() ( ) t ()0

advertisement
KeCo-hulp SET-A (mechanica) – HAVO5
KeCo M.4.
• par. 2.1 Onderzoek naar bewegingen
• par. 2.2 Eenparige beweging
Tip:
− Stel de plaatsfuncties op van de auto’s A en B en stel deze aan elkaar
gelijk. De auto’s voeren een eenparige beweging uit en bewegen dus met
een constante snelheid.
− Maak altijd eerst een situatieschets, waarin je plaats en snelheid aangeeft.
KeCo M.6.
• par. 2.2 Eenparige beweging
• par. 2.3 Snelheid op een tijdstip
Tip:
− De gemiddelde snelheid kan bepaald worden door de verplaatsing te delen
door de tijd.
− De snelheid op een tijdstip kan bepaald worden m.b.v. een raaklijn.
KeCo M.7.
• par. 2.2 Eenparige beweging
• par. 2.3 Snelheid op een tijdstip
Tip:
− Een (s,t)-diagram kan worden omgezet worden in een (v,t)-diagram door op
een aantal tijdstippen de snelheid te bepalen. Deze snelheidsbepaling kan
gerealiseerd worden door het tekenen van raaklijnen.
− Het oppervlak onder een (v,t)-diagram staat voor de verplaatsing.
KeCo M.10.
• par. 2.4 Eenparig versnelde beweging (deel 1)
• par. 2.5 Eenparig versnelde beweging (deel 2)
• par. 2.6 Het gebruik van formules en diagrammen
Tip:
− Een eenparige versnelde beweging is een beweging met een constante
versnelling.
− Voor een eenparig versnelde beweging gelden twee formules:
s (t ) =
1
⋅ a ⋅ t 2 + v(0 ) ⋅ t en v(t ) = a ⋅ t + v(0)
2
− In opgave b ontstaat een situatie met twee vergelijkingen en twee
onbekenden.
− Maak altijd eerst een situatieschets, waarin je plaats, snelheid en
versnelling aangeeft.
KeCo M.11.
• par. 2.6 Het gebruik van formules en diagrammen
• par. 2.7 Vrije val
Tip:
− Een vrije val is een eenparig versnelde beweging met een versnelling gelijk
aan de valversnelling (= 9,81 m/s2).
− De richtingscoëfficiënt (eventueel van een raaklijn) in een (v,t)-diagram
geeft de versnelling.
− Het oppervlak onder een (v,t)-diagram staat voor de verplaatsing.
− Maak altijd eerst een situatieschets, waarin je plaats, snelheid en
versnelling aangeeft.
1
KeCo-hulp SET-A (mechanica) – HAVO5
KeCo M.12.
2
• par. 2.8 Eenparige cirkelbeweging
Tip:
− Als je een draaiend fietswiel bekijkt, is de baansnelheid de snelheid van het
ventiel en de hoeksnelheid de snelheid van de spaken.
KeCo M.14.
• par. 3.1 Krachten: wat zijn dat?
• par. 3.2 Rekenen met krachten
• par. 3.3 Krachten in evenwicht
Tip:
− Als een voorwerp stilstaat (of beweegt met een constante snelheid) geldt
dat de resulterende kracht op dat voorwerp gelijk is aan 0 N.
− Bij het optellen van krachten moet er rekening gehouden worden met zowel
de grootte van de kracht als de richting van de kracht.
− Als krachten worden opgeteld, kan dit met behulp van de “kop-aan-staart”methode of de “parallellogram”-methode.
KeCo M.16.
• par. 3.2 Rekenen met krachten
• par. 3.3 Krachten in evenwicht
Tip:
− Als een voorwerp stilstaat (of beweegt met een constante snelheid) geldt
dat de resulterende kracht op dat voorwerp gelijk is aan 0 N.
− Bij het optellen van krachten moet er rekening gehouden worden met zowel
de grootte van de kracht als de richting van de kracht.
− De gegeven krachten moeten eerste ontbonden worden in de x- en de ycomponenten. Vervolgens kunnen deze x- en y-componenten bij elkaar
worden opgeteld (als ze in dezelfde richting staan) of van elkaar worden
afgetrokken (als ze in tegengestelde richting staan).
KeCo M.17.
• par. 3.2 Rekenen met krachten
• par. 3.4 De eerste wet van Newton
Tip:
− Als een voorwerp stilstaat of beweegt met een constante snelheid geldt dat
de resulterende kracht op dat voorwerp gelijk is aan 0 N (dit is de eerste wet
van Newton).
