Leesstoel ‘Crisisbeheersing en Fysieke Veiligheid’ een leerstoel met bijzondere aandacht voor brandweerzorg De angst voor fysieke onveiligheid speelt een steeds belangrijker rol in de samenleving. Het gaat daarbij om de bedreiging van gezondheid van mensen en van goederen door allerhande ongevallen. Onderkenning van het onderscheid met sociale onveiligheid (de bedreiging van gezondheid en goederen door moedwillige criminele handelingen van derden) is van belang. Op dit moment concentreert het wetenschappelijk onderzoek en onderwijs zich op sociale veiligheid en onveiligheid. Vanuit sociaal-wetenschappelijk en juridische perspectief is er nog weinig onderzoek dat zich concentreert op crisisbeheersing in relatie tot fysieke (on)veiligheid. Het gaat hier dan om het samenhangend geheel van maatregelen in de gehele zogenaamde veiligheidsketen; van pro-actie tot rampenbestrijding als deel van het omvattende begrip crisisbeheersing. Wanneer de focus wordt gelegd op de organisatie van de zorg voor fysieke veiligheid dan geldt dat de brandweer een bijzondere rol speelt zowel ten aanzien van de preventie van ongevallen als de repressie wanneer ongevallen zich manifesteren. De wijze waarop de brandweer in handhavende en in repressieve zin is georganiseerd en functioneert is daarmee een cruciaal aspect van de zorg voor de fysieke veiligheid. Zoals gesteld is er op dit moment is de aandacht vanuit de wetenschap vooral gericht op de politie, het Openbaar Ministerie, de zittende magistratuur en het gevangeniswezen. Er is slechts in beperkte mate wetenschappelijk onderzoek en onderwijs op het terrein van de brandweerzorg in het bijzonder in relatie tot de fysieke veiligheid. De leerstoel Crisisbeheersing en Fysieke Veiligheid levert vanuit sociaal-wetenschappelijk en juridisch perspectief een bijdrage aan de theorievorming, wetenschappelijk onderzoek en onderwijs op het gebied van de crisisbeheersing en fysieke veiligheid en de bijzondere relatie met de brandweerzorg en de rampenbestrijding. Op voorhand moet de bijzondere relatie met de bestaande, vooral bestuurskundige, kennis op het terrein van crisismanagement worden benoemd. Onderzoek naar fysieke veiligheid en brandweerzorg dient deels uit te gaan van en te zijn ingebed in de bestaande internationale body of knowledge op dat terrein. De leerstoel richt zich in haar wetenschappelijk onderzoek en onderwijs op de hieronder beschreven twee verbonden hoofdthema’s en vier kernthema’s voor een meerjarig onderzoeksprogramma. Risicobeheersing fysieke veiligheid. Bijzondere deelthema’s zijn: Hoe moet de spanning tussen objectieve en subjectieve waarde van beschermende maatregelen geduid worden? Binnen dit deelthema hoort met nadruk ook aandacht voor de rol van de burger zelf als het gaat om zowel preventieve als repressieve maatregelen. Kernthema voor onderzoek: de (zelf)redzaamheid van burgers is een nog onderbelicht thema binnen het onderzoek naar (de voorbereiding op) crisis in de fysieke veiligheid. Het inzicht dat de (zelf)redzame burger een cruciale rol speelt in de beheersing van fysieke crises lijkt verloren geraakt tijdens de ontwikkeling van de verzorgingsstaat. Pas de laatste jaren komt er ook binnen de praktijk van de hulpverlening weer aandacht voor de mogelijkheden van de (zelf)redzame burger. Grote crises op het terrein van de fysieke veiligheid leiden veelal tot nieuw beleid. In hoeverre zijn politiek-bestuurlijke processen en bureaucratische patronen doorslaggevend als het gaat om de maatregelen die ter bescherming van fysieke veiligheid worden genomen? De snelle professionalisering van (de voorbereiding op) crisisbeheersing bij inbreuken op de fysieke veiligheid is zowel nationaal als internationaal zichtbaar. (Internationaal) wetenschappelijk (bestuurskundig) onderzoek naar het effect en de effectiviteit hiervan kan richting geven aan deze ontwikkeling. organisatie en functioneren van hulpverleningsdiensten gericht op fysieke veiligheid met een nadruk op het functioneren van de brandweer Bijzondere deelthema’s zijn: Er zijn vele organisaties betrokken bij de bescherming van de fysieke veiligheid. Van belang is aandacht voor het (veranderende) wettelijk kader en veiligheidsbestel waarbinnen zij functioneren. Kernthema voor onderzoek: Het beleid van de rijksoverheid richt zich sinds de beleidsnota ‘de veiligheidsketen gesmeed’ uit 1999 op het vormen van ‘veiligheidsregio’s’ waarin de drie hulpverleningsdiensten en de gemeenten samenwerken op het gebied van crisisbeheersing. Onderzoek naar de effecten van dit beleid is noodzakelijk vanuit de optiek van beleidsoptimalisatie en beleidsverantwoording. Het gaat daarbij om de bevoegdheden en verantwoordelijkheden van betrokkenen maar ook om de wijze van samenwerking en coördinatie. Kernthema voor onderzoek: Een kernelement bij de coördinatie van inspanningen op het terrein van de crisisbeheersing is het delen van informatie. Evaluaties wijzen telkens weer op dezelfde tekortkomingen hetgeen wijst op een nog onvolkomen inzicht in de noodzakelijke wijzigingen van het ontwerp van informatiestromen. De brandweer maakt de laatste jaren een sterke, maar veelal regionaal verschillende, ontwikkeling door als het gaat om de vergunningverlening en handhaving door de brandweer. Wat betekent deze ontwikkeling ook wanneer gekeken wordt naar het bredere domein van vergunningverlening en handhaving op het gebied van fysieke veiligheid? De brandweer heeft op repressief gebied een rol als ‘spil van de rampenbestrijding’. Wat betekent deze rol in de praktijk blijkens evaluaties? Hoe werkt zij uit als het gaat om samenwerking en coördinatie? Hoe ontwikkelt deze rol zich op het terrein van de crisisbeheersing? Kernthema voor onderzoek: Cruciaal voor het opereren van hulpverleningsdiensten als de brandweer tijdens acute crises is inzicht in de wijze waarop functionarissen onder (tijds)druk beslissen. In de tweede helft van de jaren negentig is op dit terrein een aantal fundamentele doorbraken tot stand gekomen die binnen de context van de hulpverlening nog verdiept moeten worden om toepasbaar te zijn in de dagelijkse praktijk. Voor alle (deel)thema’s geldt dat het onderzoek zowel in een nationale en internationale context plaats vindt.