Samenvatting Arm en rijk 1 Samenvatting Arm en rijk 1 Mexico en de Verenigde Staten: een wereld van verschil De hoofdvraag van dit hoofdstuk is: Wat zijn de economische, demografische en sociaal-culturele kenmerken van het grensgebied tussen Mexico en de Verenigde Staten? 1.1 Kennismaking met het grensgebied Hoe is de grens tussen Mexico en de VS tot stand gekomen? Komen de kenmerken van het grensgebied overeen met de nationale gebiedskenmerken van beide landen? Indiaanse beschaving in Mexico verdreven door Spanjaarden Olievondsten brachten economische groei VS: sterke groei aantal staten vanaf 1776 Trok veel immigranten Grensgebied: veel strijd Mexico verloor land VS Lang, breed grensgebied Dubbelsteden Bekende dubbelstad ste El Paso gegroeid in 20 eeuw Ciudad Juárez groeit nu tweedeling: arm en rijk Kenmerken grensgebied: De Geo, tweede fase – havo Geschiedenis ►Voor de koloniale tijd kende Mexico grote Indiaanse beschavingen. Vanaf 1500 werd het land overheerst door Spanje. Na de koloniale tijd (na 1821) waren er diverse dictators en burgeroorlogen. ►Vanaf 1940 leidden olievondsten tot een snelle economische groei. Die groei stagneerde in de jaren tachtig door een daling van de olieprijzen, een groeiende schuldenlast en toenemende inflatie. Nu heeft Mexico de kenmerken van een ontwikkelingsland: lage lonen, ongelijke inkomensverdeling, hoge werkloosheid. ►De Verenigde Staten zijn gevormd vanaf 1776. Eerst bestonden ze uit 13 staten, de voormalige Britse koloniën, maar later breidde het grondgebied fors uit. Het land trok miljoenen immigranten van overal ter wereld. Nu zijn de VS een economische en politieke grootmacht. Grensgebied ►De huidige grens Verenigde Staten en Mexico dateert van 1848. In het e grensgebied is in 19 eeuw veel oorloggevoerd, waarbij Mexico veel land aan de VS af heeft moeten staan. ►Nu is het grensgebied een honderd kilometer brede zone met een lengte van meer dan 3000 kilometer van de Grote Oceaan tot de Golf van Mexico. Opvallend is dat er veertien dubbelsteden zijn (in tweeën gesplitste stad). El Paso - Ciudad Juárez ►Een bekende dubbelstad is El Paso – Ciudad Juárez. ●El Paso, 600.000 inwoners, ligt in het zuidwesten van staat Texas (VS). ste De stad groeide in de 20 eeuw door ‘cattle, copper, cotton en climate’. ●Ciudad Juárez in Mexico, 1,6 miljoen inwoners, groeit snel. De arbeidsintensieve bedrijven trekken veel mensen van platteland aan. De stad bestaat uit twee delen: het oosten met laagbetaalde industriearbeiders die wonen in armoedige huizen. Buiten de bedrijventerreinen aan de oostkant, liggen de wijken waar de rijkeren wonen. Kruispunt ►Het karakter van het grensgebied tussen een rijk en arm land uit zich in de economische, demografische en sociaal-culturele kenmerken: ©ThiemeMeulenhoff, Utrecht/Zutphen, 2009 Samenvatting Arm en rijk Relatief welvarend voor Mexico en arm voor VS Veel inwoners in de stad, ook stukken dunbevolkt Sterke bevolkingsgroei Geen scherpe culturele grens Invloed cultuur van VS groter op Mexicanen dan andersom Strenge grensbewaking teen illegale migratie Lastig want grens is lang en veel mensensmokkelaars 2 ●Zo is de Mexicaanse regio welvarender dan de rest van Mexico; het grensgebied aan de VS zijde is juist minder rijk dan de rest van de VS. ●Er wonen meer dan 10 miljoen mensen, waarvan 6 miljoen in Mexico. Ongeveer de helft woont in California en Baja California. Door deze concentratie heeft een groot deel van het grensgebied ook een lage bevolkingsdichtheid. ●De bevolking groeit aan beide zijden erg snel. ►De grens vormt in het geval van de VS en Mexico geen scherpe scheiding op sociaal en cultureel gebied. ●Mexicanen worden door de Amerikaanse cultuur beïnvloed, maar bewaken toch hun Mexicaanse identiteit in Mexico. ●De Mexicanen die aan de VS-zijde wonen, ondergaan een sterkere invloed, vooral vanwege de taal. ●Bij de Amerikanen is veel minder invloed te merken door de Mexicaanse cultuur; voor hen is er minder noodzaak om zich daarop te richten. Prikkeldraad wordt grensmuur ►Er is een grote (illegale) migratie van Mexico naar de VS. Tegenwoordig wordt de grens streng bewaakt. Maar dat is een bijna onmogelijke opgave, omdat de grens zo lang is en er veel mensensmokkelaars aan het werk zijn. Bij de oversteek overlijden jaarlijks mensen, bijvoorbeeld door uitdroging in woestijngebieden. 1.2 Noord-Amerika als handelsblok Wat is de invloed van de NAFTA op de economie van Mexico? ste 20 eeuw: globalisering door afname van relatieve afstand GATT en WTO bevorderen vorming één wereldmarkt NAFTA: vrijhandel tussen VS, Canada en Mexico sinds 1994 Bijzonder: twee rijke en arm land die grenzen openstellen Verwachte voordelen: meer en efficiënter werk, hoger inkomen Verwachte nadelen: VS: daling werkgelegenheid Mexico: concurrentie van De Geo, tweede fase – havo ste ►In de 20 eeuw nam de (economische) globalisering enorm toe: nationale economieën raakten steeds nauwer met elkaar verbonden. Een belangrijke oorzaak is dat de relatieve afstanden kleiner zijn geworden (sneller verkeer en telecommunicatie). ●Twee belangrijke multilaterale instellingen zijn de GATT (General Agreement on Tariffs and Trade) en haar opvolger de WTO (World Trade Organization). Uitgangspunt is dat ieder land moet produceren waar het het best in is. ●Het gevolg van internationalisering is dat grenzen vervagen en lokale markten samensmelten tot één grote wereldmarkt. NAFTA ►In 1994 werd de NAFTA (North American Free Trade Agreement) ingesteld: een economisch samenwerkingsverband tussen Canada, de Verenigde Staten en Mexico. Het doel van NAFTA is de tariefmuren tussen de landen af te breken en zo vrijhandel mogelijk te maken. ●Opvallend is dat twee rijke landen en een ontwikkelingsland de markten voor elkaar hebben geopend. De NAFTA is een concurrent van de EU. Voor- of nadelig? ►Van de samenwerking werden voordelen verwacht: meer werkgelegenheid, efficiëntere manier van werken en een stijging van de inkomens. ►Er werden ook nadelen gezien. De VS waren bang voor een daling van de werkgelegenheid in eigen land door de lage lonen en de minder strenge milieueisen in Mexico. Daar tegenover stond dat juist Mexico risico liep door de hogere arbeidsproductiviteit van Amerikaanse arbeiders, en doordat Mexicaanse bedrijven moesten concurreren met Canadese en ©ThiemeMeulenhoff, Utrecht/Zutphen, 2009 Samenvatting Arm en rijk beter uitgeruste bedrijven Resultaat na 10 jaar stijging import en export, aan beide zijden Maar: daling lonen in Mexico, meer mensen (vooral boeren) onder armoedegrens Gevolg: grote trek naar steden en grensgebied Ook milieuvervuiling in grensgebied groter 3 doordat Mexicaanse bedrijven moesten concurreren met Canadese en Amerikaanse bedrijven, die meer financiële draagkracht hebben. Na 10 jaar NAFTA ►Het resultaat van de NAFTA is dat de Mexicaanse import en export enorm is gestegen, net als de hoeveelheid buitenlandse investeringen in Mexico. De landbouwexport van VS naar Mexico verdubbelde, net als de Mexicaanse landbouwexport. ►Maar het minimumloon in Mexico daalde ook. Het aantal mensen dat onder de armoedegrens leeft steeg van 50 naar 58 procent. De grote verliezers zijn de Mexicaanse boeren, zij kunnen niet concurreren tegen de lage maïsprijzen in de VS. Het gevolg is dat vele duizenden boeren gedwongen werden te verhuizen. Zij trekken naar het grensgebied en naar de VS. ►Ook is de milieuvervuiling in de grensstreek sterk toegenomen. Samenvatting Arm en rijk 2 La nueva frontera De hoofdvraag in dit hoofdstuk is: Welke gevolgen heeft de vestiging van buitenlandse bedrijven in het grensgebied van Mexico en de Verenigde Staten op nationale, regionale en lokale schaal? 