Hoofdstuk 3: “Japan en de Verenigde Staten” Par 1: Groot, machtig en toch anders….. Een vergelijking tussen Japan en de Verenigde Staten Japan: * Hoofdstad = Tokyo (Nippon) BB 87 * Aantal inwoners = 126.550.000 * 4 hoofdeilanden en een groot aantal kleinere aan de westrand van de grote oceaan met een oppervlakte van 10x Nederland. * Dichtbevolkt, met name de oostkust. * Voor energie en grondstoffenbehoefte is men aangewezen op de import. * Japan is een keizerrijk. * Belangrijkste godsdienst is het Boeddhisme. Verenigde Staten:* Hoofdstad = Washington D.C. (District of Colombia) (BB 96 t/m 99) * Aantal inwoners = 290.000.000 * Federatie van 50 staten. De Verenigde Staten is een statenbond. Dit is een samenwerkingsverband tussen verschillende landen/staten. * Gekozen president. De republiek heeft haar tegenwoordige omvang bereikt door de onafhankelijkheidsverklaring van de 13 Engelse koloniën aan de oostkust van Noord-Amerika in 1776 en de toetreding van de laatste 2 staten in 1959 (Alaska en Hawaii). * Rijk aan bodemschatten(delfstoffen). * Zeer productieve landbouw. * Energievoorziening voor een belangrijk deel aangewezen op import. * Belangrijkste godsdienst is het Rooms-katholicisme. Er zijn 3 economische wereldmachten: Par 2: “Mens en natuur: Europa Verenigde Staten Japan/Zuidoost Azië. tegenstanders of medestanders? De belangrijkste klimaten op een rij: Japan: Gematigd klimaat (zeeklimaat) in het noorden. Hooggebergteklimaat in de berggebieden Subtropisch klimaat in het zuiden. Verantwoordelijk voor dit klimaat zijn: 1. De grote landmassa van Siberië. Door een noordwest moesson waait in de wintermaanden een koude landlucht van Siberië naar Japan. 2. De grote wateroppervlakte van de Pacific. In de zomermaanden waait er een relatief koele en zeer vochtige zeewind. Verenigde Staten: Door de grote oppervlakte treffen we in de Verenigde Staten een grote diversiteit aan klimaten aan. De belangrijkste klimaten zijn: 1. 2. 3. 4. 5. Landklimaat (noordoosten en noordwesten) gematigd zeeklimaat (westkust en zuidoosten) Steppe of woestijnklimaat (midden en westen) hooggebergteklimaat (Rocky Mountains) Subtropisch klimaat (zuidwesten en uiterste zuiden van Florida) Vooral de noord - zuid ligging van de belangrijkste bergketens zorgt ervoor dat koude winden uit Canada in de wintermaanden heel ver het land kunnen binnendringen. In de zomermaanden kan warme, vochtige lucht uit de golf van Mexico ook ver noordwaarts invloed uitoefenen op de temperatuur. Zowel Japan als de Verenigde Staten hebben frequent te maken met natuurrampen. Aardbevingen, zeebevingen en tsunami’s. Door de ligging aan de rand van een plaat is de kans op deze verschijnselen in beide landen groot. Grote kans op schade door orkanen/tropische stormen. In Japan tyfoons, In de Verenigde Staten cyclonen. In de Verenigde Staten is er in de wintermaanden grote kans op blizzards (zware sneeuwstormen). Hiervoor is ook de noord-zuid ligging van het gebergte verantwoordelijk. Wanneer in reliëfrijke gebieden veel neerslag valt bestaat de kans dat de doorweekte bodems langs de hellingen naar beneden gaan schuiven. Dit noemen we solifluctie. Door deze vorm van bodemerosie gaat veel vruchtbare (landbouw)grond verloren. Par 3: “Platteland: gelijk of toch anders?” In het midden en westen van de Verenigde Staten treffen we veel extensieve veeteelt aan. Dit is veeteelt die bedreven wordt op een uitgebreid oppervlak en waarbij verhoudingsgewijs weinig arbeid en/of kapitaal wordt geïnvesteerd. Door het bergachtige karakter van