Verslaving - KU Leuven

advertisement
Thema 3: Ik kan niet meer zonder…
Verslaving
1) Productinformatie
Drugquiz
Kruis per stelling aan of de stelling volgens jou juist is, niet juist is of dat je het niet weet.
Nr. Stelling
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
Alcohol is een drug met een opwekkende werking.
XTC is een bewustzijnsverruimende amfetamine.
LSD kan aanleiding geven tot flash-backs.
Tolerantie betekent dat je de drug beter en sneller voelt.
Amfetamines zijn plantaardige stimulerende middelen.
Van hasj heb je steeds meer nodig om hetzelfde effect te bereiken.
Als een roker niet inhaleert krijgt hij geen schadelijke stoffen
binnen.
Gebruik van sofdrugs leidt tot het gebruik van harddrugs.
Rokers hebben meer last van verkoudheid dan niet rokers.
Als je verschillende drankjes door elkaar drinkt, word je even snel
dronken.
Als je kinderen alcohol drinken zijn zij sneller dronken dan
volwassenen.
Alcohol is een harddrug, van alle drugproblemen neemt de
alcoholverslaving het leeuwendeel in.
Je lichaam kan in drie dagen producten als XTC, speed en cocaïne
afbreken.
Jongeren gaan drugs gebruiken omdat ze problemen hebben.
Speed en XTC veroorzaken een gevaarlijke stijging van de
lichaamstemperatuur.
Ecodrugs zijn gezond en ongevaarlijk.
Chinezen is een manier van heroïnegebruik.
De psychoactieve stof in een trip is LSD.
Wat zijn drugs?
Definitie:
juist
niet
juist
weet
niet
Er zijn heel veel producten waaraan we verslaafd kunnen geraken. Een gedetailleerd overzicht
is onmogelijk. Het aanbod verandert bovendien constant. We zetten hieronder toch enkele
belangrijke middelen en gedragingen op een rijtje.
Waarom zo aantrekkelijk?
 positieve aspecten  garantie op korte termijn
 negatieve aspecten  kans op lange termijn
Opm.: Er bestaan uiteraard nog meer producten. Het aanbod verandert bovendien constant.
Met welke producten kwam je reeds in aanraking? Hoe?
Opdracht (per twee):
Kies één middel of gedraging waaraan je verslaafd kan geraken. Ga op zoek naar de positieve
en negatieve aspecten/gevolgen van dat middel of die gedraging. Weeg af, zowel de
psychische als de fysische gevolgen.
Probeer vervolgens een alternatief te zoeken: een gezond middel of een gezonde handeling die
zoveel mogelijk van de opgesomde positieve aspecten bereikt en zo weinig mogelijk
negatieve.
2) Wat is verslaving?
Wat houdt verslaving volgens jou in?
 mondeling bespreken
Verslaving: omschrijving
Duid zo goed mogelijk in de tekst aan wat we verstaan onder verslaving.
3) Waarom raakt de ene mens verslaafd en de andere niet?
Velen denken: ‘het ene middel is al verslavender dan het andere.’ Dat klopt, maar het
verklaart nog niet waarom de ene mens wel verslaafd raakt en de andere niet. Waarom raakt
de ene wel verslaafd aan alcohol of internet en de andere niet?
De oorzaak is zeer complex:  DE 3 M-en
Tekening + uitleg:
Middel:
Mens:
Milieu:
4 Omstandigheden
5. Zo word je verslaafd (fasen van het verslavingsproces)
1. kennismaken
door imitatie: voorbeelden uit omgeving nodigen uit tot gebruik
door experiment: even proberen wat het geeft (80% van de jongeren die
experimenteren met illegale drugs, stoppen er onmiddellijk mee)
2. prettig leren vinden en leren gebruiken
niet alle middelen geven bij het eerste gebruik een goed gevoel
3. geregeld gebruiken
Dit kan problematisch zijn, maar is niet noodzakelijk. Zo lang de positieve
gevolgen van het gebruik overwegen (lekker, sociale banden), spreken we van
gebruik
4. overmatig gebruiken (misbruiken)
Wanneer je gebruikt om bepaalde negatieve effecten te vermijden (bv. miserie
vergeten, anders geen sociale contacten mogelijk,…), spreken we van
misbruik. Hiermee berokken je schade aan jezelf en aan anderen. Alle
gelegenheden zijn goed.
5. verslaving
Zonder het middel is goed functioneren erg moeilijk of onmogelijk.
Lichamelijke verslaving:
Geestelijke verlaving:
6. De gebruiker
Lees de tekst en duid aan:
Is verslaving erfelijk?
Wat herken je in de tekst van wat we de vorige lessen gezien hebben?
7. Gevaarlijk?
8. On-eens?
Download