af, waardoor het enkel nog waarneemt wat het vlak voor zich ziet. Op dat moment functioneert het kind met CVI als iemand met kokerzicht. Kinderen met CVI hebben vaak ook moeite met het combineren van kijken met een andere handeling (b.v. kijken en fietsen, kijken en luisteren,…). Om goed te kunnen luisteren zullen kinderen met CVI daarom soms kiezen om zich visueel af te schermen (ogen afschermen bij een luisteroefening, geen oogcontact maken bij het luisteren naar iemand,…). 
Download