Samenvatting_havo arm en rijk

advertisement
Samenvatting Arm en rijk
1
Samenvatting Arm en rijk
1 Mexico en de Verenigde Staten:
een wereld van verschil
De hoofdvraag van dit hoofdstuk is:
Wat zijn de economische, demografische en sociaal-culturele kenmerken
van het grensgebied tussen Mexico en de Verenigde Staten?
1.1 Kennismaking met het grensgebied
Hoe is de grens tussen Mexico en de VS tot stand gekomen? Komen de
kenmerken van het grensgebied overeen met de nationale
gebiedskenmerken van beide landen?
Indiaanse beschaving in
Mexico verdreven door
Spanjaarden
Olievondsten brachten
economische groei
VS: sterke groei aantal
staten vanaf 1776
Trok veel immigranten
Grensgebied: veel strijd
Mexico verloor land VS
Lang, breed grensgebied
Dubbelsteden
Bekende dubbelstad
ste
El Paso gegroeid in 20
eeuw
Ciudad Juárez groeit nu
tweedeling: arm en rijk
Kenmerken grensgebied:
De Geo, tweede fase – havo
Geschiedenis
►Voor de koloniale tijd kende Mexico grote Indiaanse beschavingen. Vanaf
1500 werd het land overheerst door Spanje. Na de koloniale tijd (na 1821)
waren er diverse dictators en burgeroorlogen.
►Vanaf 1940 leidden olievondsten tot een snelle economische groei. Die
groei stagneerde in de jaren tachtig door een daling van de olieprijzen, een
groeiende schuldenlast en toenemende inflatie. Nu heeft Mexico de
kenmerken van een ontwikkelingsland: lage lonen, ongelijke
inkomensverdeling, hoge werkloosheid.
►De Verenigde Staten zijn gevormd vanaf 1776. Eerst bestonden ze uit 13
staten, de voormalige Britse koloniën, maar later breidde het grondgebied
fors uit. Het land trok miljoenen immigranten van overal ter wereld. Nu zijn
de VS een economische en politieke grootmacht.
Grensgebied
►De huidige grens Verenigde Staten en Mexico dateert van 1848. In het
e
grensgebied is in 19 eeuw veel oorloggevoerd, waarbij Mexico veel land
aan de VS af heeft moeten staan.
►Nu is het grensgebied een honderd kilometer brede zone met een lengte
van meer dan 3000 kilometer van de Grote Oceaan tot de Golf van Mexico.
Opvallend is dat er veertien dubbelsteden zijn (in tweeën gesplitste stad).
El Paso - Ciudad Juárez
►Een bekende dubbelstad is El Paso – Ciudad Juárez.
●El Paso, 600.000 inwoners, ligt in het zuidwesten van staat Texas (VS).
ste
De stad groeide in de 20 eeuw door ‘cattle, copper, cotton en climate’.
●Ciudad Juárez in Mexico, 1,6 miljoen inwoners, groeit snel. De
arbeidsintensieve bedrijven trekken veel mensen van platteland aan.
De stad bestaat uit twee delen: het oosten met laagbetaalde industriearbeiders die wonen in armoedige huizen. Buiten de bedrijventerreinen aan
de oostkant, liggen de wijken waar de rijkeren wonen.
Kruispunt
►Het karakter van het grensgebied tussen een rijk en arm land uit zich in
de economische, demografische en sociaal-culturele kenmerken:
©ThiemeMeulenhoff, Utrecht/Zutphen, 2009
Samenvatting Arm en rijk
Relatief welvarend voor
Mexico en arm voor VS
Veel inwoners in de stad,
ook stukken dunbevolkt
Sterke bevolkingsgroei
Geen scherpe culturele
grens
Invloed cultuur van VS
groter op Mexicanen dan
andersom
Strenge grensbewaking
teen illegale migratie
Lastig want grens is lang
en veel
mensensmokkelaars
2
●Zo is de Mexicaanse regio welvarender dan de rest van Mexico; het
grensgebied aan de VS zijde is juist minder rijk dan de rest van de VS.
●Er wonen meer dan 10 miljoen mensen, waarvan 6 miljoen in Mexico.
Ongeveer de helft woont in California en Baja California. Door deze
concentratie heeft een groot deel van het grensgebied ook een lage
bevolkingsdichtheid.
●De bevolking groeit aan beide zijden erg snel.
►De grens vormt in het geval van de VS en Mexico geen scherpe
scheiding op sociaal en cultureel gebied.
●Mexicanen worden door de Amerikaanse cultuur beïnvloed, maar
bewaken toch hun Mexicaanse identiteit in Mexico.
●De Mexicanen die aan de VS-zijde wonen, ondergaan een sterkere
invloed, vooral vanwege de taal.
●Bij de Amerikanen is veel minder invloed te merken door de Mexicaanse
cultuur; voor hen is er minder noodzaak om zich daarop te richten.
Prikkeldraad wordt grensmuur
►Er is een grote (illegale) migratie van Mexico naar de VS. Tegenwoordig
wordt de grens streng bewaakt. Maar dat is een bijna onmogelijke opgave,
omdat de grens zo lang is en er veel mensensmokkelaars aan het werk zijn.
Bij de oversteek overlijden jaarlijks mensen, bijvoorbeeld door uitdroging in
woestijngebieden.
1.2 Noord-Amerika als handelsblok
Wat is de invloed van de NAFTA op de economie van Mexico?
ste
20 eeuw: globalisering
door afname van
relatieve afstand
GATT en WTO
bevorderen vorming één
wereldmarkt
NAFTA: vrijhandel
tussen VS, Canada en
Mexico sinds 1994
Bijzonder: twee rijke en
arm land die grenzen
openstellen
Verwachte voordelen:
meer en efficiënter werk,
hoger inkomen
Verwachte nadelen:
VS: daling
werkgelegenheid
Mexico: concurrentie van
De Geo, tweede fase – havo
ste
►In de 20 eeuw nam de (economische) globalisering enorm toe:
nationale economieën raakten steeds nauwer met elkaar verbonden. Een
belangrijke oorzaak is dat de relatieve afstanden kleiner zijn geworden
(sneller verkeer en telecommunicatie).
●Twee belangrijke multilaterale instellingen zijn de GATT (General
Agreement on Tariffs and Trade) en haar opvolger de WTO (World Trade
Organization). Uitgangspunt is dat ieder land moet produceren waar het
het best in is.
●Het gevolg van internationalisering is dat grenzen vervagen en lokale
markten samensmelten tot één grote wereldmarkt.
NAFTA
►In 1994 werd de NAFTA (North American Free Trade Agreement)
ingesteld: een economisch samenwerkingsverband tussen Canada, de
Verenigde Staten en Mexico. Het doel van NAFTA is de tariefmuren tussen
de landen af te breken en zo vrijhandel mogelijk te maken.
●Opvallend is dat twee rijke landen en een ontwikkelingsland de markten
voor elkaar hebben geopend. De NAFTA is een concurrent van de EU.
Voor- of nadelig?
►Van de samenwerking werden voordelen verwacht: meer
werkgelegenheid, efficiëntere manier van werken en een stijging van de
inkomens.
►Er werden ook nadelen gezien. De VS waren bang voor een daling van
de werkgelegenheid in eigen land door de lage lonen en de minder strenge
milieueisen in Mexico. Daar tegenover stond dat juist Mexico risico liep
door de hogere arbeidsproductiviteit van Amerikaanse arbeiders, en
doordat Mexicaanse bedrijven moesten concurreren met Canadese en
©ThiemeMeulenhoff, Utrecht/Zutphen, 2009
Samenvatting Arm en rijk
beter uitgeruste
bedrijven
Resultaat na 10 jaar
stijging import en export,
aan beide zijden
Maar: daling lonen in
Mexico, meer mensen
(vooral boeren) onder
armoedegrens
Gevolg: grote trek naar
steden en grensgebied
Ook milieuvervuiling in
grensgebied groter
3
doordat Mexicaanse bedrijven moesten concurreren met Canadese en
Amerikaanse bedrijven, die meer financiële draagkracht hebben.
Na 10 jaar NAFTA
►Het resultaat van de NAFTA is dat de Mexicaanse import en export
enorm is gestegen, net als de hoeveelheid buitenlandse investeringen in
Mexico. De landbouwexport van VS naar Mexico verdubbelde, net als de
Mexicaanse landbouwexport.
►Maar het minimumloon in Mexico daalde ook. Het aantal mensen dat
onder de armoedegrens leeft steeg van 50 naar 58 procent. De grote
verliezers zijn de Mexicaanse boeren, zij kunnen niet concurreren tegen de
lage maïsprijzen in de VS. Het gevolg is dat vele duizenden boeren
gedwongen werden te verhuizen. Zij trekken naar het grensgebied en naar
de VS.
►Ook is de milieuvervuiling in de grensstreek sterk toegenomen.
Samenvatting Arm en rijk
2 La nueva frontera
De hoofdvraag in dit hoofdstuk is:
Welke gevolgen heeft de vestiging van buitenlandse bedrijven in het
grensgebied van Mexico en de Verenigde Staten op nationale, regionale en
lokale schaal?
2.1 Maquiladoras
Waarom trekken veel Mexicanen naar de maquiladora-gebieden? Waarom
treedt er een verschuiving in de ligging van de maquiladora-gebieden op?
Mexicaanse overheid
trekt maquiladoras
(assemblage) aan in
grensgebied
gunstige
belastingsregels
Eerst alleen vlakbij
grens met VS. Veel
migratie naar dit
grensgebied
Na 1965 door
liberalisering meer werk
in maquiladores.
Vestiging aantrekkelijk
door lage lonen, maar
Mexico afhankelijk
De Geo, tweede fase – havo
►Vanaf 1965 is het beleid van de Mexicaanse regering om buitenlandse
ondernemingen aan te trekken in het grensgebied met VS. Dit zijn vooral
assemblagebedrijven (maquiladoras). Zij importeren halffabricaten,
bewerken die en exporteren deze als eindproduct. Voor goederen die
worden ingevoerd hoeft geen belasting te worden betaald. Bij uitvoer wordt
alleen belasting geheven over de toegevoegde waarde voor
exportproducten.
