Ultrasone energie meter F96+ (sharky 775) Installatiehandleiding 1. ALGEMEEN Deze installatie handleiding is bedoeld voor opgeleid personeel en bevat geen installatie stappenplan. Belangrijk! Het zegel op de energie-meter mag niet worden beschadigd! Een beschadigd zegel zal resulteren in het vervallen van de fabrieksgarantie. De kabels die bij de meter geleverd zijn mogen niet worden ingekort of veranderd worden. Opmerkingen: De voorschriften voor het gebruik van energie meter dienen in acht worden genomen! De meter installatie mag alleen worden uitgevoerd door een installateur en / of door een aannemer met personeel dat is opgeleid en vertrouwd is met elektrische apparatuur met lage voltage. Medium: water, zie AGFW Instructieblad FW510. De gespecificeerde medium temperatuur is 5 ... 130 °C (150 °C). Als er water toevoegingen worden gebruikt (bijvoorbeeld i.v.m. bescherming tegen corrosie), dan moet de gebruiker ervoor zorgen dat de corrosieweerstand voldoende is. Het temperatuurbereik is afhankelijk van metervariant en nominale grootte. Het exacte temperatuurbereik wordt weergegeven op het typeplaatje. Er dient een ingekapseld volumedeel gebruikt te worden als condensvorming wordt verwacht. Optioneel ook als aparte variant voor de middellange Tyfocor (zie LCD lus 3) LS beschikbaar. De opgegeven / omgevingscondities zijn 5 55 °C; IP54/64, 93% rel. vochtigheid. Een uitgebreide handleiding met verdere details van de varianten vindt u onder www.diehl-metering. De IZAR @ SET software die wordt gebruikt voor het uitlezen / parametreren en is verkrijgbaar op: www.diehl-metering.de 2. INSTALLATIE VAN DE ENERGY METER Afhankelijk van het ontwerp en toepassing (warmte of koude meter) wordt de energie meter geplaatst in de aanvoer of de retour van het systeem. De geprogrammeerde montageplaats is zichtbaar in de loop informatie. De flowsensor moet zo worden geïnstalleerd zodat de stromingsrichting overeenkomt met de richting van de pijl op de sensor. Rechte lengte voor en na de meter zijn niet noodzakelijk, maar 3xDN wordt wel aanbevolen voor de meter. De meter kan worden geïnstalleerd in zowel horizontale als verticale leidingen, en ontstane luchtbellen geven een fout code in de meter. De flow sensor moet altijd gevuld zijn met vloeistof. Wij adviseren het installeren van de flow sensor in een gekantelde positie. De minimale systeemdruk dient 1 bar te zijn om cavitatie te voorkomen. Zorg ervoor dat de meter geïnstalleerd wordt op genoeg afstand van mogelijke bronnen met elektromagnetische interferentie (schakelaars, elektrische motoren, TL-lampen, enz.) Voor medium temperaturen van 90 °C of meer of T water < T omringend (voor toepassing als koel-meter of warmte meter met koeling tarief), moet het rekenwerk (plastic bevestiging) worden verwijderd van de meter en geïnstalleerd worden met voldoende afstand van warmtebronnen. Een wandhouder (meegeleverd met meter) of een afstandshouder (optioneel) is beschikbaar voor dit doel. Het wordt aanbevolen afsluiters voor en na de meter te monteren om het verwijderen van de meter vereenvoudigen. De meter moet worden geïnstalleerd in een gunstige en bereikbare plaats voor service en bedienend personeel. Een laatste inbedrijfstelling wordt uitgevoerd en gedocumenteerd. 