Examenprogramma instalektro, vmbo

advertisement
Bijlage 1
Examenprogramma
vmbo
Instalektro
1
Bijlage 1: Instalektro
1.
Toelichting
De examenprogramma's vmbo beschrijven de kwaliteiten van leerlingen op het
gebied van kennis, inzicht en vaardigheden, waarop elke leerling in een periode
van examinering wordt beoordeeld. De exameneisen sluiten aan bij de drie
hoofdkenmerken van het totale voortgezet onderwijs:
het bieden van een brede persoonlijke en maatschappelijke vorming aan elke
leerling;
het centraal stellen van een actieve, zo zelfstandig mogelijk lerende leerling;
het recht doen aan en benutten van verschillen tussen leerlingen.
Voor de leerwegen mavo/vbo/vso is dit vertaald op schoolniveau en op het niveau
van vakken, afdelingen en sectoren: in een aantal algemene onderwijsdoelen en in
exameneisen per vak, afdeling of sector. Daarbij wordt voortgebouwd op de
kerndoelen basisvorming, en tegelijk voorbereid op de kwalificatiestructuur van
het BVE-veld.
1.1 Preambule
Er zijn zes algemene onderwijsdoelen die gelden voor alle vakken, afdelingen en
sectoren in mavo/vbo/vso die als volgt luiden.
1
Werken aan vakoverstijgende thema's
De leerling leert, in het kader van een brede en evenwichtige oriëntatie op mens
en samenleving, enig zicht te krijgen op relaties met de persoonlijke en
maatschappelijke omgeving.
Daarbij wordt expliciet aandacht besteed aan:
1.1 het kennen van en omgaan met eigen en andermans normen en waarden;
1.2 het onderkennen van en omgaan met de verschillen tussen de seksen;
1.3 de relatie tussen de mens en de natuur en het concept van duurzame
ontwikkeling;
1.4 het functioneren als democratisch burger in een multiculturele samenleving,
ook in internationaal verband;
1.5 het op een voor henzelf en anderen veilige manier functioneren in de
beroepspraktijk en in eigen omgeving;
1.6 de maatschappelijke betekenis van technologische ontwikkeling, waaronder
met name moderne informatie- en communicatietechnologie;
1.7 de maatschappelijke betekenis van betaalde en onbetaalde arbeid;
1.8 de verworvenheden en mogelijkheden van kunst en cultuur, waaronder ook
de media.
2
Leren uitvoeren
De leerling leert in zoveel mogelijk herkenbare situaties, mede met
gebruikmaking van ICT, een aantal schoolse vaardigheden verder te ontwikkelen.
Het gaat daarbij om:
2.1 Nederlandse en Engelse teksten lezen en beluisteren;
2.2 schriftelijke en mondelinge teksten produceren in correct Nederlands;
2
2.3
2.4
2.5
2.6
2.7
informatie in verschillende gegevensbestanden opzoeken, selecteren,
verzamelen en ordenen;
rekenvaardigheden toepassen (hoofdrekenen, rekenregels gebruiken, meten
en schatten);
voldoen aan eisen van milieu, hygiëne, gezondheid en ergonomie;
doelmatig en veilig omgaan met materialen, gereedschappen en apparatuur;
computervaardigheden.
3
Leren leren
De leerling leert, mede met gebruikmaking van ICT, zoveel mogelijk eigen kennis
en vaardigheden op te bouwen. Daartoe leert hij onder andere een aantal strategieën die het leer- en werkproces kunnen verbeteren.
Het gaat daarbij om:
3.1 informatie beoordelen (op betrouwbaarheid, representativiteit en bruikbaarheid), verwerken en benutten;
3.2 strategieën gebruiken voor het aanleren van nieuwe kennis en vaardigheden
(memoriseren, aantekeningen maken, schematiseren, verbanden leggen met
aanwezige kennis);
3.3 strategieën gebruiken voor het begrijpen van mondelinge en schriftelijke
informatie;
3.4 op een doordachte wijze keuzeproblemen oplossen;
3.5 een eenvoudig bedrijfsmatig, natuurwetenschappelijk of maatschappelijk
vraagstuk planmatig onderzoeken;
3.6 persoonlijke ervaringen en opdrachten van anderen verwerken in woord,
klank, beeld en beweging;
3.7 op basis van argumenten tot een eigen standpunt komen.
4.
Leren communiceren
De leerling leert, mede via een proces van interactief leren, een aantal sociale en
communicatieve vaardigheden verder te ontwikkelen.
Het gaat daarbij om:
4.1 elementaire sociale conventies in acht nemen;
4.2 overleggen en samenwerken in teamverband;
4.3 passende gesprekstechnieken hanteren;
4.4 verschillen in meningen en opvattingen benoemen en hanteren;
4.5 culturele en seksegebonden verschillen tussen mensen benoemen en
hanteren;
4.6 omgaan met formele en informele afspraken, regels en procedures;
4.7 zichzelf en eigen werk presenteren.
5
Leren reflecteren op het leer- en werkproces
De leerling leert, door te reflecteren op het eigen cognitief en emotioneel functioneren, zicht te krijgen op en sturing te geven aan het eigen leer- en werkproces.
Het gaat daarbij om:
5.1 een leer- en/of werkplanning maken;
5.2 het leer- en/of werkproces bewaken;
5.3 een eenvoudige product- en procesevaluatie maken en hieruit conclusies
trekken.
6
Leren reflecteren op de toekomst
De leerling leert, door te reflecteren op het eigen cognitief en emotioneel
functioneren, zicht te krijgen op de eigen toekomstmogelijkheden en interesses.
Daarbij wordt expliciet aandacht besteed aan:
6.1 het inventariseren van de eigen mogelijkheden en interesses;
6.2 het onderzoeken van de mogelijkheden voor verdere studie;
3
6.3
6.4
6.5
6.6
6.7
6.8
1.2
het zicht krijgen op beroepen, de beroepspraktijk en actuele ontwikkelingen
daarbinnen;
de rol en het belang van op school geleerde kennis, inzicht en vaardigheden
voor het maatschappelijk leven (dagelijks leven, vrije tijd,
vrijwilligerswerk);
de kenmerken van de arbeidsmarkt op dit moment en in de nabije toekomst;
de organisatie van branches en bedrijven;
het beoordelen van de eigen mogelijkheden en interesses in het licht van
vervolgstudie, beroepen en maatschappelijk functioneren;
het kunnen maken van een verantwoorde keuze voor een vervolgopleiding.
Postitie van het vak
Deze algemene onderwijsdoelen zijn hierna uitgewerkt in de examenprogramma's
per vak, afdeling of sector. Alle vakken, afdelingen of sectoren leveren een
bijdrage aan het bereiken van bovenstaande doelen.
Beroepsgericht: intrasectoraal
In het vmbo behoort het intrasectorale programma Metalektro tot het keuzedeel
van de gemengde, kaderberoepsgerichte en basisberoepsgerichte leerweg in de
sector Techniek.
4
2.
Het examen
2.1 Het examenprogramma
Het examenprogramma bestaat uit een kerndeel en voor de kaderberoepsgerichte
leerweg ook uit een verrijkingsdeel. De eindtermen die in hoofdstuk 3 t/m 5
worden beschreven, zijn in exameneenheden gegroepeerd.
Het examenprogramma kent de volgende exameneenheden
Code
Exameneenheid
Leerweg
B
K
G
Kerndeel
IE/K/1
Oriëntatie op instalektro
X
X
X
IE/K/2
Professionele vaardigheden
X
X
X
IE/K/3
Technische informatica
X
IE/K/4
Inleiding op de infrastructuur
X
X
IE/K/5
Inleiding op het leidingnet in de woning
X
X
IE/K/6
Inleiding op het afmonteren in de woning
X
X
IE/K/7
Inleiding op het leidingnet in de
utiliteitsbouw
X
X
IE/K/8
Inleiding op elektrische toestellen en
machines in de utiliteitsbouw
X
X
IE/K/9
Inleiding op monteren en bekabelen
X
X
IE/K/10
Basisbewerking: buisbewerking
X
X
IE/K/11
Hardsolderen
X
X
IE/K/12
Watertechniek
X
X
IE/K/13
Sanitairtechniek
X
X
IE/K/14
Verwarmingstechniek
X
X
IE/K/15
Elektronica
X
X
IE/K/16
Automatiseren
X
X
IE/K/17
Telematica
X
X
IE/K/18
CAD
X
IE/K/19
Installaties in de woning
X
X
5
Code
Exameneenheid
Leerweg
B
K
G
Verrijkingsdeel
Verrijkingsdeel kaderberoepsgerichte leerweg (verplicht)
IE/V/1
Integratieve opdracht
X
Verrijkingsdeel basisberoepsgerichte en gemengde
leerweg (niet verplicht). Ter toelichting 6 voorbeelden
Keuze 1: elektrotechniek MSI
IE/V/1
Integratieve opdracht
X
IE/V/2
Basisbegrippen elektrotechniek
X
ET/K8
Aanleg leidingnet voor elektrische
installatie in de woning
X
ET/K/9
Afmonteren van de elektrische installatie
in de woning
X
ET/K/10
Aanleg leidingnet voor elektrische
installatie in de utiliteitsbouw
X
Keuze 2: Elektrotechniek MBI
IE/V/2
Basisbegrippen elektrotechniek
X
ET/K/10
Aanleg leidingnet voor elektrische
installatie in de utiliteitsbouw
X
ET/K/11
Aansluiten en in bedrijf stellen van
elektrische toestellen en machines in de
utiliteitsbouw
X
ET/K/12
Industriële elektrische installatie
X
Keuze 3: Elektrotechniek MCI
IE/V/2
Basisbegrippen elektrotechniek
X
ET/K/13
Speciale elektrische installaties 1
X
ET/K/14
Telecommunicatie-installaties
X
Keuze 4: Installatietechniek A
IT/K/4
Basisbewerking: plaatbewerking
zink/lood
X
Keuze 5: Installatietechniek B
IT/K/12
Dakbedekkingstechniek 1
Alleen het stukdeel zink: een
samengesteld werkstuk maken in de vorm
van bankmontage (goot of deklijst)
X
6
Keuze 6: Installatietechniek C
IT/K/8
Gastechniek 1
X
Keuze 7: Civiele techniek
IE/V/3
Ondergrondse infrastructuur
X
2.2 Algemene examenbeschrijving
Deze examenbeschrijving geldt voor alle vakken en programma’s in alle
leerwegen: de basisberoepsgerichte leerweg, de kaderberoepsgerichte leerweg, de
gemengde leerweg en de theoretische leerweg. Specifieke zaken zijn vermeld in
de examenbeschrijving per vak of programma.
Het examen
Het examen bestaat per vak of programma uit
een schoolexamen en een centraal examen
of uitsluitend uit
een schoolexamen.
De volgende vakken uit het gemeenschappelijk deel kennen uitsluitend een
schoolexamen: maatschappijleer, lichamelijke opvoeding en de kunstvakken.
Voor de vakken Nederlands en Engels uit het gemeenschappelijk deel, de vakken
uit het sectordeel en de vakken of programma’s uit het vrije deel die tot het
eindexamen v.m.b.o. kunnen behoren, is er zowel een schoolexamen als een
centraal examen.
Als het examen bestaat uit een schoolexamen en een centraal examen is de
richtlijn dat het schoolexamen betrekking heeft op ongeveer 2/3 deel van het
examenprogramma en het centraal examen op ongeveer 1/3 deel. Het
schoolexamen omvat ten minste die exameneenheden die niet in het centraal
examen worden getoetst.
In de specifieke examenbeschrijvingen per vak of programma is aangegeven
welke exameneenheden in het schoolexamen en welke exameneenheden in het
centraal examen worden of kunnen worden getoetst.
Examenprogramma per leerweg
Voor de basisberoepsgerichte leerweg bestaat het examenprogramma uit de
eindtermen van het kerndeel, voor zover deze niet gecursiveerd zijn.
Voor de kaderberoepsgerichte leerweg bestaat het examenprogramma uit het
kerndeel en voor de beroepsgerichte programma’s bovendien uit het
verrijkingsdeel dat voor deze leerweg is vastgesteld.
Voor de gemengde leerweg en voor de theoretische leerweg bestaat het
examenprogramma uit het kerndeel en het verrijkingsdeel van de algemene
vakken. Voor de beroepsgerichte programma’s in de gemengde leerweg gelden de
exameneenheden van het kerndeel.
7
Schematisch:
Basisberoepsgerichte leerweg
Kaderberoepsgerichte leerweg
Gemengde
leerweg
Theoretische
leerweg
Algemene
vakken
kerndeel (niet: de
cursiveringen)
kerndeel
kerndeel en
verrijkingsdeel
kerndeel en
verrijkingsdeel
Beroepsgerichte
programma’s
kerndeel (niet: de
cursiveringen)
kerndeel en
verrijkingsdeel
kerndeel
gemengd
n.v.t.
Het centraal examen
Het centraal examen kan bestaan uit:
­ een centraal schriftelijk examen
­ een centraal praktisch examen
­ een centrale integratieve eindtoets
­
­
­
een centraal schriftelijk examen
Het gaat om een toets waarbij kandidaten vragen en opdrachten, eventueel
met behulp van informatie- en communicatietechnologie, schriftelijk
beantwoorden. De beoordeling vindt plaats aan de hand van een bindend
correctievoorschrift of beoordelingsmodel. Een tweede correctie door een
gecommitteerde behoort tot de mogelijkheden.
een centraal praktisch examen
Het gaat om het uitvoeren van een centraal vastgestelde opdracht waarbij
zowel het proces van uitvoering als het product wordt beoordeeld. De
beoordeling vindt plaats door de examinator aan de hand van bindende
beoordelingscriteria. Er is sprake van medebeoordeling door een
gecommitteerde.
een centrale integratieve eindtoets
Het gaat om een centraal vastgestelde opdracht over het verrijkingsdeel
waarbij exameneenheden uit het kerndeel betrokken kunnen worden. De
beoordeling vindt plaats door de examinator aan de hand van bindende
beoordelingscriteria. Er is sprake van medebeoordeling door een door de
directeur aan te wijzen tweede examinator.
Voor de algemene vakken wordt in alle leerwegen alleen een centraal schriftelijk
examen afgenomen. Een uitzondering hierop vormen de beeldende vakken, die
zowel een centraal schriftelijk als een centraal praktisch examen kennen.
In het volgende schema is per beroepsgericht programma gespecificeerd welke
onderdelen van toepassing zijn.
Beroepsgerichte programma’s:
Basisberoepsgerichte
leerweg
Centraal schriftelijk
examen
X
Centraal praktisch
examen
X
Centrale integratieve
eindtoets
Kaderberoepsgerichte
leerweg
X
Gemengde leerweg
X
X
Een zitting van het centraal schriftelijk examen bij de basisberoepsgerichte
leerweg duurt 90 minuten.
Een zitting bij het centraal schriftelijk examen voor de overige leerwegen duurt
120 minuten.
8
Het schoolexamen
Het schoolexamen kan bestaan uit de volgende onderdelen
­ schriftelijke en mondelinge toetsen
Het werk wordt beoordeeld aan de hand van een correctievoorschrift waarin
mogelijke antwoorden en een puntenverdeling zijn opgenomen.
­ praktische opdrachten
Bij alle vakken en programma’s komen praktische opdrachten voor, waarbij
zowel het proces als het product wordt beoordeeld. Beoordeling vindt plaats
aan de hand van vooraf aan de kandidaat bekend gemaakte criteria. De
kandidaat kan de praktische opdracht de vorm geven van een product of
werkstuk of een presentatie. Elke kandidaat dient ten minste twee praktische
opdrachten van ten minste 10 uur te hebben uitgevoerd.
­ een handelingsdeel
In het handelingsdeel gaat het om opdrachten waarvan per kandidaat door de
examinator moet worden vastgesteld of deze naar behoren zijn uitgevoerd.
De uitvoering van een opdracht die tot het handelingsdeel behoort, blijkt uit
een notitie van de kandidaat waarin aandacht besteed is aan de ervaring met
de opdracht. Deze notitie maakt deel uit van het handelingsdeel.
Per leerling bestaat het handelingsdeel uit de verschillende vakspecifieke
delen en uit een vakoverstijgend deel. Het vakoverstijgende deel per leerling
bevat ten minste een opdracht in het kader van oriëntatie op leren en werken.
­ een sectorwerkstuk voor de kandidaten van de gemengde en de theoretische
leerweg
Bij het sectorwerkstuk gaat het om een vakoverstijgende thematiek die past
binnen de sector. De kandidaat dient aan het sectorwerkstuk ten minste 20 uur
te besteden.
Bij het sectorwerkstuk wordt zowel het proces als het product beoordeeld. De
beoordeling vindt plaats door minimaal twee docenten aan de hand van
criteria die vooraf aan de kandidaat bekend zijn gemaakt. Het sectorwerkstuk
moet met een voldoende resultaat worden afgesloten en wordt apart op de
cijferlijst vermeld.
In plaats van de waardering voldoende kan ook de waardering goed worden
toegekend. Het sectorwerkstuk weegt niet mee in het cijfer voor het
schoolexamen van afzonderlijke vakken.
In het kader van het sectorwerkstuk verzamelt de kandidaat schriftelijke
documentatie. Deze informatie of het sectorwerkstuk is het uitgangspunt voor
de opdracht ‘gedocumenteerd schrijven’ in het centraal examen Nederlands.
De toetsen en opdrachten die deel uitmaken van het schoolexamen, dienen
aantoonbaar representatief te zijn voor de desbetreffende eindtermen uit het
examenprogramma. De vakspecifieke vaardigheden dienen een substantieel
onderdeel te zijn van de toetsing in het schoolexamen. De basisvaardigheden
zoals genoemd in de exameneenheden K/2 van de algemene vakken, dienen
gespreid over de vakken in het schoolexamen te worden opgenomen.
9
Het schoolexamen heeft de vorm van een examendossier.
Het examendossier bevat:
­ een overzicht van de afgelegde toetsen en uitgevoerde opdrachten
­ een overzicht van de behaalde resultaten en vorderingen
­ informatie over het handelingsdeel.
Het examendossier kan gespreid over het derde en vierde leerjaar worden
opgebouwd. Voor de theoretische en de gemengde leerweg begint de opbouw van
het dossier in ieder geval in het derde leerjaar omdat het dossier ook de afsluiting
van de verplichte extra vakken van het derde leerjaar omvat waarin geen
eindexamen wordt afgelegd. Ook wanneer vakken die alleen een schoolexamen
kennen - de vakken maatschappijleer, lichamelijke opvoeding en de kunstvakken
uit het gemeenschappelijk deel - in het derde leerjaar worden afgesloten, begint de
opbouw van het dossier in het derde leerjaar.
Informatie- en communicatietechnologie (ICT)
ICT maakt onderdeel uit van de beroepsgerichte programma’s. ICT is ook
onderdeel van de exameneenheid Basisvaardigheden van de algemene vakken.
Als zodanig maakt ICT verplicht onderdeel uit van het schoolexamen. Indien bij
het centraal examen gebruik gemaakt wordt van ICT-toepassingen maakt de
CEVO dit drie jaar voor de afname van het examen bekend.
Het eindcijfer
Het eindcijfer voor het examen komt als volgt tot stand:
Per vak of programma wordt het cijfer voor het schoolexamen gecombineerd met
het cijfer voor het centraal examen. Voor de basisberoepsgerichte leerweg geldt
dat het cijfer voor het schoolexamen voor 2/3 en het cijfer voor het centraal
examen voor 1/3 het eindcijfer bepaalt.
Voor de overige leerwegen bepalen het cijfer voor het schoolexamen en het cijfer
voor het centraal examen elk de helft.
Het cijfer voor het schoolexamen is samengesteld uit de cijfers en beoordelingen
voor de toetsen en praktische opdrachten, zodanig dat er aantoonbaar sprake is
van een evenwichtige bijdrage van de verschillende onderdelen.
In het Programma van Toetsing en Afsluiting legt de school de weging van de
verschillende onderdelen van het examendossier vast.
2.3
Vakspecifieke examenbeschrijving instalektro
2.3.1
Het centraal examen
Het centraal examen voor de basisberoepsgerichte
leerweg
Het centraal schriftelijk examen
Het centraal schriftelijk examen bij de basisberoepsgerichte leerweg heeft
betrekking op de volgende exameneenheid:
IE/K/2 Professionele vaardigheden
en daarnaast op twee van de volgende vier exameneenheden:
IE/K/5 Inleiding op het leidingnet in de woning
IE/K/6 Inleiding op het afmonteren in de woning
IE/K/7 Inleiding op het leidingnet in de utiliteitsbouw
10
IE/K/8 Inleiding op elektrische toestellen en machines in de utiliteitsbouw
en op twee van de volgende drie exameneenheden:
IE/K/12 Watertechniek
IE/K/13 Sanitairtechniek
IE/K/14 Verwarmingstechniek
De CEVO maakt de exameneenheden die centraal worden geëxamineerd drie jaar
voor afname van het examen bekend.
Het centraal praktisch examen
Het centraal praktisch examen voor de basisberoepsgerichte leerweg heeft
betrekking op dezelfde exameneenheden als in het centraal schriftelijk examen
worden getoetst. Het centraal praktisch examen wordt door de kandidaat op de
eigen school uitgevoerd in enkele zittingen. De CEVO zal drie jaar van te voren
bekend maken het aantal zittingen, de maximale tijdsduur en de exameneenheden
waarop de toets betrekking heeft.
Het centraal examen voor de kaderberoepsgerichte
leerweg
Het centraal schriftelijk examen
Het centraal schriftelijk examen bij de kaderberoepsgerichte leerweg heeft
betrekking op de volgende exameneenheden:
IE/K/2 Professionele vaardigheden
en daarnaast op twee van de volgende vier exameneenheden:
IE/K/5 Inleiding op het leidingnet in de woning
IE/K/6 Inleiding op het afmonteren in de woning
IE/K/7 Inleiding op het leidingnet in de utiliteitsbouw
IE/K/8 Inleiding op elektrische toestellen en machines in de utiliteitsbouw
en op twee van de volgende drie mogelijkheden:
IE/K/12 Watertechniek
IE/K/13 Sanitairtechniek
IE/K/14 Verwarmingstechniek
en op twee van de volgende drie exameneenheden:
IE/K/15 Elektronica
IE/K/16 Automatiseren
IE/K/17 Telematica.
De CEVO maakt de exameneenheden die centraal worden geëxamineerd drie jaar
voor afname van het examen bekend.
De centrale integratieve eindtoets
De centrale integratieve eindtoets voor de kaderberoepsgerichte leerweg heeft
betrekking op de exameneenheden
ET/K/2 Professionele vaardigheden
IE/V/1 Integratieve opdracht.
Bij de centrale integratieve eindtoets kunnen ook exameneenheden uit het
kerndeel worden betrokken.
De centrale integratieve eindtoets wordt door de kandidaat op de eigen school
uitgevoerd in enkele zittingen. De CEVO zal drie jaar van te voren het aantal
zittingen, de maximale tijdsduur en de exameneenheden uit het kerndeel waarop
de toets betrekking heeft bekend maken.
11
Het centraal examen voor de gemengde leerweg
Het centraal schriftelijk examen
Het centraal schriftelijk examen bij de gemengde leerweg heeft betrekking op de
volgende exameneenheden:
IE/K/2 Professionele vaardigheden
IE/K/19 Installaties in de woning
En daarnaast op twee van de volgende drie exameneenheden:
IE/K/15 Elektronica
IE/K/16 Automatiseren
IE/K/17 Telematica
De CEVO maakt de exameneenheden die centraal worden geëxamineerd drie jaar
voor afname van het examen bekend.
Eindcijfer centraal examen
Het cijfer voor het centraal examen bij de basisberoepsgerichte leerweg wordt
bepaald op grond van zowel het centraal schriftelijk examen als het centraal
praktisch examen.
Voor de basisberoepsgerichte leerweg geldt dat het cijfer voor het centraal
examen voor 2/3 bepaald wordt door het centraal praktisch examen en voor 1/3
door het centraal schriftelijk examen.
Voor de kaderberoepsgerichte leerweg geldt dat het cijfer voor het centraal
examen voor de helft bepaald wordt door het centraal schriftelijk examen en voor
de helft door de centrale integratieve eindtoets.
Het cijfer voor het centraal examen bij de gemengde leerweg wordt bepaald op
grond van het centraal schriftelijk examen.
2.3.2
Het schoolexamen
Voor de basisberoepsgerichte, kaderberoepsgerichte en gemengde leerweg heeft
het schoolexamen betrekking op de exameneenheid:
IE/K/2 Professionele vaardigheden
en daarnaast op alle exameneenheden die niet in het centraal examen worden
getoetst.
12
3. De eindtermen van het kerndeel
IE/K/1 Oriëntatie op de instalektro
De kandidaat kan
1
het werkterrein van de instalektro noemen
- gas
2
3
4
-
water
-
sanitair
-
cv
-
elektrische installaties in de woning
-
elektrische installaties in de utiliteit
-
communicatie installaties
-
speciale elektrische installaties
de functie van de beheer-, keurings- en normalisatie-instituten noemen
de branche-organisatie noemen
- werkgevers-/werknemersorganisaties
-
ondernemingsraad
-
CAO
de werkzaamheden van de ondernemer binnen de elektrotechnische en
installatietechnische branche noemen
- verschil kleine ondernemer/industrie
-
5
6
organisatieschema
de taken van een monteur omschrijven
- werkvoorbereiden
-
materiaal bewerken/monteren
-
afmonteren
-
testen/in bedrijfstellen
een bewuste keuze maken voor een geschikte vervolgopleiding
- de eigen (on)mogelijkheden

