BANK EN BEURS BINNENSTEBUITEN DEEL 1

advertisement
BANK EN BEURS BINNENSTEBUITEN
DEEL 1 Wetgevend en institutioneel kader:
BIJKOMENDE VRAGEN & OPDRACHTEN: OPLOSSINGEN
Multiplechoicevragen
1
De voornaamste macro-economische functie van een bank is:
A
B
C
D
2
het scheppen van bankbiljetten
het nemen van economische risico’s
kredietverlening
het afromen van spaargeld
Onder liquiditeit van een bank verstaan we:
A de mogelijkheid van de bank om met het eigen vermogen garant te staan voor
eventuele verliezen op debiteuren
B de winst uitgedrukt in een percentage van het vreemd vermogen
C de hoeveelheid chartaal geld in de kas van een bank
D het vermogen om te voldoen aan de kortlopende verplichtingen
3
Gegeven is de volgende bankbalans:
Bank
Kas
Tegoed bij de centrale bank
Debiteuren
Gebouwen
Eigen vermogen
Crediteuren in rekening-courant
Kortlopende termijndeposito’s
Welke balansposten veranderen er en in welke richting door kredietverlening
waarbij de lening is belegd in nieuw uit te geven aandelen van deze bank?
A
B
C
D
Debiteuren + en Eigen vermogen +
Debiteuren – en Crediteuren in rekening-courant –
Crediteuren in rekening-courant + en Termijndeposito’s +
Debiteuren + en Crediteuren in rekening courant +
Bank en beurs binnenstebuiten
DEEL 1_bijkomende vragen en opdrachten_oplossingen
4
Onder de solvabiliteit van een bank verstaan we:
A de mogelijkheid van een bank om met het eigen vermogen garant te
staan voor eventuele verliezen op debiteuren
B de winst uitgedrukt in een percentage van het vreemd vermogen
C de hoeveelheid chartaal geld in de kas van een bank
D het percentage van de kortlopende verplichtingen dat gedekt is
5
De rendabiliteit van een bank is gebaat bij:
A
B
C
D
een hoge rente op de toevertrouwde middelen
een klein rentemarge
een hoge rente op de deposito’s en een lage rente op de kredieten
een lage rente op de deposito’s en een hoge rente op de kredieten
Bank en beurs binnenstebuiten
DEEL 1_bijkomende vragen en opdrachten_oplossingen
Open vragen
2.1
De rol van de banken in de economie
I
Financiële bemiddeling
1
Welke partijen vinden we terug op de financiële markten?
GEZINNEN
BEDRIJVEN
OVERHEID
BUITENLAND
(Banken zijn de tussenpersonen voor deze partijen.)
2
Geef 3 factoren waardoor de vraag naar geld daalt:
1
daling overheidsschuld
2
buitenlands spaartekort daalt
3
monetaire politiek door de ECB/NBB (minder geld ter beschikking van de
banken stellen)
De rentevoet zal dan dalen.
3
Geef 3 factoren waardoor het aanbod naar geld daalt:
1
minder sparen door de gezinnen
2
buitenlands spaartekort daalt
3
monetaire politiek door de ECB/NBB (minder geld ter beschikking van de
banken stellen)
De rentevoet zal dan stijgen.
4
Hoe zou je nu de intermediatiefunctie van de banken kort omschrijven?
Geld overhevelen van de surplussectoren naar de deficitsectoren.
Bank en beurs binnenstebuiten
DEEL 1_bijkomende vragen en opdrachten_oplossingen
5
De banken ontvangen deposito's van klanten in allerlei vormen. Welke?
zichtrekeningen
spaarrekeningen
termijnrekeningen
kasbons
Vul onderstaande tekst aan.
1
In ruil daarvoor krijgen deze klanten een vergoeding, de rente.
2
De banken stellen het geld van de deposito's ter beschikking in de vorm van
kredieten. In ruil daarvoor betalen de kredietnemers rente.
Hoe noemen we het verschil tussen beide bedragen voor de banken?
winstmarge of winst
II
De bank als financiële bemiddelaar
Waarom hebben banken naast hun traditionele activiteiten (depositowerving en
kredietverlening) ook nog andere producten en diensten op de markt gebracht?
stijgende concurrentie en dalente rentemarges
Waarom zijn onderstaande beweringen fout?
