Onderzoek van de dikke darm Sigmoïdoscopie - Coloscopie tijdens verblijf in het ziekenhuis Binnenkort vindt bij u een onderzoek van de dikke darm plaats (sigmoïdoscopie/coloscopie). In deze folder leggen we u uit wat het doel van het onderzoek is, wat het onderzoek inhoudt en welke voorbereidingen voor het onderzoek noodzakelijk zijn. Daarnaast geven wij u informatie over de gang van zaken op de dag van het onderzoek. Wat is een sigmoïdoscopie/coloscopie? Een sigmoïdoscopie/coloscopie is een onderzoek van de dikke darm. Voor het onderzoek wordt een coloscoop gebruikt, die via de anus langzaam door de dikke darm wordt opgeschoven. Een coloscoop is een flexibele slang met aan het uiteinde een hele kleine camera met lampje, zodat de binnenkant van de dikke darm kan worden bekeken. Via de coloscoop kunnen ook kleine ingrepen gedaan worden. Er kan bijvoorbeeld een stukje weefsel worden weggenomen voor nader onderzoek. Dit noemen we een biopsie. Ook kunnen kleine poliepen worden verwijderd (poliepectomie) of bloedingen worden gestelpt. Doel van het onderzoek Doel van het onderzoek is het bekijken van de binnenzijde van de dikke darm om eventuele afwijkingen te ontdekken of juist uit te sluiten. Bij een sigmoïdoscopie wordt uitsluitend het onderste deel van de darm onderzocht, terwijl bij een coloscopie de gehele dikke darm geïnspecteerd wordt en eventueel het laatste deel van de dunne darm. Voorbereiding op het onderzoek Gedurende de voorbereiding op het onderzoek is het belangrijk dat u alléén eet en drinkt wat de verpleging u aanbiedt. Daarnaast is het van belang dat u vanaf het moment dat bekend is dat het onderzoek gaat plaatsvinden géén druiven of kiwi’s meer eet. Volgt u al een dieet? Als dit dieet strijdig is met het dieetvoorschrift voor dit onderzoek, nemen wij voor u contact op met de afdeling Diëtetiek. Indien u bijvoorbeeld diabetes hebt zal de diëtist ervoor zorgen dat uw dieet een verantwoorde samenstelling heeft. Wanneer u verder nog vragen heeft over de voorbereiding, kunt u deze stellen aan de verpleegkundige of de voedingsassistent van de afdeling. Het reinigen van de darm Het is noodzakelijk dat de darm helemaal schoon is op het moment dat het onderzoek plaatsvindt. Er zijn verschillende methoden om dit te bereiken. De meest gebruikelijke methode is met behulp van een dieet, veel drinken en laxeermiddelen. Het gebruik van laxeermiddelen veroorzaakt veelvuldige diarree, die soms moeilijk op te houden is. Mocht dit bij u het geval zijn dan kunt u gebruik maken van | patiënteninformatie 2 incontinentiemateriaal. U kunt dit vragen aan de verpleegkundige. Als de voorbereiding niet goed was en de darm nog niet schoon is, kan het onderzoek niet doorgaan, er zal verder gelaxeerd moeten worden. De ontlasting dient helder te zijn en iets gelig van kleur. Om het slijmvlies voldoende te beoordelen moet de darm schoon zijn! Veel drinken Omdat het laxeermiddel Moviprep vocht aan de darmen onttrekt is het belangrijk vanaf het moment dat u dit krijgt, veel te drinken: tenminste 2 liter. Dit komt overeen met tien volle glazen. Veel drinken bevordert het resultaat van de darmreiniging. Eén dag voor het onderzoek U krijgt na het ontbijt alleen heldere dranken en pakjes Nutridrink te drinken (zie paragraaf Toelichting voor informatie over ‘heldere dranken’). In de namiddag krijgt u van de verpleegkundige het laxeermiddel Moviprep aangeboden. Dit medicijn is opgelost in 1 liter water. Voor de