2.1 Maquiladoras Waarom trekken veel Mexicanen naar de maquiladora-gebieden? Waarom treedt er een verschuiving in de ligging van de maquiladora-gebieden op? Mexicaanse overheid trekt maquiladoras (assemblage) aan in grensgebied gunstige belastingsregels Eerst alleen vlakbij grens met VS. Veel migratie naar dit grensgebied Na 1965 door liberalisering meer werk in maquiladores. Vestiging aantrekkelijk door lage lonen, maar Mexico afhankelijk De Geo, tweede fase – havo ►Vanaf 1965 is het beleid van de Mexicaanse regering om buitenlandse ondernemingen aan te trekken in het grensgebied met VS. Dit zijn vooral assemblagebedrijven (maquiladoras). Zij importeren halffabricaten, bewerken die en exporteren deze als eindproduct. Voor goederen die worden ingevoerd hoeft geen belasting te worden betaald. Bij uitvoer wordt alleen belasting geheven over de toegevoegde waarde voor exportproducten. ►Eerst waren de maquiladoras alleen toegestaan in een straal van twintig kilometer van de grens met de VS. Dat had als voordelen dat de lonen daar laag waren en dat transportkosten van en naar de VS laag konden blijven. Het gevolg was dat veel mensen migreerden van Centraal- naar NoordMexico. Wordt het beter? ►Na 1965 bemoeide de regering zich minder met de markt (liberalisering). Vooral door de NAFTA groeide het aantal werknemers in de maquiladoras sinds 1980. ►In de internationale arbeidsverdeling is Mexico door de lage lonen een aantrekkelijk vestigingsgebied. Dat heeft voordelen, maar ook het nadeel dat Mexico afhankelijk wordt van welvarende landen. Die vestigen alleen hun productie in Mexico en niet de research- en ontwerpafdelingen. ©ThiemeMeulenhoff, Utrecht/Zutphen, 2009 Samenvatting Arm en rijk Mexico is semi-perifeer Inmiddels ook maquiladors in andere landsdelen – daar zijn lonen nog lager Milieu is de dupe: veel afvaldumping Noorden werd steeds belangrijker, ook dan de hoofdstad Ciudad 4 Mexico wordt aangeduid als een semi-perifeer land: het behoort niet tot de rijken in de wereld ( de centrumlanden), maar het is ook geen periferieland. Verschuiving naar het zuiden ►In het begin trokken veel bedrijven vooral naar de steden Tijuana en Ciudad Juárez. Nu staan er ook maquiladoras in andere delen van Mexico. Deze verschuiving landinwaarts kwam op gang doordat de minimumlonen landinwaarts nog lager zijn dan in het grensgebied, het arbeidsaanbod daar een groot is en de vakbonden er minder machtig zijn. ●Met milieueisen neemt men het niet zo nauw, met name bij het dumpen van afval. De ecologische draagkracht heeft het in sommige gebieden zwaar te verduren. ●Het liberalere beleid heeft er voor gezorgd dat de regio rond de hoofdstad Ciudad de Mexico minder bevoordeeld werd. Het noorden van het land is economisch belangrijker geworden ten koste van het centrum. 2.2 De andere kant van de medaille Wat zijn de effecten van de maquiladoras op lokale schaal? Welke gevolgen heeft de trek van arbeiders naar de maquiladoras voor de herkomstgebieden? Maquiladores trokken veel migranten, nu vaak uit landbouwgebieden Getrapte migratie Migratie leidt tot krottenwijken in ontvangstgebieden Snelle groei zorgt voor problemen met voorzieningen, huisvesting en milieu (lucht, water) Door vertrek ontvolkt platteland Verdiend geld wordt niet geïnvesteerd in lokale economie Sociaal-culturele De Geo, tweede fase – havo ►Het gevolg van de vestiging van de maquiladoras was een geweldige trek naar de grensstreek. De eerste migranten kwamen vooral uit Ciudad de México (Mexico-City) en het noorden van Centraal-Mexico. Tegenwoordig komen zij ook uit andere delen van het land, vooral uit landbouwgebieden van Midden-Mexico. Deze migranten verhuizen vaak eerst naar een nabijgelegen stad en dan pas verder (getrapte migratie). Krottenwijken ►Het aantal mensen in vestigingsgebieden groeit sneller dan de ontvangstgebieden hen kunnen opnemen. Het leven is er ook duurder. Het gevolg is dat veel mensen slecht gehuisvest zijn. Er zijn veel krottenwijken ontstaan met een gebrek aan openbare voorzieningen. Inzoomen op Ciudad Juárez ►Een voorbeeld van groei die bijna uit de hand loopt, is de stad Ciudad Juárez. Naast de huisvestingsproblemen, zijn de voorzieningen op het gebied van onderwijs en gezondheidszorg slecht. Door de sterke groei is het oude stadscentrum niet meegegroeid. Het is een stad zonder hart. ►Er zijn ook grote milieuproblemen. De lucht is verontreinigd door de industrieën en het verkeer. ●De groei leidt ook tot steeds meer watergebruik. Er wordt al jaren meer water gebruikt dan op natuurlijke wijze wordt aangevuld. Hier door daalt de grondwaterspiegel snel. In 2020 zal er geen water meer zijn. De vertrekgebieden ►De leegloop van gebieden waar mensen wegtrekken heeft grote gevolgen. ●Allereerst is er een verlies aan arbeidskrachten voor de landbouw. ●De achterblijvers, vaak ouderen, zijn voor hun inkomen vaak afhankelijk van het geld dat vertrekkers toesturen. ●Het ontvangen geld wordt meestal niet geïnvesteerd in de lokale economie. ●Terugkomers gebruiken hun opgedane werkervaring ook nauwelijks in het eigen dorp (ervaring in de industrie is niet zo bruikbaar op het platteland). ©ThiemeMeulenhoff, Utrecht/Zutphen, 2009 Samenvatting Arm en rijk waarden vermengen (VS en Mexicaans), oude verdwijnen 5 ●Tot slot worden de sociaal-culturele waarden en normen van de stad steeds meer gemengd met die van het platteland, als migranten eenmaal in contact zijn geweest met de stad en het westen. Oude waarden verdwijnen op die manier. Samenvatting Arm en rijk 3 Naar de Verenigde Staten: ‘el otro lado’ De hoofdvraag van dit hoofdstuk is: Wat zijn de oorzaken en de gevolgen van de migratie van Mexicanen naar de Verenigde Staten? 3.1 Migratiegeschiedenis Welke fasen heeft de arbeidsmigratie tussen Mexico en de Verenigde Staten gekend? Wat zijn voor elke periode de push- en pullfactoren? ste Veel Mexicanen in VS ste sinds 20 eeuw Delen Mexico ‘ingelijfd’ Vanaf 1880 goedkope arbeidskrachten Vervingen Amerikaanse arbeiders tijden WO I Na WO II: Baraceroprogramma Laatste decennia grote migratiestroom, door wisselende economie, wegvallen subsidies en sterke bevolkingsgroei Getrapte migratie Economische en niet- De Geo, tweede fase – havo ►In de VS wonen veel Mexicanen. Zij migreerden vanaf begin 20 eeuw in grote getale. Eerst vooral mannen, later kwam ook hun familie over. Al meer dan een eeuw ►In 1848 werden grote delen van Mexico ingelijfd bij de VS. Hun inwoners kregen zo onvrijwillig het Amerikaanse staatsburgerschap. ●Rond 1880 waren er in de VS goedkope arbeidskrachten nodig om spoorlijnen aan te leggen. Dit trok veel migranten aan. Na het werk bij de spoorwegen volgde ander werk: katoenpluk, koper delven in de mijnen en oogsten in de tuinbouw. Vooral het westen van de VS had grote vraag naar arbeidskrachten. ●Tijdens de Eerste Wereldoorlog namen Mexicaanse arbeidskrachten de plaats in van Amerikaanse soldaten. ●Tussen de twee wereldoorlogen werd de migratie weer teruggeschroefd vanwege de economische crisis. Bracero-programma ►In de Tweede Wereldoorlog werd weer een beroep gedaan op Mexicaanse arbeidskrachten. De overheid startte het Baracero-programma: Amerikaanse koppelbazen mochten officieel arbeidskrachten verhuren aan grote Amerikaanse landbouwbedrijven (minimumloon en transport werden verzekerd). Dit programma stopte in 1964. ●De laatste decennia is een geweldige legale en illegale migratie ontstaan. Er zijn drie oorzaken aan te wijzen. De economie van Mexico is aan veel schommelingen onderhevig. De overheid draaide subsidies op landbouwproducten terug, waardoor veel armoede op het platteland ontstond. De derde ste oorzaak is de explosieve groei van de bevolking in 20 eeuw. Push en pull ►Veel migranten emigreerden eerst naar de steden, vervolgens naar maquiladora-gebieden en vandaar naar de VS (getrapte migratie). Er zijn twee typen migranten: economische en niet economische (bijvoorbeeld ©ThiemeMeulenhoff, Utrecht/Zutphen, 2009 Samenvatting Arm en rijk economische migranten Push- en pullfactoren Netwerken spelen ook belangrijke rol, kettingmigratie Migratie vooral uit vijf staten In VS vier belangrijke vestigingsstaten, maar werk in Zuidoosten trekt steeds meer mensen 6 twee typen migranten: economische en niet economische (bijvoorbeeld asielzoekers). Iemand vertrekt alleen als er push- of pullfactoren (afstotings- of aantrekkingsfactoren) zijn. ►Een pushfactor is de slecht draaiende economie van Mexico. Dit dwingt veel mensen te werken in de informele sector, een armoedig bestaan. ●Ook de netwerken waar een migrant deel van uitmaakt spelen een rol bij de beslissing wel of niet te migreren. Zo ontstaat kettingmigratie. Vertrek- en vestigingsgebieden ►Meer dan 80% van de migranten is afkomstig uit vijf staten: Jalisco, Michoàcan, Zacatecas, Durango en Oaxaca. Ze komen vaak uit de kleine plattelandsgemeenten, maar steeds vaker ook uit grote steden. ►In de Verenigde Staten zijn Californië, Texas, Arizona en Illinois de belangrijkste vestigingsstaten. Dat loopt sinds 1990 licht terug: het zuidoosten van VS is een nieuw vestigingsgebied. Daar is werk in de slachterijen, de bouw en de lichte industrie. 3.2 De huidige migranten Welke voor- en nadelen heeft de vestiging van Mexicanen in de Verenigde Staten? Leidt de toetreding tot de NAFTA tot meer (il)legale migratie naar de Verenigde Staten? Er zijn illegale en legale migranten, seizoensarbeiders en permanent gevestigden Veel geldzendingen naar Mexico, dat maakt inkomensverdeling in Mexico minder scheef Migranten in VS vaak laaggeschoold ►Mexicaanse migranten in de VS zijn illegaal of legaal. Er zijn seizoenarbeiders (cirkelmigranten) die heen en weer reizen tussen de VS en Mexico, zij krijgen lage lonen. ●De andere groep bestaat uit Mexicanen die zich permanent in de VS vestigen. Zij zijn beter geschoold en vaker buiten de landbouw werkzaam. Overboekingen ►Een belangrijke pushfactor zijn de hogere lonen in de VS. Een deel van het verdiende geld wordt overgemaakt naar Mexico. Het totale bedrag aan geldzendingen wordt steeds hoger. ►Het geld zorgt voor een afname van de inkomensongelijkheid in Mexico. Het grootste deel wordt besteed aan voedsel, onderwijs, huishoudelijke goederen en gezondheidszorg. ●De Mexicaanse overheid stimuleert met speciale programma’s dat het geld ook ten goede komt aan de lokale gemeenschappen. De positie van Mexicanen in de Verenigde Staten ►Veel Mexicanen in de VS hebben weinig opleiding gehad en werken als laaggeschoolde arbeidskrachten. 