-
7
web-niveau’s
opleidingsmogelijkheden

beroepsopleidende leerweg en beroepsbegeleidende leerweg

O en O fonds

particuliere instituten
enige aspecten van technologisch ontwikkelingen noemen en is zich
bewust van veranderingen die dat heeft voor de beroepspraktijk
-
meer algemene recente en verwachte technologische ontwikkelingen
-
invloed op maatschappelijke ontwikkelingen
-
meer vakspecifiek recente en verwachte technologische ontwikkelingen
-
invloed op de organisatie van het productieproces
-
verandering en verdwijning van beroepen
-
gevolgen in termen van permanente educatie
-
het toenemend belang van het dienstverlenend aspect
-
invloed op de organisatie van het productieproces
13
-
verandering en verdwijning van beroepen
-
veranderingsbereidheid
-
.
anticipatie
.
mobiliteit
.
opleidingsbereidheid
enige toekomstige ontwikkelingen noemen zoals

gebouwbeheer
.
intelligente huis
IE/K/2 Professionele vaardigheden
De kandidaat kan
1
op systematische wijze werkzaamheden uitvoeren
- werkplannen/werkvoorbereiden
2
-
systematisch uitvoeren
-
tussentijds controleren en bijstellen
-
eindcontrole uitvoeren
-
afleveren/opleveren
-
evalueren (oog hebben voor verbeteringen volgende opdracht)
de Nederlandse taal functioneel gebruiken
- op basaal niveau lees- en schrijfvaardigheden toepassen bij de administratieve verwerking van
zijn werkzaamheden
3
4
5
-
een eenvoudig zakelijk verslag schrijven met gebruikmaking van geautomatiseerde systemen
-
mondeling communiceren
.
werkoverleg
.
vaktaal
.
mondelinge opdrachten interpreteren
.
informeel communiceren
tijdens de werkvoorbereiding en de werkuitvoering op basaal niveau
berekeningen maken
- de zakrekenmachine doelmatig gebruiken
-
aftekenen
-
bepalen van maat en plaats van de te installeren/plaatsen onderdelen
-
verwerken meetgegevens
met gebruikmaking van een computer eenvoudige administratieve
werkzaamheden uitvoeren
- binnen het vakgebied gericht informatie opzoeken met behulp van moderne technieken
.
bronnen gebruiken, geautomatiseerde gegevensbestanden, internet
.
informatie op waarde schatten, kiezen en ordenen
.
informatie bewerken: samenvatting, tabel, grafiek
-
materiaalstaat uittrekken en invoeren in een beheerapplicatie
-
eenvoudige calculatie lezen
-
werkbonnen invullen en invoeren in een beheerapplicatie
-
projectvoortgangsstaat lezen
-
opleveringsrapport invullen
tijdens de werkvoorbereiding en de werkuitvoering tekeninglezen
- elektrotechnische tekeningen