Japan treffen we deze vorm van veeteelt hier nergens aan. Wat zijn verschillen tussen de landbouw in Japan en de Verenigde Staten? Japan: Verenigde Staten: * kleinschalige landbouw * arbeidsintensief * platteland dichtbij stedelijke gebieden * kleine familiebedrijven met gemengde bedrijfsvoering (akkerbouw en veeteelt) * grootschalige landbouw * arbeidsextensief * Ver van de stad af * grote gespecialiseerde bedrijven met nadruk op monocultuur (1 product) * meeste boeren hebben er nog een baan bij * alleen boer * veel jongeren migreren naar de stad * veel jongeren migreren (urbanisatie) naar de stad (urbanisatie) Urbanisatie is de trek van landelijke gebieden naar de stad. Veel landen beschermen hun eigen economie/handel door het weren van buitenlandse producten. Doordat ze maatregelen nemen waardoor buitenlandse producten of niet verkocht mogen worden of duurder zijn dan de eigen producten wordt de eigen handel en industrie dus niet bedreigd door activiteiten uit het buitenland. Dit principe noemen we protectionisme. Intensivering: verhoging van de opbrengst door de invoering van bedrijfsmiddelen. Bedrijfsvergroting is in Japan onmogelijk doordat er geen grond/ruimte beschikbaar is. Dus de enige manier om meer winsten te behalen is door de opbrengst van bestaande landbouwgebieden te verhogen. Belt: een bepaalde gordel, gebied of zone gekenmerkt door bepaalde agrarische producten of economische activiteiten. In de Verenigde Staten treffen we vooral een katoenbelt, een gerstbelt en een graanbelt aan. Uitgestrekte, aaneengesloten landbouwgebieden met of katoen, gerst of graan. Par 4: Industrie, voorsprong of achterstand?” Een goed opgeleide beroepsbevolking leidt tot een goede economie. Groot aanbod van goed management. Hoogwaardige industrieën blijven in het eigen land. Ontwikkeling van nieuwe producten in eigen land. De Verenigde Staten exporteren vooral landbouwgoederen en grondstoffen. Ze importeren vooral consumptiegoederen. Japan exporteert consumptiegoederen en importeert veel landbouwproducten en grondstoffen. Primaire sector: Alle beroepen die hun producten rechtstreeks uit de natuur halen; landbouw, visserij, mijnbouw en jacht. Japan: Beperkte hoeveelheid landbouwgrond. Grootste importeur van landbouwproducten. Verenigde Staten: Heel veel landbouwgrond, is erg belangrijk. Grote exporteur van landbouwproducten en erg divers door de verschillende klimaten. Secundaire sector: Alle beroepen die de producten uit de primaire sector verwerken tot eindproduct; industrie, ambacht en bouwnijverheid. Japan: Nauwelijks grondstoffen en zeker niet zelfvoorzienend. Verenigde Staten: Grote diversiteit aan verschillende producten. Nadruk op ijzer- en staalproductie en auto-industrie in het noordoosten. High-tech in het zuidwesten ( Californië ). Tertiaire sector: Dienstverlening en handel. In Japan en de Verenigde Staten treffen we een steeds verdergaande Tertiairisering aan. De commerciële dienstensector wordt steeds belangrijker binnen de totale economie. De dienstensector kunnen we onderverdelen in een profit-sector en een nonprofitsector. Binnen de profit-sector treffen we activiteiten aan die als doelen hebben het maken van winst. Denk hierbij aan openbaar vervoer, verzekeringen en winkels. De non-profitsector heeft niet als hoofddoel het maken van winst. Veel van deze (vaak door de overheid aangeboden vormen van dienstverlening) maken dan ook totaal geen winst en krijgen vaak subsidie van de overheid. Onder de non-profitsector vallen bijv. het onderwijs en de zorg.