2006 anti-illegalenwet, geen legale status meer voor illegale arbeiders Legalisering ►Om meer grip te krijgen op de migratie werden in 1986 alle illegalen die konden aantonen dat ze sinds 1982 in de Verenigde Staten woonden, gelegaliseerd. Twee miljoen mensen maakten gebruik van de mogelijkheid. ●In april 2006 ontstond veel protest tegen een nieuwe anti-illegalenwet, die illegaliteit en ook hulp aan illegalen als crimineel beschouwt. Voor de 12 miljoen illegale werknemers zit er voorlopig geen verblijfsvergunning in. Effect NAFTA is Exodus? ►Welk effect had de oprichting in 1994 van de NAFTA op de migratie van 1986 meer grip op migratie door legalisatie De Geo, tweede fase – havo ©ThiemeMeulenhoff, Utrecht/Zutphen, 2009 Samenvatting Arm en rijk averechts grote immigratie verwacht omdat Mexicaanse boeren concurrentie niet aan kunnen 7 Mexicanen naar de VS? ●Het effect lijkt averechts te zijn: in plaats van de verwachte afname, nam de emigratie toe. ●Mexicaanse boeren worden namelijk weggeconcurreerd door de Amerikanen, die efficiënter kunnen produceren. ■Zowel kwantitatief en kwalitatief gezien voeren de VS in maïsproductie de boventoon, Mexico blijft achter. ►Het verwachte gevolg is een ‘Great Migration’ van het Mexicaanse platteland. ●Die komt bovenop de nu al grote legale en illegale migratie naar de VS (jaarlijks 800.000 mensen!) Samenvatting Arm en rijk 4 De wereld indelen De hoofdvragen van dit hoofdstuk zijn: Hoe zijn economische, demografische en sociaal-culturele verschijnselen wereldwijd verspreid? Hoe raken ze steeds sterker met elkaar verbonden? 4.1 Tsjechië en Egypte vergeleken Welke economische, demografische en sociaal-culturele indicatoren kun je goed gebruiken wanneer je landen met elkaar wilt vergelijken? Wat zijn de eigenschappen van die indicatoren en waarom moet je voorzichtig zijn met het toepassen ervan? Criteria nodig om welvaart van landen te vergelijken Vier geografische hoofdkenmerken Economische criteria BNP en inkomen per hoofd, werkgelegenheid Cijfers soms moeilijk te vergelijken Meest gebruikt is BNP, ‘alles wat is verdiend in De Geo, tweede fase – havo Etiket en meetlint ►Er bestaan grote welvaartsverschillen tussen én binnen de landen in de wereld. Nauwkeurig vergelijken is lastig: daarvoor is een getalsmatig criterium nodig (bijv. BNP). Dat moet relatief gemaakt worden door het te koppelen aan bijvoorbeeld inwoneraantal. ►Voor een geografisch beeld van een gebied moet je letten op de volgende hoofdkenmerken: – economisch = verdienen en besteden geld van geld aan goederen – demografisch = bevolkingsgegevens – sociaal-cultureel = cultuur van groepen mensen – politiek = bezit en verdeling van de macht Economische kenmerken en criteria ►Drie kenmerken van de economie van een gebied zijn de productie (het BNP per hoofd), de verdiensten (inkomen per hoofd) en de werkgelegenheid (percentage beroepsbevolking werkzaam in welke sector). ●Het probleem is dat indicatoren soms moeilijk te vergelijken zijn, en ●de cijfers vaak niet erg betrouwbaar. Zo zijn er in ontwikkelingslanden vaak weinig gegevens en de waarnemingen slecht of politiek gekleurd. ►Het meest gebruikte kenmerk voor ontwikkeling is het nationaal inkomen. ■De berekening daarvan kan op drie manieren: 1) optellen van alle verdiende ©ThiemeMeulenhoff, Utrecht/Zutphen, 2009 Samenvatting Arm en rijk een jaar’ Toont niet altijd de welvaart Gebruik BNP heeft nadelen Tussen landen bestaat ook verschil in koopkracht Alternatief voor BNP is Human Development Index Drie (werk)sectoren, omvang als indicator voor ontwikkeling Primaire sector het grootst? minst ontwikkeld land Omvang tertiaire sector soms misleidend Bevolkingsspreiding geen goede indicator Beter is bevolkingsgroei, uitgedrukt in geboorte- en (kinder) sterftecijfer Drie modellen geven leeftijdsopbouw aan: De Geo, tweede fase – havo 8 inkomens, 2) Alle toegevoegde waarden optellen of 3) alle bestedingen optellen. ►Het Bruto Nationaal Product (BNP) geeft de waarde aan van de totale productie van economische goederen in een land. ■Het betekent ook dat geld dat wordt verdiend met herstellen van schade (bijv. door een aardbeving) bijdraagt aan het BNP. Het geeft dus niet altijd de toename van de welvaart aan. ►Het gebruik van BNP per inwoner als criterium heeft nadelen, met name in ontwikkelingslanden. Soms heeft een land grote mate van zelfvoorziening (dat wordt niet meegeteld), een goede registratie van de cijfers ontbreekt vaak en wisselkoersen kunnen sterk afwijken van de werkelijke waarde van een valuta. ■Het BNP/hoofd is altijd een gemiddelde. Regionale verschillen vallen weg en het BNP maakt niet duidelijk hoe de verdeling of spreiding over groepen is. Soms is er een kleine rijke elite en een grote arme massa. Indicatoren op nationale schaal verhullen dus de ruimtelijke en sociale verschillen binnen een land ●Ook de verschillen in koopkracht maken het lastig om landen te vergelijken. Koopkracht geeft aan hoeveel een standaardmandje goederen & diensten kost. Dat is gebaseerd op een index: een omschreven aantal goederen en diensten voor een gemiddeld huishouden. ■Zo wordt wel eens de Hamburgerindex gebruikt: (wat kost iets bij Mc Donalds?). Het is een (niet erg betrouwbare) weergave van welvaart en loonshoogte. ●Vanwege alle kritiek op het BNP als maatstaf zijn er andere criteria ontwikkeld, zoals de Human Development Index (van de VN) gebaseerd op het inkomen, de leeftijdverwachting en de geschooldheid. ►Er worden drie sectoren in bestaansmiddelen onderscheiden: de primaire, secundaire en tertiaire sector. ●De omvang van elke sector wordt uitgedrukt in percentage van de beroepsbevolking (alle personen van 15-65 jaar die tenminste 12 uur per week betaalde arbeid verrichten). In ontwikkelingslanden kijkt men vaak alleen naar de leeftijdsopbouw voor een indruk van de beroepsbevolking. ●In het algemeen kan worden gesteld dat hoe hoger het percentage van de beroepsbevolking dat in de landbouw werkt is, hoe lager het BNP per inwoner in een land is. De tertiaire sector is misleidend als maatstaf. In westerse landen is die kenmerkend voor ontwikkeling, maar in arme landen is de traditionele tertiaire sector erg groot, daar werken onevenredig veel mensen in overheidsdienst en is ook de informele sector groot. Demografische kenmerken en criteria ►De spreiding van de bevolking over een land en de bevolkingsdichtheid, zijn geen geschikte indicatoren om landen te vergelijken. Het dichtheidscijfer is altijd een gemiddelde. ●De bevolkingsspreiding vertelt hoe de bevolking werkelijk over de ruimte is verdeeld. ●Het demografische begrip ‘bevolkingsgroei’ is een beter vergelijkingsinstrument. De totale groei bestaat uit de natuurlijke groei (geboorte min sterfte) en de sociale groei door migratie (vestiging min vertrek). Het geboortecijfer is een goed cijfer om landen te vergelijken, evenals kinder- en zuigelingensterfte. ●De ‘leeftijdsopbouw’ verwijst naar de samenstelling van de bevolking naar leeftijd en geslacht. Er zijn drie modellen die de samenstelling weergeven: ©ThiemeMeulenhoff, Utrecht/Zutphen, 2009 Samenvatting Arm en rijk piramide, granaat en ui Demografische druk: verhouding tussen productieven en nietproductieven Taal en religie geen goede indicatoren alfabetisme is voorwaarde voor ontwikkeling 9 1 piramide-vorm: een hoog geboorte- en sterftecijfer. Er zijn veel jonge mensen, dat geeft een hoge groene druk 2 granaat-vorm: de bevolkingsgroei staat stil 3 ui-vorm: laag geboortecijfer, groot aandeel ouderen. Dat geeft een hoge grijze druk ●De demografische druk geeft de verhouding tussen productieven en nietproductieven aan. Die worden weergegeven in leeftijdsgroepen (productief is de groep tussen 20-64 jaar). Sociaal-culturele kenmerken ►De belangrijkste cultuurkenmerken van een land zijn de taal en de godsdienst of religie. Het zijn geen goede indicatoren om landen te vergelijken, maar ze hebben wel grote invloed op het bestaan en de inrichting van de ruimte. ►Het percentage mensen dat analfabeet is in een land is moeilijk vast te stellen; de schattingen zijn vaak niet betrouwbaar. De mate van geletterdheid is wel een voorwaarde voor ontwikkeling van een land. Dit criterium is daarom wel deel van de Human Development Index. 