Jaarverslag 2013 “De Eburon”, Kleine Witrijt 3a, 5571XE Bergeijk, www.de-eburon.nl Kwaliteitsjaarverslag 2013 Wie de toekomst als tegenwind ervaart, loopt in de verkeerde richting. 1 Kwaliteitsjaarverslag 2013 Inhoudsopgave Voorwoord 3 Filosofie en drijfveren 5 1. Visie en Missie 2. Beleid en organisatie 2.1 Algemeen 2.2 Arbeid 2.3 Educatie en vorming 2.4 Zelfstandigheid /zelfredzaamheid 2.5 Meetbare kwaliteit 2.6 Kwaliteitszorg 2.7 Financiering 8 11 11 13 14 15 15 16 17 3. Focus 17 4. Meerwaarde 18 5. Activiteiten 20 5.1 Begeleiding 5.1.1. Woonbegeleiding 5.1.2. Arbeidstoeleiding en dagbesteding 5.1.3. Ambulante begeleiding 5.2. Agrarisch 5.3 Horeca 5.4 Cultuur, recreatie en toerisme 20 20 21 21 22 22 23 6. Trends en ontwikkelingen 25 7. Toekomstvisie 29 8. Strategische koers 30 9. Personeelsbeleid 31 10. Kwaliteitsbeleid 10.1 Kwaliteitssystemen 10.2 Klanttevredenheid 10.3 Geschillen- en klachtenregeling 10.4 Hygiëne en veiligheid 32 32 33 35 35 11. Privacy beleid en Bejegening 36 12. Ketenpartners 36 13. Terugblik 2013 / Vooruitblik 2014 38 14. Nawoord / Woord van dank 41 2 Kwaliteitsjaarverslag 2013 Voorwoord Voor u ligt het jaarverslag 2013 waarin we terugblikken op een jaar van ontwikkelingen en gelijker tijd stil zullen staan bij onze strategische keuzes voor 2014 en verder. We hebben het afgelopen jaar wederom niet stil gezeten. Naast het feit dat wij, zoals u van ons mag verwachten, ons 100% hebben ingezet om optimale begeleiding te bieden, zijn er ook dit jaar keuzes gemaakt die tot ontwikkeling/ verandering hebben geleid. Hier kom ik in dit verslag uiteraard uitgebreid op terug. Een verandering waar ik hier niet omheen kan, voordat u verder leest, is de verandering in naamvoering, logo en huisstijl. Het is u wellicht opgevallen dat een ander logo de voorkant van dit verslag siert en dat u hier niet meer de naam zorgboerderij De Eburon leest, maar dat deze is verkort naar De Eburon. In het eerste hoofdstuk van dit verslag zal worden uitgelegd welke overwegingen tot deze verandering hebben geleid. Ondanks het feit dat we het afgelopen jaar niet stil gezeten hebben, lijkt het mij voornamelijk van belang om stil te staan bij de aangekondigde veranderingen in het zorglandschap. De blauwdruk van deze veranderingen is nog niet gereed en de ontwerpfase kent een nogal grillig verloop. Dit maakt het lastig om te anticiperen en een organisatie voor te bereiden op deze veranderingen. In essentie weet men echter wat de opdracht is; optimale zorg c.q. begeleiding met minimale kosten. Voor de functie begeleiding die organisaties als De Eburon bieden, staat een verandering op het programma op het gebied van zowel de toegangsregeling als financiering. Begeleiding en ondersteuning vanuit professionele organisaties wordt een minder vanzelfsprekend recht en zal zich qua inhoud tot het minimale beperken. Er wordt een groter beroep gedaan op het burgerschap en het eigen netwerk, waardoor ondersteuning en begeleiding een meer maatschappelijk karakter krijgen. Dit is in ieder geval het beeld van een participatiesamenleving, zoals het kabinet Rutte II dat schetst. Een dergelijke verandering wordt echter niet bereikt door het dichtdraaien van geldkranen en het overhevelen van verantwoordelijkheden van het ene overheidsorgaan, naar het andere. Het vraagt om alternatieve zienswijzen en innovatieve werkwijzen, waarbij verbindingen worden gemaakt met “nieuwe” ketenpartners. In voorgaande jaarverslagen heb ik de geplande veranderingen in het zorglandschap als gevolg van de bezuinigingen achtereenvolgend, zowel een bedreiging als een nieuwe kans genoemd en uiteraard zijn deze politieke ontwikkelingen nog steeds een bedreiging voor de status quo van de zorg. Aan de andere kant biedt een dergelijke situatie ook kansen om tot vernieuwing en daarmee een verhoogde efficiëntie en maatschappelijke waarde te komen. Deze kansen zijn niet altijd direct zichtbaar! Een weloverwogen strategisch beleid gericht op zowel korte termijn, middellange- en lange termijn is echter een essentieel onderdeel van bedrijfsvoering. Ontreddering en passiviteit vormen niet de weg om tot inzicht te komen. Veerkracht en flexibiliteit zijn onontbeerlijk, wanneer je ambitieus en gedreven bent. Een tussenvorm van deze uitersten is bezinning. 3 Kwaliteitsjaarverslag 2013 Hierbij stoppen we met rennen en actief zoeken naar kansen, maar maken we een gepaste pas op de plaats. We houden onze focus op missie en visie, maar beschouwen deze als het ware op afstand in relatie tot contextuele factoren. Vorige jaren heeft het jaarverslag steeds in het teken van een thema gestaan. In 2011 was dit thema ‘innovatie’, waarbij het Japanse werkwoord ‘Kaizen’ werd beschreven als de werkwijze om dit te bereiken. Een jaar later in 2012 schreef ik over de niet onverwachte conclusie dat dit thema ook in opvolgende jaren actueel zou zijn, maar dat we op een ander niveau in deze ontwikkeling waren beland. Het thema van het jaarverslag 2012 was “samenwerking” en het fenomeen ‘Synergie’, waarbij een mate van efficiëntie wordt nagestreefd die als de meest optimale mag worden beschouwd op zowel het niveau van bedrijfsvoering als op het niveau van de effecten van onze dienstverlening. Ook dit thema blijft de komende jaren onverminderd actueel, ondanks - of wellicht dankzij de ontwikkelingen op dit gebied in 2013. In het licht van - en niet in de schaduw van – de onduidelijkheden rondom de veranderingen in het huidige zorglandschap, lijkt het mij tijd voor bezinning. In dit jaarverslag is bezinning dan ook het thema en meer specifiek ‘contemplatie’. Contemplatie is een vorm van bezinning die verdieping in de materie en efficiëntere keuzes en handelingswijze/ werkwijzen nastreeft. Het is een term die een spirituele lading heeft, die ik in dit verslag noch wil ontkrachten, noch wil benadrukken. Letterlijk betekend contemplatie “het scheiden van iets uit zijn omgeving”. Hierdoor probeert men zich meer ontvankelijk op te stellen voor de factoren die invloed uitoefenen op het onderwerp van contemplatie en zich gelijker tijd volledig te focussen op dit onderwerp. Feitelijk probeer je je hoofd vrij te maken om geheel en al present te zijn, één en al aandacht. Bij deze vorm van bezinning hoort een bepaalde soberheid/ terughoudendheid zodat je jezelf ook de ruimte biedt voor een voor deze focus en om kansen/ mogelijkheden te zien en daardoor de koers te laten bepalen. Dit betekend niet dat we ophouden met streven naar optimale dienstverlening door innovatie, naar kwaliteit en professionaliteit door samenwerking of met dat te doen waar we goed in zijn. Het is een weloverwogen gepaste pas op de plaats. Het is aan mij om hier verder de ontwikkelingen, de bedrijfsfilosofie en de strategische koers van De Eburon te beschrijven. Zo komt het dat, u hier voornamelijk in de ik-vorm leest en elders weer over wij en ons. Dit geeft echter de processen goed weer. Uiteindelijk wordt het beleid door het gehele team gedragen en uitgevoerd. De resultaten zijn dan ook eveneens een gezamenlijke prestatie van mijn partner en mij, samen met personeel, stagiaires en vrijwilligers. Dit verslag geeft beknopt weer voor welke taken en keuzes wij in 2013 hebben gestaan en hoe wij daar mee omgegaan zijn. Elke beslissing leidt tot nieuwe acties en zodoende kan er ook een voorschot genomen worden op het jaar 2014. Ik heb geprobeerd om hierbij steeds de beleidskaders en achterliggende visie toe te lichten, waardoor dit verslag wellicht lijviger is dan noodzakelijk maar wel begrijpelijk. Ik hoop dan ook dat u het prettig leest en daarmee een goed beeld krijgt van dat wat ons beweegt te doen, wat we doen. Theo Smeulders Bergeijk, 28 december 2013. 4 Kwaliteitsjaarverslag 2013 Filosofie en drijfveren Voor mij persoonlijk is het ondernemen meer dan een baan, het is meer een levenswijze, welke je alleen maar kunt volhouden in vol bewustzijn van datgene je doet, in welke context en de keuzes die je maakt. Alleen zo kun je bewuste en overwogen keuzes maken welke verdedigbaar zijn op basis van rationele argumenten. Filosofie is geen waarheid en betekend voor mij vooral gewetensvol handelen op basis van rationele overpeinzingen. Dat is ook mijn voornaamste drijfveer. Enerzijds begrijpelijk, maar anderzijds een rem op de passie in het ondernemen is het wantrouwende waarmee externe partijen kijken naar de drijfveren en de keuzes die gemaakt worden in deze branche. Media aandacht voor organisaties die niet de cliënt centraal stellen en voor wantoestanden die daaruit voortvloeien, versterken het gevoel dat niemand in deze branche zich vanuit een intrinsieke motivatie laat leiden in het ondernemerschap. Ik stuit met regelmaat op ongeloof en/of wantrouwen, wanneer ik probeer duidelijk te maken dat het maatschappelijk belang mede bepalend is voor onze drijfveren en het handelen. Het lijkt onbegrijpelijk dat een ondernemer het economisch belang ondergeschikt maakt aan persoonlijke drijfveren en het maatschappelijk belang. Het is wenselijk om kritisch te zijn op inhoud van de opdracht, op processen en resultaten, maar het is onproductief dat er veelal getwijfeld wordt aan intentie en oprechtheid van kleinschalige ondernemingen/ initiatieven in deze branche. Het is lastig om je empatisch en weerbaar tegelijk op te stellen tegen emotionele argumenten en het leidt de aandacht af van innovatieve (denk)processen die zich richten op een positieve ontwikkeling. De toekomst behoort aan hem, die weet hoe hij moet wachten. Kleinschalige initiatieven voorzien steeds meer in een behoefte voor mensen die niet kunnen aarden in grootschalige organisaties. Het aanbod van deze initiatieven is vaak specifiek en biedt perspectief aan mensen die anders tussen de wal en het schip dreigen te vallen. In het geval van cliënten op De Eburon blijkt vaak dat zij zich buiten een kleinschalig initiatief als De Eburon, niet gehoord en gezien voelen. Hun problematiek blijft vaak onderbelicht, omdat zij een specifieke benadering vragen. Het thema van dit jaarverslag is bezinning op de oorspronkelijke motivatie van onze onderneming om een klein, specifiek gedeelte van de hulpbehoevende mensen in Nederland te begeleiden naar een beter/ wenselijk perspectief. Het besef hier een marginale rol te vervullen, vraagt om weloverwogen keuzes. Het economische belang bestaat uit een overlevingsdrang als onderneming en de, naar mijn mening, reële wens om hiermee ook te kunnen voorzien in het levensonderhoud van mij en mijn gezin. Het is in het belang van een ieder die op enigerlei betrokken is bij De Eburon dat, wij aansluiting blijven vinden bij de zorgmarkt en dat wij onze weg blijven vinden in het veranderende zorglandschap. De ontwikkelingen in het zorglandschap brengen, op persoonlijk vlak, vooral onzekerheden met zich mee rondom deze economische belangen. Toch ben ik de overtuiging toegedaan dat deze belangen nooit of te nimmer de drijfveer mogen zijn 5 Kwaliteitsjaarverslag 2013 om ons in dit zorglandschap te positioneren of leidend mag zijn in de keuzes die worden gemaakt. Ik heb altijd gesteld, en dat blijft het uitgangspunt, dat visie leidend is in het beleid en werkwijze van De Eburon. Het is ook zinvol om te bezinnen op dit uitgangspunt. Zijn er nog voldoende raakvlakken met - of is er nog voldoende ontwikkeling in het huidige/ nieuwe beleid om ons vanuit deze visie verdienstelijk te maken voor de doelgroep die wij willen bereiken. Zoals ook in eerdere jaarverslagen opgemerkt wil ik niet denken in onmogelijkheden, maar deze ook niet negeren. Ik ben van mening dat veel mensen zich te snel neerleggen bij de beperkingen die hen worden opgelegd. Ook ben ik van mening dat door mee te bewegen, al dan niet actief participerend, kansen kunnen worden gezien en benut. Ook de snelheid van ontwikkelingen is hierop van invloed. De onduidelijkheden, de voortdurende stappen in beleidsontwikkeling, gevolgd door terugtrekbewegingen gedurende de periode van de aankondiging van hervormingen in de AWBZ tot het moment van het gepresenteerde concept ontwerp LIZ roept een chaotische beleving op, welke wordt versterkt door de impulsieve reacties vanuit de zorgaanbieders. De snelheid, het gebrek aan overzicht en de complexiteit van ontwikkelingen in het algemeen zijn, naar mijn mening, sowieso debet aan de in omvang toenemende groep mensen die ondersteuning nodig hebben om zichzelf staande te houden. Het is dan ook schrijnend dat de oplossingen voor de betaalbaarheid van de zorg vooral worden gezocht in economische maatregelen, welke leiden tot symptoombestrijding en het probleem niet in de kern aanpakken. Een toenemend beroep op zorg wordt voornamelijk gewijd aan de vergrijzing van de maatschappij en niet aan de hoge eisen die aan mensen worden gesteld om te participeren. Enerzijds is deze reactie te begrijpen omdat economische ontwikkelingen en maatregelen tastbaarder zijn dan leefbaarheid. Het doel van de overheid echter om te komen tot een participatiesamenleving is een leefbaarheidsthema, wat niet wordt bevorderd in haar ontwikkeling door individuele economische misère. De aangekondigde bezuinigingen zijn daarmee, naar mijn mening, geen bezuinigingen maar een verschuiving van kosten naar andere aandachtsgebieden. De timing om ons te bezinnen op hetgeen we doen, hoever we zijn afgeweken van onze missie en visie en in hoeverre ontwikkelingen ons dwingen af te wijken van onze missie en visie, wordt bepaald door de enorm snel opvolgende wijzigingen die volgen op een lange periode van besluiteloosheid en onzekerheid in de beleidskeuzes van de overheid. Hierdoor ontstaat het gevoel dat het speelveld is veranderd en dat de spelregels moeten worden herzien. Ondanks de ervaring die we meenemen, staan we voor een nieuw begin, een nieuw spel met nieuwe spelers, en met nieuwe spelregels. Dit vraagt om bezinning op de eigen motivatie, de rol die we als zorgaanbieder vervullen en de nieuwe keuzes die moeten worden gemaakt. De ontwikkelingen hebben niet alleen betrekking op onze branche en persoonlijke drijfveren, maar betekenen gelijker tijd ook maatschappij-, organisatie- en mensontwikkeling. Keuzes worden gemaakt en doorgevoerd in context en om deze context te kunnen begrijpen en om hier adequaat op in te kunnen spelen, moet men soms afstand nemen en deze neutraal en onbevooroordeeld aanschouwen. 