De Commissie stemt in met het in de handel brengen van twee

advertisement
IP/97/501
Brussel, 9 juni 1997
De Commissie stemt in met het in de handel brengen
van twee types genetisch gemodificeerd koolzaad
De Europese Commissie heeft twee beschikkingen vastgesteld betreffende
het in de handel brengen van genetisch gemodificeerd koolzaad met
betrekking waartoe een kennisgeving was ingediend door het bedrijf Plant
Genetic Systems (PGS). Wat de etikettering betreft, heeft PGS beloofd al het
nodige te zullen doen om duidelijk aan te geven dat de zaden door middel
van genetische modificatie zijn veredeld. Ook zal worden vermeld dat met
het oog op de oorspronkelijke genetische modificatie, bijzondere
etiketteringsvoorschriften op het geoogste product van toepassing kunnen
zijn. Voorts heeft het bedrijf beloofd de invoerders van koolzaad in de EU in
kennis te stellen van de genetische modificatie die het betrokken koolzaad
heeft ondergaan.
De twee vandaag vastgestelde beschikkingen zijn er gekomen nadat het
regelgevend comité ex Richtlijn 90/220/EEG inzake de doelbewuste introductie
van genetisch gemodificeerde organismen in het milieu1 met een gekwalificeerde
meerderheid een gunstig advies terzake had uitgebracht.
Nu deze beschikkingen zijn vastgesteld, zal Frankrijk PGS de toestemming
verlenen om deze twee zeer gelijkaardige producten voor alle toepassingen in de
handel te brengen. Frankrijk is de lidstaat die de aanvraag met een gunstig advies
bij de Commissie had ingediend. Alvorens deze producten in levensmiddelen
mogen worden toegepast, zal daarvan ook kennis moeten worden gegeven in het
kader van de verordening betreffende nieuwe voedingsmiddelen en nieuwe
voedselingrediënten2, die op 15 mei 1997 in werking is getreden.
Wat de etikettering betreft, heeft PGS in een brief van 23 april 1997 aan mevrouw
Ritt Bjerregaard, lid van de Commissie bevoegd voor milieuzaken, het volgende
beloofd:
“PGS heeft reeds eerder te kennen gegeven dat het op de zakken koolzaad die
aan landbouwers zullen worden verkocht, de vermelding zal aanbrengen dat het
gaat om zaden van door genetische modificatie veredeld koolzaad. Ter informatie
van de landbouwers zal PGS bovendien hetzij op het etiket van de zakken met
zaad, hetzij in de documentatie die deze vergezelt, vermelden dat met het oog op
de oorspronkelijke genetische modificatie specifieke etiketteringsvoorschriften op
het geoogste materiaal van toepassing kunnen zijn.
1
2
PB NR. L 117 VAN 8.5.1990.
Verordening (EG) nr. 258/97 van de Raad, PB nr. L 43 van 14.2.1997.
Voorts zal PGS aan de bedrijven waarvan ons bekend is dat zij voor verwerking
bestemd koolzaad in de EU importeren, informatie verstrekken over het genetisch
gemodificeerd koolzaad dat door PGS - of door andere bedrijven in licentie buiten de EU wordt geproduceerd.”
PGS leeft zodoende op vrijwillige basis de eisen na van de door de Commissie op
2 april voorgestelde wijziging van bijlage III van Richtlijn 90/220/EEG3. De nieuwe
versie van de bijlage schrijft voor dat de bedrijven in hun kennisgeving tegemoet
moeten komen aan een specifieke etiketteringseis, namelijk de vermelding dat het
product genetisch gemodificeerde organismen kan bevatten of uit dergelijke
organismen kan bestaan. Over dit voorstel heeft het regelgevend comité op
29 mei 1997 met een gekwalificeerde meerderheid een gunstig advies
uitgebracht. In het licht van dit advies zal de Commissie de betrokken richtlijn van
de Commissie formeel vaststellen; de nieuwe bijlage zal op 31 juli 1997 in werking
treden.
Op 7 april 1997 heeft mevrouw Bjerregaard, lid van de Commissie bevoegd voor
milieuzaken, een brief geschreven naar alle bedrijven waarvan momenteel een
aanvraag in het kader van Richtlijn 90/220/EEG wordt onderzocht, met het
verzoek de etiketteringsvoorschriften van de nieuwe bijlage III van de richtlijn op
vrijwillige basis toe te passen. Zo goed als alle bedrijven hebben positief op
mevrouw Bjerregaards brief gereageerd.
3
Zie IP/97/259.
2
Download