Verlof voor medische bijstand I. WAT IS VERLOF VOOR MEDISCHE BIJSTAND? Verlof voor medische bijstand is een bijzondere vorm van loopbaanonderbreking of loopbaanvermindering, die de mogelijkheid biedt om de arbeidsprestaties tijdelijk te schorsen om bijstand of verzorging te verlenen aan een gezins- of familielid tot de tweede graad dat lijdt aan een ernstige ziekte. Onder zware ziekte wordt verstaan elke ziekte of medische ingreep die door de behandelende arts als dusdanig wordt beschouwd en waarbij de arts oordeelt dat elke vorm van sociale, familiale of emotionele bijstand of verzorging noodzakelijk is voor het herstel. Zowel bloed- als aanverwanten worden beschouwd als familieleden. Gezinsleden zijn zij die met u samenwonen. II. WETTELIJKE BASIS a) voor de leden van het ZAP en het AAP - het besluit van de Vlaamse regering van 15 juni 2007 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 1 december 1998 tot vaststelling van de regeling omtrent de afwezigheden, de tucht, de administratieve standen, het verlof, de maandaatsbeëindiging, het onderzoek van de lichamelijke geschiktheid en het geneeskundig toezicht voor het academisch personeel bij de universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap - het Koninklijk besluit van 7 mei 1999 betreffende de onderbreking van de beroepsloopbaan van het personeel van het personeel van de besturen, zoals gewijzigd b) voor de andere personeelsleden Het Koninklijk Besluit van 10 augustus 1998 tot invoering van een recht op loopbaanonderbreking voor bijstand of verzorging van een zwaar ziek gezinsof famielielid. III. VOOR WIE? Door de goedkeuring van het besluit van de Vlaamse regering van 15 juni 2007 kunnen met ingang van die datum alle personeelsleden verlof voor medische bijstand bekomen. IV. IS VERLOF VOOR MEDISCHE BIJSTAND EEN RECHT? Ja V. FORMULES Er bestaan drie formules. 1. Volledige onderbreking van de arbeidsprestaties Maximumduur : 12 maanden De maximumduur kan verlengd worden tot maximum 24 maanden indien: - het verlof voor medische bijstand gevraagd wordt voor een kind jonger dan 16 jaar dat u uitsluitend of hoofdzakelijk ten laste hebt. - u alleenstaande bent, dit wil zeggen indien u uitsluitend en effectief samenwoont met één of meer kinderen ten laste. Deze twee voorwaarden moeten tegelijkertijd vervuld zijn. 2. Vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking Maximumduur : 24 maanden De maximumduur kan verlengd worden tot maximum 48 maanden indien: - het verlof voor medische bijstand gevraagd wordt voor een kind jonger dan 16 jaar dat u uitsluitend of hoofdzakelijk ten laste hebt. - u alleenstaande bent, dit wil zeggen indien u uitsluitend en effectief samenwoont met één of meer kinderen ten laste. Deze twee voorwaarden moeten tegelijkertijd vervuld zijn. 3. Vermindering van de arbeidsprestaties met 1/5 Maximumduur : 24 maanden De maximumduur kan verlengd worden tot maximum 48 maanden indien - het verlof voor medische bijstand gevraagd wordt voor een kind jonger dan 16 jaar dat u uitsluitend of hoofdzakelijk ten laste hebt. - u alleenstaande bent, dit wil zeggen indien u uitsluitend en effectief samenwoont met één of meer kinderen ten laste. Deze twee voorwaarden moeten tegelijkertijd vervuld zijn. Het verlof voor medische bijstand dient opgenomen te worden in periodes van minimum 1 en maximum 3 maanden, al dan niet aaneensluitend, tot de maximumduur (24 maanden bij volledige onderbreking, 48 maanden bij gedeeltelijke onderbreking) bereikt is. Alleenstaande ouders moeten het bewijs van hun gezinssamenstelling leveren door middel van een attest van de gemeente. Opgelet! De formules kunnen NIET cumulatief gebruikt worden. VI. VOORWAARDEN 1. het verlof voor medische bijstand kan slechts bekomen worden indien de aanvraag vergezeld is van een attest van de behandelende geneesheer van het ernstige zieke gezins- of familielid, waaruit blijkt dat u zich bereid heeft verklaard om deze persoon bij te staan of te verzorgen. 