6 Kwaliteitsjaarverslag 2013 Bezinning en contemplatie in deze betekend dat we onze (nieuwe) weg moeten vinden in turbulente tijden. Om hierin te slagen is het noodzakelijk dat we open blijven staan voor ontwikkeling en veranderingen, helder kunnen zien en denken, dat we creatief kunnen zijn (buiten de kaders denken) en verbindingen maken (relaties aangaan), dat we onthaasten en bewuster handelen (effectief en efficiënt), en tot slot dat we kunnen genieten van ontwikkeling en we deze rijkdom kunnen delen. De toekomst is het heden dat niet wordt beleefd! Dit klinkt wellicht niet aards/ realistisch voor mensen zich laten leiden door externe inhoud, een opgelegde visie en de weerstand die deze soms oproept. Mijn overtuiging is dat dit ten koste gaat van efficiëntie en ons minder ontvankelijk maakt voor inzichten die leiden tot positieve effecten. Ik wil mij niet laten leiden door onmogelijkheden en frustratie, hoewel ook ik mij zelf hiervoor moet inspannen. Ik wil mij focussen op kansen en de positieve effecten van veranderingen, door mee te bewegen. Gelijker tijd is het goed ons te bezinnen op onze rol in het geheel, en hoe waardevol we (nog) zijn als speler op het nieuwe speelveld met de vernieuwde spelregels. Kunnen wij ?- en hoe kunnen wij?, met onze visie als gids, ons doel bereiken en daarmee een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van een harmonieus zorglandschap. Is er in dat hernieuwde landschap een rol weggelegd voor De Eburon en hoe ziet deze rol er dan uit? Wat dat betreft zal 2014 een zeer bepalend jaar zijn voor de nabije toekomst van De Eburon. 7 Kwaliteitsjaarverslag 2013 1. Visie – Missie Visie De Eburon laat zich leiden door haar visie. In haar visie komen haar drijfveren tot uiting en worden zowel haar werkwijze als haar beleidskeuzes bepaald. Visie is dan ook een veelomvattend begrip en behelst onder andere een visie op werkwijzen, een maatschappijvisie en een mensvisie. Met betrekking tot haar werkwijze dient deze visie om zich te beschermen tegen dogmatische opvattingen over zorg en begeleiding, en om zich toe te rusten met een vermogen, beschouwend en analytisch om te gaan met verworven kennis en inzichten, die niet per definitie een product zijn van De Eburon. Aan de hand daarvan kunnen medewerkers komen tot een weloverwogen benadering van de hulpvraag. De visie van De Eburon is dan ook, evenals haar werkwijzen, niet dogmatisch. De werkwijze van De Eburon heeft hierdoor veel weg van een contemplatieve werkwijze. Het woord contemplatief verwijst hier naar het ontwikkelen en toepassen van aandacht en *gewaar zijn. Het ontwikkelen van aandacht en gewaar zijn is het hart van vrijwel elke wijsheid traditie. Met aandacht en gewaar zijn, zijn we in staat de gebeurtenissen in elk moment te herkennen en te erkennen, intern en extern, zonder er over te oordelen. Als we dat doen, raken ons lichaam en onze geest op elkaar afgestemd, en komt ons leven in balans. In dit geval spreken we over een balans tussen visie en (de vertaling naar) werkwijzen. Met de term werkwijzen geven we aan dat we streven naar een zo praktisch mogelijke toepassing van deze zienswijze. (Bron: centrum contemplatieve werkwijzen) *Gewaar zijn is een synoniem voor bewustzijn. Bewustzijn verlicht alle aspecten in het leven. Alles wat je wilt doen of wilt zijn begint hier. Een succesvol visionair is tot het uiterste gewaar. Gewaar zijn vertelt je welk pad voor jou het juiste pad is. Facebook; Work Flow Studio De visie en werkwijze van De Eburon is aards en seculier. Het behoort echter tot de uitgangspunten van De Eburon om open te staan voor alle inzichten en zo ook inzichten die vanuit een meer religieuze of spirituele zienswijze worden ingegeven. In dit geval is het inzicht, zoals hierboven beschreven een antwoord van De Eburon op de enigszins paniekerige reacties van zorgaanbieders op een chaotische verandering van het zorglandschap. Het voelt niet juist om mee te draven, ook al betekent dat we de dreiging niet kunnen ontvluchten. De Eburon is juist weerbaar en efficiënt door trouw te blijven aan haar visie, die het mogelijk maakt om flexibel te zijn en aansluiting te vinden, wanneer het juiste moment daar is. Het heeft geen meerwaarde om ieder jaar eenzelfde kernachtige beschrijving te geven van de visie van De Eburon. Juist omdat deze niet statisch is en een bredere context heeft dan enkel zorginhoudelijk kan ik hier steeds nieuwe, dan wel actuele aspecten van deze visie onder de aandacht brengen. 8 Kwaliteitsjaarverslag 2013 De veranderingen in het zorglandschap hebben een weinig invloed op de visie van De Eburon waar het haar benadering van inhoudelijke begeleiding betreft, noch op haar mens- en maatschappijvisie. Veranderingen binnen De Eburon vinden echter wel plaats in haar focus en met betrekking tot haar strategisch beleid. De Eburon wil voorzien in een veranderende behoefte en wenst daarom mee te bewegen in deze verandering. Verandering is een niet te stoppen, voortschrijdend proces waar geen invloed op kan worden uitgeoefend. Verandering zien als een bedreiging is dan ook een houding die je buiten de realiteit plaatst. De inhoud en snelheid van veranderingen zijn in hun proces soms te beïnvloeden. Hiervoor moet men veranderingen bijblijven en eventuele beïnvloeding juist getimed en met overtuiging stimuleren. De inhoud komt voort uit een vraag c.q. behoefte en soms wordt deze ondergeschikt gemaakt aan de inhoud van veranderingen. Het is goed om de kernvraag voor ogen te houden en in dit geval is deze tweeledig. De zorgvraag blijft onveranderd bestaan, maar de opdracht is veranderd. Zorg moet betaalbaar blijven. Op langer termijn zal hierdoor vooral de vorm van het zorgaanbod veranderen en wordt er een groter beroep gedaan op de zelfredzaamheid van de hulpvrager. Op zich is dit ook het uitgangspunt van De Eburon; consumeren is onacceptabel in zorg en mensen zijn verplicht om het maximale uit zichzelf te halen. Begeleiden is dan ook ondersteunen daar waar dat wordt gevraagd en interveniëren waar nodig. Overnemen gebeurt enkel, wanneer mensen worden overvraagd. Verandering en onzekerheid kan een overvraging teweeg brengen. Aan ons om hier rekening mee te houden en adequaat in te spelen op een veranderende zorgbehoefte. De Eburon ziet een toenemende vraag om activerende begeleiding, arbeidstoeleiding en arbeidsintegratie. Waar ooit het recht op participatie het uitgangspunt was, wordt nu gesteld dat een actieve participatie verplicht is. De Eburon kan zich ook hierin vinden als zijnde een morele verplichting waarbij de individuele opdracht is, om het maximale uit je zelf te halen. De Eburon staat ook een actief en betrokken burgerschap voor. Begeleiding vanuit De Eburon is dan ook gericht op maatschappelijke verantwoordelijkheid en participatie in balans met eigen waarden en keuzes. Welzijn wordt voor het overgrote deel bepaald door de mate van participatie. Dit blijft een uitgangspunt dat onafhankelijk is van de vorm waar deze begeleiding geboden wordt. Arbeidstoeleiding en arbeidsintegratie (-participatie) is zoals gezegd een actueel speerpunt, door de veranderingen in het beleid van de overheid. Er is behoefte aan meer arbeidsplaatsen gericht op toeleiding naar de reguliere arbeidsmarkt. Deze mogen de overheid minder geld kosten en de overheid heeft dan ook een groot deel van deze voorzieningen gesaneerd in plaats van hierin te innoveren. Deze innovatie moet duidelijk vanuit de markt komen en De Eburon heeft hier pragmatische ideeën over. Het is dan ook niet ondenkbaar dat zij haar activiteiten op dit gebied gaat uitbreiden en intensiveren. 9 Kwaliteitsjaarverslag 2013 Op het vlak van woonbegeleiding zijn wij tot het inzicht gekomen dat wij, hulpvragers die in staat zijn om met begeleiding te ontwikkelen, deze begeleiding, met een afgestemde begeleidingsintensiteit, op iedere willekeurige woonplek kunnen bieden. Een te intensieve en beschermde woonvorm brengt het risico met zich mee dat mensen een passieve houding aan nemen. Een deel van de doelgroep van De Eburon heeft baat bij een dergelijke woonvorm, maar uitbreiding in onze aandacht voor deze vorm van begeleiding gaat uit naar een meer ambulante vorm, waarin een eveneens hoge begeleidingsintensiteit geboden kan worden door de verbinding te maken met arbeidstoeleiding, een intensieve nabijheid in beide trajecten en een naadloze afstemming tussen beide vormen van begeleiding. Wat nu door De Eburon wordt uitgevoerd in beide begeleidingsvormen bewijst zijn efficiëntie in behaalde resultaten en de hoge waardering door deelnemers en sociale partners. Wij zijn ambitieus genoeg om deze lijn door te trekken naar innovatieve toepassingen van onze bewezen effectieve aanpak. De visie en waarden die daaraan ten grondslag liggen zijn universeel en repeterend. In 2013 heeft De Eburon samenwerking gezocht en gevonden in een aantal partijen die zich qua visie verbonden voelen in hun aanbod en werkwijze. Deze samenwerking heeft geresulteerd in de oprichting van een zorg coöperatie met de naam zorg coöperatie Brabant U.A. De Eburon gelooft dat deze (en andere) samenwerking essentieel is om deze lijn voort te zetten en om het aanbod adequaat aan te laten sluiten bij de vraag. De visie van De Eburon op samenwerking is een visie op een maatschappij die bestaat uit sociale cohesie. Voor ons is samenwerking altijd al meer dan een wens of een noodzakelijke vorm geweest en is deze niet ingegeven door de veranderingen. Net als voor onze persoonlijke drijfveren geld hier niet op de eerste plaats het economisch belang, maar de efficiëntie en de maatschappelijke context. Het aanbod van zorg en begeleiding dient afgestemd te zijn op behoefte en zou geen marktplaats mogen zijn waar aanbieders elkaar aftroeven, omdat er geld verdiend kan worden. Eerlijk is eerlijk en er is niets mis mee om loon naar werken te ontvangen, mits het product van toegevoegde waarde is. In dit geval voorzienend in behoefte en efficiënt. Efficiëntie wordt bereikt door heldere communicatie en afstemming en niet door te spartelen van eiland naar eiland, want dan zul je uiteindelijk nog verzuipen omdat je de weg kwijt raakt. Samenwerken is bruggen bouwen, een stevige en betrouwbare verbinding tussen twee elementen die beiden hun specifieke meerwaarde hebben in het traject dat je wil afleggen. Hier ontstaat de synergie die ik beoogde in het vorige jaarverslag. In het geval van de coöperatie is de fundering voor de pijlers van de brug gestort. Bruggen bouwen is echter een complexe en verantwoordelijke activiteit, welke een doordacht ontwerpplan vereist en die tijd kost. Waar het gaat om inzichten in werkwijzen/ methodieken hebben er zich, in 2013, geen noemenswaardige veranderingen voorgedaan maar is er wel een aanzet gemaakt voor veranderingen door het aangaan van bovengenoemde samenwerking. 10 Kwaliteitsjaarverslag 2013 Missie De Missie van De Eburon is om in haar aanbod en werkwijze onderzoekend en innovatief te zijn en daarmee bij te dragen in de ontwikkeling van methodieken, die beter aansluiten bij de begeleidingsbehoefte van jongeren/ jong volwassenen. Dit houdt in dat werkwijzen soms een experimenteel karakter hebben. Het aanbod sluit aan bij de begeleidingsbehoefte, maar de manier waarop dit aanbod gebracht wordt is essentieel voor de inzet/ motivatie van de deelnemer en daarmee het resultaat. De missie van De Eburon is echter tweeledig enerzijds is deze geënt op de overtuiging dat een ieder recht heeft op een leven in welzijn, en anderzijds heeft dit een maatschappelijke context en ligt ook daar een grote verantwoordelijkheid. Het onderzoekend-, innovatieve karakter richt zich dan ook op deze maatschappelijke verantwoordelijkheid, waarbij de vorm ook zeker aansluiting dient te vinden bij de maatschappelijke context. 2. Beleid en organisatie 2.1.Algemeen De Eburon is en blijft in ontwikkeling en groeit mee met de veranderende vraag. Naar mijn idee heeft dit geleid tot een organisatie die stevig, professioneel en betrokken in de samenleving staat. De Eburon wordt goed gevonden en stelselmatig benaderd door ketenpartners voor complexe begeleidingstrajecten. De resultaten zijn altijd zichtbaar en getuigen van een efficiënte aanpak. Dit sterkt ons om ons zelf te blijven en te blijven staan waar we voor staan. Alle interne inspanningen en ontwikkelingen leiden vanzelfsprekend tot nieuwe inzichten en een veranderend aanbod. Deze inzichten en veranderingen hebben veelal invloed op de inrichting van voorzieningen en begeleidingstrajecten, die geen grote effecten hebben op de beleving door hulpvragers. Enkele inzichten en veranderingen zullen leiden tot koerswijzigingen in het beleid van De Eburon en meer ingrijpende gevolgen hebben voor het aanbod. Het zal hier voornamelijk gaan om veranderingen in het beleid en financiering van de overheid. Dit zal vooral gelden voor toekomstige cliënten aan wie, naar alle waarschijnlijkheid, in tijd begrensde trajecten geboden zal worden als gevolg van de veranderde uitgangspunten in het overheidsbeleid. De Eburon kan hier vanuit haar visie voor een deel in mee. In alles gelden er natuurlijk uitzonderingen, maar in de meeste gevallen kan er na een intensief traject met beperkte duur worden volstaan met een langdurige- maar minder intensieve vorm van begeleiding. Dit geldt niet voor alle hulpvragers en doelgroepen. De Eburon heeft in haar bestaan verschillende doelgroepen begeleid. In 2006 begonnen wij met een doelgroep van 12 tot 18 jaar in dagbesteding en activerende begeleiding. Vanaf 2010 is de nadruk, met de start van woonbegeleiding, komen te liggen op een doelgroep in de leeftijdscategorie 18 tot 25 jaar. Het uitgangspunt was destijds een intensieve woontraining van maximaal 18 maanden. 