MMV (voorheen Moermanvereniging) is springlevend Bestuurslid Renckens van de Vereniging tegen de Kwakzalverij ziet in de 25 e sterfdag van Cornelis Moerman aanleiding om zijn gal te spuwen over deze ‘brutale en megalomane dorpsdokter’, zoals hij Moerman omschrijft. Zijn verhaal in Trouw van woensdag 28 augustus j.l. is zo ongenuanceerd dat mijn reactie niet kan uitblijven. Het is namelijk volstrekt niet waar dat, zoals de heer Renckens schrijft, er anno 2013 vrijwel niemand meer is te vinden die heil ziet in de Moermantherapie. Integendeel, MMV (voorheen Moermanvereniging), die het gedachtegoed van Moerman uitdraagt, telt 7.000 leden en is springlevend. Dat blijkt onder andere uit de vele reacties van mensen op de website van Trouw naar aanleiding van het artikel van de heer Renckens. Twee jaar geleden ben ik voorzitter geworden van MMV en trof daarin veel bevlogen mensen aan die het verhaal bevestigden dat ik kende, namelijk het verhaal van kankerpatiënten die de Moermantherapie volgen en die daaraan een grote vitaliteit te danken hebben. Hierdoor ben ik ervan overtuigd geraakt dat de Moermantherapie een handvat kan bieden voor kankerpatiënten om meer regie over hun genezingsproces te krijgen en om zelf iets te doen in hun strijd tegen deze afschuwelijke ziekte. Ik vond daarom dat die boodschap onder de aandacht van meer mensen moest komen. Voor een deel hebben we deze verhalen van mensen momenteel voor iedereen toegankelijk op internet gezet. Nog veel meer van deze verhalen staan in het blad Uitzicht dat de Moermanvereniging 10 keer per jaar uitbrengt. Ik ben ervan overtuigd dat als de heer Renckens de video’s zal zien en de artikelen zal lezen, hij niet weer zo besprongen wordt door het verlangen om in de pen te klimmen en als een moderne Don Quichote op Moerman af te stormen. Ik ben van mening dat hij zich dan beter zal laten informeren over deze arts, zijn therapie en de toenemende wetenschappelijke bevestiging van de juistheid van zijn inzichten. De heer Renckens etaleert in zijn bijdrage in Trouw een groot gebrek aan kennis over Moerman, diens inzichten en de huidige stand van zaken. In het najaar van 1991 verscheen het Retrospectief onderzoek naar de effectiviteit van de Moermantherapie. Voorzitter van de onderzoekscommissie was de (inmiddels overleden) reguliere radiotherapeut/oncoloog drs. S. de Graaf (FIAC). De 1 ste conclusie is deze: “Het onderzoek heeft aangetoond dat patiënten door toepassing van de Moermantherapie van kanker kunnen genezen.” De 7e conclusie in het rapport zegt dit: “Er valt een opvallende weerstand te constateren tegen de erkenning van zelfs maar de mogelijkheid van enig effect van de Moermantherapie. Uit het historisch onderzoek naar de strijd rondom de Moermantherapie blijkt dat de resultaten van die geneeswijze niet onbevooroordeeld tegemoet zijn getreden. Deze weerstand spruit in essentie voort uit het paradigma als zou er slechts één enkelsporige, universitair beoefende, geneeskunde bestaan. Op basis hiervan heeft de wetgever sinds het midden van de vorige eeuw deze enkelsporige geneeskunde exclusiviteit toegekend.” Je kunt veel van Moerman vinden, maar hij heeft een begaanbaar spoor ontwikkeld met betrekking tot het kankervraagstuk. Dat verdient respect en gelukkig ook steeds meer navolging, ook in de ziekenhuiswereld. Effectief is de Moermantherapie als ondersteuning bij reguliere behandelingen. Wie zo gezond mogelijk eet en leeft, optimaliseert zijn of haar weerstand. En dat is wenselijk in geval van een reguliere kankerbehandeling. Verreweg de meeste behandelingen betekenen immers een zware aanslag op de conditie van de patiënt. Wie zich wapent in die strijd, verhoogt zijn kansen. Minstens zo waardevol zijn de inzichten van Moerman met betrekking tot de preventie van kanker. Ik ben van mening dat als die massaal navolging zouden vinden, er vele gevallen van kanker kunnen worden voorkomen. Wat dat betreft was Moerman zijn tijd ver vooruit. Hij legde een verband tussen kanker en voeding in een periode waarin dat absurd werd gevonden. Hoe kanker precies ontstond, begreep geen enkele wetenschapper, maar het kwam volgens de wetenschap nooit door verkeerde voeding. Anno 2013 weet vrijwel iedereen beter. Moerman legde niet alleen een verband, hij benoemde ook een aantal voedingsmiddelen die helpen om kanker te voorkomen. Wie zijn lijst langsloopt en die legt naast de talloze inmiddels verschenen wetenschappelijke publicaties op dit gebied, ziet frappante overeenkomsten. Vermijd vlees, suiker, alcohol - om maar enkele voedingswaren te noemen - als je geen kanker wilt, was de boodschap van Moerman. Vandaag zeggen voedingswetenschappers het hem bijna woordelijk na. Is er dan helemaal geen kritiek op Moerman denkbaar? Natuurlijk wel. Moerman meende met zijn therapie het ultieme antwoord te hebben gevonden op de ziekte kanker. Dat was een overschatting. Hij genas met zijn therapie veel patiënten, maar lang niet alle. Maar zelfs in het meest negatieve rapport (Delprat) kon niet worden ontkend dat met zijn therapie het welbevinden van de patiënten in nagenoeg alle gevallen aanzienlijk verbeterde. Wij vinden daarom dat het anders moet. In de Telegraaf van 13 april jl. liet prof.dr. René Bernards van het Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis het volgende optekenen: „Jaarlijks geeft de wereld 49 miljard dollar uit aan kankermedicijnen. Daarvan wordt 37 miljard dollar (!) gebruikt om patiënten eigenlijk alleen maar zieker te maken, in plaats van beter. Want je hebt als kankerpatiënt wél de ellendige bijwerkingen, maar je hebt geen baat! Neem effecten op de cognitie: concentratiestoornissen, geheugenproblemen, die eigenlijk nooit meer helemaal herstellen. Dat is een onderbelicht aspect van de chemotherapie. Dat mensen zeggen: ’Ik moet er even doorheen en daarna heb ik het gehad.’ Maar je hébt het niet gehad!”. Daarmee wil ik niet zeggen dat je het reguliere pad niet moet bewandelen. Integendeel. Ik heb heel veel respect voor de mensen die zich voor kankerpatiënten inzetten en de voortgang die wordt geboekt bij de behandeling van kanker. Ik vind echter dat de Moermantherapie daarop een bijzonder goede aanvulling is en de werking van de reguliere zorg kan versterken. Je kunt naar mijn mening veel over de therapie zeggen, bijvoorbeeld dat ze op onderdelen is gedateerd (vandaar dat ze inmiddels is aangepast en uitgebreid), maar niet dat ze op kwakzalverij is gebaseerd. Niemand zal vandaag immers willen betwisten dat gezond eten en leven van zeer groot nut is in de strijd tegen kanker. Drs. Dave Schut, voorzitter MMV