1885 > Indisch huis, inventarisnummer 1. Oorspronkelijk in bezit van het Nederlandsch Zendeling Genootschap. ‘Kennis van vreemde landen en volken is voor iederen handelsman, die zijne zaken wenscht te ontwikkelen en uit te breiden, niet alleen wenschelijk maar ook noodig. Iemand, die met Afrika relaties wil aanknopen, dient te weten, welke waren hij daar met kans op goeden aftrek kan brengen.’ (…) ‘Langzamerhand hopen we verschillende nieuwe afdelingen te ontwikkelen, totdat wij eindelijk ons ideaal een >>Wereldmuseum<< hebben bereikt. Bij iedere afdeeling nemen we natuurlijk als eenheid of uitgangspunt: “Het leven van den mensch”, -wat hij noodig heeft,- hoe hij dat verkrijgt, -hoe hij het bewaart of beschermt tegen list of geweld, -en wat hij verder zoal uitvoert op het een of ander gebied.’ Museum voor Land- en Volkenkunde te Rotterdam, directeur A.Werumeus Buning, 1884 1895 > Egypte, uit de collectie Veder De havenbaron Veder schonk in 1895 een prachtige collectie foto’s van ‘tafereelen, gezichten en volkstypen’. 1901 > Eerste Affiche In 1901 werden er twintig affiches opgehangen op gemeentelijke aanplakborden en twintig bij tramhaltes. Een exemplaar ging naar het Rotterdamsch Leeskabinet. die immers bewezen hadden geen macht meer te hebben tegen de geesten en dus mochten verbranden. Een troep schooljongens haalden de korwars weg, vóór het huis geheel in brand stond, om ze te kunnen verkoopen en daarbij was een schedelkorwar; deze heeft in het achterhoofd een opening waarin de schedel past; de kruin is gesloten.’ Brief van de zendeling en leraar van Balen aan de directeur, 11 augustus 1906. Opgenomen in jaarverslag 1906. 1922 > Boeddha Hoofd afkomstig van een Boeddhabeeld uit één van de bijtempels van de Candi Sewu nabij het tempelcomplex Prambanan op Java. Het beeld is gehouwen uit andesiet, een vulkanische steensoort. “Alles is betrekkelijk en door vergelijken valt er veel te leren, ook in zulk een ethnologisch museum; wel is de vergelijkende volkenkunde nog een jonge wetenschap, maar toch leert zij reeds, dat er op alle punten der aarde op zeer verschillende volken tal van verrassende overeenkomsten te vinden zijn; immers zelfs in de verst van elkander verwijderde streken van den aardbol doorloopt de mensch in hoofdzaak denzelfden ontwikkelingsgang, en tevens leert zij, dat veel van hetgeen bij mij of meer primitieve volken nog krachtig en in volle omvang leeft en een verklaring vindt in hunnen beschouwing en opvattingen, men 1906 > Krachtbeeld en Korwar (voorouderbeeld). Democratische Republiek Congo / Papua, ca. 1860. Foto's EHS 1910 > Kind in draagmand De Utrechtse zendelingen droegen in 1906 uit de collectie H.F.C.Ten Kate vanwege een verhuizing een enorme collectie voorwerpen over aan het museum. Deze 1912 > Sauskom van gevernist aardewerk. collectie vormt, naast de particuliere schen- Kabylië, Algerije, ca. 1875. Een bruid kreeg bij kingen, de basis van de collectie. haar huwelijk dergelijk vaatwerk als bruids‘Slechts eenmaal was ik in de gelegenheid schat mee. echte korwars te koopen en dat is reeds dertien jaar geleden. In hetzelfde huis waren verscheidene sterfgevallen voorgeenden 25 jaar 5 jaar Vri komen; men geloofde dat het met geesten m a d r tte (manewaansi) gevuld was en stak het in m Ro u e s brand; alles was er uit medegenou ldm men, behalve de korwars, ere 1895 > Kris Onderdeel van een collectie wapens en textiel uit de Indische Archipel, geschonken door Dr. E. van Rijckevorsel in 1877, in de hoop dat rW die ‘de kern moge worden van een koloniaal jaa 0 museum of etnologisch museum onzer stad 12 de waardig’. Later werd de collectie overgen ku dragen aan het Museum voor Land- en en k l o Volkenkunde. nV ‘Geen boot kwam er uit Afrika, of weldra stond e der een wagen voor de deur van de voormalige an L Jachtclub, met allerhande Afrikaansche or voorwerpen, huizen, kleedingstukken, en vo de zonderlingste en grappigste um e s fetischen, die ooit een mensch voor u heilig heeft verklaard.’ A.Werumeus Buning, 1884 Wereldmuse u 1885 r Vri end en 25 1942 > Bronzen beeld van Akshobhya. Tibet, 1736. Bruikleen 1942, aankoop 1950 met steun van het Administratiefonds dat de gemeentelijke musea na de Tweede Wereldoorlog ondersteunde. In de oorlogsjaren ontving het museum relatief veel bezoekers. Topstukken waren er niet te zien, die waren ondergebracht in een villa in het Gooi. ‘Het moet in de zomer van 1942 geweest zijn dat ik op een van mijn zwerftochten door jaa rM Rotterdam bij het Museum voor Land- en use Volkenkunde belandde. Ik had geen geld om um naar binnen te gaan. De werkster was bezig de vo or stoep te boenen en zag mij voor de deur La nd hangen. ‘Wil je naar binnen?’ Ze liep over haar -e schone natte stoep naar de portier in een n Vo lke glazen hokje, legde 15 cent in het doorgeefluikje en zei: ‘Ga jij maar fijn kijken.’ nk George Gardien. u nd 0 12 M 1935 > ‘Voor mij in 1935 ging er een hele nieuwe, exotische wereld open. Destijds was ik erg onder de indruk van de afdeling NieuwGuinea. Er was een echte (roei)boot van de papoea’s. In mijn ogen heel lang en smal. En hun sieraden, zoals een ketting van varkenstanden, c.q. zwijnentanden. Immers Papoea’s houden zwijnen als huisdier. Opvallend was ook het kraken van de houten vloeren.’ A.M. Zuidema bezocht het museum op 12-jarige leeftijd. e ar 5 jaa 1929 > Houten mondmaskertje in de vorm van een neushoornvogel en vis. Nieuw Ierland, Melanesië, eind 19e eeuw. Dit beeld was vanaf 1960 het symbool van het museum. 1902 2005 5j am am Ro tte rd rd tte Ro den 1912 25 jaar Museum voor Land- en Volken useum kunde aar M 120 ja 1956 25 j ar W ere rien ar V ldm 1996 5 ja um m use eu 2004 1910 1906 1895 us aa m rV rie n de eld er W n ar 25 ja ja m Rott erdam 1939 > Houten sculptuur, Democratische Republiek Congo. ca.1900. Een Europeaan wordt door Afrikanen in een hangmat gedragen. Foto EHS. ‘Het bestuur van de Rotterdamse Diergaarde bood het museum aan een keuze te doen uit de ethnografische collectie van de diergaarde, welke collectie, in verband met de verplaatsing van deze instelling overbodig was geworden. De voorwerpen zijn grootendeels in het laatst van de vorige of in het begin van deze eeuw verzameld, dus in een tijd, waarin de inlandsche kunst nog weinig Europeesche invloeden had ondergaan.’ Jaarverslag 1939 Foto EHS evenzeer aantreft bij volken die zich hoogst beschaafd noemen; maar hier meestal slechts al een onbegrepen gebruik, waarvoor men vaak in verkeerde richting een verklaring zoekt." Museum voor Land- en Volkenkunde en Maritiem Museum “Prins Hendrik” te Rotterdam. Gidsje voor de afdeeling Volkenkunde, sept.1922. d voor Lan 1989 1990 - en Volkenkunde 120 jaar Wer eldm 1922 useum den r Vrien a a j 5 1977 de n n -e ere rW ldm use um d ter Rot am 5 ja riend ar V en 25 jaar Mu seum voor Land- en Volkenkunde 120 jaa r Wer eldm useu 1966 > Thanka met rad van wedergeboorte. Tibet ca.1950. Volgende jaar te zien in de Tibettentoonstelling. ‘Ik zal het beeldje in mijn hand nemen, het tegen het daglicht houden, het keuren op materiaal, gewicht, grootte, proporties, ornamen- jaa mR o t t erd am 5 jaa r Vri e nd e n2 5j aa rM r um 1965 > ‘Wayang kulit revolusi’ Deze collectie was in 1965 gekocht van een Javaanse poppenmaker. Op 17 aug. 2005, bij de viering van zestig jaar Indonesische vrijheid, werd het spel in langdurige bruikleen gegeven aan het Wayangmuseum in Jakarta. ‘Guru, de jongste zoon van Soekarno, heft 0 12 us e 1956 > Blouse en rok uit Japan, gemaakt rond 1940. De antropoloog J. Langewis, verzamelde in Japan plattelandstextielen voor het museum. Foto BG tiek, mogelijke inscriptie. Ik zal het tenslotte schudden en omkeren om vast te stellen of het iets verborgen houdt in de vorm van een opgerolde gebedsstrook of lapjes van de mantel van een heilige. Dit alles om mijn bevindingen omtrent herkomst, ouderdom en betekenis onder een lange rij soortgelijke gegevens in een schrift te noteren dat ik dan zorgvuldig weg zal sluiten in een daarvoor bestemde lade van mijn schrijftafel. Misschien zal ik naslagwerken consulteren, d.w.z. ik zal de in aanmerking komende delen de een na de ander met de gekromde wijsvinger uit het rek lichten en openleggen op mijn vlakke hand, en het vergelijken kan beginnen.’ Michele Ondei, Geloofscrisis van een verzamelaar, verhalen. Sonde reeks RKS, 1977. De tibetoloog Ondei werkte sinds 1964 bij het Museum voor Landen Volkenkunde als conservator Azië. de 1956 > Meisje in Tunesië Foto van conservator H.P.C.Haan. zijn vuist en roept: ‘Merdeka!’ (vrijheid). Honderden reikhalzende omstanders reageren zoals het ze vanaf de kleuterschool is geleerd: ook zij heffen hun vuist en roepen ‘Merdeka!’ zo hard dat het lijkt alsof het weer 1945 is. Als Guru gaat zitten, verrijst voor de menigte de in wit pak gestoken gestalte van wijlen president Soekarno, grondlegger van de Republiek Indonesië. Poppenspeler Djoko Rahardjo beweegt Soekarno vakkundig langs de lamp, zodat de pop een imposante schaduw werpt op het scherm voor hem.’ Volkskrant 17-8-2005 n ku voor een tentoonstelling over Indianen in Amerika. Dat hebben we gedaan, onder de naam ‘Bronckhorst Pioneers’. Thuis hadden we vreselijke napret over het optreden, wij Indische mensen, die country en hawaiianmuziek ten gehore brachten voor een Indianententoonstelling. Wat een contrast! Men wist niet eens wat Indische mensen waren.’ Paula Scharff Bronkhorst trad in de jaren vijftig op in het museum. 1956 1970 > Pennendoos, lakwerk op papier-maché, 18e eeuw, Iran. Foto EHS 1977 > Veegblik met filmaffiche en olielampje. Gebruiksvoorwerpen van gerecycled materiaal, India, 1977. ‘Als jong meisje werd ik regelmatig door mijn ouders meegenomen naar de diverse (gratis) musea in Rotterdam. De schilderijen in Boijmans zeiden mij niet veel, maar de tentoonstellingen en films in het Museum voor Landen Volkenkunde hebben mijn leven min of meer bepaald. Als kind liep ik door een nagebouwde krottenwijk, 30 jaar later bezocht ik een ‘favela’ in Rio de Janeiro en bracht daar hulpmiddelen. Een film over de restauratie van de Borobudur bracht mij jaren later naar Java, en de films over moeder Theresa hebben mij naar India gebracht’. Yvonne Hoogendoorn bezocht het museum in de jaren zeventig. ‘Zo’n tentoonstelling bood informatie over de Turkse mensen, maar belangrijker was misschien nog wel dat hij Turkse kinderen in de gelegenheid stelde nu eens iets te vertellen aan hun klasgenootjes. Eindelijk was er eens n ke 1965 ol n La d nd vo o 1955 > ‘Ons gezin was op 15 mei 1950 gerepatrieerd uit Indonesië. Een paar jaar later werden wij benaderd door een ouderling van de Remonstrantse kerk. Hij had in onze woonkamer een gitaar zien staan en vroeg of wij een muzikale bijdrage wilden leveren 1942 1953 V 1966 -e n 1955 > ‘De reis er naar toe was al spannend. Wonende op de Dordtschelaan liepen we langs de Maashaven met alle drukte van de boten en schepen over het (beruchte) Katendrecht en dan met het Heen-en-Weer bootje voor vijf cent naar het prachtige museum.’ ‘De diepste indruk op ons maakten op de hoogste etage de waanzinnig lange boten met voorouderbeelden uit Nieuw-Guinea. Dat ze met de kraan uit de ramen getild moesten worden voor de verbouwing, ben ik nog gaan zien.’ Maria Jacoba Tuinstra iets waarover zij meer wisten dan andere kinderen!’ Wim Hagendijk, beleidsmedewerker etnische en culturele minderheden over de tentoonstelling Turks kind in 1979. rL a l Vo 1953 > Ceremoniële paal van de Mimika-Papoea’s. De eerste bisjpaal die door het museum werd aangekocht. ‘Volgens van de heer Groenevelt verkregen inlichtingen heeft de betreffende paal ongeveer vier maanden lang dienst gedaan bij een ter plaatse gehouden neusdoorboringsfeest en de daarmede samenhangende langdurige dansfeesten. Op de thans in het Museum opgestelde paal zijn twee mensenfiguren uitgesneden, waarvan de heer Groenevelt vermeldt dat een van hen een man voorstelt, die tijdens de Tweede Wereldoorlog door de Japanners om het leven is gebracht, terwijl de andere figuur zou voorstellen een man, die het slachtoffer werd van een door de zeer gevreesde Manowé (koppensnellers en menseneters) ondernomen sneltocht.’ Een en ander over de Mimika-Papoea’s en het neusdoorboringsfeest, brochure mei 1954. Foto EF vo o ke m u nk r nd aa eu 1939 Mu s 20 e1 jaa r Vr ien 1970 25 j ld ere W r a se mu u 5 ja otte mR rdam R o t t erda m 1929 1980 > Oprichting van de Vrienden en het begin van een nieuwe periode. In 1984 sloot het museum vanwege een verbouwing. Heropening in 1986 als Museum voor Volkenkunde en mét Theater De Evenaar. 1989 > Doodskist, gemaakt door Paa Joe te Teshi, Ghana. Foto EHS 1990 > Ali Omar Ermes, Dal Dhal. Het schilderij werd aangekocht door de vrienden, als eerste in een serie kalligrafieën. 1996 > Beeld Chancay, Ca. 1350. Schenking van de Stichting Arte Pre Columbiana, Foto EHS 1996 > ‘Concert, Sewefontein, 11/11/1989’. Foto Santu Mofokeng, Zuid-Afrika. 2004 > Shindigo Balls, Hiroyuki Shindo, Kyoto 1996. Linnen en indigo. Foto BG 2005 > Dansmaskers van de Tolai, genaamd Lor. Een van de laatste aankopen. De maskers zullen een prominente plaats krijgen in de tentoonstelling Power of Papua, in 2007. ‘De maskers worden gebruikt bij belangrijke begrafenisrituelen. Degene die het masker draagt is een verwant van de overledene. Het dansen wordt voorafgegaan door het uitwisselen van kostbaarheden als schelpengeld en varkens.’ Conservator Kees van de Meiracker kocht de maskers in East New Britain, Papua Nieuw Guinea, in het voorjaar van 2005. 5-jarig bestaan Hotel ‘Het Reispaleis’ Hotel ‘Het Reispaleis’ bestaat dit jaar alweer 5 jaar! In Hotel ‘Het Reispaleis’ logeren mensen uit de hele wereld. Kinderen van 7 t/m 13 jaar onderzoeken de hotelkamers en leren zo de gasten kennen. Zo woont in kamer 33 een Braziliaanse jongen met de naam Robson, Feest in het najaar van 2005 die hoopt dat hij een contract krijgt bij een van de Rotterdamse profvoetbalclubs. Met het geld dat hij krijgt, kan zijn oma geopereerd worden. Moet hij wel of niet vertellen dat hij last heeft van zijn enkel? In kamer 21 woont de schelpendeskundige Cornelia. Ze adviseert het museum bij een tentoonstelling over Oceanië. Ze denkt veel na over de vraag waar voorwerpen thuishoren, in een museum of op de plek waar ze vandaan komen. Voorzitters in beeld Het Wereldmuseum Rotterdam heeft al 25 jaar Vrienden. De stichting werd opgericht in 1980 met als doel steun te verlenen aan de instandhouding van het museum. Er werd een geldkist in de hal van het museum geplaatst waarin bezoekers een bijdrage konden doneren. En al snel waren ongeveer honderd Vrienden aan de stichting verbonden, veelal invloedrijke Rotterdammers. In de loop der jaren zijn er tientallen kunstwerken aangekocht, ook de banken in de Schatkamers zijn door de Vrienden geschonken. Een gesprek tussen de eerste en de huidige voorzitter, Willem Nagelkerke en Pim Engelberts. Kennis van vreemde landen en volken is voor iederen handelsman, die zijne zaken wenscht te ontwikkelen en uit te breiden, niet alleen wenschelijk maar ook noodig. Iemand, die met Afrika relaties wil aanknopen, dienst te Wereldnieuws weten, welke waren hij daar met kans op goeden aftrek kan brengen. (...) Begonnen werd met een afdeeling: “De Oost-Indische archipel,” waarin natuurlijk hoofdzakelijk onze kolonien zijn vertegenwoordigd. (....) Langzamerhand hopen we uit deze verschillende nieuwe afdelingen te ontwikkelen, totdat wij eindelijk ons ideaal een >>Wereldmuseum<< hebben bereikt. Bij iedere afdeeling nemen we natuurlijk als eenheid of uitgangspunt: “Het leven van den mensch”, -wat hij