FAQ Subsidieregeling Jong en Oud bijgewerkt 9 oktober 2014 Aanvraag 1. Vraag Hoe is de aanvraagprocedure voor de subsidieregeling Jong en Oud ingericht? 2. Tot welke datum kan een aanvraag worden ingediend? 3. Ik heb al een jonge leerkracht in dienst genomen die aan de voorwaarden voldoet. Kan ik met terugwerkende kracht aanvragen? Kan ook voor indienstneming van een Pabo-afgestudeerde cofinanciering worden aangevraagd? 4. Antwoord Op de website van het Arbeidsmarktplatform PO is de informatie over de subsidieregeling Jong en Oud te vinden, zie www.arbeidsmarktplatformpo.nl/jongenoud/. Hier kunt u ook de subsidieregeling downloaden en de hyperlinks vinden naar de digitale aanvraagformulieren. Deze aanvraagformulieren zijn voorzien van een uitgebreide toelichting. Daarbij wordt aangegeven welke stappen u bij aanvraag van de subsidie moet doorlopen en welke documenten u als bewijsstuk moet aanleveren. De subsidieregeling Jong en Oud kent twee opties. De termijn voor aanvragen verschilt per optie. Voor optie 1 (Cofinanciering langdurig werkloze jonge leerkracht) moet de aanvraag vóór 1 januari 2016 zijn ingediend. Voor optie 2 (Cofinanciering RVU-heffing vervroegd uittredende oudere leerkracht) moet de aanvraag vóór 1 april 2015 zijn ingediend. Het eerdere tijdstip voor optie 2 hangt samen met de voorwaarde dat een (langdurig werkloze) jonge leerkracht voor de duur van tenminste één jaar in dienst moet worden genomen. De subsidiebeschikking loopt van 1 april 2014 tot 1 april 2016. Voor een jonge leerkracht die u op of na 1 april 2014 in dienst heeft genomen kunt u nog met terugwerkende kracht subsidie aanvragen, mits deze voldoet aan de voorwaarden. De regeling is juist gericht op de pasafgestudeerden van de pabo om te zorgen dat zij niet verloren gaan voor het onderwijs door hen een betrekking aan te bieden waarvoor u als schoolbestuur 20% loonkostensubsidie ontvangt. Geen regulier betaalde betrekking Belangrijke voorwaarde voor subsidieverlening is wel dat wordt voldaan aan de definitie van langdurig werkloze jonge leerkracht. Een langdurig werkloze jonge leerkracht is een persoon die jonger is dan 27 jaar en in de voorgaande zes maanden geen regulier betaalde betrekking heeft gehad. Een regulier betaalde betrekking is een betaalde betrekking voor de duur van meer dan een maand op grond van een arbeidsovereenkomst of aanstelling in openbare dienst voor gemiddeld minstens 20 uur per week. De studietijd telt mee bij het vaststellen van de zes maanden geen regulier betaalde betrekking. Kans voor pasafgestudeerde Pabo-student Als een pas afgestudeerde Pabo-student aan deze voorwaarde voldoet kan de indienstneming voor subsidie in aanmerking komen. Als de pas afgestudeerde Pabostudent naast de studie een betaalde betrekking heeft gehad, is bepalend wat in het arbeidscontract is overeengekomen over de aard en de omvang van de dienstbetrekking. Indien de afgestudeerde Pabo-student in de afgelopen zes maanden, minder dan een maand of minder dan 20 uur per week heeft gewerkt, kan de indienstneming als jonge leerkracht voor subsidie in aanmerking komen. Indien de duur van het arbeidscontract, niet FAQ Jong en Oud Sectorplan Primair Onderwijs 1/5 5. Komt indienstneming van een LIO voor subsidie in aanmerking? zijnde een leerarbeidsovereenkomst, langer is dan een maand en de betrekkingsomvang 20 uur of meer per week, komt de indienstneming niet voor subsidie in aanmerking. Indienstneming van een LIO, na afloop van zijn LIO-schap, komt voor subsidie in aanmerking, omdat er sprake is van een LEER-arbeidsovereenkomst dan wel stageovereenkomst en niet van een arbeidsovereenkomst. De benoeming