►Eerst waren de maquiladoras alleen toegestaan in een straal van twintig
kilometer van de grens met de VS. Dat had als voordelen dat de lonen daar
laag waren en dat transportkosten van en naar de VS laag konden blijven.
Het gevolg was dat veel mensen migreerden van Centraal- naar NoordMexico.
Wordt het beter?
►Na 1965 bemoeide de regering zich minder met de markt (liberalisering).
Vooral door de NAFTA groeide het aantal werknemers in de maquiladoras
sinds 1980.
►In de internationale arbeidsverdeling is Mexico door de lage lonen een
aantrekkelijk vestigingsgebied. Dat heeft voordelen, maar ook het nadeel dat
Mexico afhankelijk wordt van welvarende landen. Die vestigen alleen hun
productie in Mexico en niet de research- en ontwerpafdelingen.
©ThiemeMeulenhoff, Utrecht/Zutphen, 2009
Samenvatting Arm en rijk
Mexico is semi-perifeer
Inmiddels ook
maquiladors in andere
landsdelen – daar zijn
lonen nog lager
Milieu is de dupe: veel
afvaldumping
Noorden werd steeds
belangrijker, ook dan de
hoofdstad Ciudad
4
Mexico wordt aangeduid als een semi-perifeer land: het behoort niet tot de
rijken in de wereld ( de centrumlanden), maar het is ook geen periferieland.
Verschuiving naar het zuiden
►In het begin trokken veel bedrijven vooral naar de steden Tijuana en
Ciudad Juárez. Nu staan er ook maquiladoras in andere delen van Mexico.
Deze verschuiving landinwaarts kwam op gang doordat de minimumlonen
landinwaarts nog lager zijn dan in het grensgebied, het arbeidsaanbod daar
een groot is en de vakbonden er minder machtig zijn.
●Met milieueisen neemt men het niet zo nauw, met name bij het dumpen van
afval. De ecologische draagkracht heeft het in sommige gebieden zwaar te
verduren.
●Het liberalere beleid heeft er voor gezorgd dat de regio rond de hoofdstad
Ciudad de Mexico minder bevoordeeld werd. Het noorden van het land is
economisch belangrijker geworden ten koste van het centrum.
2.2 De andere kant van de medaille
Wat zijn de effecten van de maquiladoras op lokale schaal?
Welke gevolgen heeft de trek van arbeiders naar de maquiladoras voor de
herkomstgebieden?
Maquiladores trokken
veel migranten, nu vaak
uit landbouwgebieden
Getrapte migratie
Migratie leidt tot
krottenwijken in
ontvangstgebieden
Snelle groei zorgt voor
problemen met voorzieningen, huisvesting
en milieu (lucht, water)
Door vertrek ontvolkt
platteland
Verdiend geld wordt
niet geïnvesteerd in
lokale economie
Sociaal-culturele
De Geo, tweede fase – havo
►Het gevolg van de vestiging van de maquiladoras was een geweldige trek
naar de grensstreek. De eerste migranten kwamen vooral uit Ciudad de
México (Mexico-City) en het noorden van Centraal-Mexico. Tegenwoordig
komen zij ook uit andere delen van het land, vooral uit landbouwgebieden
van Midden-Mexico. Deze migranten verhuizen vaak eerst naar een
nabijgelegen stad en dan pas verder (getrapte migratie).
Krottenwijken
►Het aantal mensen in vestigingsgebieden groeit sneller dan de
ontvangstgebieden hen kunnen opnemen. Het leven is er ook duurder. Het
gevolg is dat veel mensen slecht gehuisvest zijn. Er zijn veel krottenwijken
ontstaan met een gebrek aan openbare voorzieningen.
Inzoomen op Ciudad Juárez
►Een voorbeeld van groei die bijna uit de hand loopt, is de stad Ciudad
Juárez. Naast de huisvestingsproblemen, zijn de voorzieningen op het
gebied van onderwijs en gezondheidszorg slecht. Door de sterke groei is het
oude stadscentrum niet meegegroeid. Het is een stad zonder hart.
►Er zijn ook grote milieuproblemen. De lucht is verontreinigd door de
industrieën en het verkeer.
●De groei leidt ook tot steeds meer watergebruik. Er wordt al jaren meer
water gebruikt dan op natuurlijke wijze wordt aangevuld. Hier door daalt de
grondwaterspiegel snel. In 2020 zal er geen water meer zijn.
De vertrekgebieden
►De leegloop van gebieden waar mensen wegtrekken heeft grote gevolgen.
●Allereerst is er een verlies aan arbeidskrachten voor de landbouw.
●De achterblijvers, vaak ouderen, zijn voor hun inkomen vaak afhankelijk van
het geld dat vertrekkers toesturen.
●Het ontvangen geld wordt meestal niet geïnvesteerd in de lokale economie.
●Terugkomers gebruiken hun opgedane werkervaring ook nauwelijks in het
eigen dorp (ervaring in de industrie is niet zo bruikbaar op het platteland).
©ThiemeMeulenhoff, Utrecht/Zutphen, 2009
Samenvatting Arm en rijk
waarden vermengen
(VS en Mexicaans),
oude verdwijnen
5
●Tot slot worden de sociaal-culturele waarden en normen van de stad steeds
meer gemengd met die van het platteland, als migranten eenmaal in contact
zijn geweest met de stad en het westen. Oude waarden verdwijnen op die
manier.
Samenvatting Arm en rijk
3 Naar de Verenigde Staten:
‘el otro lado’
De hoofdvraag van dit hoofdstuk is:
Wat zijn de oorzaken en de gevolgen van de migratie van Mexicanen naar de
Verenigde Staten?
3.1 Migratiegeschiedenis
Welke fasen heeft de arbeidsmigratie tussen Mexico en de Verenigde
Staten gekend?
Wat zijn voor elke periode de push- en pullfactoren?
ste
Veel Mexicanen in VS
ste
sinds 20 eeuw
Delen Mexico ‘ingelijfd’
Vanaf 1880 goedkope
arbeidskrachten
Vervingen Amerikaanse
arbeiders tijden WO I
Na WO II: Baraceroprogramma
Laatste decennia grote
migratiestroom, door
wisselende economie,
wegvallen subsidies en
sterke bevolkingsgroei
Getrapte migratie
Economische en niet-
De Geo, tweede fase – havo
►In de VS wonen veel Mexicanen. Zij migreerden vanaf begin 20 eeuw in
grote getale. Eerst vooral mannen, later kwam ook hun familie over.
Al meer dan een eeuw
►In 1848 werden grote delen van Mexico ingelijfd bij de VS. Hun inwoners
kregen zo onvrijwillig het Amerikaanse staatsburgerschap.
●Rond 1880 waren er in de VS goedkope arbeidskrachten nodig om
spoorlijnen aan te leggen. Dit trok veel migranten aan. Na het werk bij de
spoorwegen volgde ander werk: katoenpluk, koper delven in de mijnen en
oogsten in de tuinbouw. Vooral het westen van de VS had grote vraag naar
arbeidskrachten.
●Tijdens de Eerste Wereldoorlog namen Mexicaanse arbeidskrachten de
plaats in van Amerikaanse soldaten.
●Tussen de twee wereldoorlogen werd de migratie weer teruggeschroefd
vanwege de economische crisis.
Bracero-programma
►In de Tweede Wereldoorlog werd weer een beroep gedaan op Mexicaanse
arbeidskrachten. De overheid startte het Baracero-programma: Amerikaanse
koppelbazen mochten officieel arbeidskrachten verhuren aan grote
Amerikaanse landbouwbedrijven (minimumloon en transport werden
verzekerd). Dit programma stopte in 1964.
●De laatste decennia is een geweldige legale en illegale migratie ontstaan. Er
zijn drie oorzaken aan te wijzen. De economie van Mexico is aan veel
schommelingen onderhevig. De overheid draaide subsidies op landbouwproducten terug, waardoor veel armoede op het platteland ontstond. De derde
ste
oorzaak is de explosieve groei van de bevolking in 20 eeuw.
Push en pull
►Veel migranten emigreerden eerst naar de steden, vervolgens naar
maquiladora-gebieden en vandaar naar de VS (getrapte migratie). Er zijn
twee typen migranten: economische en niet economische (bijvoorbeeld
©ThiemeMeulenhoff, Utrecht/Zutphen, 2009
Samenvatting Arm en rijk
economische migranten
Push- en pullfactoren
Netwerken spelen ook
belangrijke rol,
kettingmigratie
Migratie vooral uit vijf
staten
In VS vier belangrijke
vestigingsstaten, maar
werk in Zuidoosten trekt
steeds meer mensen
6
twee typen migranten: economische en niet economische (bijvoorbeeld
asielzoekers). Iemand vertrekt alleen als er push- of pullfactoren
(afstotings- of aantrekkingsfactoren) zijn.
►Een pushfactor is de slecht draaiende economie van Mexico. Dit dwingt
veel mensen te werken in de informele sector, een armoedig bestaan.
●Ook de netwerken waar een migrant deel van uitmaakt spelen een rol bij de
beslissing wel of niet te migreren. Zo ontstaat kettingmigratie.
Vertrek- en vestigingsgebieden
►Meer dan 80% van de migranten is afkomstig uit vijf staten: Jalisco,
Michoàcan, Zacatecas, Durango en Oaxaca. Ze komen vaak uit de kleine
plattelandsgemeenten, maar steeds vaker ook uit grote steden.
►In de Verenigde Staten zijn Californië, Texas, Arizona en Illinois de
belangrijkste vestigingsstaten. Dat loopt sinds 1990 licht terug: het zuidoosten
van VS is een nieuw vestigingsgebied. Daar is werk in de slachterijen, de
bouw en de lichte industrie.
3.2 De huidige migranten
Welke voor- en nadelen heeft de vestiging van Mexicanen in de Verenigde
Staten?
Leidt de toetreding tot de NAFTA tot meer (il)legale migratie naar de
Verenigde Staten?