4.2 Verschuivende werelden Welke patronen vallen er op de wereldkaart te ontdekken in de economische, demografische en sociaal-culturele kenmerken van landen en welke veranderingen zijn te zien in deze patronen? Hoe zijn de economische, demografische en sociaal-culturele spreidingspatronen en de verschuivingen erin te verklaren? Einde koloniën betekent toename verschillen tussen Noord en Zuid Vast patroon: rijken buiten armen uit Centrum-periferiemodel geeft verhouding van de macht weer In periferie ook verschil centrum-periferie Ook semi-perifeer gebied Oude centrum-perifere wereldbeeld is veranderd Transitielanden De Geo, tweede fase – havo Uitbuiting en randligging ►Veel Europese landen hadden koloniën, die dienden als vestigingskolonie (bijv. Australië en Zuid-Afrika) of als exploitatiekolonie (bijv. Nederlands-Indië, India). ●Nadat de koloniën weer zelfstandig werden, is het verschil in welvaart tussen Noord en Zuid toegenomen. Volgens ontwikkelingsdeskundigen bestaat er een vast patroon: de rijke bovenlaag die de arme massa uitbuit (voorbeelden zijn het kolonialisme, en ook het neo-kolonialisme: de nieuwe uitbuiting) ●De machtsverhouding ter wereld drukt men uit in het centrum-periferiemodel. ■Ook binnen de regio’s zijn centrum- en periferiegebieden te onderscheiden. Het centrum heeft telkens de macht. Binnen de periferie is er een elitegroep en een massa. Tussen centrum en periferie is er altijd strijd om belangen, maar onderling kunnen de centra het meestal goed vinden. De periferiegebieden hebben veel problemen en juist onderling óók vaak conflicten. ■Een voorbeeld is de verplaatsing van een fabriek in Drenthe (perifeer) naar een perifeer gebied in Tsjechië vanwege de lagere lonen daar. ●Tussen de centrumlanden en periferielanden zit nog een tussengroep: de semi-periferie, zoals het land Tsjechië. ►Het traditionele centrum-periferiebeeld van de wereld verandert. ●Zo breidt op het continentale schaalniveau bijvoorbeeld, het Europees kerngebied zich uit en haar zwaartepunt schuift zuidwaarts. ●Op mondiaal niveau wordt de Pacific Rim (landen in Zuidoost-Azië en LatijnsAmerika) steeds belangrijker. ●Tot slot voegen veel semi-perifere landen zich bij het centrum en worden perifere landen nu semi-perifeer. Dit zijn zogenaamde transitielanden. ©ThiemeMeulenhoff, Utrecht/Zutphen, 2009 Samenvatting Arm en rijk Verschuiving handel van Atlantic naar Pacific Rim: Global Shift Bij economische ontwikkeling neemt geboortecijfer af Demografisch transitiemodel: 4 of 5 fasen Veel arme landen nog in e 1 fasen: grote groei Indeling naar cultuurgebieden In overgangszones zijn vaak spanningen: erfenis koloniale verhoudingen en fundamentalisme – gevoed door armoede Toename culturele diffusie door kolonialisme, sneller vervoer, globalisering Diffusietheorie: innovatie verspreid als olievlek, er zijn ook achterblijvers Relatieve afstanden worden kleiner 10 Global Shift ●Er is een wereldwijde verschuiving in productie, handel en vervoer geweest de afgelopen 50 jaar: de Global Shift. De nadruk op de Atlantic Rim is verlegd naar de Pacific Rim. Omdat de internationale arbeidsverdeling verandert, verandert ook het centrum-periferiepatroon in de wereld. De bevolkingsovergang ►Een andere opvallende ontwikkeling is de wijziging in het traditionele patroon van geboorte en sterfte. Regel is dat bij een toenemende economische en sociale ontwikkeling, het geboortecijfer afneemt. De veranderende leeftijdsopbouw leidt tot verandering van de demografische druk. Er is een toenemende vergrijzing. ●Het zogenaamde demografisch transitiemodel laat in vier of vijf fasen zien dat de bevolkingsgroei stagneert, dus een overgang van hoge geboorte- en sterftecijfers naar – lage geboorte- en sterftecijfers – in de twee overgangsfasen is er een sterke natuurlijke bevolkingsgroei – in de laatste fase is het sterftecijfer hoger dan het geboortecijfer: de bevolking neemt af. ►Veel ontwikkelingslanden zitten nog in de eerste drie fasen. Hierdoor verschuift het bevolkingszwaartepunt op de wereld verder richting de minder ontwikkelde landen. Cultuurgebieden: contacten en conflicten. ►De wereld is ook in te delen naar cultuurgebieden: gebieden die gekenmerkt worden door dezelfde taal, godsdienst en gemeenschappelijke geschiedenis. Talen en godsdiensten kunnen door kolonialisme of door migratie vanuit de oorsprongsgebieden verspreid zijn geraakt over de wereld. ■Binnen een cultuurgebied zijn weer veel subculturen te onderscheiden. ●De overgangszones tussen cultuurgebieden zijn vaak bron van spanningen. Dat komt door de erfenis van kolonialisme en door religieus fundamentalisme. ■Het moslimfundamentalisme is vaak het gevolg van de tweedeling in de Arabische wereld, die mede onder invloed van het westen (kolonialisme) is ontstaan. Kleine elites profiteerden en de grote massa bleef arm. Toenemende armoede en politieke uitsluiting zijn een voedingsbodem voor terrorisme. e ►In de 19 eeuw nam de culturele diffusie (verspreiding van cultuurelementen) sterk toe door de koloniale uitbreiding, de wereldwijde zoektocht naar grondstoffen en afzetmarkten, en door sneller en goedkoper vervoer. ●Tegenwoordig gaat de verspreiding van cultuur steeds sneller door de globalisering. Vooral de metropolen (wereldsteden) zijn door internationale handel en andere netwerken met elkaar verbonden. Het Engels is de voertaal (de lingua franca). ●Volgens de diffusietheorie verloopt de verspreiding vanuit innovatiecentra (de Fast World) het eerst naar de gebieden die daarom heen liggen. Slecht bereikbare gebieden zijn de ‘achterblijvers’(de Slow World). Tijd en ruimte krimpen ●In een netwerksamenleving nemen de relatieve afstanden af, als gevolg van nieuwe communicatie- en vervoersmiddelen. Geografen spreken van een tijdruimtecompressie: tijd en ruimte worden ‘kleiner’. Verwestersing en modernisering De Geo, tweede fase – havo ©ThiemeMeulenhoff, Utrecht/Zutphen, 2009 Samenvatting Arm en rijk Modernisering vooral amerikanisering Ook angst en weerstand bij verlies eigen identiteit Modernisering is gefragmenteerd Culturen die botsen, leidt vak tot polarisatie tussen groepen 11 ►De modernisering staat voor groot deel onder Amerikaanse (VS) invloed: de wereldsteden. ●Dit moderniseringsproces gaat steeds sneller door de moderne communicatiemiddelen. ●Vaak gaat de culturele beïnvloeding alleen over de buitenkant van een beschaving. Veel mensen staan niet positief tegenover een aantasting van hun eigen culturele waarden. ●Ze zijn bang voor verlies van eigenheid, hun regionale identiteit. Ze zoeken soms naar schuldigen die de vertrouwde wereld aantasten. ●Een reden voor deze weerstand is dat de modernisering verbrokkeld is (fragmentarische modernisering). Vaak wordt alleen de materiële cultuur overgenomen en het eigen geestelijke cultuurgoed behouden. ■Door mondialisering en modernisering botsen culturen soms met elkaar. Dit leidt weer tot maatschappelijke polarisatie tussen verschillende maatschappelijke lagen (arbeiders en middenstanders), tussen etnische groepen, religieuze groeperingen of groepen met verschillende talen of dialecten. Globalisering leidt dus zowel tot eenwording als tot verbrokkeling, zowel in economische zin als in sociaal-culturele zin. 4.3 Handel, investeringen en migratie Op welke manier zijn handel, investeringen en de menselijke migratiestromen met elkaar verbonden over de wereld en waarom juist op deze wijze? Wat houdt het proces van economische en sociaal-culturele globalisering in en waarom verloopt de globalisering juist op deze manier? Triademodel wijzigt: komen nieuwe industrielanden bij De driehoeksrelatie Noord-Amerika & Japan & West-Europa ►Sinds WO II is de wereldeconomie hard gegroeid. Er is een enorme toename van goederenstromen, vervoersstromen en kapitaalstromen. Dit heeft geleid tot meer welvaart voor meer mensen, wat weer een grotere afzetmarkt betekent (naar waarde en oppervlakte). ●Het grootste deel van internationale handels- en vervoersstromen voltrekt zich binnen en tussen de drie kerngebieden van de Triade (Noord-Amerika, Japan, West Europa). ●De handel tussen het Noorden en het Zuiden is veel geringer. Het gangbare beeld is dat rijke landen goedkope grondstoffen invoeren en dure industrieproducten uitvoeren. ■Dit leidt tot een ongunstige ruilvoet, die de kloof tussen arm en rijk vergroot. ●Dit beeld gaat niet helemaal meer op. Ook in veel arme landen leidt goederenproductie tot meer werk, meer welvaart, meer koopkracht, meer belastinginkomsten en daarmee meer overheidsinvesteringen. ■Het exportpakket van de Newly Industrialized Countries is veranderd: zij voeren grondstoffen en halffabricaten in, maken daar eindproducten van (assemblage) en exporteren die. Zij ontwikkelen zelf ook nieuwe producten, door scholing en investeringen. ■Hierdoor verandert ook het Triade-model: nieuwe industrielanden komen op. MNO’s hebben grote