CoCo de nieuwe toren van Babel? Discussie Cevo syllabus scheikunde: ‘In de globale examenprogramma’s is de context-conceptbenadering niet zichtbaar. Een examenprogramma is immers een opsomming van kennis en vaardigheden die leerlingen na hun onderwijs tot een zeker niveau hebben verworven. De specificatie van het programma van het centraal examen geeft zo eenduidig mogelijk aan welke kennis en vaardigheden dat zijn.’ • CoCo is het uitgangspunt van de vernieuwing van een aantal vakken 2de fase. • Moet deze benadering zichtbaar zijn in de (concept)examenprogramma's van deze vakken? CoCo – wisselwerking tussen concepten en contexten • CoCo – uitgangspunt van vernieuwing vakken 2e fase havo/vwo • R&D-project CoCo 20082012 'Ontwikkeling van talent in de tweede fase' (KNAW, 2003) 'onderscheid te maken tussen duurzame kernconcepten en kernvaardigheden aan de ene kant en wisselende theoretische en praktische contexten aan de andere kant.' Commissies aan de slag Maatschappijwetenschappen, Economie, Biologie, Scheikunde, Natuurkunde, Wiskunde, Natuur, leven en technologie • (deels) gemeenschappelijke knelpunten • Verschillende commissies, opdracht, start, fasen, aanpak, uitwerking CoCo • Concept-contextbenadering, Context-conceptbenadering, concepten en contexten • Onderscheid wat en hoe • Impliciete en expliciete verwijzingen naar theorieën over leren, didactiek Waar hebben we het nu over? • “The committee suggested that the Dutch educational practice should be transformed from a content-oriented into a context-based practice. The new curriculum should consist of small context-based teaching units, which are designed to fulfil the diverse needs of students, society and science.” (scheikunde) • “Om segmenten van de samenleving te onderscheiden is door de CVBO gekozen voor de eenheid van de handelingspraktijk. Een handelingspraktijk wordt hier verder aangeduid als een context.“ (biologie) • “De processen die in de context-conceptbenadering tot diepe begripsvorming leiden worden inzichtelijk gemaakt in de bekende leercyclus van Kolb (1984)”. (natuurkunde) • In het schoolexamen kunnen de kernconcepten en -vaardigheden in wisselende contexten worden toegepast. (maatschappijwetenschappen) Curriculaire Verschijningsvormen Beoogd (Intended) Denkbeeldig Beoogd (Intended) Formele, Geschreven Uitgevoerd (Implemented) Geïnterpreteerd (m.n. door (Ideal, Ideological, Ideaistic) (Formal, Written) leraren, maar ook anderen…; cf. false clarity; painful unclarity) (Perceived) Uitgevoerd (Implemented) In actie Bereikt (Attained) Ervaren (Operational) (m.n. door leerlingen) (Experiential, Experienced) Bereikt (Attained) Geleerd (Learned) En dan zijn er ook nog: • Verborgen leerplan (hidden curriculum) • Getoetste leerplan (tested curriculum) • Nostalgische leerplan (vooral bij ouders, media, BON…) • Et cetera Curriculair spinnenweb Rationale Mit Dank an Jan van den Akker, SLO, Enschede Kader voor een schoolvak • • • • Examenprogramma – Vernieuwingscommissies – Vaststelling door ministerie Lesmateriaal, voorbeeldmatig - pilots vernieuwingscommissies - uitgevers Schoolexamen – Handreiking SLO, voorbeeldmatig Centraal examen – Syllabuscommissie Cevo – Examenopgaven Cito Versterken bètaonderwijs Beweegredenen • Snelle ontwikkelingen in de wetenschappelijke discipline(s), die de basis vormen voor het schoolvak; • Aansluiten bij technische en maatschappelijke ontwikkelingen; • Verschuiving van accenten in doelstellingen schoolvak • Overladenheid en van het curriculum; • Versterken van doorlopende leerlijnen; • Recht doen aan verschillen; • Nadruk op losse begrippen i.p.v. op ontwikkeling samenhangend conceptueel netwerk; • Gebrek aan transfer van kennis en vaardigheden • Ruimte maken voor vernieuwing. EU-afspraken 2000 Lissabon 15% meer bèta (arbeidsmarkt, ho, natuurprofielen) Doelstellingen schoolvak