Er zijn illegale en legale
migranten, seizoensarbeiders en permanent
gevestigden
Veel geldzendingen
naar Mexico, dat maakt
inkomensverdeling in
Mexico minder scheef
Migranten in VS vaak
laaggeschoold
►Mexicaanse migranten in de VS zijn illegaal of legaal. Er zijn
seizoenarbeiders (cirkelmigranten) die heen en weer reizen tussen de VS en
Mexico, zij krijgen lage lonen.
●De andere groep bestaat uit Mexicanen die zich permanent in de VS
vestigen. Zij zijn beter geschoold en vaker buiten de landbouw werkzaam.
Overboekingen
►Een belangrijke pushfactor zijn de hogere lonen in de VS. Een deel van het
verdiende geld wordt overgemaakt naar Mexico. Het totale bedrag aan
geldzendingen wordt steeds hoger.
►Het geld zorgt voor een afname van de inkomensongelijkheid in Mexico.
Het grootste deel wordt besteed aan voedsel, onderwijs, huishoudelijke
goederen en gezondheidszorg.
●De Mexicaanse overheid stimuleert met speciale programma’s dat het geld
ook ten goede komt aan de lokale gemeenschappen.
De positie van Mexicanen in de Verenigde Staten
►Veel Mexicanen in de VS hebben weinig opleiding gehad en werken als
laaggeschoolde arbeidskrachten.
2006 anti-illegalenwet,
geen legale status meer
voor illegale arbeiders
Legalisering
►Om meer grip te krijgen op de migratie werden in 1986 alle illegalen die
konden aantonen dat ze sinds 1982 in de Verenigde Staten woonden,
gelegaliseerd. Twee miljoen mensen maakten gebruik van de mogelijkheid.
●In april 2006 ontstond veel protest tegen een nieuwe anti-illegalenwet, die
illegaliteit en ook hulp aan illegalen als crimineel beschouwt. Voor de 12
miljoen illegale werknemers zit er voorlopig geen verblijfsvergunning in.
Effect NAFTA is
Exodus?
►Welk effect had de oprichting in 1994 van de NAFTA op de migratie van
1986 meer grip op
migratie door legalisatie
De Geo, tweede fase – havo
©ThiemeMeulenhoff, Utrecht/Zutphen, 2009
Samenvatting Arm en rijk
averechts
grote immigratie
verwacht omdat
Mexicaanse boeren
concurrentie niet aan
kunnen
7
Mexicanen naar de VS?
●Het effect lijkt averechts te zijn: in plaats van de verwachte afname, nam de
emigratie toe.
●Mexicaanse boeren worden namelijk weggeconcurreerd door de
Amerikanen, die efficiënter kunnen produceren.
■Zowel kwantitatief en kwalitatief gezien voeren de VS in maïsproductie de
boventoon, Mexico blijft achter.
►Het verwachte gevolg is een ‘Great Migration’ van het Mexicaanse
platteland.
●Die komt bovenop de nu al grote legale en illegale migratie naar de VS
(jaarlijks 800.000 mensen!)
Samenvatting Arm en rijk
4 De wereld indelen
De hoofdvragen van dit hoofdstuk zijn:
Hoe zijn economische, demografische en sociaal-culturele verschijnselen
wereldwijd verspreid?
Hoe raken ze steeds sterker met elkaar verbonden?
4.1 Tsjechië en Egypte vergeleken
Welke economische, demografische en sociaal-culturele indicatoren kun je goed
gebruiken wanneer je landen met elkaar wilt vergelijken?
Wat zijn de eigenschappen van die indicatoren en waarom moet je voorzichtig
zijn met het toepassen ervan?
Criteria nodig om
welvaart van landen te
vergelijken
Vier geografische
hoofdkenmerken
Economische criteria
BNP en inkomen per
hoofd, werkgelegenheid
Cijfers soms moeilijk te
vergelijken
Meest gebruikt is BNP,
‘alles wat is verdiend in
De Geo, tweede fase – havo
Etiket en meetlint
►Er bestaan grote welvaartsverschillen tussen én binnen de landen in de
wereld. Nauwkeurig vergelijken is lastig: daarvoor is een getalsmatig criterium
nodig (bijv. BNP). Dat moet relatief gemaakt worden door het te koppelen aan
bijvoorbeeld inwoneraantal.
►Voor een geografisch beeld van een gebied moet je letten op de volgende
hoofdkenmerken:
– economisch
= verdienen en besteden geld van geld aan goederen
– demografisch
= bevolkingsgegevens
– sociaal-cultureel
= cultuur van groepen mensen
– politiek
= bezit en verdeling van de macht
Economische kenmerken en criteria
►Drie kenmerken van de economie van een gebied zijn de productie (het BNP
per hoofd), de verdiensten (inkomen per hoofd) en de werkgelegenheid
(percentage beroepsbevolking werkzaam in welke sector).
●Het probleem is dat indicatoren soms moeilijk te vergelijken zijn, en
●de cijfers vaak niet erg betrouwbaar.
Zo zijn er in ontwikkelingslanden vaak weinig gegevens en de waarnemingen
slecht of politiek gekleurd.
►Het meest gebruikte kenmerk voor ontwikkeling is het nationaal inkomen.
■De berekening daarvan kan op drie manieren: 1) optellen van alle verdiende
©ThiemeMeulenhoff, Utrecht/Zutphen, 2009
Samenvatting Arm en rijk
een jaar’
Toont niet altijd de
welvaart
Gebruik BNP heeft
nadelen
Tussen landen bestaat
ook verschil in
koopkracht
Alternatief voor BNP is
Human Development
Index
Drie (werk)sectoren,
omvang als indicator
voor ontwikkeling
Primaire sector het
grootst? minst
ontwikkeld land
Omvang tertiaire sector
soms misleidend
Bevolkingsspreiding
geen goede indicator
Beter is bevolkingsgroei, uitgedrukt in
geboorte- en (kinder)
sterftecijfer
Drie modellen geven
leeftijdsopbouw aan:
De Geo, tweede fase – havo
8
inkomens, 2) Alle toegevoegde waarden optellen of 3) alle bestedingen
optellen.
►Het Bruto Nationaal Product (BNP) geeft de waarde aan van de totale
productie van economische goederen in een land.
■Het betekent ook dat geld dat wordt verdiend met herstellen van schade (bijv.
door een aardbeving) bijdraagt aan het BNP. Het geeft dus niet altijd de
toename van de welvaart aan.
►Het gebruik van BNP per inwoner als criterium heeft nadelen, met name in
ontwikkelingslanden. Soms heeft een land grote mate van zelfvoorziening (dat
wordt niet meegeteld), een goede registratie van de cijfers ontbreekt vaak en
wisselkoersen kunnen sterk afwijken van de werkelijke waarde van een valuta.
■Het BNP/hoofd is altijd een gemiddelde. Regionale verschillen vallen weg en
het BNP maakt niet duidelijk hoe de verdeling of spreiding over groepen is.
Soms is er een kleine rijke elite en een grote arme massa.
Indicatoren op nationale schaal verhullen dus de ruimtelijke en sociale
verschillen binnen een land
●Ook de verschillen in koopkracht maken het lastig om landen te vergelijken.
Koopkracht geeft aan hoeveel een standaardmandje goederen & diensten kost.
Dat is gebaseerd op een index: een omschreven aantal goederen en diensten
voor een gemiddeld huishouden.
■Zo wordt wel eens de Hamburgerindex gebruikt: (wat kost iets bij Mc
Donalds?). Het is een (niet erg betrouwbare) weergave van welvaart en
loonshoogte.
●Vanwege alle kritiek op het BNP als maatstaf zijn er andere criteria ontwikkeld,
zoals de Human Development Index (van de VN) gebaseerd op het inkomen, de
leeftijdverwachting en de geschooldheid.
►Er worden drie sectoren in bestaansmiddelen onderscheiden: de primaire,
secundaire en tertiaire sector.
●De omvang van elke sector wordt uitgedrukt in percentage van de
beroepsbevolking (alle personen van 15-65 jaar die tenminste 12 uur per week
betaalde arbeid verrichten). In ontwikkelingslanden kijkt men vaak alleen naar
de leeftijdsopbouw voor een indruk van de beroepsbevolking.
●In het algemeen kan worden gesteld dat hoe hoger het percentage van de
beroepsbevolking dat in de landbouw werkt is, hoe lager het BNP per inwoner in
een land is. De tertiaire sector is misleidend als maatstaf. In westerse landen is
die kenmerkend voor ontwikkeling, maar in arme landen is de traditionele
tertiaire sector erg groot, daar werken onevenredig veel mensen in
overheidsdienst en is ook de informele sector groot.
Demografische kenmerken en criteria
►De spreiding van de bevolking over een land en de bevolkingsdichtheid, zijn
geen geschikte indicatoren om landen te vergelijken. Het dichtheidscijfer is altijd
een gemiddelde.
●De bevolkingsspreiding vertelt hoe de bevolking werkelijk over de ruimte is
verdeeld.
●Het demografische begrip ‘bevolkingsgroei’ is een beter vergelijkingsinstrument. De totale groei bestaat uit de natuurlijke groei (geboorte min sterfte)
en de sociale groei door migratie (vestiging min vertrek). Het geboortecijfer is
een goed cijfer om landen te vergelijken, evenals kinder- en zuigelingensterfte.
●De ‘leeftijdsopbouw’ verwijst naar de samenstelling van de bevolking naar
leeftijd en geslacht. Er zijn drie modellen die de samenstelling weergeven:
©ThiemeMeulenhoff, Utrecht/Zutphen, 2009
Samenvatting Arm en rijk
piramide, granaat en ui
Demografische druk:
verhouding tussen
productieven en nietproductieven
Taal en religie geen
goede indicatoren
alfabetisme is
voorwaarde voor
ontwikkeling
9
1 piramide-vorm: een hoog geboorte- en sterftecijfer. Er zijn veel jonge mensen,
dat geeft een hoge groene druk
2 granaat-vorm: de bevolkingsgroei staat stil
3 ui-vorm: laag geboortecijfer, groot aandeel ouderen. Dat geeft een hoge grijze
druk
●De demografische druk geeft de verhouding tussen productieven en nietproductieven aan. Die worden weergegeven in leeftijdsgroepen (productief is de
groep tussen 20-64 jaar).