1
Een kredietinstelling uit Griekenland moet een vergunning aanvragen in België om
hier een filiaal te mogen openen.
Single licence, een kredietinstelling in Griekenland moet een vergunning
aanvragen in haar thuisland, nl. Griekenland.
Bank en beurs binnenstebuiten
DEEL 1_bijkomende vragen en opdrachten_oplossingen
2
De Belgische controleoverheden controleren het filiaal in België van een Griekse
bank.
Home country control, de Griekse contoleoverheid controleert de bank. België
mag wel meer normen opleggen als het strenger is dan Griekenland.
3
Een in de Europese Unie gevestigde bank mag enkel de opgesomde activiteiten
uitoefenen.
Sinds het begin van de jaren ’90 is er een branchevervaging, wat wil zeggen dat
banken alle activiteiten mogen uitoefenen die met financiële activiteiten te
maken hebben, bv. verzekeringen verkopen.
Vul onderstaande tekst aan:
Men spreekt van desintermediatie wanneer de gezinnen, de ondernemingen en de
overheid minder gebruikmaken van de traditionele bemiddelingsrol van de banken voor het
verwerven van financiële middelen.
Het fenomeen waarbij de banken alle financiële activiteiten zonder beperking mogen
uitoefenen, noemt men branchevervaging.
Wat moet er in de plaats van de cijfers ingevuld worden om een economisch correcte tekst te
bekomen? Omcirkel telkens het juiste antwoord.
(1) despecialisatie / desintermediatie / branchevervaging.
(2) specialisatie / desintermediatie / branchevervaging.
III
De banken als beheerders van het betalingssysteem
1
Waarom is deze functie steeds belangrijker geworden?
Er zijn steeds grotere hoeveelheden geld in omloop (ook buiten de grenzen) die
veilig moeten getransfereerd worden.
2
Welke kenmerken kan je toeschrijven aan het betalingssysteem waarover de
Belgische banksector beschikt?
volledig geautomatiseerd
banken vragen cliënten mee te betalen (tarifering)
ander systeem voor kleine of grote betalingen
Bank en beurs binnenstebuiten
DEEL 1_bijkomende vragen en opdrachten_oplossingen
3
De invoering van de euro heeft de SEPA doen ontstaan. Dit staat voor:
Single European Payment Area
Doel?
Een economische ruimte creëren waarbij men betalingen in euro zal kunnen
uitvoeren in de volledige EU, onder dezelfde basisvoorwaarden en dezelfde
rechten en plichten ongeacht de verblijfplaats.
3.2.2 De verzekeringsmaatschappijen – p. 39-40
Europees Hof tegen onderscheid tussen vrouw en man in verzekeringen: Assuralia
blijft overtuigd dat consument baat heeft bij correcte inschatting van risico
(bron: www.assuralia.be, 01/03/2011)
Rechtszaak tegen elke discriminatie bij verzekeringen
(bron: www.testaankoop.be, 11/07/2008)
Het Europees parlement steunde eind maart 2004 een EU-ontwerprichtlijn die discriminatie
tussen man en vrouw verbiedt voor het bepalen van verzekeringspremies.
1
Waarom was er soms een verschil in premie tussen man en vrouw?
Verzekeraars maken al sinds jaar en dag een verschil tussen man en vrouw.
Zelf spreken ze niet van discriminatie maar van een onderscheid gebaseerd
op objectieve, statistische criteria, waarmee ze aan kansberekening doen.
Buiten het geslacht spelen ook de leeftijd, de woonplaats, het
schadeverleden ... een rol bij de premiebepaling. Wie een verzekering
onderschrijft, moet meestal een beperkte vragenlijst invullen, waardoor de
verzekeraar meteen een risicoberekening kan maken. Als de verzekeraar
niet meer mag vragen of de potentiële klant een man of vrouw is, zullen de
vragenlijsten nog veel langer worden.
2
In welke verzekeringen zouden die verschillen vooral tot uiting komen?
Vooral in de personenverzekeringen (levensverzekeringen enz.) is er een
verschil in premie tussen mannen en vrouwen. Voor een
ziektekostenverzekering of een hospitalisatieverzekering bijvoorbeeld
betaalt een vrouw doorgaans meer omdat ze zwanger kan worden. Een
zwangerschap houdt risico’s in die voor de verzekeraars tot hogere
medische kosten kunnen leiden. Een man moet dan weer meer betalen voor
een overlijdensverzekering, omdat zijn levensverwachting gemiddeld ‘lager’
ligt dan die van een vrouw. Zo heeft de verzekeraar bij
overlijdensverzekeringen van een vrouw langer tijd om een spaarpotje
samen te stellen.
