Tijdvak 2: Oudheid

advertisement
Tijdvak 2: Oudheid Thema: Oorlog en Vrede
Kort overzicht tijdvak 2:
Belangrijke oorlogen tijdvak:
Griekse stadsstaatjes  Oorlogen tussen Athene en Sparta. Onder leiding van Atheense leider
Pericles viel Athene Sparta over zee aan. Zo begon in 431 vC de Peloponnesische Oorlog. Deze oorlog
duurde tot 404 vC. Soms verliep de oorlog gunstig voor Athene, soms voor Sparta, maar uiteindelijk
werd de oorlog door Sparta gewonnen
Punische oorlogen  tussen Romeinse rijk en Carthago; bestond uit 3 oorlogen.
Eerste Punische oorlog: vooral ter zee; eindigde in een Carthaagse nederlaag.
Tweede Punische oorlog: geheel ter land; Carthaagse generaal Hannibal Barkas besloot Italië binnen
te vallen via de Alpen met een groot leger, inclusief 42 olifanten.
Derde Punische oorlog: Brak uit in 149 vC, eindigde met de verwoesting van Carthago.
De Gallische Oorlog  van 58 tot 52 v.Chr.; serie veldtochten waarin de Romeinse veldheer Julius
Caesar Gallië veroverde voor het Romeinse Rijk. Uiteindelijk Vercingetorix, de leider van een algemene
Gallische opstand tegen de Romeinen, tot capitulatie gedwongen.
Romeinse burgeroorlogen  Oorlog tussen de populares en de optimates; duurde van 49 tot 45
v.Chr. en werd gewonnen door Caesar, die door de senaat werd aangesteld tot dictator. Pompeus
ontvluchtte Rome, richting Griekenland. Caesar volgde hem, en versloeg hem daar. Pompeus vluchtte
naar Egypte, waar hij werd vermoord. Met de dood van Pompeus werd Caesar alleenheerser over het
Romeinse Rijk.
Redenen voor oorlogvoering:
 Godsdienst/cultuur
 Land
 Handel
 Macht
 Onafhankelijkheid
 Wraak
Manier van oorlogvoeren:
Voor een beeld van de Romeinse manier van oorlogvoering:
http://www.solarmovie.com/movie/playlink/id/143151/part/1
Grieks
Kenmerken archaïsch Griekenland:
- Afspraken over tijd en plaats van vechten. Het gebruik van hinderlagen, verrassingsaanvallen en
krijgslisten kwam in de archaïsche oorlogvoering zo goed als niet voor.
- Afspraken over de te gebruiken wapens.
- Duels. Deze duels werden gevoerd door twee of meerdere ‘kampioenen’. Bedoeld om het aantal
slachtoffers te beperken.
Romeins
Kenmerken Romeinse rijk:
- Vielen aan in formaties ter bescherming van het leger;
- Gebruik van auxilia (hulptroepen); werden altijd ingezet in een gebied dat uit de buurt lag van hun
eigen landsgrens.
- Gebruik van cavalerie, katapulten en ballista.
- Professionaliteit, discipline en organisatie met bevelhebbers en onderbevelhebbers.
Vernieuwingen t.o.v. TV1:
Prehistorie  nauwelijks oorlog. Kleine conflicten tussen stadsstaten, maar oorlogvoering was, voor
zover die er was, niet erg ontwikkeld.
In de Oudheid begon oorlogvoering zich voor het eerst te ontwikkelen; er ontstonden tactieken en
rangen; oorlogvoering werd voor het eerst een beroep.
Vredesinitiatieven:
Syrië, Slag om Isis  Na de slag bood Darius Alexander een grote som geld aan, in ruil voor vrede
en zijn vrouw en kinderen. Een van Alexander’s generaals zei dat hij het aanbod aan zou nemen,
maar Alexander weigerde dit te doen.
Carthago, 2e en 3e Punische oorlog  Toen Hannibal was verslagen, besloot Carthago
vredesonderhandelingen te beginnen. Carthago's invloed werd door het vredesverdrag beperkt tot de
Noord-Tunesië. Ook mocht Carthago zich niet bewapenen tegen Numidië.