juiste werking dient u deze liter binnen 1 tot 1½ uur op te drinken (bijvoorbeeld elk kwartier een glas). Wij adviseren u gedurende deze periode in de buurt van een toilet te blijven. Het medicijn kan na een half uur tot 3 uur erna zijn werk gaan doen. Wij verzoeken u om de verpleegkundige te laten weten dat u ontlasting heeft gehad. De rest van de avond mag u onbeperkt heldere dranken drinken. Dit wordt zelfs sterk aanbevolen. De dag van het onderzoek Op de dag van het onderzoek krijgt u ’s morgens vroeg nog een keer het laxeermiddel aangeboden. Wij verzoeken u om de verpleegkundige te laten weten dat u ontlasting heeft gehad. Wilt u niet doorspoelen zodat de verpleegkundige kan kijken of het resultaat afdoende is. U mag tot 1 uur voor het onderzoek heldere dranken blijven drinken. U mag gewoon uw medicijnen innemen, met uitzondering van ijzerpreparaten en bloedverdunners (zie paragraaf: Medicijngebruik). Mocht het drinken van de Moviprep niet lukken binnen de afgesproken tijd dan kan er in samenspraak met u overwogen worden om een maagkatheter in te brengen. Toelichting op begrip ‘heldere dranken’ • Voorbeelden van heldere dranken zijn: water, sportdranken, heldere bouillon, vruchtensap zonder vruchtvlees, thee of koffie zonder melk, en nietkoolzuurhoudende dranken. • Vermijd roodgekleurde dranken, zoals cola, cassis of tomatensap, om verwarring met eventueel bloed in uw darm te voorkomen. • Het drinken van melkproducten is niet toegestaan. • Het drinken van alcoholische dranken is niet toegestaan. | patiënteninformatie 3 • Drink niet teveel suikervrije (‘light’) dranken. Omdat u niet mag eten is het belangrijk dat u op een andere manier voldoende suikers en zout binnenkrijgt. • Extra suiker kunt u nemen in de vorm van waterijsjes (geen rode) of druivensuiker. • Koffie en thee (zonder melk) zijn toegestaan, maar tellen niet mee voor het totaal volume van tenminste twee liter. Koffie en thee onttrekken namelijk vocht aan de darmen. Medicijngebruik Het gebruik van bloedverdunners Tijdens het onderzoek worden soms kleine ingrepen gedaan, zoals het wegnemen van een stukje weefsel of het verwijderen van een poliep. Om ervoor te zorgen dat de kans op bloedingen verkleind wordt is het van belang dat u het gebruik van bloedverdunners, in overleg met uw verwijzend arts, een aantal dagen vóór het onderzoek stopt. In onderstaande opsomming kunt u per soort bloedverdunner opzoeken hoeveel dagen u moet stoppen met het innemen van de medicijnen. • Als u de bloedverdunner Sintrom® (acenocoumarol) slikt dient u hiermee drie dagen voor het onderzoek te stoppen. • Als u de bloedverdunner Marcoumar® (fenprocoumon) slikt dient u hiermee vijf dagen voor het onderzoek te stoppen. • Als u de bloedverdunner Plavix® (clopidogrel) slikt dient u hiermee zeven dagen voor het onderzoek te stoppen. • U hoeft niet te stoppen met het gebruik van Ascal ® (acetylsalicylzuur), Persantin®, Asasantin® en Dipyridamol®. Het gebruik van ijzertabletten Als u ijzertabletten (‘staaltabletten’) slikt, dient u hiermee zeven dagen vóór het onderzoek te stoppen. Deze tabletten kleuren de ontlasting namelijk zwart en veroorzaken een moeilijk te verwijderen zwarte aanslag op het darmslijmvlies, waardoor beoordeling moeilijk is. Het gebruik van medicatie bij diabetes Als u diabetespatiënt bent, kunt u het beste met uw diabetesverpleegkundige of met de verwijzend arts overleggen over het wel of niet innemen van uw diabetesmedicatie. Het