Dihybride kruisingen Met oefeningen Mono- en Dihybride kruisingen • Bij monohybride kruising wordt 1 erfelijke eigenschap in het nageslacht gevolgd. • Bij een dihybride kruising wordt naar twee erfelijke eigenschappen gekeken. (bijv. haarkleur en oogkleur) Gekoppelde en niet-gekoppelde dihybride kruisingen • De twee eigenschappen liggen op hetzelfde chromosoom, ze zijn gekoppeld. In het voorbeeld de genen C en D. • De twee genen liggen op verschillende chromosomenparen en zijn niet gekoppeld In het voorbeeld de genen A en B. Niet-gekoppelde dihybride kruisingen P1: Vrouw AABB x aabb Man Het vrouwtje krijgt dan 100% AB en het mannetje krijgt dan 100% ab AB x ab F1: AaBb F1 is dus voor beide genen heterozygoot. En het fenotype zal dus AB worden P2: AaBb x AaBb Nu zijn er dus veel meer combinaties mogelijk Vrouw/ Man AB Ab aB ab AB AABB AABb AaBB AaBb Ab AABb AAbb AaBb Aabb aB AaBB AaBb aaBB aaBb ab AaBb Aabb aaBb aabb 9 van de 16 combinaties geeft fenotype AB= 56,25% 3 van de 16 combinaties geeft fenotype Ab= 18,75% 3 van de 16 combinaties geeft fenotype aB= 18,75% 1 van de 16 combinaties geeft fenotype ab= 6,25% De verhouding is 9:3:3:1 Gekoppelde dihybride kruisingen P1: AABB x aabb Het vrouwtje krijgt dan 100% AB en het mannetje krijgt dan 100% ab AB x ab F1: AaBb F1 is dus voor beide genen heterozygoot. En het fenotype zal dus AB worden P2: AaBb x AaBb Omdat de genen op dezelfde chromosomen liggen zijn er maar een paar mogelijke combinaties: zowel vrouwtje als het mannetje heeft 50% kans op AB en 50% kans op ab Vrouw/Man AB ab AB AABB AaBb ab AaBb aabb 3 van de 4 combinaties geeft fenotype AB= 75% 1 van de 4 combinaties geeft fenotype ab= 25% De verhouding is 3:1 Crossing-over 1. 2. 3. 4. Homologe chromosomen raken verstrengeld Breuken ontstaan in de chromatide Speciaal enzym nodig voor de reparatie Bij de reparatie hecht de ene chromatide zich aan de chromatide van het andere homologe chromosoom van het chromosomenpaar Voorbeeld Oefening • Bij de mens zijn de grootte van de kaken en de grootte van de tanden eigenschappen die op verschillende chromosomen liggen. De eigenschap grote tanden (T) is dominant over kleine tanden (t). De eigenschap kleine kaken (K) is dominant over grote kaken (k). Negers bezitten grote tanden (homozygoot) in grote kaken en Hottentotten bezitten kleine tanden in kleine kaken (homozygoot). • Hoe groot is de kans op engstand (=grote tanden in kleine kaken) bij de kleinkinderen na een kruising tussen negers en Hottentotten als hun kinderen huwen met een neger?