Sociaal-culturele kenmerken
►De belangrijkste cultuurkenmerken van een land zijn de taal en de
godsdienst of religie. Het zijn geen goede indicatoren om landen te vergelijken,
maar ze hebben wel grote invloed op het bestaan en de inrichting van de ruimte.
►Het percentage mensen dat analfabeet is in een land is moeilijk vast te
stellen; de schattingen zijn vaak niet betrouwbaar. De mate van geletterdheid is
wel een voorwaarde voor ontwikkeling van een land. Dit criterium is daarom wel
deel van de Human Development Index.
4.2 Verschuivende werelden
Welke patronen vallen er op de wereldkaart te ontdekken in de economische,
demografische en sociaal-culturele kenmerken van landen en welke
veranderingen zijn te zien in deze patronen?
Hoe zijn de economische, demografische en sociaal-culturele
spreidingspatronen en de verschuivingen erin te verklaren?
Einde koloniën betekent
toename verschillen
tussen Noord en Zuid
Vast patroon: rijken
buiten armen uit
Centrum-periferiemodel
geeft verhouding van
de macht weer
In periferie ook verschil
centrum-periferie
Ook semi-perifeer
gebied
Oude centrum-perifere
wereldbeeld is
veranderd
Transitielanden
De Geo, tweede fase – havo
Uitbuiting en randligging
►Veel Europese landen hadden koloniën, die dienden als vestigingskolonie
(bijv. Australië en Zuid-Afrika) of als exploitatiekolonie (bijv. Nederlands-Indië,
India).
●Nadat de koloniën weer zelfstandig werden, is het verschil in welvaart tussen
Noord en Zuid toegenomen. Volgens ontwikkelingsdeskundigen bestaat er een
vast patroon: de rijke bovenlaag die de arme massa uitbuit (voorbeelden zijn het
kolonialisme, en ook het neo-kolonialisme: de nieuwe uitbuiting)
●De machtsverhouding ter wereld drukt men uit in het centrum-periferiemodel.
■Ook binnen de regio’s zijn centrum- en periferiegebieden te onderscheiden.
Het centrum heeft telkens de macht. Binnen de periferie is er een elitegroep en
een massa. Tussen centrum en periferie is er altijd strijd om belangen, maar
onderling kunnen de centra het meestal goed vinden. De periferiegebieden
hebben veel problemen en juist onderling óók vaak conflicten.
■Een voorbeeld is de verplaatsing van een fabriek in Drenthe (perifeer) naar een
perifeer gebied in Tsjechië vanwege de lagere lonen daar.
●Tussen de centrumlanden en periferielanden zit nog een tussengroep: de
semi-periferie, zoals het land Tsjechië.
►Het traditionele centrum-periferiebeeld van de wereld verandert.
●Zo breidt op het continentale schaalniveau bijvoorbeeld, het Europees
kerngebied zich uit en haar zwaartepunt schuift zuidwaarts.
●Op mondiaal niveau wordt de Pacific Rim (landen in Zuidoost-Azië en LatijnsAmerika) steeds belangrijker.
●Tot slot voegen veel semi-perifere landen zich bij het centrum en worden
perifere landen nu semi-perifeer. Dit zijn zogenaamde transitielanden.
©ThiemeMeulenhoff, Utrecht/Zutphen, 2009
Samenvatting Arm en rijk
Verschuiving handel
van Atlantic naar Pacific
Rim: Global Shift
Bij economische
ontwikkeling neemt
geboortecijfer af
Demografisch
transitiemodel: 4 of 5
fasen
Veel arme landen nog in
e
1 fasen: grote groei
Indeling naar
cultuurgebieden
In overgangszones zijn
vaak spanningen:
erfenis koloniale
verhoudingen en
fundamentalisme –
gevoed door armoede
Toename culturele
diffusie door
kolonialisme, sneller
vervoer, globalisering
Diffusietheorie:
innovatie verspreid als
olievlek, er zijn ook
achterblijvers
Relatieve afstanden
worden kleiner
10
Global Shift
●Er is een wereldwijde verschuiving in productie, handel en vervoer geweest de
afgelopen 50 jaar: de Global Shift. De nadruk op de Atlantic Rim is verlegd naar
de Pacific Rim. Omdat de internationale arbeidsverdeling verandert, verandert
ook het centrum-periferiepatroon in de wereld.
De bevolkingsovergang
►Een andere opvallende ontwikkeling is de wijziging in het traditionele patroon
van geboorte en sterfte. Regel is dat bij een toenemende economische en
sociale ontwikkeling, het geboortecijfer afneemt. De veranderende
leeftijdsopbouw leidt tot verandering van de demografische druk. Er is een
toenemende vergrijzing.
●Het zogenaamde demografisch transitiemodel laat in vier of vijf fasen zien
dat de bevolkingsgroei stagneert, dus een overgang van hoge geboorte- en
sterftecijfers naar
– lage geboorte- en sterftecijfers
– in de twee overgangsfasen is er een sterke natuurlijke bevolkingsgroei
– in de laatste fase is het sterftecijfer hoger dan het geboortecijfer: de
bevolking neemt af.
►Veel ontwikkelingslanden zitten nog in de eerste drie fasen. Hierdoor
verschuift het bevolkingszwaartepunt op de wereld verder richting de minder
ontwikkelde landen.
Cultuurgebieden: contacten en conflicten.
►De wereld is ook in te delen naar cultuurgebieden: gebieden die gekenmerkt
worden door dezelfde taal, godsdienst en gemeenschappelijke geschiedenis.
Talen en godsdiensten kunnen door kolonialisme of door migratie vanuit de
oorsprongsgebieden verspreid zijn geraakt over de wereld.
■Binnen een cultuurgebied zijn weer veel subculturen te onderscheiden.
●De overgangszones tussen cultuurgebieden zijn vaak bron van spanningen.
Dat komt door de erfenis van kolonialisme en door religieus fundamentalisme.
■Het moslimfundamentalisme is vaak het gevolg van de tweedeling in de
Arabische wereld, die mede onder invloed van het westen (kolonialisme) is
ontstaan. Kleine elites profiteerden en de grote massa bleef arm. Toenemende
armoede en politieke uitsluiting zijn een voedingsbodem voor terrorisme.
e
►In de 19 eeuw nam de culturele diffusie (verspreiding van cultuurelementen)
sterk toe door de koloniale uitbreiding, de wereldwijde zoektocht naar
grondstoffen en afzetmarkten, en door sneller en goedkoper vervoer.
●Tegenwoordig gaat de verspreiding van cultuur steeds sneller door de
globalisering. Vooral de metropolen (wereldsteden) zijn door internationale
handel en andere netwerken met elkaar verbonden. Het Engels is de voertaal
(de lingua franca).
●Volgens de diffusietheorie verloopt de verspreiding vanuit innovatiecentra (de
Fast World) het eerst naar de gebieden die daarom heen liggen. Slecht
bereikbare gebieden zijn de ‘achterblijvers’(de Slow World).
Tijd en ruimte krimpen
●In een netwerksamenleving nemen de relatieve afstanden af, als gevolg van
nieuwe communicatie- en vervoersmiddelen. Geografen spreken van een tijdruimtecompressie: tijd en ruimte worden ‘kleiner’.
Verwestersing en modernisering
De Geo, tweede fase – havo
©ThiemeMeulenhoff, Utrecht/Zutphen, 2009
Samenvatting Arm en rijk
Modernisering vooral
amerikanisering
Ook angst en
weerstand bij verlies
eigen identiteit
Modernisering is
gefragmenteerd
Culturen die botsen,
leidt vak tot polarisatie
tussen groepen
11
►De modernisering staat voor groot deel onder Amerikaanse (VS) invloed: de
wereldsteden.
●Dit moderniseringsproces gaat steeds sneller door de moderne
communicatiemiddelen.
●Vaak gaat de culturele beïnvloeding alleen over de buitenkant van een
beschaving. Veel mensen staan niet positief tegenover een aantasting van hun
eigen culturele waarden.
●Ze zijn bang voor verlies van eigenheid, hun regionale identiteit. Ze zoeken
soms naar schuldigen die de vertrouwde wereld aantasten.
●Een reden voor deze weerstand is dat de modernisering verbrokkeld is
(fragmentarische modernisering). Vaak wordt alleen de materiële cultuur
overgenomen en het eigen geestelijke cultuurgoed behouden.
■Door mondialisering en modernisering botsen culturen soms met elkaar. Dit
leidt weer tot maatschappelijke polarisatie tussen verschillende
maatschappelijke lagen (arbeiders en middenstanders), tussen etnische
groepen, religieuze groeperingen of groepen met verschillende talen of
dialecten.
Globalisering leidt dus zowel tot eenwording als tot verbrokkeling, zowel in
economische zin als in sociaal-culturele zin.
4.3 Handel, investeringen en migratie
Op welke manier zijn handel, investeringen en de menselijke migratiestromen
met elkaar verbonden over de wereld en waarom juist op deze wijze?
Wat houdt het proces van economische en sociaal-culturele globalisering in en
waarom verloopt de globalisering juist op deze manier?
Triademodel wijzigt:
komen nieuwe
industrielanden bij
De driehoeksrelatie Noord-Amerika & Japan & West-Europa
►Sinds WO II is de wereldeconomie hard gegroeid. Er is een enorme
toename van goederenstromen, vervoersstromen en kapitaalstromen. Dit heeft
geleid tot meer welvaart voor meer mensen, wat weer een grotere afzetmarkt
betekent (naar waarde en oppervlakte).
●Het grootste deel van internationale handels- en vervoersstromen voltrekt zich
binnen en tussen de drie kerngebieden van de Triade (Noord-Amerika, Japan,
West Europa).
●De handel tussen het Noorden en het Zuiden is veel geringer. Het gangbare
beeld is dat rijke landen goedkope grondstoffen invoeren en dure industrieproducten uitvoeren.
■Dit leidt tot een ongunstige ruilvoet, die de kloof tussen arm en rijk vergroot.
●Dit beeld gaat niet helemaal meer op. Ook in veel arme landen leidt
goederenproductie tot meer werk, meer welvaart, meer koopkracht, meer
belastinginkomsten en daarmee meer overheidsinvesteringen.