van een LIO geschiedt immers op een leerarbeidsplaats, een functie waarin uitsluitend een LIO benoemd kan worden. Of u subsidie kunt aanvragen hangt af van het gehele arbeidsverleden van de LIO c.q. Pabo-afgestudeerde. Als de LIO, naast of direct na zijn LIO-schap, een omvangrijke bijbaan had op basis van een arbeidscontract van meer dan een maand en meer dan 20 uur per week, kan het dus zijn dat de indienstneming niet voor subsidie in aanmerking komt. Belangrijke voorwaarde in de subsidieregeling is namelijk dat sprake moet zijn van indienstneming van een langdurig werkloze jonge leerkracht. Dit is een persoon die jonger is dan 27 jaar en in de zes maanden voorafgaand aan indiensttreding geen reguliere betaalde betrekking heeft gehad. Van een regulier betaalde betrekking is sprake wanneer een werknemer gedurende meer dan één maand minstens 20 uur per week heeft gewerkt op basis van een arbeidsovereenkomst of aanstelling in openbare dienst. 6. Is bij een vervangingsbetrekking sprake van een regulier betaalde betrekking? 7. Is het mogelijk om subsidie aan te vragen voor een jonge leerkracht die wordt ingezet voor meerdere vervangingen (met afzonderlijke arbeidscontracten)? 8. Ik wil een jonge leerkracht een deeltijdbetrekking aanbieden. Daarnaast wil ik deze leerkracht inzetten voor vervangingswerkzaamheden (op basis van een afzonderlijk contract). Mag ik deze vervangingswerkzaamheden ook declareren? Ik wil een jonge leerkracht in dienstnemen die in 6 maanden voorafgaand aan indienstneming al heeft vervangen met 9. FAQ Jong en Oud Sectorplan Primair Onderwijs Afhankelijk van aard en omvang van de vervangingsbetrekking, is al dan niet sprake is van een regulier betaalde betrekking. Van een regulier betaalde betrekking is sprake wanneer een werknemer gedurende meer dan één maand minstens 20 uur per week heeft gewerkt op basis van een arbeidsovereenkomst of aanstelling in openbare dienst. Deze definitie is onverkort van toepassing bij vervangingsbetrekkingen. Is sprake van een arbeidsovereenkomst/ aanstelling voor meer dan een maand en een gemiddelde betrekkingsomvang 20 uur of meer dan is sprake van een regulier betaalde betrekking en komt indienstneming van deze werknemer niet voor cofinanciering in aanmerking. Ja, dat kan. In de subsidieregeling Jong en Oud worden geen voorwaarden gesteld aan het aantal arbeidsovereenkomsten/aanstellingen. Er is alleen bepaald dat voor (maximaal) 12 maanden na de datum van de (eerste) indiensttreding subsidie kan worden aangevraagd. Zolang met de verschillende arbeidscontracten deze termijn niet wordt overschreden kunnen de verschillende perioden van vervanging volledig worden gedeclareerd. Bij de eerste indienstneming moet wel aan de voorwaarden van de regeling worden voldaan. Ja, dat mag. Ook hierbij geldt dat de subsidieregeling Jong en Oud geen voorwaarden stelt aan het aantal contracten. De loonkosten van de vervangingen komen voor subsidiëring in aanmerking. Er is alleen bepaald dat voor (maximaal) 12 maanden na de datum van de (eerste) indiensttreding subsidie kan worden aangevraagd. Dit is afhankelijk van de omvang en duur van de vervanging. Bij een vervanging met een arbeidsovereenkomst of aanstelling voor de duur van ziekte kan pas achteraf de duur van de dienstbetrekking worden vastgesteld. Navraag heeft uitgewezen dat ook bij dergelijke 2/5 een arbeidscontract voor de duur van de vervanging. Kan ik voor deze jonge leerkracht subsidie aanvragen? 