In naam van 2015 De tijd loopt en de Coalition contre la Faim dank

advertisement
16 oktober/16 octobre
Toespraak in het Federaal Parlement van Thierry Kesteloot, voor de coalities 2015, de Tijd loopt
en de Coalition contre la Faim naar aanleiding van de Wereldvoedseldag
Discours de Thierry Kesteloot, au nom de la Coalition contre la Faim et de la coalition 2015, de
Tijd loopt, à l’occasion de la Journée Mondiale de l’Alimentation
In naam van 2015 De tijd loopt en de Coalition contre la Faim dank ik U om ons in het federaal
parlement te verwelkomen.
Dames en heren, de tijd dringt : vandaag, 16 oktober, half elf uur in de voormiddag, zijn er al
meer dan 12.000 mensen van de honger gestorven.
In 2007 steeg de honger met 75 miljoen mensen om nu bijna 1 miljard mensen te treffen. We
lopen dus hopeloos achter op de Milleniumdoelstellingen, om – in een wereld die de hele
wereldbevolking kan voeden, - de honger met de helft te verminderen.
We blijven steeds verder verwijderd van de vooropgestelde doelstelling : het onrecht van honger
is de laatste jaren blijven stijgen, in plaats van te verminderen! De voedselcrisis heeft op
dramatische wijze aangetoond dat het gevoerde beleid faalt.
De hevigheid van de voedselcrisis heeft velen verrast, maar dat de voedselcrisis op komst was
werd wel door velen verwacht. Sinds enkele maanden is er weer een dalende trend van
voedeslprijzen. Maar dit wijst echter helemaal niet op een oplosssing. Laten we maar twee
onderliggende structurele redenen aanhalen van de voedselcrisis die vandaag nog niet werden
aangepakt :
- de decennia lange verwaarlosing van landbouw in de ontwikkelingssamenwerking. Het aandeel
van de ontwikkelingssamenwerking voor landbouw werd sinds de jaren 80 herleid van 15% tot
een magere 3%. 3% hulp voor bijna de helft van actieve bevolking, 3% van de
ontwikkelingssamenwerking, terwijl dat meer dan 70% van mensen die aan honger lijden, boeren
en landarbeiders zijn.
De VN vraagt tevergeefs een US$ 30 miljard bijkomende middelen om de getroffen landen uit de
crisis te helpen. Niet eens de helft daarvan is beloofd. Slechts 12 miljard (of hetzelfde als de
gecumuleerde winsten in 2007 (crisisjaar) van de 9 belangrijke agroindustrie bedrijven (de 3
grootste meststoffenbedrijven, graanhandelaars en zaadbedrijven in de wereld). Een peulschil tov
van de astronomische bedragen om de financiële crisis aan te gaan. Wij verheugen ons dat
België beloofd heeft haar aandeel voor landbouw tot 10% van haar ontwikkelingssamenwerking
tegen 2010 te doen stijgen maar, geachte parlementsleden, we blijven nog steeds ver verwijderd
van de tot vervelens toe beloofde 0,7% doelstelling.
- het gevoerde landbouw- en handelsbeleid van de laatste decennia is er ook niet in geslaagd de
plattelandsarmoede te verminderen, de markten te stabiliseren, de broodnodige investeringen te
genereren in de landbouwsector. Landbouw vervult essentiële noden : voedselzekerheid, rurale
tewerkstelling, beheer van het leefmilieu, bestrijding van de armoede. De laatste decennia werd
er gekozen om de instrumenten tot marktregulering te ontmantelen, om overheidsondersteuning
voor de landbouw te verminderen, om de locale voedselproductie voor de locale voedselmarkten
niet of nauwelijks te beschermen. Ondanks de voorspelde crisis, staan vandaag de staten
grotendeels machteloos om tussen te komen, en treft de crisis de meest kwetsbare lagen van de
bevolking. Landbouw blijft een specifieke sector, die niet enkel kan afhangen van de regels van
de markt.
Mesdames et Messieurs, il faut admettre que les politiques du passé (celles de la coopération,
les politiques commerciales ou agricoles) ont été un échec. Malheureusement la crise alimentaire
avec ses marchés très volatils s’accompagne d’autres crises et enjeux :
- la crise financière qui risque de limiter fortement les investissements nécessaires,
- la crise énergétique, augmentant les coûts de production,
- la crise climatique et environnementale (et son impact sur la diminution de la productivité,
et l’augmentation des catastrophes naturelles),
-
une crise institutionnelle où la communauté internationale n’arrive pas à prendre les
mesures collectives dans l’intérêt général, et nourrir une population croissante.
Face à ces défis, de solutions sont possibles sans recourir aux mêmes remèdes qui ont contribué
à la crise actuelle.
Il est essentiel de reconnaître que les produits agricoles ne sont pas des produits « comme les
autres ». L’agriculture reste un secteur d’exception qui ne peut être régulé par les seules règles
de marché et doit être accompagné par des politiques agricoles et alimentaires fortes.