3. INSTALLATIE VAN DE TEMPERATUURSENSOREN Wees voorzichtig met de temperatuursensoren! De sensor kabels zijn uitgerust met een gekleurd label: Rood: sensor in de aanvoer leiding, blauw: sensor in retour leiding. Controleer of de sensoren symmetrisch gemonteerd worden. De maximale kabellengte voor een PT100 en PT500 is 10 meter. De aansluitkabels mogen niet ingekort of verlengd worden. Voor DN15 en DN20 dienen de sensoren moeten direct in de leiding geïnstalleerd worden en volledig te worden ondergedompeld. De losse temperatuursensor kan worden geïnstalleerd in een kogelklep of dompelbuis voor dit type sensor. Zorg ervoor dat de temperatuur sensoren continu verbonden zijn tijdens het gebruik. Wanneer de sensor is geplaatst in een dompelbuis moet deze zover mogelijk in de dompelbuis gestoken worden en daarna te worden gefixeerd. Voor de inbouw in een kogelkraan, is een 4-delige koppeling set bijgevoegd in een aparte zak. Zie de procedure onder punt 1... 6 hieronder. Plaats een O-ring in de sensor buis met behulp van de meegeleverde huls. D raai de messing of kunststof schroef aan met de hand (2-3 Nm), draai de bevestigingsschroef met een draaimoment van ca. 12 Nm aan. 4. VOEDING 4,1 Batterij In de standaard versie is een 3,6 V DC lithium batterij is gemonteerd. De batterij mag niet worden opgeladen of kortgesloten. Omgevingstemperatuur onder de 40 °C verlengt de levensduur van de batterij. Gebruikte batterijen moeten worden ingeleverd bij geschikte inzamelpunten. Let op: Er is explosiegevaar als de batterij wordt vervangen door een verkeerd type. 4,2 Netvoeding 24 V AC of 230 V AC-eenheden (Beschermingsklasse 1) kunnen achteraf eventueel op elk gewenst moment gewijzigd worden. De beschermende veiligheidsafdekking moet altijd geïnstalleerd worden. Sluit nooit de twee fasen kort, want dat zou de netadapter vernietigen. De voedingskabel moet worden gezekerd tot max. 6 A en worden beschermd tegen manipulatie. De netvoeding meldt de meter indien er netspanning aanwezig is. Als de netspanning uitvalt, levert de back-up batterij (CR2032) voeding voor maximaal 1 jaar. De LCD-uitlezing (via drukknop) en de datum en tijd worden telkens bijgewerkt, maar geen van de meetfuncties werken nog, incl.. de debiet metingen. Communicatie over de optionele M-Bus, RS485 en RS232 modules of via de optische interface werken nog, maar vermindert de levensduur van de back-up batterij. De radio-functie is uitgeschakeld in het geval van stroomuitval. 5. INGEBRUIKNAME Als de meter is geïnstalleerd moeten de componenten (rekenwerk, volumedeel en beide temperatuurvoelers) worden verzegeld en wordt de meter in bedrijf genomen. Controleer in het display of er een plausibele indicatie van het debiet en de temperaturen te zien is. Nadere informatie kan worden verkregen bij de Installatie-en gebruikershandleiding, www.diehl-metering.de . 6. UITBREIDING MODULES De energiemeter heeft twee uitbreidingssloten voor optionele modules. Ze kunnen worden gemengd, maar twee puls modules van hetzelfde type kunnen niet worden geïnstalleerd. De analoge module bezet beide posities. Deze modules hebben geen effect op de consumptie en achteraf worden gemonteerd zonder beschadiging van het breekzegel. De relevante regelgeving ESD (elektrostatische ontlading) moet in acht genomen worden. Geen aansprakelijkheid wordt aanvaard voor schade (vooral voor elektronische schakelingen) als gevolg van het niet naleven van de ESD voorschriften. 6.1 Installatie van de modules 1. Open het rekenwerk door middel van de zijklemmen. 2. Sluit de module in het betreffende slot zorgvuldig aan met de voorgevormde lintkabel. 