Eenheidsbeschrijving van een wiel Wiel Rivierkleigebied of zeekleigebied Wielen zijn de overblijfsels van dijkdoorbraken langs rivier- en zeedijken. Ze kunnen daarom deel uitmaken van het rivierkleigebied of het zeekleigebied. Bij een dijkdoorbraak stroomt het water over de top van de dijk naar beneden. Het vallende water krijgt hierbij zoveel energie dat de grond aan de voet van de dijk wordt weggeslagen. Op deze manier ontstaat een kolkgat. Het bodemmateriaal dat uit dit kolkgat wordt geslagen stroomt met het water mee naar de randen van het gat. Hier aangekomen verliest het water zijn stroomsnelheid en daardoor wordt het uitgeslagen materiaal meteen weer afgezet. Het afgezette materiaal vormt een verhoging rondom het gat. Deze verhoging loopt als een waaier uit over het omliggende land. Tegenwoordig zijn de plekken waar vroeger dijkdoorbraken hebben plaatsgevonden nog te herkennen in het landschap. Op zo'n plek is vaak een gat te vinden dat vol met water staat. Zo'n gat wordt een wiel (ook wel waai, waal of kolk) genoemd. Om dit wiel heen is een verhoging zichtbaar, dit is de plek waar de materialen uit het gat zijn afgezet. De verhoging wordt de overslagwaaier genoemd. Landschapsvormen: Wielen of waaien zijn een regelmatige, nagenoeg ronde depressie, die soms vele meters diep kan zijn en water bevat. Sommige wielen zijn in het verleden gedempt. Na de doorbraak wordt er vervolgens om het kolkgat heen een nieuw stuk dijk aangelegd: dit kan tussen rivier en kolkgat (buitendijks) of tussen kolkgat en het binnenland (binnendijks). Vanwege de diepte van het wiel kan de dijk niet meer op dezelfde plek hersteld worden. Doordat het nieuwe stuk dijk om het wiel heen is aangelegd, nu eens buitendijks dan weer binnendijks, hebben de rivierdijken langzamerhand een kronkelig verloop gekregen. De kronkels in de dijken verwijzen dus vaak naar oude dijkdoorbraken. Holoceen: sinds het beging van de bedijking vanaf de tiende eeuw tot heden. Ouderdom: Wielen bevatten vaak nog water, maar kunnen ook gevuld zijn met veen. Bodem: Wielen kunnen in de huidige situatie nog gevormd worden tijdens een Actuele processen: dijkdoorbraak, maar door de sterk verbeterde dijken is de kans daarop erg klein. Zie gebiedsbeschrijving voor meer informatie over het beheer. Beheer: In Eemland zijn ongeveer 30 wielen in het landschap zichtbaar. Schoolvoorbeeld: Naam: Regio: Ontstaanswijze: Vorming van een wiel en een overslagwaaier. Tijdens een dijkdoorbraak (1) wordt de grond aan de voet van de dijk door de energie van het water weggeslagen, waardoor een wiel (2) ontstaat. Achter dit wiel wordt het uitgeslagen materiaal afgezet in een overslagwaaier (3). Bron: www.geoclopedie.nl A A D A C B A D Wielen (waaien) langs de Meentdijk en Zomerdijk in Eemland. Het binnenland overstroomde bij stormen met zeewater van de Zuiderzee via de monding van de Eem. Hierbij werden gaten geslagen in de dijk langs de Eem, waardoor wielen ontstonden (A). Achter de dijk zijn overslaggronden ontstaan (B, uitgekolkt materiaal uit de wielen). Het veengebied (C) is bij herhaaldelijke overstromingen bedekt met een dun laagje Jonge Zeeklei. Het buitendijks gelegen gebied hoort door het dikke pakket zeekleiafzettingen tot het zeekleigebied (D). Locatie: ten noorden van Baarn, ten oosten van Eemnes.