Bank en beurs binnenstebuiten
DEEL 1_bijkomende vragen en opdrachten_oplossingen
3
Geef enkele argumenten pro en contra deze ‘discriminatie’ in premies.
Argumenten pro ‘discriminatie’:
 Het geslacht is maar een van de vele criteria, moeten ze dan allemaal
afgeschaft worden?
 Langere vragenlijsten zijn ook niet in het voordeel van de verzekerde.
Zou u bij het invullen van een vragenlijst uw hele levenswandel uit de
doeken willen doen? (hoeveel keer per week doet u aan sport, eet u
gezond …?)
Argumenten contra ‘discriminatie’:


4
Je levensstijl heb je nog een beetje zelf in de hand, maar je geslacht heb
je niet zelf gekozen.
Verzekeraars moeten een beroep doen op solidariteit tussen de
verzekerden.
Waar komen deze anti-discriminatieregels vandaan? Waarom mogen
verzekeringen niet meer discrimineren op basis van geslacht?
De Europese richtlijn dateert van 13 december 2004: de Richtlijn van 13
december 2004 houdende toepassing van het beginsel van gelijke
behandeling van mannen en vrouwen bij de toegang tot en het aanbod van
goederen en diensten. Deze resulteerde in de Wet van 10 mei 2007 ter
bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie.
De richtlijn van 2004 beoogde dus een kader te creëren voor de bestrijding
van discriminatie op grond van geslacht bij de toegang tot en het aanbod
van goederen en diensten. Het toepassingsgebied ervan strekt zich uit tot
alle personen die verzekeringen en aanverwante financiële diensten buiten
de privé- en gezinssfeer aanbieden en die publiekelijk beschikbaar zijn.
Verzekeringen hebben altijd gediscrimineerd op basis van een aantal
objectieve maar ook op basis van een aantal subjectieve criteria. Eén van de
objectieve criteria is bv. geslacht. Vrouwen leven nu eenmaal langer en
daardoor waren de premies voor levensverzekeringen lager voor vrouwen
dan voor mannen. Ook bij de uitbetaling van schadevergoedingen worden
de sterftetafels gebruikt, die dus een hogere vergoeding geven voor
vrouwen omdat zij statistisch langer leven. Bij levensverzekeringen is de
kans dat een maatschappij bij overlijden moet uitkeren uiteraard groter bij
mannen. Daardoor moesten zij wat meer premie betalen.
Deze criteria zullen dus in de toekomst niet meer mogen worden toegepast.
Dit uit zich o.a. in unisekstabellen die gebruikt worden bij de bepaling van
schadevergoedingen. Ook zullen de premies voor levensverzekeringen voor
vrouwen in verhouding stijgen en voor mannen in verhouding dalen.
Bank en beurs binnenstebuiten
DEEL 1_bijkomende vragen en opdrachten_oplossingen
De heropleving van het coöperatieve ideeëngoed
(bron: De Tijd, Iedereen coöperatief, 28/03/2013)
Wat is een coöperatie en wat zijn de voor- en nadelen?
Een coöperatie is een organisatie die niet de winstmaximalisatie, maar wel het
vervullen van gemeenschappelijke behoeftes als hoogste doel heeft. De essentie van
een coöperatie is dat ze voor een stuk uit variabel kapitaal mogen bestaan. Vennoten
mogen vlot toe- en uittreden, zonder dat de statuten steeds opnieuw moeten gewijzigd
worden. Ook de inspraakregels kunnen anders zijn dan bij andere vennootschappen.
Voordelen:
 Verschillende soorten aandelen
 Statuten moeten niet steeds wijzigen, wat nuttig kan zijn voor bv. winkels die
gemeenschappelijke aankopen willen organiseren
 Het ethische aspect: winstmaximalisatie is niet het hoogste doel
Nadelen:
 Vervullen van gemeenschappelijke behoeftes is nobel, maar ook een management
en risicomodellen nodig
4.1.2 De Nationale Bank van België (NBB) en de Europese Centrale Bank
(ECB) – p. 46
Evaluatie van één jaar positieve kredietcentrale (bron: De Tijd, 04/08/2004)
1
Hoe kunnen banken bij het verlenen van een krediet aan een nieuwe klant weten
of die klant niet te veel andere kredieten heeft open staan bij andere
kredietinstellingen?
