HAN – Instituut Sport- & Bewegingsstudies – SENECA, expertisecentrum voor Sport, Arbeid en Gezondheid Reader cursus ‘In beweging met type 2 diabetes’ Reader Cursus ‘In beweging met type 2 diabetes’ Nick Iedema Oktober 2008 SENECA, expertisecentrum voor Sport, Arbeid en Gezondheid 1 HAN – Instituut Sport- & Bewegingsstudies – SENECA, expertisecentrum voor Sport, Arbeid en Gezondheid Reader cursus ‘In beweging met type 2 diabetes’ Inhoud Verklarende woordenlijst 1. Inleiding & verantwoording 2. Wat is type 2 diabetes? 3. Gezondheidsvoordelen van bewegen 4. Richtlijnen voor bewegen bij type 2 diabetes 5. Wat te doen bij complicaties Opdrachten Literatuur 5 3 7 9 10 12 14 18 2 HAN – Instituut Sport- & Bewegingsstudies – SENECA, expertisecentrum voor Sport, Arbeid en Gezondheid Reader cursus ‘In beweging met type 2 diabetes’ Verklarende woordenlijst: Acarbose Acarbose is een bloedglucose verlagend middel. Het remt de afbraak van koolhydraten in de darm, waardoor de glucose langzaam vrijkomt en dus langzamer in het bloed terechtkomt. BMI Body-mass index (BMI) is een index die de verhouding tussen lengte en massa bij een persoon weergeeft. Cholesterol Bijna overal in het lichaam voorkomend lipoϊd. Complicatie Verwikkeling, bijkomende ziekte. Hypertensie Bloeddrukverhoging als verschijnsel bij een ziektetoestand. Leefstijl Alle gedrag dat van invloed is op de gezondheid. Lipiden Lipiden zijn een klasse van moleculen die onoplosbaar zijn in water en die bestaan uit lange koolstofketens met zuurstof-, fosfor-, stikstof- en zwavelatomen. Vetachtige stoffen. Metabolisme Het geheel van biochemische processen die plaats vinden in cellen en organismen. Multifactoriele aandoeningen Multifactoriële aandoeningen worden veroorzaakt door een ingewikkeld samenspel van verscheidene (= multi) factoren, zowel genetische factoren als factoren van buitenaf. Nefropathie Ziekte van de nieren. Neuropathie Zenuwaandoening. Oraal De mond. Polydipsie Dorst. Polyurie De aanwezigheid van glucose (druivensuiker) in de urine. Prediabetes Voorstadium van diabetes. Prevalentie Het aantal gevallen per duizend of per honderdduizend op een specifiek moment in de bevolking. 3 HAN – Instituut Sport- & Bewegingsstudies – SENECA, expertisecentrum voor Sport, Arbeid en Gezondheid Reader cursus ‘In beweging met type 2 diabetes’ Psychosociaal Situaties en relaties waarin psychische en maatschappelijke aspecten een belangrijke rol spelen. Retinopathie De benaming voor oogklachten die worden veroorzaakt door (slecht behandelde) suikerziekte. Sulfonureumderivaten Orale bloedglucoseverlagende middelen. Triglyceriden Is een ester van glycerol en drie vetzuren. Triacylglycerol komt voor in natuurlijke vetten en oliën (lipiden). Veneus plasma Aderlijk bloed zonder cellen. 4 HAN – Instituut Sport- & Bewegingsstudies – SENECA, expertisecentrum voor Sport, Arbeid en Gezondheid Reader cursus ‘In beweging met type 2 diabetes’ Inleiding & verantwoording Achtergrond De postmoderne samenleving waarin we tegenwoordig leven, kenmerkt zich door vergaande automatisering, bureaucratisering, vergaande technologische ontwikkelingen, mediasering, etc. Deze ontwikkelingen hebben de kwaliteit van het leven van mensen enorm vergroot. Echter, ze vormen ook een bedreiging: we hoeven steeds minder te bewegen om onze dagelijkse bezigheden uit te kunnen voeren. Hierdoor zijn allerlei welvaartsziekten ontstaan zoals obesitas, hart- en vaatziekten, bepaalde vormen van kanker en diabetes. Mede door de toename van het aantal mensen dat lijdt aan een welvaartziekte, is het belang van sport en bewegen in de Nederlandse samenleving in de laatste 15 jaar enorm toegenomen. Crum (1991) noemde deze (culturele) opwaardering van sport ‘de versporting van de samenleving’. Sport neemt een steeds belangrijkere plek in de maatschappij in, niet alleen ten behoeve van de sportbeoefening op zichzelf, maar vooral ook door andere doelen (gezondheid, integratie, waarden & normen) die door sportbeoefening bereikt kunnen worden. In de laatste jaren wordt sport een steeds belangrijkere functie toebedeeld, door de mogelijkheden die sportbeoefening met zich meebrengt om de gezondheid van mensen te verbeteren en/of behouden. Eén van de grootste gezondheidsproblemen die in de maatschappij veel voorkomt is obesitas (ernstig