− Het probleem dat hier geschetst wordt, is dat van een hellend vlak. De
zwaartekracht moet ontbonden worden in een component langs de helling
(Fz,x) en een component loodrecht op de helling (Fz,y).
− Maak altijd eerst een situatieschets, waarin je de krachten aangeeft.
KeCo M.18.
• par. 3.2 Rekenen met krachten
• par. 3.5 De tweede wet van Newton
Tip:
− Als de, op een voorwerp werkende, resulterende kracht niet gelijk is aan
0 N, geldt de tweede wet van Newton: Fr = m ⋅ a .
− Het probleem dat hier, bij onderdeel a, geschetst wordt, is dat van een
hellend vlak. De zwaartekracht moet ontbonden worden in een component
langs de helling (Fz,x) en een component loodrecht op de helling (Fz,y).
− Maak altijd eerst een situatieschets, waarin je de krachten aangeeft.
KeCo-hulp SET-A (mechanica) – HAVO5
KeCo M.19.
3
• par. 3.2 Rekenen met krachten
• par. 3.5 De tweede wet van Newton
• par. 3.7 Krachten in het dagelijks leven
• par. 3.8 De wetten van Newton toepassen
Tip:
− Het probleem dat hier, voor blok A, geschetst wordt, is dat van een
hellend vlak. De zwaartekracht moet ontbonden worden in een component
langs de helling (Fz,x) en een component loodrecht op de helling (Fz,y).
− Bij onderdeel a moeten het totale systeem bekeken worden (d.w.z. blok A
en B samen). De blokken zitten immers aan elkaar vast.
− Bij onderdeel b moet of blok A of blok B beschouwd worden. Daarbij moet
ook de versnelling gebruikt worden die bij onderdeel a berekend is.
− Maak altijd eerst een situatieschets, waarin je de krachten aangeeft.
KeCo M.20.
• par. 3.7 Krachten in het dagelijks leven
Tip:
− De wrijvingskracht is altijd gericht tegengesteld aan de richting waarin de
beweging plaatsvindt of waarin de beweging zou kunnen gaan plaatsvinden.
KeCo M.24.
• par. 4.1 Verrichten van arbeid
Tip:
− Arbeid is altijd gekoppeld aan een kracht. Men zegt dat de arbeid verricht
wordt door een bepaalde kracht.
− De arbeid kan berekend worden met behulp van de formule:
W = F ⋅ s ⋅ cos α
KeCo M.26.
• par. 4.2 Energievormen
Tip:
− Er bestaan verschillende vormen van energie: zwaarte-energie, kinetische
energie, veerenergie, arbeid (, warmte, licht, straling, enz.), enz.
− Verschillende vormen van energie kunnen worden toegepast in de wet van
behoud van energie. Deze wet zegt dat de totale hoeveelheid energie altijd
gelijk blijft.
KeCo M.27.
• par. 4.3 Wet van behoud van energie
• par. 4.4 Wet van arbeid en kinetische energie
Tip:
− Verschillende vormen van energie kunnen worden toegepast in de wet van
behoud van energie. Deze wet zegt dat de totale hoeveelheid energie altijd
gelijk blijft.
− Er moet steeds worden uitgezocht van welke vorm van energie (kinetische
energie, zwaarte-energie, veerenergie, enz.) er in een bepaalde situatie
sprake is.
− Als er geen wrijvingskrachten werken, gaat er geen energie verloren. Als er
wel sprake is van wrijving, zal er wel energie verloren gaan. De energie die
verloren gaat wordt ook wel de arbeid verricht door de wrijvingskracht
(warmte) genoemd.
− Maak altijd eerst een situatieschets, waarin je de gegevens aangeeft.
KeCo-hulp SET-A (mechanica) – HAVO5
KeCo M.29.
• par. 4.5 Vermogen
• par. 4.6 Rendement
Tip:
− Maak altijd eerst een situatieschets, waarin je gegevens aangeeft.
− De last wordt met een constante snelheid opgehesen. Dit betekent dat de
eerste wet van Newton geldt en dat dus de hijskracht bekend is.
− Het vermogen kan berekend worden met behulp van de formule: P = F ⋅ v .
− Het rendement is het percentage van de toegevoerde energie dat nuttig
gebruikt wordt (hier dus voor het ophijsen van de last).
4
Download