■Het exportpakket van de Newly Industrialized Countries is veranderd: zij
voeren grondstoffen en halffabricaten in, maken daar eindproducten van
(assemblage) en exporteren die. Zij ontwikkelen zelf ook nieuwe producten,
door scholing en investeringen.
■Hierdoor verandert ook het Triade-model: nieuwe industrielanden komen op.
MNO’s hebben grote
invloed op globalisering
door vestigingen in veel
landen, hoofdkantoor in
De werkplaats ligt verderop
►Multinationale ondernemingen (MNO’s) stimuleren het proces van
globalisering, dat is het voortschrijdende proces van internationale uitwisseling
van goederen, ideeën en kapitaal. De politieke invloed van MNO’s is groot.
●Zij hebben vestigingen in meerdere landen. Het hoofdkantoor zit meestal in
een centrumland en de productieafdelingen in lage lonenlanden. Steeds vaker
Groei wereldeconomie
leidde tot meer welvaart
= meer afzet
Handel vooral binnen
de Triade
Handel tussen Noorden
en Zuiden veel kleiner
Ongunstige ruilvoet
voor Zuiden
Zuiden profiteert toch
ook, iets meer welvaart
De Geo, tweede fase – havo
©ThiemeMeulenhoff, Utrecht/Zutphen, 2009
Samenvatting Arm en rijk
centrum, productie in
periferie
Onderdelen van
productieketen geknipt
en uitbesteed:
flexibilsering.
Risico verschuift naar
(onder)onderaannemers
Steeds meer regionale
specialisatie: gebied
doet waar het goed in is
Ontstaan van clusters
van bedrijven, op basis
van agglomeratievoordelen
Stimuleert innovatie,
maar versterkt vaak ook
ruimtelijke tweedeling
12
zitten de afdeling voor R&D, logistiek en marketing ook in lage lonenlanden.
■Een voorbeeld van een MNO is Nike met 9000 werknemers op het
hoofdkantoor in de VS en 75.000 in Azië.
De ketting in stukjes geknipt
►Bij het globaliseringsproces wordt de productieketen opgedeeld in
afzonderlijke eenheden (zoals winning grondstof, bewerking, verkoop). Elke
eenheid kan worden uitbesteed aan onderaannemers, dat heet flexibilisering.
Kenmerkend is dat gezocht wordt naar een zo hoog mogelijke kwaliteit tegen zo
laag mogelijke productiekosten. Het risico wordt verlegd naar de toeleverancier.
Er zijn ook onderonderaannemers, bij wie vaak onder slechte arbeidsomstandigheden wordt gewerkt.
■Het kan gezien worden als een systeem van uitbuiting, zeker in geval van
kinderarbeid. Het ILO (International Labour Organisation) en WTO (World Trade
Organisation) zijn actief om misstanden (= oneerlijke concurrentie) te bestrijden.
Internationale arbeidsverdeling
●Door mondialisering vindt ook regionale specialisatie plaats door de
bijzondere eigenschappen van een gebied, bijvoorbeeld lage lonen, een
industrieelambachtelijke traditie of een soepele wetgeving.
■Voorbeelden zijn Pusan (Zuid-Korea) waar veel schoenen worden gemaakt en
Bangalore (India) als belangrijk ICT cluster vanwege de lage lonen. Steeds
vaker wordt ook het hoogwaardige werk voor hogere functies verplaatst. Dat
heet outsourcing.
Clusters
►In een gebied kunnen concentraties van bepaalde soort bedrijven ontstaan
(clusters). Dit komt door agglomeratievoordelen: zoals het gebruik maken van
dezelfde leveranciers of klanten, of van geschoolde en gespecialiseerde
werknemers. Dit geeft een goed klimaat voor innovatie.
●Een voorbeeld van een cluster is Silicon Valley in Californië.
■De aanzuigende werking van clusters/agglomeraties kan leiden tot ruimtelijke
tweedeling (polarisatie). Dit komt door schaalvergroting en doordat bedrijven
graag gaan zitten op plekken met vestigingsvoordelen (goede infrastructuur of
agglomeratievoordelen). Het vergroot de ruimtelijke verschillen/tegenstellingen
binnen een land.
- politieke veranderingen maken meer
samenwerking mogelijk
Het waarom van groei en verschuiving
►De volgende voorwaarden maakten globalisering en de Global Shift mogelijk:
●economische voorwaarden: het bestaan van een stelsel van vrijhandel (in
tegenstelling tot systeem van protectionisme), de regulering van de vrijhandel
door de WTO en de sterke toename van de welvaart. Dit leidde tot een grote
mondiale afzetmarkt.
●technische voorwaarden: de ontwikkeling van de transporttechnologie
waardoor steeds sneller en steeds meer vervoerd kan worden. Dat maakt de
kosten per ton product lager. Ook de moderne communicatietechnologie zorgt
voor een grote ontwikkeling in logistiek en distributie (digitale revolutie).
●politieke veranderingen: het uiteenvallen van politiek-militaire blokken maakte
meer mondiale samenwerking mogelijk. Voorbeelden zijn het uiteenvallen van
de Sovjet-Unie (1990) en de opheffing van het IJzeren Gordijn (1989).
Handelsblokken hebben
voor- en nadelen:
►De vorming van handelsblokken, zoals de NAFTA en EU, heeft voor- en
nadelen. Op continentale schaal leidt het tot eenwording, op mondiale schaal
Globalisering kan door:
- stelsel vrijhandel:
geeft mondiale
afzetmarkt
- ontwikkeling vervoer
en
communicatietechniek
De Geo, tweede fase – havo
©ThiemeMeulenhoff, Utrecht/Zutphen, 2009
Samenvatting Arm en rijk
eenwording maar ook
grotere tegenstelling
Oostbloklanden zijn een
dichtbij alternatief voor
westerse bedrijven die
lage lonen zoeken
Wereld als ‘global
village’
Transporttheorie van
Ullman. Drie begrippen:
Ruimtelijke
complementariteit
Tussenliggende
mogelijkheden
Transporteerbaarheid
Economische groei
trekt mensen aan,
versterkt menselijke
mobiliteit
13
worden de belangentegenstellingen groter.
■Ook op continentale schaal ligt polarisatie op de loer, bijvoorbeeld in de EU
(vergroting van verschil tussen centrum en periferie) of in Thailand (sterke
tweedeling tussen het kerngebied en de randgebieden).
►De voormalige Oostbloklanden geven West-Europese bedrijven de kans
vervoersstromen in te korten. Zij maken zo dichterbij gebruik van de lage lonen
(in plaats van in het Verre Oosten).
■In deze landen is soms sprake van politieke verbrokkeling (zoals de splitsing
van Tsjechië en Slowakije). Het streven naar nationale en regionale identiteit
remt het globaliseringsproces.
ste
►In de 20 eeuw nam de relatieve afstand tussen gebieden sterk af. De wereld
wordt wel gezien als een ‘global village’.
►De Transporttheorie van Ullman. Deze geograaf zocht uit waarom ergens veel
verkeer is en elders weinig. Bij zijn verklaring gebruikte hij drie kernbegrippen.
1 ruimtelijke complementariteit: twee regio’s vullen elkaar aan, hebben
elkaar nodig, er ontstaat vervoer.
2 tussenliggende mogelijkheden: de wisselwerking neemt af als regio’s
verder van elkaar liggen (afstandsverval). Daartussen zijn vaak andere
mogelijkheden (zoals bijvoorbeeld productie in Oost-Europa i.p.v. Azië). Ook
kunnen er tussenliggende hindernissen zijn (zoals het IJzeren Gordijn),
die de relatieve afstand veranderen.
3 de transporteerbaarheid van goederen: die hangt af van de
vervoerskosten, het vervoersmiddel en de infrastructuur.
Mensen in beweging
►Economische groeiregio’s zuigen mensen en activiteiten aan, terwijl de
randgebieden achter blijven.
●De toegenomen handel en communicatie versterkt de menselijke mobiliteit
(een voorbeeld zijn de expats).
●De vestiging van migranten gaat veelal samen hun integratie in het nieuwe
gebied. Soms is sprake van een transnationale identiteit: iemand is dan
burger van twee landen.
4.4 Groot-Brittannië en India in wereldperspectief
Hoe passen Groot-Brittannië en India in de mondiale patronen en processen?
Hoe komt het dat de globalisering zo duidelijk aanslaat in India en wat zijn de
gevolgen van de globalisering in zowel Groot-Brittannië als India?
Bloeiende industrieën
in Engelse Midlands
werden verplaatst naar
lage loon landen
Gevolg: sociaaleconomische
problemen
Verlies (in)directe
werkgelegenheid
De Geo, tweede fase – havo
De Engelse Midlands
►Rond 1800 begon de industrialisatie in de Britse Midlands.
■De basis van de industrialisatie was de traditie in de productie van textiel en
metaal, het opwekken van energie van watermolens en het kanalenstelsel.
●De steenkoolvoorraden en de stoommachine zorgden voor industriële
productie voor de wereldmarkt. Inmiddels is de ijzer- en textielindustrie
verplaatst naar lage lonenlanden. De ontstane werkloosheid en grote
hoeveelheid immigranten uit voormalige koloniën leiden tot sociaaleconomische
problemen in de streek.
►In een tijd van de-industrialisatie is het moeilijk om de oude
industriegebieden weer op te peppen.
■Het verdwijnen van industrie leidt tot verlies van directe werkgelegenheid én tot
verlies van indirecte werkgelegenheid (de toeleveranciers en dienstverlenende
bedrijven). Omgekeerd geldt dat de komst van een ‘trekpaard’ (een groot bedrijf)
©ThiemeMeulenhoff, Utrecht/Zutphen, 2009
Samenvatting Arm en rijk
Midlands niet meer
centrum, maar perifeer
‘Centrum’ zakelijk
Londen profiteert juist
Door globalisering vaak
toename verschillen
binnen landen
Ruimtelijke tegenstellingen: stad en suburbs
Sociale: probleemgroep
en middenklasse
Engeland legde kolonie
India eigen systeem op
India was exploitatiekolonie
Engelsen legden
infrastructuur aan voor
export en voor import
textiel uit eigen land
Toename industrie en
landbouw in India, maar
de winst was niet voor
Indiase bevolking
India kent megasteden:
‘4 in 1’- model
In steden vaak veel
problemen met
huisvesting, gezond-
De Geo, tweede fase – havo
14
de plaatselijke economie sterk kan stimuleren.
