Sociale werkplaatsen, gelegen in een badplaats, een luchtkuuroord

advertisement
Zondagwerk en nachtarbeid in sociale werkplaatsen
De SST werkgroep PC 327 nam het probleem van zondagwerk en nachtarbeid in de sociale
werkplaatsen onder de loep en kwam tot een aantal vaststellingen.
Eerste vaststelling
Een aantal sociale werkplaatsen hebben met zondagwerk te maken: dit wil niet zeggen dat al
hun werknemers op zondag werken of dat er systematisch zondagwerk is, maar het gaat bij
deze werkplaatsen om meer dan zeer occasioneel zondagwerk.
Om welke soort activiteiten gaat het?
Voorbeelden:
In de sfeer van horeca en traiteurservice: sociaal restaurants of werkplaatsen waar men
maaltijden/hapjes kan bestellen of waar feesten georganiseerd worden,
In de sfeer van boerderijactiviteiten: activiteiten die noodzakelijkerwijze op zondag moeten
plaatsvinden, het op markten staan met producten,…
In de sfeer van toerisme: fietsverhuur gedurende een aantal maanden per jaar aan particulieren
In de sfeer van groenzorg en onderhoud openbaar domein: vb opkuis na de zondagsmarkt
Probleemstelling:
Zondagwerk bestaat in de praktijk in de sector. Er is onduidelijkheid over of dit op wettelijke
basis kan, dan wel of voor iedere sociale werkplaats zondagwerk verboden is.
Wat zegt de wet?
In de wet is een verbod op zondagarbeid ingeschreven
De algemene regel is dus dat het verboden is werknemers op zondag tewerk te stellen.
Op deze algemene regel zijn er uitzonderingen mogelijk:
 via de invoering van nieuwe arbeidsregelingen of wanneer een KB dit voorziet, is het
mogelijk om af te wijken van het verbod.
De sociale werkplaatsen kunnen hier geen gebruik van maken: er is geen KB dat voor de
sector (of een deel ervan) zondagwerk toelaat en het opstarten van de vereiste procedure
voor het invoeren van nieuwe arbeidsregelingen is niet meteen aan de orde.
 de arbeidswet voorziet in artikel 66 een afwijkingsmogelijkheid voor bepaalde bedrijven
en instellingen of voor het uitvoeren van een aantal werkzaamheden en somt deze
vervolgens op. (zie bijlage 1).
Het gaat om een overgangsregeling: voorlopig - dat wil zeggen zolang er voor deze
bedrijven of werkzaamheden geen koninklijk besluit is (op basis van artikel 13 van de
arbeidswet) dat zondagwerk toelaat- mogen werknemers op een zondag worden
tewerkgesteld in de opgesomde ondernemingen/instellingen/werkzaamheden.
In deze opsomming komen onder andere voor:
SST, Land van Waaslaan 2, bus 2, 9000 Gent, 09/259.97.66, [email protected]
april 2005
-
-
hotels, motels, kampeerterreinen, spijshuizen, restauratiebedrijven,
traiteurszaken, verbruikzalen en drankslijterijen;
dringende of onontbeerlijke landbouwarbeid;
het melken van koeien, het voederen van het vee, het binnenhalen van het hooi,
het reinigen van de stallen, het plukken van het fruit kunnen in sommige
gevallen, omwille van atmosferische omstandigheden, als dringend worden
beschouwd (Hand., Senaat 18 februari 1964, 767);
ondernemingen voor het verhuren van boeken, stoelen en vervoermiddelen;
(fietsen, auto's, ...);
… (de volledige lijst is terug te vinden in bijlage 1)
Kunnen de sociale werkplaatsen gebruik maken van deze laatste afwijkingsmogelijkheid?
Eén standpunt dat in de werkgroep naar voor kwam is dat sociale werkplaatsen absoluut geen
gebruik kunnen maken van de uitzonderingen in de arbeidswet die zeer beperkend
geïnterpreteerd moeten worden. Voor organisaties die tot PC 327 behoren kan niets ikv
zondagwerk.
Een ander geluid dat te horen was, is dat er voor sociale werkplaatsen met een aantal
welbepaalde activiteiten wel ruimte is om af te wijken.