overgewicht). Steeds meer mensen, en zeker ook kinderen, hebben overgewicht. Gelukkig hebben we in Nederland nog geen Amerikaanse toestanden, maar dat teveel mensen te zwaar zijn is wel duidelijk. In de laatste 10 jaar is het aantal kinderen met overgewicht verdubbeld: 1 op de 7 kinderen heeft een vorm van overgewicht. Dit aantal ligt in achterstandswijken zelfs nog hoger (TNO, 2007). Overgewicht hangt nauw samen met: type 2 diabetes. Door overgewicht neemt de bloedsuikerspiegel toe, wat een vergrote kans geeft op diabetes. Type 2 diabetes in cijfers Volgens cijfers van het RIVM hadden in 2003 ruim 600.000 mensen diabetes. Negentig procent van die mensen had diabetes type 2. Het aantal mensen met diabetes type 2 stijgt jaarlijks met zo’n 70.000 mensen. Daarnaast heeft ongeveer een kwart miljoen mensen diabetes zonder dit te weten. Naast de gediagnosticeerde mensen met diabetes zijn er naar schatting 900.000 mensen met een verhoogd risico op diabetes. De kans op type 2 diabetes in families die niet van Nederlandse oorsprong zijn ligt hoger, met name binnen de Surinaamse, Turkse en Marokkaanse bevolkingsgroep (RIVM, 2003). De prevalentie van type 2 diabetes is bij mannen en vrouwen in de periode 1972-2002 respectievelijk verdrievoudigd en verdubbeld. In 2003 hadden naar schatting 600.000 mensen type 2 diabetes (Maas, 2007). Tegengaan gezondheidsproblemen Jarenlang was het overheidsbeleid erop gericht ‘om te genezen’. Gelukkig is er de laatste jaren een omslag te zien. Eén van de veranderingen is meer aandacht voor preventie. De laatste jaren zijn er tal van onderzoeken verricht waaruit blijkt dat sport en bewegen een belangrijk preventief middel kan zijn ter voorkoming van allerlei ziekten. 5 HAN – Instituut Sport- & Bewegingsstudies – SENECA, expertisecentrum voor Sport, Arbeid en Gezondheid Reader cursus ‘In beweging met type 2 diabetes’ In opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) is de beweegkuur ontwikkeld door het Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen te Bennekom, in samenwerking met veel partners in de gezondheidszorg. Bij type 2 diabetes kan het ontwikkelen van een actieve leefstijl ervoor zorgen dat mensen met een verhoogd risico de ziekte niet krijgen of dit kunnen uitstellen. Voor mensen die al diabetes hebben, kan het de kans op complicaties door diabetes aanzienlijk verminderen. Bijna de helft van de Nederlanders beweegt nog te weinig Ondanks dat het belang van sport en bewegen de laatste jaren steeds meer wordt benadrukt bewegen veel mensen in Nederland nog steeds te weinig. Slechts 45% van de Nederlandse bevolking voldoet aan de beweegnormen! Europees gezien scoort Nederland daarmee vrij hoog, maar gelukkig is dat geen graadmeter voor beleidsmakers en politici. Er zijn de laatste jaren tal van campagnes gestart om mensen meer in beweging te krijgen. Zo is het Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen ( NISB) onlangs gestart met de campagne 30MINUTENBEWEGEN! GEWOON DOEN!. Onder het motto ‘alle gemeenten bewegen’ toerde NISB met een campagnebus door het land. Directeur Clemence Ross bezocht in drie dagen alle Nederlandse provincies. Vooral mensen met zittende beroepen en schoolgaande jeugd blijven achter bij de norm van 30 minuten bewegen per dag. Deze doelgroepen zijn het speerpunt voor het NISB. Allerlei acties staan komend jaar op het programma om ook deze doelgroepen aan het bewegen te krijgen.” Start met” (beweegclinics voor beginnende sporter), “Beweegmaatje” (internetcommunity) en evenementen op vmbo-scholen zijn een aantal projecten die het NISB opzet in 2007. Het belangrijkste doel is om alle mensen bewust te maken van het feit hoe simpel het is om 30 minuten bewegen in het dagelijkse leven in te passen. Bron:NISB Doel cursus Na deze cursus heeft de cursist inzicht in het werkingsmechanisme van type 2 diabetes, kent de richtlijnen bij het sporten met type 2 diabetes en kan deze richtlijnen toepassen in de praktijk. 