3. Sluit het deksel en controleer de meter voor een juiste werking van de modules door het indrukken van de drukknop. Vervang de verzegeling van het deksel indien de meter correct functioneert. 6.2 Communicatie modules Het rekenwerk ondersteunt drie communicatiekanalen. Twee extra communicatie modules kunnen worden gebruikt als draadloos netwerk, bijv. twee M-Bus modules. Het protocol verschilt voor elk van de twee kanalen en is vooraf ingesteld vanaf de fabriek met twee identieke telegrammen als het radio telegram, maar kan worden ingesteld op klant specifieke eisen met behulp van de IZAR @ SET-software. Elke poort heeft een eigen primair adres. Beide poorten hebben een gemeenschappelijke secundair adres, dat is ingesteld op het serienummer af fabriek. 6.2.1 M-Bus De M-Bus communicatie module is een seriële interface voor communicatie met externe apparaten (M-Bus Interface), bijv. IZAR CENTER. Een aantal meters kan worden aangesloten op een M-Bus Interface. De module bevat een 2-polige klemmenstrook met positie 24, 25. De verbinding is niet polariteit gevoelig en is galvanisch gescheiden. M-bus protocol volgens EN 1434-3 standaard 300 of 2400 baud (auto baud detectie) Aansluiting voor 2 x 2,5 mm2 draden Wordt gezien als: een M-Bus punt. 6.2.2 Communicatie via radio De geïntegreerde radiomodule is een interface voor de communicatie met Hydrometer radio-ontvangers. De uni-directionele communicatie heeft de volgende specificaties: De module zendt elke 8... 256 s (zendperiode 0,1% van de cyclus (min. 8 en); variabel, afhankelijk van het protocol lengte en programmering De radio module heeft altijd toegang tot de huidige meterregisters Zendfrequentie: 868 MHz of 434 MHz Diverse Hydrometer ontvangers zijn beschikbaar voor het ontvangen van het protocol (bijv. Bluetooth, GPRS, LAN…) Het protocol komt overeen met de Open Meter of HYD standaard en is gecodeerd Uitleesmodus: walk-by, drive-by, een vast netwerk Voor problematische radio-installaties (afscherming radiosignaal) kan een externe radio module worden gebruikt. 6.2.3 RS232 communicatie module De RS232-communicatiemodule is een seriële interface voor communicatie met externe apparaten, zoals PC, 300 of 2400 baud De module bevat een 3-polige klemmenstrook met klemmen 62 (Dat), 63 (Req) en 64 (GND). Een speciale adapterkabel is nodig voor de aansluiting (bestelnr. 087H0121). De gekleurde draden moeten worden aangesloten zoals hieronder 62 = bruin 63 = wit 64 = groen 6.2.4 RS485-communicatiemodule De RS485-communicatiemodule is een seriële interface voor communicatie met externe apparaten, zoals PC; alleen 2400 baud. De module bevat een 4-polige klemmenstrook met terminals gemarkeerde D +, D-, +12 V en GND. De module heeft een externe voeding nodig van 12 V DC ± 5 V. 6,3 Puls-ingang module Module voor twee extra puls tellers Puls-ingang 1 is gemarkeerd als "I1 - _ |" en ingang 2 als "I2 - _ |". Puls-ingangen zijn programmeerbaar (IZAR @ SET) voor een waarde van: 1, 2,5, 10, 25, 100, 250, 1000, 2500 liter per puls De puls-gever moet elektrisch geïsoleerd worden, bijvoorbeeld Reed-contact Mogelijke eenheden zijn alle energie-eenheden beschikbaar in de meter, de Volume-eenheid m3 of geen eenheid Ingangsfrequentie in het traject <_ 8 Hz; min. Puls-duur 10ms. Ingangsweerstand 2,2 MQ; klem spanning 3 V DC Gegevens worden gescheiden in geaccumuleerde registers De data is leesbaar als IN1 en IN2 in het display en kan worden verzonden over de communicatie modules Kabellengte tot 10 m 6,4 Puls-uitgang module De module bevat aansluitingen