De werkgroep stelde de vraag om nader te onderzoeken of men om gebruik te kunnen maken
van de afwijkingsmogelijkheid die artikel 66 voorziet, al dan niet tot het paritair comité moet
behoren waaronder de grote groep van werkgevers behoort die een dergelijke activiteit
uitoefenen.
Vb als je niet onder het PC van de horeca ressorteert maar wel gelijkaardige
activiteiten uitoefent (traiteur,…) als sociale werkplaats en dus ressorteert onder PC
327, kan je dan ook gebruik maken van de uitzondering op verbod voor zondagswerk?
Dit blijkt inderdaad te kunnen. Dit betekent dat voor een aantal sociale werkplaatsen de
mogelijkheid op afwijking van het verbod op zondagwerk bestaat. Men kan zich voor een
aantal werkzaamheden dus rechtstreeks op de wet beroepen. Het moet wel gaan om
werkzaamheden die aansluiten bij de opsomming, in artikel 66 van de arbeidswet. Voor alle
andere sociale werkplaatsen is er uiteraard wel een verbod op zondagwerk.
Welke formaliteiten moeten zij die gebruik kunnen maken van de afwijkingsmogelijkheid
vervullen:
In principe wordt de regeling (aanpassing uurroosters) opgenomen in het arbeidsreglement.
Indien deze regeling nog niet opgenomen is in het arbeidsreglement dient de normale
procedure wijziging arbeidsreglement gevolgd te worden.
Indien het om een éénmalige tewerkstelling gaat op zondag kan een tijdelijke wijziging van
het uurrooster min. 24 uur vooraf aangeplakt worden.
Wat met occasioneel zondagwerk?
Bijvoorbeeld een open deurdag? Voor dergelijke uitzonderlijke activiteiten is een éénmalige
afwijking mogelijk.
Artikel 66 van de arbeidswet voorziet trouwens ook een uitzondering op het verbod op
zondagwerk voor deelneming aan manifestaties van alle aard, onder meer aan salons,
tentoonstellingen, musea, jaarbeurzen, nijverheids- en landbouwtentoonstellingen, markten,
SST, Land van Waaslaan 2, bus 2, 9000 Gent, 09/259.97.66, [email protected]
april 2005
braderijen, optochten en sportmanifestaties: het moet dan wel gaan om tewerkstelling buiten
de eigen locatie.
Welke formaliteiten moeten in dit geval vervuld zijn:
Indien het om een éénmalige tewerkstelling gaat op zondag kan een tijdelijke wijziging van
het rooster min. 24 uur vooraf aangeplakt worden.
Wat met inhaalrust en verplichte rustpauzes?
De inhaalrust voor zondagarbeid wordt niet aangerekend op de arbeidsduur. Werknemers die
's zondags gewerkt hebben, hebben recht op inhaalrust in de loop van de zes dagen die op de
zondag volgen. De rust bedraagt een volle dag indien de zondagsarbeid langer dan vier uren
geduurd heeft. Duurde de zondagsarbeid niet langer dan vier uur dan bedraagt de rust ten
minste een halve dag.
Er moet ook rekening gehouden worden met de verplichte rustpauzes op weekbasis. Een week
loopt van maandag tot zondag. Aan de werknemer moet wekelijks een werkonderbreking van
35 uren aan één stuk worden gewaarborgd: de verplichte rust van 11 uren (tussen 2 prestaties)
moet gevoegd worden bij de zondagsrust (of bij de dag inhaalrust omdat er op zondag arbeid
werd verricht).
Het is dus uitgesloten om werknemers zeven dagen op zeven tewerk te stellen.
Wat met de verloning op zondag?
Wat zegt de wet?
De wet voorziet geen speciale toeslag voor werk op zondag. Enkel bij overwerk op zondag is
een toeslag van 100 % wettelijk verplicht. (Mits een ondernemingsCAO kan overloon
omgezet worden in inhaalrust).
Normaal werk op zondag moet dus niet extra vergoed worden tenzij een andere rechtsbron,
b.v. een C.A.O., de individuele arbeidsovereenkomst, het gebruik, een dergelijke extra
vergoeding voorziet.
 Wat betreft het verbod op zondagswerk bestaat in de wet nog een andere
uitzonderingsmogelijkheid. Werknemers mogen op een zondag worden tewerkgesteld in
de kleinhandelszaken en de kapsalons die gevestigd zijn in badplaatsen, luchtkuuroorden
en toeristische centra, zoals omschreven in het Koninklijk Besluit van 7 november 1966
(B.S. 17 november 1966).