2. indien u uw prestaties wenst te verminderen tot de helft van een voltijdse betrekking dan moet u op het ogenblik van de aanvraag ten minste voor 75% (3/4) tewerkgesteld zijn. Indien u uw prestaties wil verminderen met 1/5 moet u op het ogenblik van de aanvraag voltijds tewerkgesteld zijn. VII. UITKERINGEN Tijdens de periode van verlof voor medische bijstand ontvangt u een maandelijkse uitkering van de RVA. De onderstaande bedragen gelden vanaf 1 september 2008. Maandelijkse vergoeding Volledige schorsing Vermindering prestaties van 726,85 euro bruto 653,23 euro netto de Jonger dan 50 jaar 50 jaar en ouder 363,42 euro bruto 301,10 euro netto 616,45 euro bruto 510,73 euro netto Met 1/5de 123,29 euro bruto 102,15 euro netto 232,36 euro bruto 204,30 euro netto Met 1/5de alleenwonende werknemers (*) 165,80 euro bruto 137,37 euro netto 246,58 euro bruto 204,30 euro netto Met 1/2de (*) Onder alleenwonende wordt verstaan de persoon die uitsluitend met 1 of meerdere kinderen ten laste samenwoont. Ingeval van volledig verlof voor medische bijstand uitgaande van een deeltijdse betrekking wordt de uitkering berekend in verhouding tot die deeltijdse omvang. VIII. DE KENNISGEVING U maakt best gebruik van het elektronisch beschikbaar formulier. Klik hier. De leden van het ZAP en het AAP bezorgen het ingevulde formulier aan de rector (met afschrift aan de Directie Personeel) ten laatste twee maanden vóór de aanvang van het ouderschapsverlof. Zij lichten tevens de voorzitter van de vakgroep en de decaan van de faculteit waaraan zij verbonden zijn, in. De andere personeelsleden bezorgen het ingevulde formulier rechtstreeks aan de Directie Personeel ten laatste twee maanden vóór de aanvang van het ouderschapsverlof. Zij lichten hun rechtstreekse chef en in voorkomend geval, de voorzitter van de vakgroep, in. De aanvraag gebeurt in principe ten laatste 7 dagen vóór de ingangsdatum van het verlof voor medische bijstand. IX. HOE BEKOMT U UW RVA-UITKERING? De onderbrekingsuitkeringen moeten worden aangevraagd door middel van het formulier C61 SV dat u kan bekomen bij de werkloosheidsbureaus van de RVA of dat u kan downloaden van de RVA-website. Rubriek I vult u zelf in. Rubriek II wordt ingevuld door uw dossierbeheerder bij de Directie Personeel. Het ingevulde formulier maakt u over aan uw plaatselijk werkloosheidsbureau samen met het attest van de behandelende geneesheer. Opgelet! Het behoorlijk ingevulde formulier moet bij uw plaatselijk werkloosheidsbureau toekomen binnen een termijn van twee maanden volgende op de aanvang van het verlof voor medische bijstand. Om betwistingen te vermijden verzendt u dit formulier best bij aangetekend schrijven. X. WAT TE DOEN BIJ VERLENGING Elke verlenging of nieuwe kennisgeving moet op dezelfde manier worden ingediend als de eerste hernieuwing. Bijgevolg moet ook een nieuw attest van de behandelende arts bijgevoegd te worden. XI WAT BIJ OVERLIJDEN VAN DE PATIENT? In geval van overlijden van de patiënt vóór het einde van het verlof voor medische bijstand hebt u de keuze tussen het voortzetten van de loopbaanonderbreking of - vermindering tot de voorziene einddatum en het vervroegd hervatten van het werk. XII. CUMULATIEREGELS Als algemene regel geldt dat u het ontvangen van RVA-uitkeringen NIET mag cumuleren met andere bezoldigde activiteiten of inkomsten. Er gelden drie uitzonderingen op deze regel, voorzover u een voorafgaandelijke aangifte hebt gedaan bij de RVA. De drie uitzonderingen zijn: 1. inkomsten die u geniet vanuit een politiek mandaat als gemeenteraadslid of lid van een OCMW-raad; 2. inkomsten die u geniet als loontrekkende in een nevenactiviteit op voorwaarde dat u deze nevenactiviteit reeds uitoefende gedurende de 3 maanden voorafgaand aan de aanvang van het verlof voor medische bijstand 3. inkomsten uit een nevenactiviteit als zelfstandige voorzover u deze zelfstandige activiteit (= een activiteit waarvoor een inschrijving bij de Rijksdienst voor de Sociale Verzekering van Zelfstandigen vereist is) reeds uitoefende gedurende de 12 maanden voorafgaand aan de aanvang van het volledige verlof voor medische bijstand. Op gelet! Deze toegelaten cumul geldt dus uitsluitend ingeval van volledige onderbreking en geldt bovendien gedurende maximum één jaar. De rechthebbenden op een overlevingspensioen kunnen hun recht op loopbaanonderbreking behouden maar zonder uitkeringen XIII. GEVOLGEN VOOR UW LATERE RECHT OP TIJDSKREDIET OF LOOPBAANVERMINDERING MET 1/5 Het opnemen van verlof voor medische bijstand tast uw recht op tijdskrediet of loopbaanvermindering niet aan. De periodes van verlof voor medische bijstand worden immers niet meegerekend voor de bepaling van de maximumduur van het tijdskrediet of de loopbaanvermindering. XIV. HEEFT HET VERLOF VOOR MEDISCHE BIJSTAND EEN INVLOED OP MIJN PENSIOEN 1) voor de leden van het vastbenoemd ZAP De eerste 12 maanden (volledige of gedeeltelijke) loopbaanonderbreking