H16. Berekeningen aan zuren en basen Algemene info • Zuur Deeltje dat H+ afstaat – HCl + H2O H3O+ + Cl- • Base Deeltje dat H+ opneemt – NH3 + H2O NH4+ + OH- • Notatie; – Sterk zuur/base: H3O+ + Z- (100% ionisatie) • Zuren tot H3O+, basen tot OH- – Zwak zuur/base: HZ(aq) (1-10% ionisatie) • Zuren tot H2O, basen tot H2O – rest te zwak Algemene info • • • • pH = -log [H3O+] [H3O+] = 10-pH pOH = -log [OH-] [OH-] = 10-pOH pH + pOH = pkw (T afhankelijk, Binas 50A) Significantie; aantal signi in conc geeft aantal decimalen. [H3O+] =1,0E-2 pH=2,00 • LET OP: instabiele zuren, bijv. H2CO3 • Amfolyt; afhankelijk van kz en kb; HCO3- = base omdat kb>kz pH berekening Sterk • Sterk zuur: HNO3 + H2O H3O+ + NO3• 0,10 M HNO3 pH = -log [H3O+] = 1,00 – 100% geïoniseerd, HNO3 geeft 1 H+ af dus zoals hier boven. • Sterke base: 0,20 gram calciumoxide in 0,500 liter water bij kamertemperatuur, bereken pH. • CaO(s) + H2O(l) Ca2+(aq) + 2OH-(aq) 0,00357 mol x 2 0,00713 mol : 56,08 g/mol 0,20 gram : 0,500 liter [OH-] = 0,014 M pOH=-log [OH-]=1,85 pH=12,15 Verloopt de reactie? • Sterk zuur met sterke base – Loopt 100% af • Sterk zuur met zwakke base en Zwak zuur met sterke base – Evenwicht ligt zeer sterk rechts (bijna 100%) • Zwak zuur met zwakke base – Controleer in Binas 49. Staat zuur boven base dan reactie. (Evenwichtsreactie) – Staat zuur onder base. Evenwicht sterk links (geen reactie) Regels voor reactievergelijkingen 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. Noteer alle deeltjes Sorteer zure en basische deeltjes Sterkste zuur en base Verloopt een reactie en hoe vaak? Stel de vergelijking op Klopt je vergelijking wbt deeltjes en lading Check of er deeltjes dubbel staan of binding aangaan • Ammonia met azijnzuur • NH3(aq), H2O, CH3COOH(aq) zuur base H2O H2O CH3COOH NH3 • Zwak zuur met zwakke base dus evenwicht! CH3COOH (aq) + NH3 (aq) CH3COO- (aq) + NH4+ (aq) Vergelijkingen oefenen • Geef de vergelijking tussen – Overmaat HCl opl en Na3PO4 (s) – NH3 opl en HF opl – HIO opl en NaOH (s) • Geef de vergelijking tussen – 3H3O+ + Na3PO4(s) H3PO4 + 3Na+(aq) + 3H2O – NH3(aq) + HF (aq) F-(aq) + NH4+(aq) – HIO(aq) + NaOH (s) Na+(aq) + IO-(aq) + H2O Koolzuur evenwicht • Koolstofdioxide lost slecht op in water – CO2(g) + H2O(l) H2CO3 (aq) (1) • Koolzuur is zwak zuur – H2CO3(aq) + H2O(l) H3O+(aq) + HCO3- (aq) – HCO3- (aq) + H2O(l) H3O+(aq) + CO32- (aq) (2) (3) • Stel; – We voegen OH- opl toe • • • • In (3) neemt H3O+(aq) af. Dus evenwicht naar recht. Minder HCO3- (aq) in (2) betekent ook ev in (2) naar rechts. Dus minder H2CO3 in (1) dus ev naar rechts. Conclusie: door pH omhoog minder [CO2(g)] – We voegen H3O+ opl toe; • Conclusie: door pH omlaag [CO2(aq)] stijgt Koolzuur evenwicht Koolzuur evenwicht • Exp 16.2 • Bestuderen 16.3 • Maken opgave tot en met 11 Zwak zuur/base berekening • HZ (aq) + H2O Z- (aq) + H3O+ (aq) V 0,10 0 0 T -x +x +x N 0,10-x x x • kz =[Z- ] . [H3O+] [HZ] • kz = x2 (0,10 – x) Zwak zuur berekening • pH van 0,10 M HNO2-oplossing berekenen – HNO2 niet 100% geïoniseerd, dus met zuurconstante berekenen. HNO2(aq) + H2O(l) NO2- (aq)+ H3O+(aq) V 0,10 0 0 T -x +x +x N 0,10-x x x kz = [NO2- ] . [H3O+] = 5,6.10-4 [HNO2] • x = [H3O+] ? Grafische rekenmachine x=7,2E-3 pH= 2,14 • • • • • Extra pH • 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. Extra opgave 5; Bereken de pH van een oplossing van 1,0 · 10-1 M azijnzuur 1,0 · 10-2 M HCN 0,10 M zoutzuur 0,10 M NaCN-oplossing 0,020 M waterstoffluoride-oplossing 1,0 M HNO2 0,010 M KF-oplossing Antwoorden extra pH 1 • • • • • 2 3 4 5 6 7 CH3COOH(aq) + H2O ↔ CH3COO-(aq) + H3O+(aq) Kz = 1,8 * 10-5 0,10 mol 0 0 -X +X +X 0,10-X X X Kz= [CH3COO-(aq)] * [H3O+(aq)]/ [CH3COOH(aq)] = X2/(0.1-X) Gr X = 0.0013 pH = 2,88 X= 2.470 * 10-6 pH = 5.61 Sterk zuur pH= 1 X= 1.25 * 10-3 pOH = 2.90 pH = 11.10 X= 3.25 * 10-3 pH = 2.49 X= 2.34 * 10-2 pH = 1.63 X= 3.99 * 10-7 pOH = 6.4 pH = 7.6 instinker • • Wat is de pH van een verzadigde oplossing van Ca(OH)2? Rv – • Ks – • • • • Ca(OH)2 Ca2+ + 2OHKs =[Ca2+]∙[OH-]2 = 4,7 ∙ 10-6 4x3 = 4,7 ∙ 10-6 x=1,06 ∙ 10-2 [OH-] = 2* 1,06 ∙ 10-2 pOH=1,67 pH = 12,32 Buffer • Oplossing waarvan de pH maar klein beetje verandert, bij toevoegen van sterk zuur/base of bij verdunning • Bestaat uit mengsel van zwak zuur en geconjugeerde base in verhouding 1:10 tot 10:1 CH3COOH + H2O CH3COO- + H3O+ • kz =[CH3COO- ] . [H3O+] [CH3COOH] • Buffercapaciteit; hoeveel zuur/base de buffer kan hebben. • Als 1:1 dan is pH=Kz • Buffer berekening – 0,20 mol acetaat en 0,80 mol azijnzuur in bepaald volume • pH= 4,14 – Nu 50 mL 1M zoutzuur toevoegen. (Vol verandering verwaarlozen) • pH = 4,0 geworden Buffer in lichaam • • • • CO2 (aq) + H2O (l) H2CO3 (aq) H2CO3 (aq) +Hb(aq) HCO3- (aq) + HHb+(aq) HHb+ + O2 HHbO2+ Spier Bloed Longen (1) (2) • Koolzuurbuffer in lichaam. Kz = 8,0E-7, pH Bloed=7.4 • 8,0E-7 = 4E-8 · [HCO3-]/[H2CO3] • [HCO3-]/[H2CO3]= 20/1, kan vooral zuren bufferen