Kunnen sociale werkplaatsen gevestigd in een badplaats, luchtkuuroord en toeristische centra
gebruik maken van deze regeling, en hun werknemers occasioneel tewerkstellen op zondag?
Sociale werkplaatsen, gelegen in een badplaats, een luchtkuuroord of een toeristisch centrum
kunnen gebruik maken van deze uitzondering in de wet, om zondagswerk mogelijk te maken.


Sociale werkplaatsen die producten verkopen rechtstreeks aan gebruikers
(bijvoorbeeld een kringloopcentrum,…) worden gelijkgesteld aan kleinhandelszaken.
Badplaatsen : dit zijn de plaatsen die niet verder dan vijf kilometer van de kust gelegen
zijn;
SST, Land van Waaslaan 2, bus 2, 9000 Gent, 09/259.97.66, [email protected]
april 2005


Luchtkuuroorden : dit zijn de plaatsen die aan ten minste twee van de hiernavolgende
voorwaarden voldoen:
o de meeste hotels moeten er ten minste zes maanden per jaar gesloten zijn;
o het aantal residerenden moet er gedurende sommige periodes van het jaar in
aanzienlijke mate toenemen;
o het in het hotelbedrijf tewerkgesteld personeel moet er gedurende sommige
periodes van het jaar in aanzienlijke mate toenemen;
Toeristische centra : dit zijn de plaatsen die als zodanig zijn erkend door de minister
tot wiens bevoegdheid de arbeid behoort. Enkel de plaatsen waar een toeristisch
onthaal verzekerd wordt door instellingen die door het commissariaat-generaal voor
het toerisme werden erkend en waar het toerisme wegens het bestaan van
bezienswaardigheden, natuurschoon, ondernemingen voor sportieve of culturele
ontspanning, bedevaartsoorden, logies- of restauratiegelegenheden, van essentieel
belang is voor de economie kunnen worden erkend. De aanvraag tot erkenning wordt
door het gemeentebestuur bij de minister ingediend (zie bijlage 4).
Onder welke voorwaarden mogen werknemers op een zondag worden tewerkgesteld in
badplaatsen, luchtkuuroorden en toeristische centra ?
De werknemers mogen op een zondag arbeid verrichten :
- vanaf het begin van de paasvakantie in het door de Staat ingericht,
gesubsidieerd of erkend onderwijs (merk op dat het begin van de paasvakantie
verschillend is naargelang de Gemeenschap waarvan de instelling afhangt);
- tijdens de kerst- en nieuwjaarsvakantie (in datzelfde onderwijs);
- buiten voornoemde periodes mogen de werknemers gedurende ten hoogste
dertien zondagen per kalenderjaar tewerkgesteld worden in de plaatsen of
gedeelten ervan :
 waar tijdens het weekeinde een toevloed van toeristen plaatsheeft
ingevolge het bestaan van bezienswaardigheden, natuurschoon,
ondernemingen voor sportieve of culturele ontspanning,
bedevaartsoorden, logies, of restauratiegelegenheden;
 waar manifestaties plaatsgrijpen zoals salons, tentoonstellingen, musea,
jaarbeurzen, nijverheids- en landbouwtentoonstellingen, markten,
braderijen, optochten en sportmanifestaties.
Wanneer kleinhandelszaken in badplaatsen, luchtkuuroorden en toeristische centra buiten
voornoemde periodes werknemers willen tewerkstellen op een zondag, dan is de algemene
regeling voor de kleinhandelszaken van toepassing.
Formaliteiten
Een onderneming die deze afwijking wil gebruiken, moet de inspecteur-districtshoofd van de
Inspectie van de sociale wetten hiervan in kennis stellen, ten minste twee weken vóór het
begin van de twee eerstgenoemde periodes en 48 uren vóór het begin van de derde periode.
Tweede vaststelling
Zondagwerk kan niet los gezien worden van nachtwerk: vb bij het organiseren van of de
catering bij feesten zijn werknemers aan het werk tot de late uurtjes,…
SST, Land van Waaslaan 2, bus 2, 9000 Gent, 09/259.97.66, [email protected]
april 2005
Wat zegt de wet?
Principieel is nachtarbeid verboden, waarbij als nachtarbeid beschouwd wordt, arbeid verricht
tussen 20 en 6 uur.
