Stoornissen: termen en afkortingen Opmerkingen vooraf: Bekijk de stoornis nooit als iets dat vast staat. Geen enkel kind blijft zoals het is. Elke kind ontwikkelt en verandert. De leerkracht kan een grote rol spelen in de gunstige ontwikkeling van een kind, ook zonder kennis van deze termen. Soms LIJKT een gedrag op een stoornis te wijzen terwijl men vooral te maken heeft met de gevolgen van een gebrek aan ontwikkelingskansen door (kans)armoede. Afasie (Taaldisfasie): een groep taalstoornissen, die wordt veroorzaakt door een beschadiging van hersendelen die de taal en de spraak regelen.De meeste zijn het gevolg van een beroerte of ongeval, sommige zijn het gevolg van ouderdomskwalen, zoals dementie. Bij kinderen gaat het meestal om ‘dysfasie’, een specifieke ontwikkleingsstoornis van de taal en/of spraak. Anorexia Nervosa: Onweerstaanbare drang om af te vallen, maar met specifieke kenmerken. Autisme: een ontwikkelingsstoornis gekenmerkt door een drieledige problematiek: 1. Kwalitatieve tekorten op vlak van communicatie 2. En kwalitatieve tekorten op vlak van sociale interactie 3. En een beperkt en zich herhalend patroon van bezigheden en interesses. Met ‘autisme’ bedoelen we het gehele spectrum van stoornissen in het autistisch spectrum, ook wel pervasieve ontwikkelingsstoornissen genoemd. Dit betekent dat de stoornissen de gehele ontwikkeling beïnvloeden. Het gaat hierbij dan ook om een breed spectrum van neuro-biologische ontwikkelingsstoornissen. Deze kinderen zijn vaak overgevoelig voor zintuiglijke prikkels, zoals bvb geluid. ADD (Atention Deficit Disorder): Aandachtstekortstoornis (of concentratiestoornis) waarbij de hyperactiviteit zoals bij ADHD ontbreekt. Lijst samengesteld door Martine Van Overmeiren, pedagogisch begeleider GOK voor DPB Gent Met dank voor verbetering aan meerdere CLB-medewerkers 2008-2009 ADHD (Attention Deficit Hyperactivity Disorder) Aandachtstekortstoornis (of concentratiestoornis) waarbij sprake is van extreme hyperactiviteit en impulsiviteit Agressieve gedragsstoornissen: In sommige levensfasen zoals de koppigheidsperiode of de puberteit is opstandig en agressief gedrag bij kinderen een normaal verschijnsel. We spreken pas van gedragsstoornissen wanneer het gaat om ernstig negatieve gedragingen die véél vaker en véél sterker dan gemiddeld voorkomen,in verschillende situaties (vb en thuis en in de klas en op de speelplaats) en al langere tijd aanwezig zijn. Gedragsstoornissen worden onderscheiden in oppositioneel opstandige gedragsstoornissen (ODD, Oppositional Defiant Disorder) en antisociale gedragsstoornissen (CD, Conduct Disorders). Samen worden deze gedragsstoornissen ook wel disruptieve stoornissen genoemd (DBD, Disruptive Behavior Disorder). Kinderen en jongeren met een oppositioneel Opstandige Gedragsstoornis (ODD) zijn moeilijk in de opvoeding, ongehoorzaam en in verzet, maar feitelijk gewelddadig gedrag is niet aan de orde. Bij een antisociale gedragsstoornis (CD) heeft de persoon een gebrek aan respect voor de rechten en gevoelens van anderen. Asperger (syndroom van): autismespectrumstoornis waarbij sprake is van een gemiddelde tot hoge intelligentie en een behoorlijke spraakontwikkeling. ASS (Autisme Spectrum Stoornis): O.a Asperger, PDD-NOS en Autisme .....ofwel alle stoornissen die binnen het autistische spectrum vallen. Automutilatie: Zelf verwondend gedrag Borderline Syndroom: Verstoorde ontwikkeling op de "ik"-aspecten, gestoorde interpersoonlijke relaties Comorbiditeit: Het samen voorkomen van verschillende stoornissen (dyslexie heeft bijvoorbeeld in een aantal gevallen comorbiditeit met ADHD). Dyscalculie: Ernstige en hardnekkige problemen met het leren en automatiseren van basisvaardigheden van rekenen, ondanks veelvuldig oefenen en leren Dysfasie: Begrip uit de neurologie voor kinderen met een specifieke spraaktaalontwikkelingsstoornis, waarbij het taalbegrip groter is dan de taaluiting. Dyslexie: Ernstige en hardnekkige problemen met het leren en automatiseren van basisvaardigheden van lezen en/ of spellen, ondanks veelvuldig oefenen en leren Dysorthografie: Ernstige en hardnekkige problemen met het leren of automatiseren van basisvaardigheden bij het spellen, ondanks veelvuldig oefenen en leren (deze Lijst samengesteld door Martine Van Overmeiren, pedagogisch begeleider GOK voor DPB Gent Met dank voor verbetering aan meerdere CLB-medewerkers 2008-2009 term wordt nog zelden gebruikt, men spreekt meestal ook van dyslexie en specifieert of het