6 HAN – Instituut Sport- & Bewegingsstudies – SENECA, expertisecentrum voor Sport, Arbeid en Gezondheid Reader cursus ‘In beweging met type 2 diabetes’ Wat is type 2 diabetes Beschrijving Synoniemen voor type 2 diabetes zijn suikerziekte, ouderdomssuiker en NIADM (Niet Insuline Afhankelijke Diabetes Mellitus). Type 2 Diabetes is een multifactoriële aandoening. Er kan sprake zijn van een erfelijke aanleg, maar ook omgevingsfactoren kunnen een rol spelen. Bij type 2 diabetes is het glucose metabolisme verstoord. Het lichaam heeft moeite met het naar beneden brengen van de glucoseconcentratie in het bloed. De lichaamscellen hebben moeite om glucose op te nemen. Hierdoor blijft de bloedglucose concentratie hoog. Insuline is verantwoordelijk voor de opname van glucose door de cel. Nuchtere insuline spiegels zijn echter normaal of zelfs licht verhoogd bij patiënten met type 2 diabetes. Skeletspierweefsel is het grootste orgaan dat verantwoordelijk is voor de van insuline afhankelijke opname van glucose uit het bloed. (Hawley, 2008) De alvleesklier produceert in het beginstadium voldoende insuline. Spiercellen zijn echter slecht in staat het binnen de cel te krijgen om het vervolgens op te slaan, of te verbranden. Het onvermogen van de skeletspier om glucose op te nemen wordt insulineresistentie genoemd. Bij type 2 diabetes is naast het glucosemetabolisme ook het vetmetabolisme verstoord. Het lipidenprofiel wordt gekenmerkt door een laag HDL-cholesterol, een hoge triglyceridenconcentratie en een normaal tot lichtverhoogd LDLcholesterolgehalte. Ook hebben mensen met type 2 diabetes vaker hypertensie, in sommige studies wel tot 60%. De kans op hart- en vaatziekten is bij mensen met diabetes twee tot vier maal groter dan bij niet-diabetespatiënten en 70 procent van de mensen met diabetes overlijdt aan hart- en vaatziekten. Ruim 90% van de vrouwen en 80% van de mannen met type 2 diabetes heeft overgewicht (BMI >25kg/m2). Omgekeerd hebben mensen met overgewicht een grotere kans om type 2 diabetes te ontwikkelen. In tegenstelling tot type 1 diabetes produceert het lichaam nog wel insuline. Type 2 diabetes is daarom niet insulineafhankelijk. Insuline is een hormoon dat er voor zorgt dat glucose vanuit het bloed in de lichaamscellen wordt opgenomen. Glucose dient als brandstof voor de cellen. De lichaamscellen zijn alleen minder gevoelig (resistent) geworden voor insuline, waardoor het glucosegehalte in het bloed veel te hoog kan worden. Gewichtsverlies komt niet vaak voor. Type 2 diabetes verloopt gewoonlijk milder dan type 1 diabetes. Er is op den duur kans op complicaties zoals nierproblemen, problemen aan ogen, benen en voeten, aan hart en vaten en het zenuwstelsel. (Maas, 2007) Diagnose Verschijnselen van type 2 diabetes zijn moeheid, veel drinken, veel plassen, dorst, droge mond en verminderde weerstand tegen infecties, zoals urineweginfecties of schimmels. Vaak terugkerende infecties Nuchtere glucosewaarden van hoger dan 6,9 mmol/l in het veneuze plasma, samen met symptomen polyurie en polydipsie, wijzen ondubbelzinnig op type 2 diabetes. Licht gestoorde glucosewaarden > 5,6 en < 6,9 mmol/l zijn mogelijk een voorspelling op het ontwikkelen van type 2 diabetes. Naast nuchtere glucose 7 HAN – Instituut Sport- & Bewegingsstudies – SENECA, expertisecentrum voor Sport, Arbeid en Gezondheid Reader cursus ‘In beweging met type 2 diabetes’ wordt bij de diagnostiek ook gebruik gemaakt van de 2-uurs waarde. Ontregeling van de koolhydraatstofwisseling komt bij diabetici sterk tot uiting bij koolhydraatbelasting. Diabetes kan worden aangetoond door twee uur na een flink ontbijt de glucosewaarden te bepalen. Glucosewaarden > 11,0 mmol/l in veneus plasma, samen met polydipsie en polyurie, tonen diabetes aan. De referentie twee uur na koolhydraatbelasting is <7,8 mmol/l. Bij waarden van 7,8-11,0 mmol/l spreekt men van een gestoorde glucosetolerantie. (Raymakers, 2005) Behandeling De behandeling van type 2 diabetes is gericht op het onder controle houden van de bloedsuikerwaardes. Aanvankelijk bestaat de behandeling uit een leefstijladvies bestaande uit meer bewegen, gewichtsverlies nastreven en een gezonde voeding. Later kunnen orale diabetesmedicatie worden voorgeschreven. Bij de patiënt op leeftijd kan soms insuline nodig zijn, maar meestal zijn een dieet en orale bloedsuiker verlagende geneesmiddelen voldoende. Bij de behandeling wordt ernaar gestreefd complicaties op langere termijn te voorkomen, te verminderen of uit te stellen. Richtlijnen voor voeding, beweging, en aandacht voor psychosociale begeleiding kunnen deel uit maken van de behandeling. (Diabetesfonds, 2008) Onderstaande