Organisatieverandering en Leiderschap 2016-2017 De Aard van Organisatieverandering Soorten veranderingen De aard van organisatorische verandering kan ontdekt worden aan de hand van Grundy’s major types of change. Grundy (1993) verdeelt verandering in drie soorten (Figuur 1): Smooth incremental change: veranderingen gebeuren op een systematische en voorspelbare manier; Bumpy incremental change: veranderingen met periodes van daling en stijging van de grootte van de verandering; Discontinuous change: grote veranderingen in de strategie, structuur en/of cultuur. Figuur 1: Model van Grundy (1993). Het tempo en de grootte van verandering Volgens Balogun en Hope-Hailey (2004) zijn er vier verschillende soorten verandering. Deze kunnen geïdentificeerd worden op basis van de dimensies ‘aard van de verandering’ (scope) en ‘eindresultaat’ (scale). Door deze dimensies te combineren, ontstaat er een matrix (Figuur 2). Eindresultaat Incremental Transformation Realignment Evolution Adoption Revolution Reconstruction Aard van de verandering Big Bang Figuur 2: Model van Balogun en Hope-Hailey (2004). Frame-breaking change (Tushman et al.): de vraag voor drastische veranderingen komt vooral voor bij het volgende: Industriële discontinuïteiten: veranderingen die invloed hebben op de basis van de concurrentie. Hierbij valt te denken aan deregulatie, technologieën die leiden tot vervangingen van producten of processen, industriële standaarden, dominante designs, grote economische veranderingen en wetgeving; Interne bedrijfsdynamiek: de inrichting van de organisatie en het managen van groei van de organisatie; Productlevenscyclus shifts: veranderingen in de strategie door de verschijning van een nieuw product en het effect op internationale competitie. Facebook.com/SlimStuderenFEB 1 Organisatieverandering en Leiderschap 2016-2017 Frame-breaking change wordt vaak erg snel geïmplementeerd. Het zijn revolutionaire veranderingen. Frame-breaking change heeft de volgende kenmerken: Reorganisatie (structuur, systemen en procedures); Herformulering van de missie en belangrijkste waarden; Nieuwe leidinggevenden; Wijzigingen in de machtsverhoudingen en status; Wijzigingen in de communicatie (nieuwe procedures, communicatienetwerken). Frame-breaking change is revolutionair en heeft invloed op strategie, structuur, mensen en processen. Redenen voor de snelle implementatie van frame-breaking change: Risico en onzekerheid: hoe langer de implementatieperiode, des te groter de periode van onzekerheid en instabiliteit; Synergie: alle neuzen moeten dezelfde kant op staan; Verzetshaarden: deze ontstaan wanneer veranderingen niet snel genoeg worden doorgevoerd; Noodzaak van verandering: denk aan mode. Plowman et al. (2007) verdelen organisatorische verandering in vier verschillende types (Figuur 3). De dimensies van deze types zijn ‘tempo’ en ‘grootte’. De vier verschillende types verschillen op de volgende punten: De drijfveer voor de verandering: instabiliteit of traagheid; De vorm van de verandering: aanpassen of vervangen; De aard van de verandering: opkomend of al bekend; Type feedback: positief of negatief; Type connecties in het systeem: losse of strakke connecties. Scope Convergent Continu Tempo Episodisch 1 Drijfveer: kleine systeeminstabiliteit Vorm: kleine aanpassingen binnen het bestaande raamwerk Aard: opkomend en lokaal Feedback: positief Connecties: loskoppelen wat lokale condities te versterken 3 Drijfveer: kleine vertraging Vorm: kleine aanpassingen binnen het bestaande raamwerk Aard: lokaal Feedback: negatief Connecties: loskoppelen waardoor kleine lokale vervangingen nodig zijn Radicaal 2 Drijfveer: grote systeeminstabiliteit Vorm: raamwerk aanpassen Aard: opkomend en breed Feedback: positieve en negatieve feedback uitmondend in twee richtingen Connecties: kleine aanpassingen zorgen voor radicale veranderingen 4 Drijfveer: grote vertraging Vorm: vervangen van het raamwerk Aard: beoogd en over het hele systeem Feedback: negatief Connecties: lokale koppeling waarvoor brede radicale vervangingen nodig zijn Figuur 3: Typen veranderingen van Plowman (2007). Dit leidt tot vier soorten veranderingen: 1. Continue en convergente verandering: langzaam, verbeteren van huidige systemen en oefeningen; 2. Episodische en convergente verandering: sneller, vaak het resultaat van een gebeurtenis, ontmoedigt afwijkingen; 3. Episodische en radicale verandering: gebeurt snel als antwoord op een grote gebeurtenis; 4. Continue en radicale verandering: kleine veranderingen die zorgen voor een nieuwe formule. Facebook.com/SlimStuderenFEB 2 Organisatieverandering en Leiderschap 2016-2017 Transformatie in de organisatie Dunphy en Stace (1993) definiëren de schaalverdeling van verandering als volgt: Schaaltype 1: Fune tuning: hier is sprake van verandering als een constant proces. Het proces wordt gekarakteriseerd door het zorgen voor