11 Kwaliteitsjaarverslag 2013 Door de vraag vanuit de markt is hierin een stille overgang gekomen naar jongeren en jong volwassenen met een chronische- en pervasieve aandoening voor wie een ontwikkeling naar zelfstandigheid en zelfredzaamheid een niet haalbaar proces is gebleken. Hierdoor zijn de geplande trajecten van 18 maanden te kort en is er meer sprake van een structureel intensieve woonbegeleiding. Naar mijn idee zijn de faciliteiten en processen van De Eburon hier niet op ingericht en daarmee geen optie voor een duurzame woonvoorziening. De koers voor de toekomst zal weer meer gericht zijn op afgebakende trajecten voor een doelgroep met potentie om uit te stromen naar meer zelfstandige woon- en werkvormen. De nadruk komt weer te liggen op trajectbegeleiding met een begin en een einde. Mede van hier uit is de aangekondigde naamswijziging doorgevoerd en is er in de scope van De Eburon nadrukkelijk sprake van complexe trajectbegeleiding, omdat we deze uitdaging graag aangaan met hulpvragers die kampen met een multiproblematiek, waarbij hulpvrager en andere instanties vast lopen. De intensiteit en integrale aanpak van begeleiding op De Eburon heeft zijn effectiviteit in dergelijke trajecten meer dan eens bewezen. De aangekondigde naamswijziging (min of meer als overweging) in het jaarverslag 2012, was naar aanleiding van de negatieve associaties die werden gemaakt met zorgboerderijen. Niet het concept, maar de associatie met ondernemers met verkeerde motivatie en/of zonder kwalificaties, heeft ons tot deze overweging gebracht. Uiteindelijk is het aanbod van De Eburon, dat zich niet meer beperkt tot één locatie, uitgebreider en over het algemeen doelgerichter dan dat van de gemiddelde zorgboerderij. Hierdoor is het besluit gevallen de term zorgboerderij los te laten, zonder het concept af te vallen en/of expliciet los te laten. Het is aan mensen zelf om aan de hand van hun eigen beeldvorming De Eburon te classificeren. “Het is vijf voor twaalf, tijd voor bezinning” De nieuwe huisstijl en het nieuwe logo van De Eburon zijn eveneens geen volledig afscheid van het oude, maar een andere vorm van eenzelfde gedachte. Met een voorliefde voor symboliek, is ook hier de uitleg overdrachtelijk voor de uitgangspunten en visie in begeleiding voor De Eburon. De klok in het logo symboliseert ontwikkeling/ vooruitgang, maar tevens voorwaarden voor deze ontwikkeling. Het vraagt energie om in beweging te komen en tevens een samenhang van alle betrokken onderdelen om deze energie om te zetten in resultaat. De klok geeft een tijd aan; het is “ vijf voor twaalf ” is de uitdrukking die suggereert dat het tijd is om in actie te komen, om verdere regressie te voorkomen. Nog steeds ziet u hier de takken en bladeren en als u goed kijkt ziet u ook de Green Man hierin terug. We laten alles en iedereen in hun waarde en geloven dat er voor alles en iedereen een plaats is in het geheel. De Green Man illustreert de gedachte dat we ons moeten aanpassen aan tijd en ruimte (meebewegen met de seizoenen, gebruik makend van dat wat ons gegeven wordt) om in harmonie met onze omgeving te kunnen leven. 12 Kwaliteitsjaarverslag 2013 Verder in dit hoofdstuk worden deze uitgangspunten hopelijk herkenbaar weergegeven per thema/ product binnen het aanbod van De Eburon. De beschrijving van de inhoud bij deze thema’s / producten hebben geheel betrekking op het hier en nu, inclusief de overwegingen die hierbij spelen. 2.2. Arbeid “Arbeid is een belangrijk aandachtspunt in de begeleiding op De Eburon en is gelijker tijd wellicht de grootste uitdaging. Zeker nu, wanneer er sprake is van een laagconjunctuur en dat er fors bezuinigd wordt op alle ondersteunende initiatieven en maatregelen op dit gebied. Deze ontwikkeling is een belemmerende factor om de doelstellingen van begeleiding op De Eburon te realiseren.” Dit waren, net als nu, de eerste regels op deze plaats in het jaarverslag over 2012. Er is op dit moment weinig tot niets veranderd in de aanpak en doelstellingen van arbeid op De Eburon. Uitstroom is altijd een lastig punt geweest, maar is door bovenstaande omstandigheden een welhaast onmogelijke opgave. Er lijkt echter wel weer een kentering te komen in het politieke denken over ondersteunende maatregelen met betrekking tot arbeidsmogelijkheden voor mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. We moeten echter ook realistisch zijn en beseffen dat arbeid in een reguliere setting niet voor iedereen een reële doelstelling is. Voor een ieder in de categorie “mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt”, voor wie deze doelstelling wel haalbaar is, zal een programma dat mensen kwalificeert voor deelname op de arbeidsmarkt een noodzakelijk aanbod zijn. Mensen moeten zich kunnen voegen naar de arbeidsmoraal, zich kunnen conformeren aan hun opdracht en in mindere mate, maar niet geheel onbelangrijk, moeten beschikken over essentiële vaardigheden die specifiek gelden voor de branche waarin zij actief willen worden. De Eburon heeft hier altijd haar activiteiten op gericht. Door een verandering in de bezetting van cliënten, met vaker een onoverbrugbare afstand tot de arbeidsmarkt, is de hoofdmoot van arbeid op De Eburon nu meer gericht op dagbesteding en een verlenging van persoonsgerichte begeleiding, welke hierdoor een zeer intensief karakter krijgt. Een gestructureerde dag invulling en het gevoel zinvol en nuttig bezig te zijn is een noodzakelijke voorwaarde om volwaardig te kunnen participeren in onze samenleving en het is een goed middel om te werken aan mentale weerbaarheid en sociale vaardigheden. De Eburon wil echter niet per definitie de plaats zijn voor dergelijke trajecten en wil graag (weer) een voortraject zijn voor verder gaande arbeidsmogelijkheden. “We gaan achteruit de toekomst in” Het behoort tot de doelstelling van De Eburon om een ieder die door ons begeleidt wordt, te trainen in arbeidsvaardigheden en zich bewust een juiste werkhouding, arbeidsethiek en -mentaliteit aan te laten nemen zodat zij ten minste aan deze norm voldoen. Daarnaast biedt De Eburon branche specifieke opleidingsmogelijkheden en de mogelijkheid om hierin startkwalificaties te behalen. Dit maakt de afstand tot de arbeidsmarkt beduidend kleiner. 13 Kwaliteitsjaarverslag 2013 De Eburon biedt deze begeleidingsmodule aan onder de noemer, arbeidstoeleiding. Hiertoe beschikt De Eburon over een leer-/werkbedrijf dat integraal onderdeel uitmaakt van het begeleidingsprogramma. Dit leer-/ werkbedrijf draagt de naam Landschapsakker De Oude Belg. Landschapsakker De Oude Belg is een historische bolakker, waarop menselijke activiteiten op het gebied van zowel agrarische productie als op het gebied van cultuur en recreatie, samengaan met landschapselementen en natuurbeheer. Het natuurbeheer zet zich voort in en aangrenzend bosperceel, dat eveneens tot de recreatieve ruimte van de Landschapsakker behoort. De arbeidsmatige activiteiten die hier plaats vinden zijn enerzijds gericht op een aantal specifieke arbeidssectoren die een reëel arbeidsperspectief bieden, zoals; de agrarische sector, de sector Horeca, de onderhouds- en schoonmaakbranche en de sector recreatie. Anderzijds biedt het totaal van deze activiteiten een goede balans en variatie om aan alle aspecten van ontwikkeling aandacht te besteden en hier rendement uit te halen. De Eburon wil zich in de nabije toekomst gaan focussen op uitbreiding van haar mogelijkheden voor arbeidstoeleiding, door uitbreiding van haar activiteiten op externe locaties. De eerste stappen hiertoe worden bij voorkeur in 2014 gezet, wanneer hiervoor vanuit de lokale overheden een overeenkomst wordt aangegaan. Ook zal zij samenwerking zoeken met een deugdelijke en betrouwbare organisatie op het gebied van arbeidsintegratie en job coaching voor wie De Eburon een deel van de werkzaamheden zal uitvoeren. Dit om begeleidingsprocessen te optimaliseren in het licht van de integrale aanpak waar De Eburon voor staat. 2.3. Educatie & Vorming “Educatie & vorming is een belangrijk speerpunt in de beleidsvisie van De Eburon. Door middel van een thematische benadering van ontwikkelingsprocessen en het geven van trainingen op het gebied van communicatie, maatschappij oriëntatie en sociale vaardigheden, wordt hier reeds invulling aan gegeven. Onderwijs is echter een discipline welke buiten de werkingsfeer van De Eburon valt, maar is desondanks een onmisbare partner. Achterstanden die vaak bestaan in de ontwikkeling van taalen rekenvaardigheden werpen bovendien, los van het ontbreken van een kwalificatie, een grote barrière op in de weg naar arbeidsintegratie.” Het aanbod van vormingsactiviteiten in 2013 heeft bestaan uit creatieve workshops in keramiek, druktechniek en graffiti om expressie te ontwikkelen en daarnaast uit de themabijeenkomsten met thema’s als communicatie, arbeidsmoraal, internet en (afhankelijkheids) relaties, om het bewustzijn en de eigen mening te ontwikkelen. De Eburon zal zich ook in 2014 inzetten op dit gebied en zich daarnaast oriënteren op een cursus arbeidsintegratie voor jongeren met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Hiervoor zal zij samenwerking zoeken met onder andere het UWV. Voor het leeuwendeel bestaat het aanbod van De Eburon, op het gebied van educatie, nog steeds uit praktijkeducatie door ervaren en gekwalificeerde arbeidskrachten. Onderwijs op het gebied van taal- en rekenvaardigheden, alsmede maatschappijoriëntatie is nog steeds een expliciete wens ter vervolmaking van het aanbod op De Eburon. 14 Kwaliteitsjaarverslag 2013 2.4. Zelfstandigheid/ Zelfredzaamheid De Eburon ziet zelfstandigheid en zelfredzaamheid nog steeds het meest essentiële doel van begeleiding. Het is dan ook in zowel dagbesteding en arbeidstoeleiding als in woonbegeleiding het thema waar alles om draait. Het afgelopen jaar hebben wij echter wel concessies gedaan aan de vormen waarin wij onze begeleiding, gericht op zelfstandigheid en zelfredzaamheid, aan zullen bieden. In het vorige jaarverslag hebben we gesteld dat De Eburon zich sterk maakt om ook het langdurig/ permanent groepswonen mogelijk te maken, onder begeleiding van De Eburon. Hier zijn we op terug gekomen, omdat dit zou betekenen dat de instroom zal stagneren en er een eindeloze uitbreiding in woonplekken zou moeten plaats vinden. Kleinschaligheid is echter een norm die De Eburon wil handhaven. Wij zullen een aantal van deze langdurige trajecten blijven bieden, maar hierin niet uitbreiden. Dit betekend dat we hiervoor slechts een percentage van onze woonplekken zullen reserveren. 2.5. Meetbare kwaliteit “Alle inspanningen zoals hierboven beschreven zijn gericht op een kwalitatief hoogstaand en efficiënt aanbod van begeleidingsmogelijkheden. Kwaliteit is echter meer dan het creëren van faciliteiten. Het proces is minstens zo belangrijk als het resultaat, zeker waar het gaat om de tevredenheid van deelnemers en ketenpartners. Het is voor ons belangrijk dat mensen een goed beeld hebben van dat waar De Eburon zich voor inzet en dat mensen daarbij een goed gevoel hebben. Resultaten moeten uiteindelijk meetbaar zijn. Voor de resultaten gemeten in tevredenheid voert De Eburon ieder jaar een klanttevredenheidsonderzoek uit onder zowel de deelnemers als hun sociale netwerk. Het behoort tot de doelstellingen van De Eburon om bij deze onderzoeken minstens een acht te scoren op een schaal van één tot tien. Daarnaast vragen wij ook onze ketenpartners om hun oordeel over de dienstverlening van De Eburon. Deze wordt niet gemeten in een cijfer, maar het streven hierbij is om verwijtbare negatieve kritiek te voorkomen en daar zo nodig het beleid op aan te passen. Resultaten van begeleiding laten zich minder goed meten. Wanneer cliënten hun traject niet voltooien of het beoogde doel niet halen, is er niet per definitie sprake van falen. Alle ontwikkeling is een bijdrage aan een hogere mate van zelfstandigheid/ zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie, en daarmee uiteindelijk winst voor zowel het individu als de maatschappij. Toch streeft De Eburon erna om, in reactie op de vraag vanuit overheidsinstanties, deze ontwikkeling zichtbaar te maken.” Er zijn in 2013 een aantal instrumenten ontwikkeld en methodieken aangepast om de effecten van begeleiding te meten. Zo is de zelfredzaamheidsmatrix geïmplementeerd en is er een wijziging aangebracht in het rapportagesysteem waarin wij ontwikkeling monitoren. Het persoonlijk ontwikkelingsplan is een periodieke bijstelling van deze ontwikkeling. De leerdoelen en handelingsaanwijzingen zijn uit dit POP gehaald en verwerkt in een begeleidingsplan dat voortdurend wordt geëvalueerd. De implementatie van de MELBA methodiek heeft nog niet het gewenste niveau bereikt, maar blijft de aandacht houden. 15 Kwaliteitsjaarverslag 2013 Met een nog sterkere focus op arbeidsintegratie (waar deze methodiek voor ontwikkeld is) krijgt de implementatie van deze methodiek wellicht een impuls in 2014. Personeel zal hierin worden geschoold en een organisatie gerichte aanpassing van de methodiek zal verder worden opgepikt. Het is vooral deze aanpassing van de methodiek aan de toepassingsmogelijkheden binnen De Eburon, die de implementatie een tijdrovende bezigheid maakt. De Eburon wil de systematiek van Melba graag verwerken in een systeem wat de zelfredzaamheid van cliënten zichtbaar maakt, zodat het kan worden getoetst aan de zelfredzaamheidsmatrix en er een passend woonadvies gegeven kan worden. Een matrix voor De Eburon om inzicht te verschaffen in prestatie indicatoren (kwantiteit) en indicatoren voor resultaat (kwaliteit) zou uit een dergelijke systematiek kunnen worden gedestilleerd, zodat kwaliteit van begeleiding niet alleen meetbaar is in tevredenheidsonderzoeken. 2.6 Kwaliteitszorg Kwaliteitszorg is een evenzo belangrijk aandachtsgebied in het beleid van De Eburon. Kwaliteitszorg is een breed terrein dat gaat over zorgprocessen, efficiëntie en klanttevredenheid. De zorg voor kwaliteit in zorgprocessen is eveneens een breed terrein en omvat onder andere; wetgeving, preventieve- en curatieve maatregelen ten aanzien van veiligheid, privacy, transparantie, medezeggenschap, controle en vakbekwaamheid. Deze punten worden allemaal getoetst in het kwaliteitskeurmerk. Een belangrijk wapenfeit voor 2013 ten aanzien van kwaliteitszorg is, dat wij met de naamswijziging ook kiezen voor een ander keurmerk en niet meer gecertificeerd zullen zijn als zorgboerderij, maar dat wij voor de her certificering kiezen voor de bredere kwaliteitsnorm voor de sector zorg & welzijn, de NEN-EN 15224:2012. Deze kwaliteitsnorm kent een breder aandachtsgebied en is eenzelfde norm als voor de grote(re) instellingen. De Eburon heeft ook in 2013 weer haar doelstellingen op het gebied van kwaliteitszorg ruimschoots behaald. De faciliteiten van De Eburon voldoen aan de norm volgens de voorschriften op het gebied van veiligheid en functionaliteit. De uitkomsten van de klanttevredenheidsonderzoeken zijn positief en bevestigen de goede weg van De Eburon. Alle keurmerken, certificaten en controles op het gebied van kwaliteitszorg zijn ook in 2013 weer met een jaar verlengd. Toch zien wij geen enkele reden om achterover te leunen. Kwaliteitszorg is een doorlopend proces en tevredenheid een zeer kwetsbaar begrip. Voor De Eburon is het een doorlopend streven om kwaliteit te verbeteren. In 2014 zal hiervoor de focus vooral liggen op een passend aanbod bij een veranderende vraag en zorgbehoefte, alsmede op scholing om het kennisniveau van medewerkers up to date te houden en aan te passen aan een eventueel vernieuwd aanbod. De grootste inspanningen zullen echter, zoals altijd liggen op het terrein van efficiënte begeleiding en een hoge mate van klanttevredenheid. 