●Het probleem van de Midlands is ook dat ze van centrumgebied nu (semi-)
periferie is en wordt overvleugeld door primate city Londen. Londen is dé plek
van zakelijke dienstverlening, die profiteert juist van outsourcing en
internationale arbeidsverdeling. De kloof tussen Centrum (Londen) en Periferie
(Midlands) neemt op die manier toe.
Toenemende ongelijkheid
►Op mondiale schaal gezien worden de sociaaleconomische verschillen
kleiner; op nationale en regionale schaal worden deze verschillen (soms) groter.
Er is sprake van een toenemende regionale ongelijkheid. Generaliserend kan
worden gezegd dat onder invloed van globalisering de sociale en economische
verschillen binnen landen toenemen
■Op ruimtelijk gebied ontstaan sterke tegenstelling tussen enerzijds vervallen
industriegebieden en woonwijken, anderzijds groene suburbs en
bedrijvenparken.
■Op sociaal gebied is er een groeiende tegenstelling tussen stedelijke
probleemgroepen en een welvarende middenklasse, sociale ongelijkheid.
India als wingewest
e
►De 19 eeuw leverden de koloniën landbouwproducten, delfstoffen en
goedkope arbeid en waren afzetmarkt voor westerse producten.
●Groot-Brittannië legde India als koloniaal moederland zijn economisch,
politiek en cultureel systeem op.
■Dat gebeurde via een stelsel van indirect rule (plaatselijk werden vorsten
ingeschakeld) en een verdeel-en-heerspolitiek.
■In West-Europa werd de sterke bevolkingsgroei uit die tijd opgevangen door
industrialisatie. India werd dus geen vestigings- maar een exploitatiekolonie.
De parel aan de kroon
►Omstreeks 1850 was India volledig onder Britse controle. De Engelsen legden
irrigatiewerken, spoorwegen en havens aan voor de export naar Europa en voor
de invoer van textiel uit Engeland. Hierdoor verdween de Indiase ambachtelijke
textielnijverheid.
●De Engelsen legden het land met strenge regels een eenheid op (Pax
Brittannica). Dat maakte betere landbouw en industrialisatie mogelijk. Toch bleef
de welvaart voor de Indiase bevolking uit, want winsten werden afgeroomd door
koloniaal moederland zodat de lonen en koopkracht laag bleven. Er was ook
een sterke bevolkingsgroei, vooral door het dalend (kinder)sterftecijfer.
Steden en megasteden
►De urbanisatiegraad is in India betrekkelijk laag. Wel is er een aantal
megasteden.
●Het stadsmodel in Zuid-Azië is ‘4-in-1’steden:
– een administratief en religieus centrum, compact met gespecialiseerde
ambachtswijken.
– de koloniale stad: ruim en recht, veel groen.
– de postkoloniale stad: westers, modern, hoogbouw met kantoren en winkels.
– krottenwijken: ontbreken van planning, compact.
■De megastad Calcutta kent de problematiek van grote steden in een
ontwikkelingsland: slechte openbare voorzieningen, slechte volksgezondheid,
zeer hoge bevolkingsdichtheid, congestie, vervuiling en toestroom van rurale
migranten.
©ThiemeMeulenhoff, Utrecht/Zutphen, 2009
Samenvatting Arm en rijk
heid en milieu
Mumbai is centrum van
India; 2/3 van bevolking
leeft in krottenwijken
Megasteden groeien
snel door hoog
geboorte- en
migratiecijfer
Problemen op niveau
van stad, regio en
nationaal
Globalisering: brengt
India meer welvaart,
minder kindersterfte,
naar ook verlies banen
en grotere verschillen.
Naast Fast World staat
grote, arme Slow World
Na de onafhankelijkheid
eerst planeconomie,
later markteconomie
Vrijhandel gaf meer
welvaart, maar riep ook
weerstand op
Rijke landen spelen
spel naar eigen belang
De Geo, tweede fase – havo
15
■Mumbai (Bombay) is de grootste metropool en het onbetwiste centrum van
India, zowel financieel, industrieel als cultureel (Bollywood). Het is het
handelscentrum dankzij de gunstige relatieve ligging.
■Tweederde van de 15 miljoen inwoners leeft in krottenwijken (de bustees).
●De ruraal-urbane migranten komen meestal terecht in de informele sector of
bazaareconomie.
●Megasteden groeien snel vanwege een groot vestigingsoverschot en een hoog
geboorteoverschot. De problemen van megasteden in de Derde Wereld liggen
op drie schaalniveaus:
– lokaal/stedelijk: vervuiling, gebrek aan voorzieningen, congestie,
onbestuurbaarheid en werkloosheid.
– regionaal gezien: te veel houtkap, uitputting grondwatervoorraad,
luchtvervuiling en verlies van landbouwgrond.
– op nationaal niveau: centrum zuigt mensen en activiteiten aan ten koste van
andere regio’s.
Wordt de kloof breder?
►Is de globalisering een succesverhaal in India? Voor een deel wel, maar de
schaduwzijde is het verlies van veel banen en de toename van verschillen.
●Er is een enorme kloof tussen een arme massa en een rijke elite.
●De landbouw is voor velen de bestaansbron, maar de overheid steunt vooral
de grotere boeren.
●Terwijl de middenklasse groeit blijven er veel mensen en gebieden achter in
ontwikkeling.
■200 miljoen mensen zijn ondervoed, maar grote hongersnoden zijn verleden
tijd.
●Positief is dat de kindersterfte daalt, maar de positie van meisjes en vrouwen
blijft (sterk) achter.
●Naast de high technology sector (Fast World) bestaat een omvangrijke
zelfvoorzienende samenleving (Slow World) met veel armoede.
Planeconomie of markteconomie?
►Na de onafhankelijkheid (1947) kreeg het Indiase beleid veel elementen van
een planeconomie: de overheid bepaalde de productie, prijzen en afzet. De
staatsschuld groeide, corruptie en bureaucratisering namen toe. Na 1990 richtte
India zich meer op de markteconomie. Hierdoor steeg de welvaart, maar was er
ook sprake van een toenemende ongelijkheid.
●Door de concurrentie op de wereldmarkt en het wegvallen van de
staatsbescherming riep de economische liberalisering ook weerstand op. De
vrijhandel heeft ook flinke negatieve gevolgen. Dat komt omdat de
centrumlanden het spel zo spelen dat vooral hun eigen belangen worden
gediend, zoals het beschermen van hun eigen landbouw. Voor de Indiase boer
is dat desastreus.
©ThiemeMeulenhoff, Utrecht/Zutphen, 2009
Samenvatting Arm en rijk
16
Schema:
1 Mexico en de verenigde Staten: een wereld van
verschil
Wat zijn de economische, demografische en sociaal-culturele
kenmerken van het grensgebied tussen Mexico en de Verenigde
Staten?
1.1 Kennismaking met het grensgebied
► Grote Indiaanse beschavingen voor koloniale tijd. Daarna Spaanse overheersing. Na 1821 dictators en
burgeroorlogen.
► Na 1940 aanvankelijke snelle economische groei, daarna stagnatie. Nu heeft Mexico de kenmerken
van een ontwikkelingsland.
► De Verenigde Staten zijn gevormd vanaf 1776 en vormen een economische en politieke grootmacht.
► De huidige grens Verenigde Staten en Mexico dateert van 1848 na veel strijd.
► Een 100-kilometer brede zone, meer dan 3000 kilometer lengte met veertien dubbelsteden.
► Een bekende dubbelstad is El Paso – Ciudad Juárez.
● El Paso, met 600.000 inwoners, is gegroeid door ‘cattle, copper, cotton en climate’.
● Ciudad Juárez, met 1,6 miljoen inwoners, groeit snel door arbeidsintensieve bedrijven.
► Grensgebied heeft economische, demografische en sociaal-culturele kenmerken:
● Mexicaanse regio welvarender dan de rest van Mexico; VS zijde is minder rijk dan de rest van de VS.
● Meer dan 10 miljoen inwoners, waarvan 6 miljoen in Mexico. Sterk geconcentreerd.
● De bevolking groeit aan beide zijden erg snel.
► De grens is geen scherpe scheiding op sociaal en cultureel gebied.
● Mexicanen worden door de Amerikaanse cultuur beïnvloed, met behoud van Mexicaanse identiteit.
● De Mexicanen die aan de VS-zijde wonen, ondergaan een sterkere invloed, vooral vanwege de taal.
● Bij de Amerikanen is veel minder invloed te merken door de Mexicaanse cultuur.
► Grote (illegale) migratie van Mexico naar de VS. Strenge grensbewaking. Bijna onmogelijke opgave.
1.2 Noord-Amerika als handelsblok
ste
In de 20 eeuw nam de (economische) globalisering enorm toe.
GATT haar opvolger WTO: ieder land moet produceren waar dat land het best in is.
Grenzen vervagen en ontstaan van één grote wereldmarkt.
Vanaf 1994 NAFTA: tariefmuren afbreken en zo vrijhandel mogelijk te maken.
Twee rijke landen en een ontwikkelingsland openen markten voor elkaar. NAFTA is concurrent van EU.
Voordelen: meer werkgelegenheid, efficiëntere manier van werken en een stijging van de inkomens.
Nadelen: daling van de werkgelegenheid in VS door lage lonen en strenge milieueisen in Mexico.
Concurrentie voor Mexico door hogere arbeidsproductiviteit Amerikaanse arbeiders en meer financiële
draagkracht Amerikaanse en Canadese firma’s.
► Resultaat: Mexicaanse import en export + buitenlandse investeringen in Mexico enorm gestegen. De
landbouwexport van VS naar Mexico verdubbelde, net als de Mexicaanse landbouwexport.
