IN DE FOCUS Bart Hellinckx “Het is een zegen dat dit systeem bestaat” I n november 2014 werd bij de 56-jarige onderwijzeres Hilde Adriaens uit Leuven kanker vastgesteld. Ondanks een succesvolle behandeling was zij het volgende schooljaar nog niet volledig hersteld en had zij moeite om zich aan te passen aan het normale werkritme. Hilde vertelt hoe zij dankzij het ‘verlof voor verminderde prestaties wegens ziekte’ geleidelijk aan de draad opnieuw kon oppakken. “Bij het begin van het schooljaar leek er nog geen vuiltje aan de lucht. Ik was werkzaam in Mater Dei in Leuven, een fijne school met een heel hecht team. Sinds mijn eerste interim in 1978 was ik daar altijd kunnen blijven en ik was intussen vastbenoemd. Na vele jaren in het zesde leerjaar, stond ik sinds 2008 in het vierde. Meestal had ik klassen van meer dan dertig kinderen, maar dat jaar had ik voor het eerst ‘de luxe’ van een klasje van slechts vijftien kinderen.” Bevolkingsonderzoek “In het najaar van 2014 kreeg ik een uitnodiging om mee te doen aan een bevolkingsonderzoek naar darmkanker. Omdat het gratis was en re- 8 BASIS 22 APRIL 2017 latief weinig moeite kostte, ben ik daarop ingegaan. Een paar weken later kreeg ik een brief met de mededeling dat mijn resultaten niet in orde waren en dat ik de huisdokter moest consulteren. Hij legde me uit dat een endoscopie noodzakelijk was, maar hij stelde me dadelijk gerust: ‘In 80% van de gevallen is het loos alarm’. Ik ben iemand die nuchter en koelbloedig blijft, dus ik heb me geen zorgen gemaakt. Ik had trouwens ook nergens last van, ik voelde me heel goed. Ik moest nog twee maanden wachten voor de endoscopie en ik ben gewoon verder blijven werken. Eind november hebben ze het onderzoek gedaan en daaruit bleek dat ik een poliep had, een woekering van het slijmvlies van de dikke darm. De gastro-enteroloog deelde mee dat hij een biopsie zou nemen, maar dat de poliep in elk geval verwijderd moest worden. Een week later waren de resultaten van de analyse bekend. Het was serieus schrikken want het bleek te gaan om een zeer agressieve tumor.” Behandeling “Toen ging het plots heel snel. Een week later, op 12 december, zou de operatie al plaatsvinden. Enkele dagen voordien moest ik stoppen met werken want de dokter had benadrukt dat ik goed uitgerust moest zijn voor de ingreep. De operatie was op een vrijdagavond, maandag mocht ik al naar huis en dinsdag zat ik al op mijn fiets. Dat viel dus enorm mee! Hoewel samen met de poliep ook ongeveer 40 cm van de dikke darm was verwijderd, had ik er in feite nauwelijks last van. De chirurg vond ook dat het er goed uitzag, maar de gastro-enteroloog raadde mij toch aan preventief een chemokuur van twaalf beurten te volgen. Op 12 januari 2015 heb ik dan mijn eerste chemo gekregen. Ik had vooraf gevraagd of ik halftijds kon hervatten, maar de dokter raadde mij dat af. Door de behandeling verzwakt je immuniteit, waardoor je extra vatbaar bent voor infecties. Contact met kinderen is daarom risicovol. Ik had veel horrorverhalen gehoord over chemotherapie, maar het viel uiteindelijk vrij goed mee. Ik was er niet ziek van. Het is moeilijk om onder woorden te brengen, maar van zodra je aan het infuus ligt, heb je gevoel dat er iets door je aderen loopt dat niet normaal is. Vanaf de achtste beurt sloeg de vermoeidheid toe. De laatste chemo was op 16 juni en ik ben dus tot het einde van het schooljaar in ziekteverlof geweest. Ik was toen ontzettend moe.” Steun van collega’s “Tijdens de meer dan zes maanden dat ik op school afwezig was, heb eigenlijk niet gemerkt dat ik er niet meer bij hoorde. Er ging geen week voorbij of ik hoorde of zag wel iemand van de school. Ik was daardoor altijd bij alles betrokken. Ik vond dat heel belangrijk. Ik herinner me dat ik ook grappend tegen mijn directrice heb gezegd: ‘Zo’n klein klasje moet je me niet meer geven want mijn lichaam kan daar blijkbaar niet tegen!’