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. Een vervanger heeft dienstbetrekkingen bij meerdere werkgevers, komt indienstneming dan voor subsidie in aanmerking? Als schoolbestuur neem ik deel aan het project Vierslagleren. Mag ik voor de beginnende leerkrachten een aanvraag indienen voor de subsidieregeling Jong en Oud? Waarom moet een aanvraag voor cofinanciering van de RVU-heffing (optie 2) voor uiterlijk 1 april 2015 worden ingediend? Is het mogelijk om cofinanciering aan te vragen voor het aanbieden aan een jonge leerkracht van een baan in een vervangingspool? Is het ook mogelijk om een loonkostensubsidie aan te vragen voor indienstneming van een klassenassistent of onderwijsassistent ? Als schoolbestuur stimuleren wij oudere leerkrachten om vrijwillig vroegtijdig uit te treden. Kan hiervoor cofinanciering worden aangevraagd? Hoe bereken ik de verwachte loonkostensubsidie? FAQ Jong en Oud Sectorplan Primair Onderwijs arbeidscontracten sprake kan zijn van een regulier betaalde betrekking. Ook hier geldt dat wanneer de sprake is van een (feitelijke) betrekkingsomvang van meer dan een maand voor gemiddeld minstens 20 uur per week, de indienstneming niet voor subsidie in aanmerking komt. Indien voor beide dienstbetrekkingen geldt dat de betrekkingsomvang minder is dan 20 uur per week, komt de indienstneming voor subsidie in aanmerking. Nee, dit is niet mogelijk. De regeling Jong en Oud staat geen dubbelfinanciering toe. Bij aanvraag van een loonkostensubsidie in het kader van de regeling Jong en Oud moet de werkgever verklaren voor de betreffende werknemer geen gebruik te maken van andere overheidssubsidies. Vierslagleren wordt gesubsidieerd door het ministerie van OCW. Voorwaarde voor cofinanciering van de RVU-heffing (optie 2) is dat een langdurige werkloze jongere in dienst wordt genomen voor minimaal een jaar en voor een betrekkingsomvang van 28 uur. De subsidieregeling eindigt op 1 april 2016. Als een aanvraag na 1 april 2015 wordt ingediend kan niet meer voor 1 april 2016 aangetoond worden dat de langdurig werkloze jongere minimaal een jaar in dienst was. Ja, dit is in principe mogelijk als de jonge leerkracht in dienst komt van het schoolbestuur. Voorwaarde is wel dat de jonge leerkracht in het afgelopen half jaar geen regulier betaalde betrekking heeft gehad, voor meer dan één maand en valt onder de definitie van een langdurig werkloze jonge leerkracht. Nee. De doelgroep van de subsidieregeling Jong en Oud is (langdurig werkloze) jonge leerkrachten. Wanneer u de oudere leerkrachten bij vertrek een bonus aanbiedt wordt dit door de belastingdienst aangemerkt als een Regeling Vervroegd Uittreden (RVU). De belastingdienst legt dan een heffingsaanslag van 52% op (RVU-heffing). U kunt dan onder voorwaarden in aanmerking komen voor (maximaal) 50% cofinanciering van deze RVUheffing (optie 2 van de subsidieregeling). Belangrijke voorwaarde is dat u bij vervroegde uittreding van de oudere leerkracht een langdurige werkloze jongere in dienst neemt voor minimaal 1 jaar en voor minimaal 28 uur per week (ongeveer 0,7 fte). Daarnaast mag door de vervroegd uitgetreden oudere werknemer geen WW worden aangevraagd. Wij adviseren schoolbesturen om bij keuze voor optie 2 contact op te nemen met het ABP over de verschillende mogelijkheden bij vervroegde uittreding. Op de site voor digitale aanvraag van de loonkostensubsidie kunt u een rekenmodule downloaden (excel). Daar vult u het verwachte brutosalaris per tijdvak en de eindejaaruitkering in. De module berekent vervolgens de totale loonkosten, inclusief een opslag van 32% overige werkgeverslasten. U wordt gevraagd om deze berekening te uploaden bij indiening van uw subsidieaanvraag. 