tabel geeft een overzicht met richtlijnen in de behandeling van type 2 diabetes op basis van een review van Hayes et al. 8 HAN – Instituut Sport- & Bewegingsstudies – SENECA, expertisecentrum voor Sport, Arbeid en Gezondheid Reader cursus ‘In beweging met type 2 diabetes’ Gezondheidsvoordelen van bewegen Algemeen Bewegen heeft een gunstig effect op de insuline gevoeligheid van spier- en levercellen. Spiercel glucose opname en gebruik. Structureel uitgevoerde lichamelijke activiteit zorgt voor een verbeterd bloedlipidenprofiel, een lager lichaamsgewicht en vetpercentage, lager bloeddruk en positief effect op gevoeligheid voor trombose en dus het risico op hart- en vaatziekten. Deze afname van het risico op hart- en vaatziekten is juist voor mensen met diabetes van belang, omdat mensen met diabetes twee keer meer kans hebben op ernstige hart- en vaatziekten en twee tot vier keer meer kans hebben om te overlijden aan de complicaties van hart- en vaatziekten, vergeleken met de normale populatie. Het aannemen en behouden van een actieve leefstijl kan dit risico met 35 tot 55 procent verminderen. Aanvullend op bovenstaande effecten kan fysieke activiteit bijdragen aan de preventie en het uitstellen van de ontwikkeling van lange termijn complicaties van diabetes, zoals neuropathie, retinopathie en nefropathie en het vertraagd de ontwikkeling van bestaande complicaties. Insulinegevoeligheid neemt met een factor twee toe, als naast meer bewegen ook wordt gestreefd naar gewichtsverlies. (Hawley, 2008) (Hayes, 2008) Lichamelijke activiteit kan ook gevoelens van stress en angst reduceren, het verhoogd het gevoel van welbevinden, reduceert het risico op chronische ziekten en verminderd de functionele achteruitgang die optreed bij het ouder worden. Preventie van diabetes In de afgelopen jaren zijn er vier onderzoeken uitgevoerd die suggereerden dat lichamelijke activiteit, als onderdeel van een leefstijlinterventie, het krijgen van type 2 diabetes voorkomen of vertraagd kan worden als resultaat van deze interventie. In deze studies was de progressie van prediabetes naar diabetes verlaagd van 31 tot 63 procent in volwassenen met verlaagde glucose tolerantie als gevolg van de leefstijlinterventies met fysieke activiteit. Fysieke activiteit speelt een belangrijke rol in het uitstellen of voorkomen van type 2 diabetes bij diegene die een verhoogd risico hebben, zowel door direct door het verbeteren van de insuline gevoeligheid als indirect door het verbeteren van het lichaamsgewicht en de lichaamssamenstelling. (Hayes, 2008) Beweging is effectief in het onder controle houden van bloedglucosewaarden, omdat het een insulineachtig effect teweegbrengt dat de opname van glucose bevordert zelfs bij een tekort aan insuline. (Maas, 2007) 9 HAN – Instituut Sport- & Bewegingsstudies – SENECA, expertisecentrum voor Sport, Arbeid en Gezondheid Reader cursus ‘In beweging met type 2 diabetes’ Richtlijnen voor bewegen bij type 2 diabetes Richtlijnen voor bewegen De doelstellingen ten aanzien van fysieke activiteit zijn in de meeste onderzoeken naar het effect van bewegen op type 2 diabetes gelijk aan volksgezondheidsaanbevelingen beschreven door US Surgeon General Report, welke vraagt om een matige inspanningsintensiteit van 30 minuten per dag gedurende de meeste dagen van de week. Deze 30 minuten hoeven niet aaneengesloten te zijn, maar kunnen verdeeld zijn in korte inspanningsmomenten van tenminste 10 minuten of langer. Deze activiteiten kunnen bestaan uit een grote variatie aan activiteiten. Dus niet alleen sport of vastgestelde beweegmomenten. Grotere gezondheidseffecten worden verwacht bij het overschrijden van de aanbevelingen. Het allerbelangrijkst, om de gezondheidseffecten te behouden, is dat de activiteiten structureel over meerdere jaren moet worden uitgevoerd. De meeste typen lichamelijke activiteit, inclusief vrijetijds activiteiten, recreatie spelen, en hoog prestatieve sporten zijn geschikt voor mensen met diabetes. Het is wel belangrijk dat mensen met diabetes sporten onder toezicht gekwalificeerde instructeurs. Ook moet voor aanvang van een trainingsprogramma er een deugdelijke screening op het risico voor hart- en vaatziekten en andere aandoeningen hebben plaatsgevonden. Belangrijk is dat de lichamelijke activiteit geregeld en