stroomkringschema

installatie tekening

bedradingstekening
14
-
werktuigbouwkundige tekeningen

6
gerelateerde bouwkundige tekeningen
-
eenvoudige leidingdetails
zijn werkzaamheden op een veilig wijze uitvoeren
- ARBO, NEN 3140
-
NEN 1010
-
veiligheidsmaatregelen
-
omgaan met relevante risico's
-
7
9
10
11
.
gezondheid, welzijn en milieu
.
juiste werkhouding
.
persoonlijke beschermingsmiddelen
.
arbeidsmiddelen
werkplek organisatie
.
correcte inrichting werkplek
.
gereedschap gebruik
.
materiaal ge- en verbruik
zijn werkzaamheden uitvoeren volgens regels die voortvloeien uit een
integrale milieu en kwaliteitszorg
- ISO-certificering
-
8
Amerikaanse projectiemethode
-
'good house keeping'
.
energie gebruik
.
materiaal gebruik
.
afvalstoffen verwerking
aan- en inpassen in de bedrijfscultuur
- bedrijfsnormen
-
overzicht arbeidsorganisatie
-
plaatsen van eigen arbeid
-
functioneren in hiërarchie
samenwerken bij het uitvoeren van werkzaamheden
- taken verdelen
-
overleggen
-
zich houden aan afspraken
-
omgaan met kritiek
-
rapporteren
een kritische instelling tot eigen belang manifesteren
- afstand nemen van werk
-
risico's onderkennen
-
omgaan met werkdruk
-
belangenbehartiging
-
eigen belang bij conflicten
-
speelruimte benutten
omgaan met verschillen op basis van culturele gebondenheid en geslacht
- normen
-
waarden
-
gewoontes
IE/K/3 Technische informatica
De kandidaat kan
15
1
2
3
4
5
met behulp van CAD-apparatuur een eenvoudig technisch ontwerp maken
-
formaat en indeling van de tekening bepalen
-
invoeren
-
plotten
een robotarm programmeren en eenvoudige handling-activiteiten hiermee
uitvoeren
-
handlingplan maken
-
programmeren
-
programma uitvoeren
in een practicumopstelling voor geautomatiseerd meten de eigenschappen
van een meetopstelling bepalen en noemen
-
sensor
-
interface
-
microprocessor
-
uitleeseenheid
-
datalogging
in een schakelpracticum de werking van de 'en' en 'of' functie zichtbaar
maken, vergelijken en omschrijven
-
relais
-
pneumatiek
-
digitale bouwstenen
-
plc
in een practicum een eenvoudig open regelsysteem opbouwen en de
werking zichtbaar maken en de onderdelen noemen
-
6
7
8
9
opbouw regelsysteem
.
sensor
.
regeleenheid
.
actuator
basishandelingen bij de bedrijfsmatige telefonie uitvoeren
-
telefonische verbindingen tot stand brengen: intern en extern
-
een telefonisch gesprek voeren: commercieel, niet-commercieel
-
het telefoonalfabet hanteren
-
intern doorverbinden, oproepen, gespreksnotitie maken, memo schrijven
-
randapparatuur bedienen: pc, fax, modem, telefoonbeantwoorder
met gebruikmaking van netwerkdiensten bronnen raadplegen
enige mogelijkheden:
-
raadplegen catalogi
-
zoeken van leveranciers
-
veranderlijke gegevens opvragen
-
E-mail
met behulp van diverse multimediaplatforms een aantal
multimediaproducten gebruiken/toepassen
-
tv
-
pc + CD-rom
-
gegevensbestand, archief
-
educatieve software
met een tekstverwerkingsprogramma een eenvoudig document produceren
-
tekstbestanden beheren
-
tekst invoeren/bewerken
-
eenvoudige lay-out
-
printen
16
-
gebruik handleiding, referentiekaart, helpschermen
Toelichting
De kandidaat kan de handelingen, zoals omschreven in de eindtermen 1 t/m 9
'oriënterend' uitvoeren.
IE/K/4 Inleiding op de infrastructuur
De kandidaat kan:
1
de infrastructuur omschrijven voor het transport van elektrische energie
- energieproductie en distributiebedrijven
-
5
6

alternatief
-
leidingnet

opbouw

materialen
Europese koppeling
de infrastructuur omschrijven voor telefoon en cai
- telefoonnetwerk met dienstverlenende bedrijven
-
leidingnet
-
zendgemachtigde als producent en distributiebedrijven als dienstverlener

opbouw

gebruikte materialen
wereldwijde koppeling
de infrastructuur voor het transport van aardgas omschrijven
- aardgaswinning en distributiebedrijven
-
gasbehandeling
-
consequenties voor milieu
-
leidingnet
-
4
traditioneel
consequenties voor het milieu
-
3

-
-
2
energie opwekking

opbouw

materialen
Europese leidingnet
de infrastructuur omschrijven voor het transport van water
- waterwinning, -opslag en -zuivering en distributiebedrijven
-
toevoegingen/betrouwbaarheid
-
internationale afspraken over waterkwaliteit
-
leidingnet

opbouw

materialen

onderhoud/beheer
de infrastructuur omschrijven voor het transport van afvalwater
- opbouw rioleringsnet