Alle kredietinstellingen kunnen een beroep doen op de Centrale voor
kredieten aan particulieren van de NBB. Tot vorig jaar bestond er enkel een
negatieve centrale, waar alleen de kredieten waarvoor kredietachterstallen
werden vastgesteld, werden geregistreerd (wanneer de kredietnemer drie
opeenvolgende maanden in gebreke blijft) – de consument werd natuurlijk
schriftelijk verwittigd van zijn opname in het bestand. Op die manier kunnen
kredietinstellingen bij het verlenen van een nieuw krediet steeds een beroep
doen op de bestanden. Alle kredietverstrekkers (banken,
verzekeringsmaatschappijen, financieringsmaatschappijen ...) melden de
geregistreerde gegevens aan de NBB. Ook zijn zij verplicht de Centrale te
raadplegen voor de toekenning van een nieuw krediet.
Bank en beurs binnenstebuiten
DEEL 1_bijkomende vragen en opdrachten_oplossingen
2
Sinds één jaar bestaat er naast een negatieve centrale ook een positieve
centrale. Wat zou het verschil zijn?
De positieve kredietcentrale van de NBB (operationeel vanaf 1 juni 2003)
groepeert de gegevens van alle consumptie- en hypothecaire kredieten in
België (enkel natuurlijke personen voor privédoeleinden). De centrale werd
in het leven geroepen om de kredietproblematiek van de gezinnen beter in
kaart te brengen. Nu worden dus ook de gegevens van gezinnen die geen
achterstand hebben, opgenomen. Omdat ons land voordien enkel een
negatieve centrale kende, hadden kredietverstrekkers geen zicht op de
totale kredietschulden van kredietnemers, alleen op de schulden waarvoor
betalingsproblemen bestonden.
3
Heb je een idee welke kredieten vooral tot betalingsachterstand leiden?
De kredietopeningen, een bepaalde vorm van consumptiekrediet waarbij het
krediet gebonden is aan een kredietkaart of aan een debetsaldo op een
bankrekening, waren eind juni 2004 verantwoordelijk voor 37 % van alle
wanbetalingen op consumptie- en hypothecaire kredieten. Enkel leningen
op afbetalingen, een consumptiekrediet dat bestemd is voor een specifiek
consumptiegoed, wegen met een percentage van 40 % nog zwaarder door.
4
Buiten de kredietschulden kunnen gezinnen nog andere schulden hebben. Geef
een paar voorbeelden.
Belastingschulden, energieschulden, telefoonschulden .... Hier is nog geen
centralisatie, hoewel dat misschien wel aangewezen zou zijn.
zie ook: www.nbb.be
Ga naar ‘Kredietcentrales’ en verder door naar ‘Kredieten aan particulieren’.
1
Welke kredieten werden in 2012 vooral aan particulieren toegekend? Zijn er in
2012 meer of minder kredietovereenkomsten geregistreerd in de positieve
centrale voor kredieten aan particulieren?
In de loop van het jaar werden 1 513 652 nieuwe kredietovereenkomsten
geregistreerd. Deze toename met 2,4 % is uitsluitend te danken aan het
succes van het hypothecair krediet. In 2010 werden 20,7 % meer
hypothecaire kredieten aan particulieren toegekend dan in 2009 (350 398
contracten), terwijl het aantal nieuwe consumentenkredieten met 2,0 % is
afgenomen (1 163 254 contracten).
Bank en beurs binnenstebuiten
DEEL 1_bijkomende vragen en opdrachten_oplossingen
2
Is er een stijging of een daling vast te stellen van het aantal kredietnemers met
betalingsachterstand en motiveer je antwoord.
Globaal genomen kunnen de vaststellingen die in 2009 werden gedaan,
doorgetrokken worden naar 2010. Consumenten ondervinden nog volop de
impact van de economische crisis en zien zich in toenemende mate met
betalingsmoeilijkheden geconfronteerd, hetgeen duidelijk blijkt uit volgende
kerncijfers:


Het aantal kredietnemers met een betalingsachterstand stijgt met
2,5 % tot 365 374 personen.