consequent wordt uitgevoerd. Een combinatie met aerobe activiteit aangevuld met krachttraining wordt aanbevolen. Omdat de verhoogde insuline gevoeligheid na het sporten 24 tot 72 uur aanhoudt, afhankelijk van de duur en intensiteit van de inspanning, wordt aanbevolen geregeld verspreid over de week te sporten. Matige inspanning na de maaltijd kan de bloedglucosespiegel en lipoproteinenprofiel doen normaliseren. Ook kan inspanning de drang naar snacks verminderen. Het sporten na de maaltijd kan ook het risico op sport gerelateerde hypo’s verminderen. Het bijhouden van de dagcurve van de bloedglucosespiegel kan handvatten bieden om schommelingen in de bloedglucosespiegel te herkennen en bij te sturen. (Hayes, 2008) De basale aanbeveling voor cardiovasculaire training bij type 2 diabetes is 3 tot 4 keer per week 20 tot 60 minuten op 50-60 % van de hartslagreserve. Binnen deze aanbeveling zouden patiënten moeten streven naar een geaccumuleerd minimum van 1000 kcal per week. Meer energieverbruik, inclusief dagelijkse beweging zou aanbevolen kunnen worden als gewichtsafname een doel is. Voor krachttraining is het aanbevolen lagere weerstand (40-60 % van 1 herhalingsmaximum) en lagere intensiteit te kiezen. Neem voor de grote spiergroepen per spiergroep 1 set met 10 tot 15 herhalingen en bouw dit langzaam op naar minder herhalingen met een hoger gewicht. Het is daarbij wel belangrijk de gezondheid van de voeten regelmatig te controleren. Bij krachttraining moet gekozen worden voor training van de grote spiergroepen. Dit 10 HAN – Instituut Sport- & Bewegingsstudies – SENECA, expertisecentrum voor Sport, Arbeid en Gezondheid Reader cursus ‘In beweging met type 2 diabetes’ heeft een groter effect op de lediging van de glycogeenspiegels en dus een grotere insulinegevoeligheid tot gevolg. De minimale trainingsfrequentie voor krachttraining is twee keer per week met minimaal 48 uur rust tussen te trainingen. Een goede techniek, met zorg voor minimale aanhoudend kracht zetten, statisch kracht zetten en de Valsalva manoeuvre om verhoogde bloeddruk te voorkomen. Patiënten waarbij sprake is van nefropathie lopen meer risico op complicaties bij inspanningen die hoge slagaderlijke bloeddruk veroorzaken. Patiënten bekend met neuropathie hebben vaak een verminderd vermogen tot inspanning. Neuropathie in de armen en benen kan leiden tot balans verstoringen gedurende de inspanning evenals wonden en breuken aan de voeten. (Hayes, 2008) (Maas, 2007) Hoewel hypo’s niet snel te verwachten zijn bij diabetici die geen insuline spuiten kunnen toch sommige medicijnen de werkzaamheid van insuline verhogen. Wanneer door de inspanning ook de insulinegevoeligheid is verhoogd kan dit samen met een te grote opname van glucose een potentiële hypo tot gevolg hebben. (Woolf-May 2006) Zeker bij mensen met insuline afhankelijke type 2 diabetes moet één uur tot enkele minuten voorafgaand aan het starten van lichamelijke inspanning de bloedglucoseconcentratie worden gemeten. Het is moeilijk in te schatten hoeveel koolhydraten iemand extra nodig heeft bij verschillende bloedglucosewaarden. Het onderstaande overzicht is een indicatie. Tabel Indicatie voor extra koolhydraatinname per inspanningsactiviteit in combinatie met bloedglucosewaarde Door ook bij de insuline afhankelijke type 2 diabeten achteraf de bloedglucosewaarde te bepalen kan een hypoglycemie, die nog tot 24-48 uur, kan optreden vermeden worden. Wanneer de inspanning tot 1 uur duurt is het voldoende alleen water te drinken. Duurt de inspanning langer dan wordt een sportdrank aanbevolen. (NDF, 2000) 11 HAN – Instituut Sport- & Bewegingsstudies – SENECA, expertisecentrum voor Sport, Arbeid en Gezondheid Reader cursus ‘In beweging met type 2 diabetes’ Wat te doen bij complicaties Hypo en hyper Vanaf het begin van diabetes kunnen mensen last krijgen van acute ongemakken, die binnen een paar uur kunnen ontstaan. Het gaat dan vooral om een te laag of te hoge bloedsuikerspiegel: hypoglykemie (laag, kortweg hypo) of hyperglykemie (hoog, kortweg hyper). Een enkele keer een hypo of een hyper hebben is niet erg. Gebeurt dat regelmatig, dan moet wellicht de behandeling worden aangepast. Overleg dan met de arts. Vooral hoge bloedsuikerpieken kunnen op den duur leiden tot complicaties. Hypoglycemie is het meest voorkomende