gescheiden stelsel

gemengd stelsel
-
waterzuiveringsinstallatie
-
slibverwerking
technieken omschrijven om kabels te leggen
- handmatig
17
7
8
-
met een treklier
-
spuiten
technieken omschrijven om leidingen te leggen
- handmatig
-
machinaal
-
raketboring
-
gestuurde boring
de plaats van bestaande kabels en leidingen bepalen
- markeringen
-
beheerskaart lezen en maten uitzetten
-
elektronische detectie
Toelichting
De kandidaat kan de handelingen, zoals omschreven in de eindterm 8 'oriënterend'
uitvoeren.
IE/K/5 Inleiding op het leidingnet in de woning
De kandidaat kan
1
technische gegevens van een basislichtschakeling en een wandcontactdoos
opzoeken en aflezen
- stroomkringschema lezen
2
-
bedradingstekening lezen
-
de keuze van elektrisch materieel, leidingen en toebehoren maken
op een montagebord met gangbare gereedschappen een leidingsysteem
voor een basislichtschakeling en een wandcontactdoos volgens het
gemodificeerde centraaldoossyteem monteren
-
3
4
-
5
6
7
8
buisinstallatie
een leidingsysteem voor een basislichtschakeling en een wandcontactdoos
bedraden en aflassen
elektrische toestellen voor een huisinstallatie afmonteren
- schakelaars en wandcontactdozen
enkelpolige-, serie-, en wisselschakeling
in een eigen gemaakte installatie, in spanningsloze toestand, fouten zoeken
en verhelpen
- verbinding testen met leidingtester
de opbouw en werking van een elektrische installatie in een woning
noemen
- principe stroomkring
-
de begrippen spanning, stroom en weerstand
-
de begrippen geleider/isolator
-
functie van parallel schakelen van verbruikstoestellen
-
werking enkelpolige-, serie- en wisselschakeling, wandcontactdoos
-
beschermingsmaatregelen als beschermings- en vereffeningsleiding (NEN 1010)
de werkmethode voor het installeren van een huisinstallatie noemen
vanuit een eigen experiment materiaaleigenschappen ondervinden en
noemen
- ferro- en non-ferro metalen
-
thermoplastisch/thermohardend
18
9
10
de kenmerken van de onderdelen die toegepast worden in een elektrische
installatie voor een woning noemen
- opbouw meterkast
-
buis
-
centraaldozen en inbouwdozen
-
draad
-
schakelmateriaal
-
bevestigingsmateriaal
kenmerken en gebruik van gereedschappen die gebruikt worden bij het
aanleggen van een elektrische installatie in een woning noemen en deze
gereedschappen op een veilige wijze gebruiken
- machinaal gereedschap, handboormachine en schroefmachine
-
handgereedschap, metaalzaag(je), buigveer, kniptang, striptang, combinatietang,
schroevendraaier
11
-
toepassingsgebied
-
onderhoud
-
veiligheid
de kenmerken en het gebruik van meetgereedschappen die worden gebruikt
bij het aanleggen van een elektrische installatie in een woning noemen
- duimstok
-
leidingtester
-
waterpas, aftekengereedschap
Toelichting
De kandidaat kan de handelingen, zoals omschreven in de eindtermen 1 t/m 5,
'oriënterend' uitvoeren.
IE/K/6 Inleiding op het afmonteren in de woning
De kandidaat kan
1
documentatie van aan te sluiten toestellen en apparaten raadplegen
2
op een montagebord met gangbaar gereedschap
verlichtingstoestellen/armaturen afmonteren
-
3
4
voor gloeilampen, fluoriscentielampen en halogeenlampen
met gangbaar gereedschap elektrische huishoudelijke verbruikstoestellen
aansluiten
- kooktoestellen, wasbehandelingstoestellen, toestellen voor heetwatervoorziening en voor
-
centrale verwarming
-
mantelsnoer en leiding aansnijden
-
samengeslagen aders afwerken voor aansluiting
in een proefopstelling een installatie met huishoudelijke toestellen onder
toezicht in bedrijf stellen
- aangesloten apparatuur testen
-
in spanningsloze toestand storingen zoeken en verhelpen in de aansluiting van de aangesloten
apparatuur
5
elektrische grootheden in proefopstellingen meten
- spanning
-
6
stroom
de kenmerken van de wisselspannings- en gelijkspanningsvoorziening in de
woning noemen
19
7
-
begrip sinusvormige wisselspanning /-stroom
-
frequentie 50 Hz
-
oplaadbare/ niet oplaadbare batterij
-
klemspanning, bronspanning
kenmerken van onderdelen en materialen die worden gebruikt bij
elektrische toestellen noemen
- klasse indeling 0, 0I, I, II en III
-
8
9
10
mantelsnoeren en leidingen
kenmerken en gebruik van gereedschappen die worden gebruikt bij het
aansluiten en in bedrijfstellen van elektrische huishoudelijke toestellen in
een woning noemen en deze gereedschappen op een veilige wijze
gebruiken
- handgereedschap
-
toepassingsgebied
-
onderhoud
-
veiligheid
de werking van huishoudelijke verbruikstoestellen noemen
- principe serieschakeling van weerstanden
-
eerste en tweede wet van Kirchhof (kwalitatief)
-
blokschematische opbouw
-
warmte-ontwikkeling t.g.v. stroomdoorgang
de kenmerken van meetgereedschappen die gebruikt worden bij het in
bedrijfstellen van een huisinstallatie noemen
- universeelmeter
Toelichting
De kandidaat kan de handelingen, zoals omschreven in de eindtermen 1 t/m 5
'oriënterend' uitvoeren.
IE/K/7 Inleiding op het leidingnet in de utiliteitsbouw
De kandidaat kan
1
technische gegevens van tekeningen voor utiliteit opzoeken en aflezen
- stroomkringschema lezen
-
bedradingstekening lezen
-
binnen de gegeven context de keuze van elektrisch materieel, leidingen en toebehoren
maken
2
3
op een montagebord met gangbaar gereedschap een kabel volgens het
hoofdleidingsysteem aanleggen en afmonteren
op een montagebord elektrische toestellen voor utiliteitinstallaties
afmonteren
- schakelaars en wandcontactdozen; waterdicht
-
4
5
lichtschakelingen
in een eigen gemaakte installatie in spanningsloze toestand fouten zoeken
en verhelpen
- weerstand meten met universeelmeter
de opbouw en functie van een elektrische installatie in een utiliteitsgebouw
noemen
- principe meerfasesysteem
-
beschermings- en beveiligingsmaatregelen, aarding, aardlekschakelaar en
20
overstroombeveiliging (NEN 1010)
6
7
werking van een relaisgestuurde lichtschakeling noemen
- blokschematisch opbouw
-
principe van een elektromagneet
-
werking relais/relaisschakeling
vanuit een eigen experiment magnetische eigenschappen noemen
- magnetisme
-
8
elektro-magnetische
de kenmerken en toepassingsgebieden van de materialen die toegepast
worden in een elektrische installatie voor de utiliteitsbouw noemen
- buis
-
kabeldozen
-
kabel; leiding
-
schakelmateriaal, waterdicht
-
bevestigingsmaterialen
Toelichting
De kandidaat kan de handelingen, zoals omschreven in de eindtermen 1 t/m 4,
'oriënterend' uitvoeren.
IE/K/8 Inleiding op elektrische toestellen en machines in de
utiliteitsbouw
De kandidaat kan
1
een gegeven werkvoorbereiding interpreteren
- documentatie van aan te sluiten toestellen en apparaten raadplegen
2
-
aansluitschema lezen
-
aansluiting driefasemotoren, (ster en driehoek) lezen
op een montagebord met gangbaar gereedschap elektrische werktuigen,
verbruikstoestellen en waterdichte armaturen aansluiten
- universeelmotor
-
3
4
-
5
6
asynchrone driefase SKA-motor
op een montagebord aardingsvoorziening in een utiliteitsinstallatie
aansluiten
elektrische grootheden in proefopstellingen voor meerfasesystemen meten
- lijn- en fasespanning
lijn- en fasestroom
een eenvoudige utiliteitsinstallatie en toestellen in een proefopstelling
onder toezicht in bedrijf stellen
- installatie doormeten en testen
-
aangesloten apparatuur testen
-
storingen zoeken in de aansluiting van de aangesloten apparatuur
de kenmerken van netstelsels voor utiliteitsbouw en machines noemen
- een- en meerfasesysteem
-
een- en meerfasemotoren
-
lijn- en fasespanning
-
lijn- en fasestroom
-
werkelijk vermogen bij driefase-systemen
-
arbeid bij driefase-systemen
-
relatie spanning, stroom weerstand en vermogen bij driefase-systemen
21
7
8
9
de eigenschappen van elektrische machines noemen
kenmerken van onderdelen die worden gebruikt in toestellen voor
utiliteitsinstallaties noemen
- klasse-indeling
-
beschermingsmaatregelen tegen invloeden van buitenaf omschrijven
-
snoeren en leidingen
de kenmerken van meetgereedschappen die worden gebruikt bij het
aansluiten en in bedrijfstellen van utiliteitsinstallaties
- ampèretang
-
spanningstester
Toelichting
De kandidaat kan de handelingen, zoals omschreven in de eindterm 1 t/m 5
'oriënterend' uitvoeren.
IE/K/9 Inleiding op monteren en bekabelen
De kandidaat kan
1
technische gegevens van een werktekening/schema van een speciaal
installatie zoeken en aflezen
2
3
4
5
-
installatie tekening
-
opstellingstekening
-
aansluitschema’s
-
keuze materieel, leidingen, en toebehoren
-
keuze gereedschap
-
werkvolgorde bepalen
m.b.v. analoog/digitale gereedschappen meten, controleren en vergelijken
-
schuifmaat
-
blokhoekhaak
-
maatregelen afleiden tot bijstelling
-
eindcontrole
-
meetstaten en beoordelingsrapporten
met gangbaar gereedschap eenvoudige werktuigbouwkundige bewerkingen
uitvoeren
-
boren
-
tappen
-
buigen
-
zagen
-
knippen
met gangbaar gereedschap elektrische componenten in een paneel
bevestigen
-
aansluitklemmenstrook
-
rails DIN relais
-
besturingscomponenten
-
beveiligingscomponenten
met gangbaar gereedschap elektronische componenten in een paneel
bevestigen
-
6
elektronische eenheden samenstellen, bedraden en afmonteren
aanleggen en afmonteren van signaalbekabeling en aarding
-
kunststof goten
22
7
8
9
10
11
12
13
-
signaalbekabeling
-
connectoren monteren
pneumatische en elektro-pneumatische schakelingen volgens gestelde
kwaliteitseisen monteren
-
3/2, 4/2, 5/2 ventielen
-
EN-/OF functies
-
E.W-/D.W cilinder
-
quickstepper
technieken/werkwijze en toepassingsgebieden bij het uitvoeren van
montagetechnieken noemen
aan de hand van een blokschema de opbouw en werking van een
speciaalinstallatie een noemen
-
in- en uitgangssignalen
-
omzetting van fysische grootheden in elektrisch en omgekeerd
de kenmerken en het gebruik noemen van de belangrijkste onderdelen die
gebruikt worden bij het uitvoeren van montagetechnieken
-
pneumatisch schakelingen
-
elektro-pneumatisch schakelingen
-
elektrische componenten
-
elektronische componenten
de kenmerken van materialen die toegepast worden bij speciale installaties
noemen
-
koperleiding
-
afgeschermde leiding
-
glasvezel
de kenmerken en het gebruik omschrijven van de belangrijkste
gereedschappen die gebruikt worden bij het uitvoeren van
montagetechnieken
-
montagegereedschap
-
toepassingsgebied
-
onderhoud
-
veiligheid
kenmerken en gebruik omschrijven van de meet- en
controlegereedschappen die gebruikt worden bij montagetechnieken
-
schuifmaat
-
blokhoekhaak
Toelichting
De kandidaat kan de handelingen, zoals omschreven in de eindtermen 1 t/m 7,
'oriënterend' uitvoeren.
IE/K/10 Basisbewerking: buisbewerking
De kandidaat kan
1
technische gegevens van een werktekening opzoeken, aflezen en
interpreteren
2
m.b.v. de gangbare gereedschappen maten aftekenen van koperen en stalen
precisiebuis, een kunststof buis en buis met kunststofbekleding
- maatlat, rolmaat, duimstok
-
potlood
23
-
3
-
4
5
7
-
buisfrees
-
afbraamfrees
m.b.v. gangbare gereedschappen bochten en sprongen buigen in koperen en
stalen precisiebuis
- buigtang
9
10
11
12
buigmachine
m.b.v. gangbare gereedschappen verbindingen maken met koperen- en
stalenprecisiebuis, een kunststof buis en buis met kunststofbekleding
- klem- en knelverbinding
-
hard- en zachtsoldeerverbinding
-
trompverbinding in een koperen buis
-
lijmen
m.b.v. gangbare gereedschappen aftakkingen maken in een koperen buis
- fittingen
-
8
buisafsnijder
m.b.v. de gangbare gereedschappen in- en uitwendige bramen verwijderen
in een koperen en stalen precisiebuis, een kunststof buis en buis met
kunststofbekleding
- vijl
-
6
platte haak en gradenboog
m.b.v. gangbare gereedschappen een koperen en stalen precisiebuis, een
kunststof buis en buis met kunststofbekleding afkorten
- handzaag
uithalen
de technieken en toepassingsgebieden omschrijven, die worden toegepast
bij het uitvoeren van de buisbewerkingen binnen de installatietechniek
de eigenschappen en kenmerken omschrijven van de belangrijkste
materialen, die worden gebruikt en toegepast bij de buisbewerkingen
binnen de installatietechniek
- koperen buis en stalen precisiebuis
-
kunststofbuis/buis met kunststofbekleding
-
herkomst en fabricage
-
handelsmaten
-
soldeermaterialen
-
bescherming
de kenmerken en het gebruik omschrijven van gereedschappen, die worden
gebruikt bij het uitvoeren van basisbewerkingen binnen de
installatietechniek
- machinaal gereedschap
-
handgereedschap
-
toepassingsgebied
-
onderhoud
-
veiligheid
de werkwijze omschrijven, die gevolgd moet worden bij het vervaardigen
van een werkstuk voor basisbewerkingen binnen de installatietechniek
de kenmerken en het gebruik omschrijven van de meet- en aftekengereedschappen, die gebruikt worden bij het aftekenen van materialen
- maatlat, rolmaat, duimstok
-
potlood
-
platte haak en gradenboog.
Toelichting:
24
De kandidaat kan de handelingen, zoals omschreven in de eindtermen 2, 3, 4 en 7,
'zelfstandig' en 1, 5 en 6 'onder begeleiding' uitvoeren.
IE/K/11 Hardsolderen
De kandidaat kan
1
hardsoldeerverbindingen maken
- overlapverbinding in koperen buis (inclusief uithalen)
-
2
3
4
verbinding buis-plaat
het begrip hardsolderen omschrijven
- toevoegmaterialen
-
vloeimiddelen
-
toepassingsgebieden
omschrijven hoe de gasvlam moet worden afgesteld bij hardsolderen
omschrijven hoe de soldeernaden moeten worden voorbewerkt
Toelichting
De kandidaat kan de handelingen, zoals omschreven in de eindterm 1 'zelfstandig'
uitvoeren.
IE/K/12 Watertechniek
De kandidaat kan
1
eenvoudige bouwkundige tekeningen lezen van een eengezinswoning met
daarin opgenomen een waterinstallatie
- tekentechnische symbolen en begrippen
2
3
4
5
6
-
bouwkundige symbolen en begrippen
-
soorten van tekeningen
-
watertechnische symbolen en begrippen.
werktekeningen met leidingdelen lezen volgens de isometrische projectiemethode
- aan de hand van tekeningen de gestrekte lengtes bepalen
in de vorm van bank- en bordmontage waterleidingen van koper aanleggen,
inclusief de appendages
leidingsystemen beproeven op dichtheid
bescherming aanbrengen tegen aantasting
buismaterialen omschrijven die bij de aanleg van waterleidingtechniek
worden gebruikt
- soorten
-
7
-
8
toepassingen
montagegereedschappen omschrijven die bij de watertechniek worden
gebruikt
- soorten
toepassingen
beugels en fittingen omschrijven die binnen de watertechniek worden
gebruikt
- soorten
-
toepassingen
-
montage-eisen
25
9
10
11
12
13
14
montage-eisen omschrijven voor doorvoeringen, appendages en tapkranen
verbindingsmethoden omschrijven, die worden toegepast binnen de
watertechniek
- solderen
-
knel- en klemverbinding
-
lijmen
de functie omschrijven van toestellen binnen de watertechniek
- afsluiter
-
aftapkraan
-
beluchter
-
keerklep
-
ontlastklep
-
inlaatcombinatie
de voorschriften noemen, die van toepassing zijn bij de aanleg en het
onderhoud van leidingen
beproevingen op dichtheid omschrijven
methoden en werkwijze omschrijven van de bescherming van buizen
Toelichting
De kandidaat kan de handelingen, zoals omschreven in de eindtermen 1 t/m 5
'onder begeleiding' uitvoeren.
IE/K/13 Sanitairtechniek
De kandidaat kan
1
werktekeningen met leidingdelen lezen volgens de isometrische projectie
- eenvoudige werkvoorbereiding opstellen
2
3
4
5
6
7
-
keuze materiaal en gereedschap
-
werkvolgorde bepalen
eenvoudige bouwkundige tekeningen lezen van een eengezinswoning met
daarin opgenomen een sanitaire installatie
- tekentechnische symbolen en begrippen
-
bouwkundige symbolen en begrippen
-
soorten van tekeningen
-