een goede fit tussen strategie, structuur, mensen en processen. Voorbeelden hiervan zijn het verbeteren van methoden en procedures, het zorgen voor een grote betrokkenheid onder personeel en het versterken van de normen en waarden; Schaaltype 2: Incremental adjustment: hier wordt de organisatorische veranderingen gekarakteriseerd door incrementele aanpassingen aan de constant veranderende omgeving. Voorbeelden hiervan zijn het vergroten van het verkoopgebied en technologische verbeteringen; Schaaltype 3: Modular transformation: hier wordt de organisatorische verandering gekarakteriseerd door grote herschikkingen op afdelingen, dus gefocuste radicale veranderingen. Voorbeelden hiervan zijn het introduceren van nieuwe processen die invloed hebben op grote afdelingen en het herformuleren van afdelingsdoelen; Schaaltype 4: Corporate transformation: organisatorische veranderingen die invloed hebben op de organisatie als geheel, dus radicale en revolutionaire veranderingen. Voorbeelden hiervan zijn het herformuleren van de missie en de belangrijkste waarden van de organisatie en reorganisatie door de hele organisatie heen. De verschillende soorten verandering: Convergente verandering: het kleinschalig verbeteren van een bestaande configuratie; Radicale verandering: ook wel frame-bending, een reeds bestaande situatie verandert in het geheel; Geplande verandering: discrete begin- en eindpunten, de verandering verloopt in stappen; Evolutionaire verandering: bestaande systemen en structuren worden verbeterd; Revolutionaire verandering: een snelle verandering met invloed door de hele organisatie; Opkomende verandering: door middel van experimenteren en aanpassingen verbetert de organisatie. Het wordt gezien als een systeem in ontwikkeling. Geplande en opkomende verandering In een ideale wereld zouden organisaties constant op de veranderingen in de omgeving inspelen. Dit zou betekenen dat grote veranderingen niet nodig zijn en kleine veranderingen als natuurlijk worden gezien. Double-edged sword (Tushman et al, 1988): het fenomeen waarbij managers en personeel comfortabel zijn met de manier van werken en de belangrijkste waarden, waardoor zij geen zicht meer hebben op mogelijke veranderingen of waarschuwingssignalen vanuit de omgeving. Met het organisatorische paradigma (Johnson, 1988) wordt bedoeld wat de algemene zienswijze is. Deze bevat de normen, waarden en assumpties binnen een organisatie. Beck at al (2008) hebben drie soorten veranderingsgebeurtenissen op een rij gezet: Veranderingen in de markt (nieuwe klanten/producten); Veranderingen in het leiderschap van een organisatie; Veranderingen met betrekking tot regels en routines die zorgen voor de basisstructuur van de organisatie. Er zijn veel veronderstellingen over het verschil tussen opkomende (emergent) veranderingen en geplande veranderingen. Zo stelt Wilson (1992) dat veranderingen niet logisch en systematisch gepland kunnen worden. Facebook.com/SlimStuderenFEB 3 Organisatieverandering en Leiderschap 2016-2017 Volgens Wilson is geplande verandering een managementconcept dat sterk afhankelijk is van de manier waarop die organisatie haar zaken regelt. Jilan (2007) richt zich op de manier waarop managers om moeten gaan met geplande verandering. Zij benadrukt het belang van de betekenis van verandering voor de werknemers. Zij hebben hulp nodig om betekenis te geven aan de verandering en in te zien hoe het hun dagelijkse praktijken verandert. Quinn (1980) bekritiseert het idee dat geplande verandering uitvoerig is overlegd en doordacht voordat het geïmplementeerd wordt. Volgens zijn onderzoek over het besluitvormingsproces bij een aantal organisaties, worden de meeste strategische beslissingen gemaakt zonder hulp van het formele planningssysteem. Stacey (2003) vat de punten van Quinn op de volgende manier samen: Effectieve managers baseren hun beslissingen op wat zij willen bereiken met de organisatie en waar zij heen willen; De strategie om bij deze beslissing te komen is aan verandering onderhevig; Door de onzekerheden uit de omgeving staat de strategie open voor flexibiliteit; De strategie zelf ontstaat door interactie tussen verschillende groepen mensen in de organisatie die allemaal verschillende machtsposities, een verschillend bereik tot de juiste informatie, verschillende tijdschema’s en verschillende interesses hebben; De strategie ontstaat door kleine stappen; Het resultaat is een organisatie die het gevoel heeft zijn weg naar het doel te hebben ontdekt. Het voorspellen van verandering De organisatorische levenscyclus van Greiner (1972) beschrijft de verschillende stadia van een ontwikkelende en groeiende organisatie (Figuur 4). Na elke fase ontstaat een crisis die overwonnen moet worden voordat een organisatie in een nieuwe fase terecht komt. Figuur 4: Organisatorische levenscyclus van Greiner (1972). Facebook.com/SlimStuderenFEB 4