Het aantal kredietovereenkomsten met een openstaande
betalingsachterstand neemt met 3,3 % toe tot 448 725 contracten.
ECB zorgt voor opwaarts effect op de beurzen
(Bron: Centrale bankiers stuwen de beurs, De Morgen, 30/03/2013)
1
Banken kunnen de laatste jaren enorm goedkoop geld lenen bij de ECB. Welke
waarborgen moeten zij de ECB bieden om deze bedragen te mogen lenen?
In tegenstelling tot de interbankenmarkt moeten er bij de ECB altijd
waarborgen gegeven worden als onderpand. Vroeger eiste de ECB papier
met een AAA-rating (schatkistcertificaten, OLO’s …), nu is de ECB wat
minder streng geworden door de crisis en kunnen er ook bedrijfsleningen
en leningen van een lagere kwaliteit worden geplaatst.
2
Waarom is de ECB zo gul met het verlenen van middelen?
Om de banken door de schuldencrisis en de nakende recessie te loodsen.
Door de bankencrisis zijn banken wantrouwig tegenover elkaar waardoor de
interbankenmarkt op een laag pitje staat. Daarom lenen banken veel meer
bij de ECB. Als de banken meer geld ter beschikking hebben, zullen zij ook
meer geld in de economie pompen in de vorm van kredieten en hoopt de
ECB dat de economie van vele landen terug zal aanwakkeren.
3
Waarom kan de Federal Reserve in de VS andere steunmaatregelen nemen dan
onze Europese ECB?
De Fed heeft behalve monetaire doelstellingen inzake prijsstabiliteit ook een
belangrijke economische opdracht meegekregen in haar statuten, met name
het stimuleren van de werkgelegenheid. Onze ECB heeft in haar statuten
een absolute onafhankelijkheid bepaald. Zij kan dus enkel maatregelen
nemen om haar doelstelling, prijsstabiliteit … te vrijwaren en mag geen
politieke maatregelen nemen.
Bank en beurs binnenstebuiten
DEEL 1_bijkomende vragen en opdrachten_oplossingen
4.1.3 De Financial Services and Markets Authority (FSMA) – p. 48
1
Jaarverslag Febelfin 2011 op www.febelfin.be:
Volgens de Risk Assets Ratio krijgen alle kredieten die de banken toestaan een
bepaalde weging. Deze wegingen vind je in het boek op p. 61. Zoek nu de
volgende oplossingen:
a. KBC heeft een bedrag van € 45 miljard aan woningkredieten staan. Hoeveel
eigen vermogen moet zij kunnen aantonen?
Eigen vermogen KBC:
45 mld x 50 % x 8 % = 1,8 mld
b. BNP Paribas Fortis heeft voor een totaal van € 12 miljard aan gewaarborgde
documentaire kredieten onderschreven. Hoeveel eigen vermogen moet BNP
Paribas Fortis kunnen aantonen?
Eigen vermogen BNP Paribas Fortis:
1,2 mld x 20% x 8 % = 19.2 miljoen
c. Belfius heeft voor € 300 miljoen aan schatkistcertificaten gekocht. Hoeveel
eigen vermogen moet zij kunnen aantonen?
Eigen vermogen Belfius:
300 miljoen x 0 % x 8 % = 0
d. Argenta heeft putopties geschreven voor € 500 miljoen. Hoeveel vermogen
moet zij kunnen aantonen?
Eigen Vermogen Argenta:
500 miljoen x 50 % x 8 % = 20 miljoen
2
Ga naar de bankbalans (bankbedrijvigheid). Hoe groot was het balanstotaal in
2003 en 2004? Hoeveel % van het balanstotaal wordt gevormd door de kredieten
en de deposito’s? Wat met de buitenbalansverrichtingen: hoe groot is de
verhouding t.o.v. de balansverrichtingen? Vind je ook recentere cijfers van 2005?
In 2003 was het balanstotaal van de in België gevestigde banken
geklommen met 0.30 % tot 890,8 miljard euro. In 2004 daarentegen kwam er
een forse toename van het totaal. Het klom met 17,9 % tot 991,3 miljard
euro. Deze expansie was vooral toe te schrijven aan de evolutie van de
verrichtingen in deviezen en met niet-ingezetenen.