probleem voor diabetici die sporten. Door de verhoogde opname van glucose gedurende de inspanning is het risico op hypoglycemie gedurende en na de inspanning verhoogd. Hypoglycemie door de inspanning kan tot 48 uur na die inspanning optreden. Om hypoglycemie na de inspanning te voorkomen is het goed om glucose in het bloed te monitoren en koolhydraten te eten als het nodig is. Hoe herkent je een hypo? Komt het bloedsuikergehalte onder de 4 mmol/l dan is er sprake van hypoglykemie, ook wel een hypo genoemd. U merkt dat door: Zweten Trillen Duizeligheid plotseling wisselend humeur ongeconcentreerd zijn hoofdpijn moe hongerig huilen slaperig geïrriteerd Wanneer er een hypo optreedt kunnen koolhydraten worden ingenomen. De ideale bron is 20 gram glucose opgelost in een vloeistof. Als dit niet mogelijk is kan ook voor andere bronnen worden gekozen Met wat druivensuiker, een boterham of een limonadedrankje met veel suiker gaat het bloedsuikergehalte weer omhoog. In heel ernstige gevallen moet glucagon worden ingespoten. Roep tevens medische assistentie, wanneer er niet snel verbetering plaatsvind. 12 HAN – Instituut Sport- & Bewegingsstudies – SENECA, expertisecentrum voor Sport, Arbeid en Gezondheid Reader cursus ‘In beweging met type 2 diabetes’ Hoe herkent je een hyper? Als er te veel suiker (glucose) in het bloed zit, dus ongeveer boven de 10 mmol/l, dan is er sprake van hyperglykemie, ook wel een hyper genoemd. Mensen merken dit zelf door: veel plassen veel dorst hebben en houden vermoeidheid mogelijk plotselinge extreme humeurigheid gevoel van algehele malaise Het lichaam wil het teveel aan suiker in het bloed kwijtraken. Veel blijven drinken (maar niets zoets!) helpt daarbij. Bij gebruik van insuline en sulfonylureumderivaten is het extra opletten voor hypo’s. Wanneer er sprake is van een hypo en de deelnemer gebruik de medicijn acarbose, laat de patiënt dan geen suikerklontjes nemen. Gebruik in plaats daarvan druivensuiker of koolhydraten uit de voeding. Bij een bloedlucosewaarde van hoger dan 16 mmol/l de cliënt afraden te gaan sporten. Omdat diabetici regelmatig last hebben van vaatlijden gebruiken veel cliënten bloeddrukverlagers. Sommige groepen bloeddrukverlagers (met name bètablokkers) hebben effect op de hartfrequentie. Bij deze cliënten wordt het afgeraden de hartfrequentie te gebruiken voor het monitoren van de inspanningsintensiteit. (NDF, 2000) Bij complicaties van welke soort dan ook altijd terugrapporteren naar de behandelend arts. 13 HAN – Instituut Sport- & Bewegingsstudies – SENECA, expertisecentrum voor Sport, Arbeid en Gezondheid Reader cursus ‘In beweging met type 2 diabetes’ Opdrachten Prevalentie diabetes bij kinderen Type 1 diabetes mellitus is naast astma de meest voorkomende chronische ziekte bij kinderen. De prevalentie van diabetes bij kinderen van 0-14 jaar is volgens de huisartsenregistratie CMR-Nijmegen 0,5 per 1.000 jongens en 1,8 per 1.000 meisjes. Naast deze huisartsenregistratie is ook een schatting te maken op basis van een landelijk onderzoek uit 1996-1999 onder kinderartsen, internisten en leden van de Diabetes Vereniging Nederland. De prevalentie bedroeg in deze periode 4.200: 0,28 per 1.000 kinderen van 0-4 jaar, 0,74 per 1.000 kinderen van 5-9 jaar en 1,43 per 1.000 kinderen van 10-14 jaar. Uit de landelijke enquête “Inventarisatie type 2 diabetes bij kinderen” bleek dat bij Nederlandse kinderartsen ongeveer 60 kinderen en jongeren met type 2 diabetes bekend zijn (deze enquête werd uitgevoerd in 2003/2004 door Dr. C Rongen-Westerlaken, kinderarts en endocrinoloog bij het Canisius Ziekenhuis Nijmegen. De verzamelde gegevens betreffen ruim 4000 diabetespatiënten van 0-18 jaar). Bijna al deze 60 kinderen hebben (ernstig) overgewicht en het betreft voornamelijk meisjes. Ondanks dat het aantal absoluut gezien nog gering is, is het verontrustend dat deze “ouderdomsziekte” tegenwoordig ook bij jongeren voorkomt. Deze 60 gediagnosticeerde patiënten vormen waarschijnlijk het topje van de ijsberg. Dat wil zeggen dat er naast deze patiënten waarschijnlijk een groot aantal jongeren zijn met een gestoorde glucosestofwisseling en dat ook het aantal jongvolwassenen met type 2 diabetes stijgt. Bron: www.rivm.nl Opdracht 1: Typen diabetes Verhelder de onbekende begrippen in bovenstaande tekst. Wat is diabetes precies? Breng de aandoening in kaart en zorg dat de volgende begrippen naar voren komen: ‘glucose’, ‘bloedsuiker’, ‘insuline’ en ‘alvleesklier’, Beschrijf wat er gebeurt met je bloedsuikerspiegel als je een boterham eet. Neem in je antwoord in ieder geval de termen, koolhydraten, glucose, bloed insuline, alvleesklier, lever, en de ß-cellen van de eilandjes van Langerhans mee. Doe dit voor iemand zonder diabetes en voor iemand met type 2 diabetes. Ga ook in op de vraag hoe kun je met je eten je suikerspiegelwaarde kunt beïnvloeden. Gebruik voor het beantwoorden van de vraag eventueel onderstaande tekening. 