sanitair technische symbolen en begrippen.
in de vorm van bank- en bordmontage sanitaire leidingen aanleggen door
het lijmen van PVC-buis
in de vorm van bank- en bordmontage sanitaire leidingen aanleggen van
PP-buis door rubberverbindingen
in de vorm van bank- en bordmontage sanitaire leidingen aanleggen van
PE-buis door het maken van o.a. spiegellasverbindingen
(stuiklasverbindingen)
de afvoerbuizen omschrijven die binnen de sanitairtechniek worden
gebruikt
- soorten (PVC, PE, PP)
-
toepassingen
-
eigenschappen
-
handelsvormen
de toepassingen omschrijven van materiaalovergangen binnen de
installatietechniek
26
8
-
gietijzer (mofloos)
-
staal (verzinkt)
-
koper
de milieu-aspecten omschrijven van materialen die binnen de
sanitairtechniek worden gebruikt
- lijm
-
9
10
11
12
13
kunststoffen
de verbindingstechnieken omschrijven die binnen de sanitairtechniek
worden toegepast
- lijmen
-
rubberringverbindingen
-
spiegellasverbindingen
-
klem- en knelkoppelingen
-
verbindingsmethoden bij materiaalovergangen
kernbegrippen en definities noemen die binnen de sanitairtechniek van
belang zijn
- afschot
-
onder-/overdruk
-
hevelwerking
-
gevolgen foutieve aansluitingen
de soorten leidingen noemen die binnen de sanitairtechniek worden
gebruikt
- grondleidingen
-
standleidingen
-
liggende leidingen
-
aansluitleidingen
-
ontspanningsleidingen
de aanleg omschrijven van een afvoerinstallatie met de daarbij gangbare
hulpstukken
de voorschriften en richtlijnen omschrijven m.b.t sanitaire toestellen in de
woning en de daarmee samenhangende montage en aansluiting
Toelichting
De kandidaat kan de handelingen, zoals omschreven in de eindtermen 1 en 2
'zelfstandig' en 3 t/m 5, 'onder begeleiding' uitvoeren.
IE/K/14 Verwarmingstechniek
De kandidaat kan
1
een eenvoudige bouwkundige tekening lezen van een cv-installatie in een
eengezinswoning
- tekentechnische symbolen en begrippen
2
-
bouwkundige symbolen en begrippen
-
soorten van tekeningen
-
cv-technische symbolen en begrippen.
werktekeningen met leidingdelen lezen volgens de isometrische projectie
- eenvoudige werkvoorbereiding opstellen
-
keuze materiaal en gereedschap
-
werkvolgorde bepalen
27
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
in de vorm van bank- en bordmontage aansluitleidingen in dunwandige
stalen precisiebuis aanleggen en de appendages op het verwarmingslichaam
aansluiten
- fittingen, zelfgemaakte sprongen en bochten
-
beugels
-
ontluchter, vul-/aftap, voetafsluiter, (thermostatische) radiatorkranen
in de vorm van bank- en bordmontage kunststofleidingen vanaf een
verdeler aanleggen en appendages op de verwarmingslichamen aansluiten
- fittingen, sprongen en bochten
-
beugels
-
ontluchter, vul-/aftap, voetafsluiter, (thermostatische) radiatorkranen
-
beschermvoet
een cv-installatie vullen, beproeven op dichtheid en aftappen
de aanleg omschrijven van aanvoer-en retourleidingen van een radiator
volgens een één- en tweepijpsysteem vanaf een verdeelstuk
de verbindingsmethoden omschrijven, die bij het aanleggen van een cvinstallatie gebruikt kunnen worden
- lassen
-
fitten
-
knellen
-
klemmen
de montage omschrijven van leidingappendages
de werkwijze omschrijven van het vullen, beproeven en aftappen van een
cv-installatie
de gereedschappen omschrijven die gebruikt worden bij het aanleggen van
een cv-installatie
de materialen en appendages omschrijven die gebruikt worden bij het
aanleggen van een cv-installatie
- buismaterialen
-
montagematerialen
-
pakkingsmaterialen
-
ontluchtings- en voetventielen
-
radiatorkranen en -knoppen
de voorschriften en montage-eisen omschrijven die van belang zijn bij het
aanleggen van een cv-installatie
Toelichting:
De kandidaat kan de handelingen, zoals omschreven in de eindtermen 1 en 2
‘zelfstandig’ uitvoeren en 3 t/m 5 'onder begeleiding ' uitvoeren.
IE/K/15 Elektronica
De kandidaat kan
1
in een practicum een eenvoudige schakeling met weerstanden opbouwen
(serieschakeling, parallelschakeling), een weerstandsberekening met ohmse
weerstand uitvoeren en het verband tussen spanning en stroom zichtbaar
maken
-
berekenen: U = I x R
-
1ste en 2de wet van Kirchhoff
-
gebruiken van meetapparatuur: voltmeter, ampèremeter
-
omschrijven van de meetresultaten
28
2
3
4
5
6
7
de eigenschappen van een aantal bijzondere weerstanden omschrijven
-
lichtgevoelige weerstand (LDR)
-
temperatuurgevoelige weerstand: PTC, NTC
-
regelbare weerstand
in een practicum een eenvoudige schakeling met een spoel en een
eenvoudige schakeling met een condensator opbouwen en het verband
tussen spanning en stroom zichtbaar maken
-
opbouw en werkingsprincipe van spoel en condensator
-
laden en ontladen van condensator
-
stroombegrenzende werking bij wisselstroom
-
gebruiken van meetapparatuur: oscilloscoop
-
benoemen van de meetresultaten
in een practicum een eenvoudige schakeling met een enkelvoudige
component opbouwen en de werking zichtbaar maken
-
de werking van basis-gelijkrichtschakeling met diode
-
de werking van basis-versterkerschakeling met een transistor
-
gebruiken van meetapparatuur: oscilloscoop, voltmeter, ampèremeter
-
omschrijven van de meetresultaten
in een practicum een eenvoudige schakeling met een samengestelde
component opbouwen en de werking zichtbaar maken: digitale bouwsteen,
operationele versterker
-
digitale bouwstenen: specifieke functies
-
basisschakelingen operationele versterker
-
gebruiken van meetapparatuur: oscilloscoop
-
omschrijven van de meetresultaten
de werking en toepassing van de voltmeter en ampèremeter omschrijven en
die van de oscilloscoop noemen
-
voltmeter: hoge weerstand, principe spanning meten (parallel schakelen)
-
ampèremeter: lage weerstand, principe stroom meten (serie schakelen)
-
oscilloscoop: meten van vorm van variabele spanning, tijdbasis, amplitude
de toepassing van elektronica noemen
-
basistechnologie voor automatiseren van toestellen, apparaten, machines, processen
Toelichting
De kandidaat kan de handelingen zoals omschreven in de eindtermen 1 en 3 t/m 5
‘oriënterend’ uitvoeren.
IE/K/16 Automatiseren
De kandidaat kan
1
in een practicum een meting uitvoeren en de resultaten omschrijven
2
-
meetopdracht interpreteren
-
instrumentkeuze: type, nauwkeurigheid
-
instrument instellen: schaalkeuze, nauwkeurigheid
-
metingen uitvoeren
-
weergave meting: tabelvorm, grafiek
met een datalogger meetgegevens verzamelen
-
aansluiten
-
in werking stellen
-
testen
29
-
3
4
5
6
7
8
9
10
11
meetgegevens produceren
in een practicum een eenvoudige schakeling met relais opbouwen, de
werking zichtbaar maken en omschrijven
-
principe relais: opbouw schakeling, ruststroom/arbeidsstroom
-
volgorde schakeling
in een practicum situatie een eenvoudige schakeling met pneumatisch
componenten opbouwen, de werking zichtbaar maken en omschrijven
-
dubbelwerkende cilinder
-
ventielen: 4/2 ventiel, 5/2 ventiel, volgordeventiel, snelheidsregelventiel
-
regelbare smoring
-
elektro-pneumatiek: 3/2 ventiel, 4/2 ventiel
in een practicum een eenvoudige schakeling met digitale bouwstenen
opbouwen, de werking zichtbaar maken en omschrijven
-
invertor: waarheidstabel, formule
-
NOR: waarheidstabel, formule
-
NAND: waarheidstabel, formule
-
SR-flipflop: waarheidstabel
in een practicum sensoren en actuatoren aansluiten, de werking zichtbaar
maken en omschrijven
- naderingsschakelaars: inductief/capacitief, microschakelaar
- optische signaalgevers: fotocel/lichtbron met reflector, passief infrarood
- actuatoren: reedrelais, contactor/relais, elektromagneet,
servomotor/stappenmotor, LED
in een practicum regeleenheden aansluiten, in werking stellen, de werking
zichtbaar maken en de functie noemen
-
transducers
-
PC/PLC
-
programma invoeren
uitvoersystemen
experimenteren in een bestaande practicumopstelling van een eenvoudige
open regelsysteem en de eigenschappen van het systeem omschrijven
-
interfacing, analoog/digitaal, galvanische scheiding, invoer- en
-
regelaar
-
actuator
-
kenmerk: geen terugmelding, wel beveiliging
experimenteren in een bestaande practicumopstelling van een eenvoudige
gesloten regelsysteem voor volgordeschakeling en de eigenschappen van
het systeem omschrijven
-
kenmerk: terugmelding
-
sensor
-
regelaar: programmaschakelaar, plc/pc, microprocessor
-
actuator
experimenteren in een bestaande practicumopstelling van een eenvoudige
gesloten regelsysteem voor aan/uit-regeling en de eigenschappen van het
systeem omschrijven
-
kenmerk: terugmelding vanuit proces
-
sensor
-
regelaar: programmaschakelaar, plc/pc, microprocessor
-
actuator
de grondbeginselen van het meten omschrijven
-
meten: vergelijken grootheid met eenheidsmaat
-
begrippen: grootheid en eenheid, analoog en digitaal
-
instrument: schaalkeuze, nauwkeurigheid, symbolen voor nauwkeurigheid
30
-
12
13
weergave meting: tabelvorm, grafiek
de opbouw en werking van een meetsystemen omschrijven
-
opbouw: sensor, verwerkingseenheid, uitlezing
-
ijken/kalibreren
de opbouw en werking van sensoren omschrijven
-
vormen van energie-omzetting: thermisch/elektrisch, mechanisch/elektrisch,
chemisch/elektrisch, (elektro)magnetisch/elektrisch
-
14
15
typen: directe opnemers, indirecte opnemers
doel en opbouw van een systeem voor datalogging noemen
-
sensor
-
computer/microprocessor
-
opslagmedia
-
datatransport
-
uitlezing
de maatschappelijke effecten van productietechnologie omschrijven
-
economische effecten: werkgelegenheid: van productie naar dienstverlening
-
sociale effecten: senioren, gehandicapten
-
ethische overwegingen: milieueffecten
Toelichting
De kandidaat kan de handelingen zoals omschreven in de eindtermen 1 t/m 10
‘oriënterend’ uitvoeren.
IE/K/17 Telematica
De kandidaat kan
1
basishandelingen bij de bedrijfsmatige telefonie uitvoeren
2
-
telefonische verbindingen tot stand brengen: intern en extern
-
een telefonisch gesprek voeren: commercieel, niet-commercieel
-
het telefoonalfabet hanteren
-
intern doorverbinden, oproepen, gespreksnotitie maken, memo schrijven
-
een telefonische vergadering organiseren en plannen
-
telefooncentrale bedienen: interne lijnen, externe lijnen
-
randapparatuur bedienen: pc, fax, modem, telefoonbeantwoorder
basishandelingen met veel toegepaste besturingssystemen uitvoeren en de
kenmerken van die besturingssystemen noemen
-
3
4
5
Windows
met een tekstverwerkingsprogramma een document produceren
-
tekstbestanden beheren
-
tekst invoeren/bewerken
-
eenvoudige lay-out
-
printen
-
gebruik handleiding, referentiekaart, helpschermen
met gebruikmaking van netwerkdiensten bronnen raadplegen
enige mogelijkheden:
-
raadplegen catalogi
-
zoeken van leveranciers
-
veranderlijke gegevens opvragen
met gebruikmaking van netwerkdiensten interactie met gegevensbestanden
tot stand brengen
31
enige mogelijkheden:
6
-
girotel
-
betalen met pas, PIN, creditcard
-
geld opnemen
met gebruikmaking van netwerkdiensten intermenselijke communicatie tot
stand brengen
-
7
8
9
10
11
12
E-mail
navigeren in netwerken
-
omvang van het informatieaanbod
-
menugestuurde navigatiesystemen (Gopher)
-
hypertekst (world wide web)
met behulp van diverse multimediaplatforms een aantal
multimediaproducten gebruiken/toepassen
-
pc + CD-rom
-
naslagwerken, gegevensbestand, archief
-
educatieve software
in een practicum een eenvoudig systeem voor telemetrie opbouwen en de
meetresultaten zichtbaar maken
-
data-acquisitie: sensor, convertor, computersysteem
-
dataverbinding: modem/netwerkkaart, netwerk
-
presentatie van meetwaarden: computersysteem, beeldscherm
de functie van een aantal toepassingen van telefonie en de bijbehorende
apparatuur omschrijven
-
telefonische verbindingen: intern en extern (lokaal, interlokaal, internationaal)
-
telefonisch gesprek: commercieel, niet-commercieel
-
regels bij telefoneren: telefoonalfabet
-
acties: intern doorverbinden, oproepen, gespreksnotitie, memo
-
telefonische vergadering: organisatie, planning
-
telefoon centrale: interne lijnen, externe lijnen
-
randapparatuur: pc, fax, modem, telefoonbeantwoorder
de functie en werking van netwerkdiensten omschrijven
-
raadplegen van bronnen via netwerken
-
interactie met gegevensbestanden via netwerken
-
intermenselijke communicatie via netwerken
-
navigatie in netwerken
het begrip multimedia en de kenmerken van diverse multimediaplatforms,
multimedia-informatiedragers en multimediatoepassingen omschrijven
-
begrip multimedia: integratie (van beeld, geluid, video, animatie, tekst), interactiviteit
-
multimediaplatforms: pc + CD-rom + soundblasterkaart + stereo-luidsprekers,
-
multimedia-informatiedragers: CD-ROM, DVD, on-line, ontwikkelingen in opslagcapaciteit
(papier, floppy disk, harddisk, CD-ROM/audio CD, DVD en overige actuele mediadragers)
-
13
multimediatoepassingen: naslagwerken, catalogi,educatieve software
voorbeelden van telemetrie, telebesturing en telebewaking noemen
-
opvragen van meetwaarden op afstand: weerstation strandweer, landbouwkassen,
veeteeltbedrijven
-
tele-aanwezigheid (multimedia): operaties met specialisten op afstand
-
telebesturing bij gebouwbeheer: verwarming, ventilatie, verlichting
-
telebesturing bij processen: procesautomatisering
-
telebewaking bij gebouwbeheer: bewaking, toegangscontrole, beveiliging, brandmelding
-
telebewaking bij personen: babysitten, intensive care (ziekenhuis), alarmering t.b.v.
gehandicapten en ouderen
32
Toelichting
De kandidaat kan de handelingen zoals omschreven in de eindterm 9 ‘oriënterend’
uitvoeren.
De kandidaat kan de handelingen zoals omschreven in de eindtermen 1 t/m 8
"onder begeleiding" uitvoeren.
IE/K/18 CAD
De kandidaat kan
1
met behulp van CAD-software een eenvoudige elektrotechnische en
installatietechnisch tekening voor een woning ontwerpen volgens de
geldende normen
- formaat en indeling van de tekening bepalen
2
-
samenstellen lijnen, cirkels en ellipsen
-
functies: object snap, verplaatsen, wissen, kopiëren
-
symbolen uit bibliotheek ophalen en samenstellen tot tekening of schema
-
plotten/printen
-
tekening opslaan
met behulp van CAD-software het werk voorbereiden
- tekeningen genereren
-
materiaal uittrekken
-
calculeren
-
planning maken
-
materiaal bestellen
-
bijzonder gereedschap reserveren
33
4. De eindtermen van het
verrijkingsdeel
4.1
Exameneenheden voor de kaderberoepsgerichte leerweg
IE/V/1 Integratieve opdracht
De kandidaat kan in een gesimuleerde beroepsuitvoerende situatie:
1
criteria bepalen voor de keuze van (onderzoeks)materialen voor het maken
van een werkstuk/product c.q. het doen van een onderzoek
2
criteria vaststellen voor de kwaliteit van het werkstuk/product, c.q. het
onderzoek
3
informatie verzamelen
4
een werkwijze vaststellen voor het maken van het werkstuk/product c.q.
doen van het onderzoek
5
het werkstuk/product maken, c.q.het onderzoek doen
6
het werkstuk/product, c.q. het onderzoek toetsen en evalueren aan de hand
van zelf en/of door anderen geformuleerde criteria
7
het werkstuk/product, c.q. het onderzoek indien gewenst
bijstellen/verbeteren
8
de voorbereiding, de uitvoeringen en /of de resultaten en de evaluatie van
het werkstuk/product, c.q. het onderzoek schriftelijk of audiovisueel
vastleggen dan wel anderszins presenteren voor een publiek
overeenkomstig van te voren gegeven criteria
34
4.2
Exameneenheden voor de basisberoepsgerichte leerweg
(niet verplicht)
IE/V/2 Basisbegrippen elektrotechniek
De kandidaat kan
1
elementaire begrippen uit de elektriciteitsleer omschrijven en toepassen
- spanning, stroom, geleider, isolator en weerstand
-
2
-
3
7
8
9
10
spanning overal gelijk