voor 2 puls-uitgangen, en kunnen worden geprogrammeerd met IZAR @ SET software. De uitgangen worden aangegeven op de klemmenstrook als "O1 - _ |" en "O2 - _ |" en in het display als OUT1 en OUT2. Externe voeding: Vcc = 3 tot 30 V DC Uitgangsstroom <_ 20 mA met een resterende spanning van <_ 0,5 V Open collector (drain) galvanisch gescheiden Uitgang 1: f <_ 4 Hz Puls-duur: 125 ms ± 10% Puls onderbreking:> 125 ms -10% Uitgang 2: f <_ 100 Hz Puls duur / puls pauze ~ 1:1 Puls waarde is programmeerbaar. Standaard: laatste cijfer in het display 6,5 Gecombineerde module (IN / OUT) De gecombineerde module is uitgerust met 2 ingangen en 1 uitgang. De puls-ingang specificatie is hetzelfde als 6.3 hierboven. De puls-uitgang specificatie is hetzelfde als puls-uitgang 1 in 6.4 hierboven, maar niet elektrisch geïsoleerd. 6,6 Analoge uitgang module De module bevat aansluitingen voor 2 passieve analoge uitgangen die kunnen worden geprogrammeerd naar wens met behulp van de IZAR @ SET software. De uitgangen worden aangegeven op de klemmenstrook als "1" en "2" met de respectieve polariteit "+" en "- " en zijn elektrisch geïsoleerd. Passieve; externe voeding: 10... 30 V DC Stroom lus 4... 20 mA, waarbij 4 mA = 0 waarde; 20 mA = geprogrammeerde max. waarde Overbelasting tot 20,5 mA, dan foutstroom Fouten worden gegenereerd bij 3,5 mA of 22,6 mA (programmeerbaar) Output waarden: energie, debiet, temperaturen 6,7 Test-uitgang De interne testuitgang aan de zijkant is bedoeld voor testcentra. De fabrikant biedt hiervoor twee speciale kabels: 1. Volume testpulsen 2. Energie testpulsen Andere specificaties (puls-waarde, puls-duur / pauze, puls frequentie) kunnen worden verkregen bij de Inspectie. Zorg ervoor dat de temperatuur sensoren (meten van weerstanden) permanent zijn aangesloten bij het uitvoeren van de energie-verificatie 7. DISPLAY Om de gegevens van het rekenwerk in het display weer te geven, worden de verschillende vensters weergegeven in een lus. Deze functies kunnen worden opgeroepen in opvolging van de systeem informatie in combinatie met elk venster (bijv. energie waarden, watervolume, in bedrijf dagen, water hoeveelheden weer te geven , huidige temperaturen maximum waarden). De energiemeter heeft 6 verschillende display loops: Hoofd Loop (1) Opgelet: overzicht alleen weergave voor warmtemeter en koeling meter Volgorde Scherm 1 1.1 Opgeslagen Energie 1.2 Volume 1.4 Debiet 1.5 Vermogen 1.6 Aanvoer/retour temperatuur 1.7 Temperatuur verschil 1.8 Operationele dagen 1.9 Error Codes 1.10 Display test Afrekening datum loop (2) Volgorde Scherm 1 Scherm 2 Scherm 3 2.1 Opgeslagen datum 1 Opgeslagen datum 1Energy ,,Accd 1“ 2.2 ,,Accd 1“ Toekomstig opgeslagen datum 1 2.3 Datum 1 vorig jaar Datum 1 vorig jaar energy ,,Accd 1L“ 2.4 Vervaldag Vervaldag 2 - energie ,,Accd 2A“ 2.5 ,,Accd 2“ Volgende vervaldag 2 2.6 Datum 2 vorig jaar vervaldag 2 vorig jaar ,,Accd 2L“ energie 2.7 Datum 1 Puls input 1 Volume puls input 1 2.8 Datum 1 vorig jaar Puls input 1 Volume puls input 1 2.9 Datum 2 Puls input 1 Volume puls input 1 2.10 Datum 2 vorig jaar Puls input 1 Volume puls input 1 2.11 Datum 1 Puls input 2 Volume puls input 2 2.12 Datum 1 vorig jaar Puls input 2 Volume puls input 2 2.13 Datum 2 Puls input 2 Volume puls input 2 2.14 Datum 2 vorig jaar Puls input 2 Volume puls input 2 Info loop (3) Volgorde Scherm 1 Scherm 2 3.1 Huidige datum Huidige tijd 3.2 ,,Sec_Adr“ Secondair adres 3.3 ,,Pri_Adr 1“ Primair adres 1 3.4 ,,Pri_Adr 2“ Primair adres 2 3.5 ,,retour buis“ installatie 3.6 ,,Poort 1“ 0* (geïnstalleerde module op poort1) iiiinstallatieinstallation 3.7 ,,Poort 2“ 1* (geïnstalleerde module op poort2) 3.8 ,,UHF ON“ Status van geïntegreerde radio 3.9 Software versie Checksum Impuls loop (4) Volgorde Scherm 1 Scherm 2 Scherm 3 4.1 Puls ingang 1 Opgeslagen waarde puls Puls waarde input 1 4.2 Puls ingang 2 Opgeslagen waarde puls Puls waarde input 2 4.3 Puls uitgang 1 Opgeslagen waarde puls input 1 4.4 Puls uitgang 2 Opgeslagen waarde puls input 2 Tarief loop (5) 1 Maandelijkse waarde loop (6) Volgorde Scherm 1 Scherm 3 Scherm 5 6.1 ,,LOG“ Energie max. Debiet 6.2 ,,LOG“ Energie max. Debiet : : : : 6.24 ,,LOG“ Energie max. Debiet * Voorbeeld 1 alleen warmte meter met koeling tarief De verschillende weergavevensters omvatten zeven displays die veranderen met intervallen van 2 - 4 s. De lussen in het display zijn genummerd van 1 tot en met 6 om de gebruiker te helpen zijn weg snel te vinden. De belangrijkste lus wordt geprogrammeerd met de momentane gegevens als standaard instelling, bijvoorbeeld voor energie, volume en debiet. Het gekalibreerde register wordt getoond door middel van een hangslot symbool. 8. EENVOUDIGE BEDIENING De drukknop wordt gebruikt om door de verschillende displays te kunnen scrollen. De knop kan worden ingedrukt voor een korte of lange tijd. Een korte druk op de knop (<3 seconden) zorgt ervoor dat je naar het volgende scherm gaat in een lus en een lange druk (> 3 seconden) om naar de volgende loop te gaan. Het "Energy"-venster (sequentie 1.1) in de belangrijkste lus is de basisweergave. De meter schakelt automatisch het scherm uit om energie te besparen als de knop niet wordt ingedrukt na ca. 4 minuten (behalve in geval van storing) en keert terug naar de basis-display wanneer de knop opnieuw wordt ingedrukt. 9. FOUTCODES De fout-code wordt weergegeven in de hoofd lus als er een fout optreedt. Alle andere vensters kunnen nog steeds worden geselecteerd door op de knop te drukken. De fout-code verschijnt weer automatisch als de knop niet wordt ingedrukt ca. 4 minuten. De foutmelding verdwijnt automatisch zodra de oorzaak van de fout is verholpen. Alle fouten aanwezig langer dan 6 minuten worden opgeslagen in het foutenlogboek Error Display Error beschijving C-1 Fundamentele parameter fout in flash of RAM E-1 Temperatuurbereik overschreden[-19,9 ° C. .. 199,9 ° C] bv sensor kortsluiting, sensorbreuk E-3** Aanvoer-en retoursensor omgekeerd E-4 Hardware fout in ultrasone meting bijv. transducer of station defect of kortsluiting E-5 Communicatie is niet mogelijk (te vaak lezing) E-6** Verkeerde richting van de volumestroom gemeten E-7 Geen ultrasone ontvangstsignaal bijv. lucht in de meter E-8 Geen primaire stroomvoorziening (alleen als netadapter gebruikt), back-up batterij actief E-9 Batterij bijna leeg; berekende levensduur is verstreken E-A* Lekkage: leidingbreuk gedetecteerd E-b* Lekkage: lek in energiemeter E-C Lekkage: lekkage puls ingang 1 E-d* Lekkage: lekkage puls ingang 2 *Optioneel ** Applicatie afhankelijk 10. VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING VOOR MID APPARATEN Hydrometer GmbH verklaart hierbij dat deze producten voldoen aan de essentiële eisen van de volgende richtlijnen: EMC-richtlijn (2004/108/EG) R & TTE-richtlijn (1999/5/EG) MID-richtlijn (2004/22/EG) DE-10-MI004-PTB013 DE-10-MI004-PTB003 De koeling meter is op nationaal niveau goedgekeurd in Duitsland (DE) onder 22.72/10.03