invloed op globalisering door vestigingen in veel landen, hoofdkantoor in De werkplaats ligt verderop ►Multinationale ondernemingen (MNO’s) stimuleren het proces van globalisering, dat is het voortschrijdende proces van internationale uitwisseling van goederen, ideeën en kapitaal. De politieke invloed van MNO’s is groot. ●Zij hebben vestigingen in meerdere landen. Het hoofdkantoor zit meestal in een centrumland en de productieafdelingen in lage lonenlanden. Steeds vaker Groei wereldeconomie leidde tot meer welvaart = meer afzet Handel vooral binnen de Triade Handel tussen Noorden en Zuiden veel kleiner Ongunstige ruilvoet voor Zuiden Zuiden profiteert toch ook, iets meer welvaart De Geo, tweede fase – havo ©ThiemeMeulenhoff, Utrecht/Zutphen, 2009 Samenvatting Arm en rijk centrum, productie in periferie Onderdelen van productieketen geknipt en uitbesteed: flexibilsering. Risico verschuift naar (onder)onderaannemers Steeds meer regionale specialisatie: gebied doet waar het goed in is Ontstaan van clusters van bedrijven, op basis van agglomeratievoordelen Stimuleert innovatie, maar versterkt vaak ook ruimtelijke tweedeling 12 zitten de afdeling voor R&D, logistiek en marketing ook in lage lonenlanden. ■Een voorbeeld van een MNO is Nike met 9000 werknemers op het hoofdkantoor in de VS en 75.000 in Azië. De ketting in stukjes geknipt ►Bij het globaliseringsproces wordt de productieketen opgedeeld in afzonderlijke eenheden (zoals winning grondstof, bewerking, verkoop). Elke eenheid kan worden uitbesteed aan onderaannemers, dat heet flexibilisering. Kenmerkend is dat gezocht wordt naar een zo hoog mogelijke kwaliteit tegen zo laag mogelijke productiekosten. Het risico wordt verlegd naar de toeleverancier. Er zijn ook onderonderaannemers, bij wie vaak onder slechte arbeidsomstandigheden wordt gewerkt. ■Het kan gezien worden als een systeem van uitbuiting, zeker in geval van kinderarbeid. Het ILO (International Labour Organisation) en WTO (World Trade Organisation) zijn actief om misstanden (= oneerlijke concurrentie) te bestrijden. Internationale arbeidsverdeling ●Door mondialisering vindt ook regionale specialisatie plaats door de bijzondere eigenschappen van een gebied, bijvoorbeeld lage lonen, een industrieelambachtelijke traditie of een soepele wetgeving. ■Voorbeelden zijn Pusan (Zuid-Korea) waar veel schoenen worden gemaakt en Bangalore (India) als belangrijk ICT cluster vanwege de lage lonen. Steeds vaker wordt ook het hoogwaardige werk voor hogere functies verplaatst. Dat heet outsourcing. Clusters ►In een gebied kunnen concentraties van bepaalde soort bedrijven ontstaan (clusters). Dit komt door agglomeratievoordelen: zoals het gebruik maken van dezelfde leveranciers of klanten, of van geschoolde en gespecialiseerde werknemers. Dit geeft een goed klimaat voor innovatie. ●Een voorbeeld van een cluster is Silicon Valley in Californië. ■De aanzuigende werking van clusters/agglomeraties kan leiden tot ruimtelijke tweedeling (polarisatie). Dit komt door schaalvergroting en doordat bedrijven graag gaan zitten op plekken met vestigingsvoordelen (goede infrastructuur of agglomeratievoordelen). Het vergroot de ruimtelijke verschillen/tegenstellingen binnen een land. - politieke veranderingen maken meer samenwerking mogelijk Het waarom van groei en verschuiving ►De volgende voorwaarden maakten globalisering en de Global Shift mogelijk: ●economische voorwaarden: het bestaan van een stelsel van vrijhandel (in tegenstelling tot systeem van protectionisme), de regulering van de vrijhandel door de WTO en de sterke toename van de welvaart. Dit leidde tot een grote mondiale afzetmarkt. ●technische voorwaarden: de ontwikkeling van de transporttechnologie waardoor steeds sneller en steeds meer vervoerd kan worden. Dat maakt de kosten per ton product lager. Ook de moderne communicatietechnologie zorgt voor een grote ontwikkeling in logistiek en distributie (digitale revolutie). ●politieke veranderingen: het uiteenvallen van politiek-militaire blokken maakte meer mondiale samenwerking mogelijk. Voorbeelden zijn het uiteenvallen van de Sovjet-Unie (1990) en de opheffing van het IJzeren Gordijn (1989). Handelsblokken hebben voor- en nadelen: ►De vorming van handelsblokken, zoals de NAFTA en EU, heeft voor- en nadelen. Op continentale schaal leidt het tot eenwording, op mondiale schaal Globalisering kan door: - stelsel vrijhandel: geeft mondiale afzetmarkt - ontwikkeling vervoer en communicatietechniek De Geo, tweede fase – havo ©ThiemeMeulenhoff, Utrecht/Zutphen, 2009 Samenvatting Arm en rijk eenwording maar ook grotere tegenstelling Oostbloklanden zijn een dichtbij alternatief voor westerse bedrijven die lage lonen zoeken Wereld als ‘global village’ Transporttheorie van Ullman. Drie begrippen: Ruimtelijke complementariteit Tussenliggende mogelijkheden Transporteerbaarheid Economische groei trekt mensen aan, versterkt menselijke mobiliteit 13 worden de belangentegenstellingen groter. ■Ook op continentale schaal ligt polarisatie op de loer, bijvoorbeeld in de EU (vergroting van verschil tussen centrum en periferie) of in Thailand (sterke tweedeling tussen het kerngebied en de randgebieden). ►De voormalige Oostbloklanden geven West-Europese bedrijven de kans vervoersstromen in te korten. Zij maken zo dichterbij gebruik van de lage lonen (in plaats van in het Verre Oosten). ■In deze landen is soms sprake van politieke verbrokkeling (zoals de splitsing van Tsjechië en Slowakije). Het streven naar nationale en regionale identiteit remt het globaliseringsproces. ste ►In de 20 eeuw nam de relatieve afstand tussen gebieden sterk af. De wereld wordt wel gezien als een ‘global village’. ►De Transporttheorie van Ullman. Deze geograaf zocht uit waarom ergens veel verkeer is en elders weinig. Bij zijn verklaring gebruikte hij drie kernbegrippen. 1 ruimtelijke complementariteit: twee regio’s vullen elkaar aan, hebben elkaar nodig, er ontstaat vervoer. 2 tussenliggende mogelijkheden: de wisselwerking neemt af als regio’s verder van elkaar liggen (afstandsverval). Daartussen zijn vaak andere mogelijkheden (zoals bijvoorbeeld productie in Oost-Europa i.p.v. Azië). Ook kunnen er tussenliggende hindernissen zijn (zoals het IJzeren Gordijn), die de relatieve afstand veranderen. 3 de transporteerbaarheid van goederen: die hangt af van de vervoerskosten, het vervoersmiddel en de infrastructuur. Mensen in beweging ►Economische groeiregio’s zuigen mensen en activiteiten aan, terwijl de randgebieden achter blijven. ●De toegenomen handel en communicatie versterkt de menselijke mobiliteit (een voorbeeld zijn de expats). ●De vestiging van migranten gaat veelal samen hun integratie in het nieuwe gebied. Soms is sprake van een transnationale identiteit: iemand is dan burger van twee landen. 4.4 Groot-Brittannië en India in wereldperspectief Hoe passen Groot-Brittannië en India in de mondiale patronen en processen? Hoe komt het dat de globalisering zo duidelijk aanslaat in India en wat zijn de gevolgen van de globalisering in zowel Groot-Brittannië als India? Bloeiende industrieën in Engelse Midlands werden verplaatst naar lage loon landen Gevolg: sociaaleconomische problemen Verlies (in)directe werkgelegenheid De Geo, tweede fase – havo De Engelse Midlands ►Rond 1800 begon de industrialisatie in de Britse Midlands. ■De basis van de industrialisatie was de traditie in de productie van textiel en metaal, het opwekken van energie van watermolens en het kanalenstelsel. ●De steenkoolvoorraden en de stoommachine zorgden voor industriële productie voor de wereldmarkt. Inmiddels is de ijzer- en textielindustrie verplaatst naar lage lonenlanden. De ontstane werkloosheid en grote hoeveelheid immigranten uit voormalige koloniën leiden tot sociaaleconomische problemen in de streek. ►In een tijd van de-industrialisatie is het moeilijk om de oude industriegebieden weer op te peppen. ■Het verdwijnen van industrie leidt tot verlies van directe werkgelegenheid én tot verlies van indirecte werkgelegenheid (de toeleveranciers en dienstverlenende bedrijven). Omgekeerd geldt dat de komst van een ‘trekpaard’ (een groot bedrijf) ©ThiemeMeulenhoff, Utrecht/Zutphen, 2009 Samenvatting Arm en rijk Midlands niet meer centrum, maar perifeer ‘Centrum’ zakelijk Londen profiteert juist Door globalisering vaak toename verschillen binnen landen Ruimtelijke tegenstellingen: stad en suburbs Sociale: probleemgroep en middenklasse Engeland legde kolonie India eigen systeem op India was exploitatiekolonie Engelsen legden infrastructuur aan voor export en voor import textiel uit eigen land Toename industrie en landbouw in India, maar de winst was niet voor Indiase bevolking India kent megasteden: ‘4 in 1’- model In steden vaak veel problemen met huisvesting, gezond- De Geo, tweede fase – havo 14 de plaatselijke