. Toen ik aan mijn collega’s vertelde dat ik het volgende schooljaar (2015-2016) terug voltijds zou beginnen werken, verklaarden ze me voor gek. Ik heb het toch gedaan, maar Hilde Adriaens (59): “Er ging geen week voorbij of ik hoorde of zag wel iemand van de school. Ik was altijd bij alles betrokken.” eind september was mijn kaars uit. Ik was heel snel moe. In de klas zelf ging het nog wel, maar de verplaatsingen naar mijn klas op de derde verdieping, naar de refter en naar de turnzaal vielen mij heel zwaar.” Gouden tip “Ik ben toen eens gaan informeren bij Magda Van der Veken, vrijgesteld secretaris van het COV in VlaamsBrabant. Zij heeft me uitgelegd dat een ‘verlof voor verminderde prestaties wegens ziekte’ (VVP ziekte) misschien een goede oplossing was voor mij. Met dat verlof kan je deeltijds werken met behoud van je volledige loon. Tijdens het verlof moet je, afhankelijk van het volume dat je blijft werken, per dag ½ of ¼ ziektedag inleveren. Omdat ik in mijn loopbaan nooit lang ziek was geweest, had ik gelukkig nog genoeg ziektedagen. Omdat de VVP ziekte onmiddellijk moet aansluiten op een periode van ziekteverlof moest ik eerst een tijdje in ziekteverlof zijn. Van Magda vernam ik dat er ongeveer een week nodig was om van het controleorgaan (toen nog Mensura, inmiddels Certimed) toestemming te krijgen voor de VVP ziekte. Om te vermijden dat de school haar middelen voor korte vervangingen zou moeten aanspreken, ben ik uiteindelijk tien werkdagen in ziekteverlof geweest. Die periode was zeker geen overbodige luxe want na de drukte van september was ik totaal uitgeput. Ik kon de tijd dus heel goed gebruiken om te recupereren. Er was wel nog een bijkomende complicatie. Ik wilde op maandag deeltijds hervatten met de VVP ziekte maar de huisdokter had mij ziekteverlof voorgeschreven tot en met vrijdag. Ik kreeg toen van het controleorgaan een e-mail dat de VVP niet kon ingaan omdat het verlof niet onmiddellijk aansloot op de periode van ziekteverlof. Ik ben toen terug naar de dokter moeten gaan om mijn ziekteverlof te verlengen tot zondag.” Comfortabel werken “Half oktober 2015 ben ik dan eindelijk halftijds begonnen. Ik werkte op vaste dagen, op donderdag en vrijdag, en op woensdag om de twee weken. Dat was zalig. Mijn duopartner, een jong meisje met de ziekte van Crohn, had zelf een ingreep achter de rug en kon ook niet voltijds werken. Wij vulden elkaar dus heel goed aan. De samenwerking liep ook perfect. We hadden voor elk vak goede afspraken gemaakt zodat we vrij onafhankelijk konden werken. De kinderen vonden het ook tof want nu hadden ze een oude en een jonge juf! Mijn directrice zag er ook totaal geen graten in. Zij liet ons bovendien toe om onze dagen onderling te wisselen als de nood zich voordeed, bijvoorbeeld wanneer ik op medische controle moest. Voor haar was alles in orde zolang de kinderen in goede handen waren, Het COV is begaan met ernstig en langdurig zieken, en onderschrijft de vraag van het ACV om zieke werknemers op een haalbare, vrijwillige manier terug aan de slag te laten gaan wanneer ze zich daar klaar voor voelen. Het ACV lanceerde daarom de actiesite www.teruginhetzadel.be. Op 28 april 2017 is het Werelddag voor Veiligheid en Gezondheid op het werk. Ook wij hebben een #hartvoorzieken, want ziekte kies je niet. Kijk ook op www.cov.be (> Ik zoek info over > ziekte). 22 APRIL 2017 BASIS 9 Verlof voor verminderde prestaties wegens ziekte Na een ernstige of langdurige ziekte kan je dankzij de VVP ziekte een periode deeltijds werken (minimum 50% van een voltijdse opdracht) om zo je gewone werkritme terug te vinden. Je ontvangt je volledige salaris. Het deel van je opdracht dat je niet presteert, geldt als dienstactiviteit. Het verlof heeft dus geen negatieve gevolgen voor je pensioen. Tijdens de VVP ziekte worden ziektedagen aangerekend. Blijf je minstens 75% van een volledige opdracht werken, dan is dit per dag ¼ dag ziekteverlof. Werk je minder dan 75%, dan gaat het om een ½ dag. Het maakt niet uit of je een tijdelijk of vastbenoemd personeelslid bent, wel of je nog beschikt over bezoldigd ziekteverlof. De VVP ziekte is enkel mogelijk mits goedkeuring van het controleorgaan Certimed. De aanvraag gebeurt minstens een week op voorhand met een medisch attest en een plan opgemaakt door je (huis)dokter. Duurt je VVP ziekte langer dan twee maanden, dan is