► Maar: minimumloon in Mexico daalde, aantal mensen dat onder de armoedegrens leeft steeg van 50
naar 58 procent. De grote verliezers zijn de Mexicaanse boeren.
► Ook is de milieuvervuiling in de grensstreek sterk toegenomen.
►
●
●
►
●
►
►
De Geo, tweede fase – havo
©ThiemeMeulenhoff, Utrecht/Zutphen, 2009
Samenvatting Arm en rijk
17
Hoofdstuk 2 La nueva frontera
Welke gevolgen heeft de vestiging van buitenlandse bedrijven in het
grensgebied van Mexico en de Verenigde Staten op nationale,
regionale en lokale schaal?
2.1 Maquiladoras
► Mexicaanse regering wil buitenlandse ondernemingen aantrekken in het grensgebied met VS. Dit zijn
vooral maquiladoras.
► Eerst waren de maquiladoras alleen toegestaan in een straal van 20 kilometer van de grens met VS.
Veel mensen migreerden van Centraal-Mexico naar Noord-Mexico.
► Na 1965 meer liberalisering. Ook door de NAFTA groei aantal werknemers in maquiladoras sinds 1980.
► In de internationale arbeidsverdeling is Mexico door de lage lonen een aantrekkelijk vestigingsgebied.
Afhankelijkheid Mexico door vestiging van alleen productie, geen research- en ontwerpafdelingen.
Mexico wordt aangeduid als een semi-periferieland.
► Verschuiving van maquiladoras landinwaarts door lager minimumlonen landinwaarts, groot
arbeidsaanbod en minder machtige vakbonden.
● De ecologische draagkracht heeft het in sommige gebieden zwaar te verduren.
● Het noorden van het land is economisch belangrijker geworden ten koste van het centrum.
2.2 De andere kant van de medaille
► Het gevolg van de vestiging van de maquiladoras was een geweldige trek naar de grensstreek. Vaak
via getrapte migratie.
► Het aantal mensen in vestigingsgebieden groeit sneller dan deze gebieden kunnen opvangen. Het
leven is er ook duurder. Gevolgen: slechte huisvesting, veel krottenwijken, gebrek aan openbare
voorzieningen.
► Ciudad Juárez: huisvestingsproblemen, slecht onderwijs en slechte gezondheidszorg, grote
milieuproblemen.
Sterke groei van het watergebruik en daling van de grondwaterspiegel.
► De leegloop van gebieden waar mensen wegtrekken heeft grote gevolgen.
● Verlies aan arbeidskrachten voor de landbouw.
● De achterblijvers, vaak ouderen, zijn voor hun inkomen afhankelijkheid van het geld dat vertrekkers
toesturen.
● Het ontvangen geld wordt meestal niet geïnvesteerd in de lokale economie.
● Terugkomers gebruiken hun opgedane werkervaring nauwelijks in het eigen dorp.
● Sociaal-culturele waarden en normen van de stad worden steeds meer gemengd met die van het
platteland. Oude waarden verdwijnen zo.
De Geo, tweede fase – havo
©ThiemeMeulenhoff, Utrecht/Zutphen, 2009
Samenvatting Arm en rijk
18
Hoofdstuk 3 Naar de Verenigde Staten: ‘el otro lado’
Wat zijn de oorzaken en de gevolgen van de migratie van Mexicanen
naar de Verenigde Staten?
3.1 Migratiegeschiedenis
► In de VS wonen veel Mexicanen.
► In 1848 werden grote delen van Mexico ingelijfd bij de VS.
● Vanaf 1880 waren er in de VS goedkope arbeidskrachten nodig. Dit trok veel migranten aan, vooral het
westen van de VS had deze vraag naar arbeidskrachten.
● Tijdens de Eerste Wereldoorlog namen Mexicaanse arbeidskrachten de plaats in van Amerikaanse
soldaten.
● Tussen de twee wereldoorlogen werd de migratie teruggeschroefd vanwege de economische crisis.
► In Tweede Wereldoorlog werd Baracero-programma gestart tot 1964.
● De laatste decennia is een geweldige legale en illegale migratie ontstaan door schommelingen in de
economie van Mexico, terugdraaien subsidies op landbouwproducten en explosieve bevolkingsgroei in
ste
20 eeuw.
► Getrapte migratie. Twee typen migranten: economische en niet economische.
► Pushfactor is slechte economie van Mexico. Veel mensen werken in de informele sector.
● Netwerken van migranten spelen een rol bij de beslissing wel of niet te migreren. Gevolg is
kettingmigratie.
► Meer dan 80% van de migranten is afkomstig uit vijf staten: Jalisco, Michoàcan, Zacatecas, Durango en
Oaxaca. Ze komen vaak uit de kleine plattelandsgemeenten, maar steeds vaker ook uit grote steden.
► In de Verenigde Staten zijn Californië, Texas, Arizona en Illinois de belangrijkste vestigingsstaten. Het
zuidoosten van VS is een nieuw vestigingsgebied.
3.2 De huidige migranten
►
●
►
►
●
►
►
●
►
●
●
■
►
●
Mexicaanse migranten: illegaal, legaal, seizoensmigranten (cirkelmigranten).
Permanente vestiging door beter geschoolden en werknemers buiten de landbouw.
Een belangrijke pullfactor zijn de hogere lonen in VS: geldzendingen naar Mexico.
Het geld zorgt voor een afname van de inkomensongelijkheid in Mexico.
De Mexicaanse overheid stimuleert met speciale programma’s dat het geld ook ten goede komt aan de
lokale gemeenschappen.
Veel Mexicanen in de VS hebben weinig opleiding gehad en werken als laaggeschoolde
arbeidskrachten.
In 1986 legalisering van twee miljoen illegalen die konden aantonen dat ze sinds 1982 in de Verenigde
Staten woonden.
Anti-illegalenwet maakt illegaliteit en ook hulp aan illegalen crimineel.
Effect van de oprichting van de NAFTA in 1994 op de migratie van Mexicanen naar de VS:
In plaats van de verwachte afname, nam de emigratie toe.
Mexicaanse boeren worden weggeconcurreerd door de Amerikanen, die efficiënter kunnen produceren.
Zowel kwantitatief als kwalitatief gezien voeren de VS in maïsproductie de boventoon, Mexico blijft
achter.
Het verwachte gevolg is een ‘Great Migration’ van het Mexicaanse platteland.
Die komt op de nu al grote legale en illegale migratie naar de VS (jaarlijks 800.000 mensen!)
De Geo, tweede fase – havo
©ThiemeMeulenhoff, Utrecht/Zutphen, 2009
Samenvatting Arm en rijk
19
Hoofdstuk 4 De wereld indelen
Hoe zijn economische, demografische en sociaal-culturele
verschijnselen wereldwijd verspreid? Hoe raken ze steeds sterker met
elkaar verbonden?
4.1 Tsjechië en Egypte vergeleken
► Grote welvaartsverschillen tussen én binnen de landen in de wereld.
► Voor een geografisch beeld van een gebied moet je letten op de volgende hoofdkenmerken: economie,
demografie, sociaal-culturele kenmerken en politiek.
► Drie kenmerken van de economie van een gebied zijn de productie, de verdiensten, en de
werkgelegenheid.
● Het probleem is dat indicatoren soms moeilijk te vergelijken zijn en
● dat de cijfers vaak niet erg betrouwbaar zijn.
► Het meest gebruikte kenmerk voor ontwikkeling is het nationaal inkomen.
■ De berekening daarvan kan op drie manieren: 1) alle verdiende inkomens optellen, 2) alle toegevoegde
waarden optellen of 3) alle bestedingen optellen.
► BNP geeft de waarde aan van de totale productie van economische goederen in een land.
■ Het betekent ook dat geld dat wordt verdiend met het herstellen van de schade bijdraagt aan het BNP.
► Het gebruik van BNP per inwoner als criterium heeft nadelen: niet meetellen zelfvoorziening, goede
registratie cijfers ontbreekt vaak, wisselkoersen kunnen afwijken van werkelijke waarde van valuta.
■ BNP/hoofd is een gemiddelde. Regionale verschillen vallen weg en het maakt niet duidelijk hoe de
verdeling of spreiding over groepen is.
● Ook de verschillen in koopkracht maken het lastig om landen te vergelijken.
■ Hamburgerindex. Het is een (niet erg betrouwbare) weergave van welvaart en loonshoogte.
● Andere criteria, zoals de Human Development Index (van de VN) gebaseerd op het inkomen, de
leeftijdverwachting en de geschooldheid.
► Drie sectoren in bestaansmiddelen: de primaire, secundaire en tertiaire sector.
● De omvang van elke sector wordt uitgedrukt in percentage van de beroepsbevolking.
● Algemene regel: hoe hoger het percentage van de beroepsbevolking dat in de landbouw werkt, hoe
lager het BNP per inwoner in een land. De tertiaire sector is misleidend als maatstaf voor arme landen:
de traditionele sector is groot, onevenredig veel mensen in overheidsdienst, grote informele sector.
► De bevolkingsdichtheid is een gemiddelde.
● De bevolkingsspreiding vertelt hoe de bevolking werkelijk over de ruimte is verdeeld.
● Het demografische begrip ‘bevolkingsgroei’ is een beter vergelijkingsinstrument. De totale groei bestaat
uit de natuurlijke groei en de sociale groei. Het geboortecijfer is een goed cijfer om landen te
vergelijken, evenals kinder- en zuigelingensterfte.
● De ‘leeftijdsopbouw’ verwijst naar de samenstelling van de bevolking naar leeftijd en geslacht. Er zijn
drie modellen die de samenstelling weergeven: grafieken in piramide-vorm, granaat-vorm en ui-vorm.
● De demografische druk geeft de verhouding tussen productieven en niet-productieven aan.
► Belangrijkste cultuurkenmerken van een land zijn taal en godsdienst. Ze hebben grote invloed op het
bestaan en de inrichting van de ruimte.
► Percentage analfabeten in een land is moeilijk vast te stellen. Het is wel een criterium in de Human
Development Index.
4.2 Verschuivende werelden
► Veel Europese landen hadden koloniën: vestigingskolonie, exploitatiekolonie.