totaalstroom is som der deelstromen (eerste wet Kirchhoff)
serieschakeling

stroom overal gelijk

totaalspanning is som der deelspanningen (tweede wet Kirchhoff)
arbeid (W) in watt-seconde en watt-uur
berekeningen maken met betrekking tot vermogen en arbeid
- P=UxI
-
6

begrippen vermogen en arbeid omschrijven
- vermogen (P) in watt en joule
-
5
stroom/spanningsgrafiek voor lineaire weerstanden
serie- en parallelschakelingen van lineaire ohmse weerstanden herkennen
en eenvoudige berekeningen daaraan maken
- parallelschakeling
-
4
gelijkspanningsbron
berekeningen maken met elementaire grootheden en grafisch weergeven
- wet van Ohm U = I x R
W=UxIxt
leidingweerstand en spanningsverlies omschrijven en berekenen
- R=lx:A
elementaire grootheden uit de wisselstroom theorie omschrijven en
eenvoudige berekenen maken
- wisselspanningsbron
-
periodetijd (T) en frequentie (f)
-
f=1:T
-
maximale-, effectieve- en gemiddelde waarde
begrippen met betrekking tot magnetisme omschrijven
- magnetisch veld, Noord- en Zuidpool
-
elektromagnetisme
-
verzadiging
-
remanent en permanent magnetisme
-
generator principe
-
motorprincipe
het transformatorprincipe omschrijven en eenvoudige berekeningen maken
- P1 = P2
-
N1 : N2 = U1 : U2
-
N2 : N1 = I1 : I2
het principe van een driefasesysteem omschrijven
- driegeleidernet L1, L2, L3
35
11
12
-
viergeleidernet L1, L2, L3, N
-
sterschakeling en driehoekschakeling
-
lijnspanning, lijnstroom, fasespanning en fasestroom
het principe van de halfgeleider diode en zijn toepassing omschrijven
- symbool en gelijkricht-eigenschap
-
doorlaat- en sperrichting
-
sperspanning
meetinstrumenten herkennen en gebruiken voor eenvoudige metingen
- voltmeter, ampèremeter, ohmmeter, multimeter, kWh-meter, oscilloscoop
-
gelijk- en wisselspanning
-
gelijk- en wisselstroom
-
weerstand
-
vermogen en arbeid
-
amplitude, frequentie en periodetijd
ET/K/8 Aanleg leidingnet voor de elektrische installatie in de
woning
De kandidaat kan
1
technische gegevens van huisinstallatietekeningen opzoeken, aflezen en
interpreteren
- installatietekening
2
-
stroomkringschema's van basislichtschakelingen tekenen
-
bedradingstekeningen van basislichtschakelingen tekenen
-
de keuze van elektrisch materieel, leidingen en toebehoren maken
-
onderscheid maken in comfortklasse
met gangbare gereedschappen leidingsystemen volgens het
centraaldoossyteem monteren
- buis
-
3
4
-
5
6
plintgoot en koker
leidingsystemen bestaande uit buis, koker en (plint)goot bedraden en
aflassen
elektrische toestellen voor huisinstallaties afmonteren
- schakelaars en wandcontactdozen
enkelpolige-, serie-, en wisselschakeling
in een eigen gemaakte huisinstallatie of delen daarvan, in spanningsloze
toestand, fouten zoeken en verhelpen
- verbinding testen met doormeetzoemer
de opbouw en werking van een elektrische installatie in een woning
omschrijven
- principe stroomkring
-
de begrippen spanning, stroom en weerstand
-
de begrippen geleider/isolator
de relatie tussen stroom, spanning en weerstand (wet van ohm)
- parallel schakelen van verbruikstoestellen
7
-
werking enkelpolige-, serie- en wisselschakeling, wandcontactdoos
-
minimum aantal wandcontactdozen en lichtaansluitpunten volgens NEN 1010
-
beschermingsmaatregelen als beschermings- en vereffeningsleiding (NEN 1010)
de werkmethode voor het installeren van een huisinstallatie omschrijven
36
8
vanuit een eigen experiment materiaaleigenschappen bepalen en
omschrijven
- ferro- en non-ferro metalen
-
9
10
thermoplastisch/thermohardend
de kenmerken van de onderdelen die toegepast worden in een elektrische
installatie voor een woning omschrijven
- buis en koker
-
centraaldozen en inbouwdozen
-
draad
-
schakelmateriaal
-
bevestigingsmateriaal
het gebruik van gereedschappen bij het aanleggen van een elektrische
installatie in een woning omschrijven
- machinaal gereedschap, handboormachine en schroefmachine
-
handgereedschap, metaalzaag(je), buigveer, kniptang, striptang, combinatietang,
schroevendraaier
11
-
toepassingsgebied
-
onderhoud
-
veiligheid
de kenmerken en het gebruik van meetgereedschappen die worden gebruikt
bij het aanleggen van een elektrische installatie in een woning omschrijven
- duimstok
-
doormeetzoemer
-
waterpas, smetlijn
Toelichting
De kandidaat kan de handelingen, zoals omschreven in de eindtermen 1 t/m 5,
'onder begeleiding' uitvoeren.
ET/K/9 Afmonteren van de elektrische installatie in de woning
De kandidaat kan
1
documentatie van aan te sluiten toestellen en apparaten raadplegen
2
met gangbaar gereedschap verlichtingstoestellen /armaturen afmonteren
- voor gloeilampen, fluoriscentielampen en halogeenlampen
3
met gangbaar gereedschap elektrische huishoudelijke verbruikstoestellen
aansluiten
- kooktoestellen, wasbehandelingstoestellen, toestellen voor heetwatervoorziening en voor
centrale verwarming
4
5
6
-
mantelsnoer en leiding aansnijden
-
samengeslagen aders afwerken voor aansluiting
met gangbaar gereedschap de schakel- en verdeelinrichting voor een
woning plaatsen en afmonteren
aardingsvoorziening overeenkomstig NEN 1010 in een woninginstallatie
aansluiten
- vereffeningsleiding
-
beschermingsleiding
-
aardrail
de installatie met huishoudelijke toestellen onder toezicht in bedrijf stellen
- aangesloten apparatuur testen
37
-
in spanningsloze toestand storingen zoeken en verhelpen in de aansluiting van de aangesloten
apparatuur
7
8
9
op een veilige wijze elektrische grootheden in proefopstellingen meten
(NEN 3140)
- spanning
-
stroom
-
(aardverspreidings)weerstand
-
arbeid (kWh)
-
isolatieweerstand
de kenmerken van netstelsels in de woningbouw omschrijven
- begrip sinusvormige wisselspanning /-stroom
-
frequentie 50 Hz
-
de relatie frequentie periodetijd
-
TT-stelsel
-
TN S-stelsel
kenmerken van onderdelen en materialen die worden gebruikt bij
elektrische toestellen omschrijven
- klasse indeling O, OI, I, II en III
-
10
11
12
mantelsnoeren en leidingen
kenmerken en gebruik van gereedschappen die worden gebruikt bij het
aansluiten en in bedrijfstellen van elektrische huishoudelijke toestellen in
een woning omschrijven en deze gereedschappen op een veilige wijze
gebruiken
- handgereedschap, mes, persgereedschap, moersleutels en striptang
-
toepassingsgebied
-
onderhoud
-
veiligheid
de werking van huishoudelijke verbruikstoestellen omschrijven
- principe serieschakeling van weerstanden
-
eerste en tweede wet van Kirchhof
-
blokschematische opbouw
de kenmerken van meetgereedschappen die gebruikt worden bij het in
bedrijfstellen van een huisinstallatie omschrijven
- universeelmeter
-
aardlektester
-
isolatieweerstandsmeter
-
aardverspreidingsweerstandmeter
-
kilowattuurmeter
Toelichting
De kandidaat kan de handelingen, zoals omschreven in de eindtermen 1, 3, 5, 6 en
7 'onder begeleiding' en eindterm 4 ‘oriënterend’ uitvoeren.
ET/K/10 Aanleg leidingnet voor elektrische installatie in de
utiliteitsbouw
De kandidaat kan
1
technische gegevens van een installatietekening voor utiliteit zoeken,
aflezen en interpreteren
- de keuze van elektrisch materieel, leidingen en toebehoren maken
38
2
3
4
met gangbaar gereedschap een kabelinstallatie volgens het
hoofdleidingsysteem aanleggen en afmonteren
- schakel- en verdeelinrichtingen
-
kabel
-
buis
bestaande leidingsystemen bedraden, bekabelen en aflassen
elektrische toestellen voor utiliteitinstallaties afmonteren
- schakelaars en wandcontactdozen; waterdicht
-
5
6
7
8
-
beschermings- en beveiligingsmaatregelen volgens NEN 1010
-
elektrische geleidbaarheid van materialen (weerstand)
-
warmteontwikkeling ten gevolge van stroomdoorgang
werking van een relaisgestuurde lichtschakeling omschrijven
- blokschematisch opbouw
-
principe van een elektromagneet
-
werking relais/relaisschakeling
vanuit een eigen experiment magnetische eigenschappen omschrijven
- magnetisme
-
9
lichtschakelingen o.a. impulsrelais gestuurd
in een eigen gemaakte utiliteitsinstallaties of delen daarvan in
spanningsloze toestand fouten zoeken en verhelpen
- weerstand meten met universeelmeter
de opbouw en werking van een elektrische installatie in een
utiliteitsgebouw omschrijven
- principe meerfasesysteem
elektromagnetische
de kenmerken en toepassingsgebieden van de materialen die toegepast
worden in een elektrische installatie voor de utiliteitsbouw omschrijven
- buis, koker, goot, baan en ladder
-
kabeldozen, normaaldozen
-
kabel, leiding
-
schakelmateriaal, waterdicht
-
bevestigingsmaterialen
Toelichting
De kandidaat kan de handelingen, zoals omschreven in de eindtermen 1 t/m 5,
'onder begeleiding' uitvoeren.
ET/K/11 Aansluiten en in bedrijfstellen van elektrische toestellen
en machines in de utiliteitsinstallaties
De kandidaat kan
1
een eigen werkvoorbereiding maken
- documentatie van aan te sluiten toestellen en apparaten raadplegen
2
-
aansluiting bepalen en tekenen
-
aansluiting driefasemotoren, (ster en driehoek) bepalen en tekenen
-
bedradingstekening van een eenvoudige machineschakeling tekenen
met gangbaar gereedschap elektrische werktuigen, verbruikstoestellen en
waterdichte armaturen aansluiten
- schakel- en verdeelinrichtingen
-
universeelmotor
39
-
3
4
5
-
aangesloten apparatuur testen
-
storingen zoeken in de aansluiting van de aangesloten apparatuur
op een veilige wijze elektrische grootheden in proefopstellingen voor
meerfasesystemen meten (NEN 3140)
- lijn- en fasespanning
-
6
7
8
9
asynchrone driefase SKA-motor
aardingsvoorziening in een utiliteitsinstallatie aansluiten
- aarding, aardlekschakelaar en overstroombeveiliging
utiliteitsinstallatie en toestellen onder toezicht in bedrijf stellen
- installatie doormeten en testen
lijn- en fasestroom
(met behulp van eenvoudige berekeningen) de kenmerken van netstelsels
voor utiliteitsbouw en machines omschrijven
- TN CS-stelsel
-
meerfasesysteem
-
principe van universeel- en driefase elektromotoren uitleggen
-
lijn- en fasespanning
-
lijn- en fasestroom
-
weerstand en impedantie
-
schijnbaar en werkelijk vermogen bij driefase-systemen
-
arbeid bij driefase-systemen
-
relatie spanning, stroom, weerstand en vermogen bij driefase-systemen
de werking van elektrische machines omschrijven
kenmerken van onderdelen die worden gebruikt in toestellen voor
utiliteitsinstallaties omschrijven
- klasse-indeling
-
beschermingsmaatregelen tegen invloeden van buitenaf omschrijven
-
snoeren en leidingen
de kenmerken van meetgereedschappen die worden gebruikt bij het
aansluiten en in bedrijfstellen van utiliteitsinstallaties omschrijven
- ampèretang
-
Duspol
Toelichting
De kandidaat kan de handelingen, zoals omschreven in de eindterm 1 t/m 5 onder
begeleiding uitvoeren.
ET/K/12 Industriële elektrische installatie
De kandidaat kan
1
tekeningen voor industriële installatie lezen en interpreteren
- topografische tekeningen
2
-
installatietekeningen
-
leidingtekeningen
-
stroomkringschema’s van eenvoudige motorbedieningsschakelaars
-
basisschakelingen voor een- en driefase machines
elektrische toestellen en machines voor industriële installaties aansluiten en
afmonteren
- noodverlichtingsvoorzieningen
-
werkschakelaars
40
3
4
5
6
7
8
-
automatische ster-driehoek schakelaar
-
elektromagnetische omkeerschakelaar
-
éénfase transformatoren
-
één- en driefase motoren
-
vermogensregeling
in een eigen gemaakte industriële installatie in spanningsloze toestand
fouten zoeken en verhelpen
railkokermontage omschrijven
de werking van de transformator omschrijven
- één- en driefase
eenvoudige berekeningen aan éénfase transformator uitvoeren
- spanningsverhoudingen
-
stroomverhoudingen
-
rendement (kwalitatief)
de opbouw en werking van een industriële elektrische installatie
omschrijven
- beschermingsmaatregelen
-
invloeden van buitenaf
-
beveiliging tegen overstroom
-
schakelen en scheiden
-
aanzetinrichtingen
-
vermogensregeling

frequentieregeling

diode

thyristor, triac
kenmerken van de materialen die toegepast worden in een industriële
elektrische installatie omschrijven
- railkokersysteem
-
kabelkanaalsystemen
-
bescherming tegen invloeden van buitenaf.
Toelichting
De kandidaat kan de handelingen, zoals omschreven in eindterm 1 ‘onder
begeleiding en de eindtermen 2 en 3 'oriënterend' uitvoeren.
ET/K/13 Speciale elektrische installaties 1
De kandidaat kan
1
technische gegevens van tekeningen voor speciale elektrische installaties,
zoals bijvoorbeeld
- oproepinstallatie
-
brandbeveiligingsinstallatie
-
klimaatregelinstallatie
-
toegangscontrole-installatie
lezen en interpreteren
- installatietekening
-
aansluitschema's van toestellen voor speciale elektrische installaties lezen
-
stroomkringschema's van toestellen voor speciale elektrische installaties lezen
-
keuze van elektrisch materieel, leidingen en toebehoren maken
41
2
3
4
5
6
een bestaand leidingsysteem voor speciale elektrische installaties bedraden,
aansluiten en afmonteren
- connectoren monteren
toestellen voor speciale elektrische installaties afmonteren
- detectiesystemen, sensoren
-
besturingseenheden
-
reactiesystemen, actuatoren
een zelfgemaakte speciale elektrische installatie of delen daarvan in
bedrijfstellen en fouten zoeken of verhelpen
- gevoeligheid en grenswaarden instellen of -regelen
-
programmatuur laden, functioneel testen en wijzigen
-
signalen meten met een oscilloscoop
aan de hand van een blokschema de opbouw en werking van één speciale
elektrische installatie omschrijven
- ingangssignalen
-
processen
-
uitgangssignalen
-
spanningsniveaus, analoog en digitaal
-
principe van schakeltechniek
-
principe van volgordebesturing
-
principe van continue regeling
signaaleigenschappen noemen
- omzetting van fysische grootheden in elektrische en omgekeerd
-
7
8
9
AD / DA conversie
de kenmerken van materialen die toegepast worden in een speciale
elektrische installatie noemen
- koperleidingen
-
afgeschermde leidingen
-
glasvezel
gereedschap voor het aanleggen van speciale elektrische installaties
omschrijven
meetgereedschappen die worden gebruikt bij het aanleggen en in
bedrijfstellen van speciale elektrische installaties omschrijven.
Toelichting
De kandidaat kan de handelingen, zoals omschreven in de eindtermen 2 en 3
'oriënterend' en in eindtermen 1 en 4 'onder begeleiding', uitvoeren.
ET/K/14 Telecommunicatie-installaties
De kandidaat kan
1
technische gegevens van tekeningen voor telecommunicatie-installaties
zoals:
- oproepinstallatie
-
telefoon-/fax-/modeminstallatie
-
Centraal Antenne Inrichting (CAI)
-
computernetwerk
lezen en interpreteren
- installatietekening
-
aansluitschema's van toestellen voor speciale elektrische installaties lezen
42
2
3
4
5
6
7
8
9
-
stroomkringschema's van toestellen voor speciale elektrische installaties lezen
-
keuze van elektrisch materieel, leidingen en toebehoren maken
een bestaand leidingsysteem voor telecommunicatie-installaties bedraden
en verbinden
- connectoren monteren
toestellen voor telecommunicatie-installaties aansluiten
een zelfgemaakte telecommunicatie-installatie of delen daarvan instellen en
vastleggen in protocollen
aan de hand van een blokschema opbouw en werking van één
telecommunicatie-installatie omschrijven
- ingangssignalen
-
signaalbewerkingen
-
uitgangssignalen
-
spanningsniveaus, analoog en digitaal
in een eigen experiment signaaleigenschappen bepalen en noemen
- signaalverliezen