gebruik van uw overige medicijnen Uw overige medicijnen kunt u normaal blijven innemen. | patiënteninformatie 4 De gang van zaken • Op de dag van het onderzoek wordt u, na een telefonisch bericht aan de verpleegafdeling, per bed naar de Endoscopieafdeling gebracht, waar het onderzoek plaatsvindt. • De verpleegkundige zal u vragen uw onderlichaam te ontbloten. • Tijdens het onderzoek ligt u op uw linkerzij met opgetrokken knieën. • Uw onderlichaam wordt bedekt. Het onderzoek Via de anus wordt de coloscoop in de dikke darm geschoven. Een coloscoop is een zeer buigzame slang met een doorsnede van circa 1 cm. Door de slang lopen twee bundels van zeer dunne vezels. Door de ene bundel wordt licht van een lamp geleid, waardoor de binnenkant van de darm verlicht wordt op de plaats waar het uiteinde van de slang zich bevindt. Via de andere bundel kan de arts het belichte deel van de darm bekijken. Het eerste deel van de slang kan in alle standen worden gebogen, waardoor het mogelijk is om de bochten van de darm te volgen. Wanneer het voor het onderzoek nodig is om de darmwand beter zichtbaar te maken, kan door de slang lucht in de dikke darm worden geblazen en/of vocht worden afgezogen. Hierdoor kunnen soms krampen optreden. Het opvoeren van de coloscoop en het inblazen van lucht word soms als pijnlijk ervaren. Door windjes te laten tijdens het onderzoek kan de druk op de buik worden verminderd. Tijdens het onderzoek kan het nodig zijn dat u een andere houding aanneemt. Soms is het beter dat u op uw rug of rechterzij ligt. Ook kan het nodig zijn dat de verpleegkundige op verzoek van de arts op uw buik steunt om de endoscoop van buitenaf tegen te houden. Het wegnemen van weefsel Tijdens het onderzoek kan de arts kleine stukjes darmweefsel (biopten) wegnemen om te laten onderzoeken onder de microscoop. Het nemen van biopten is niet pijnlijk, maar veroorzaakt vaak wel wat bloedverlies. Het verwijderen van poliepen Wanneer tijdens het onderzoek poliepen (paddestoelachtige vormen) worden aangetroffen in de darm, dan kunnen deze vaak tijdens dezelfde behandeling worden weggenomen. Deze handeling heet ‘poliepectomie’ en is niet pijnlijk. Dit gebeurt met behulp van een snaar die de poliep met een elektrisch stroompje afsnijdt. Voordat de poliepectomie wordt uitgevoerd, wordt eerst een pleister op uw been geplakt die de stroom geleidt. | patiënteninformatie 5 Er kan na een poliepectomie wat bloedverlies optreden. De verwijderde poliepen worden na afloop onderzocht onder de microscoop. Na het totale onderzoek wordt een slangetje ingebracht om de lucht die tijdens het onderzoek in uw darm wordt geblazen, te laten ontsnappen. Dit zorgt dat het opgeblazen gevoel een stuk minder wordt. Er kan altijd wat lucht achterblijven in de darm wat geringe buikpijn kan geven. Om dit te verminderen kunt u een tijdje rustig op de buik gaan liggen of regelmatig proberen windjes te laten op het toilet. Kalmeringsmiddel Het onderzoek is soms pijnlijk, vooral wanneer u in het verleden geopereerd bent in de onderbuik. Als u erg tegen het onderzoek opziet, kan een ontspanningsmiddel (Dormicum®) worden toegediend. Omdat het hier om een medicijn met eventuele bijwerkingen gaat, zal de arts die het onderzoek verricht pas na de metingen definitief besluiten of u het ontspanningsmiddel krijgt. Dit ontspanningsmiddel (Dormicum®) is echter geen pijnstiller en geen roesje (dus u krijgt geen narcose). U wordt wel rustiger zodat u het