16 Kwaliteitsjaarverslag 2013 2.7. Financiering Op dit moment wordt 95% van de, door De Eburon, geleverde zorg nog vanuit de AWBZ gefinancierd. De AWBZ kent twee financiële stromen om afgenomen zorg/ begeleiding te financieren, middels het persoon gebonden budget (PGB) of middels zorg in natura (ZIN). En ondanks de veel gehoorde opmerking dat enkel door ZIN gefinancierde instellingen, AWBZ zorg leveren, is het zo dat ook het PGB enkel wordt verstrekt op een door het centraal orgaan zorgindicaties (CIZ) afgegeven AWBZ indicatie. Het PGB zal in gewijzigde vorm blijven bestaan en zo ook de AWBZ. De AWBZ wordt de LIZ (de wet op langdurig intensieve zorg), waarvoor er in oktober 2013 een conceptontwerp is gepresenteerd. Het is nog de vraag welke, door De Eburon geboden zorg/ begeleiding er in de AWBZ/ LIZ blijft na transitie van een deel van deze zorg naar de WMO. Het PGB zal echter ook in de WMO een blijvend fenomeen zijn. De lokale overheden zijn bij wet verplicht om deze optie in overweging te nemen (en niet per definitie verplicht deze te verstrekken). Hoe dan ook zal een (wellicht een overgroot) deel van de diensten van De Eburon vanaf 2015 door de WMO en niet uit de LIZ gefinancierd worden. Het is nog onduidelijk hoe zorgtoewijzing dan geregeld wordt en of De Eburon hierin deel zal hebben. De Eburon wenst niet mee te doen aan de chaotische en ongeleide strijd om de gunsten van de gemeenten. De Eburon laat zich optimaal informeren en probeert met haar aanbod mee te bewegen in de ontwikkelingen, zodat zij zich verdienstelijk kan maken wanneer er hulpvragen vanuit het WMO loket worden aangestuurd. Met de uitbreiding van arbeidsmatige activiteiten waarop De Eburon zich zal oriënteren is het uitganspunt dat hier voornamelijk sprake zal zijn van financiering buiten de AWBZ/ LIZ en van semi commerciële activiteiten om de begeleiding hierin betaalbaar te houden. 3. Focus Voor alle overwegingen door De Eburon, in het kader van het strategisch beleid voor de toekomst, spreken wij over oriëntatie en niet per definitie over concrete ontwikkelingen. Dit is een minder gerichte focus dan die wij hebben op het hier en nu, en de opdracht die we reeds vervullen. Voor het komende jaar ligt de focus op een veranderende context waarin wij ons werk uitvoeren. Dit vraagt om een goede voorbereiding en mogelijk om aanpassingen in de bedrijfsstructuur. Dit doen wij niet alleen en bijzondere aandacht gaat dan ook uit naar het optimaliseren van de samenwerking, die gevonden is in de vorm van de zorg coöperatie Brabant U.A. Een enerzijds actieve-, maar anderzijds terughoudende- en beschouwende houding ten opzichte van de route naar de toekomst, lijkt mij een passende houding in de huidige status quo van de zorgmarkt. Het lijkt een logisch gevolg op de voorwaarden die, aan de hand van de thema’s/ focus toegepast in de afgelopen jaren, gecreëerd zijn om adequaat en evenwichtig in te spelen op veranderingen. 17 Kwaliteitsjaarverslag 2013 “Niet alleen de werkwijzen moeten kritisch worden beschouwd, maar ook onze filosofie daarachter moeten we innoveren. De oplossing ligt niet in het beschrijven van niet te realiseren idealen of het hervormen van politiek gekaderde systemen, maar in het kritisch analyseren van mogelijkheden die ons geboden worden, maar die niet of niet efficiënt worden ingezet. Dit sluit aan bij het thema innovatie van het jaarverslag van De Eburon over 2011, waarbij het “Kaizen“ als werkwijze is beschreven. Een Japanse werkwijze waarbij systemen worden ontleed in onderdelen om deze vervolgens beter/ efficiënter terug in elkaar zetten.” Tekst uit het jaarverslag 2012 Beschouwing en een gepaste afstand tot de hectiek van strategische oorlogsvoering op de zorgmarkt, is altijd al een overlevingsstrategie geweest van De Eburon. Zo sluit het thema van dit jaarverslag naadloos aan op de thema’s van het jaarverslag 2011 en het jaarverslag 2012. Het innoveren volgens de werkwijze van het Kaizen in samenwerking met strategische partners, kan alleen wanneer vervolgens afstand wordt genomen van de hectiek om deze processen in goede banen te leiden. 4. Meerwaarde De Meerwaarde van het bestaan van De Eburon is naar mijn mening de unieke rol die zij vervult in het totaalaanbod en eigenzinnige koers die wordt gevaren. Deze eigenzinnige koers, maakt dat er succesvol kan worden gewerkt met mensen die elders de aansluiting missen. Eigenzinnig is niet eigenwijs en zeker niet arrogant. Het betekend vooral dat wij het lef hebben om onze weg te zoeken via de niet gebaande paden. De Eigenzinnigheid van De Eburon maakt het ons mogelijk om buiten kaders te denken en om vanuit het beeld van de ideale situatie, vanuit een reëel perspectief, aan het werk te gaan. Deze ideale situatie vraagt soms ook grote inspanningen en soms zelfs offers van de hulpvrager. Andersom wordt er vaak gewerkt vanuit mogelijkheden en onmogelijkheden om aan een vraag te kunnen voldoen. Hier is het systeem en niet de hulpvrager bepalend voor het resultaat. Sommige hulpvragers hebben geen baat bij een voorspelbare aanpak die enkel vraaggericht is. Een vraaggestuurde integrale aanpak is soms nodig. Een aanpak waarbij alle bedreigingen voor een zelfstandig leven in welzijn onder de aandacht worden gebracht. Hierbij past een begeleidingstijl die voorwaarden stelt aan de hulpvrager en die soms erg confronterend kan zijn, maar die mensen weerbaarder, evenwichtiger en zelfredzamer maakt. Dit aanbod past vooral bij een specifieke doelgroep, die door hun externaliserende gedrag niet tot inzichten kunnen komen die leiden tot de gewenste veranderingen in hun toekomstperspectief. Dit gedrag is vaak aanleiding tot een aanpak die conflictvermijdend is, en welke niet doordringt tot de kern van de problematiek. Het ongewenste gedrag leidt soms tot een situatie waarin de zorg buitenspel wordt gezet door de hulpbehoevende of andersom, vaak met verregaande maatschappelijke consequenties. De Eburon vervult hierin ook een maatschappelijke taak en een preventieve taak. 18 Kwaliteitsjaarverslag 2013 Met haar missie dient De Eburon een maatschappelijk doel en neemt ze haar maatschappelijke verantwoordelijkheid. Zo ook gedurende het proces van de transitie van AWBZ en jeugdzorg naar de WMO en andere ingrepen in het voorzieningenniveau gericht op het welzijn van mensen. Hier doet De Eburon volop mee in de discussies die daarmee gepaard gaan. Deze discussies worden aangegrepen om te horen wat er daadwerkelijk leeft bij de betrokken partijen. De Eburon hecht er waarde aan om haar taak duurzaam uit te voeren en zoekt daarom mee naar duurzame oplossingen voor de hindernissen die in dit veranderingsproces worden ervaren. Oplossingen kunnen enkel duurzaam zijn, wanneer zij doordacht ontwikkeld worden en breed gedragen kunnen worden. Een niet duurzame oplossing is symptoombestrijding en schuift het probleem vooruit. Enkel nieuwe inzichten kunnen een reden zijn om te sleutelen aan bestaande methoden en randvoorwaarden. ‚Duurzaamheid is meer dan een pluspunt; het is een norm‘ Medewerkers van De Eburon leveren allen een bijdrage aan de ontwikkeling van instrumenten, methodieken en begeleidingsvormen die voldoen aan deze duurzaamheidsnorm. Enkele concrete ideeën voor vormen van begeleiding, passend in de nieuwe context, zijn uitgewerkt en gepresenteerd aan uitvoerende instanties. Ook maakt De Eburon zich sterk om bruikbare visies/ werkwijzen, zoals het Kaizen, en instrumenten/ methodieken als MELBA onder de aandacht te brengen. De meerwaarde wordt echter niet altijd ervaren vanuit een dogmatische visie op de uitvoering van zorg en welzijnswerk. Het denken buiten geijkte kaders is een ontwikkeling die achterloopt op de door politiek ingegeven veranderingen/ ontwikkelingen. Alle aandacht gaat enkel en alleen uit naar de begroting en de betaalbaarheid van de zorg. Een werkwijze als het Kaizen om verbindingen te maken en oplossingen aansluiting te laten vinden bij alle contextuele factoren, en zo te komen tot duurzame oplossingen waar het begrotingstekort slechts een onderdeel van is, is een cultuurverandering waar beleidsmakers en uitvoerende instanties nog niet aan toe zijn. Het sluit geheel aan bij de Missie van De Eburon om actief mee te denken in-, en een bijdrage te leveren aan oplossingen voor de opdracht/ uitdagingen waar wij met zijn allen voor staan. Ook het aanreiken van stof tot nadenken kan leiden tot inzichten en is derhalve een zinvolle bijdrage aan deze opdracht. De Eburon gaat in deze echter ook weer voor een concrete bijdrage met zichtbare resultaten. De Eburon is bovendien een flexibele organisatie, welke vanuit het oogpunt van een gezamenlijk belang in staat is om constructief samen te werken en zich te verbinden aan een gezamenlijke aanpak. Dit maakt De Eburon tot een effectieve schakel in de keten. 19 Kwaliteitsjaarverslag 2013 5. Activiteiten De activiteiten van De Eburon zijn onder te verdelen in vier hoofdactiviteiten; begeleiding, agrarische activiteiten, Horeca en activiteiten op het gebied van cultuur, recreatie en toerisme. Alle activiteiten zijn zo ingericht dat deze een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de geboden begeleiding aan jongeren en jong volwassenen. 5.1. Begeleiding De begeleiding is ook weer onder te verdelen in drie hoofdactiviteiten/ modules; woonbegeleiding, arbeidstoeleiding/ dagbesteding en ambulante begeleiding. 5.1.1. Woonbegeleiding Op het gebied van woonbegeleiding heeft De Eburon haar beleid aangepast. Het is nog steeds een streven naar een begeleidingstraject dat kan worden geboden vanaf de eerste stappen gericht op zelfstandig wonen tot aan het daadwerkelijk zelfstandig wonen. In deze context kan er, met inbegrip van de ambulante begeleidingsvorm, sprake zijn van langdurige begeleiding. De Eburon wil echter terug naar de intensieve, maar afgebakende begeleidingstrajecten in woningen van De Eburon. Door vraag vanuit de markt zijn er een aantal cliënten in begeleiding gekomen die geen enkel uitzicht hebben op een zelfstandige woonvorm, waardoor zij voor de rest van hun bestaan zijn aangewezen op een intensief begeleide woonvorm. De Eburon is hier niet op ingericht en hierdoor stagneert de in- en uitstroom. Deze veranderde bezetting komt voort uit de expliciet gedraggerichte hulpvraag die bij De Eburon in dergelijke gevallen wordt neergelegd. Een nieuwe focus op de toelatingscriteria, waarbij ook expliciet aandacht is voor de haalbaarheid in ontwikkeling op andere leefgebieden dan sociaal, is daarom nodig. De Eburon maakt zich kwetsbaar als kleine zorgaanbieder, door haar woningbezit. De kosten kunnen bij leegstand niet worden gedragen uit begeleidingsbudgetten of eigen middelen. De Eburon wil bovendien niet de functie van een woningcorporatie vervullen. De Eburon zal een aantal woonplaatsen behouden om te voorzien in trainingsplaatsen in de eerste fase naar zelfstandig wonen. Verder zal er meer gefocust worden op zelfstandig gehuurde woonruimten, waar begeleiding naar behoefte zal worden ingezet. Begeleiding krijgt in deze gevallen een ambulant karakter, hoewel met mogelijkheden tot eenzelfde intensiteit als nu het geval is. In 2012 is het aantal woonplekken gereduceerd met vier plaatsen, waarmee de woning die het verst gelegen is van onze hoofdlocatie is afgestoten. Hiermee wordt ook de leegstand tegengegaan, die voor ons een indicator is geweest om onze focus op woonbegeleiding te verleggen naar een aanbod als hierboven beschreven. Door het inschuiven van woonplekken werd deze woning overbodig en worden kosten bespaard. 20 Kwaliteitsjaarverslag 2013 5.1.2. Arbeidstoeleiding en dagbesteding Ook op het gebied van arbeidstoeleiding en dagbesteding zal onze focus worden verlegd. Waar in 2010 de dagbesteding een overbodig aanbod bleek te zijn geworden, lijkt nu de vraag om arbeidservaringsplaatsen toe te nemen. Immers met een voorgenomen, strikte scheiding tussen wonen en begeleiding en radicale saneringen in de sociale werkvoorzieningen, neemt de druk op arbeid toe. Het participeren op de arbeidsmarkt heeft meerdere functies dan enkel het verwerven van een inkomen. De module arbeidstoeleiding van De Eburon is dan ook vooral gericht op de sociale vaardigheden en de executieve vaardigheden die essentieel/ voorwaardelijk zijn om duurzaam op de arbeidsmarkt te kunnen participeren. Dit geldt in grote lijnen ook voor de module dagbesteding, die echter een mindere focus heeft op doorstroom naar de arbeidsmarkt. Dit onderscheid De Eburon van andere initiatieven die er op gericht zijn om een arbeidsbetrekking te realiseren voor mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Ook hier geldt, dat De Eburon zich inzet voor duurzame oplossingen. Het uitgangspunt hierbij is, dat mensen een basis uitrusting nodig hebben om zich op de arbeidsmarkt staande te kunnen houden. Daarnaast wordt hierbij ook gekeken naar een branche specifieke uitrusting, die is geënt op het *eisenprofiel van de specifieke functie (*profielschets uit de MELBA methodiek). Job coaching is een waardevolle vervolgstap in het realiseren van een duurzame dienstbetrekking. Een behoefte waarin De Eburon eveneens kan en wil voorzien. Arbeidstoeleiding is een activiteit die in 2012 met de realisatie van een nieuw leer/werkbedrijf een vlucht heeft genomen. De Eburon beraad zich over uitbreiding van mogelijkheden en locaties, wanneer zij hierover expliciete afspraken kan maken met beleidsmakers en uitvoerende instanties, die de kracht en de meerwaarde van De Eburon hierin (h)erkennen. Nieuwe initiatieven zullen allen een semi commercieel karakter krijgen, om een betaalbare vorm van zorg/ begeleiding te realiseren. In het verleden hadden dergelijke initiatieven de schijn tegen van uitbuiting of op zijn minst belangenverstrengeling. Dit laatste moet worden voorkomen, ondanks dat initiatieven met een dergelijk karakter uit nood geboren zullen worden. Een nood die deugd, omdat het een reëlere context voor arbeidstoeleiding zal zijn. Productiedruk mag echter niet prioriteren boven het belang van inhoudelijke begeleiding die een meer algemeen vormend karakter zal hebben dan een reguliere stage. Leerrendement gaat daarmee ook niet verloren, wanneer er voor een andere branche gekozen wordt. 