demping

dB
-
overspraak
-
multiplexing
de kenmerken van leidingen die toegepast worden in een
telecommunicatie-installatie noemen
- koperleidingen
-
twisted pair leidingen
-
afgeschermde leidingen
-
coaxiaalleidingen
-
glasvezelleidingen
gereedschap voor het aanleggen van telecommunicatie-installaties
omschrijven
- speciaal gereedschap o.a. een dogger en UTP/FTP-stripper
meet- en afregelapparatuur die worden gebruikt bij het aanleggen en in
bedrijfstellen van telecommunicatie-installaties noemen
- signaalgenerator
-
oscilloscoop.
Toelichting
De kandidaat kan de handelingen, zoals omschreven in de eindtermen 2 en 3
'oriënterend' en in eindtermen 1 en 4 'onder begeleiding', uitvoeren.
IT/K/4 Basisbewerkingen installatietechniek: plaatbewerking
zink/lood
De kandidaat kan
1
technische gegevens van een werktekening opzoeken en interpreteren
2
m.b.v. de gangbare gereedschappen maten aftekenen op een plaat van zink
en bladlood
- maatlat, rolmaat, duimstok
-
passer
-
kraspen, priem, centerpunt
-
potlood
43
-
3
-
4
5
-
plaatklem
-
zettang
-
kantstaak
-
bankschroef
-
vlakke tas
m.b.v. de gangbare gereedschappen een plaat zink en bladlood ronden en
walsen
- plaatwals
11
12
13
14
pijpstaak
m.b.v. een kraalmachine een plaat zink kralen
m.b.v. een voormachine een plaat zink voren
m.b.v. de gangbare gereedschappen een plaat zink en lood stuiken en
rekken
- voormachine
-
9
10
snijder, loodmes
m.b.v. de gangbare gereedschappen een plaat zink en bladlood zetten
- zetbank, vingerzetbank
-
6
7
8
blokhaak en gradenboog
m.b.v. de gangbare gereedschappen zink en bladlood knippen en insnijden
- handschaar, elektrische schaar, hefboomschaar
hamer, tas, staak
m.b.v. loodklopper en houten hamer bladlood drijven
m.b.v. de soldeerbout en de open vlam een zinken plaat en bladlood bewerken
- voorbewerken
-
solderen
-
residu
machines instellen voor het uitvoeren van machinale plaatbewerking
- zetbank
-
platenwals
-
kraalmachine
-
voormachine
-
elektrische guillotineschaar
de technieken en toepassingsgebieden omschrijven bij het uitvoeren van de
plaatbewerkingen binnen de installatietechniek
de eigenschappen en kenmerken omschrijven van de belangrijkste materialen die worden gebruikt en toegepast bij de plaatbewerkingen binnen de
installatietechniek
- zink en lood
-
plaatstaal en aluminium
-
herkomst en fabricage
-
handelsmaten
-
soldeermaterialen
-
klinkmaterialen
-
bescherming
de kenmerken noemen en het gebruik omschrijven van gereedschappen die
worden gebruikt bij het uitvoeren van plaatbewerkingen binnen de installatietechniek
- machinaal gereedschap
-
handgereedschap
-
toepassingsgebied
44
15
16
-
onderhoud
-
veiligheid
de werkwijze omschrijven die gevolgd moet worden bij het vervaardigen
van een werkstuk binnen de installatietechniek
de kenmerken noemen en het gebruik omschrijven van de meet- en
aftekengereedschappen die gebruikt worden bij het aftekenen van
materialen
- maatlat, rolmaat, duimstok
-
potlood
-
platte haak en gradenboog.
Toelichting:
De kandidaat kan de handelingen, zoals omschreven in de eindtermen 1 t/m 11,
'onder begeleiding' uitvoeren
IT/K/8 Gastechniek 1
De kandidaat kan
1
werktekeningen met leidingdelen lezen volgens de isometrische
projectiemethode
- eenvoudige werkvoorbereiding opstellen
2
3
4
5
6
7
-
keuze materiaal en gereedschap
-
werkvolgorde bepalen
eenvoudige bouwkundige tekeningen lezen van een eengezinswoning met
daarin opgenomen een gasinstallatie
- tekentechnische symbolen en begrippen
-
bouwkundige symbolen en begrippen
-
soorten van tekeningen
-
gastechnische symbolen en begrippen.
in de vorm van bank- en bordmontage gasleidingen aanleggen van koper en
staal met appendages
leidingsystemen beproeven op dichtheid
bescherming aanbrengen tegen aantasting bij gasleidingen
aan de hand van tekeningen de gestrekte lengtes bepalen
buismaterialen omschrijven die bij de aanleg van gasinstallaties worden
gebruikt
- soorten
-
8
montagegereedschappen omschrijven die bij de aanleg van gasinstallaties
worden gebruikt
- soorten
-
9
10
toepassingen
toepassingen
verbindingsmethoden omschrijven, die worden toegepast bij het aanleggen
van gasinstallaties
- fitten
-
knellen
-
klemmen
-
solderen
kernbegrippen en definities noemen, die binnen de gastechniek van belang
zijn
45
11
12
13
14
-
verbruiksdruk
-
verbruik m3/h
-
relatieve dichtheid
-
drukverlies
-
verbranding aardgas
-
luchtbehoefte, ventilatie
-
vlamsoorten en vlamtemperatuur
-
inslag en afblazen
-
calorische waarden
-
vermogen, belasting, rendement
-
dauwpunt/condensatie
-
ontstekingstemperatuur
-
explosiegrenzen
beugels en fittingen omschrijven die binnen de gastechniek worden
gebruikt
- soorten
-
toepassingen
-
montage-eisen
in verband met uitzetting/krimp de montage-eisen omschrijven van
doorvoeringen en leidingappendages
beproevingen op dichtheid bij gasinstallaties omschrijven
- werkwijze/methode
-
drukmeters
-
opsporingsmiddelen
voorschriften omschrijven die van toepassing zijn bij de aanleg van gasinstallaties
- aanleg van leidingen
-
toepassing/afstand van beugels
-
toepassing van fittingen
-
veiligheid
Toelichting:
De kandidaat kan de handelingen, zoals omschreven in de eindtermen 1, 2, 5 en 6,
‘zelfstandig’, en 3 en 4 'onder begeleiding' uitvoeren
IT/K/12 Dakbedekkingstechniek 1
De kandidaat kan
1
in de vorm van bankmontage een goot maken
2
in de vorm van bankmontage een eindschot en een uitloop maken van een
bakgoot
- eindschotten
-
3
4
uitlopen
in de vorm van bankmontage deklijsten maken
gangbare soorten gootprofielen omschrijven en de daarbij behorende
toepassingen
- bakgoot
-
mastgoot
-
overhoekse goot
-
kilgoot
46
5
6
-
verholen goot
-
zakgoot
materiaalsoorten omschrijven van goten
gootondersteuningen omschrijven
- beugels
-
7
8
houtconstructie
ontwikkelde maat berekenen van gootprofielen
de werkvolgorde omschrijven bij het maken van een goot
- goten
-
deklijsten
-
gootdetails.
Toelichting:
De kandidaat kan de handelingen, zoals omschreven in de eindtermen 1, 2, 3
'onder begeleiding' uitvoeren
IE/V/3 Ondergrondse infrastructuur
De kandidaat kan:
1
omschrijven hoe het besluit tot stand komt om ondergrondse
infrastructureel werk te maken en daarbij de betrokken partijen noemen
- initiatief
2
3
4
5
-
programma van eisen
-
inspraak
-
ontwerp
-
besluitvorming
omschrijven hoe infrastructureel werk aanbesteed wordt
- uitzetten
-
grondwerk
-
funderen
-
construeren
-
afmonteren
-
opleveren
omschrijven hoe de werkplek ingericht wordt:
- materiaal
-
materieel
-
personeel
-
afzetting
-
arbozorg
-
eigendommen van derden
-
bereikbaarheid gebouwen
omschrijven hoe een ondergronds inftrastructureel werk uitgezet wordt
- bochten
-
hoogtes
-
hindernissen
-
loodlijnen
-
insteek en kielspit
-
richtlaser
omschrijven hoe kabels en leidingen beschermd worden
- mantelbuizen
47
6
7
-
kabel- en leidingskokers
-
wervelpijp
-
halve omhullingen
-
zinkers
omschrijven hoe een sleuf gegraven, aangevuld en verdicht wordt
- graafmachines
-
sleufbreedte en -diepte
-
grondverbetering
-
uitvoering en klink
-
verdichtingsmiddelen
omschrijven wanneer en hoe een sleufbekistingen gebruikt worden
- noodzaak
-
8
systemen
omschrijven hoe kabels en leidingen wegen, water en spoorwegen kruisen
- wegen
-
spoorwegen
-
water
48
5. De exameneenheden voor de
gemengde leerweg
IE/K/1 De wereld van instalektro
De kandidaat kan
1
de werkterrein van de instalektro noemen
- gas
2
3
4
-
water
-
sanitair
-
cv
-
elektrische installaties in de woning
-
elektrische installaties in de utiliteit
-
communicatie installaties
-
speciale elektrische installaties
de functie van de beheer-, keurings- en normalisatie-instituten noemen
de branche-organisatie noemen
- werkgevers-/werknemersorganisaties
-
ondernemingsraad
-
CAO
de werkzaamheden van de ondernemer binnen de elektrotechnische en
installatietechnische branche noemen
- verschil kleine ondernemer/industrie
-
5
6
organisatieschema
de taken van een monteur omschrijven
- werkvoorbereiden
-
materiaal bewerken/monteren
-
afmonteren
-
testen/in bedrijfstellen
een bewuste keuze maken voor een geschikte vervolgopleiding
- de eigen (on)mogelijkheden

-
7
web-niveau’s
opleidingsmogelijkheden

beroepsopleidende leerweg en beroepsbegeleidende leerweg

O en O fonds

particuliere instituten
enige aspecten van technologisch ontwikkelingen noemen en is zich
bewust van veranderingen die dat heeft voor de beroepspraktijk
-
meer algemene recente en verwachte technologische ontwikkelingen
-
invloed op maatschappelijke ontwikkelingen
-
meer vakspecifiek recente en verwachte technologische ontwikkelingen
-
invloed op de organisatie van het productieproces
-
verandering en verdwijning van beroepen
-
gevolgen in termen van permanente educatie
-
het toenemend belang van het dienstverlenend aspect
49
-
invloed op de organisatie van het productieproces
-
verandering en verdwijning van beroepen
-
veranderingsbereidheid
-
.
anticipatie
.
mobiliteit
.
opleidingsbereidheid
enige toekomstige ontwikkelingen noemen zoals

gebouwbeheer
.
intelligente huis
IE/K/2 Professionele vaardigheden
De kandidaat kan
1
op systematische wijze werkzaamheden uitvoeren
- werkplannen/werkvoorbereiden
2
-
systematisch uitvoeren
-
tussentijds controleren en bijstellen
-
eindcontrole uitvoeren
-
afleveren/opleveren
-
evalueren (oog hebben voor verbeteringen volgende opdracht)
de Nederlandse taal functioneel gebruiken
- op basaal niveau lees- en schrijfvaardigheden toepassen bij de administratieve verwerking van
zijn werkzaamheden
3
4
5
-
een eenvoudig zakelijk verslag schrijven met gebruikmaking van geautomatiseerde systemen
-
mondeling communiceren
.
werkoverleg
.
vaktaal
.
mondelinge opdrachten interpreteren
.
informeel communiceren
tijdens de werkvoorbereiding en de werkuitvoering op basaal niveau
berekeningen maken
- de zakrekenmachine doelmatig gebruiken
-
aftekenen
-
bepalen van maat en plaats van de te installeren/plaatsen onderdelen
-
verwerken meetgegevens
met gebruikmaking van een computer eenvoudige administratieve
werkzaamheden uitvoeren
- binnen het vakgebied gericht informatie opzoeken met behulp van moderne technieken
.
bronnen gebruiken, geautomatiseerde gegevensbestanden, internet
.
informatie op waarde schatten, kiezen en ordenen
.
informatie bewerken: samenvatting, tabel, grafiek
-
materiaalstaat uittrekken en invoeren in een beheerapplicatie
-
eenvoudige calculatie lezen
-
werkbonnen invullen en invoeren in een beheerapplicatie
-
projectvoortgangsstaat lezen
-
opleveringsrapport invullen
tijdens de werkvoorbereiding en de werkuitvoering tekeninglezen
- elektrotechnische tekeningen