onderzoek beter kunt verdragen. U krijgt het medicijn toegediend via een infuusnaaldje, dat al op de verpleegafdeling ingebracht wordt, in een ader in de arm. Door de Dormicum® bent u tijdelijk suf en ontspannen, waardoor het onderzoek gemakkelijker verloopt. Door middel van een knijper op de vinger wordt het zuurstofgehalte en de hartslag tijdens het hele onderzoek gecontroleerd. Ook wordt gedurende het onderzoek de bloeddruk (tensie) gemeten. Dit gebeurt om de 5 minuten. Contra-indicatie Het kalmeringsmiddel Dormicum® heeft soms een ademhalingsremmende werking. Dit kan wel eens tot complicaties leiden, vooral bij patiënten met chronische harten/of longziekten en bij patiënten met bepaalde chronische neurologische aandoeningen. Deze patiënten kunnen daarom geen Dormicum® krijgen. Na het onderzoek Na het onderzoek komt een verpleegkundige van de verpleegafdeling u weer ophalen bij de Endoscopieafdeling. Als u een kalmeringsmiddel heeft gehad, kan het zijn dat u nog enige tijd wat suf of vergeetachtig bent. De verpleegkundige controleert uw bloeddruk, ademhaling en bewustzijn. Indien zich geen bijzonderheden voordoen en u goed wakker bent, krijgt u iets te eten en te drinken. Duur van het onderzoek Het onderzoek duurt in totaal ongeveer 30 minuten. | patiënteninformatie 6 Complicaties na een sigmoïdoscopie/coloscopie Bij de sigmoïdoscopie/coloscopie komen nauwelijks complicaties voor. De belangrijkste complicatie die genoemd kan worden is een perforatie. Deze treedt op bij 0,1% van de onderzoeken. De kans op deze complicatie is het grootst bij bepaalde ontstekingsziekten van de darm. Complicaties na een poliepectomie • Na een poliepectomie bestaat een kans van 1 tot 2% dat een nabloeding optreedt die echter meestal gering zal zijn. Deze nabloeding kan soms pas na een aantal dagen optreden. In een enkel geval kan een opname noodzakelijk zijn. • Daarnaast kan na 0,2 tot 0,4 % van de poliepectomieën een perforatie van de darm optreden. • Een klein beetje bloedverlies na afloop is normaal, zeker wanneer er stukjes weefsel zijn weggenomen. Wanneer u echter grotere hoeveelheden bloed verliest, moet u dit meteen melden. De uitslag De specialist of de zaalarts zal u zo spoedig mogelijk van de uitslag van het onderzoek op de hoogte stellen. De uitslag van eventueel weefselonderzoek is bekend na 5 werkdagen. Tot slot • Hebt u een pacemaker of een ICD? Geef dit aan bij het maken van de afspraak. • Wanneer u op het moment van het onderzoek zwanger bent of het vermoeden • • • • hebt dit te kunnen zijn, wordt u verzocht dit van tevoren te vermelden. De arts kan hiermee rekening houden. Bent u opgenomen geweest in een buitenlands ziekenhuis? Meldt dit dan bij het maken van de afspraak. Wij adviseren u deze folder nog enige tijd bewaren. Als u nog vragen hebt, stelt u ze dan gerust aan uw arts, de verpleegkundige of de voedingsassistent. Wilt u meer informatie, dan kunt u deze o.a. vinden op de internetsite van het Nederlands Genootschap van Maag-Darm-Leverartsen: www.mdl.nl | patiënteninformatie 7 Naam : ___________________________________ Geboortedatum : ___________________________ Datum onderzoek : __________________________ Tijdstip onderzoek : _________________________ Verpleegafdeling Meldpunt Oost 51 Telefoon 088 – 459 5800 © 07-2016 Internet www.zuyderland.nl 352 Endoscopieafdeling Meldpunt Oost 35 Telefoon 088 - 45 97767 Werkdagen: 9.00 - 12.00 en 14.00 - 16.00 uur Locatie Heerlen 045 - 57 66278