Twee algemene doelstellingen tweede fase: - algemene ontwikkeling en vorming; - voorbereiding op opleidingen in het hoger onderwijs. - Instroomeisen: alfa/gamma (AOV), bèta (VHO) ec: mw: na: sk: bio: wi: NLT: adequate deelname aan het maatschappelijk verkeer sociale en politieke kaart van Nederland in Europees en Internationaal perspectief brede groep N-leerlingen aanspreken met behoud van niveau vakgebied dat beoogt alle leerlingen aan te spreken binnen vak veel ruimte voor persoonlijke betekenisvorming verschillende programma‘s met eigen accenten AVO en VHO Aantrekkelijkheid bètaonderwijs en samenhang tussen bètavakken versterken. Waarom CoCo? • • • • • • Benadering sluit aan bij wetenschappelijke theorieën vanuit leerpsychologie en (vak)didactiek Aantrekkelijk, actueel en relevant onderwijs Aard van kennis Versterken van samenhang binnen en tussen vakken Structuur en ordening van het schoolvak Kennisontwikkeling en kennissamenleving CoCo-benadering is vooral een middel om en geen doel op zichzelf! Concepten • materie, energie, ruimte, tijd, wisselwerking • molecuulconcept, micro-macro-concept • combinatie van organisatieniveaus met systeemconcepten levert 48 (havo) / 51 (vwo)concepten • getal, formule, functie, verandering, ruimte, toeval • schaarste, ruil, markt, ruilen over de tijd, samenwerken en onderhandelen, risico en informatie, welvaart en groei • sociale cohesie, macht en gezag, socialisatie en acculturatie, identiteit, globalisering, ontstatelijking, .... (18) Contexten • • • Een betekenisvolle situatie of probleemstelling (nlt, wi, na) Een situatie of gebeurtenis waarin concepten een rol spelen (ec) Soorten contexten • maatschappelijke (leefwereld)contexten • beroepscontexten (technologisch en toepassingsgericht) Bruggen tussen de werkelijkheid en de concepten (sk en mw) • wetenschappelijke contexten (theoretisch en experimenteel) • Een handelingspraktijk (bi) • didactische en wiskundige contexten Oude wijn in nieuwe zakken? Kenmerken CoCo beoogd curriculum • duurzame concepten, die enige tijd meegaan • concepten, die de essentie vakgebied weergeven • geen woud aan begrippen, maar beperkt aantal kernconcepten • concepten, die in grote mate kennis structureren • reactie op dynamiek hedendaagse kennismaatschappij • concepten, die in meerdere contexten betekenis krijgen • nadruk op de wisselwerking tussen concepten en contexten • belang van de- en recontextualiseren • didactische uitwerking door scholen en docenten; meerdere wegen naar Rome CoCo – wisselwerking tussen concepten en contexten • • Curriculair instrument: -ontwikkelen leerplannen - ontwikkelen programma- en leerlijnen - ontwikkelen van onderwijseenheden Didactische methode: CoCo internationaal: opvattingen van Hart (1997) en Whitelegg and Parry (1999) over Context based (science) education • CoCo zowel als curriculaire als didactische methode • Theorieën over leren en didactiek vormen onderleggers voor CoCo • Learning is contextualized • Brede opvatting CoCo als didactische methode • Model: Venster op wisselwerking concepten en contexten Venster op wisselwerking tussen concepten en contexten Concept-contextbenadering (uit vragenlijsten pilotdocenten evaluatie) • Breed gedragen door pilotdocenten • Het nieuwe zit hem volgens docenten vooral in: – De didactiek (Bio/Sk-docenten) – Nieuwe inhouden (Na-docenten) – Contexten (Bio/Na/Sk-docenten) In hoeverre is de vernieuwing gericht op het wat en niet op het hoe? Discussie Cevo syllabus scheikunde: ‘In de globale examenprogramma’s is de contextconceptbenadering niet zichtbaar. Een examenprogramma is immers een opsomming van kennis en vaardigheden die leerlingen na hun onderwijs tot een zeker niveau hebben verworven. De specificatie van het programma van het centraal examen geeft zo eenduidig mogelijk aan welke kennis en vaardigheden dat zijn.’