5.1.3. Ambulante begeleiding Ambulante begeleiding vormt voor veel zorgaanbieders de hoofdmoot van hun aanbod. Het is een vorm van begeleiding, die veel wordt gevraagd en geboden. De Eburon is, als zorgboerderij in oorsprong, een zorgaanbieder geweest die niet in het lijstje van opties voor ambulante begeleiding voor kwam. Ambulante begeleiding, door De Eburon geboden, had dan ook altijd het karakter van begeleide instroom en/ of nazorg. De affiniteit van De Eburon met deze vorm van begeleiden is gegroeid, door de mogelijkheid die hierin wordt gezien om de door De Eburon gestelde 21 Kwaliteitsjaarverslag 2013 voorwaarden aan begeleiding te kaderen. De eigen verantwoordelijkheid en inzet zijn in deze vorm van begeleiding een vanzelfsprekendheid, wanneer een keuze voor begeleiding van De Eburon wordt gekozen. Gezien de ontwikkelingen verwachten wij een toename van de vraag om ambulante begeleiding. De Eburon zal zich hierbij vooral focussen op de Kempengemeenten; Bergeijk, Eersel, Bladel en Reusel en de meer stedelijke gebieden Valkenswaard en Veldhoven. Wat De Eburon hierin onderscheid ten opzichte van de andere aanbieders van ambulante zorg is ook hier het kleinschalige en eigenzinnige karakter van De Eburon, waardoor wij flexibel en onbevooroordeeld een casus kunnen aangaan. De benadering van de hulpvraag is kenmerkend voor De Eburon en zal voor hulpvragers een duidelijke keuze zijn. Onderscheidend zijn ook de mogelijkheden die bestaan tot arrangementen met daarin bijvoorbeeld de module arbeidstoeleiding of in combinatie met andere modulen uit het brede spectrum van diensten vanuit de zorgcoöperatie. De Eburon creëert mogelijkheden op maat en is dan ook in staat om ook in de eigen omgeving intensieve begeleiding te bieden. 5.2. Agrarisch Op het terrein van De Eburon (landschapsakker De Oude Belg) vinden tal van agrarische activiteiten plaats. Voor een deel zijn deze bedoeld om zelfvoorzienend te zijn in voeding voor zowel het aanwezige vee, de woonvoorzieningen en de Horeca. Het biedt daarnaast een leerzame activiteit voor deelnemers aan de modules dagbesteding en arbeidstoeleiding, en aan onder andere leerlingen van de basisschool. Met de realisatie van landschapsakker De Oude Belg in 2012 is de functionaliteit van deze activiteit uitgebreid en wordt deze gedeeld met bezoekers. Voor recreatieve bezoekers van de landschapsakker biedt het een kijkje in de agrarische sector waarvan, hoewel kleinschalig, een grote diversiteit gepresenteerd wordt. 5.3. Horeca In april 2012 is op initiatief van De Eburon, Landschapsakker De Oude Belg geopend. Dit is de nieuwe naam voor het terrein dat sinds 2006 al dienst deed als het terrein voor dagbesteding. Arbeidstoeleiding was echter een module welke een logisch gevolg was op de start van woonbegeleiding in 2010. Met De Oude Belg heeft De Eburon beschikking over een heus leerwerkbedrijf. De spil van dit leerwerkbedrijf is de Horecagelegenheid, welke goed bezocht wordt. Ook buiten het toeristenseizoen weten mensen ons te vinden als vertrekpunt voor hun wandeling of als rustpunt tijdens hun wandeling. Ook de belangstelling van bedrijven voor teamuitjes, vergaderingen, trainingen en die van anders samengestelde groepen voor één van de arrangementen van De Oude Belg neemt toe. Om aan deze toenemende vraag tegemoet te komen en het commerciële karakter te verhogen liggen er reeds concrete plannen voor uitbreiding van deze Horeca, waar voor de werkzaamheden, naar alle waarschijnlijkheid, in 2014 zullen aanvangen. De 22 Kwaliteitsjaarverslag 2013 entree en het terras hebben in 2013 al een metamorfose ondergaan, door aanleg van verlichting en beplanting, uitgevoerd door deelnemers van de module arbeidstoeleiding. Cliënten kunnen in de Horeca werkervaring opdoen en bij interesse een opleiding gaan volgen, waarvoor zij hun stages kunnen doorlopen in de beschermde werkomgeving van De Eburon. 5.4. Cultuur, Recreatie & Toerisme In 2014 zal ook de exploitatie van Landschapscamping De Kleine Witrijt in volledigheid bij de familie Smeulders komen te liggen. Tot op heden was hier sprake van een maatschap, waardoor er feitelijk niets veranderd aan de verwevenheid met de activiteiten van De Eburon. De feitelijke exploitatie en het onderhoud zullen echter meer een aanbod gaan vormen voor de module arbeidstoeleiding. Culturele- en recreatieve activiteiten vormen een onderdeel van de exploitatie van Landschapsakker De Oude Belg. De Oude Belg is gelegen in een toeristisch gebied en er vinden vanuit de lokale- en regionale overheden inspanningen plaats om het toerisme een nieuwe impuls te geven. Eén van de ontwikkelingen die is geïnitieerd door de provincie, is de komst van een dertigtal natuurpoorten in Brabant. Natuurpoorten zijn feitelijk toegangspoorten tot specifieke natuurgebieden in de vorm van Horecagelegenheden die gesitueerd zijn aan de fiets- en wandelroutes door dat gebied. De locatie van Landschapsakker De Oude Belg is gelegen in het gebied De Witrijt, welke is aangewezen als natuurpoort. Deze ontwikkeling moet de toestroom van bezoekers bevorderen en is een impuls voor zowel de Landschapsakker als de Landschapscamping. Met landschapsakker De Oude Belg bewegen we mee in deze ontwikkelingen en willen we komen tot een breder aanbod van activiteiten en recreatiemogelijkheden. In feite is het een streven om de activiteiten op het gebied van recreatie & toerisme, samen met de bijbehorende Horeca, de spil te laten zijn van de activiteiten op onze hoofdlocatie. Er zal met deze uitbreiding ook een intensievere acquisitie gaan plaats vinden op de groepsarrangementen. Een ander doel is om deze activiteiten minder seizoensgebonden te laten zijn, door ook een winterprogramma te ontwikkelen met onder andere “ de tuin van verlichting”. De tuin van verlichting is een belevingsgericht project, waarbij met sfeervolle verlichting de Landschapsakker en haar activiteiten worden uitgelicht. De tuin van verlichting is eveneens een verwijzing naar de periode tussen circa 1687 en 1789, die deze naam heeft meegekregen. De verlichting 1687-1789 In deze periode ontstond een culturele stroming in Europa met als doel het gebruik van de rede en het filosoferen te bevorderen. De Verlichting wordt gezien als een van de pijlers van de westerse beschaving. De Verlichting gaf aanleiding tot modernisering van de samenleving. De Verlichting kent een kritische en een constructieve zijde. De kritische zijde neemt het (geïnstitutionaliseerde) geloof en onredelijkheid op de korrel. 23 Kwaliteitsjaarverslag 2013 De constructieve kant zoekt kennis (wetenschap) en nieuwe samenlevingsvormen met als idealen rechtvaardigheid en democratie. Deze stroming bedreigde de aristocratie en de geestelijkheid, en daarmee de staat, door zich af te zetten tegen onredelijkheid en ongelijkheid en door nadruk te leggen op religieuze tolerantie, de vrijheid van gedachten en de democratische geest. Vrijheden die in de tegenwoordige tijd als vanzelfsprekendheid worden gezien, maar wat feitelijk verworvenheden zijn van mensen die zich kritisch, maar constructief durfden te uiten tegen de gevestigde orde. Verlichte denkers zien de mens als van nature goed, autonoom en onafhankelijk. Nuttigheid, de waardigheid van de mens en zijn streven naar geluk in het leven vormden het uitgangspunt in de ethiek. De denkers streven naar een rationele en universele moraal, geldig voor het handelen van alle mensen op aarde en onafhankelijk van een godsdienst, en opdat iedereen de vruchten van de Verlichting zou plukken, hechten ze waarde aan populariserende en pedagogische activiteiten. Verspreiding van deze nieuwe kennis leidde tot morele vooruitgang. Dit vooruitgangsgeloof uitte zich in het vermogen om de omgeving te veranderen en de maakbaarheid van de maatschappij. Ondanks het feit dat de motivatie voor dit thema bij de winteractiviteit, los staat van toekomstgerichte strategieën en daarmee los van het thema in dit jaarverslag, is het een thema dat aansluit bij thema’s als bewustzijn, bezinning. Thema’s die uiteraard ook aansluiting vinden bij de visie van De Eburon en haar activiteiten. De keuze voor dit thema is echter meer ingegeven door de bewezen behoefte van consumenten om bewuster te leven en te recreëren. De wintertijd is een periode die voor mensen veelal de ruimte biedt om hier meer bij stil te staan. De omschrijving van deze activiteit, als onderdeel van het totaalaanbod, is illustratief voor de aard van de activiteiten die Landschapsakker De Oude Belg wil bieden. Hierbij passen ook activiteiten gericht op expressie, zoals muziek en beeldende kunsten, maar ook activiteiten gericht op vaardigheden die de zelfredzaamheid verhogen. 24 Kwaliteitsjaarverslag 2013 6. Trends en ontwikkelingen In 2012 kwam Rabobank met haar visie op de kansen en bedreigingen voor het midden- en kleinbedrijf, door een beschrijving van een zevental trends, die zouden moeten worden meegenomen bij het opstellen van een strategisch beleid gericht op de toekomst. Het advies om te overleven op het voor altijd veranderende toneel luidt; Houdt veranderingen in de gaten en surf mee op de elkaar vlug opvolgende trends. Anticipeer op veranderingen en flexibel meebewegen is de norm. Stilstaan en vasthouden aan verworvenheden heeft steeds minder (geen) zin en kan zelfs meer dan bedreigend zijn. Het is de kunst om te gaan met de intensiteit waarmee alle veranderingen zich manifesteren. Hieronder een beknopte weergave van de trends/ ontwikkelingen, kansen en bedreigingen, die in meer of mindere mate zullen worden meegenomen in het strategisch beleid van De Eburon. Deze trends en ontwikkelingen zijn een vooruitblik tot 2015 en komen daarom net als vorig jaar terug in dit verslag. Om bij het thema van dit jaar te blijven gebruik ik deze trends als weerspiegeling van de ontwikkelingen in 2013 en als leidraad bij de voorgenomen bezinning in 2014. In 2013 is de Rabobank gekomen met een aanvulling op deze trends in de vorm van sectorprognoses voor 2014. Helaas lijkt de Rabobank bij deze prognoses voor de gezondheidszorg voorbij te gaan aan de geestelijke gezondheidszorg. De trends echter, durf ik door te trekken naar onze specifieke branche. Benadrukt wordt dat zorgondernemers inzicht zullen moeten bieden in hun meerwaarde, waar het zinnige- en zuinige zorg betreft. Zinnige zorg mag volgens deze visie zo heten wanneer deze aansluit bij de doelstellingen van het zorgakkoord. Ondernemers moeten hierbij zuinige zorg verantwoorden om een passend contract te behouden. Meer (bureaucratische) zorg voor minder geld en een opgelegde politieke visie vormen de leidraad voor verantwoord ondernemen in deze visie. Een realiteit waar ik niet blij van wordt. Ik weet echter niet of we hier helemaal om heen kunnen, willen we onze aansluiting behouden bij de zorgmarkt. Een positievere ontwikkeling is de vermaatschappelijking van de zorg, de uitbreiding van taken voor de eerstelijns zorg en de toenemende initiatieven tot samenwerking in de branche. Het lijkt mij een goede ontwikkeling om de vanzelfsprekendheid van ondersteuning en begeleiding in deze samenleving te benadrukken, alsmede de gezamenlijke verantwoordelijkheid die daarmee samen gaat. Ondanks het feit dat hier andere motieven achter schuilen, gaat hier mogelijk een positief effect van uit. Er wordt geconcludeerd dat er meer dan ooit de noodzaak wordt gevoeld om samen te werken, maar gelijkertijd wordt vastgesteld dat er nog onvoldoende organisatiekracht uitgaat van deze samenwerkingsverbanden. Mijn gevoel hierbij is dat de gevoelde noodzaak nog slechts een economische drijfveer kent en dat de organisatiekracht zal toenemen wanneer de focus op doelstelling en maatschappelijke context meer door zal dringen tot het bewustzijn van deze samenwerkingsverbanden. 25 Kwaliteitsjaarverslag 2013 Het lijkt tegenstrijdig wanneer wordt gesteld dat, het belangrijk is om gelijkertijd de nabijheid van de patiënt / cliënt en de kleinschaligheid als kracht te koesteren. Dit betekend echter dat er moet worden samengewerkt met behoud van de eigen identiteit van de (kleinschalige) zorgaanbieder i.p.v. door samengaan tot één aanbieder. Dit maakt wellicht een krachtige organisatie gecompliceerder, temeer omdat alle aangekondigde maatregelen in het regeerakkoord, deze kracht in kleinschaligheid lijken tegen te werken. Het is een trend buiten deze beschrijving door de Rabobank van de MKB visie, dat de hetze tegen het PGB uiteindelijk een hetze is geworden tegen de kleinschalige zorgaanbieders, voor wie de toegang tot alternatieven in financiering nagenoeg is afgesloten door de zorgkantoren. Het zorgkantoor contracteert niet of nauwelijks nog nieuwe zorgaanbieders en spreekt in haar inkoopbeleid openlijk haar wantrouwen uit over kleinschalige zorgaanbieders. Gelijker tijd geeft zij toe een ontmoedigingsbeleid te voeren jegens nieuwe aanvragen voor het persoonsgebonden budget (PGB). In de praktijk is dit een frustratiebeleid waarin processen rondom aanvragen, omzettingen van ZIN (zorg in natura) naar PGB en betalingen dusdanig worden gerekt en gefrustreerd dat kleinschalige zorgaanbieders als De Eburon in het nauw worden gedreven. De strijd tegen het PGB als financiële stroming binnen de AWBZ zorg is een uiting van selectieve verontwaardiging over de misstanden in de zorg. Deze misstanden, zo is het afgelopen jaar wel gebleken, beperkt zich niet tot het PGB. Misstanden en misbruik van publieke gelden mogen van mij met wortel en al worden uitgeroeid, maar dit zal moeten gebeuren in uitvoering en toezicht, waar inzet, communicatie en transparantie momenteel ontbreken. Duidelijke verwachtingen, gecommuniceerd naar zorgaanbieders en toepassing van het principe; “gelijke monniken, gelijke kappen”, alsmede een intensieve controle op kwaliteitsnorm en declaraties kunnen een einde maken aan deze eenzijdige uiting van frustratie. Nu ben ik in eerste instantie ondernemer, echter niet met louter economische belangen, en kan ik genieten van de dynamiek die het ondernemerschap met zich meebrengt. Daar tegenover staat dat wij ons laten leiden door onze missie en visie, waarin we ons door de huidige trends en ontwikkelingen soms geremd voelen. Wij willen ons graag flexibel en veerkrachtig tonen, maar stellen ook duidelijk grenzen. Deze grenzen worden bepaald door drijfveren en keuzes, welke harde criteria vormen voor het toekomstperspectief van De Eburon. De beschreven trends en ontwikkelingen zijn dan ook niet altijd doorgevoerd in de bedrijfsvoering van De Eburon, omdat zij deze grenzen overschrijden. Samenwerking (do it together en overzicht en transparantie), duurzaam ondernemen (groen is de toekomst) en het innovatieve-/ onderscheidende karakter van de onderneming (voel het verschil), zijn voor De Eburon de belangrijkste trends die terug komen in haar focus op de toekomst. 