economie sterk kan stimuleren. ●Het probleem van de Midlands is ook dat ze van centrumgebied nu (semi-) periferie is en wordt overvleugeld door primate city Londen. Londen is dé plek van zakelijke dienstverlening, die profiteert juist van outsourcing en internationale arbeidsverdeling. De kloof tussen Centrum (Londen) en Periferie (Midlands) neemt op die manier toe. Toenemende ongelijkheid ►Op mondiale schaal gezien worden de sociaaleconomische verschillen kleiner; op nationale en regionale schaal worden deze verschillen (soms) groter. Er is sprake van een toenemende regionale ongelijkheid. Generaliserend kan worden gezegd dat onder invloed van globalisering de sociale en economische verschillen binnen landen toenemen ■Op ruimtelijk gebied ontstaan sterke tegenstelling tussen enerzijds vervallen industriegebieden en woonwijken, anderzijds groene suburbs en bedrijvenparken. ■Op sociaal gebied is er een groeiende tegenstelling tussen stedelijke probleemgroepen en een welvarende middenklasse, sociale ongelijkheid. India als wingewest e ►De 19 eeuw leverden de koloniën landbouwproducten, delfstoffen en goedkope arbeid en waren afzetmarkt voor westerse producten. ●Groot-Brittannië legde India als koloniaal moederland zijn economisch, politiek en cultureel systeem op. ■Dat gebeurde via een stelsel van indirect rule (plaatselijk werden vorsten ingeschakeld) en een verdeel-en-heerspolitiek. ■In West-Europa werd de sterke bevolkingsgroei uit die tijd opgevangen door industrialisatie. India werd dus geen vestigings- maar een exploitatiekolonie. De parel aan de kroon ►Omstreeks 1850 was India volledig onder Britse controle. De Engelsen legden irrigatiewerken, spoorwegen en havens aan voor de export naar Europa en voor de invoer van textiel uit Engeland. Hierdoor verdween de Indiase ambachtelijke textielnijverheid. ●De Engelsen legden het land met strenge regels een eenheid op (Pax Brittannica). Dat maakte betere landbouw en industrialisatie mogelijk. Toch bleef de welvaart voor de Indiase bevolking uit, want winsten werden afgeroomd door koloniaal moederland zodat de lonen en koopkracht laag bleven. Er was ook een sterke bevolkingsgroei, vooral door het dalend (kinder)sterftecijfer. Steden en megasteden ►De urbanisatiegraad is in India betrekkelijk laag. Wel is er een aantal megasteden. ●Het stadsmodel in Zuid-Azië is ‘4-in-1’steden: – een administratief en religieus centrum, compact met gespecialiseerde ambachtswijken. – de koloniale stad: ruim en recht, veel groen. – de postkoloniale stad: westers, modern, hoogbouw met kantoren en winkels. – krottenwijken: ontbreken van planning, compact. ■De megastad Calcutta kent de problematiek van grote steden in een ontwikkelingsland: slechte openbare voorzieningen, slechte volksgezondheid, zeer hoge bevolkingsdichtheid, congestie, vervuiling en toestroom van rurale migranten. ©ThiemeMeulenhoff, Utrecht/Zutphen, 2009 Samenvatting Arm en rijk heid en milieu Mumbai is centrum van India; 2/3 van bevolking leeft in krottenwijken Megasteden groeien snel door hoog geboorte- en migratiecijfer Problemen op niveau van stad, regio en nationaal Globalisering: brengt India meer welvaart, minder kindersterfte, naar ook verlies banen en grotere verschillen. Naast Fast World staat grote, arme Slow World Na de onafhankelijkheid eerst planeconomie, later markteconomie Vrijhandel gaf meer welvaart, maar riep ook weerstand op Rijke landen spelen spel naar eigen belang De Geo, tweede fase – havo 15 ■Mumbai (Bombay) is de grootste metropool en het onbetwiste centrum van India, zowel financieel, industrieel als cultureel (Bollywood). Het is het handelscentrum dankzij de gunstige relatieve ligging. ■Tweederde van de 15 miljoen inwoners leeft in krottenwijken (de bustees). ●De ruraal-urbane migranten komen meestal terecht in de informele sector of bazaareconomie. ●Megasteden groeien snel vanwege een groot vestigingsoverschot en een hoog geboorteoverschot. De problemen van megasteden in de Derde Wereld liggen op drie schaalniveaus: – lokaal/stedelijk: vervuiling, gebrek aan voorzieningen, congestie, onbestuurbaarheid en werkloosheid. – regionaal gezien: te veel houtkap, uitputting grondwatervoorraad, luchtvervuiling en verlies van landbouwgrond. – op nationaal niveau: centrum zuigt mensen en activiteiten aan ten koste van andere regio’s. Wordt de kloof breder? ►Is de globalisering een succesverhaal in India? Voor een deel wel, maar de schaduwzijde is het verlies van veel banen en de toename van verschillen. ●Er is een enorme kloof tussen een arme massa en een rijke elite. ●De landbouw is voor velen de bestaansbron, maar de overheid steunt vooral de grotere boeren. ●Terwijl de middenklasse groeit blijven er veel mensen en gebieden achter in ontwikkeling. ■200 miljoen mensen zijn ondervoed, maar grote hongersnoden zijn verleden tijd. ●Positief is dat de kindersterfte daalt, maar de positie van meisjes en vrouwen blijft (sterk) achter. ●Naast de high technology sector (Fast World) bestaat een omvangrijke zelfvoorzienende samenleving (Slow World) met veel armoede. Planeconomie of markteconomie? ►Na de onafhankelijkheid (1947) kreeg het Indiase beleid veel elementen van een planeconomie: de overheid bepaalde de productie, prijzen en afzet. De staatsschuld groeide, corruptie en bureaucratisering namen toe. Na 1990 richtte India zich meer op de markteconomie. Hierdoor steeg de welvaart, maar was er ook sprake van een toenemende ongelijkheid. ●Door de concurrentie op de wereldmarkt en het wegvallen van de staatsbescherming riep de economische liberalisering ook weerstand op. De vrijhandel heeft ook flinke negatieve gevolgen. Dat komt omdat de centrumlanden het spel zo spelen dat vooral hun eigen belangen worden gediend, zoals het beschermen van hun eigen landbouw. Voor de Indiase boer is dat desastreus. ©ThiemeMeulenhoff, Utrecht/Zutphen, 2009 Samenvatting Arm en rijk 16 Schema: 1 Mexico en de verenigde Staten: een wereld van verschil Wat zijn de economische, demografische en sociaal-culturele kenmerken van het grensgebied tussen Mexico en de Verenigde Staten? 1.1 Kennismaking met het grensgebied ► Grote Indiaanse beschavingen voor koloniale tijd. Daarna Spaanse overheersing. Na 1821 dictators en burgeroorlogen. ► Na 1940 aanvankelijke snelle economische groei, daarna stagnatie. Nu heeft Mexico de kenmerken van een ontwikkelingsland. ► De Verenigde Staten zijn gevormd vanaf 1776 en vormen een economische en politieke grootmacht. ► De huidige grens Verenigde Staten en Mexico dateert van 1848 na veel strijd. ► Een 100-kilometer brede zone, meer dan 3000 kilometer lengte met veertien dubbelsteden. ► Een bekende dubbelstad is El Paso – Ciudad Juárez. ● El Paso, met 600.000 inwoners, is gegroeid door ‘cattle, copper, cotton en climate’. ● Ciudad Juárez, met 1,6 miljoen inwoners, groeit snel door arbeidsintensieve bedrijven. ► Grensgebied heeft economische, demografische en sociaal-culturele kenmerken: ● Mexicaanse regio welvarender dan de rest van Mexico; VS zijde is minder rijk dan de rest van de VS. ● Meer dan 10 miljoen inwoners, waarvan 6 miljoen in Mexico. Sterk geconcentreerd. ● De bevolking groeit aan beide zijden erg snel. ► De grens is geen scherpe scheiding op sociaal en cultureel gebied. ● Mexicanen worden door de Amerikaanse cultuur beïnvloed, met behoud van Mexicaanse identiteit. ● De Mexicanen die aan de VS-zijde wonen, ondergaan een sterkere invloed, vooral vanwege de taal. ● Bij de Amerikanen is veel minder invloed te merken door de Mexicaanse cultuur. ► Grote (illegale) migratie van Mexico naar de VS. Strenge grensbewaking. Bijna onmogelijke opgave. 1.2 Noord-Amerika als handelsblok ste In de 20 eeuw nam de (economische) globalisering enorm toe. GATT haar opvolger WTO: ieder land moet produceren waar dat land het best in is. Grenzen vervagen en ontstaan van één grote wereldmarkt. Vanaf 1994 NAFTA: tariefmuren afbreken en zo vrijhandel mogelijk te maken. Twee rijke landen en een ontwikkelingsland openen markten voor elkaar. NAFTA is concurrent van EU. Voordelen: meer werkgelegenheid, efficiëntere manier van werken en een stijging van de inkomens. Nadelen: daling van de werkgelegenheid in VS door lage lonen en strenge milieueisen in Mexico. Concurrentie voor Mexico door hogere arbeidsproductiviteit Amerikaanse arbeiders en meer financiële draagkracht Amerikaanse en Canadese firma’s. ► Resultaat: Mexicaanse import en export + buitenlandse investeringen in Mexico enorm gestegen. De landbouwexport van VS naar Mexico verdubbelde, net als de Mexicaanse landbouwexport. ► Maar: minimumloon in Mexico daalde, aantal mensen dat onder de armoedegrens leeft steeg van 50 naar 58 procent. De grote verliezers zijn de Mexicaanse boeren. ► Ook is de milieuvervuiling in de grensstreek sterk toegenomen. ► ● ● ► ● ► ► De Geo, tweede fase – havo ©ThiemeMeulenhoff, Utrecht/Zutphen, 2009 Samenvatting Arm en rijk 17 Hoofdstuk 2 La nueva frontera Welke gevolgen heeft de vestiging van buitenlandse bedrijven in het grensgebied van Mexico en de Verenigde Staten op nationale, regionale en lokale schaal? 