● Het verschil in welvaart tussen Noord en Zuid is toegenomen volgens een vast patroon: de rijke
bovenlaag die de arme massa uitbuit.
● De machtsverhouding op de wereld wordt uitgedrukt in het Centrum-periferiemodel.
■ Ook binnen de regio’s zijn centrum- en periferiegebieden te onderscheiden.
De Geo, tweede fase – havo
©ThiemeMeulenhoff, Utrecht/Zutphen, 2009
Samenvatting Arm en rijk
20
Tussen de centrumlanden en periferielanden zit nog een groep: de semi-perifere landen.
Het traditionele Centrum-periferiebeeld van de wereld verandert.
Op continentale schaalniveau: Europees kerngebied breidt zich uit.
Op mondiaal niveau wordt de Pacific Rim steeds belangrijker.
Semi-perifere landen voegen zich bij het centrum, perifere landen worden semi-perifeer: transitielanden.
Global Shift. De nadruk op de Atlantic Rim is verlegd naar de Pacific Rim.
Wijziging in het traditionele patroon van geboorte en sterfte. Bij toenemende economische en sociale
ontwikkeling, afname van geboortecijfer. Verandering van de demografische druk, toenemende
vergrijzing.
● Het zogenaamde demografisch transitiemodel laat vier of vijf fasen zien:
– van hoge geboorte- en sterftecijfers naar
– lage geboorte- en sterftecijfers
– in de twee overgangsfasen is er een sterke natuurlijke bevolkingsgroei
– in de laatste fase is het sterftecijfer hoger dan het geboortecijfer: de bevolking neemt af.
► Veel ontwikkelingslanden zitten nog in de eerste drie fasen. Bevolkingszwaartepunt op de wereld verder
richting de minder ontwikkelde landen.
► verschillende cultuurgebieden in de wereld.
■ Binnen een cultuurgebied zijn weer veel subculturen te onderscheiden.
● De overgangszones tussen cultuurgebieden zijn vaak bron van spanningen.
■ Het moslimfundamentalisme is vaak het gevolg van tweedeling in de Arabische wereld.
► In de 19e eeuw nam de culturele diffusie sterk toe door de koloniale uitbreiding, de wereldwijde
zoektocht naar grondstoffen en afzetmarkten, en door sneller en goedkoper vervoer.
● Tegenwoordig gaat de verspreiding van cultuur steeds sneller door de globalisering.
● Diffusietheorie: verspreiding vanuit innovatiecentra (de Fast World) het eerst naar de gebieden die
daarom heen liggen. Slecht bereikbare gebieden zijn de ‘achterblijvers’(de Slow World).
● In een netwerksamenleving nemen de relatieve afstanden af: tijd-ruimtecompressie.
► De modernisering staat voor groot deel onder Amerikaanse (VS) invloed: de amerikanisering.
● Steeds sneller door de moderne communicatiemiddelen.
● Vaak gaat de culturele beïnvloeding alleen over de buitenkant van een beschaving.
● Angst voor verlies van eigenheid, regionale identiteit.
● Een reden voor deze weerstand is fragmentarische modernisering.
■ Door mondialisering en modernisering botsen culturen en ontstaat maatschappelijke polarisatie.
●
►
●
●
●
●
►
4.3 Handel, investeringen en migratie
► Sinds WO II is de wereldeconomie hard gegroeid.
● Het grootste deel van internationale handels- en vervoersstromen voltrekt zich binnen en tussen de drie
kerngebieden van de Triade.
● De handel tussen het Noorden en het Zuiden is veel geringer, maar met
■ Ongunstige ruilvoet, die de kloof tussen arm en rijk vergroot.
● Dit beeld gaat niet helemaal meer op. Ook in veel arme landen leidt goederenproductie tot meer werk,
meer welvaart, meer koopkracht, meer belastinginkomsten en daarmee meer overheidsinvesteringen.
■ Het exportpakket van de Newly Industrialized Countries is veranderd.
■ Hierdoor verandert ook het Triade-model: nieuwe industrielanden schuiven aan.
► MNO’s stimuleren het proces van globalisering. De politieke invloed van MNO’s is groot.
● Het hoofdkantoor zit meestal in een centrumland en de productieafdelingen in lage lonenlanden. Steeds
vaker zitten de afdeling voor R&D, logistiek en marketing ook in lage lonenlanden.
► Productieketen wordt opgedeeld in afzonderlijke eenheden: flexibilisering.
■ Gevaar van systeem van uitbuiting, zeker in geval van kinderarbeid.
● Door mondialisering vindt ook regionale specialisatie plaats.
■ Steeds vaker wordt ook het hoogwaardige werk voor hogere functies verplaatst: outsourcing.
► Concentraties van bepaalde soort bedrijven door agglomeratievoordelen zoals Silicon Valley.
■ Aanzuigende werking van clusters/agglomeraties kan leiden tot ruimtelijke tweedeling (polarisatie).
► De volgende voorwaarden maakten globalisering en de Global Shift mogelijk:
De Geo, tweede fase – havo
©ThiemeMeulenhoff, Utrecht/Zutphen, 2009
Samenvatting Arm en rijk
21
economische voorwaarden: een stelsel van vrijhandel, WTO, sterke toename van de welvaart.
technische voorwaarden: transporttechnologie en communicatietechnologie.
politieke veranderingen: het uiteenvallen van politiek-militaire blokken.
Handelsblokken leiden op continentale schaal tot eenwording, op mondiale schaal tot tegenstellingen.
Ook op continentale schaal ligt polarisatie op de loer.
De voormalige Oostbloklanden geven West-Europese bedrijven de kans vervoerstromen in te korten.
Deze landen zijn soms politiek verbrokkeld. Dat remt het globaliseringsproces.
ste
In de 20 eeuw wordt de wereld steeds meer een ‘global village’.
De Transporttheorie van Ullman kent drie kernbegrippen: ruimtelijke complementariteit, tussenliggende
mogelijkheden en de transporteerbaarheid van goederen.
► Economische groeiregio’s zuigen mensen en activiteiten aan, terwijl de randgebieden achterblijven.
● De toegenomen handel en communicatie versterkt de menselijke mobiliteit.
● Migranten integreren veelal in het nieuwe gebied. Soms is sprake van een transnationale identiteit.
●
●
●
►
■
►
■
►
►
4.4 Groot-Brittannië en India in wereldperspectief
► Rond 1800 begon de industrialisatie in de Engelse Midlands.
■ De basis daarvoor was de traditie in textiel en metaal, energie van watermolens en het kanalenstelsel.
● Inmiddels is de ijzer- en textielindustrie verplaatst naar lage lonenlanden. Werkloosheid en grote
hoeveelheid immigranten uit voormalige koloniën leiden tot sociaaleconomische problemen in de
streek.
► In een tijd van de-industrialisatie is het moeilijk om de oude industriegebieden weer op te peppen.
■ Ook verlies van indirecte werkgelegenheid. Trekpaard kan de plaatselijke economie sterk stimuleren.
● Midlands is van centrumgebied nu (semi-)periferie geworden, overvleugeld door primate city Londen.
► Op mondiale schaal gezien worden de sociaaleconomische verschillen kleiner; op nationale en
regionale schaal is (soms) sprake van een toenemende regionale ongelijkheid.
■ Tegenstelling tussen enerzijds vervallen industriegebieden en woonwijken, anderzijds groene suburbs
en bedrijvenparken. Ook tussen stedelijke probleemgroepen en een welvarende middenklasse.
e
► De 19 eeuw leverden de koloniën landbouwproducten en delfstoffen, goedkope arbeid en waren
afzetmarkt voor westerse producten.
● Groot-Brittannië legde India als koloniaal moederland zijn economisch, politiek en cultureel systeem op.
■ Dat gebeurde via een stelsel van indirect rule en een verdeel-en-heerspolitiek.
■ In West-Europa werd de sterke bevolkingsgroei uit die tijd opgevangen door industrialisatie. India werd
dus een exploitatiekolonie.
► De Engelsen legden irrigatiewerken, spoorwegen en havens aan voor de export naar Europa, en voor
de invoer van textiel uit Engeland. Hierdoor verdween de Indiase ambachtelijke textielnijverheid.
● Pax Brittannica maakte betere landbouw en industrialisatie mogelijk. Welvaart bleef uit voor de Indiase
bevolking.
► De urbanisatiegraad is in India betrekkelijk laag. Wel is er een aantal megasteden.
● Het stadsmodel in Zuid-Azië is ‘4-in-1’steden: administratief en religieus centrum, koloniale stad, postkoloniale stad, krottenwijken.
● De ruraal-urbane migranten komen meestal terecht in de informele sector.
● Megasteden groeien snel vanwege een groot vestigingsoverschot en een hoog geboorteoverschot. De
problemen van megasteden in de Derde Wereld liggen op drie schaalniveaus:
– lokaal/stedelijk: vervuiling, gebrek aan voorzieningen, congestie, onbestuurbaarheid en
werkloosheid
– regionaal gezien: te veel houtkap, uitputting grondwatervoorraad, luchtvervuiling en verlies van
landbouwgrond.
– op nationaal niveau: centrum zuigt mensen en activiteiten aan ten koste van andere regio’s
► Schaduwzijde van globalisering is het verlies van veel banen en de toename van verschillen.
● Enorme kloof tussen arm en rijk, overheidssteun vooral aan grotere boeren, veel achterblijvers in
ontwikkeling.
● Positief is dat de kindersterfte daalt, maar positie van meisjes en vrouwen blijft (sterk) achter.
● Naast de high technology sector (Fast World) bestaat een omvangrijke zelfvoorzienende samenleving
De Geo, tweede fase – havo
©ThiemeMeulenhoff, Utrecht/Zutphen, 2009
Samenvatting Arm en rijk
22
(Slow World), met veel armoede.
► Na de onafhankelijkheid (1947) krijgt het Indiase beleid veel elementen van een planeconomie. Na
1990 richtte India zich meer op de markteconomie.
● De vrijhandel heeft ook negatieve gevolgen door verdedigen van eigenbelangen door de
centrumlanden.
De Geo, tweede fase – havo
©ThiemeMeulenhoff, Utrecht/Zutphen, 2009
Download