Heelal Middelbare scholen testen elektronisch leren

advertisement
Middelbare scholen testen elektronisch leren
Het Heelal op proef
Voorzichtig starten scholen met het inzetten van een elektronische leeromgeving. De
vooruitzichten zijn groots, maar in de praktijk blijken er flink wat kinderziektes te overwinnen.
Twee middelbare scholen waagden een experiment met ‘Het Heelal’. De evaluatie levert nuttige
gegevens op voor een volgende ronde.
Twee scholen voor voortgezet onderwijs, het Pleincollege Bisschop Bekkers en de vestiging Het
Nieuwe Eemland van het Meridiaan College, voerden gedurende twee jaar een kleinschalig experiment
uit met de elektronische leeromgeving ‘Het Heelal’. Het Heelal is een databasegestuurde website met
een tweeledige functie. Het is een (informatie) bron waar opdrachten op staan waarvoor op internet
gezocht moet worden. En het is een interactief platform waar mensen met elkaar kunnen
communiceren. Het Heelal – dat zich niet tot bètavakken beperkt – is gericht op vakoverstijgend leren
en kan worden gebruikt door alle vakdocenten. De leeromgeving sluit aan bij het streven naar
onafhankelijk en actief leren, naar productief leren en naar het werken met betekenisvolle taken.
Doorslaggevend argument voor de scholen om voor Het Heelal te kiezen was dat dit product reeds
opdrachten bevatte, in tegenstelling tot veel andere elektronische leeromgevingen (elo’s). De scholen
werkten tijdens twee schooljaren gedurende zes tot acht weken in 4 en 5 havo en/of vwo aan het project
Het Heelal. De coördinatie en realisatie van het project berustte geheel bij de ict-coördinatoren, op
beide scholen een bètadocent. Op beide scholen namen vier tot vijf leraren deel aan het project. Door
vertrek van een aantal docenten die aanvankelijk het project zouden uitvoeren, moesten minder
ictvaardige docenten hun taken overnemen. Het project is uitgevoerd bij de vakken anw, biologie, frans,
klassieke talen en/of economie. De introductielessen vonden in de klas plaats, daarna werden de
opdrachten door de leerlingen buiten de klas uitgewerkt op een door hen zelf gekozen plaats en tijdstip.
Beoordelingscriteria en tijdsplanning waren bij de opdrachten vermeld. De bedoeling was dat de
leerlingen on line zouden samenwerken en on line met de docenten over de vorderingen en producten
zouden communiceren. Met de deelnemende leerkrachten is voorafgaand aan de start het programma
doorlopen; tijdens de rit kregen ze technische begeleiding van de ict-coördinator. Overleg vond ad hoc
plaats. De docenten konden bij problemen telefoneren of e-mailen met de externe begeleider. Er heeft
geen onderwijskundige begeleiding plaatsgevonden. Op grond van de evaluatie van het eerste
uitvoeringsjaar zijn er in Het Heelal een aantal verbeteringen aangebracht en hebben de docenten zelf
opdrachten gemaakt voor het tweede uitvoeringsjaar, die ze trachtten in te passen in het curriculum. De
opdrachten gingen over zaken als microorganismen, voortplanting, fabeldieren, of over het kopen en
huren van een huis. Aan het einde van het tweede uitvoeringsjaar is opnieuw geëvalueerd.
RESULTATEN
Is het project geslaagd? Voor een deel wel, zo blijkt als we de vooraf geformuleerde doelen voor het
management, de docenten en de leerlingen langslopen. De scholen hebben daadwerkelijk een elo
ingezet in het primaire leerproces en ze gaan daar zeker mee door. Door het experiment hebben de
schoolleiders nu een beter idee hoe dit vervolg opgezet moet worden. De link naar het leren en
onderwijzen moet echter nog verder uitgewerkt worden. Of en in hoeverre de leraren beter zicht
gekregen hebben op de mogelijkheden van een elo en op de mate waarin ze meer durf hebben
gekregen ermee te werken, dat verschilt van docent tot docent. De meerderheid is gemotiveerd
gebleven of geraakt om er in de toekomst gebruik van te maken. Maar wel is duidelijk geworden dat de
opstellers van ict-projecten de mogelijkheden van leerkrachten niet moeten overschatten. De doelen
voor de leerlingen zijn deels gerealiseerd. Alle scholieren hebben leren werken met een elo. En vrijwel
alle leerlingen hebben samengewerkt en een ‘product’ gemaakt, zoals een powerpointpresentatie of een
webpagina. Een deel heeft ook iets geleerd over een planning maken, een onderzoek uitvoeren en
presenteren. De scholieren hebben daarbij vaker iets geleerd van zichzelf dan van de docent, van de
elo of van de medeleerling. Dit beantwoordt aan de wens van de scholen dat leerlingen vooral
zelfstandig leren.