Op dit principiële verbod van nachtarbeid zijn afwijkingen mogelijk voor werknemers en
werkneemsters vanaf de leeftijd van 18 jaar.
Grosso modo gaat het om drie soorten afwijkingen :
rechtvaardiging door de aard der werken of de activiteit (art 36);
ploegenarbeid, noodzakelijke permanentie of snel ontaardende stoffen(art 37§2);
andere afwijkingen voorzien bij koninklijk besluit (art 37§1).
Voor activiteiten die niet vallen onder één van deze afwijkingen, blijft het verbod van
nachtarbeid onverminderd gelden.
Op de uitzonderingsgronden ikv ploegenarbeid, noodzakelijke permanentie of snel
ontaardende stoffen of andere afwijkingen voorzien bij koninklijk besluit kunnen de sociale
werkplaatsen niet meteen terugvallen om een afwijking op het verbod te legitimeren.
Artikel 36 van de arbeidswet voorziet ook hier afwijkingsmogelijkheden voor werken van een
bepaalde aard of bepaalde activiteiten en somt deze ook hier op (zie bijlage 2)
En ook hier komen de hotels, motels, kampeerterreinen, restaurants, restauratiebedrijven,
traiteurszaken, verbruikszalen en drankslijterijen voor in de lijst.
Kunnen de sociale werkplaatsen gebruik maken van deze laatste afwijkingsmogelijkheid?
Vb als je niet onder het PC van de horeca ressorteert maar wel gelijkaardige
activiteiten uitoefent (traiteur,…) als sociale werkplaats en dus ressorteert onder PC
327, kan je dan ook gebruik maken van de uitzondering op verbod voor nachtwerk
zoals voorzien in artikel 36 van de arbeidswet?
Blijkt dat dit inderdaad kan. Dit betekent dat voor een aantal sociale werkplaatsen de
mogelijkheid op afwijking van het verbod op nachtwerk bestaat. Men kan zich voor een aantal
werkzaamheden dus rechtstreeks op de wet beroepen.
Het moet wel gaan om werkzaamheden die aansluiten bij de opsomming in artikel 36 van de
arbeidswet. Voor alle andere sociale werkplaatsen is er uiteraard een verbod op nachtwerk.
Welke formaliteiten moeten in dit geval vervuld zijn:
In principe wordt de regeling (aanpassing uurroosters) opgenomen in het arbeidsreglement.
Indien deze regeling nog niet opgenomen is in het arbeidsreglement dient de normale
procedure wijziging arbeidsreglement gevolgd te worden.
Indien het om een éénmalige nachtelijke tewerkstelling gaat kan een tijdelijke wijziging van
het uurrooster min. 24 uur vooraf aangeplakt worden.
Wat met verloning:
De wet voorziet geen speciale toeslag voor nachtarbeid. Nachtwerk moet dus niet extra
vergoed worden tenzij een andere rechtsbron, b.v. een C.A.O., de individuele
arbeidsovereenkomst, het gebruik, een dergelijke extra vergoeding voorziet.
LET WEL: Naast het begrip "nachtarbeid" bestaat ook een tweede begrip
SST, Land van Waaslaan 2, bus 2, 9000 Gent, 09/259.97.66, [email protected]
april 2005
"arbeidsregeling met nachtprestaties". Dit begrip is beperkter dan het
begrip nachtarbeid. Het koninklijk besluit van 16 april 1998 definieert een arbeidsregeling
met nachtprestaties als :
"een arbeidsregeling met prestaties tussen 20 uur en 6 uur, met uitsluiting
van de arbeidsregelingen waarin enkel worden tewerkgesteld werknemers die
uitsluitend prestaties verrichten tussen 6 uur en 24 uur en werknemers die
gewoonlijk beginnen te werken vanaf 5 uur".
Sociale werkplaatsen die beroep kunnen doen op de afwijking op het verbod op
nachtwerk (artikel 36), en meer dan één uitzonderlijke keer per jaar tussen 24u en 5u
werken, vallen onder de regeling “arbeidsregeling met nachtprestaties”.
Welke formaliteiten moeten in dit geval vervuld zijn:
Om aan deze regeling te voldoen dient een specifieke procedure gevolgd te worden. Zie
bijlage 3.