Toen ze dit vervolgens toch deden, verklaarde de Romeinen Carthago opnieuw de oorlog.
Arminius, Teutoburgerwoud  Germaanse leider Arminius liet de Cherusken het Romeinse
winterkwartier aanvallen. De Cherusken legden ruzie tussen Germanen uit; Varus (Romeinse
generaal) geloofde dit. Arminius beloofde Varus een vrije doortocht door Teutoburgerwoud. Varus
nam deze belofte aan, maar in het woud werden de Romeinen aangevallen en vermoord.  Deels
vredesinitiatief; Varus nam het aanbod aan en viel verder niet aan, alleen bleek het vredesinitiatief
een list te zijn.
Voorbeelden van een oorlog:
Slag bij Gaugamela
Darius III (Perzië) versus Alexander de Grote (Griekenland), ivm afwijzing van een vredesinitiatief. De
slag begon op 1 oktober in 331 v.Chr.
Het leek erop dat Darius zou winnen, maar de slag werd uiteindelijk gewonnen door Alexander. Dit
kwam mede door stofwolken, die zorgden voor chaos, en mede doordat het leger van Darius terug
begon te trekken omdat werd gedacht dat Darius dood was. Dit was niet het geval. Darius werd pas
later, na de slag, vermoord door zijn eigen generaal, waarna Alexander leider van het Perzische rijk
werd.
Voor een beeld van hoe de slag eruit zag:
http://www.youtube.com/watch?v=KPO6p2ijgFg&feature=related.
Voorbeeld van een persoon:
Alexander de Grote
Geboren in Pella; zoon van Macedonische koning Philippus II en koningin Olympias. Op jonge leeftijd
leidde Alexander al een deel van zijn vaders leger. Hij voerde bij de slag bij Chaeronea, in 338 vC, de
cavalerie aan. Phillippus werd 2 jaar later vermoord.
In 334 vC begon Alexander aan zijn veldtocht tegen Perzië. Eerst veroverde hij Klein-Azië.
Na anderhalf jaar versloeg hij de Perzen in de Issus.
Na de slag om Issus rukte Alexander op richting het zuiden, naar Libanon en Egypte.
In Egypte werd Alexander als bevrijder ontvangen, het koste niet veel moeite om gezag te vestigen,
hij werd de nieuwe Farao. Hier liet hij de eerste plannen opstellen voor de bouw van de stad
Alexandrië, aan de monding van de Nijl.
Nu pas richtte Alexander zich op het Perzische kernland, in het oosten. Hij versloeg Darius opnieuw in
de slag bij Gaugamela. Hierna veroverde hij de Perzische steden Babylon, Susa en Persepolis.
Alexander presenteerde zich steeds vaker als Oosters heerser. Hij wilde Griekenland en Perzië ook
cultuureel verenigen. Zo trouwde hij zelf met meerdere Perzische vrouwen en dwong vele officieren
om hetzelfde te doen. Ondanks zijn huwelijken met meerdere vrouwen, wordt Hephaestion, zijn beste
vriend en minnaar, beschouwd als de liefde van zijn leven. Alexander had 2 zoons, waarvan een bij
zijn vrouw en de andere niet.
In 327 vC trok Alexander naar India. Hij wou de hele wereld overheersen en meende dat deze wereld
eindigde bij de uitmonding van de Ganges. Toen hij in India verder op wou rukken, raakte hij bijna
dodelijk gewond. Bij de terugtocht verloor hij duizenden van zijn mannen.
Rond de tijd van de slag aan de Hydaspes stierf Alexanders paard, Bucephalus, oftewel koeienkop. Hij
noemde de stad Bucephala naar dit paard.
Alexander stierf in 323 vC, op 32-jarige leeftijd aan een plotselinge koorts. De koorts kan veroorzaakt
zijn door vergiftiging, een bacterie, een aandoening in zijn longen die resulteerde in een
longontsteking. Eigenlijk is de doodsoorzaak dus onbekend. De kans dat het deels aan een gebrek aan
medische kennis lag, is daarentegen wel erg groot.
Download