2.1 Maquiladoras ► Mexicaanse regering wil buitenlandse ondernemingen aantrekken in het grensgebied met VS. Dit zijn vooral maquiladoras. ► Eerst waren de maquiladoras alleen toegestaan in een straal van 20 kilometer van de grens met VS. Veel mensen migreerden van Centraal-Mexico naar Noord-Mexico. ► Na 1965 meer liberalisering. Ook door de NAFTA groei aantal werknemers in maquiladoras sinds 1980. ► In de internationale arbeidsverdeling is Mexico door de lage lonen een aantrekkelijk vestigingsgebied. Afhankelijkheid Mexico door vestiging van alleen productie, geen research- en ontwerpafdelingen. Mexico wordt aangeduid als een semi-periferieland. ► Verschuiving van maquiladoras landinwaarts door lager minimumlonen landinwaarts, groot arbeidsaanbod en minder machtige vakbonden. ● De ecologische draagkracht heeft het in sommige gebieden zwaar te verduren. ● Het noorden van het land is economisch belangrijker geworden ten koste van het centrum. 2.2 De andere kant van de medaille ► Het gevolg van de vestiging van de maquiladoras was een geweldige trek naar de grensstreek. Vaak via getrapte migratie. ► Het aantal mensen in vestigingsgebieden groeit sneller dan deze gebieden kunnen opvangen. Het leven is er ook duurder. Gevolgen: slechte huisvesting, veel krottenwijken, gebrek aan openbare voorzieningen. ► Ciudad Juárez: huisvestingsproblemen, slecht onderwijs en slechte gezondheidszorg, grote milieuproblemen. Sterke groei van het watergebruik en daling van de grondwaterspiegel. ► De leegloop van gebieden waar mensen wegtrekken heeft grote gevolgen. ● Verlies aan arbeidskrachten voor de landbouw. ● De achterblijvers, vaak ouderen, zijn voor hun inkomen afhankelijkheid van het geld dat vertrekkers toesturen. ● Het ontvangen geld wordt meestal niet geïnvesteerd in de lokale economie. ● Terugkomers gebruiken hun opgedane werkervaring nauwelijks in het eigen dorp. ● Sociaal-culturele waarden en normen van de stad worden steeds meer gemengd met die van het platteland. Oude waarden verdwijnen zo. De Geo, tweede fase – havo ©ThiemeMeulenhoff, Utrecht/Zutphen, 2009 Samenvatting Arm en rijk 18 Hoofdstuk 3 Naar de Verenigde Staten: ‘el otro lado’ Wat zijn de oorzaken en de gevolgen van de migratie van Mexicanen naar de Verenigde Staten? 3.1 Migratiegeschiedenis ► In de VS wonen veel Mexicanen. ► In 1848 werden grote delen van Mexico ingelijfd bij de VS. ● Vanaf 1880 waren er in de VS goedkope arbeidskrachten nodig. Dit trok veel migranten aan, vooral het westen van de VS had deze vraag naar arbeidskrachten. ● Tijdens de Eerste Wereldoorlog namen Mexicaanse arbeidskrachten de plaats in van Amerikaanse soldaten. ● Tussen de twee wereldoorlogen werd de migratie teruggeschroefd vanwege de economische crisis. ► In Tweede Wereldoorlog werd Baracero-programma gestart tot 1964. ● De laatste decennia is een geweldige legale en illegale migratie ontstaan door schommelingen in de economie van Mexico, terugdraaien subsidies op landbouwproducten en explosieve bevolkingsgroei in ste 20 eeuw. ► Getrapte migratie. Twee typen migranten: economische en niet economische. ► Pushfactor is slechte economie van Mexico. Veel mensen werken in de informele sector. ● Netwerken van migranten spelen een rol bij de beslissing wel of niet te migreren. Gevolg is kettingmigratie. ► Meer dan 80% van de migranten is afkomstig uit vijf staten: Jalisco, Michoàcan, Zacatecas, Durango en Oaxaca. Ze komen vaak uit de kleine plattelandsgemeenten, maar steeds vaker ook uit grote steden. ► In de Verenigde Staten zijn Californië, Texas, Arizona en Illinois de belangrijkste vestigingsstaten. Het zuidoosten van VS is een nieuw vestigingsgebied. 3.2 De huidige migranten ► ● ► ► ● ► ► ● ► ● ● ■ ► ● Mexicaanse migranten: illegaal, legaal, seizoensmigranten (cirkelmigranten). Permanente vestiging door beter geschoolden en werknemers buiten de landbouw. Een belangrijke pullfactor zijn de hogere lonen in VS: geldzendingen naar Mexico. Het geld zorgt voor een afname van de inkomensongelijkheid in Mexico. De Mexicaanse overheid stimuleert met speciale programma’s dat het geld ook ten goede komt aan de lokale gemeenschappen. Veel Mexicanen in de VS hebben weinig opleiding gehad en werken als laaggeschoolde arbeidskrachten. In 1986 legalisering van twee miljoen illegalen die konden aantonen dat ze sinds 1982 in de Verenigde Staten woonden. Anti-illegalenwet maakt illegaliteit en ook hulp aan illegalen crimineel. Effect van de oprichting van de NAFTA in 1994 op de migratie van Mexicanen naar de VS: In plaats van de verwachte afname, nam de emigratie toe. Mexicaanse boeren worden weggeconcurreerd door de Amerikanen, die efficiënter kunnen produceren. Zowel kwantitatief als kwalitatief gezien voeren de VS in maïsproductie de boventoon, Mexico blijft achter. Het verwachte gevolg is een ‘Great Migration’ van het Mexicaanse platteland. Die komt op de nu al grote legale en illegale migratie naar de VS (jaarlijks 800.000 mensen!) De Geo, tweede fase – havo ©ThiemeMeulenhoff, Utrecht/Zutphen, 2009 Samenvatting Arm en rijk 19 Hoofdstuk 4 De wereld indelen Hoe zijn economische, demografische en sociaal-culturele verschijnselen wereldwijd verspreid? Hoe raken ze steeds sterker met elkaar verbonden? 4.1 Tsjechië en Egypte vergeleken ► Grote welvaartsverschillen tussen én binnen de landen in de wereld. ► Voor een geografisch beeld van een gebied moet je letten op de volgende hoofdkenmerken: economie, demografie, sociaal-culturele kenmerken en politiek. ► Drie kenmerken van de economie van een gebied zijn de productie, de verdiensten, en de werkgelegenheid. ● Het probleem is dat indicatoren soms moeilijk te vergelijken zijn en ● dat de cijfers vaak niet erg betrouwbaar zijn. ► Het meest gebruikte kenmerk voor ontwikkeling is het nationaal inkomen. ■ De berekening daarvan kan op drie manieren: 1) alle verdiende inkomens optellen, 2) alle toegevoegde waarden optellen of 3) alle bestedingen optellen. ► BNP geeft de waarde aan van de totale productie van economische goederen in een land. ■ Het betekent ook dat geld dat wordt verdiend met het herstellen van de schade bijdraagt aan het BNP. ► Het gebruik van BNP per inwoner als criterium heeft nadelen: niet meetellen zelfvoorziening, goede registratie cijfers ontbreekt vaak, wisselkoersen kunnen afwijken van werkelijke waarde van valuta. ■ BNP/hoofd is een gemiddelde. Regionale verschillen vallen weg en het maakt niet duidelijk hoe de verdeling of spreiding over groepen is. ● Ook de verschillen in koopkracht maken het lastig om landen te vergelijken. ■ Hamburgerindex. Het is een (niet erg betrouwbare) weergave van welvaart en loonshoogte. ● Andere criteria, zoals de Human Development Index (van de VN) gebaseerd op het inkomen, de leeftijdverwachting en de geschooldheid. ► Drie sectoren in bestaansmiddelen: de primaire, secundaire en tertiaire sector. ● De omvang van elke sector wordt uitgedrukt in percentage van de beroepsbevolking. ● Algemene regel: hoe hoger het percentage van de beroepsbevolking dat in de landbouw werkt, hoe lager het BNP per inwoner in een land. De tertiaire sector is misleidend als maatstaf voor arme landen: de traditionele sector is groot, onevenredig veel mensen in overheidsdienst, grote informele sector. ► De bevolkingsdichtheid is een gemiddelde. ● De bevolkingsspreiding vertelt hoe de bevolking werkelijk over de ruimte is verdeeld. ● Het demografische begrip ‘bevolkingsgroei’ is een beter vergelijkingsinstrument. De totale groei bestaat uit de natuurlijke groei en de sociale groei. Het geboortecijfer is een goed cijfer om landen te vergelijken, evenals kinder- en zuigelingensterfte. ● De ‘leeftijdsopbouw’ verwijst naar de samenstelling van de bevolking naar leeftijd en geslacht. Er zijn drie modellen die de samenstelling weergeven: grafieken in piramide-vorm, granaat-vorm en ui-vorm. ● De demografische druk geeft de verhouding tussen productieven en niet-productieven aan. ► Belangrijkste cultuurkenmerken van een land zijn taal en godsdienst. Ze hebben grote invloed op het bestaan en de inrichting van de ruimte. ► Percentage analfabeten in een land is moeilijk vast te stellen. Het is wel een criterium in de Human Development Index. 