HERSTELOPERATIE BIJ MANNEN NA EEN STERILISATIE In het verleden heeft u zich laten steriliseren. U wilt dit ongedaan laten maken. Hiervoor is een hersteloperatie nodig. De medische naam voor deze operatie is vasovasostomie. Sinds 1981 worden deze ingrepen uitgevoerd bij CASA kliniek Leiden, onderdeel van CASA klinieken. In dit informatieblad bieden wij u informatie die van belang kan zijn bij het nemen van een beslissing. Waarom een hersteloperatie? Naar schatting worden er in Nederland ongeveer 20.000 mannen per jaar gesteriliseerd. Ondanks goede voorlichting, en een op het moment van sterilisatie juiste beslissing, kan achteraf blijken dat men door gewijzigde levensomstandigheden (scheiding, nieuwe partner e.d.) toch weer kinderen wil. Bij CASA kliniek Leiden proberen wij de sterilisatie bij de man door middel van een poliklinische operatie op te heffen. Wij opereren met een speciale, verfijnde microchirurgische techniek waardoor de kans op herstel van de doorgankelijkheid van de zaadleiders zo groot mogelijk is. Vasovasostomie Bij deze hersteloperatie (de zogenaamde vasovasostomie) verwijderen we eerst de stukjes zaad­leider die dichtgeschroeid of afgebonden zijn. Daarna hechten we de uiteinden van de zaadleiders aan elkaar, zodat deze weer doorgankelijk zijn voor zaadcellen. Bij ongeveer 5 % van de mannen lukt het niet de eindjes bij elkaar te brengen omdat er bij de sterilisatie meer dan 4 cm van de zaadleiders is beschadigd of verwijderd. Kansen op herstel van de vruchtbaarheid Wat zijn nu bij deze operatie de kansen op een herstel van de vruchtbaarheid? Om deze vraag nauwkeurig te beantwoorden moet een onderscheid gemaakt worden tussen herstel van de doorgankelijkheid van de zaadleiders voor zaadcellen en de kans dat de zaadcellen ook werkelijk een zwangerschap kunnen veroorzaken. Het eerste is vanzelfsprekend een voorwaarde voor het tweede. Herstel van de doorgankelijkheid Als er tijdens de hersteloperatie zaadcellen zijn aangetoond moeten die een maand na de operatie ook in de geloosde zaadvloeistof te vinden zijn. De kans hierop bij deze wijze van opereren is vrij gunstig: meer dan 75% per zaadleider. Dit hoge percentage is mede het gevolg van de hierboven beschreven microchirurgische operatietechniek. Kans op zwangerschap Ondanks operatief herstel van de doorgankelijk­heid van een of twee zaadleiders kan het zijn dat er na verloop van tijd geen zwangerschap ontstaat. Veel individueel verschillende factoren spelen een rol. Deze worden besproken onder het kopje ‘Controle’. Als zeer grove aanduiding kunnen we zeggen dat de kans op het spontaan verwekken van een zwangerschap binnen twee jaar na een hersteloperatie 50% bedraagt. Het verloop van de hersteloperatie voor u als “patiënt” De dag voor de operatie moet u het schaam haar op de zak en naast de penis afscheren Op de morgen van de operatiedag moet u kort voor de behandeling goed eten en zo min mogelijk drinken De hele ingreep gebeurt onder plaatselijke verdoving. Dat is bijzonder, elders is de sedatie vaak volledig. Plaatselijke verdoving maakt de ingreep eenvoudiger en goedkoper. Tijdens de operatie blijft u dus geheel bij kennis. Het blijkt dat men dit goed kan verdragen. De verdoving is voldoende en u blijft precies op de hoogte van de voortgang van de operatie. U krijgt aan het begin twee verdovende injecties aan elke kant. De operatie duurt twee tot drie uur. U kunt uw partner of een andere vertrouwde persoon meenemen naar de operatie. Omdat u geheel bij kennis blijft kan dit prettig zijn, u heeft beiden steun en aanspraak Na de operatie Na de ingreep kunt u, onder begeleiding, naar huis. U moet dan drie dagen rust houden: liggen, zitten en weinig lopen. U krijgt een suspensoir (draagverband) of een elastische slip die u een week moet dragen Verder krijgt u een aantal steriele verbandgaasjes mee, zodat u het verband dagelijks kunt verwisselen. Vaak wordt de huid van de zak en soms ook van de penis na de operatie blauwzwart. Dat kan geen kwaad en gaat vanzelf weer weg. Pijnstillers zijn meestal niet nodig. Zo nodig adviseren wij u paracetamol te nemen. Als er koorts optreedt (38 graden of meer) of als u andere klachten of problemen heeft, dient u de kliniek te bellen voor overleg met onze arts. Als alles naar wens verloopt kunt u na een week uw bezigheden hervatten. Ook seksueel verkeer mag weer