ADVIEZEN
Betrokkenen van beide scholen gaven een groot aantal adviezen voor verbetering van een project als
Het Heelal en voor leeromgevingen als zodanig. Zo viel de hoeveelheid en ook de geschiktheid van de
opdrachten tegen. En de beloofde dan wel gewenste uitbreiding van het aantal opdrachten vond vrijwel
niet plaats. Behalve dat een aantal van twee deelnemende scholen daarvoor te gering is, bleken de
uitvoerende docenten ook over te weinig tijd te beschikken om zelf meerdere opdrachten (met links naar
andere bronnen) te ontwikkelen. Het ontwikkelen van opdrachten zal op een andere manier
georganiseerd en gerealiseerd moeten worden. De nagestreefde on line communicatie kwam niet goed
van de grond doordat docenten en leerlingen elkaar dagelijks zagen; mondelinge communicatie gaat
dan sneller. On line samenwerking zal alleen lukken als er door leerlingen en docenten van
verschillende locaties of scholen tegelijkertijd gezamenlijk aan een opdracht gewerkt wordt. Omdat Het
Heelal nog in de experimenteerfase verkeerde, waren uitbreiding en integratie in het onderwijs niet
mogelijk. Een schoolleider: “In een dergelijke fase heeft het alleen zin om er met pioniers aan te werken.
Evenmin is in zo’n stadium een elo geschikt om docenten computervaardig te laten worden. Gebleken is
dat het zeker een jaar duurt voordat een klein groepje docenten uit de voeten kan met een elo, zelfs als
het een goed programma zou zijn. Een school moet nu eenmaal zelf kunnen ervaren, zelf uitvogelen”.
Maar een dergelijk project moet wel planmatig aangepakt worden, met evaluatie en snelle bijstelling.
Onderwijskundige begeleiding en de aanwezigheid van iets als een helpdesk zijn noodzakelijk.
Expliciete ondersteuning door de schoolleiding spreekt voor zich. Of de leerlingen met Het Heelal meer
kennis hebben opgedaan dan via een traditionele werkwijze, kon niet worden nagegaan. De leerlingen
werkten buiten het zicht van de docent aan de opdrachten, toetsen was niet mogelijk. Voor het opdoen
van vakkennis zou deze elo zich dan ook minder goed lenen. ‘Andere’ vaardigheden zouden
gemakkelijker te realiseren zijn, zoals het leren omgaan met een elo, het doen van een onderzoekje, het
maken van een planning of iets presenteren. Daaruit vloeit voort dat het werken met een elo beter in de
lagere leerjaren kan plaatsvinden, nadat eerst cursussen in de basisvaardigheden, afgestemd op wat
een leerling al kan, zijn gegeven. De kwaliteit van de leeromgeving ten slotte werd door de leerlingen
gemiddeld als net voldoende beoordeeld. De leerlingen adviseren dan ook uitbreiding en een grotere
toegankelijkheid van bronnen, meer ruimte, meer multimedia, een chatbox, maar ook een betere uitleg
op de site van hoe de elo werkt. Een pagina met instructies is bijvoorbeeld door een deel van de
leerlingen niet gezien. En de opdrachten werden door een deel van de scholieren tamelijk oninteressant
gevonden, een belangrijk knelpunt. Slechts een enkele leerling heeft zelf een opdracht ontworpen.
Evenmin waren alle scholieren tevreden over de rol van de docent. Enkele leraren kregen dan ook het
advies zich zelf eerst voor te bereiden en pas dan duidelijk uit te leggen, meer interesse te hebben,
meer persoonlijk contact te hebben met de leerling, meer te motiveren en meer ‘leraar’ te spelen. Het
aantal doelen dat vooraf geformuleerd was voor het management, de docenten en de leerlingen blijkt
achteraf te groot geweest te zijn voor een kleinschalig project als dit. Duidelijk is dat voor het inzetten
van een elo een beperkt aantal realistische doelen geformuleerd moet worden en dat vooraf concreet
uitgewerkt moet zijn hoe die doelen gerealiseerd en getoetst kunnen worden. De ontwikkelaars van Het
Heelal werken inmiddels aan verbetering (http://heelal.aps.nl).
A.M. de Vries, Ervaringen met een elektronische leeromgeving in havo en vwo (lpc-kortlopend
onderwijsonderzoek uitgevoerd op verzoek van het veld), GION/RUG. [email protected]
Download