4.2 Verschuivende werelden ► Veel Europese landen hadden koloniën: vestigingskolonie, exploitatiekolonie. ● Het verschil in welvaart tussen Noord en Zuid is toegenomen volgens een vast patroon: de rijke bovenlaag die de arme massa uitbuit. ● De machtsverhouding op de wereld wordt uitgedrukt in het Centrum-periferiemodel. ■ Ook binnen de regio’s zijn centrum- en periferiegebieden te onderscheiden. De Geo, tweede fase – havo ©ThiemeMeulenhoff, Utrecht/Zutphen, 2009 Samenvatting Arm en rijk 20 Tussen de centrumlanden en periferielanden zit nog een groep: de semi-perifere landen. Het traditionele Centrum-periferiebeeld van de wereld verandert. Op continentale schaalniveau: Europees kerngebied breidt zich uit. Op mondiaal niveau wordt de Pacific Rim steeds belangrijker. Semi-perifere landen voegen zich bij het centrum, perifere landen worden semi-perifeer: transitielanden. Global Shift. De nadruk op de Atlantic Rim is verlegd naar de Pacific Rim. Wijziging in het traditionele patroon van geboorte en sterfte. Bij toenemende economische en sociale ontwikkeling, afname van geboortecijfer. Verandering van de demografische druk, toenemende vergrijzing. ● Het zogenaamde demografisch transitiemodel laat vier of vijf fasen zien: – van hoge geboorte- en sterftecijfers naar – lage geboorte- en sterftecijfers – in de twee overgangsfasen is er een sterke natuurlijke bevolkingsgroei – in de laatste fase is het sterftecijfer hoger dan het geboortecijfer: de bevolking neemt af. ► Veel ontwikkelingslanden zitten nog in de eerste drie fasen. Bevolkingszwaartepunt op de wereld verder richting de minder ontwikkelde landen. ► verschillende cultuurgebieden in de wereld. ■ Binnen een cultuurgebied zijn weer veel subculturen te onderscheiden. ● De overgangszones tussen cultuurgebieden zijn vaak bron van spanningen. ■ Het moslimfundamentalisme is vaak het gevolg van tweedeling in de Arabische wereld. ► In de 19e eeuw nam de culturele diffusie sterk toe door de koloniale uitbreiding, de wereldwijde zoektocht naar grondstoffen en afzetmarkten, en door sneller en goedkoper vervoer. ● Tegenwoordig gaat de verspreiding van cultuur steeds sneller door de globalisering. ● Diffusietheorie: verspreiding vanuit innovatiecentra (de Fast World) het eerst naar de gebieden die daarom heen liggen. Slecht bereikbare gebieden zijn de ‘achterblijvers’(de Slow World). ● In een netwerksamenleving nemen de relatieve afstanden af: tijd-ruimtecompressie. ► De modernisering staat voor groot deel onder Amerikaanse (VS) invloed: de amerikanisering. ● Steeds sneller door de moderne communicatiemiddelen. ● Vaak gaat de culturele beïnvloeding alleen over de buitenkant van een beschaving. ● Angst voor verlies van eigenheid, regionale identiteit. ● Een reden voor deze weerstand is fragmentarische modernisering. ■ Door mondialisering en modernisering botsen culturen en ontstaat maatschappelijke polarisatie. ● ► ● ● ● ● ► 4.3 Handel, investeringen en migratie ► Sinds WO II is de wereldeconomie hard gegroeid. ● Het grootste deel van internationale handels- en vervoersstromen voltrekt zich binnen en tussen de drie kerngebieden van de Triade. ● De handel tussen het Noorden en het Zuiden is veel geringer, maar met ■ Ongunstige ruilvoet, die de kloof tussen arm en rijk vergroot. ● Dit beeld gaat niet helemaal meer op. Ook in veel arme landen leidt goederenproductie tot meer werk, meer welvaart, meer koopkracht, meer belastinginkomsten en daarmee meer overheidsinvesteringen. ■ Het exportpakket van de Newly Industrialized Countries is veranderd. ■ Hierdoor verandert ook het Triade-model: nieuwe industrielanden schuiven aan. ► MNO’s stimuleren het proces van globalisering. De politieke invloed van MNO’s is groot. ● Het hoofdkantoor zit meestal in een centrumland en de productieafdelingen in lage lonenlanden. Steeds vaker zitten de afdeling voor R&D, logistiek en marketing ook in lage lonenlanden. ► Productieketen wordt opgedeeld in afzonderlijke eenheden: flexibilisering. ■ Gevaar van systeem van uitbuiting, zeker in geval van kinderarbeid. ● Door mondialisering vindt ook regionale specialisatie plaats. ■ Steeds vaker wordt ook het hoogwaardige werk voor hogere functies verplaatst: outsourcing. ► Concentraties van bepaalde soort bedrijven door agglomeratievoordelen zoals Silicon Valley. ■ Aanzuigende werking van clusters/agglomeraties kan leiden tot ruimtelijke tweedeling (polarisatie). ► De volgende voorwaarden maakten globalisering en de Global Shift mogelijk: De Geo, tweede fase – havo ©ThiemeMeulenhoff, Utrecht/Zutphen, 2009 Samenvatting Arm en rijk 21 economische voorwaarden: een stelsel van vrijhandel, WTO, sterke toename van de welvaart. technische voorwaarden: transporttechnologie en communicatietechnologie. politieke veranderingen: het uiteenvallen van politiek-militaire blokken. Handelsblokken leiden op continentale schaal tot eenwording, op mondiale schaal tot tegenstellingen. Ook op continentale schaal ligt polarisatie op de loer. De voormalige Oostbloklanden geven West-Europese bedrijven de kans vervoerstromen in te korten. Deze landen zijn soms politiek verbrokkeld. Dat remt het globaliseringsproces. ste In de 20 eeuw wordt de wereld steeds meer een ‘global village’. De Transporttheorie van Ullman kent drie kernbegrippen: ruimtelijke complementariteit, tussenliggende mogelijkheden en de transporteerbaarheid van goederen. ► Economische groeiregio’s zuigen mensen en activiteiten aan, terwijl de randgebieden achterblijven. ● De toegenomen handel en communicatie versterkt de menselijke mobiliteit. ● Migranten integreren veelal in het nieuwe gebied. Soms is sprake van een transnationale identiteit. ● ● ● ► ■ ► ■ ► ► 4.4 Groot-Brittannië en India in wereldperspectief ► Rond 1800 begon de industrialisatie in de Engelse Midlands. ■ De basis daarvoor was de traditie in textiel en metaal, energie van watermolens en het kanalenstelsel. ● Inmiddels is de ijzer- en textielindustrie verplaatst naar lage lonenlanden. Werkloosheid en grote hoeveelheid immigranten uit voormalige koloniën leiden tot sociaaleconomische problemen in de streek. ► In een tijd van de-industrialisatie is het moeilijk om de oude industriegebieden weer op te peppen. ■ Ook verlies van indirecte werkgelegenheid. Trekpaard kan de plaatselijke economie sterk stimuleren. ● Midlands is van centrumgebied nu (semi-)periferie geworden, overvleugeld door primate city Londen. ► Op mondiale schaal gezien worden de sociaaleconomische verschillen kleiner; op nationale en regionale schaal is (soms) sprake van een toenemende regionale ongelijkheid. ■ Tegenstelling tussen enerzijds vervallen industriegebieden en woonwijken, anderzijds groene suburbs en bedrijvenparken. Ook tussen stedelijke probleemgroepen en een welvarende middenklasse. e ► De 19 eeuw leverden de koloniën landbouwproducten en delfstoffen, goedkope arbeid en waren afzetmarkt voor westerse producten. ● Groot-Brittannië legde India als koloniaal moederland zijn economisch, politiek en cultureel systeem op. ■ Dat gebeurde via een stelsel van indirect rule en een verdeel-en-heerspolitiek. ■ In West-Europa werd de sterke bevolkingsgroei uit die tijd opgevangen door industrialisatie. India werd dus een exploitatiekolonie. ► De Engelsen legden irrigatiewerken, spoorwegen en havens aan voor de export naar Europa, en voor de invoer van textiel uit Engeland. Hierdoor verdween de Indiase ambachtelijke textielnijverheid. ● Pax Brittannica maakte betere landbouw en industrialisatie mogelijk. Welvaart bleef uit voor de Indiase bevolking. ► De urbanisatiegraad is in India betrekkelijk laag. Wel is er een aantal megasteden. ● Het stadsmodel in Zuid-Azië is ‘4-in-1’steden: administratief en religieus centrum, koloniale stad, postkoloniale stad, krottenwijken. ● De ruraal-urbane migranten komen meestal terecht in de informele sector. ● Megasteden groeien snel vanwege een groot vestigingsoverschot en een hoog geboorteoverschot. De problemen van megasteden in de Derde Wereld liggen op drie schaalniveaus: – lokaal/stedelijk: vervuiling, gebrek aan voorzieningen, congestie, onbestuurbaarheid en werkloosheid – regionaal gezien: te veel houtkap, uitputting grondwatervoorraad, luchtvervuiling en verlies van landbouwgrond. – op nationaal niveau: centrum zuigt mensen en activiteiten aan ten koste van andere regio’s ► Schaduwzijde van globalisering is het verlies van veel banen en de toename van verschillen. ● Enorme kloof tussen arm en rijk, overheidssteun vooral aan grotere boeren, veel achterblijvers in ontwikkeling. ● Positief is dat de kindersterfte daalt, maar positie van meisjes en vrouwen blijft (sterk) achter. ● Naast de high technology sector (Fast World) bestaat een omvangrijke zelfvoorzienende samenleving De Geo, tweede fase – havo ©ThiemeMeulenhoff, Utrecht/Zutphen, 2009 Samenvatting Arm en rijk 22 (Slow World), met veel armoede. ► Na de onafhankelijkheid (1947) krijgt het Indiase beleid veel elementen van een planeconomie. Na 1990 richtte India zich meer op de markteconomie. ● De vrijhandel heeft ook negatieve gevolgen door verdedigen van eigenbelangen door de centrumlanden. De Geo, tweede fase – havo ©ThiemeMeulenhoff, Utrecht/Zutphen, 2009