Bank en beurs binnenstebuiten
DEEL 1_bijkomende vragen en opdrachten_oplossingen
Balanstotaal
Kredieten
Deposito's
2003
€ 890.9 miljard
€ 629.7 miljard
€ 701.2 miljard
2003
100%
70.7 %
78.7 %
2004
€ 991.3 miljard
€ 705.5 miljard
€ 781.2 miljard
2004
100%
71.2 %
78.8 %
De buitenbalansactiviteiten kenden in 2003 een veel sterkere groei dan de
balansverrichtingen.
Het totaal van die verrichtingen midden 2003 bedroeg bijna 26 keer de
omvang van het balanstotaal van de banksector. Tien jaar geleden
bedroegen die verrichtingen nog maar negen keer de omvang van het
balanstotaal. Hun groeitempo liep de jongste twee jaar beduidend terug en
bedroeg in het jaar eindigend in juni 2003 nog slechts 4 %. De ongunstige
ontwikkelingen op de financiële markten en de lagere aandelenkoersen
speelden een rol in die groeivertraging.
Ook in 2004 kenden de buitenbalansactiviteiten een veel sterkere groei dan
de balansverrichtingen, het totaal van die verrichtingen bedroeg in 2004
ruim 27 keer de omvang van het balanstotaal.
5.3.2 Het concrete toezicht op de banken
1
Ga op zoek naar recente gegevens over Spaar Select België. Wat is Spaar Select
precies overkomen?
Spaar Select België, financieel adviseur, verdeelde tussen 2000 en midden
2003 in België een aandelenleaseproduct van Bank Labouchere zonder een
vergunning van de CBFA te hebben. Tijdens de lancering van het product
was de bank nog in handen van de Nederlandse verzekeraar Aegon, maar
ondertussen lijfde Dexia Bank (nu Belfius) Labouchere in via zijn dochter
Dexia Bank Nederland. Via het product verwierven beleggers een certificaat
op de Nederlandse AEX-index. Die aankoop hoefden ze niet met eigen
centen te financieren, ze kregen een krediet dat ze konden terugbetalen met
de opbrengst van de belegging. Het probleem was echter dat de beurzen in
een zware malaise terechtkwamen en nu zitten veel beleggers én met
beleggingsverliezen, én kunnen ze hun krediet niet terugbetalen.
Bank en beurs binnenstebuiten
DEEL 1_bijkomende vragen en opdrachten_oplossingen
Een tweede omstreden product is een belegging in een tak-23 product. Dat
is een levensverzekering, die gekoppeld is aan een beleggingsfonds dat
belegt op de beurs. Ook hier gebeurde de financiering via een krediet, in dit
geval een woonkrediet. In het vakjargon spreekt men van een
‘overwaardehypotheek’. Een mooie gegarandeerde beursopbrengst zou
garant staan voor de aflossing van het krediet, maar de ineenstorting van de
beurskoersen besliste er anders over. In maart 2004 werd Spaar Select door
de CBFA voor vier maanden geschorst. Later werd de schorsing
opgeheven. In juni 2004 meldden 500 gedupeerde beleggers zich bij het
Antwerpse gerecht. In juli 2004 kwam Spaar Select België in financiële
ademnood en uiteindelijk werd het faillissement aangevraagd bij de
Antwerpse rechtbank van Koophandel.
2
Hoe kunnen de gedupeerde beleggers alsnog proberen aan hun geld te geraken?
In België bestaat er een beschermingsfonds van spaarders. Dat fonds komt
klanten van failliete financiële instellingen tegemoet bij faillissement van
een kredietinstelling. Spaar Select is echter een makelaar en makelaars zijn
geen lid van dit beschermingsfonds. Gedupeerden kunnen enkel proberen
een schadevergoeding te verhalen op Dexia (nu Belfius), Zelia en Kempar:
Dexia is eigenaar van Bank Labouchere waarvan Spaar Select het
aandelenleaseproduct illegaal verkocht; Zelia en Kempar leverden de
producten voor de ‘overwaarderingshypotheken’. Wellicht kaatsen die
maatschappijen de verantwoordelijkheid voor de beleggingsverliezen terug
naar Spaar Select. Volgens juristen heeft het geen zin om Spaar Select
België voor de rechtbank te dagen, vooral ook omdat de beleggers een
contract tekenden met de producenten van de producten, niet met de
tussenpersoon Spaar Select.