Wat met de verloning:
Bij ‘arbeidsregeling met nachtprestaties’ dient een nachtvergoeding betaald te worden. Dit
bedrag is bepaald door de nationale arbeidswetgeving (www.nar.be, CAO nummer 49).
SST, Land van Waaslaan 2, bus 2, 9000 Gent, 09/259.97.66, [email protected]
april 2005
Bijlage 1: afwijkingen op het verbod op zondagswerk op basis van artikel 66 vd arbeidswet
In volgende bedrijven en instellingen of voor het uitvoeren van de volgende werkzaamheden
mag eveneens 's zondags gewerkt worden :
Zij (1 tot 29) profiteren van de zgn “overgangsregeling” op basis van artikel 66 van de
arbeidswet: Voorlopig (dat wil zeggen zolang er voor een bepaalde sector of voor eenzelfde
activiteit geen besluit op basis van artikel 13 is genomen) mogen werknemers op een zondag
worden tewerkgesteld in :
1)
2)
3)
4)
5)
6)
7)
8)
9)
10)
11)
hotels, motels, kampeerterreinen, spijshuizen, restauratiebedrijven,
traiteurszaken, verbruikzalen en drankslijterijen;
ondernemingen van openbare vertoningen en vermakelijkheden;
deze afwijking heeft betrekking op culturele activiteiten, sportmanifestaties;
dagbladondernemingen;
hier worden de ondernemingen bedoeld die zich bezighouden met de redactie,
het drukken en het verzenden van de kranten; de dagbladverkopers mogen op
zondag werknemers tewerkstellen op basis van de regeling die op sommige
ondernemingen uit de distributiesector van toepassing is zou nu via KB
geregeld zijn
agentschappen voor inlichtingen en reisagentschappen;
onder «agentschappen voor inlichtingen» worden verstaan de bureaus die aan
bezoekers, toeristen of andere gegadigden inlichtingen verstrekken betreffende
een bepaalde gemeente, stad of streek inzake de bezienswaardigheden,
monumenten, culturele manifestaties, hotels en spijshuizen (Gedr. St., Senaat
1970-71, nr. 272, 38);
ondernemingen voor scheepsherstelling en -onderhoud;
ondernemingen die brandstof of olie voor autovoertuigen in 't klein verkopen,
doch enkel wat de werknemers betreft, die met de verkoop zijn belast; en voorzover deze ondernemingen niet behoren tot de distributiesector die een aparte
regeling kent;
benzinestations: zou nu via KB geregeld zijn
ondernemingen die autoparkeerterreinen exploiteren;
ondernemingen voor productie, verwerking of overbrenging van gas,
elektriciteit, stoom of kernenergie en de ondernemingen voor
watervoorziening;
instellingen en diensten die geneeskundige, profylactische of hygiënische
verzorging verlenen;
dit zijn ziekenhuizen, klinieken, kraaminrichtingen, preventoria en sanatoria,
instellingen voor bejaarden, ... (Gedr. St., Senaat, nr. 285, o.c., 5); deze
afwijking geldt enkel voor het personeel dat noodzakelijk is voor de werking
van de instelling;
dringende of onontbeerlijke landbouwarbeid;
het melken van koeien, het voederen van het vee, het binnenhalen van het hooi,
het reinigen van de stallen, het plukken van het fruit kunnen in sommige
gevallen, omwille van atmosferische omstandigheden, als dringend worden
beschouwd (Hand., Senaat 18 februari 1964, 767);
bedrijven waarin de arbeid wegens de aard niet kan worden onderbroken of
uitgesteld;
hoewel een andere terminologie wordt gebruikt, gaat het hier om hetzelfde
SST, Land van Waaslaan 2, bus 2, 9000 Gent, 09/259.97.66, [email protected]
april 2005
12)
13)
14)
15)
16)
17)
18)
19)
20)
21)
22)
23)
24)
25)
26)
27)
28)
29)
begrip als in artikel 22 2° van de arbeidswet/continuarbeid; het zijn bijgevolg
technische factoren en geen louter economische overwegingen die de
toepassing van deze afwijking rechtvaardigen (opstaele, l., o.c., II-18-46); zie
ook de opsomming van continuarbeid;
ondernemingen van vervoer te land en in de lucht, alsmede van het
visserijbedrijf;
Het gaat hier om andere werknemers dan het varend personeel op wie de
bepalingen van de wet niet van toepassing zijn. De afwijking is evenwel niet
van toepassing op de transportactiviteiten van een handels- of
nijverheidsonderneming; in dat geval volgt het bijkomstige (i.c. het vervoer) de