er op het einde van elke periode van twee maanden een controle. Er is wettelijk geen beperking op de duur van het verlof, het is wel de bedoeling dat je uiteindelijk je opdracht volledig herneemt. Het verlof moet onmiddellijk aansluiten op een periode van ziekteverlof of op een verlof voor verminderde prestaties wegens arbeidsongeval toegestaan door Medex. wij alles eerlijk onder elkaar regelden en we haar vooraf op de hoogte brachten van de wissel. Dat deze flexibiliteit mogelijk was, apprecieer ik enorm.” Begripvolle artsen “Over de dokters had ik ook allerminst te klagen. Het verlof moest om de twee maanden verlengd worden en dan kwam er een controle­ arts langs. Als het uitzonderlijk eens een andere arts was, moest ik natuurlijk heel mijn verhaal opnieuw vertellen. Na het gesprek maakte de dokter een document op en verwittigde hij de werkgever. Ik moest verder niets doen. Als ik toevallig niet thuis was wanneer de dokter langskwam, vond ik een papier in de brievenbus met een oproep mij bij de controlearts aan te bieden. Vermits de VVP ziekte half oktober was gestart en elke twee maanden was verlengd, liep mijn laatste peri- 10 BASIS 22 APRIL 2017 ode tot half juni 2016. Ik had aan de controlearts gezegd dat ik de laatste twee weken wel voltijds zou werken want dat ik dat het volgende schooljaar tenslotte ook zou doen. De dokter verbaasde zich daarover. Hij vond wat ik had meegemaakt erg ingrijpend en raadde het mij af. Op een bepaald moment zei mijn directeur dat hij bericht had gekregen dat de VVP ziekte werd toegestaan tot eind juni en kort nadien heb ik daarover zelf ook een brief ontvangen. De controlearts had blijkbaar op eigen initiatief alles in orde gebracht! Dat was natuurlijk een bijzonder prettige verrassing waardoor zowel ik als mijn collega het schooljaar gewoon konden uitdoen.” Opnieuw VVP ziekte “In september 2016 ben ik opnieuw voltijds gestart. Omdat ik voelde dat het erg zwaar was, heb ik na die maand beslist om, indien mogelijk, “Ik zou het door mijn ziekte niet volgehouden hebben om voltijds te werken. En als ik minder had moeten werken met loonverlies, dan had ik het financieel niet kunnen rooien.” terug halftijds te werken in VVP ziekte. Ik heb toen veel info en de nodige documenten gekregen van Ilse Ottoy, een zeer fijne oud-collega die op het algemeen secretariaat van het COV in Brussel werkt. Ik moest opnieuw tien dagen in ziekteverlof zijn om het verlof aan te vragen bij het controleorgaan. Aan de controlearts heb ik uitgelegd dat ik met deeltijds werk veel beter kan recupereren. Ik heb ook gezegd dat, als ik comfortabeler kan werken, ik ook meer kan verdragen van de kinderen. Als het een beetje teveel wordt, ben je sneller kortaf. De VVP werd toegestaan en ik had het geluk dat ik opnieuw kon samenwerken met dezelfde fijne collega. Wij vullen elkaar perfect aan. Ik ben een beetje een ‘digibeet’, mijn jonge collega is meer vertrouwd met de digitale media. De tweede graad heeft momenteel een project rond fotografie waarbij een fotografe op donderdag en vrijdag workshops komt geven op school. Mijn collega is erg geïnteresseerd in fotografie en zij doet dat project. Op die momenten wisselen wij gewoon onze dagen. Mijn VVP loopt voorlopig nog tot 15 april 2017. In de paasvakantie zal de controlearts langskomen.” Dankbaarheid “Ik moet na dit schooljaar nog één schooljaar doen. Ik word volgend jaar zestig en ik kan op 1 september 2018 stoppen. Ik besef dat het wellicht niet mogelijk zal zijn om van het verlof gebruik te maken tot aan mijn pensioen. De controlearts heeft dat ook al eens laten verstaan. Het is immers een tijdelijk stelsel met het oog op een volledige werkhervatting. We zullen zien hoe het loopt. Men zegt wel eens: ‘Kanker maakt arm’. In het onderwijs mogen we ons echt gelukkig prijzen dat dit systeem bestaat. Na dat zware jaar zou ik het zeker niet volgehouden hebben om voltijds te blijven werken en als ik verminderd had moeten werken met loonverlies, dan denk ik niet dat ik het financieel had kunnen rooien. Ik kan werkelijk alleen maar lovend zijn over de VVP ziekte. Het is een zegen dat dit systeem bestaat.” n