stroomkringschema

installatie tekening
50

-

6
gerelateerde bouwkundige tekeningen
-
eenvoudige leidingdetails
zijn werkzaamheden op een veilige wijze uitvoeren
- ARBO, NEN 3140
-
NEN 1010
-
veiligheidsmaatregelen
-
omgaan met relevante risico's
9
10
11
.
gezondheid, welzijn en milieu
.
juiste werkhouding
.
persoonlijke beschermingsmiddelen
.
arbeidsmiddelen
werkplek organisatie
.
correcte inrichting werkplek
.
gereedschap gebruik
.
materiaal ge- en verbruik
zijn werkzaamheden uitvoeren volgens regels die voortvloeien uit een
integrale milieu en kwaliteitszorg
- ISO-certificering
-
8
Amerikaanse projectiemethode
-
-
7
bedradingstekening
werktuigbouwkundige tekeningen
'good house keeping'
.
energie gebruik
.
materiaal gebruik
.
afvalstoffen verwerking
aan- en inpassen in de bedrijfscultuur
- bedrijfsnormen
-
overzicht arbeidsorganisatie
-
plaatsen van eigen arbeid
-
functioneren in hiërarchie
samenwerken bij het uitvoeren van werkzaamheden
- taken verdelen
-
overleggen
-
zich houden aan afspraken
-
omgaan met kritiek
-
rapporteren
een kritische instelling tot eigen belang manifesteren
- afstand nemen van werk
-
risico's onderkennen
-
omgaan met werkdruk
-
belangenbehartiging
-
eigen belang bij conflicten
-
speelruimte benutten
omgaan met verschillen op basis van culturele gebondenheid en geslacht
- normen
-
waarden
-
gewoontes
51
IE/K/9 Inleiding op monteren en bekabelen
De kandidaat kan
1
technische gegevens van een werktekening/schema van een speciaal
installatie zoeken en aflezen
2
3
4
5
6
7
8
-
installatie tekening
-
opstellingstekening
-
aansluitschema’s
-
keuze materieel, leidingen, en toebehoren
-
keuze gereedschap
-
werkvolgorde bepalen
m.b.v. analoog/digitale gereedschappen meten, controleren en vergelijken
-
schuifmaat
-
blokhoekhaak
-
maatregelen afleiden tot bijstelling
-
eindcontrole
-
meetstaten en beoordelingsrapporten
met gangbaar gereedschap eenvoudige werktuigbouwkundige bewerkingen
uitvoeren
-
boren
-
tappen
-
buigen
-
zagen
-
knippen
met gangbaar gereedschap elektrische componenten in een paneel
bevestigen
-
aansluitklemmenstrook
-
rails DIN relais
-
besturingscomponenten
-
beveiligingscomponenten
met gangbaar gereedschap elektronische componenten in een paneel
bevestigen
- elektronische eenheden samenstellen, bedraden en afmonteren
aanleggen en afmonteren van signaalbekabeling en aarding
-
kunststof goten
-
signaalbekabeling
-
connectoren monteren
pneumatische en elektro-pneumatische schakelingen volgens gestelde
kwaliteitseisen monteren
-
3/2, 4/2, 5/2 ventielen
-
EN-/OF functies
-
E.W-/D.W cilinder
-
quickstepper
technieken/werkwijze en toepassingsgebieden bij het uitvoeren van
montagetechnieken noemen
52
9
10
11
12
13
aan de hand van een blokschema de opbouw en werking van een
speciaalinstallatie een noemen
-
in- en uitgangssignalen
-
omzetting van fysische grootheden in elektrisch en omgekeerd
de kenmerken en het gebruik noemen van de belangrijkste onderdelen die
gebruikt worden bij het uitvoeren van montagetechnieken
-
pneumatisch schakelingen
-
elektro-pneumatisch schakelingen
-
elektrische componenten
-
elektronische componenten
de kenmerken van materialen die toegepast worden bij speciale installaties
noemen
-
koperleiding
-
afgeschermde leiding
-
glasvezel
de kenmerken en het gebruik omschrijven van de belangrijkste
gereedschappen die gebruikt worden bij het uitvoeren van
montagetechnieken
-
montagegereedschap
-
toepassingsgebied
-
onderhoud
-
veiligheid
kenmerken en gebruik omschrijven en uitleggen van de meet- en
controlegereedschappen die gebruikt worden bij montagetechnieken
-
schuifmaat
-
blokhoekhaak
Toelichting
De kandidaat kan de handelingen, zoals omschreven in de eindtermen 1 t/m 7,
'oriënterend' uitvoeren.
IE/K/15 Elektronica
De kandidaat kan
1
in een practicum een eenvoudige schakeling met weerstanden opbouwen
(serieschakeling, parallelschakeling), een weerstandsberekening met ohmse
weerstand uitvoeren en het verband tussen spanning en stroom zichtbaar
maken
2
3
-
berekenen: U = I x R
-
1ste en 2de wet van Kirchhoff
-
gebruiken van meetapparatuur: voltmeter, ampèremeter
-
omschrijven van de meetresultaten
de eigenschappen van een aantal bijzondere weerstanden omschrijven
-
lichtgevoelige weerstand (LDR)
-
temperatuurgevoelige weerstand: PTC, NTC
-
regelbare weerstand
in een practicum een eenvoudige schakeling met een spoel en een
eenvoudige schakeling met een condensator opbouwen en het verband
tussen spanning en stroom zichtbaar maken
-
opbouw en werkingsprincipe van spoel en condensator
-
laden en ontladen van condensator
53
4
5
6
7
-
stroombegrenzende werking bij wisselstroom
-
gebruiken van meetapparatuur: oscilloscoop
-
benoemen van de meetresultaten
in een practicum een eenvoudige schakeling met een enkelvoudige
component opbouwen en de werking zichtbaar maken
-
de werking van basis-gelijkrichtschakeling met diode
-
de werking van basis-versterkerschakeling met een transistor
-
gebruiken van meetapparatuur: oscilloscoop, voltmeter, ampèremeter
-
omschrijven van de meetresultaten
in een practicum een eenvoudige schakeling met een samengestelde
component opbouwen en de werking zichtbaar maken: digitale bouwsteen,
operationele versterker
- digitale bouwstenen: specifieke functies
-
basisschakelingen operationele versterker
-
gebruiken van meetapparatuur: oscilloscoop
-
omschrijven van de meetresultaten
de werking en toepassing van de voltmeter en ampèremeter omschrijven en
die van de oscilloscoop noemen
-
voltmeter: hoge weerstand, principe spanning meten (parallel schakelen)
-
ampèremeter: lage weerstand, principe stroom meten (serie schakelen)
-
oscilloscoop: meten van vorm van variabele spanning, tijdbasis, amplitude
de toepassing van elektronica noemen
-
basistechnologie voor automatiseren van toestellen, apparaten, machines, processen
Toelichting
De kandidaat kan de handelingen zoals omschreven in de eindtermen 1 en 3 t/m 5
‘oriënterend’ uitvoeren.
IE/K/16 Automatiseren
De kandidaat kan
1
in een practicum een meting uitvoeren en de resultaten omschrijven
2
3
4
-
meetopdracht interpreteren
-
instrumentkeuze: type, nauwkeurigheid
-
instrument instellen: schaalkeuze, nauwkeurigheid
-
metingen uitvoeren
-
weergave meting: tabelvorm, grafiek
met een datalogger meetgegevens verzamelen
-
aansluiten
-
in werking stellen
-
testen
-
meetgegevens produceren
in een practicum een eenvoudige schakeling met relais opbouwen, de
werking zichtbaar maken en omschrijven
-
principe relais: opbouw schakeling, ruststroom/arbeidsstroom
-
volgorde schakeling
in een practicum situatie een eenvoudige schakeling met pneumatisch
componenten opbouwen, de werking zichtbaar maken en omschrijven
-
dubbelwerkende cilinder
-
ventielen: 4/2 ventiel, 5/2 ventiel, volgordeventiel, snelheidsregelventiel
54
5
6
-
regelbare smoring
-
elektro pneumatiek: 3/2 ventiel, 4/2 ventiel
in een practicum een eenvoudige schakeling met digitale bouwstenen
opbouwen, de werking zichtbaar maken en omschrijven
-
invertor: waarheidstabel, formule
-
NOR: waarheidstabel, formule
-
NAND: waarheidstabel, formule
-
SR-flipflop: waarheidstabel
in een practicum sensoren en actuatoren aansluiten, de werking zichtbaar
maken en omschrijven
-
naderingsschakelaars: inductief/capacitief, microschakelaar
-
optische signaalgevers: fotocel/lichtbron met reflector, passief infrarood
actuatoren: reedrelais, contactor/relais, elektromagneet, servomotor/stappenmotor,
LED
in een practicum regeleenheden aansluiten, in werking stellen, de werking
zichtbaar maken en de functie noemen
-
7
8
9
10
11
12
13
-
transducers
-
PC/PLC
-
programma invoeren
-
interfacing, analoog/digitaal, galvanische scheiding, invoer- en uitvoersystemen
experimenteren in een bestaande practicumopstelling van een eenvoudige
open regelsysteem en de eigenschappen van het systeem omschrijven
-
regelaar
-
actuator
-
kenmerk: geen terugmelding, wel beveiliging
experimenteren in een bestaande practicumopstelling van een eenvoudige
gesloten regelsysteem voor volgordeschakeling en de eigenschappen van
het systeem omschrijven
-
kenmerk: terugmelding
-
sensor
-
regelaar: programmaschakelaar, plc/pc, microprocessor
-
actuator
experimenteren in een bestaande practicumopstelling van een eenvoudige
gesloten regelsysteem voor aan/uit-regeling en de eigenschappen van het
systeem omschrijven
-
kenmerk: terugmelding vanuit proces
-
sensor
-
regelaar: programmaschakelaar, plc/pc, microprocessor
-
actuator
de grondbeginselen van het meten omschrijven
-
meten: vergelijken grootheid met eenheidsmaat
-
begrippen: grootheid en eenheid, analoog en digitaal
-
instrument: schaalkeuze, nauwkeurigheid, symbolen voor nauwkeurigheid
-
weergave meting: tabelvorm, grafiek
de opbouw en werking van een meetsystemen omschrijven
-
opbouw: sensor, verwerkingseenheid, uitlezing
-
ijken/kalibreren
de opbouw en werking van sensoren omschrijven
-
vormen van energie-omzetting: thermisch/elektrisch, mechanisch/elektrisch,
chemisch/elektrisch, (elektro)magnetisch/elektrisch
-
14
typen: directe opnemers, indirecte opnemers
doel en opbouw van een systeem voor datalogging noemen
55
15
-
sensor
-
computer/microprocessor
-
opslagmedia
-
datatransport
-
uitlezing
de maatschappelijke effecten van productietechnologie omschrijven
-
economische effecten: werkgelegenheid: van productie naar dienstverlening
-
sociale effecten: senioren, gehandicapten
-
ethische overwegingen: milieueffecten
Toelichting
De kandidaat kan de handelingen zoals omschreven in de eindtermen 1 t/m 10
‘oriënterend’ uitvoeren.
IE/K/17 Telematica
De kandidaat kan
1
basishandelingen bij de bedrijfsmatige telefonie uitvoeren
2
-
telefonische verbindingen tot stand brengen: intern en extern
-
een telefonisch gesprek voeren: commercieel, niet-commercieel
-
het telefoonalfabet hanteren
-
intern doorverbinden, oproepen, gespreksnotitie maken, memo schrijven
-
een telefonische vergadering organiseren en plannen
-
telefooncentrale bedienen: interne lijnen, externe lijnen
-
randapparatuur bedienen: pc, fax, modem, telefoonbeantwoorder
basishandelingen met veel toegepaste besturingssystemen uitvoeren en de
kenmerken van die besturingssystemen noemen
-
3
4
5
6
-
tekstbestanden beheren
-
tekst invoeren/bewerken
-
eenvoudige lay out
-
printen
-
gebruik handleiding, referentiekaart, helpschermen
met gebruikmaking van netwerkdiensten bronnen raadplegen
enige mogelijkheden:
-
raadplegen catalogi
-
zoeken van leveranciers
-
veranderlijke gegevens opvragen
met gebruikmaking van netwerkdiensten interactie met gegevensbestanden
tot stand brengen
enige mogelijkheden:
-
girotel
-
betalen met pas, PIN, creditcard
-
geld opnemen
met gebruikmaking van netwerkdiensten intermenselijke communicatie tot
stand brengen
-
7
Windows
met een tekstverwerkingsprogramma een document produceren
E-mail
navigeren in netwerken
-
omvang van het informatieaanbod
56
8
9
10
11
12
-
menugestuurde navigatiesystemen (Gopher)
-
hypertekst (world wide web)
met behulp van diverse multimediaplatforms een aantal
multimediaproducten gebruiken/toepassen
-
pc + CD-rom
-
naslagwerken, gegevensbestand, archief
-
educatieve software
in een practicum een eenvoudig systeem voor telemetrie opbouwen en de
meetresultaten zichtbaar maken
-
data-acquisitie: sensor, convertor, computersysteem
-
dataverbinding: modem/netwerkkaart, netwerk
-
presentatie van meetwaarden: computersysteem, beeldscherm
de functie van een aantal toepassingen van telefonie en de bijbehorende
apparatuur omschrijven
-
telefonische verbindingen: intern en extern (lokaal, interlokaal, internationaal)
-
telefonisch gesprek: commercieel, niet-commercieel
-
regels bij telefoneren: telefoonalfabet
-
acties: intern doorverbinden, oproepen, gespreksnotitie, memo
-
telefonische vergadering: organisatie, planning
-
telefoon centrale: interne lijnen, externe lijnen
-
randapparatuur: pc, fax, modem, telefoonbeantwoorder
de functie en werking van netwerkdiensten omschrijven
-
raadplegen van bronnen via netwerken
-
interactie met gegevensbestanden via netwerken
-
intermenselijke communicatie via netwerken
-
navigatie in netwerken
het begrip multimedia en de kenmerken van diverse multimediaplatforms,
multimedia-informatiedragers en multimediatoepassingen omschrijven
-
begrip multimedia: integratie (van beeld, geluid, video, animatie, tekst), interactiviteit
-
multimediaplatforms: pc + CD-rom + soundblasterkaart + stereo-luidsprekers,
-
multimedia-informatiedragers: CD-ROM, DVD, on-line, ontwikkelingen in opslagcapaciteit
(papier, floppy disk, harddisk, CD-ROM/audio CD, DVD en overige actuele mediadragers)
-
13
multimediatoepassingen: naslagwerken, catalogi, educatieve software
voorbeelden van telemetrie, telebesturing en telebewaking noemen
-
opvragen van meetwaarden op afstand: weerstation strandweer, landbouwkassen,
veeteeltbedrijven
-
tele-aanwezigheid (multimedia): operaties met specialisten op afstand
-
telebesturing bij gebouwbeheer: verwarming, ventilatie, verlichting
-
telebesturing bij processen: procesautomatisering
-
telebewaking bij gebouwbeheer: bewaking, toegangscontrole, beveiliging, brandmelding
-
telebewaking bij personen: babysitten, intensive care (ziekenhuis), alarmering t.b.v.
gehandicapten en ouderen
Toelichting
De kandidaat kan de handelingen zoals omschreven in de eindterm 9 ‘oriënterend’
uitvoeren.
De kandidaat kan de handelingen zoals omschreven in de eindtermen 1 t/m 8
‘onder begeleiding’ uitvoeren.
57
IE/K/19 Installaties in de woning
De kandidaat kan
1
2
3
4
met behulp van CAD-software een eenvoudige elektrotechnisch tekening
en een installatietechnische tekening voor een woning ontwerpen volgens
de geldende normen
- formaat en indeling van de tekening bepalen
-
samenstellen lijnen, cirkels en ellipsen
-
functies: object snap, verplaatsen, wissen, kopiëren
-
symbolen uit bibliotheek ophalen en samenstellen tot tekening of schema
-
plotten/printen
-
tekening opslaan
met behulp van CAD-software het werk voorbereiden
- tekeningen genereren
-
materiaal uittrekken
-
calculeren
-
planning maken
-
materiaal bestellen
-
bijzonder gereedschap reserveren
met gangbare gereedschappen de ontworpen installatie realiseren
-
bepalen maat en plaats leidingen en onderdelen
-
leidingen en onderdelen plaatsen/bevestigen
-
leidingen en onderdelen aansluiten/afmonteren
-
werkzaamheden tussentijds bijstellen
-
installatie controleren op maatvoering
-
installatie controleren op voorschriften
de werkzaamheden afsluiten
-
voor zover van toepassing protocollen invullen
-
voor zover van toepassing revisie gegevens opnemen
-
materiaal administreren/terugbrengen
-
uren- en materiaal verantwoording invullen
-
nacalculatie
Toelichting: De kandidaat kan de handelingen, zoals omschreven in de
eindtermen 1 t/m 4 ‘oriënterend’ uitvoeren.
58
Download