hoofdzaak en is m.a.w. de regeling van toepassing die voor het bedrijf geldt
(velge, h., o.c., 267);
apotheken, drogisterijen en winkels van genees- of heelkundige toestellen;
fotografiebedrijven, alleen wat de filmoperateurs betreft, die de particulieren
op de openbare weg fotograferen;
filmbedrijven die het filmjournaal verzorgen, wat de werknemers betreft die
belast zijn met de werken inherent aan de filmpers;
de ontwikkeling, de ijking, het afdrukken, de verificatie en het visioneren van
de films alsmede de opname en synchronisatie van de klankbanden (Gedr. St.,
Senaat, nr. 96, o.c., 16);
bedrijven waar films vervaardigd worden voor de bioscoop en de televisie, wat
het arbeidspersoneel betreft dat belast is met werken aan de verlichting, de
machinerie, de bouw en afbraak van decors;
bedrijven voor radio- en televisiedistributie;
voedingsmiddelenbedrijven waarvan de producten voor dadelijk verbruik
bestemd zijn; minder dan 5 werknemers
zoals bakkerijen, banketbakkerijen, consumptiesalons voor roomijs, vismijnen,
slachthuizen, melkerijen, ...; zou nu via KB geregeld zijn
bedrijven waarin eetwaren of levensmiddelen in 't klein worden verkocht;
tabakswinkels en winkels van natuurlijke bloemen; zou nu via KB geregeld zijn
openbare badinrichtingen; ook zeebaden
ondernemingen voor het verhuren van boeken, stoelen en vervoermiddelen;
(fietsen, auto's, ...);
bureaus voor arbeidsbemiddeling;
ondernemingen die zich in de spoorwegstations, in de luchthavens en in de
havenstations met wisselverrichtingen bezighouden;
depanneren van motorvoertuigen en van distributieautomaten;
deelneming aan manifestaties van alle aard, onder meer aan salons,
tentoonstellingen, musea, jaarbeurzen, nijverheids- en
landbouwtentoonstellingen, markten, braderijen, optochten en
sportmanifestaties; moet gaan om tewerkstelling buiten de eigen lokatie, mag
slechts sporadisch
laden, lossen en verhalen in havens, losplaatsen en spoorwegstations;
werk van de jacht- en visserijopzieners;
door de Koning bepaalde arbeid, die gewoonlijk de ganse zondag of een
gedeelte ervan moet worden verricht om redenen van openbaar nut of wegens
plaatselijke of andere behoeften.
SST, Land van Waaslaan 2, bus 2, 9000 Gent, 09/259.97.66, [email protected]
april 2005
Bijlage 2: afwijkingen op het verbod op nachtwerk op basis van artikel 36 vd arbeidswet
In afwijking op het algemeen verbod inzake nachtarbeid en voorzover de aard der werken of
de activiteit het rechtvaardigt, mag nachtarbeid worden verricht in volgende ondernemingen
of voor volgende werken :
1)
in hotels, motels, kampeerterreinen, restaurants, restauratiebedrijven, in de
traiteurszaken, in de verbruikszalen en drankslijterijen;
2)
in de ondernemingen van openbare vertoningen en vermakelijkheden;
3)
in dagbladondernemingen;
4)
in agentschappen voor inlichtingen en reisagentschappen;
5)
in ondernemingen voor scheepsherstellingen en -onderhoud;
6)
in ondernemingen die brandstof en olie voor autovoertuigen in het klein verkopen alleen wat de werknemers betreft die met de verkoop zijn belast;
7)
in ondernemingen die autoparkeerterreinen uitbaten;
8)
in ondernemingen voor productie, verwerking of overbrenging van gas, elektriciteit,
stoom of kernenergie en in de ondernemingen voor watervoorziening;
9)
in instellingen of door personen die geneeskundige, profylactische of hygiënische
verzorging verlenen;
10)
voor het uitvoeren van landbouwarbeid;
11)
voor het uitvoeren van werken die wegens de aard niet mogen worden onderbroken;
12)
voor het uitvoeren van werken van vervoer, laden en lossen;
13)
in apotheken;
14)
in fotografie- en filmbedrijven, alsook in de bedrijven voor radio- en
televisiedistributie en voor radio- en televisieuitzendingen;
15)
in ondernemingen voor verdeling van petroleumproducten aan particulieren;
16)
voor het uitvoeren van werken van inventarissen en balansen op voorwaarde dat er per
werknemer en per kalenderjaar niet meer dan zeven nachten wordt gewerkt;