14 HAN – Instituut Sport- & Bewegingsstudies – SENECA, expertisecentrum voor Sport, Arbeid en Gezondheid Reader cursus ‘In beweging met type 2 diabetes’ Zoals uit bovenstaande tekst blijkt, zijn er verschillende typen diabetes. Omschrijf de twee belangrijkste typen en ga hierbij in op de rol van insuline (fysiologisch), de medicatie, leeftijd waarop het optreedt, wijze van begin, erfelijkheid, lichaamsgewicht en opvallende klachten. Zorg ervoor dat de verschillen tussen de verschillende typen voor wat betreft de genoemde items goed naar voren komen. 9 april 2008 Betere zorg voor diabetespatiënten kan jaarlijks 1500 hartaanvallen en beroertes voorkomen. Bovendien kan het aantal mensen dat diabetes krijgt, jaarlijks met 1900 omlaag door een nationale aanpak met effectieve maatregelen gericht op gewichtsvermindering. Dit blijkt uit nieuw onderzoek van het RIVM naar kansrijke maatregelen om diabetes en de complicaties ervan in Nederland te voorkomen. Diabetes steeds groter gezondheidsprobleem In 2025 telt Nederland ongeveer een miljoen mensen met diabetes. Veel van deze patiënten krijgen vroeg of laat ernstige complicaties zoals een hartaanval of beroerte. Toch zijn er verschillende mogelijkheden om de toekomstige ziektelast zoveel mogelijk te beperken. Dit blijkt uit nieuw onderzoek van het RIVM naar kansrijke maatregelen om diabetes en de complicaties ervan in Nederland te voorkomen. Betere zorg voorkomt complicaties Het RIVM onderzoek toont aan, dat het verwachte aantal hartaanvallen en beroertes bij diabetespatiënten met 8% daalt, als de richtlijnen beter worden nageleefd. Vooral de behandeling van hoog cholesterol en hoge bloeddruk kan beter. Er zijn nu te veel patiënten die geen medicijnen krijgen, terwijl dat volgens de richtlijnen van de huisartsen wel zou moeten. De berekende gezondheidswinst wordt alleen gehaald als patiënten de voorgeschreven medicijnen ook daadwerkelijk voor lange tijd gebruiken. Voorkomen beter dan genezen Het aantal mensen dat diabetes krijgt, kan met 2% omlaag door een nationale aanpak van overgewicht. Dit lijkt weinig maar scheelt toch 1900 nieuwe patiënten per jaar. Afvallen is moeilijk, maar wel de beste manier om diabetes te voorkomen. Nederland moet daarom blijven investeren in de zoektocht naar effectieve methoden om gezonde voeding en voldoende beweging te stimuleren. http://www.rivm.nl/persberichten/2008/jaarlijks_1500_hartaanvallen_en_beroertes_te_voorkomen. jsp 15 HAN – Instituut Sport- & Bewegingsstudies – SENECA, expertisecentrum voor Sport, Arbeid en Gezondheid Reader cursus ‘In beweging met type 2 diabetes’ Opdracht 2: risico’s Wat zijn de risicofactoren voor het ontwikkelen van type 2 diabetes en beschrijf waarom dit risicofactoren zijn. Een aandoening als diabetes kan gezondheidsrisico’s met zich meebrengen. Zoek verschillende risico’s voor de gezondheid op en leg de relatie uit tussen het risico en diabetes uit. Bij personen met diabetes kan een ‘hypo’ of een ‘hyper’ optreden. Hoe kun je in de sportles zien dat iemand een hypo of hyper heeft en wat kun jij doen als je dit signaleert? Opdracht 3: Diabetes en bewegen Dat verstandig bewegen goed is voor de gezondheid van de mens is bekend. Voor diabetes speelt lichamelijke activiteit echter een bijzonder belangrijke rol. Beschrijf welke rol inspanning kan hebben bij de behandeling van mensen die lijden aan type 2 diabetes. Ga daarbij in op het fysiologische proces dat zich in het lichaam afspeelt op het moment dat een persoon zich gaat inspannen. Praktische opdracht 4: Bloedsuikerspiegel Je bloedsuikerspiegel meten is een van de belangrijkste middelen om je diabetes te beheersen. In deze opdracht gaan we deze ook meten. Wat houdt een bloedsuikerspiegel precies in? Wat zijn de referentiewaarden voor een gezonde bloedsuikerspiegel? Is er verschil in het tijdstip dat je deze meet? Hart- en vaatziekten De meest voorkomende aandoeningen in de westerse wereld zijn de hart- en vaatziekten. In Nederland is in 40% van alle overlijdensgevallen sprake van ischaemische (coronaire) hartziekten of cerebrovasculaire (CVA) aandoeningen. Hart- en vaatziekten zijn anno 2005 doodsoorzaak nummer één in Nederland. 