3/5 17. Als de jonge leerkracht na afloop van het jaarcontract weer uitstroomt in een WWsituatie, komt de uitkering dan in aanmerking voor vergoeding door het Participatiefonds? Doelstelling van de regeling is behoud van jonge leerkrachten voor de sector. Het is niet de bedoeling dat de jonge leerkracht na afloop van het jaarcontract weer uitstroomt in een WW-situatie. Intentie van de regeling is dat de jonge leerkracht na afloop van het jaarcontract een dienstverband krijgt aangeboden bij de eigen organisatie of bij een collegaorganisatie. Daarbij kan door de werkgever gebruik worden gemaakt van de mogelijkheden van het regionaal transfercentrum. Bij optie 1 ontvangt de werkgever een subsidie van 20% van de loonkosten. Als door onvoorziene omstandigheden toch geen nieuwe arbeidsovereenkomst kan worden aangeboden, is niet zeker of de aanvrager kan voldoen aan eisen van het vergoedingsverzoek van het Participatiefonds. Als dat niet zo is, moet de werkgever de WW-verplichting zelf dragen. Bij het vergoedingsverzoek is het van belang dat sprake moet zijn van ontslagruimte (daling van de Rijksbekostiging en Financiële bijdragen van derden (gemeentelijke subsidies e.d.)). Het weer vervallen na een jaar van de loonkostensubsidie van SZW telt op zich mee bij bepaling van de ontslagruimte in het kader van het vergoedingsverzoek. Daarbij zij aangetekend dat het Participatiefonds het vergoedingsverzoek alleen honoreert wanneer de ontslagruimte ten minste gelijk is aan de totale salariskosten, inclusief werkgeverslasten van de jongere. 18. Als een jonge leerkracht wordt ingezet voor vervangingen in verband met zwangerschaps- en bevallingsverlof en na afloop weer uitstroomt in een WW-situatie, komt de uitkering dan in aanmerking voor vergoeding door het Participatiefonds? 19. Hoe moet bij optie 1 de netto toename van het personeelsbestand worden berekend? Eventuele WW-kosten van een invaller wegens zwangerschaps- en bevallingsverlof komen in aanmerking voor vergoeding bij het PF. Indien een jonge leerkracht voor meerdere vervangingen wordt ingezet is het van belang dat bij elk van deze vervangingen sprake is van afzonderlijke arbeidscontracten. Indien de werkgever een arbeidscontract aanbiedt dat doorloopt gedurende de periodes gelegen tussen de verschillende vervangingen, wordt dit contract aangemerkt als een reguliere betrekking. Het vergoedingsverzoek wordt dan afgewezen omdat sprake is van beëindiging van een reguliere betrekking. De administratieve inspanningen beperken zich tot het aanleveren van een aantal documenten waaruit blijkt dat sprake is geweest van zwangerschapsvervanging, Zie voor meer informatie artikel 5.34 (openbaar onderwijs) of 4.32 (bijzonder onderwijs) van het reglement Participatiefonds 2014-2015. Bij optie 1 geldt dat de indiensttreding van een jonge werkloze leerkracht alleen voor cofinanciering in aanmerking komt wanneer de vacature die wordt ingevuld is ontstaan door natuurlijk verloop dan wel dat de invulling van de vacature leidt tot een netto toename van het aantal personeelsleden (zie artikel C1.6 van de subsidieregeling Jong en Oud). Van natuurlijk verloop is sprake wanneer de vacature niet is ontstaan door afvloeiing, maar door uitdiensttreding of ontslag op initiatief van de werknemer, handicap, ouderdomspensionering, vermindering van werktijd op initiatief van de werknemer of gewettigd ontslag om dringende redenen. Bij aanvraag van de loonkostensubsidie hoeft geen berekening van de netto-toename te worden overlegd. Er kan worden volstaan met een verklaring van de werkgever dat sprake is van natuurlijk verloop of van een netto toename van het aantal personeelsleden. Deze FAQ Jong en Oud Sectorplan Primair Onderwijs 4/5 verklaring wordt medeondertekend door de voorzitter van de