17)
in artisanale brood- en banketbakkerijen;
18)
in opvoedings- en huisvestingsinrichtingen;
19)
voor het uitvoeren van toezichtswerkzaamheden en bewaking die niet op een ander
ogenblik kunnen worden verricht;
20)
voor het schoonmaken, herstellen en onderhouden in zover deze werkzaamheden voor
de regelmatige voortzetting van het bedrijf nodig zijn;
21)
in de volgende gevallen :
voor arbeid om het hoofd te bieden aan een voorgekomen of dreigend ongeval;
voor dringende arbeid aan machines of materieel voorzover de uitvoering ervan buiten
de normale arbeidsuren onontbeerlijk is om een ernstige belemmering van de normale
werking van het bedrijf te voorkomen;
voor arbeid die door een onvoorziene noodzakelijkheid wordt vereist, op voorwaarde
van een voorafgaand akkoord van, of - zo dit onmogelijk blijkt - mededeling achteraf aan de
vakbondsafvaardiging. De Inspectie van de sociale wetten dient in ieder geval op de hoogte
gebracht te worden;
voor arbeid uitgevoerd voor rekening van een derde om het hoofd te bieden aan een
voorgekomen of dreigend ongeval;
voor dringende arbeid aan machines of materieel, uitgevoerd voor rekening van een
derde.
SST, Land van Waaslaan 2, bus 2, 9000 Gent, 09/259.97.66, [email protected]
april 2005
Bijlage 3: procedure voor het invoeren van een arbeidsregeling met nachtprestaties
A. voorafgaand overleg
Nog vooraleer de procedure te beginnen om een arbeidsregeling met
nachtprestaties in te voeren, moet de werkgever overleg plegen met de
werknemersvertegenwoordigers omtrent de nodige aanpassingen van de
arbeidsvoorwaarden van de werknemers die tewerkgesteld zijn in
arbeidsregelingen met nachtprestaties (art. 38§ ).
Dit overleg gebeurt binnen de ondernemingsraad of, bij gebreke daaraan
binnen de vakbondsafvaardiging. Zo er geen ondernemingsraad en geen
vakbondsafvaardiging is, raadpleegt de werkgever rechtstreeks de werknemers.
Het overleg moet ten minste betrekking hebben op en aantal punten die bij
koninklijk besluit werden vastgelegd. Het koninklijke besluit van 16 april
1998 bepaalt met name dat de raadpleging moet gaan over
* de naleving van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 46,
* de nodige veiligheidsmaatregelen,
* de mogelijkheden inzake kinderopvang,
* de gelijke behandeling van mannen en vrouwen op het stuk van de
bezoldiging
* het aantal betrokken werknemers.
Een verslag van de raadpleging worden overgemaakt aan de voorzitter van het
bevoegd paritair comité. Er is geen termijn bepaald waarbinnen dit moet
gebeuren.
B. Eigenlijke procedure
a) De onderneming heeft een vakbondsafvaardiging (art. 38§1)
In dit geval kan een arbeidsregeling met nachtprestaties slechts worden
ingevoerd door het sluiten van een collectieve arbeidsovereenkomst tussen de
werkgever en alle organisaties die in de vakbondsafvaardiging
vertegenwoordigd zijn.
Deze collectieve arbeidsovereenkomst wijzigt het arbeidsreglement
rechtstreeks en voegt er de nieuwe uurroosters in vanaf het ogenblik van de
neerlegging van de overeenkomst op de griffie van de Federale
Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg (art. 12bis wet
arbeidsreglementen). Deze procedure vervangt de procedure tot wijziging van
het arbeidsreglement, maar ontslaat de werkgever niet van de verplichting om
de maatregelen voor de bekendmaking van het arbeidsreglement (zie artikel 15
van de wet van 8 april 1965 tot instelling van de arbeidsreglementen) na te
leven. (art. 38§1)
2. De onderneming heeft geen vakbondsafvaardiging (art. 38§2)
SST, Land van Waaslaan 2, bus 2, 9000 Gent, 09/259.97.66, [email protected]
april 2005
In dit geval dient de werkgever de regels van de gewone procedure tot
wijziging van het arbeidsreglement, zoals bepaald door de wet van 8 april
1965 tot instelling van de arbeidsreglementen (artikelen 11 en 12), na te
leven, nl. via de procedure met het opmerkingenregister (want een ondernemingsraad zal er in
dit geval allicht ook niet zijn.