zijn in principe automatisch en kosteloos toelaatbaar voor het pensioen, terwijl de volgende 48 maanden enkel toelaatbaar zijn mits betaling van een persoonlijke bijdrage, te storten aan de overheid of de instelling die het stelsel voor het overlevingspensioen van het personeelslid beheert. Geen enkele bijdrage is evenwel vereist gedurende maximum 24 maanden voor de periodes waarin de betrokken werknemer of zijn partner die onder hetzelfde dak woont, gezinsbijslagen ontvangt voor een kind jonger dan 6 jaar. Deze bepalingen gelden voor alle vormen van loopbaanonderbreking, dit wil zeggen zowel voor de gewone onderbreking als voor de specifieke vormen (dit wil zeggen het ouderschapsverlof, het verlof voor medische bijstand of het palliatief verlof). Doordat het algemeen stelsel van tijdskrediet-loonbaanonderbreking niet van toepassing is op de leden van het ZAP impliceert dit dat het ouderschapsverlof GEEN invloed heeft op het overheidspensioen, tenzij mogelijkerwijze voor (deeltijdse) leden van het ZAP die in een ander openbaar ambt vastbenoemd zijn. Voor alle bijkomende vragen over de toelaatbaarheid van periodes van loopbaanonderbreking voor het pensioen, dienen de statutaire personeelsleden van de besturen zich te wenden tot de Pensioendienst voor de Overheidssector. Daarenboven heeft de Pensioendienst voor de overheidssector (PDOS) een brochure uitgegeven met als titel “De loopbaanonderbreking en het pensioen van de openbare sector”. Deze brochure beschrijft de regels die van toepassing zijn voor de statutaire personeelsleden. Ze is te verkrijgen bij de Pensioendienst voor de Overheidssector : Victor Hortaplein 40 bus 30 – 1060 Brussel – telefoon (centrale) : 02.558.60.00 - website : http:// pdos.fgov.be – email : [email protected]. 2) Voor de andere personeelsleden In het algemeen worden 12 maanden loopbaanonderbreking automatisch en kosteloos gelijkgesteld voor de berekening van het pensioen. Voor de specifieke vormen van loopbaanonderbreking (dit wil zeggen het ouderschapsverlof, het verlof voor medische bijstand of het palliatief verlof), zijn evenwel speciale regels van toepassing! Indien u vermoedt dat u door een of andere combinatie van stelsels (loopbaanonderbreking in het oude systeem, tijdskrediet, thematische verloven) maximumtermijnen overschrijdt, neemt u best contact op met de Rijksdienst voor Pensioenen (RVP), Zuidertoren te 1060 Brussel /Dienst regularisatie loopbaanonderbreking – tel. 02.529.27.67 (Nederlandstalige Infolijn) website http://www.onprvp.fgov.be XV. GEVOLGEN VOOR DE ANDERE TAKKEN VAN DE SOCIALE ZEKERHEID 1. Kinderbijslag Zowel bij volledige onderbreking als bij vermindering tot de helft of met een 1/5, behoudt u het recht op kinderbijslag voor de rechthebbende kinderen voorzover u onderbrekingsuitkeringen geniet. 2. Gezondheidszorgen (doktersbezoek, ziekenhuis, geneesmiddelen, …) Zowel bij volledige onderbreking als bij vermindering tot de helft of met een 1/5, behoudt u uw volledige recht op terugbetaling van gezondheidszorgen. (Bij volledige onderbreking wordt u door het RIZIV beschouwd als uitkeringsgerechtigde volledig werkloze). 3. Arbeidsongeschiktheid (uitkeringen ziekenfonds) a. Bij volledige onderbreking kunt u wanneer u ziek wordt geen aanspraak maken op een uitkering wegens arbeidsongeschiktheid van uw ziekenfonds. b. Bij vermindering van uw prestaties tot de helft of met 1/5 kunt u wanneer u ziek wordt, wel genieten van een uitkering van het ziekenfonds als een gewone deeltijdse werknemer beschouwd worden. Opgelet: u verliest uw onderbrekingsuitkeringen van de RVA niet maar deze uitkeringen worden wel mee in rekening genomen om de hoogte van de vergoeding van het ziekenfonds te bepalen! XVI. WAT MET MIJN BELASTINGEN? De onderbrekingsuitkeringen van de RVA zijn onderworpen aan een bedrijfsvoorheffing van: 10,13% bij volledige onderbreking 17,15% bij vermindering tot de helft of met 1/5 De RVA zal u jaarlijks een fiche 281.10 opsturen met daarop het totaal van de ontvangen uitkeringen en van de afgehouden bedrijfsvoorheffing. De bedrijfsvoorheffing van 10,13 of 17,15% ligt naar alle waarschijnlijkheid lager dan de gemiddelde of de marginale aanslagvoet waaraan uw beroepsinkomsten worden belast. Bijgevolg moet u zich verwachten aan een bijkomende heffing op het ogenblik van de definitieve belastingsaanslag. (1 à 2 jaar later). Preciezere informatie hierover kan u bekomen bij uw belastingsadministratie.