45.000 mensen overlijden per jaar aan de gevolgen van hart- en vaatziekten. Ruim 14.000 mensen overlijden aan een hartaanval (hartinfarct). Nog eens 11.000 mensen overlijden aan een beroerte en de rest door andere hart- en vaatziekten. We beperken ons in dit kader tot die hart- en vaatziekten (HVZ) die veroorzaakt worden door atherosclerose en een mogelijke relatie hebben met aanleg en een verkeerde lifestyle en we laten aangeboren en andere hart- en vaatziekten, die een andere oorzaak dan atherosclerose hebben buiten beschouwing. Bron: http://www.preventievegezondheidszorg.com/hart.html Opdracht 5: cerebrovasculaire aandoeningen Verhelder de onbekende begrippen in bovenstaande tekst. Binnen de Ischaemische (coronaire) hartziekten zijn twee vormen te onderscheiden. Ga in op beide vormen en neem daarbij ook de belangrijkste kenmerken van de aandoening mee. Beantwoord onderstaande vragen over cerebrovasculaire aandoeningen: Wat betekent het woord cerebrovasculair en wat is de gangbare naam van een CVA in de volksmond? Geef aan wat is het verschil is tussen een hersenbloeding en een herseninfarct? 16 HAN – Instituut Sport- & Bewegingsstudies – SENECA, expertisecentrum voor Sport, Arbeid en Gezondheid Reader cursus ‘In beweging met type 2 diabetes’ Opdracht 6: symptomen Als je bij jezelf of iemand die je kent, één van de symptomen die horen bij een beroerte herkent, is het van groot belang dat je onmiddellijk medische hulp inroept. Succesvolle behandeling van een beroerte hangt af van de snelheid van behandelen. Hoe sneller je behandeld wordt, des te meer kans je hebt om eventuele schade aan de hersenen te beperken. Noem verschillende uitvalsverschijnselen/symptomen die je moet kunnen herkennen. Wat is een TIA en geef aan wat de kans is dat ik een beroerte krijg als ik al een TIA heb gehad en wat de schade is na een TIA. Wanneer je denkt een of meerdere uitvalsverschijnselen bij een persoon te herkennen, dan kun je snel de FAST-test (Face Arm Speech Test) doen. Geef aan hoe deze test eruit zien en wat je moet doen. In Amerika doet minder dan de helft van de mensen met type 2 diabetes aan lichaamsbeweging. Dat blijkt uit nieuw Amerikaans onderzoek. Hoe meer mensen het nodig hadden, hoe minder actief ze daadwerkelijk waren. Lichaamsbeweging is belangrijk om diabetes te reguleren en zo gezond mogelijk te blijven. Bron: American Diabetes Association, 26 januari 2007 Opdracht 7: Bewegingsprogramma’s Maak een kort en bondig overzicht van de belangrijkste richtlijnen voor het maken van een programma voor iemand met type 2 diabetes. Bedenk een reële casus voor de sport waar je zelf werkzaam in bent en beschrijf zo reëel mogelijk welke consequenties een de richtlijnen die je bij vraag 1 hebt opgesteld heeft voor zijn of haar sportbeoefening. 17 HAN – Instituut Sport- & Bewegingsstudies – SENECA, expertisecentrum voor Sport, Arbeid en Gezondheid Reader cursus ‘In beweging met type 2 diabetes’ Literatuur (2006) Guidelines for exercise testing and prescription, American College of Sports Medicine, 207-211 Hawley, J.A., Zierath, J.R. (2008) Physical activity and type 2 diabetes, therapeutic effects and mechanisms of action Hayes, C., Kriska, A. (2008) Role of physical activity in diabetes management and prevention. American Dietetic Association, S19-S23 Maas, T., Loon, L.J.C., Beenen, P. (2007) Type 2 diabetes en krachttraining. Nederlands Tijdsschrift voor diabetologie, Jrg 5 nr 4, 145-147 Morree, J.J., Jongert, M.W.A., Poel, G. (2006) Inspanningsfysiologie oefentherapie en training, 183-185 Nederlandse Diabetes Federatie (NDF) (2000) Sport en bewegen bij diabetes mellitus Raymakers, J.A., Kreutzer, H.J.H., Schneeberger, P.M. (2005) Interpretatie van medisch laboratoriumonderzoek Woolf-May, K. (2006) Exercise prescription, physioligical foundations 18