26 Kwaliteitsjaarverslag 2013 Overzicht en transparantie Uit dat wat u tot op heden in dit jaarverslag heeft mogen lezen zal blijken dat deze ontwikkeling een doorlopend proces is. Het bepaald voortdurend de dynamiek in de onderneming, nadat de keuze voor doelgroep en het concept zijn gemaakt. De Eburon biedt overzicht door duidelijke beleidskeuzes een duidelijke kaders, waarvoor zij verklaring geeft in haar visie en missie en door uitleg over filosofie en drijfveren. Hierdoor, en door het stellen van grenzen, is De Eburon transparant in aanbod en uitvoering. Samenwerking biedt een sterkere positie en perspectief, waarbij sterker gefocust kan worden op de eigen kracht, wat vervolgens de kwaliteit ten goede komt. IWIN Consumenten zijn ongeduldiger en eisen meer dan ooit; eigenlijk denken ze dat ze altijd en overal op hun wenken bediend horen te worden. IWIN wordt dit verwachtingspatroon genoemd; een afkorting voor ‚I Want It Now‘! Deze trend is binnen de zorg vooral voelbaar in de hoge verwachtingen van cliënten. Met een verschralende steun vanuit de overheid en hogere eigen bijdragen zal de zorgmarkt zich waarschijnlijk meer vercommercialiseren en zal deze trend meer en meer van toepassing worden op de bedrijfsvoering van zorgondernemingen. In het geval van onze Horeca- en recreatietak is dit meer van toepassing en vertaalt dit zich in een flexibel aanbod dat qua inhoud en kosten duidelijk gekaderd en begrensd is voor de consument. Tegengesteld aan de trend van vercommercialisering van bepaalde zorgtakken, volgt De Eburon bij voorkeur die van een verdere vermaatschappelijking van haar aanbod. Een eveneens actuele trend, ingezet door de transitie van een deel van de AWBZ en Jeugdzorg, alsmede het aansturen op een participatiesamenleving, door de overheid, is deze vermaatschappelijking van de zorg. Uitgangspunten van deze vermaatschappelijking zijn onder andere, de eigen verantwoordelijkheid en het samen doen. De omschrijving van deze trend, waarin dwingende verwachtingen en het consumeren centraal staan, past dan ook geenszins bij de koers en ontwikkelingen van De Eburon. De begrenzing van het aanbod zal dan ook verder gaan dan een overzichtelijke productomschrijving en kostenanalyse. Deze begrenzing impliceert gebruiksvoorwaarden die, bij een zuivere motivatie, consumenten echter niet mogen belemmeren om vrij te genieten van het aanbod. Do It Together (DIT) DIT is de trend die voor De Eburon het meest herkenbaar is. Lang leek de samenleving steeds meer individualistischer te worden. Een ontwikkeling die niet aan het bedrijfsleven voorbij ging en die werd aangeduid als Do It Yourself (DIY). Deze trend is nog niet verdwenen, maar tegenwoordig wint ook een tegengestelde stroom aan kracht: Do It Together (DIT). Hiermee kan tegemoet gekomen worden aan de toenemende behoefte aan overzicht en transparantie, maar ook aan het fenomeen IWIN. Door krachten te bundelen in een efficiënte samenwerking biedt dit kansen/ winst voor alle partijen. De bereidheid tot samenwerking en om in gezamenlijkheid te komen tot nieuwe- en innovatieve initiatieven is groeiende. De Eburon heeft aansluiting gevonden bij deze trend, die zij als het ware zelf bedacht kon hebben. 27 Kwaliteitsjaarverslag 2013 Bij elkaar komen is een begin. Bij elkaar blijven is vooruitgang. Met elkaar samenwerken is succes. Henry Ford Illustratie van de samenwerkingsprocessen in 2013/ 2014 Duurzaamheid Duurzaam ondernemen is de nieuwe standaard voor ondernemers. Het gaat daarbij om People (mensen), Planet (het milieu) en Profit (eerlijke (verdeling van) winsten), over weten waar hoe je producten tot stand komen en daar open over zijn naar klanten, over eerlijke bedrijfsvoering en dus bijvoorbeeld over een goed werkgeverschap. In de visie van De Eburon worden mensen zich meer bewust van overconsumptie, een alles overheersend individualisme en overwaardering van vertoon/ status, waardoor zij zich schuldig gaan voelen. Steeds meer mensen weten dat dit minder moet, maar zijn niet in staat hun leefwijze daar op korte termijn op aan te passen. Een alternatief daarvoor is consumeren via aanbieders die daaraan een bijdrage leveren. Een alternatief voor bevrediging in bezit en overdadig eten is beleving, waarbij men geprikkeld wordt het leven in kleine stapjes te veranderen. Bewustzijn is immers de eerste stap naar echte verandering. De Eburon streeft daarnaast naar verantwoord ondernemerschap, waarbij thema’s als leefbaarheid, welzijn, natuur & milieu en economische samenwerking op regionaal niveau belangrijke aandachtspunten zijn. De Eburon is zich bewust van haar maatschappelijke rol en de verantwoordelijkheid die daar bij hoort. Het is voor ons dan ook een vanzelfsprekendheid om oog te hebben voor de eerder genoemde contextuele factoren (waaronder natuur & milieu, conjunctuur en voorzieningenniveau). Hebben maar niet Houden Duurzaam ondernemen en consumeren behoort tot een mentaliteit die ook eigendom in een nieuw licht zet. Wereldwijd hechten mensen steeds minder waarde aan bezit. Niet het bezitten is belangrijk, maar het gebruik maken van - Het doel van bezit is het te gebruiken, terwijl je het niet hoeft te bezitten om het te kunnen gebruiken. Om flexibel te kunnen meebewegen met - en in het tempo van - ontwikkelingen, maken steeds meer ondernemers gebruik van een flexibele schil van mensen, machines en diensten. Flexibiliteit is de sleutel tot succes. Dit is een trend die in 2014 ook voor De Eburon meer betekenis zal krijgen, door de toenemende noodzaak van een scherpe beprijzing van te leveren producten en diensten, terwijl onkosten niet vanzelfsprekend lager worden. In veel gevallen is er nog steeds een jaarlijkse stijging van onkosten. Het volgen van deze trend kan in andere branches leiden tot hogere marges. 28 Kwaliteitsjaarverslag 2013 Het moge duidelijk zijn dat dit in het geval van de branche zorg & welzijn enkel een noodzakelijke trend is om te volgen om “gezond” te blijven ondernemen. Voel het verschil Waarin ligt het onderscheidende karakter van uw diensten en/of producten? In de beleving, ervaring en associatie die zij met zich meebrengen voor uw doelgroep. Natuurlijk verkoop je niets zonder kwaliteit en een eerlijke prijs, maar er zijn heel veel vergelijkbare producten op de markt die kwalitatief goed zijn, voor vergelijkbare prijzen. De opdracht in deze voor De Eburon is, maak het verschil. Borduur niet verder op uitgemolken concepten, die geen toegevoegde waarde hebben. Kijk en luister naar de werkelijke vraag en denk mee in behoefte en beleving. Wees creatief en innovatief en maak de toegevoegde waarde meetbaar, zichtbaar en tastbaar. In de visie van De Eburon zijn mensen bewuster dan ooit en daardoor minder bereid hun gevoel te baseren op een mooie presentatie. Mensen willen zelf zien, horen, ruiken, ervaren en voelen of een product aan hun persoonlijke verwachting voldoet. In het geval van De Eburon bereiken we dit niet door dure en klinische onderzoeken, maar door dicht bij de mensen te blijven staan en naar hen te luisteren. Tevredenheid van klanten is het beste resultaat in dienstverlening en onze klantgerichtheid in dat opzicht is voelbaar. In 2014 zal De Eburon zich tevens richten op de toenemende behoefte aan zichtbare resultaten en hiervoor bestaande instrumenten versleutelen tot toepasbare instrumenten om ontwikkeling en effect inzichtelijk te maken. 7. Toekomstvisie “Zonder visie geen beleid en zonder toekomstvisie geen strategische koers” was de stelling in het vorige jaarverslag. In de huidige omstandigheid moet ik deze afzwakken, omdat ik kan concluderen dat de toekomstvisie enigszins is vertroebeld door onzekerheden. Visie is meer een omschrijving van de meest ideale situatie en de daaruit voortvloeiende strategische beleidskeuzes zijn meer een wilde gok dan dat zij voortvloeien uit inzichten. Een weinig rooskleurig en bewonderingswaardig perspectief al zeg ik het zelf. In dat opzicht is 2014 een belangrijk jaar en is het gevoel dat daarbij heerst, een gevoel van “ erop of eronder ”. Ik voel de behoefte daarbij op aan te merken dat dit niet zal afhangen van de inzet van De Eburon en/ of ondergetekende. Alles staat of valt met het behouden van aansluiting bij de zorgmarkt en of de meerwaarde van De Eburon ook opgemerkt zal worden door de “nieuwe” partijen die als loketfunctie gaan fungeren. Deze afhankelijkheid neemt toe met het afnemen van de keuzevrijheid van hulpvragers. Eerder in dit verslag leest u de uitspraak “ we gaan achteruit de toekomst in “. Uiteraard heeft dit betrekking op de maatregelen die afgekondigd zijn, maar daar boet deze uitspraak aan kracht in, omdat hier vooral ook kansen door worden gezien. 29 Kwaliteitsjaarverslag 2013 Deze uitspraak heeft dan ook meer betrekking op het voornemen om de focus in begeleiding te verleggen naar dagbesteding, arbeidstoeleiding en arbeidsreintegratie. Een focus die ons terugbrengt naar waar het voor De Eburon allemaal begonnen is. In 2006 zijn wij gestart met een dagprogramma, waarbij arbeid werd ingezet als middel om te komen tot persoonlijke ontwikkeling in bewustzijn, zingeving, houding, gedrag, weerbaarheid en zelfredzaamheid. De ontwikkeling van praktische vaardigheden en arbeidscompetenties was hierbij een parallel proces dat ondergeschikt werd gemaakt aan de persoonlijke ontwikkeling. Feit blijft dat De Eburon sterk is in begeleiding op het vlak van beide processen. We zijn hier een beetje vanaf gedwaald doordat we in 2010 met woonbegeleiding zijn gestart. Deze begeleiding op eenzelfde locatie heeft de focus verlegd naar de praktische zaken van alle dag en dit heeft de dynamiek uit de begeleidingsprocessen gehaald. De vraag naar dagbesteding voor jongeren was tot die tijd afgenomen en trajecten konden vaak niet worden afgemaakt doordat er teveel aan deze jongeren getrokken werd door hulpverleners of uiteindelijk door uit huis plaatsing. De Eburon wil terug naar deze dynamische begeleidingsprocessen met meer duurzame effecten. Met een focus op jong volwassenen vanaf 18 jaar zullen deze processen intensiever kunnen worden ingezet en vaker leiden tot duurzame uitplaatsing in een reguliere en zelfstandige setting. De Eburon ziet zich dan ook als een dynamische organisatie met een integrale aanpak. Ook willen wij af van de AWBZ als leidend kader voor de financiering van onze dienstverlening. Hoewel mogelijk de nieuwe AWBZ (LIZ) één van de financieringsstromen zal blijven, richten wij ons met een dienstverlening gericht op observatie en advies, (her)activering, hersteltrajecten en arbeidsre-integratie op een bredere doelgroep van hulpvragers en opdrachtgevers. De Eburon wil minder afhankelijk zijn van overheidsuitgaven, waar het gaat om de AWBZ geïndiceerde zorg. Voor een deel zullen overheidsuitgaven een rol blijven spelen. Ook bij financiering vanuit de WMO, (intergemeentelijke) sociale diensten, justitie en UWV. Voor een overig deel zullen wij ook het bedrijfsleven proberen te bereiken in samenwerking, voor wederzijdse diensten. 8. Strategische koers De strategische koers die De Eburon zal varen is gefaseerd in korte termijn-, middellange termijn-, en lange termijn doelen. Zoals eerder gezegd hangt veel, zo niet alles af van wat er in 2014 gerealiseerd kan worden in aansluiting bij de uitverkoop van de zorgmarkt. Ik noem dit de korte termijn doelen en verdeel alle overige doelen over middellange en lange termijn doelen. De laatste twee passen niet in dit jaarverslag, dus beschrijf ik hier de korte termijn doelen. De korte termijn doelen bestaan uit onder andere het komen tot een efficiënte en uitvoerbare vorm van begeleiding gericht op (arbeids)participatie enerzijds en zelfredzaamheid anderzijds. Daarbij zal gekeken worden naar een breed gefinancierd aanbod van diensten om kwaliteit en continuïteit te kunnen waarborgen. 30 Kwaliteitsjaarverslag 2013 Ondanks het feit dat we ons een jaar geven voor deze reorganisatie zal de overgang een geleidelijke zijn. We nemen de tijd voor bezinning, als in de rust nemen, ons te verdiepen en met elkaar in beraad gaan om tot inzicht te komen, afstemming te vinden en processen te optimaliseren. Bij deze bezinning hoort een bepaalde soberheid/ terughoudendheid zodat je jezelf ook de ruimte biedt om de juiste koers te bepalen. Geen tijd voor bezinning hebben is geen tijd hebben om te kijken waar we heen gaan, omdat we het te druk hebben met er te komen. A. D. Sertillanges Ik spreek hier bewust niet over volledige contemplatie, omdat ons hiervoor de tijd niet gegund is. Dergelijke processen zijn echter niet te forceren en zijn dan ook een geldend excuus om meer tijd te nemen. Het is daarom zinvol om processen te onderscheiden en prioriteiten te stellen; het proces van marktonderzoek en het proces van voorbereiding op nieuwe vormen van begeleiding, door voorzieningen te treffen, te netwerken en ideeën uit te werken zijn processen die in 2013 in gang gezet zijn. Hierop volgt, als het aan ons ligt, in 2014 het proces van contracteren en optimaliseren van uitvoeringsprocessen. De strategische koers van De Eburon is in voorbije jaren gericht geweest op het verbreden van het aanbod, het uitbreiden van faciliteiten en daarmee het bereik op de markt van begeleidingstrajecten. Dat is het doel geweest vanuit het perspectief van de primaire doelstelling van De Eburon. Een doel dat echter niet ondergeschikt is geweest aan dit primaire doel is risicospreiding op de zorgmarkt. Deze tendens zal zich ook de komende jaren voortzetten met een focus op de begeleidingsmodules wonen en werken (jaarverslag 2012). Een groot verschil maakt de samenwerking die De Eburon in 2013 is aangegaan, welke wordt geborgd onder de vlag van Zorgcoöperatie Brabant U.A. Deze samenwerking biedt naast een stevigere marktpositie ook de mogelijkheid om de focus scherper te krijgen op de eigen kracht en hier ook in uitvoering meer tijd en aandacht voor te hebben. Door deze krachtenbundeling is er meer expertise beschikbaar en kan er snel en kort geschakeld worden ten behoeve van de geboden begeleidingstrajecten. 