noodig heeft,- hoe hij dat verkrijgt, -hoe hij het bewaart of beschermt tegen list of geweld, -en wat hij verder zoal uitvoert op het een of ander gebied. Museum voor Land- en Volkenkunde te Rotterdam. Door de eerste directeur A.Weremeus Buning, 1884 Herinneringen Geen boot kwam er uit Afrika, of weldra stond er een wagen voor de deur van de voormalige Jachtclub, met allerhande Afrikaansche voorwerpen, huizen, kleedingstukken, en de zonderlingste en grappigste fetischen, die ooit een mensch voor heilig heeft verklaard. Museum voor Land- en Volkenkunde te Rotterdam. Door de eerste directeur A.Weremeus Buning, 1884 De tijdlijn in deze jubileumuitgave geeft een beeld van de schenkingen en aankopen in de afgelopen 120 jaar. Het zijn 27 voorwerpen uit een collectie van bijna 200.000, die samen met de beschrijvingen en herinneringen iets vertellen over de Rotterdamse interesse in andere culturen. In augustus van dit jaar vroegen we via de lokale media om herinneringen aan het Wereldmuseum Rotterdam. Daarop kregen we 45 brieven, e-mails en briefkaarten, het meest van mensen die het museum in hun kindertijd hadden bezocht. Veel mensen beschreven uitgebreid het gebouw en de locatie aan de Willemskade. Dat maakte blijkbaar veel indruk, vooral wanneer ze met het bootje ‘Heen en Weer’ van Zuid kwamen varen. De eerste steen voor het gebouw werd in 1850 gelegd door Prins Hendrik de Zeevaarder. De Koninklijke Nederlandsche Yachtclub moest in dit gebouw op waardige wijze haar leden kunnen ontvangen. Roei- en zeilwedstrijden op de Maas konden vanaf de eerste verdieping bekeken worden. Niet veel later werden er ook tentoonstellingen georganiseerd en vanaf 1874 is het Maritiem Museum er gehuisvest. In 1885 werd dat museum uitgebreid met het Museum voor Land- en Volkenkunde. De exploitatie van beide musea was in handen van de gemeente. Binnen waren er voorwerpen te zien uit een voor velen onbekende wereld. Tot ver in de jaren vijftig vonden kinderen een bezoek aan het Museum voor Land- en Volkenkunde heel spannend. Ze zagen een ‘koppensnellerstrofee uit Nieuw Guinea, een klein geprepareerd kopje met lang zwart haar’, (M. Overzier) en ‘prachtige maskers, die op ons ook wat sinister overkwamen en voor veel bezoekers een geheimzinnig beeld schiepen’ (G. Loeff). Museumbezoek was gratis en veel kinderen kwamen meer dan eens terug. De onbekende wereld werd zo langzamerhand vertrouwd: ‘We gaven sommige beelden een naam. Ik herinner me nog twee stoelachtige figuren uit Oceanië, wij noemden ze Adam en Eva!’ (M.J. Tuinstra) ‘Integratie moet van twee kanten komen’ Tot vorig jaar november was de tentoonstelling De erfenis van slavernij te zien in het Wereldmuseum Rotterdam. Jörgen Raymann, die momenteel te zien is in het theater met ‘In Holland staat mijn huis’ en op televisie met ‘Raymann is Laat’, was ambassadeur van die tentoonstelling. Raymann is geen regelmatige bezoeker van het museum, al is hij vast van plan om zijn kinderen er binnenkort mee naar toe te nemen. Wel draagt hij het museum een warm hart toe – alleen de winkel al is leuk: ‘Al die hebbedingetjes en boeken daar’. De tentoonstelling ‘De efenis van slavernij’ was gemaakt door gastconservator Felix de Rooy, die ook vaste regisseur is van de theatershows van Raymann. ‘Met hem heb ik ook mijn vorige theaterprogramma ‘Slaaf of Niet Verslaafd’ gemaakt. Hij wist dat ik me betrokken voelde bij dit onderwerp en vroeg me ambassadeur van de tentoonstelling te worden. In die functie heb ik de tentoonstelling ‘De erfenis van slavernij’ een paar keer bezocht met jongeren van verschillende scholen. Ik zag ze nadenken en discussiëren over slavernij. Dat is belangrijk, want op school horen ze daar te weinig over.’ Raymann: ‘Ik denk dat het Wereldmuseum Rotterdam een belangrijke rol kan vervullen in deze stad met 146 culturen. Zo’n tentoonstelling over Marokkaanse kunst en design laat een artistieke kant van Marokkanen zien, de rijkdom van die cultuur. Veel mensen kennen die niet. Het museum kan mensen prikkelen om andere culturen op te zoeken.’ ‘Nederland is nu gefixeerd op integratie, maar vergeet dat integratie van twee kanten moet komen. Iedere beleidsmaker en politicus moet wat mij betreft verplicht naar het Wereldmuseum Rotterdam. Als zij zich verdiepen in de verschillende culturen in de stad, zal dat de verdraagzaamheid zeker ten goede komen. Sommige mensen uit de politiek zouden ze er twee dagen moeten opsluiten. Het lijkt me dé manier om erachter te komen hoe mooi en rijk iedere cultuur is, dat het niet alleen gaat om Nederlandse normen en waarden.’ We willen alle schrijvers en vertellers heel hartelijk danken voor hun verhaal. Helaas kunnen we maar een deel van uw herinneringen kwijt in deze jubileumuitgave. Op de website van het Wereldmuseum Rotterdam zijn binnenkort alle verhalen te lezen. In de afgelopen vijf jaar bezochten meer dan 100.000 individuele kinderen Hotel ‘Het Reispaleis’. Daarnaast ontving Hotel ‘Het Reispaleis’ gemiddeld zes schoolgroepen per week. Dit najaar zijn er veel extra activiteiten, zoals de Kindermuseumnacht op 15 oktober, een uniek evenement voor Rotterdam. De vijfde verjaardag van Hotel ‘Het Reispaleis’ wordt gevierd op zondagmiddag 20 november. Kinderen kunnen dan in Hotel ‘Het Reispaleis’ verschillende activiteiten en verrassingen vinden. Aanvang 14.00 uur, toegang € 2,50. Reserveren via 010 - 270 71 90. Wilde haren, kleding van veren, huid en bont tot en met 8 oktober 2006 Wie op straat om zich heen kijkt, ziet steeds vaker jasjes van konijnenbont en laarzen van schapenhuid. De tentoonstelling ‘Wilde haren’ laat zien hoe mensen overal ter wereld dierlijke materialen gebruiken om zichzelf te beschermen tegen kou of warmte, maar ook om er goed uit te zien of status uit te drukken. Voor ‘Wilde haren’ is gebruik gemaakt van zeventig voorwerpen en tientallen foto’s uit de collectie van het Wereldmuseum Rotterdam. Het idee voor de tentoonstelling sluit mooi aan bij het 150-jarig bestaan van Diergaarde Blijdorp volgend jaar. In de negentiende eeuw waren er voor de dierentuin verzamelaars op pad die niet alleen dieren naar Rotterdam brachten, maar ook volkenkundige voorwerpen meenamen. Ook andere verzamelaars vonden de kledingstukken en accessoires van veren en huiden bijzonder. Dat is niet zo vreemd als je bedenkt dat de materialen die in de tentoonstelling te zien zijn, komen van de antilope, buffel, eland, geit, giraf, gordeldier, hert, karbouw, kariboe, kasuaris, koe, koeskoes, krokodil, leeuw, nijlpaard, papegaai, poema, rendier, rog, toekan, tijger en zeehond. Conservator Linda Hanssen kreeg door het samenstellen van de tentoonstelling een fascinatie voor wat je kunt doen met bont, leer en veren. Zo vond ze een fraaie mantel uit Patagonië, samengesteld van het bont van jonge lama’s, geschonken in 1903, die aan de binnenkant prachtig beschilderd is. Bij verschillende stukken is ook gebruik gemaakt van ingewanden, zoals bij de anoraks van zeeleeuwendarm die wind- en waterdicht zijn en die in de Arctische gebieden over de bontjas gedragen worden. Linda Hanssen: ‘Jassen van bont zijn warmer dan de jassen van moderne hightech vezels. In sommige streken is dat echt nodig. Bovendien wordt ieder onderdeel van het gedode dier gebruikt. Ik vind dat iets anders dan wanneer dieren gekweekt worden vanwege hun huid.’ ‘Ik zeg altijd, ik was de eerste vriend van het museum,’ vertelt Nagelkerke. ‘Toen ik zeven was, in 1922, waren er nog geen crèches. Mijn moeder bracht me daarom vaak naar de Diergaarde. Daar was een groot oud sociëteitsgebouw met een zolder die vol lag met voorwerpen uit Nieuw-Guinea en Afrika. Daar speelde ik dan de hele dag met pijl en boog. Ik zat er in kano’s die je nu alleen nog van een afstand mag bekijken. Het was een soort droomwereld.’ Ongeveer zestig jaar later betrok de toenmalige museumdirecteur Felix Valk hem bij de Vrienden van Museum voor Volkenkunde. Volgens Nagelkerke was de opzet daarvan niet al te ambitieus: ‘We waren een clubje liefhebbers dat geld genereerde dankzij hun persoonlijke contacten in het Rotterdamse bedrijfsleven. Er zaten mensen in die bezeten waren van kunst en graag iets wilden doen voor de stad. We onderhielden contact op het hoogste niveau en kregen daardoor wel eens iets voor elkaar. De ene dienst was de andere waard.’ Engelberts: ‘De Vrienden werken al lang niet meer zo, dat is niet meer van deze tijd. Rotterdamse bedrijven zijn veel groter en werken internationaler. Managers zitten nu vaak maar een jaar of drie op een plek in Rotterdam en gaan dan weer verder. De persoonlijke netwerken, die sfeer van ‘oude jongens krentenbrood’, is verdwenen. We zijn voortdurend op zoek naar andere manieren om geïnteresseerden te binden aan het museum. We houden de driehonderd Vrienden op de hoogte van het wel en wee van het museum, organiseren activiteiten en zelfs cultuurreizen naar Iran en Andalusië. Voor individuele leden doen we veel meer dan vroeger. Het is moeilijker om het Rotterdamse bedrijfsleven bij het museum te betrekken, zeker nu de economie stagneert.’ ‘Niet alleen het Rotterdamse bedrijfsleven, maar de hele wereld is veranderd’, meent Nagelkerke. ‘Volkenkundige musea zijn in zekere zin een overblijfsel uit een tijd die er niet meer is. Landen als Ghana en Nigeria eisen hun bezittingen op. Italië heeft veel stukken terug moeten geven aan Abessinië (nu Ethiopië).’ Engelberts: ´Tegelijkertijd ligt het depot vol met stukken die nooit tentoongesteld worden, maar verkopen is onbespreekbaar. Die ouderwetse bezeten verzamelaars verdwijnen nu eenmaal, het museum moet veel meer doen voor jongeren. Ik vind zo’n tentoonstelling over moderne kunst uit Marokko heel goed.’ < Muts van een rituele specialist. Kongo/Brazzaville. Foto EHS. Te zien in de Schatkamers, waar zich meer topstukken van huid, bont en veren bevinden. door de vrienden. Foto YZ (Curaçao, 1958), aangekocht Welkomstbeeld van Geraldo Pinedo Artikelen uit de hele wereld in alle prijsklassen. Vrienden van het Wereldmuseum Rotterdam krijgen 10% korting. Tibet en de 14 dalai lama’s (mei 2006) Verwacht Museumwinkel Verse appeltaart en heerlijke koffie. Wereldse salades, soep, broodjes en lunches. Bij mooi weer terras aan de Maas! Speciale arrangementen voor groepen. Wereldrestaurant van Westerse voorwerpen uit de negentiende en twintigste eeuw, die verbeelden hoe men in het Westen naar andere culturen keek. Beeldvorming Een collectie voor kinderen van 4 t/m 13 jaar Ontdek de verhalen van bijzondere gasten uit de hele wereld! In de weekeinden van 10.00 uur tot 17.00 uur en op woensdagmiddagen van 13.00-17.00 uur. Hotel het Reispaleis De bibliotheek van het Wereldmuseum Rotterdam beschikt over een gespecialiseerde collectie boeken, tijdschriften, cd’s. Leden van de stichting vrienden van het Wereldmuseum Rotterdam kunnen op vertoon van hun lidmaatschapspas boeken lenen. Bibliotheek Ramon is opgeleid door de beroemde gitarist Paco Peña aan de afdeling wereldmuziek van het Rotterdamse conservatorium, een unieke opleiding. Arturo Ramon: ‘Zelfs in Spanje kun je geen flamencogitaar studeren. Veel Spanjaarden doen flamenco af als zigeunermuziek, niet interessant vanwege het culturele plaatje eromheen.’ Theater de Evenaar werkt al jarenlang nauw samen met het conservatorium. Ramon trad daardoor al tijdens zijn studie op in het theater, hij studeerde er zelfs af: ‘De Evenaar is het enige podium waar je vanaf het begin af aan de kans krijgt om te spelen. Voor een muzikant is dat van fundamenteel belang. Als je niet optreedt kom je er nooit achter hoe je muziek uitpakt voor publiek. Bovendien is alles wat er in Nederland aan wereldmuziek is, te zien in De Evenaar. Ik kom er vaak om collega’s te zien optreden.’ Op zaterdag 19 november presenteert Arturo Ramon zijn eerste solo-cd ‘Matices’ in de Evenaar. Op deze cd speelt behalve gitaar, zang en percussie ook de cymbaal een belangrijke rol. Aanvang 20.15 uur; toegang € 10,-, met korting/vrienden € 8,-. Flamencogitarist Arturo Ramon trad vaak op in Theater de Evenaar. Hij speelde er in de flamencogroep Primos del Norte, trad op met de wereldmuziekband NL Mundo en deed mee aan het project Salon Andalous, waarin Marokkaanse en flamencomuzikanten samenwerkten. Utwerkt Barendrecht Productiebegeleiding YZdESIGN (YZ) Erik Fecken (EF) Bob Goedewagen (BG) Erik Hesmerg, Sneek (EHS) Foto's Hareth Muthana (1972), beeldend kunstenaar met Irakese roots, leeft en werkt in Rotterdam en maakt schilderijen en ruimtelijke installaties. Rotterdam in Vorm: YZdESIGN Rotterdam Ontwerp en opmaak Geschiedenislab, Marjan Beijering Samenstelling en tekst Jeroen Schilte, afdeling communicatie kan een reis om de wereld maken: het museum toont topstukken uit Amerika, Azië, Afrika en Oceanië. de Vrienden van het Wereldmuseum Rotterdammers Deze multi- Redactie mediale tentoonstelling laat zien hoe Rotterdam veranderde onder invloed van de 20e eeuwse migratiestromen. Pim Engelberts De Schatkamers De bezoeker Nieuwe tentoonstelling in het textielkabinet 8 oktober 2005 tot en met 8 oktober 2006 Wilde haren, kleding van veren, huid en bont TENTOONSTELLINGSAGENDA Marokko: Marokko: kunst & design 2005 tot en met 5 maart 2006 Over twee verdiepingen tonen eenentwintig Marokkaanse kunstenaars een selectie uit hun werk. Te zien zijn meer dan honderd werken. Niet eerder is in Nederland hedendaagse Marokkaanse kunst op deze wijze gepresenteerd. Flamenco in Theater de Evenaar > 10 t/m 23 oktober cultuurreis Andalusië (volgeboekt). > 12 november rondleiding op de tentoonstelling ‘Wilde Haren’ door conservator Linda Hanssen. > 7 december depotbezoek Wereldmuseum Rotterdam. Activiteiten voor vrienden Ria van Nikkelen Kuijper Eline Kevenaar, depot www.wereldmuseum.rotterdam.nl Rotterdam telefoon 010 - 2707172 Rotterdam, Willemskade 25, 3016 DM Deze nieuwsbrief is een uitgave van COLOFON Word vriend Speciaal voor vrienden worden regelmatig extra activiteiten georganiseerd, zoals lezingen, bezoeken aan het depot en excursies in binnen- en buitenland. Vrienden ontvangen natuurlijk informatie over alle tentoonstellingen en evenementen van het museum. Als vriend heeft u gratis toegang tot ons museum maar ook tot het Rijksmuseum voor Volkenkunde in Leiden en het Tropenmuseum in Amsterdam. Bovendien biedt de vriendenpas korting op artikelen uit de fraaie museumwinkel. Voor € 22,50 per jaar wordt een bezoeker een vaste vriend. Meer informatie? Bel ons op telefoonnummer 010 270 71 72, mail ons via [email protected] of stuur een briefkaart naar de Vrienden van het Wereldmuseum Rotterdam, Antwoordnummer 5315, 3000 VB Rotterdam (een postzegel is niet nodig) www.wereldmuseum.rotterdam.nl Stanley Bremer, Algemeen Directeur Veel leesplezier en graag tot ziens in het Wereldmuseum Rotterdam, 2005 is voor het Wereldmuseum Rotterdam in meerdere opzichten een jubileumjaar. Dit jaar bestaan de vrienden 25 jaar, is het museum 120 jaar oud en heeft het 5 jaar de naam Wereldmuseum Rotterdam. Daarom ontvangt u hierbij deze speciale editie van Wereldnieuws, de nieuwsbrief die gewoonlijk alleen wordt verstuurd aan onze vrienden. Tijd om met trots terug te kijken op een lange historie, en om wellicht ook vriend te worden van ons museum. U vindt in deze nieuwsbrief een overzicht in vogelvlucht van het museum en zijn collectie in de afgelopen 120 jaar. Iedereen die zijn of haar bijdrage heeft geleverd in al die tijd zijn wij uiteraard zeer dankbaar. Collega’s en oud-collega’s, de vrienden, gemeente Rotterdam en uiteraard de schenkers die hun collectie hebben toevertrouwd aan ons museum. Beste lezer, Zesde jaargang nummer 1, oktober 2005