SST, Land van Waaslaan 2, bus 2, 9000 Gent, 09/259.97.66, [email protected]
april 2005
Bijlage 4: lijst toeristische centra
M.B. 8 december 1988, B.S. 16 december 1988; M.B. 19 juli 1989, B.S. 9 augustus 1989;
M.B. 10 oktober 1990, B.S. 30 oktober 1990; M.B. 5 augustus 1991, B.S. 18 oktober 1991;
M.B. 31 oktober 1991, B.S. 12 december 1991; M.B. 20 januari 1993, B.S. 17 maart 1993;
M.B. 28 maart 1993, B.S. 28 april 1994; M.B. 3 april 1995, B.S. 13 mei 1995; M.B. 5 juni
1996, B.S. 19 juni 1996; M.B. 27 januari 1998, B.S. 27 maart 1998; M.B. 15 juni 1998, B.S.
7 juli 1998; M.B. 14 september 1999, B.S. 29 september 1999; M.B. 23 februari 2000, B.S.
6 mei 2000; M.B. 7 juli 2000, B.S. 20 juli 2000; M.B. 11 oktober 2001, B.S. 27 oktober 2001,
M.B. 13 september 2002, B.S. 5 oktober 2002) :
1)
2)
3)
4)
5)
6)
7)
8)
9)
10)
11)
12)
13)
14)
15)
16)
17)
18)
19)
20)
21)
22)
23)
24)
25)
26)
27)
28)
29)
30)
31)
Aarlen;
Anhée;
Aywaille;
Baarle-Hertog;
Banneux;
Bastenaken;
Belœil;
Bertrix;
Bon-Secours;
Bouillon;
Brugge;
Brussel;
Büllingen;
Burg-Reuland;
Bütgenbach;
Chiny-Izel-Jamougne-Suxy;
Ciney;
Comblain-au-Pont;
Coo-Francorchamps-Stavelot;
Couvin;
Dadizele;
Deinze;
Dinant;
Diksmuide;
Doornik;
Durbuy;
Eupen;
Florenville;
Fosses-la-Ville;
Gent (+ Oostakker en Sint-Denijs-Westrem);
Gouvy;
SST, Land van Waaslaan 2, bus 2, 9000 Gent, 09/259.97.66, [email protected]
april 2005
32)
33)
34)
35)
36)
37)
38)
39)
40)
41)
42)
43)
44)
45)
46)
47)
48)
49)
50)
51)
52)
53)
54)
55)
56)
57)
58)
59)
60)
61)
62)
63)
64)
65)
66)
Habay-la-Neuve en Marbehan;
Halanzy;
Herbeumont;
Heuvelland;
Hoei;
Houffalize en de oude gemeente Nadrin;
Ieper-Dikkebus-Zillebeke;
La Roche-en-Ardenne;
Lierneux;
Lommel;
Maldegem;
Malmédy;
Marche-en-Famenne;
Martelange;
Menen (wijk «De Barakken»);
Mont de l'Enclus (entiteiten Orroir en Amougies);
Neufchâteau;
Plombières;
Poperinge;
Profondeville;
Raeren;
Redu;
Rochefort;
Saint-Hubert;
Sankt Vith;
Sint-Gillis-Waas (erkenning geschorst door de Raad van State op 28 november 1996);
Sint-Martens-Latem;
Sougné-Remouchamps;
Spa;
Tellin;
Vielsalm;
Virton;
Vresse-sur-Semois;
Waver;
Weimes.
SST, Land van Waaslaan 2, bus 2, 9000 Gent, 09/259.97.66, [email protected]
april 2005
SST, Land van Waaslaan 2, bus 2, 9000 Gent, 09/259.97.66, [email protected]
april 2005
SST, Land van Waaslaan 2, bus 2, 9000 Gent, 09/259.97.66, [email protected]
april 2005
Download