na een week. Het is mogelijk dat er bij de eerste zaadlozingen wat bloed in het zaad zit. Dit is normaal. Controle Een maand na de operatie vindt controle van de doorgankelijkheid van de zaadleider plaats. Dat gebeurt door middel van een microscopisch onderzoek van een kleine hoeveelheid zaad. U heeft daarvoor een formulier met instructies na de operatie ontvangen. U belt op het afgesproken telefonisch consult met de arts om de uitslag te bespreken. Dan wordt ook beslist over verder onderzoek. Er zijn voldoende, goed bewegende zaadcellen Zou uit de onderzoeken blijken dat u in principe weer vruchtbaar bent, dan kunt u overwegen voor de zekerheid dit vruchtbare zaad te laten invriezen. Inlichtingen daarover verkrijgt u desgewenst van uw behandelend arts. Is er na zes maanden geen zwangerschap ontstaan, dan is het verstandig het zaadonderzoek te herhalen en opnieuw contact met de arts op te nemen. Zo nodig kunt u dan een afspraak maken voor een consult, waarbij ook uw partner aanwezig kan zijn. Er zijn te weinig levende zaadcellen Kort na de operatie zijn er vaak weinig levende zaadcellen in het zaad dat wordt geproduceerd. Daardoor komt het niet vaak voor dat er de eerste maanden al een zwangerschap ontstaat. De arts zal u vragen regelmatig (om de twee maanden) een zaadmonster te laten testen. Er zijn antistoffen Antistoffen kunnen de oorzaak kunnen zijn van het uitblijven van een zwangerschap. Veel mannen, on­ge­veer 70%, vormen na een sterilisatie antistoffen tegen hun eigen zaadcellen; deze spelen een rol bij de opruiming van de zaadcellen. Indien er na de her­stel­ operatie weinig zaadcellen zijn en veel antistoffen wordt vooral de beweeglijkheid van de cellen belemmerd. Dit wordt vastgesteld bij een spermaonderzoek van ‘vers’ sperma (binnen een uur na de productie). Er treedt opnieuw verstopping op Na een aantal maanden kunnen één of twee zaad­ leider(s) weer verstopt raken door littekenvorming en vernauwing op de plaats van de uitgevoerde hersteloperatie. Als er eerder wel zaadcellen werden gevonden en er werd zaad ingevroren kan dat uiteraard gebruikt worden voor kunstmatige inseminatie bij de vrouw. Is er geen ingevroren zaad beschikbaar dan loont het wel de moeite te proberen deze verstopping(en) ongedaan te laten maken door een her­haling van de hersteloperatie. Onvoldoende kwaliteit van zaad- en eicellen Het kan zijn dat de kwaliteit van het zaad altijd al niet zo goed was. Het zaad wordt natuurlijk nooit beter dan het was vóór de sterilisatie en hersteloperatie. Ook kan onvruchtbaarheid (of verminderde vruchtbaarheid) van de vrouw een belangrijke rol spelen. Kosten Informeert u voor de vergoeding van de kosten van een hersteloperatie bij uw zorgverzekeraar of kijk op www.casaklinieken.nl voor meer informatie. Wat u moet doen als u een hersteloperatie wilt Via de website www.casaklinieken.nl kunt u een vragenformulier downloaden. U kunt dit formulier ook aanvragen via het afsprakenbureau op telefoonnummer 088 888 44 44 (ma-vr 08:00 tot 20:00 uur, za 09:00 tot 13:00 uur). Na ontvangst van het formulier nemen wij contact met u op voor het maken van een afspraak. BIJLAGE Figuur 1: verwijderen verstopte gedeelte Gemiddeld is een zaadleider in doorsnede niet dikker dan 3 mm. De wand is ongeveer 1 2 mm dik en de holte in de zaadleider slechts éénderde millimeter. De operatiemicroscoop, met een vergroting van 4 tot 40 maal, stelt ons in staat een ingreep aan zo’n dun buisje te verrichten. Vaak is de holte van het eindje zaadleider dat van de bal afkomt veel wijder dan dat van de andere kant, doordat het onder druk heeft gestaan. Uit de zaadleider wordt wat vocht afgenomen voor microscopisch onderzoek naar zaadcellen. Figuur 2: eerste hechting binnenkant Sluiten de binnenwanden niet mooi op elkaar aan, dan kan zich op die plek een zaadstolsel gaan vormen en kan de verbinding weer verstopt raken. Om de eindjes toch glad verlopend aan elkaar te krijgen worden eerst de binnenkanten met vijf tot acht hechtingen van zeer dun draad (zeven maal dunner dan een hoofdhaar) aan elkaar geknoopt. Figuur 3: eerste hechting buitenkant De buitenkanten van de eindjes worden met tien tot twaalf hechtingen aan elkaar genaaid. Uiteindelijk zijn de eindjes dus met vijftien tot twintig hechtingen met elkaar verbonden. Illustraties: prof. Nieschlag: Andrology. versie 2, maart 2016