gaat om lees- en/of spellingsproblemen) Dyspraxie: Lichte motorische stoornis, waarbij vooral de planning van motorische handelingen centraal staat. Echolalie: Woorden herhalen op een schijnbaar zinloze manier (papegaaien) Fobie: Irrationele angst voor bepaalde voorwerpen, dieren of situaties. Gilles de la Tourette: Meervoudig tic-syndroom, onwillekeurig gedrag dat gestuurd wordt vanuit de hersenen. Voorbeelden van tics; oogknipperen, schudbewegingen van hoofd, grimassen, ronddraaien, zichzelf slaan, kreten, smakken, zomaar schelden..... Een neurologische stoornis met als kenmerken zowel vocale als motorische tics. Kan samen voorkomen met andere problemen bvb autisme. Handelingsplan: In dit plan staat wat men gedurende een bepaalde periode in het onderwijs wil bereiken met een leerling en op welke manier. Hyperactiviteit: Overbeweeglijkheid, rusteloosheid en impulsief gedrag, gebrek aan concentratie. Er is werkelijk sprake van een stoornis als de overbeweeglijkheid gepaard gaat met een tekort aan gerichte aandacht op een niveau dat niet meer bij de leeftijd van het kind past. Hyperlexie: Extreem vroeg kunnen lezen echter met weinig begrip. De kinderen hebben meestal een fenomenaal geheugen. Komt in combinatie met autisme. Hoogbegaafdheid: Wanneer ben je hoogbegaafd en wanneer 'gewoon' intelligent? Als je intelligent bent, heb je een goed verstand. Als je hoogbegaafd bent, heb je een goed verstand maar vaak ook een speciale manier van denken en handelen. Je denkt en werkt in grotere sprongen dan andere leerlingen. Je bent creatiever in het bedenken van oplossingen en zelfstandiger in je handelen. IQ: Intelligentie Quotiënt. Uitkomst van een afgenomen intelligentietest. Geeft een maat van de ontwikkeling van de cognitieve vaardigheden op een bepaald moment in de levensgeschiedenis.Een bekende test in Nederland en Vlaanderen is de WISC. (Wechsler Intelligence Scale for Children: intelligentietest met dertien onderdelen verdeeld in twee hoofdcategorieën) Niet alle intelligentietests hebben dezelfde onderverdeling. Mentale retardatie Term uit de psychiatrie voor een verstandelijke beperking. Begrip dat staat voor de problematiek van mensen met enerzijds beperkte intellectuele vaardigheden (IQ minder dan 70) en anderzijds ook een beperkte sociale aanpassing.. NLD Nonverbal Learning Disability (Niet verbale leerstoornis) Het gaat hierbij om kinderen die meer moeite hebben met het verwerken van wat ze zien dan met wat ze horen. Onder andere zijn ze talig vaak sterk, maar in het ruimtelijk denken en rekenen zijn zwak. Ze hebben uitgesproken sterktes en zwaktes maar in feite is dit geen leerstoornis. Lijst samengesteld door Martine Van Overmeiren, pedagogisch begeleider GOK voor DPB Gent Met dank voor verbetering aan meerdere CLB-medewerkers 2008-2009 NLD is een begrip uit de neuropsychologie waarbij het gaat om een specifiek profiel van vaardigheden en tekorten bij de informatieverwerking van zintuiglijke prikkels. De auditieve informatie (het horen) wordt beter verwerkt dan de informatie die via zien en voelen binnenkomen. De problemen uiten zich in de motoriek, het ruimtelijk inzicht, het inzicht in oorzaakgevolg-relaties, de schoolse vaardigheden bij rekenen en schrijven, het werktempo en het sociale begrip. ODD Oppositional Defiant Disorder (Oppositioneel opstandige gedragstoornis): Een patroon van negatief, vijandig en opstandig gedrag (zie boven) Deze gedragsstoornis resulteert in een sterk aangetaste situatie in sociale omgang, op school, of in beroepsmatig functioneren. Een stoornis die zich kenmerkt door een vrijwel permanent 'tegen de draad' zijn. PDD Pervasive Developmental Disorder: zie boven, onder autism. PDD-NOS: Pervasive Developmental Disorder Not Otherwise Specified. Een Engelse naam voor stoornissen die worden gerekend tot de pervasieve ontwikkelingsstoornissen. Zie boven, onder autisme. Pervasieve stoornis: zie PDD Rilatine: Meest voorgeschreven middel bij ADHD. Werkt 3-4 uur en moet meerdere keren per dag worden ingenomen(afhankelijk van kind tot kind). Momenteel bestaat er ook langwerkende rilatine Risperdal Antipsychoticum. Geen reguliere medicatie bij ADHD. Wordt alleen in lage doseringen tijdelijk voorgeschreven, bijvoorbeeld om ernstige uitbarstingen van woede en agressie in te dammen. Tourette Syndrome: Zie Gilles de la tourette. Lijst samengesteld door Martine Van Overmeiren, pedagogisch begeleider GOK voor DPB Gent Met dank voor verbetering aan meerdere CLB-medewerkers 2008-2009