medezeggenschapsraad (zie hiervoor artikel E2.3 van de subsidieregeling Jong en Oud). Bij digitale aanvraag van de loonkostensubsidie kunt u deze werkgeversverklaring uploaden. Voorbeelden berekening netto toename van het personeelsbestand: Er moet sprake zijn van een netto toename van het aantal werknemers in vergelijking met het gemiddelde van het aantal werknemers in de voorgaande twaalf maanden. Voorbeeld 1: Het schoolbestuur neemt per 1 september 2014 een langdurig werkloze jonge leerkracht aan. Het personeelsbestand op 31 augustus 2014 is 60 personen Met de indienstneming van de langdurig werkloze jonge leerkracht bestaat het personeelsbestand op peildatum 1 september 2014 uit 61 personen Het personeelsbestand op peildatum 1 september 2013 bedraagt 58 personen. Het gemiddeld aantal werknemers in de voorgaande 12 maanden is 59 personen. In dit voorbeeld is sprake van een netto toename van het aantal werknemers. De indiensttreding van de langdurig werkloze jonge leerkracht komt voor cofinanciering in aanmerking Voorbeeld 2: Het schoolbestuur neemt per 1 september 2014 een langdurig werkloze jonge leerkracht aan. Het personeelsbestand op 31 augustus 2014 is 125 personen Met de indienstneming van de langdurig werkloze jonge leerkracht bestaat het personeelsbestand op peildatum 1 september 2014 uit 124 personen Het personeelsbestand op peildatum 1 september 2013 bedraagt 130 personen. Het gemiddeld aantal werknemers in de voorgaande 12 maanden is 127 personen. Wel is sprake van een natuurlijk verloop van 7 personen. In dit voorbeeld is geen sprake van een netto toename van het aantal werknemers. Omdat met de indiensttreding van de langdurig werkloze jonge leerkracht een vacature kan worden ingevuld die is ontstaan door natuurlijk verloop, komt deze indienstneming toch voor subsidie in aanmerking. FAQ Jong en Oud Sectorplan Primair Onderwijs 5/5 Declaratie Vraag Hoe kan mijn schoolbestuur de declaratie van de loonkostensubsidie indienen? Antwoord U dient uw declaratie in na afloop van subsidiabele periode in, maar vóór 1 april 2016. Op de website van het Arbeidsmarktplatform PO is een digitaal declaratieformulier gepubliceerd waarmee u uw declaratie kunt indienen. 2. Hoe bereken ik de hoogte van de definitieve loonkostensubsidie? 3. Tot welke datum kan de declaratie worden ingediend? Kan ik ook een declaratie indienen voor loonkosten na 1 april 2016 Op de site voor digitale declaratie van de loonkostensubsidie kunt u een rekenmodule downloaden (excel). Daar vult u het definitieve brutosalaris per tijdvak en de eindejaaruitkering in. De module berekent vervolgens de totale loonkosten, inclusief een opslag van 32% overige werkgeverslasten. U wordt gevraagd om deze berekening te uploaden bij indiening van uw declaratie. De declaratie van de loonkostensubsidie moet vóór 1 april 2016 zijn ingediend. 1. 4. 5. Wanneer wordt de loonkostensubsidie uitbetaald? FAQ Jong en Oud Sectorplan Primair Onderwijs Nee, alleen loonkosten in de periode van 1 april 2014 tot 1 april 2016 komen voor subsidie in aanmerking. Daarbij is wel bepaald dat voor (maximaal) 12 maanden na de datum van de (eerste) indiensttreding subsidie kan worden aangevraagd Schoolbesturen wordt gevraagd om de declaratie van de loonkostensubsidie in te dienen na afloop van de subsidiabele periode. Indien aanvraag en declaratie voldoen aan de in de subsidieregeling gestelde voorwaarden ontvangt u de subsidie zo spoedig mogelijk daarna. De subsidie wordt uitbetaald onder voorbehoud van definitieve vaststelling door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van de volledige subsidieverantwoording van het sectorplan. 6/5