9. Personeelsbeleid De Eburon heeft vier vaste medewerkers op de loonlijst, naast de eigenaar en diens partner. Twee medewerkers dragen zorg voor inhoudelijke begeleiding. Twee medewerkers hebben de functie van werkbegeleider, waarvan één medewerker de taak om de Horeca aan te sturen en één medewerker de algemene werkzaamheden aanstuurt. Daarnaast zijn drie freelancers werkzaam voor De Eburon, waaronder ook landschapsakker De Oude Belg. Allen beschikken over de juiste kwalificaties, ervaring en een grote affiniteit met de doelgroep en het geboden programma. In het toeristisch seizoen wordt er met name in de Horeca en in begeleiding van recreatieve arrangementen gewerkt met meer freelancers en seizoenswerknemers. 31 Kwaliteitsjaarverslag 2013 De inzet van personeel zal in de toekomst een meer flexibel karakter krijgen en met name in arbeidstoeleiding en -re-integratie zal meer gewerkt worden met freelancers. Zowel de werkplanning als de werkwijze en uit te dragen boodschap wordt gekaderd door de visie van De Eburon in deze. Zowel vaste medewerkers als freelancers en stagiaires worden ingewerkt volgens een uitgebreid introductie- en inwerkprogramma. Verdere communicatie / afstemming gebeurt door dagelijkse overdracht en/ of werkbesprekingen. Er wordt gewerkt met een weekplanning en dagelijks wordt er door begeleiders gerapporteerd over afspraken en bijzondere voorvallen. Iedere twee weken vindt er een formeel werkoverleg plaats met alle betrokken partijen over de geboden begeleiding. Eens per maand is er formeel werkoverleg/ afstemmingsoverleg met de Horeca medewerkers en werkbegeleiders op mogelijke stage- en leerwerkplaatsen en verder zo vaak als nodig op cliëntniveau. Medewerkers worden door de directie ook bijgepraat over de ontwikkelingen achter de schermen en worden betrokken of anders als eerste op de hoogte gebracht bij besluitvorming. Belangrijke ontwikkelingen worden ook kenbaar gemaakt in een nieuwsbrief en op de sociale media. Wij achten het noodzakelijk voor de kwaliteit van begeleiding dat medewerkers bewust zijn van de context waarin zij hun werk uitoefenen. Medewerkers hebben jaarlijks een functioneringsgesprek met een van de bedrijfsvoerders van de Eburon. Personeel volgt opleiding en trainingen om te voldoen aan de kaders zoals die in het beleid zijn vormgegeven en/of om te kunnen voldoen aan wettelijke eisen. Cursussen en trainingen in 2013 gevolgd zijn; een BHV cursus, cursus Qurentis (het gebruikte cliëntvolgsysteem) en de cursus Sociale Hygiëne. Voor 2014 is een verdere bekwaamheid op deze gebieden, wederom aangevuld met de methodiekcursus MELBA (arbeidsre-integratie) en de cursus IDA (Instrument voor Diagnostiek van Arbeidsvaardigheden). Verdere cursussen en opleiding op gericht op het thema arbeidsintegratie, zoals de opleiding job coaching, worden overwogen. Medewerkers blijven verder werken aan hun professionaliteit en bekwaamheid door daarnaast workshops, conferenties, thema- en informatiebijeenkomsten bij te wonen. 10. Kwaliteitsbeleid 10.1 Kwaliteitmanagementsystemen Kwaliteitmanagementsystemen zijn een instrument om de aandacht voor kwaliteit per onderdeel te sturen. De kwaliteitsnorm bepaald min of meer de aandachtsgebieden en hoe gedetailleerd deze worden gevolgd. Het is geen volledig dekkende garantie voor kwalitatieve zorg/ begeleiding, zoals vaak wordt gesteld, maar het ondersteund wel de meetinstrumenten die deze kwaliteit inzichtelijk maakt. Voor 2013 is bij het vervallen van de eerste certificatieperiode van drie jaar HKZ/ ISO, gekozen voor een opschaling van de ISO norm. Er is op het moment van hercertificering gekozen om de norm voor kleinschalige zorgaanbieders te verlaten en ons op het gebied van kwaliteitzorg te laten meten met de grotere zorgaanbieders in de sector zorg & welzijn. De nieuwe norm draagt de titel; NEN-EN 15224:2012 sector zorg & welzijn – Kwaliteitmanagementsystemen gebaseerd op de Europese norm 32 Kwaliteitsjaarverslag 2013 ISO 9001:2008. Uit het in december 2013, door TUV NORD, uitgevoerd vooronderzoek is gebleken dat De Eburon het nieuwe kwaliteitssysteem voldoende heeft geïmplementeerd. Enkele verbeterpunten zullen nog worden verwerkt in dit systeem. De externe audit en certificering van De Eburon voor deze norm, door TUV NORD, staat voor februari 2014 gepland. De Eburon heeft ook het keurmerk ‘kwaliteit laat je zien’ van de federatie Landbouw & Zorg gevoerd. Dit keurmerk is tot 2013 voorwaarde geweest voor lidmaatschap van de federatie, welke als brancheorganisatie fungeert voor zorgboerderijen. In 2013 is met het vervallen van deze voorwaarde, ook dit keurmerk voor De Eburon komen te vervallen. Het keurmerk biedt geen meerwaarde naast het sector brede ISO genormeerde keurmerk. De Eburon is nog wel lid van de brancheorganisatie. De kernbegrippen van kwaliteitszorg op De Eburon zijn communicatie, dienstbaarheid, zorgvuldigheid, taakgerichtheid en doelgerichtheid. Kwaliteitszorg is daarmee een doorlopend proces en een verantwoordelijkheid van iedere medewerker van De Eburon. Het kwaliteitsbeleid vormt daarvoor het kader. 10.2 Klanttevredenheid Dit kwaliteitsbeleid genereert een aantal kwaliteitsdoelstellingen, zoals een minimumscore van 7 op de schaal van 1 tot 10 met het klanttevredenheidsonderzoek en een positief oordeel van de ketenpartners. Deze tevredenheidsonderzoeken worden één maal per jaar uitgevoerd onder ouders/ de sociale omgeving van deelnemers en onze ketenpartners. In 2012 zijn we overgestapt naar een andere vorm van het klanttevredenheidsonderzoek en werden er vragenlijsten gebruikt die ontwikkeld zijn in opdracht van de federatie Landbouw & Zorg in samenwerking met het Trimbos instituut. Deze lijst is niet goed ontvangen en om die reden is in 2013 teruggepakt om het eigen systeem van De Eburon, om tevredenheid bij ouders te meten, in aangepaste versie. Voor de meting van tevredenheid onder deelnemers/ cliënten is in samenspraak met deze deelnemers/ cliënten gekozen voor een maandelijkse evaluatie, waaraan een mondelinge terugkoppeling verbonden is. Op deze manier kunnen individuele zaken gescheiden worden van algemene zaken en kan er adequaat gereageerd worden. Vragen zijn gericht op onder andere; informatie en communicatie, inspraak, ontwikkeling en beleving. Vervolgens worden een drietal punten gegeven tussen 1 en 10 om een “overall” beeld te waarderen. Dit gebeurt voor de module werken bij De Eburon, de module wonen bij De Eburon en voor de kwaliteit van begeleiding. De gemiddelde scores over 2013 zijn als volgt; Module werkbegeleiding; Module woonbegeleiding; Kwaliteit trajectbegeleiding; een 8,3 een 8,1 een 8,3 Ouders waarderen de geboden begeleiding van De Eburon gemiddeld met een 7,8 met een 8 voor kwaliteit/ professionaliteit, een 8 voor resultaten, een 8 voor informatie en communicatie, een 7 voor privacy, een 7,5 voor veiligheid, een 8 voor 33 Kwaliteitsjaarverslag 2013 procedures en protocollen, een 8 voor overleg en evaluatie en een 8 voor het tevredenheidsonderzoek. Opvallend is dat over tarieven en facturering geen scores zijn ingevuld. Hier wordt aangegeven dat dit aan ouders voorbij gaat, omdat 90% van de cliënten in bewind voering is. Ketenpartners zijn overwegend positief over de inzet en resultaten van De Eburon, alsmede de onderlinge samenwerking. Hieronder een aantal reacties op de vraag aan ketenpartners om een oordeel over De Eburon; Novadic – Kentron Ik ben zeer tevreden over de samenwerking. Professioneel vind ik dat jullie, voor cliënten met verslavingsproblematiek en LVB, goed inspelen op hun behoeften. Jullie signaleren risicosituaties en bieden oplossingen daar waar cliënten dit niet zelf kunnen. Hierbij spelen jullie voortdurend in op de mogelijkheden van cliënten, sluiten aan bij hun zorgbehoefte en werken zodoende vraaggericht. Iets wat ik, bij deze specifieke doelgroep, heel bijzonder vindt. Jullie kennen het klappen van de zweep m.b.t. samenwerking met grote instellingen. Jullie hebben begrip voor wachtlijsten en protocollen, zitten voortdurend op samenwerking en leggen geen druk maar kijken vooral hoe er in het heden en in de toekomst samengewerkt kan worden. Ik zou Eburon zeker adviseren bij deze doelgroep. De bewogenheid en betrokkenheid van jullie instelling vind ik zeker lovenswaardig! Outreachend casemanager jeugd Impegno Op basis van onze werkrelatie, in totaal zo'n 4 jaar, kan ik in steekwoorden een aantal oordelen aandragen: - meerwaarde op het gebied van multi-complexe trajecten 'op maat' die niet passen binnen grotere instellingen vanwege de hoge mate van flexibiteit die deze doelgroep vraagt op het gebied van wonen, werken en bemiddeling. - een sterke mate van betrokkenheid op het welzijn van de klant en diens omgeving, - een betrokken burger die gebruik maakt van zijn eigen omgeving om cliënten in hun natuurlijke omgeving kansen te bieden. Hierbij sterk op zoek naar samenwerking binnen gemeenten. Hierbij maakt de formule van het bedrijf; wonen/ begeleiding/ werk/ horeca/ camping een mooie mix mogelijk en blijft het niet bij dagbesteding in de 'marge' van de maatschappij maar echt gericht op duurzame uitstroom in de reguliere paden van werken en wonen. Teamleider Impegno Zuid Oost Brabant 34 Kwaliteitsjaarverslag 2013 10.3 Geschillen- en Klachtenregeling Ondanks onze inspanningen om kwaliteit te leveren en mensen adequaat en met respect te bejegenen, zou het voor kunnen komen dat mensen ontevreden zijn over de procesgang. Ons uitgangspunt is dat alles bespreekbaar is en het is onze insteek om hier ten alle tijden met de mensen zelf uit te komen. Mocht dit onverhoopt niet lukken, dan kunnen mensen beroep doen op een externe vertrouwenspersoon. Hiervoor heeft De Eburon een overeenkomst gesloten met een onafhankelijke mediator, die zorg draagt voor bemiddeling. Mocht ook deze externe mediator geen uitkomst bieden, dan kunnen mensen een formele klacht indienen bij de landelijke klachtencommissie van de federatie Landbouw & Zorg, waar De Eburon, sinds oktober 2012, bij is aangesloten. De Werkwijze en procedures rondom deze klachtenregeling zijn te downloaden van onze website www.de-eburon.nl In 2013 is van deze regeling geen gebruik gemaakt. 10.4 Hygiëne en veiligheid Hygiëne en veiligheid behoren ook tot het kwaliteitsbeleid. Deze kennen echter twee aspecten van kwaliteit. Enerzijds zijn hygiëne en veiligheid een gevoel en worden daarom gemeten in het klanttevredenheidsonderzoek. Anderzijds zijn hygiëne en veiligheid fysieke resultaten van het kwaliteitsbeleid. De resultaten worden jaarlijks gemeten en periodiek getoetst door uitvoering van een risico inventarisatie en evaluatie (RI&E). Dit levert actiepunten op die vervolgens in een plan worden uitgewerkt. Er zijn tal van maatregelen getroffen op het gebied van brandveiligheid en arbeidsomstandigheden, waarmee aan meer dan de eisen van de wet wordt voldaan. De werkwijze en activiteiten worden ondersteund met protocollen die helpen om adequaat om te gaan en te reageren op de risico’s tijdens de uitvoering. Mede dankzij alle voorzieningen en maatregelen hebben zich afgelopen jaar geen incidenten voorgedaan, als gevolg van onveiligheid op de werkvloer. Een drietal incidenten hebben zich voorgedaan in de woonunits, waarvan tweemaal met betrekking tot agressie van een bewoner en eenmaal als gevolg van werkzaamheden door een extern bedrijf. In het laatste geval is onderzoek lopende om herhaling te voorkomen. Incidenten worden gemeld en verwerkt zoals vermeld in het HKZ-handboek. De preventieve en / of corrigerende maatregelen worden na een incidentbespreking verwerkt. In 2013 zijn ook weer alle gereedschappen gekeurd en waar nodig vervangen of gerepareerd bij de jaarlijkse VCA keuring. Blusmiddelen zijn gekeurd en waar nodig vervangen. Alle deelnemers en begeleiders op De Eburon hebben deelgenomen aan de jaarlijkse themadag Arbo en Veiligheid en allen zijn hier voor hun BHV diploma geslaagd. De werkkleding van deelnemers wordt door De Eburon verstrekt en voldoet aan de eisen van de Arbowet. De Eburon ziet hierbij verder toe op kledingvoorschriften vastgelegd in het huisreglement, bewassing/ hygiëne, comfort en het juist gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen. 35 Kwaliteitsjaarverslag 2013 11. Privacy beleid en bejegening Een goede begeleiding gaat samen met duidelijke afspraken omtrent privacy en een respectvolle, maar effectieve bejegening. Afspraken hierover zijn vastgelegd in onder andere de huisregels & omgangsvormen en het privacyreglement. In het privacyreglement staat hoe er met persoonlijke informatie wordt omgegaan. Hierbij is de wet bescherming persoonsgegevens leidend. In de praktijk is het zo, dat voor iedere deelnemer een papieren dossier wordt aangelegd. Dit dossier staat in een afgesloten kast opgeborgen, welke alleen toegankelijk is voor begeleiders. Het dossier is echter te allen tijde ter inzage beschikbaar voor ouders en/ of deelnemers. Naast het papieren dossier wordt sinds 2011 ook een digitaal dossier gebruikt. Deze dossiers zijn onderdeel van het cliëntvolgsysteem, waarin ook rapportages worden aangemaakt. Niets uit deze dossiers kan worden gedupliceerd en toegang kan worden afgeschermd. Dit wordt geregeld via de directie. Alle gegevens in dit programma (Qurentis) worden om veiligheidsredenen opgeslagen op een externe server van de programmabeheerder. Hier zijn de gegevens optimaal beschermd tegen misbruik. Bejegening is eveneens vastgelegd in een aantal formele documenten, naast de huisregels & omgangsvormen, zoals de protocollen ‘omgaan met ongewenste intimiteiten’ en ‘omgaan met agressie’. Daarnaast worden werknemers gehouden aan wet en regelgeving, beroeps- en gedragscodes, zoals die in deze branche gelden. Er is, net als in voorgaande jaren, in 2013 geen gebruik gemaakt van de klachtenprocedure die De Eburon hanteert. Informele klachten zijn serieus behandeld en hebben in sommige gevallen geresulteerd in verbetervoorstellen. Deze verbetervoorstellen worden waar gewenst in het beleid van De Eburon verwerkt. De klachtenregeling van De Eburon valt onder de landelijke klachtencommissie van de Federatie Landbouw & Zorg. Het reglement voor deze klachtenregeling is te downloaden op onze website. De klachtenregeling wordt tevens meegenomen in het introductie- en inwerkplan van zowel deelnemers als medewerkers. 