columbus, leerjaar 1 vmbo-BK en vmbo-(K)GT Didactische werkvorm ‘Mysterie’ Werkvorm: Deze werkvorm vindt zijn oorsprong in de Angelsaksische didactiek en is door Harry Havekes en Jan de Vries van de HAN naar de Nederlandse, historische situatie vertaald (Actief historisch denken). In een mysterie-oefening leren leerlingen oorzaken en gevolgen te onderscheiden en indelen. Op die manier kunnen ze een complexe situatie leren overzien. De werkvorm is zelf makkelijk om te vormen met andere onderwerpen en gebeurtenissen. Met de hoeveelheid kaartjes kan ook de moeilijkheidsgraad worden aangepast. Doel: Het doel van deze werkvorm is oorzaken en gevolgen van de ontdekkingsreizen van Columbus te leren kennen. Ook leren de leerlingen informatie te ordenen en samen te werken. Groot voordeel van dit spel: de leerlingen gaan direct lezen, ze snappen dat ze zonder te lezen niets kunnen bij deze opdracht. Ze moeten samenwerken, overleggen enz. Organisatie: De docent moet de kaartjes van tevoren printen op bijv. geel papier, snijden en in genummerde enveloppen stoppen. Handig is om de instructie ook op de envelop te plakken. Zorg ook voor een voorraadje paperclips (om gesorteerde kaartjes te kunnen bewaren per groep in de envelop). Verdere benodigdheden: A3-vellen, stiften, scharen, lijm, internet, boeken etc. Instructie: - Houd een korte introductie over het onderwerp: wat is er gebeurd met matroos Rodrigo op deze reis van Columbus? - Deel de leerlingen in in groepjes van drie of vier leerlingen. - Deel aan elk groepje een envelop met kaartjes uit. - Laat de leerlingen hun naam op de envelop zetten. - Vervolgens gaan ze aan de slag met sorteren. Tussentijds kunt u korte besprekingen houden over de voortgang en de categorieën waarop gesorteerd wordt. - Er is niet één goede oplossing! - Als de leerlingen de kaartjes gesorteerd hebben, moeten ze er een poster of muurkrant van maken. - Ze doen dit door de kaartjes in goede volgorde op te plakken en met bijschriften, kaarten, materiaal van internet etc. het geheel te verfraaien. - Tot slot kunt u alle of enkele groepjes hun poster aan de klas laten presenteren. Tijdsduur: In de onderbouw vmbo zullen leerlingen toch al snel een uur of twee hiermee bezig zijn. Als u de poster uitgebreid laat aanvullen en de leerlingen dus ook nog materiaal moeten verzamelen, zal er totaal een lesuur of 3-4 mee kwijt zijn. Maar u kunt de opdracht natuurlijk naar eigen wens invullen en daarmee ook de tijd. Didactische werkvorm Mysterie © EPN, Houten 2009 Volgens de kaartenmakers moest je Azië kunnen bereiken door naar het westen te varen. Van koningin Isabella kreeg Columbus toestemming en geld om zijn plan uit te voeren. Met drie schepen, de Pinta, Niña en de Santa María, en negentig man bemanning, vertrok Columbus op 17 augustus 1492 uit Spanje. Rodrigo zag op 12 oktober als eerste land! Hij had recht op een beloning! Op 11 oktober 1492 zei Columbus dat hij als eerste land zag. Hij kreeg daarom elk jaar 10 000 maravedi’s. De inwoners van het ontdekte land werden Indianen genoemd. Columbus dacht dat hij in Indië was. Rodrigo wilde graag naar het goudeiland. Columbus stichtte in 1492 La Navidad, de eerste nederzetting in de Nieuwe Wereld. Pinzón heeft van de indianen over het goudeiland Banéque gehoord. Veel indianen liepen met gouden sieraden rond. Op de tweede reis in september 1493 vertrokken 17 schepen uit de haven van Cádiz in Spanje. In Spanje was Rodrigo een arme havenarbeider. Didactische werkvorm Mysterie © EPN, Houten 2009 Sommige kaartenmakers tekenden de wereld als een bol. Als de wereld een bol is, kun je als je naar het westen vaart ook in Azië komen. Rond 1490 voeren de schepen via Afrika naar Azië. Dat was een lange en gevaarlijke reis. Rodrigo ging met Columbus mee naar het indianenopperhoofd. Hij heeft tabak gerookt. Rodrigo ging mee met Pinzón. Maar later kwamen ze toch Columbus weer tegen. Het goudeiland hebben ze niet gevonden. Tijdens de tweede reis in 1493 kwam Columbus weer in La Navidad. Alle 39 Spanjaarden waren door de indianen vermoord. Columbus dacht dat het eiland Cuba bij het vasteland van Azië hoorde. Rodrigo moest van Columbus een brief ondertekenen waarin stond dat ze Azië bereikt hadden. Tijdens de derde reis in 1498 ontdekte Columbus ZuidAmerika. Toen Columbus voor de derde keer bij La Navidad kwam werden alle indianen vermoord. Rodrigo was soldaat in La Navidad. De indianen wilden niet werken. Alle indianen die goud bij zich hadden werden door Rodrigo geslagen. Het goud verstopte hij in zijn scheepskist. Didactische werkvorm Mysterie © EPN, Houten 2009 Columbus wilde in 1493 in La Navidad orde op zaken stellen. Sommige Spanjaarden dachten alleen maar aan goud. Columbus strafte de misdadige Spanjaarden in La Navidad. Rodrigo werd gevangen gezet. Bobadilla werd door de Spaanse koning gestuurd om Columbus in La Navidad gevangen te nemen. Bobadilla liet alle Spaanse gevangen vrij. Rodrigo vertelde dat Columbus het niet goed vond dat de indianen christenen werden. In 1500 werd Columbus als gevangene naar Spanje gebracht. In 1502 maakte Columbus de laatste reis. Hij geloofde nog steeds dat hij Azië had ontdekt. Didactische werkvorm Mysterie © EPN, Houten 2009