Nos demandes s’inscrivent dans le droit à la souveraineté alimentaire défini comme :
« Le droit des peuples à une alimentation saine, dans le respect des cultures, produite à l’aide de
méthodes durables et respectueuses de l’environnement, ainsi que leur droit à définir leurs
propres systèmes alimentaires et agricoles, sans que ceux-ci portent préjudices aux droits des
autres peuples. »
Ces demandes comprennent :
1. Des politiques agricoles et commerciales équitables et solidaires donnant la priorité à
une production locale pour des marchés locaux et régionaux tout en renforçant
l’espace politique y compris pour stabiliser les marchés et garantir des prix
rémunérateurs
 Investir dans une agriculture familiale durable, qui reste le fondement de tout
développement agricole et qui a la capacité de répondre aux défis posés.
 Un accès équitable aux moyens de production
2. La reconnaissance du rôle des organisations paysannes et leur appui
 Reconnaissance de leur rôle d’interlocuteur par rapport aux politiques agricoles et
alimentaires.
 Renforcement de leur position de négociation par rapport à la position dominante des
entreprises agro-alimentaires.
3. Chez nous, nous appelons au devoir de cohérence
 La souveraineté alimentaire des populations et des Etats ne peut être mis à mal par les
politiques commerciales imposant une libéralisation des marchés agricoles, les politiques
agricoles qui peuvent déstructurer les agricultures du Sud, les politiques énergétiques et
les mandats concernant l’utilisation d’agrocarburants, les politiques contribuant au
réchauffement climatique, les positions relatives à la dette des pays en développement,
les politiques financières, de change et d’investissement.
Ces solutions ont reçu l’appui de partenaires et organisations paysannes du Sud, mais aussi des
principales organisations de producteurs agricoles belges (la Fédération Wallonne de
l’Agriculture, la FUGEA et le Boerenbond). C’est un signe tangible que des politiques solidaires et
équitables peuvent être proposées.
Mesdames et Messieurs, le temps presse. Nous sommes ici au parlement qui est le lieu par
excellence pour promouvoir les droits humains, pour contrôler les engagements pris par nos
gouvernements et pour œuvrer pour l’intérêt commun de tous. Nous vous proposons des pistes
d’action pour agir et contribuer à résoudre la crise alimentaire.
Dames en heren, de tijd dringt. Het parlementair jaar gaat van start en de politieke agenda biedt
U de mogelijkheid om op korte termijn een verschil te maken.
Elementen van de komende politieke agenda
1. Ontwikkelingssamenwerkingbeleid
 In 2008 werkt het parlement een resolutie over de voedselcrisis af.
 In dezelfde periode beslist het federale parlement over de hernieuwing van het Belgisch
Overlevings Fonds.
 De discussie over het jaarlijkse budget van de Minister van ontwikkelings-samenwerking zal
de verbintenissen concretiseren in het kader van de strijd tegen honger, de herwaardering
van de familiale landbouw (zowel kwantitatief als kwalitatief) en de steun aan
landbouworganisaties.
2. Handelsbeleid
 De onderhandelaars van de WTO moeten gestimuleerd worden om de ontwikkelingsdoelstellingen, voedselrecht en voedselsoevereniteit in het centrum van hun
onderhandelingen te plaatsen.
 Binnen de commerciële onderhandelingen: de ACP landen de nodige politieke ruimte te laten
om hun landbouw- en voedselbeleid te ontwikkelen als antwoord op de voedselcrisis.
3. Landbouwbeleid
 De “gezondheidscheck” van het Gemeenschappelijk Lanbouwbeleid staat momenteel ter
discussie op Europees niveau. Dit is een gelegenheid om druk uit te oefenen voor een
Europees landbouwbeleid dat beantwoordt aan de verwachtingen van de Europese
landbouwers en burgers en rekening houdt met de belangen van landbouwers en burgers in
het Zuiden.
 In 2009 en 2012: de bespreking van het gemeenschappelijke landbouwbudget en de definitie
van een nieuw gemeenschappelijk landbouwbeleid post-2013.
4. Energie- en klimaatbeleid
 De doelstelling om tegen 2020 10% biobrandstoffen binnen het transport op te nemen mag
niet ten koste gaan van voedselzekerheid, toegang tot duurzame gronden en respect voor
milieu en sociale normen. Deze doelstelling moet halfweg geëvalueerd worden.
 De maatregelen om de opwarming van de aarde tegen te gaan moeten vaststaan tegen de
VN-conferentie in Kopenhagen in december 2009. De oprichting van een fonds voor de
ontwikkelingslanden waarmee ze hun adaptatievermogen tegen de opwarming van de aarde
kunnen versterken, ook binnen de landbouwsector, is noodzakelijk.
Er zijn twee belangrijke politieke afspraken waar België een verschil kan maken :
Juni 2009: verkiezingen op regionaal en Europees niveau, waarbinnen specifieke
verantwoordelijkheden liggen inzake landbouw- en voedselthema’s
2010, Belgisch voorzitterschap: een belangrijke gelegenheid om binnen het Europees beleid te
wedijveren voor het recht op voedselsoevereniteit en het recht op voedsel.
Vandaag wordt de familiale landbouw in de wereld door de crisis bedreigd. Dit zou een ramp
betekenen omdat juist een duurzame familiale landbouw voor vele uitdagingen van de crisis aan
de basis van de oplossing ligt. Honger is geen fataliteit. Met de nodige politieke wil kan het uit de
wereld geholpen worden.
Download