12. Ketenpartners De Eburon zoekt daar waar mogelijk samenwerking met andere partijen om doelstellingen en ontwikkeling van deelnemers te ondersteunen. De Eburon werkt samen met tal van organisaties en bedrijven die hierin hun bijdrage willen leveren. Dit veelal op geheel vrijblijvende en informele wijze. Gek genoeg zijn samenwerkingspartners gemakkelijker te vinden buiten de keten. De meeste instellingen in de sector zijn zeer gesloten en zijn niet genegen samenwerking aan te gaan. Is er sprake van samenwerking dan is er vaak sprake van samenwerking op cliëntniveau, zoals met; de Raad van de Kinderbescherming (RvdK), de GGZe, ISD de Kempen, Novadic-Kentron, MEE, Lunetzorg en Opsy. 36 Kwaliteitsjaarverslag 2013 Als je een beetje beter wil zijn, wees dan competitief. Wanneer je exponentieel beter wil zijn, wees dan coöperatief. William Shakespeare Het resultaat van een focus op samenwerking in 2013 heeft geleid tot een formeel samenwerkingsverband in de vorm van Zorg coöperatie Brabant U.A. als een samenwerking tussen een vijftal kleinschalige zorgaanbieders te weten; Autismepunt, ’t Venster, CarePower, zorgbureau van Rijn en De Eburon. Daarnaast is er een formele samenwerking tot stand gekomen in de vorm van een ondernemersvereniging in het natuurgebied, waar De Eburon haar hoofdlocatie heeft. Deze samenwerking die in eerste instantie gericht is op bevordering van de economische situatie, zal uiteindelijk intensief betrokken worden bij het aanbod van begeleidingsmodulen met arbeidstoeleiding in het bijzonder. De ondernemersvereniging is een initiatief tot maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) , waarbij aandacht is voor natuur & milieu, leefbaarheid en maatschappelijke context. Een voorbeeld voor het netwerken van zorgaanbieders, waarbij verder gekeken moet worden dan de sector zorg & welzijn. Ook lokale overheden, maatschappelijke organisaties en het bedrijfsleven kunnen een belangrijke rol vervullen in deze samenwerking (in het geval van lokale overheden is dat een andere rol, dan die van penningmeester of schatkistbewaarder). Ik durf zelfs te stellen dat zij noodzakelijk participeren in een efficiënt en duurzaam antwoord op de vraag die er ligt. Van daaruit moet niet worden gekeken naar verschillen, maar naar overeenkomsten zoals de maatschappelijke context waarin wij onze diensten aanbieden. Naar mijn idee leidt een dergelijke samenwerking uiteindelijk tot winst voor alle partijen, inclusief de doelgroep en de maatschappij in zijn geheel, die uiteindelijk de reden zijn van ons bestaan. 37 Kwaliteitsjaarverslag 2013 13. Terugblik 2013 / Vooruitblik 2014 2013 is voor ons een jaar geweest van gemengde gevoelens, waar we ook als dusdanig op terugkijken. Een hectisch jaar, waarin veel gebeurt en gedaan is, maar waar feitelijk weinig concrete wapenfeiten voor ontwikkeling van De Eburon als organisatie uit voortgekomen zijn, ondanks het feit dat alle doelstellingen, in het vorig jaarverslag beschreven, zijn gerealiseerd of in ontwikkeling zijn. Natuurlijk heeft De Eburon haar Naamswijziging doorgevoerd. Een minimale verandering die meer gericht is op de lange termijn doelen van De Eburon; een imagoverandering van zijnde een zorgboerderij met alle stigma’s die daaraan kleven, naar een (nu nog) minder definieerbare, maar dynamische organisatie die meebeweegt met ontwikkelingen en trends op de zorgmarkt en welke aansluit bij de behoefte die voortvloeit uit de dynamische contextuele factoren. En ook heeft De Eburon haar doelstelling voor 2013 behaald, met de gevonden (formele) samenwerking in de vorm van Zorg coöperatie Brabant U.A. en Ondernemersvereniging Natuurpoort De Witrijt. De resultaten van deze samenwerking zullen geen vermelding krijgen in 2013. De oprichting van deze samenwerkingsverbanden zijn het grootste wapenfeit in de ontwikkeling van De Eburon voor 2013. In 2014 zullen de resultaten voornamelijk bestaan uit kaders voor verdere ontwikkeling van aanbod en professionaliteit. De waarde van deze wapenfeiten worden echter niet onderschat en zijn wel degelijk aanknopingspunten voor verdere ontwikkeling in 2014, waar zoals eerder gezegd, veel van wordt verwacht. In 2014 zal de koers van De Eburon voor de toekomst bepaald worden in het verlengde van keuzes gemaakt in 2013 en de resultaten van een verdere bezinning op motivatie en drijfveren. Verder zullen ook mogelijkheden die worden gezien om ons werk te kunnen voortzetten, met behoudt van de intrinsieke motivatie en volgens onze visie op dienstverlening, bepalend zijn voor deze koers. We kunnen ons zelf de illusie gunnen van een maakbaar zorglandschap, waarin alle noodzakelijke facetten voorhanden zijn om tot een ideale situatie te komen. Het is realistischer dit zorglandschap te verkennen en een inschatting te maken van de meest optimale situatie, waarin de dienstverlening van De Eburon tot stand kan komen. Vervolgens zal het oordeel geveld moeten worden of De Eburon zich aan deze omstandigheden kan conformeren. De Eburon kan deze afweging niet maken op basis van economische kengetallen en zal daarin haar mens- en maatschappijvisie zwaarder laten wegen. Het individueel belang en het maatschappelijk belang zijn niet altijd in harmonie. Dat is een inzicht dat zich in 2013 heeft ontwikkeld tot een volledig bewustzijn. Op de eerste plaats is het de overheid, die het individu in haar beleid ondergeschikt heeft gemaakt aan het maatschappelijk (economisch) belang. Dit slaat wat mij betreft vooral op de kwetsbaren in onze samenleving, omdat hier het meeste effect van een dergelijk beleid wordt gevoeld. Anderzijds mag van mij hier het bewustzijn van de eigen verantwoordelijkheid best worden gestimuleerd, om nadruk te leggen op een maximale inspanningsverplichting van het individu. 38 Kwaliteitsjaarverslag 2013 Ik ben van mening dat veel zorgvragers een product zijn van een betuttelende zorgcultuur, waarin het vanzelfsprekend is geweest dat verwachtingen enkelzijdig mogen worden afgedwongen. Ik zie ondersteuning en begeleiding als een gunst en noodzakelijke (medische) verzorging als een recht. Een gunst die dient te worden verleend in wederkerigheid. Consumeren in afhankelijkheid van ondersteuning en begeleiding (en financiering daar van) is mij een gruwel en deze gedachte is altijd een bepalende factor geweest in onze benadering van dienstverlening. Onze gemengde gevoelens met betrekking tot de terugblik hebben hier dan ook zeer zeker hun betrekking. Het is jammer dat het “nieuwe” beleid van de overheid vooral tot doel lijkt te hebben om kosten te besparen, door de toegang tot zorg te beperken. Veel kosten kunnen worden bespaard in samenwerking, efficiëntie en bestrijding van fraude. Het excuus om zo aan te sturen op een participatiesamenleving met betrokken burgers, wordt hierdoor mogelijk wel bewaarheid. Economische recessie kan mensen echter zowel bijeen brengen, als uit elkaar drijven. Het gevoel van cohesie, door wederzijdse afhankelijkheid heeft meer kans van slagen. Hier hoort echter ook de bewuste zorgvrager bij, die bewust is van zijn/ haar afhankelijkheid en inspanningsverplichting om de inzet van ondersteuning/ begeleiding succesvol te maken. Daarnaast mag de dienstverlener zich bewust zijn van haar/ zijn bestaansrecht in verhouding tot de contextuele factoren die de vraag/ behoefte beïnvloedt/ bepalen. Ik heb er goede hoop in dat de ingezette vermaatschappelijking van de zorg, deze uitwerking op mensen zal hebben. Context is alles bepalend voor keuzes in het heden en de toekomst. De context is nu nog niet helder voor een zeer nabije toekomst, en kan daarom niet bepalend zijn voor het bepalen van onze koers. De aanknopingspunten liggen dan ook dichter bij ons zelf en bepalen slechts de wijze waarop we ons voorbereiden op een situatie waarin deze context wel helder is. Voor De Eburon geldt dat, zij dit doet met een bepaalde terughoudendheid, maar niet in passiviteit. Er wordt geïnvesteerd in informatie/ verdieping, onderzoek en samenwerking, zonder dat er overhaaste stappen/ keuzes worden gemaakt. Uiteindelijk zal De Eburon klaar zijn om acuut en adequaat aan te sluiten bij de vraag die vanuit de maatschappij ontstaat, op een manier die past bij De Eburon. U heeft eerder in dit verslag kunnen lezen waar we nu staan en hoe het van hier verder zal gaan leest u in de komende jaarverslagen. Ik hoop dat ik er nog vele mag schrijven en dat u en ik daarin herkennen wat u zojuist allemaal gelezen hebt. Uiteraard werken we vanaf nu, te beginnen bij 2014, toe naar die toekomst. Zonder focus op die toekomst gaat dit niet lukken. Een visie op die toekomst heeft u eveneens eerder in dit verslag kunnen lezen. Wat we in het komende jaar willen realiseren leest u vervolgens hieronder op een rij. Een schot voor de boeg; Aansluiting vinden bij de opdracht vanuit de lokale overheden/ WMO en een kleiner aandeel in de uitvoering van de AWBZ / LIZ. Een bredere instroom van cliënten op arbeidstoeleiding en arbeidsre-integratie trajecten, die ook in capaciteit en diversiteit zullen toenemen. 39 Kwaliteitsjaarverslag 2013 Uitbreiding van capaciteit en instroom, individuele trajecten, ambulante begeleiding Verdere afbouw van interne woonplekken in eigendom van De Eburon. Optimaliseren van samenwerking, en de uitvoering van doelstellingen in aanbod van zowel Zorgcoöperatie Brabant U.A. als die van O.V. Natuurpoort “De Witrijt”. 40 Kwaliteitsjaarverslag 2013 14. Nawoord / woord van dank Op de eerste plaats mijn dank voor de moeite die u heeft genomen om dit te lezen, waarmee u blijk geeft van enige vorm van betrokkenheid bij De Eburon als organisatie. Dit jaarverslag is mogelijk niet het jaarverslag dat u had verwacht te lezen, daar het geen klinische weergave is van cijfers en feiten. Naar mijn idee is het proces van bezinning met het schrijven van dit verslag ingezet. Het kent een lange, beschouwende inleiding en vele uitstapjes naar de context van keuzes en uitspraken. Ik kan alleen van harte wensen dat u na het lezen van dit jaarverslag, de zin en de onzin van de inhoud kunt inzien. Ook hoop ik dat het een enigszins prettige leeservaring voor u is geweest. Voor mij persoonlijk is het schrijven van het jaarverslag een zeer prettige en zinvolle bezigheid. Het zet zaken in perspectief, laat me mijn frustraties uiten en positieve verworvenheden bekrachtigen. Ik ben er mij van bewust dat dit jaarverslag op sommige punten een weinig concreet en zelfs abstract is. Dat het vooral een beschrijving is van de visie van ondergetekende op algemene ontwikkelingen en wellicht minder op de ontwikkelingen van De Eburon. Voor mij echter is het op dit moment de enig mogelijke wijze om de status quo te omschrijven en De Eburon hierin te positioneren. Naast een tomeloze inzet om dat wat wij momenteel bieden, zo goed mogelijk te doen, voelt het een beetje als zijnde dwalende om de juiste koers weer op te pikken, daar waar het de verdere ontwikkeling van De Eburon betreft. Hierdoor komt de beschrijving soms wellicht zwaarmoedig over, terwijl wij toch redelijk optimistisch zijn over de kansen die deze situatie biedt. Ik zal u bij deze beloven dat ik, samen met alle medewerkers van De Eburon, mijn uiterste best zal doen om van het volgende jaarverslag een uitsluitend positief verhaal te maken dat u anderszins zal bezig houden. U heeft kunnen lezen dat wij onze missie serieus nemen en dat De Eburon meebeweegt met de ontwikkelingen, maar ook duidelijk haar grenzen stelt wanneer er geen overeenkomst meer zal zijn tussen de randvoorwaarden van de opdracht en de randvoorwaarden die wij stellen aan onze dienstverlening. De conclusie zou dan ook kunnen zijn dat De Eburon niet meer kan voorzien in een behoefte. Hetzij de behoefte van beleidsmakers, hetzij in de behoefte van hulpvragers, hetzij de behoefte van De Eburon als organisatie om vrij en op eigen wijze haar aanbod vorm te geven en de gebruikers hierover te laten oordelen. Voor nu en de nabije toekomst stellen we ons, het belang van de menselijke maat en kwaliteit met betrekking tot efficiëntie als primair doel. Mogelijk laten wij ons onder druk van de huidige ontwikkelingen, verhoudingsgewijs meer leiden door de collectieve behoefte in plaats van de individuele behoefte. Dit geeft wellicht een iets ander perspectief op begeleiding en daarmee een merkbaar andere insteek op de geboden begeleiding, maar dit blijkt tot op heden uiteindelijk ook tot tevredenheid te stemmen! 41 Kwaliteitsjaarverslag 2013 Wat we niet zullen doen, is ons laten leiden door paniekreacties en keuzes maken die ten koste gaan van de basis; de visie, motivatie en drijfveren van ondergetekende en medewerkers. Iets wat tot zover in dit verslag niet of nauwelijks is uitgesproken is de kracht van de interne samenwerking. Het is een prachtig gegeven dat De Eburon gelijkgestemden heeft gevonden om tot een verregaande samenwerking te komen, maar de flexibiliteit van de organisatie ligt besloten in de draagkracht die de keuzes en benaderingswijze heeft binnen het eigen team. De overheersende mentaliteit binnen de gelederen van De Eburon is dat iedereen eenzelfde verantwoordelijkheid draagt om in gezamenlijkheid dat te doen wat moet gebeuren en meer, om er voor te zorgen dat (ook organisatie) doelen in optima forma worden bereikt. Ik heb hier eerder geschreven dat Synergie veruit het mooiste woord is dat ik ken, mede door haar betekenis; Het effect waarbij de uitkomst hoger is dan de som der delen en de winst dus hoger dan haalbaar op basis van individuele inspanningen. Dat geldt zeker ook voor De Eburon als organisatie en de winst ervan wordt dan ook aantoonbaar ervaren door cliënten, ouders en ketenpartners van De Eburon. Aan ieder die dit verslag gelezen heeft en speciaal diegene die ons niet kennen en in dit jaarverslag voor het eerst kennis maken met onze opvattingen en werkwijzen ten aanzien van de dienstverlening aan onze doelgroep, zou ik willen vragen om de inhoud van dit verslag goed te laten doordringen en bij zichzelf af te vragen of deze visie, opvattingen en uitgangspunten voor begeleiding, niet de basis zouden moeten zijn voor begeleiding in het algemeen. Zou het niet zo moeten zijn dat naast een zakelijk professionele benadering van bedrijfsvoering, de enige juiste benadering zou moeten liggen in een mens- en maatschappijvisie waarvan de praktische uitvoering voorziet in een behoefte? Deelt u deze opvatting dan vraag ik u ons hierin te steunen op de manier die u past, waarvoor bij deze op voorhand mijn dank. Mocht u hier anders over denken, ook dan hoop ik dat u de moeite neemt om uw opvattingen met mij/ ons te delen opdat wij onze opvattingen kunnen bij stellen. Ik wil u als lezer nogmaals bedanken, namens het team van De Eburon, voor uw aandacht en betrokkenheid bij onze maatschappelijke taak en ‘bevlogen’ koers. Ik weet nooit of ik medelijden moet hebben met iemand die tot bezinning komt, of dat ik hem moet feliciteren. W. M. Thackeray Theo Smeulders Bergeijk, 28 december 2013. 42