Lees in dit verband ook volgende artikels op deze website:
Veroordelingen in de zaak Spaar Select (Bron: www.deredactie.be, 29/11/2011)
Delta Lloyd schuldig in zaak Spaar Select (Bron: www.tijd.be, 29/11/2011)
Bazel III – p. 68
1
Ga in de vakliteratuur op zoek naar de verschillen tussen Bazel I en Bazel II.
Bazel I, de oude methode, verplicht de kredietinstellingen voor elk krediet
een kapitaalbuffer van 8 % aan te leggen. Bazel II is het nieuwe
reglementaire kader waarin alle banken moeten werken om de stabiliteit van
de bank en de financiële sector te waarborgen. De hoofdbedoeling is het
kapitaal dat banken opzij moeten zetten voor kredieten, beter te laten
aansluiten bij de werkelijke kredietrisico’s. Bazel II bepaalt dat alle banken
de keuze hebben uit drie methoden om de kredietrisico’s en het bijhorende
kapitaalbeslag, te beperken.

De standaardbenadering is de minst geavanceerde en sluit aan bij de
oude Bazel I methode (de 8 %-norm)
Bank en beurs binnenstebuiten
DEEL 1_bijkomende vragen en opdrachten_oplossingen

2
De twee andere modellen leiden tot een grotere mate van diversifiëring,
zijn geavanceerder en maken gebruik van interne ratingmodellen,
waarvoor de banken een uitgebreide database nodig hebben (model 1
gaat de kredieten meer diversifiëren en ook de individuele crediteurs
nog beter specificeren; model 2 gaat bij een eventueel verlies ook nog
de omvang van de verliezen proberen weer te geven …). Enkel
grootbanken hebben zulke uitgebreide bestanden.
Sinds wanneer is Bazel II van kracht?
Bazel II werd in twee fasen ingevoerd. Het risiscobeheerssysteem is van
kracht sinds 2006. Niet toevallig is dat de enige methode die de VS wou
invoeren en dan nog uitsluitend voor een tiental topbanken. Het Amerikaans
Congres stond op een vertraging voor de invoering, zodat eerst nog een
uitgebreide impactstudie kon besteld worden.
3
Leg kort uit wat het doel van de Bazelregels zijn en waarom de uitvoering van
Bazel III werd uitgesteld?
De Bazelregels hebben vooral als doel de banken te dwingen voldoende
kapitaal te voorzien voor alle activiteiten die ze verrichten. Een voldoende
kapitaalbasis is nodig om de risico’s in te dekken die banken nemen.
Sinds de financiële crisis van 2007-2008 werd algemeen bekend dat een
aantal banken toch niet over een voldoende grote kapitaalbasis beschikten.
De overheid moest hierdoor extra kapitaalinjectie voorzien. De centrale
bankiers en toezichthouders willen voorkomen dat er bij een volgende
financiële crisis opnieuw banken in de problemen komen. Bazel I en Bazel II
werden aangepast en Bazel III verplicht de banken om voor bepaalde
activiteiten een grotere kapitaalbuffer te voorzien.
Het Bazelcomité was in 2011 overeengekomen om de nieuwe
kapitaalvereisten slechts geleidelijk in te voeren tussen 01/01/2013 en
01/01/2019, maar dit zal niet lukken. Pas na 6 jaar moeten de banken een
minimale kapitaalbuffer hebben van 7 % (9,5 % voor de systeembanken). Er
wordt dus van uitgegaan dat de banken daardoor een stuk veiliger zouden
worden, maar dit kan niet worden gegarandeerd. De mislukking maakt
duidelijk dat de belastingbetaler nog altijd niet verlost is van de ellende die
de financiële wereld hen bezorgt. Binnen de EU wordt al 2 jaar
gediscussieerd en zijn er voortdurend conflicten met uitstel tot gevolg. Een
aantal landen zijn klaar om alles in te voeren, maar in de Verenigde Staten
en in de Europese Unie liep het fout. Het is duidelijk dat het lobbywerk weer
roet in het eten heeft gegooid. Uitstel is hopelijk geen afstel.
Bank en beurs binnenstebuiten
DEEL 1_bijkomende vragen en opdrachten_oplossingen
Download