Norm Antenne “Beton – Mortel - Granulaten”

advertisement
Norm Antenne
“Beton – Mortel - Granulaten”
NBN EN 12390-6
BEPROEVING VAN VERHARD BETON –
DEEL 6 : SPLIJTTREKSTERKTE VAN PROEFSTUKKEN
PRINCIPE
Een cilindervormig proefstuk wordt over zijn ganse lengte onderworpen aan een drukkracht
uitgeoefend op een smalle zone. De daardoor uitgeoefende orthogonale trekspanningen veroorzaken
de breuk van het proefstuk door trek.
AANTAL PROEFSTUKKEN
Niet bepaald.
AFMETINGEN VAN DE PROEFSTUKKEN
Cilindervormige proefstukken conform NBN EN 12390-1 met een diameter van 100, 113, 150, 200,
250, 300 mm. De hoogte dient minstens 1 maal de diameter te zijn. In geval van twijfel of geschil zal
het proefstuk met diameter 150 mm en lengte 300 mm steeds de referentie zijn.
Aangezien dat nog landen gebruik maken van kubusvormige of prismavormige proefstukken wordt
hun gebruik in een normative bijlage behandeld..
Formule :
f
ct

2 xF
 x Lx d
met :
fct
F
L
D
: de splijttreksterkte in N/mm²
: de maximumbelasting in Newton
: de lengte van de contactlijn van het proefstuk in mm
: de diameter van het proefstuk in mm
ENKELE BIJZONDERHEDEN
1.
Het proeftoestel moet in overeenstemming zijn met de norm NBN EN 12390-4, maar de
categorie van de schaalnauwkeurigheid is niet bepaald.
2.
Enkele verschillen in vergelijking met de vorige norm NBN B15-218 en de vorige versie van deze
norm.
NBN 15-218
NBN EN 12390-6 : 2000 NBN EN 12390-6 : 2009
Cilinders
Het gebruik van kubussen of prismas wordt in de
bijlage behandeld
Monsters
Kubus of cilinder
Belastingsvlak
Retraal in geval van
cilindrische monsters.
Gelegen op een afstand
van d/2 van de zijde het
dichtst bij het proefstuk
in het geval van prisma’s
dn nominale
diameter (mm) –
cilinder
dn– nominale zijde
(mm) – prisma
dn– nominale zijde
(mm) - kubus
de reële diameter
mm
Slankheid in geval
van cilinders
Stalen tussenstuk
voor kubus- of
cilindervormig
proefstuk
Radiaal in geval van cilindrische monsters
In geval van prismas of kubussen: Loodrecht door
het stortvlak
100, 150, 200, 300
100, 113, 150, 200, 250, 300
100, 150, 200, 300
100, 150, 200, 250, 300
100, 150, 200, 300
100, 150, 200, 250, 300
dn – 10  de  dn + 10
de = dn (prisma’s of kubussen)
de = dn  10 % dn (cilinder)
)
1 < L/d < 2
1 ≤ L/d ≤ 2
Straal= 75 mm
Lengte > L + 10 mm
Hoogte = 20 mm
Straal= 75 mm
Hoogte  20 mm
Strook uit houtvezel
conform EN 316.
Belastingsstrook
Dikte = 4  1 mm
Lengte > L
Breedte > 15 mm
Karakteristiek tijdens
ponsproef
Strook uit houtvezel
conform EN 316.
Dikte: 4 ± 1 mm
Breedte: 10 ± 1 mm
Densiteit: > 900 kg/m³
Lengte: ≥ lengte van het
proefstuk
Een ander materiaal mag
gebruikt worden indien dit
aan bijkomende
stijfheideisen voldoet.
Dikte: 4 ± 1 mm
Breedte: 15 ± 1 mm
Densiteit: ≥ 900 kg/m³
Lengte: ≥ lengte van het
proefstuk
Belastingssnelheid
0,06  0,004 N/mm²
0,04 tot 0,06 N/mm²s
Constante snelheid  1 % nauwkeurig
Vlakheid
persplaten
0,05 mm per 100 mm
(bepaald in NBN B15218)
0,03 mm voor de contactzone met het proefstuk
Toleranties
Rechtheid van de
zijden op de zijden
in contact met de
belasting in het
geval van cilinders
en rechtheid van
de generatrices in
Geval van de
generatrices van de
cilinders
0,001 de
Geval van prisma’s
 0,2 mm
Geval van de generatrices van de cilinders
 0,2 mm
het geval van
cilinders
Bepaald op de vormen :
Prisma’s: 0,002 dn (zijden) 0,004 dn (bodem)
Vlakheid
Orthogonaliteit
0,1 mm voor 100 mm
90  0,5°
Kubussen: 0,0005 dn (ribben) 0,001 dn (bodem)

Cilinders 0,0005 dn (basis)
 0,5 mm
OPMERKINGEN
1.
De norm vermeldt geen enkele waarde van r (herhaalbaarheid) en R (reproduceerbaarheid) om
de meetnauwkeurigheid te beoordelen.
2.
Van deze norm bestaat geen Nederlandse of Franse versie.
Download